2 minute read

CVA | SAMEN BESLISSEN MET UITKOMSTINFORMATIE IN DE PRAKTIJK “WERKWIJZE CVA KEUZEHULP PAST VOOR MARTINI NIET”

In het Martini Ziekenhuis is besloten om de ontwikkelde CVA keuzehulp niet meer in te zetten. Neuroloog Ewout Schut en verpleegkundig consulent Sandra Timpers lichten toe waarom: ze zien geen meerwaarde in het gebruik van de CVA keuzehulp.

Schut: “In ons ziekenhuis krijgen patiënten een Patiënt Informatie Dossier (PID) uitgereikt als zij worden opgenomen na een CVA. Het PID bevat, naast informatie over herseninfarcten en bloedingen, heel gerichte informatie over de nazorg, met name over specifieke locaties waar een patiënt heen kan voor bijvoorbeeld revalidatie. De CVA keuzehulp geeft algemene informatie en uitkomstinformatie van andere, vergelijkbare patiënten over de verschillende soorten ontslagbestemmingen. Maar een groot nadeel vinden we dat een patiënt er niets vindt over de lokale mogelijkheden.”

Barri Res

Timpers: “We kregen weinig ingevulde keuzehulpen terug (anonieme gebruikersdata laat zien dat 40% van de patiënten die de keuzehulp uitgereikt kregen in het Martini, deze ook gebruikten red.). Ik denk dat dat komt omdat we ook ons PID hebben. Dat is op papier en ligt naast de patiënt op z’n tafeltje gedurende de opname. Deze kan daar rustig in bladeren en informatie teruglezen.” Het feit dat de keuzehulp digitaal is, vormt een drempel, zegt Timpers: “Dan is een tablet op de afdeling noodzakelijk zodat je als zorgverlener samen met de patiënt de keuzehulp online kan invullen.” Ook de integratie met het patiëntendossier ontbreekt. Schut: “Als zorgverlener wil je het liefst met één druk op de knop in het patiëntdossier zien wat de patiënt heeft ingevuld. Maar daarvoor moet de keuzehulp zijn ingebouwd in het EPD, of moet er op z’n minst een koppeling zijn met het EPD. Nu moeten we de papieren samenvatting van de ingevulde keuzehulp printen en scannen om in het EPD te hangen. Dat gebeurt gewoonweg niet, daar hebben we geen tijd voor.”

Ondanks dat is besloten om de CVA keuzehulp niet meer in te zetten in het Martini Ziekenhuis zijn Schut en Timpers wel enthousiast over de inhoud van de keuze­ hulp. Schut: “De keuzehulp bevat veel goede informatie, zoals het patients’ like me model gebaseerd op de NIH Stroke Score waarmee de patiënt inzicht krijgt in de ontslagbestemming van vergelijkbare patiënten. Van de patiënten in het Martini ziekenhuis die gebruik maakten van de keuzehulp bleek 94% (zeer) tevreden over de keuzehulp, maar in onze ogen had de keuzehulp toch te weinig meerwaarde ten opzichte van ons PID.”

DOOR MET SAMEN BESLISSEN

Schut en Timpers zijn beiden wel voorstander van samen beslissen. Schut: “Samen beslissen is heel belangrijk, ook in de acute zorg. Samen beslissen kan bij ons nog een duidelijkere plek in het gesprek krijgen waarin de verpleegkundige het PID uitreikt.” Timpers: “Tijdens het PID­gesprek zouden we niet alleen moeten informeren, maar meer moeten ingaan op wat de patiënt wil. We hebben nu een werkgroep samen beslissen opgezet waarmee we van plan zijn om hiermee aan de slag te gaan.”

“Het maakt voor ons niet uit welk hulpmiddel je inzet om samen beslissen te bevorderen, of dat nou een keuzehulp is of ons vertrouwde PID,” aldus Schut. “Het gaat erom dát samen beslissen plaatsvindt. Het gesprek op een goede manier voeren met elkaar zorgt ervoor dat de patiënt een duidelijke stem krijgt en dat de wensen en voorkeuren van de patiënt worden meegenomen in de besluitvorming zodat samen beslissen ook daadwerkelijk gebeurt. We gaan dan ook zeker door met het stimuleren van samen beslissen bij onze patiënten met een CVA. Maar samen beslissen moet door alle betrokken zorgverleners rondom de CVA­patiënt gebeuren en gestimuleerd worden, ook bijvoorbeeld door ANIOS die op zaal staan. Anders beklijft het niet. Dat betekent ook dat alle betrokken zorgverleners geschoold moeten worden in samen beslissen. Dan komt samen beslissen echt tot zijn recht. En iedereen regelmatig trainen is een uitdaging.”