4 minute read

Het kasteel van Groesbeek

Next Article
Topic Sport

Topic Sport

3000 voor Chr.

Herinneringen aan een bijzonder verleden

Advertisement

Ja echt, in Groesbeek stond vroeger een klein kasteel, sterker nog het dorp is ontstáán rond deze burcht. De fundamenten ervan liggen nog intact onder een gezinsvervangend tehuis aan de Hoflaan/Kasteelhof, een herinnering aan een bijzonder verleden.

Koningshoeve

Zo rond het jaar 1000 werd de Koningshoeve gebouwd, op de plek waar in Groesbeek heel lang een Mavo stond. Die hoeve kun je je het beste voorstellen als een voor die tijd grote boerderij omgeven door houten palissades. Waldgraaf Sindicho kreeg in 1040 de Koningshoeve in leen van de Duitse koning Hendrik III. Sindicho was daarmee de eerste waldvorster(waldgraaf). De Koningshoeve was onder meer uit tufsteen opgetrokken, heel zeldzaam in deze omgeving.

Heren van Groesbeek

In de twaalfde eeuw mochten de waldgraven zich ‘Heren van Groesbeek’ noemen. Denk nou niet meteen aan die stoere ridders die met lans en zwaard uitblinken in heroische gevechten op het witte doek en die tegelijkertijd de harten van mooie vrouwen veroveren. Nee joh, allemaal misplaatste romantiek. De Heren van Groesbeek waren weliswaar ridder, maar ook agrarisch beheerder, jachtopzichter en bosbeheerder. En bos, dat was in die tijd rijkelijk voorhanden in deze regio. Grote bos- en heidegebieden strekten zich uit van Nijmegen tot aan de Rijn. Je kon er dagen dwalen zonder iemand tegen te komen, toen nog wel. Geen wielrenners, geen toeristen, maar wel struikrovers en wilde dieren die de boel onveilig maakten. De heren van Groesbeek spraken overigens ook recht en inden belasting in het dunbevolkte gebied. Ze bezaten ook het molenrecht, het jachtrecht en het tolrecht. Ze leefden eigenlijk een rustig leven met uitzondering van ridder Zeger van Groesbeek. Hij vocht met de Oranjes mee tegen de Spanjaarden in de Tachtigjarige Oorlog.

Donjon

Rond 1265 lieten de Heren van Groesbeek vlakbij de Koningshoeve een versterkte woontoren van hout bouwen. Deze stond op een kunstmatige eilandje midden in het drassige stroomgebied van de Groes-beek. Die toren had een omvang van ongeveer zes bij zes meter, de hoogte is onbekend. La-

ter, in 1301, werd er een toren van steen opgetrokken, een donjon. De woontoren werd omgeven door een ringmuur en een gracht, wel zo veilig en het gaf bovendien prestige!

Verhuisd

In de Middeleeuwen was er voortdurend strijd tussen de hertogen van Gelre en Kleve. Uiteindelijk kwam het Rijkswald rond 1400 in handen van de Hertog van Gelre. Daarmee verloren de Heren van Groesbeek hun functie en titel en ze verkasten naar het kasteel van Heumen.

Groter kasteel

In 1527 kreeg Groesbeek de status van Hoge Heerlijkheid, kwam het in bezit van de Duitse keizer en keerden de Heren van Groesbeek terug op het oude nest. Nou ja, niet helemaal, want ze lieten op de plek van de voormalige Koningshoeve een nieuw en groter kasteel bouwen, van steen, met twee torens en een dubbele gracht er omheen met water uit de Groes-beek. In de buurt van het kasteel lagen grote visvijvers, dat is nu ’t Groeske. De heren van Groesbeek waren welvarend en heersten over het gebied. Ze bezaten ook pachtboerderijen. Het waren zeer orthodoxe en gelovige Katholieken; één van de Heren van Groesbeek was zelfs Bisschop van Luik.

Verval

In de tweede helft van de zeventiende eeuw vertrokken de Heren van Groesbeek naar Luik. In de stad Namen (Namur) vind je nog gegevens over hen in een museum, bijzonder. En het kasteel, wat gebeurde daarmee? Het raakte in verval, werd een soort steengroeve voor bebouwing in de omgeving.

Renthuis

In 1768 werd op de plek waar eens het stoere kasteel stond een eenvoudig renthuis gebouwd. De rentmeester van de provincie Gelderland nam daar zijn intrek. Hij beheerde de bezittingen van de voormalige Heerlijkheid Groesbeek. Later woonde er nog een medewerkster van de Groesbeekse Tehuizen. In 1990 werd het renthuis gesloopt om plaats te maken voor een gezinsvervangend tehuis. Na de sloop van het renthuis begonnen Jan Kuypers en later ook de Heemkundekring Groesbeek hier een archeologisch onderzoek. De fundamenten van het kasteel liggen nog onder het gezinsvervangend tehuis, als bewijs van een verrassend Groesbeeks verleden.

Middeleeuwen

Ik neem je nog even mee terug in de tijd, naar de Middeleeuwen. Hoe zag Groesbeek er toen uit? Groesbeek heette toen overigens Gronspech. Er stond dus een kasteel met wat boerderijen. Het was een dunbevolkt gebied, waar ook veel bannelingen leefden en er stond een kerk. Die kerk heette aanvankelijk de ‘Cosmas en Damianus’ kerk, want het was een gebouw voor de Katholieke eredienst. Aanvankelijk betrof het een houten schuurkerk, gebouwd rond 1040. In de vijftiende eeuw verrees de stenen kerk die we nu kennen als de Protestantse kerk. Protestants, maar het was toch een Katholieke kerk? Ja, wás, want rond 1600 namen de Protestanten het gebouw over. De Katholieken verkasten naar Wyler en naar Mook. In 1830 verrees er een Katholieke kerk in Groesbeek, op de plek waar nu restaurant ‘Pandje 4’ zich bevindt. Die kerk is verdwenen in de loop der tijd. Daarom ligt het kerkhof niet achter de huidige Cosmas en Damianuskerk (1922), zoals gebruikelijk is, maar achter de plek waar vroeger een kerk stond.

Rijk verleden

Ik heb dat gevoel weer, na het schrijven van dit verhaal: dat ik terug wil reizen in de geschiedenis, gewoon even kijken hoe het toen in Groesbeek was. Hoe ánders vooral, ik denk dat in mijn ogen had uitgekeken, verrast door het rijke verleden van een mooi dorp.

(N.B. bekijk ook eens het informatiepaneel over de donjon en het kasteel achter het woonerf Kasteelhof en bewonder de reconstructie van een poort, waarin origineel bouwmateriaal van het kasteel is verwerkt!)

Dit verhaal kwam tot stand na een interview met Bram den Boer van de Heemkundekring Groesbeek.

This article is from: