4 minute read

Turntalent Fenne Degen

Next Article
VCA St. Agatha

VCA St. Agatha

Fenne Degen (13) uit Cuijk turnt op hoog niveau!

Advertisement

13 jaar en zilver winnen op het NK turnen

Al zo’n zeven jaar turnt de Cuijkse Fenne Degen (13) op hoog niveau. Eerder stond ze al op internationale toernooien in Zwitserland, België en Luxemburg. Afgelopen juni mocht ze voor het eerst op het Nederlands Kampioenschap staan. Als kers op de taart wist ze hier ook nog zilver te winnen op de balk.

Het NK vond plaats in Rotterdam Ahoy. “Het is heel groot daar,” vertelt Fenne. “Ik vond het spannend, maar het was heel leuk om daar te staan, ik kon er wel van genieten.” Fenne had niet verwacht dat ze zilver zou winnen of überhaupt in de nale zou komen. “Dit jaar hoefde je niet veel te doen om op het NK te komen. Normaal gesproken heb je kwali caties, maar door corona mocht iedereen die aan topsport doet meedoen. Ik was voor het toernooi ziek geweest, dus ik was een beetje onzeker of het wel ging lukken.”

“Het was ook de eerste keer op zo’n groot toernooi,” vult Fennes moeder Mijke aan. “Dan komt de onzeker heid toch wel naar boven. Fenne kon ook echt niet geloven dat ze in de nale zou komen, ze moést het eerst van haar trainer, Willemijn Niemeyer, horen.” Fenne: “Ja, veel mensen zeiden al dat ze dachten dat ik door was, maar ik wilde het eerst zeker weten voor ik voor niks blij zou worden. Toen appte de trainer inderdaad dat ik de volgende dag in de nale mocht turnen, dat was heel cool.”

“Toen moesten we nog snel een pakje regelen,” vertelt Mijke. “Je mag niet twee dagen achter elkaar hetzelfde pakje aan en we hadden er geen rekening mee gehouden dat ze in de nale zou staan.” “Oh ja,” lacht Fenne. “Toen kwam er iemand van Quatro, dat is een turnpakjesmerk, naar ons toe. Hij had gauw wat pakjes bij elkaar gepakt en ik mocht er daar een van aan. Dat was nog wel even spannend.”

Fenne vond het heel raar om te horen dat ze zilver had gewonnen. “Ik had brons verwacht. Het meisje voor mij had namelijk een veel strakkere oefening. Ook mijn

trainers hadden geen tweede plek verwacht, maar ik had blijkbaar toch een heel goede balkoefening geturnd.”

Veel trainen en reizen

Wie topsport doet, moet natuurlijk veel trainen. Fenne traint 8 keer per week, 28 uur in totaal. Op zondag is ze vrij. Dat betekent dat ze op dinsdag en donderdag ’s ochtends en ’s middags traint. Om dit te kunnen combineren met de middelbare school, zit ze op een LOOT-school. Daar wordt haar schoolrooster aangepast aan haar trainingen en krijgt ze begeleiding bij het plannen van haar sport en schoolwerk. De dichtstbijzijnde LOOT-school zit in Nijmegen. Fenne heeft echter voor een school in Utrecht gekozen, omdat ze die school en turnvereniging (Turn4U) leuker vond.

Fenne moet naast veel turnen dus ook veel reizen. Soms gaat ze met de trein, maar ze gaat ook vaak met de auto, aangezien haar moeder in Utrecht werkt. Soms rijdt ze met een meisje uit Boxmeer mee die op dezelfde school zit. Fenne: “Het is een uur en tien minuten reizen. In het begin moest ik daaraan wennen, maar nu vind ik het wel lekker. Ik kan in de auto uitrusten, nog even slapen of schoolwerk doen als ik bijvoorbeeld een toets heb.”

Op donderdag hebben Fenne en Mijke een logeeradresje in Utrecht. “Ik heb in een asielzoekerscentrum gewerkt,” vertelt Mijke. “De tante van een Syrische vrouw die ik daar leerde kennen woont op vijf minuten etsen van de turnzaal af. Ze heet Boushra en ze zorgt heel goed voor ons. Er wordt altijd goed gekookt, ’s avonds geeft ze ons nog lekkere dingen, er staat altijd een schoon bedje klaar en we kunnen er voor het slapen met een dekentje op de bank liggen. Ik werk op donderdag en vrijdag. Fenne moet op donderdag tot 18.30 trainen en vrijdagochtend moet ze weer om 8.20 op school zijn. Het is dus heel jn dat we hier terecht kunnen. We zijn haar erg dankbaar.”

Jong Oranje

Wat Fenne vervelend vindt aan topsport is dat je regelmatig een pijntje of blessure hebt, waardoor je niet voluit kunt trainen. Ook heeft ze op drukke dagen, wanneer ze twee keer moet trainen, niet altijd energie voor de middagtraining. “Maar als ik er eenmaal ben, vind ik het toch altijd wel lekker,” vertelt ze. Verder is het soms lastig dat haar vriendinnen allemaal in Utrecht wonen en niet aan topsport doen. Ze kan er daardoor niet altijd bij zijn als zij iets afspreken. “Gelukkig houden ze er rekening mee en begrijpen ze het. In het weekend mag ik bijvoorbeeld vaak blijven slapen en dan kunnen we wel leuke dingen doen.”

Ondanks de minder leuke dingen blijft turnen Fennes passie. Ze hoopt voor lopig alle wedstrijden mee te kunnen doen, want dat is door corona en blessures nog niet gelukt. In december doet ze mee aan een selectietraining voor Jong Oranje. Ze heeft er toen ze jonger was al ooit bij gezeten, maar door corona en de verhalen over misbruik in de turnwereld werd het programma een tijdje stilgelegd. “Het zou heel gaaf zijn als het nu weer lukt.”

Fenne denkt dat ze nog wel lang blijft turnen, maar niet tot haar dertigste. Ze wil in ieder geval nog een keer op een groot toernooi staan. “De Olympische Spelen is natuurlijk het grootste doel, maar het EK of WK zou ook al heel cool zijn.”

This article is from: