De Roede van Tielt Jaargang 1987

Page 154

met eigen middelen de herberg op de grond van zijn schoonouders gebouwd. Van die grond was hij na de dood van Adriaen ook gedeeltelijk erfgenaam. Om de bouw financieel aan te kunnen, ging hij bij een zekere Laureins Maes een lening van zestien ponden groten Vlaams aan. Daar­ door was hij verplicht zijn nieuwe huis te hypothekeren en jaarlijks één pond groten Vlaams intrest te betalen. Guilliaeme maakte een moeilijke tijd door. Zijn schulden stapelden zich op en in 1665 werden zijn herberg, zijn dieren en zijn roerende goederen voorlopig in beslag genomen tot hij zijn bierleveringen kon betalen (7). Het jaar daarop waren zijn reke­ ningen nog niet vereffend want Laureins Maes liet zijn clachte vernieuwen. Toch liet Guilliaeme de moed niet zakken. Een jaar later kocht hij een behuisd stuk grond achter zijn herberg dat doorliep tot aan de Hoogstraat (8). Het daaropvolgende jaar zat hij opnieuw tot over de oren in de schulden en Laureins Maes zag zich voor de derde maal genoodzaakt een verzoek tot clachte in te dienen. Nu gold de inbeslagneming niet voor de herberg zelf doch voor alsulcke vruchten ende hoye als is geschuert ende staende ten hove van den greffier competerende Guilliaeme de Beis oock op de coybeesten de houtmyten brandewijnhalam midtsgaeders alle huyscatheylen geene gesondert den selven Beis competerende ... (9). Door de vermelding van dit brandewijnhalam weten we dat Guillaeme zelf zijn brandewijn stookte. Gebeurde dit in zijn nieuw aangekochte gebouw ? Dit gebouw heeft alleszins in de loop der jaren de functie van brouwerij gekregen. In 1687 sprak men in de staat van goederen van Rogier de Beis voor de eerste maal over de brouwerij (10). Het bier dat er gebrouwen werd, was enkel voor eigen gebruik en niet voor uitvoer bestemd. Zo verkocht men in "Den Beer” zowel bier als brandewijn van eigen fabri­ kaat. Uiteindelijk gaf Guilliaeme er de brui aan. In 1676 verkocht hij zijn herberg, en nog eens drie jaar later het daarachter liggende gebouw, aan zijn broer Rogier. Samen met zijn vrouw en kinderen verhuisde hij naar Marialoop. Daar hield hij de herberg “het Cleene Cappelhuis” open (11). Maar korte tijd later - in 1679 - is Guilliaeme gestorven. Zijn vrouw baatte verder de herberg uit en hertrouwde in 1684 met Jan Verstraete. Wc besluiten uit de geringe begrafeniskosten van Guilliaeme (2 ponden, 8 schellingen parisis) dat hij tot de armere bevolkingsklasse behoorde. Guil­ liaeme is in zijn leven een sukkelaar gebleven. Zijn broer Rogier heeft het beter getroffen. Dankzij zijn huwelijk met de rijke Jacoba Beginne is hij hoger op de maatschappelijke ladder kunnen klimmen. In 1682 kocht hij zich het poorterschap van Kortrijk (12). Als leenman van Ter Borcht mag hij zeker tot de topklasse van de Meulebeekse bevolking gerekend worden. Bovendien was hij verscheidene jaren ontvanger van de belastingen (13). De troebelen met de Franse troepen waren nog niet voorbij. In 1676 verloor Rogier door toedoen van de legertroepen een levering hooi op de Leie te Wielsbeke (14) en in 1683 moest hij met zijn gezin vluchten 40


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.