5 minute read

Focus op het syndroom van Cushing bij het paard

HET VETERINAIR ADVIES

Focus op het syndroom van Cushing bij het paard

Advertisement

Gekend en gevreesd sinds meer dan 70 jaar, is het syndroom van Cushing een van de meest voorkomende ziekten bij het oudere paard. Dit syndroom is ook bekend als DPIP of PPID, afkorting van Pituitary Pars Intermedia Dysfunction of Dysfunctie van de Pars Intermedia van de Hypofyse.

Maar wat is het syndroom van Cushing eigenlijk?

Het syndroom van Cushing bij paarden treedt spontaan op en kent een progressief verloop. Het veroorzaakt een hormonale ontregeling, te wijten aan de aftakeling van hypothalamus. Deze aftakeling ontketent een hyperactiviteit en een hyperplasie (vergroting, pb) van de hypofyse, een kleine klier gesitueerd aan de basis van de hersenen. Eigenlijk vertaalt het syndroom van Cushing zich door een verhoging van de productie van cortisol (bijnierschorshoroom, pb) en andere neuromediatoren. Deze verhoging word gekoppeld aan talrijke klinische anomalieën zoals hoefbevangenheid of hirsutisme (overdreven haargroei, pb).

VERDACHT

Wat als dit op CUSHING zou wijzen?

Hier bevindt zich de hypofyse bij het paard

Epidemiologische prevalentie

Op vandaag bestaat er geen enkel bewijs, dat het ene ras gevoeliger zou zijn als het andere aan het syndroom, dat evenveel merries, ruinen als hengsten treft. Het staat wel vast dat het risico om de ziekte te ontwikkelen stijgt met de leeftijd. Het syndroom van Cushing zou meer dan 30 % van de paarden ouder dan 15 jaar treffen.

Leeftijd van de paarden getroffen door PPID

In een vroegtijdig stadium, ontwikkelen zich geen karakteristieken. Toch zijn er discrete aanwijzingen die aan Cushing doen denken en waarbij het goed is, het advies van de dierenarts in te winnen. Eerst en vooral hoefbevangenheid, voor 90 % te wijten aan hormonale ontregeling. We kunnen ook een verandering van houding merken, het paard wordt minder sociaal, toont tekenen van lethargie (onverschilligheid, lamlendigheid, pb), vertraagde of onvolledige vachtwissel, een opgezwollen buik met het verdwijnen van de rugspieren, gebitscomplicaties … In een later stadium is er geen vachtwissel meer, de haren gaan krullen (hypertrichose), het paard zweet abnormaal veel, een diepe lethargie is opvallend, nog meer spieren verdwijnen, het paard drinkt en urineert veel meer, verhoogde onvruchtbaarheid bij de merries … Heel belangrijk is ook te weten dat het syndroom van Cushing een vermindering van de immuniteit met zich meebrengt en dat er makkelijk chronische infecties kunnen opduiken zoals abcesvorming in de sinussen en in de voeten (hoefzweren) …

Symptomen geassocieerd met PPID

Data verkregen bij gezonde paarden (156) en paarden met DPIP (942)

Mediaan bij zieke dieren Referentiewaarden Mediaan bij gezonde dieren

Hoe ontwikkelt de ziekte zich?

Zonder in te gaan op al te veel wetenschappelijke gegevens, dient het gezegd dat de hypothalamus en de hypofyse, gesitueerd aan de onderzijde van de hersenen van het paard, het centrum zijn van waaruit de richtlijnen en de controle van de hormoonproductie voor het volledig organisme vertrekken. Wanneer het syndroom van Cushing zich ontwikkelt, verliezen de hypothalamus en de hypofyse deze controle en ontstaat hypertrofie. De grote hoeveelheden ACTH (adrenocorticotroop hormoon), worden dan gesynthetiseerd door de hypofyse, wat een verhoging van de productie van het hormoon cortisol door de bijnieren met zich meebrengt. Het is belangrijk te weten dat cortisol instaat voor het reguleren van het metabolisme van de lipiden, de proteïnen, suikers en water. Het speelt ook een belangrijke rol in het immuunsysteem.

De symptomen van het Cushing-syndroom

Als alles rond draait Als ouder worden niet vlot verloopt slaat het systeem op hol Hoe wordt de diagnose PPID gesteld?

Advies van uw dierenarts is hier meer dan waardevol. Hij kent immers uw paard en zal snel de vroegtijdige symptomen opmerken. De diagnose van het syndroom van Cushing is gebaseerd op de dosering van de hormonen, meer bepaald als het ACTH abnormaal hoog is. Bloedanalyse geeft hiervan snel uitsluitsel. De herfst (augustus tot oktober) is hiervoor de beste periode, maar het kan eigenlijk het hele jaar door. Let wel, eens het bloed afgenomen, is de verdere behandeling van het bloedstaal primordiaal. De dierenarts dient het staal koud te bewaren en snel naar het laboratorium te sturen. Een slechte bewaring en trage verwerking kunnen zorgen voor een vals negatief resultaat.

De behandeling van het syndroom van Cushing

Hygiënische maatregelen voeren de boventoon en verhogen het comfort van onze paarden. Ingeval van overtollige haargroei of abnormaal zweten, is het aangeraden uw paard te scheren. Er dient volop aandacht te zijn voor gebits- en –hoefverzorging, alsook voor ontworming en vaccinaties. Een uitgekiend dieet met kwalitatief hooi ad lib en een vermindering van de suikers in het rantsoen is aangewezen. De gift van lipiden (maïsolie) mag daarbij verhogen. Ook moet er op toegezien worden dat het paard voldoende vitamines en antioxidanten (vitamine E en C, zink en selenium) binnenkrijgt. Op advies van uw dierenarts, kan een medische behandeling opgestart worden. Deze berust op het toedienen van een geneesmiddel dat de activiteit van de hypofyse afremt en dus de afscheiding van cortisol vermindert. Op vandaag is dit medicijn een agonist van de dopamine, pergolide genaamd (op de Belgische markt gekend als Prascend van Boehringer Ingelheim). Dit medicijn in pil vorm dient elke dag aan het paard toegediend te worden en zorgt voor een ‘normaal hormonaal klimaat’. De juiste dagelijkse dosis is belangrijk en dit voor de rest van het leven van uw paard.

De behandeling herstelt de afgifte van dopamine door de hypofyse om aldus de terugkoppeling te herstellen en de productie en afscheiding van ACTH te verminderen

De opvolging van paard en behandeling

Zoals elke ziekte die een levenslange behandeling vereist, is het belangrijk na te gaan of de dosis al dan niet moet worden aangepast. Nadat de behandeling opgestart is, zal uw dierenarts een controlebezoek vooropstellen om de verbetering van de symptomen te evalueren. Een bloedafname zal uitsluitsel geven over het nieuwe gehalte van het ACTH en of er moet worden bijgepast. Eens het medicatieschema op punt staat, is het raadzaam een veterinaire controle te laten uitvoeren om de zes maanden. Zelfs al is het syndroom van Cushing een ongeneeslijke aandoening, toch kan een aangepaste behandeling en zorgvuldig uitgekiende preventie ervoor zorgen dat uw paard nog zicht heeft op een fijne oude dag!

begin van de behandeling Tijdens de eerste 6 maanden

Opvolging op lange termijn

bezoeken elke 4 tot 6 weken bezoeken elke 6 maanden

Bibliografie:

‘Alles weten over het syndroom van Cushing bij het paard’, Boehringer Ingelheim. ‘Le nouveau practicien équin, hors-série 2005: reconnaître et traiter la maladie de Cushing’. ‘Guide pratique de médecine équine’, 2e editie ‘Current therapy in equine reproduction’, J.-C. Samper, J.-F. Pycock, A.-O Mc Kinnon. ‘Maladies des Chevaux’, 2e editie, AVEF

Illustraties met dank aan Boehringer Ingelheim

This article is from: