Programmeren Step 7 Deel 1b

Page 1

SIMATIC S7 systeemcursus 1B

Uitgave 11 Gebaseerd voor STEP 7 V5.4

This document was produced for training purposes. Siemens assumes no responsibility for its contents. The reproduction, transmission or use of this document or its contents is not permitted without express written authority. Offenders will be liable for damages. All rights, including rights created by patent grant or registration of a utility model or design, are reserved.

Š Siemens AG 2010


Stationsconfiguratie

1

Profibus DP

2

Profinet IO

3

Verwerking van getallen

4

Systeembeheer

5

Parametreerbare bouwstenen

6

Analoge in- en uitgangen

7

Trainingsmodel en signaaloplegging

8

Cursusbeschrijvingen

9 10


Informatie

VIP Dealers pre-sales Mall Siemens Training

informatie? www4.ad.siemens.de Technical Product Suport (TPS) after-sales

Siemens Industrial Services Siemens Training

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2001. All rights reserved.

VIP

Indien u meer informatie wilt betreffende SIMATIC producten, kunt u contact opnemen met het Verkoop Industriele Producten via: Tel: 070 333 3515 E-mail: vip.nl@siemens.com

Siemens Partner (dealer) Uw aanspreekpartner bij of namens Siemens kan u voorzien van aanvullende of specifieke informatie. A&D Mall

In deze Automation and Drives "winkel" van SIMATIC systemen en componenten kunt u interactief productinformatie opzoeken via de link: mall.ad.siemens.com

Siemens Training

Om inzicht te krijgen wat een product kan, of om meer dieptekennis te krijgen van een product kunt u kiezen uit een breed scala aan trainingen. Voor cursusoverzichten, cursusdata of overige vragen over training, neem contact op met: Tel: 070-333 3900 Internet: www.siemens.nl/training

www4.ad.siemens.de Op deze internetsite kunt u de volgende informatie vinden: - Electronische handboeken (pdf) - Newsletter (E-mail services voor bepaalde productgroepen) - FAQ (Frequently Asked Questions) - Downloads (minor product changes) TPS

Bij technische vragen of problemen kunt u contact opnemen met de Technical Product Support van uw leverancier.

Siemens Industrial Services Siemens Industrial Services verleent hoogwaardige diensten op het gebied van field service, onderhoud, onderhoudsmanagement, inbedrijfstelling en levering van onderdelen aan complexe productie-installaties voor de Nederlandse industrie. Tel: 070-333 3051 Internet: www.siemens.nl/industrialservices Siemens Training

pagina 1

Informatiepagina


Stationsconfiguratie

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Inhoud Oefening: Project inrichten met de beginstand …………………………………………………....…….

2

Parametreren van de modules

……………………………………………………………………...…….

4

……………………………………………………………………………………...…….

5

CPU Properties

CPU Properties: General

…………………………………………………………………………….……

6

CPU Properties: Startup

……………………………………………………………………………...…..

7

CPU Properties: Cycle / Clock Memory

……………………………………………………………..…..

Oefening: Knippersignalering bij bandaansturing

………………………………………………...……

9

………………………………………………………………….…..

10

………………………………………………………………………….……

11

CPU Properties: Retentive Memory CPU Properties: Interrupts

CPU Properties: Time-Of-Day Interrupts CPU Properties: Cyclic Interrupt

…………………………………………………………..……

12

…………………………………………………………………...…….

13

CPU Properties: Diagnostics / Clock CPU Properties: Protection

8

……………………………………………………………….……

14

………………………………………………………………………...…….

15

Properties bij signaalmodules (SM)

………………………………………………………………..……

16

Datum en tijd van de PLC instellen

………………………………………………………………...……

17

Oefening: Lunchpauze signalering

………………………………………………………………...…….

18

Siemens Training Uitgave 11

pagina 1

S7SYS1B Stationsconfiguratie


Oefening

Project inrichten met de beginstand (1/2)

1

Uitgangspunt voor deze cursus is het bestaande project ‘S7SYS1B’ dat opgebouwd is uit: - een Profibus-netwerk - een losse S7 Program map De S7 Program map bevat een Sources folder (leeg), een Blocks folder offline (met daarin OB1 en 4 FC’s) en een Symbol table.

2

Wis het geheugen van uw PLC.

3

Maak een Upload van de systeemconfiguratie van de PLC. Doe dit door in het projectvenster de projectmap te selecteren en uit het PLC-menu de optie Upload Station te activeren. Selecteer in het dialoogvenster ‘Select Station Address’ het juiste Slot van de CPU.

4

Verplaats de S7 Program map met de naam "begin S7SYS1B" naar de CPU die door de Upload is ontstaan. Er verschijnt een dialoogvenster met vragen om de bestaande S7 Program map te vervangen. Bevestig met Yes.

5

Indien je nog een losse S7 Program map hebt, dan kan deze nu verwijderd worden.

6

Open nu de stationsconfiguratie en zorg voor de volgende adressen van de I/O modulen: S7-300 16 kanaals S7-300 32 kanaals S7-400 slot I addr Q addr slot I addr Q addr slot I addr Q addr 4 0…1 4 0…3 8 0...3 5 2…3 5 4…7 9 8...11 6 4…5 6 8 8 10 4...7 7 6…7 7 512…515 11 8...11 8 8 12 512…527 9 8 10 512…527 512…519

7

Selecteer in het rack MPIDP. Selecteer vervolgens Object Properties. Kies voor Type: PROFIBUS. In het dialoogvenster “Properties - PROFIBUS Interface MPI/DP (R0/S2.1)” klik je op New vervolgens op OK en daarna nogmaals 2x op OK.

8

Voer Save and Compile uit en Download de stationsconfiguratie naar de PLC.

9

Download ook de OB en FC’s naar de PLC en test de werking van het programma. De tweede pagina van deze oefening bevat een globale beschrijving van het programma van deze beginstand.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 2

S7SYS1B Stationsconfiguratie


Oefening

Project inrichten met de beginstand (2/2) Het programma van de beginstand voor deze cursus bevat het oorspronkelijke resultaat van de oefeningen van de cursus S7SYS1A. Het hoofdstuk ‘Trainingsmodel en signaaloplegging’ geeft informatie over de opbouw van het trainingsmodel en de oplegging van de signalen op de in- en uitgangsmodulen. In het kort werkt het programma waar u nu op voort gaat bouwen als volgt:

1

Nadat u de PLC in RUN heeft gebracht, zal de flessenvulinstallatie uit bedrijf zijn. LED H102 op het trainingsmodel brandt.

2

Met S101 en S102 kan worden in- en uitgeschakeld.

3

Bij ingeschakeld bedrijf kan met S103 en S104 voor hand bedrijf en auto bedrijf gekozen worden.

4

Bij hand bedrijf is de band met S105 en S106 rechtsom en linksom te sturen.

5

Bij auto bedrijf loopt de band rechtsom. Bij de middelste sensor stopt de band even voor het vullen van flessen.

6

Bij de linker resp. rechter sensor worden de lege resp. volle flessen geteld. Het aantal volle flessen wordt weergegeven op de 7 segments display.

Voor details kunt u natuurlijk de programmabouwstenen bekijken.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 3

S7SYS1B Stationsconfiguratie


Parametreren van de modules

Parametreren

Instellen van de eigenschappen van parametreerbare modules, zoals: - aanloopgedrag; - remanentie geheugenbereiken; - interfaces; - interrupts.

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Stationsconfiguratie Parametreerbare modules hebben, vanaf de fabriek, vooraf ingestelde parameters. Deze parameters bepalen het gedrag van de PLC. Is dat OK, dan is een stationsconfiguratie niet nodig. Parametreren

Parametreren van de modules is noodzakelijk indien het gedrag van de PLC anders moet zijn, bijvoorbeeld: - afwijkend aanloopgedrag van de PLC; - u wilt communicatie via MPI en/of Profibus; - bewaking maximale cyclustijd moet korter of langer zijn; - adressen van signaalmodules moeten gewijzigd worden. In plaats van bruginstellingen op de modules, gebeuren alle instellingen via de software.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 4

S7SYS1B Stationsconfiguratie


CPU Properties

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

CPU Properties

Het bepalen van de eigenschappen van de CPU gebeurt bij de CPU Properties. Dit dialoogvenster bevat 9 tabs waarin de diverse CPU-eigenschappen ingesteld kunnen worden.

Let op!

Het kan zijn dat parametreringen bij type X wel maar bij type Y niet mogelijk zijn. Daarom is het aantal tabs en de layout van de individuele tabs afhankelijk van de gekozen CPU. Gebruik bij het instellen van de CPU Properties de Help-functie (F1) ten behoeve van het vaststellen van de betekenis van de diverse in-/uitgavevelden.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 5

S7SYS1B Stationsconfiguratie


CPU Properties: General

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

General

De tab General geeft informatie over de module. Indien het een programmeerbare module betreft (CPU, FM) dan wordt ook het MPI-adres weergegeven.

MPI-Properties

Indien de PLC via een MPI-netwerk met andere systemen gekoppeld moet worden, dan moeten de MPI-Properties ingesteld worden.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 6

S7SYS1B Stationsconfiguratie


CPU Properties: Startup

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Startup

Siemens Training Uitgave 11

Het aanloopgedrag van de PLC wordt bepaald door instellingen bij de tab Startup.

pagina 7

S7SYS1B Stationsconfiguratie


CPU Properties: Cycle / Clock Memory

Clock memory bit Frequency (Hz) Period (s)

7

6

0.5 0.62 2

1.6

5

4

3

2

1

0

1

1.25

2

2.5

5

10

1

0.8

0.5

0.4

0.2

0.1

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Cycle

Indien de bewerking van het S7-programma langer duurt dan de ingestelde Scan cycle monitoring time, valt de PLC op STOP. De Scan cycle monitoring time kan onder Cycle gewijzigd worden. De mate waarin de CPU belast kan worden voor communicatietaken is ingesteld bij Cycle load from communication.

Clock memory

Siemens Training Uitgave 11

Als u een knipperfrequentie nodig hebt, activeert u het veld Clock memory en specifieert u welke Memory byte er hiervoor moet worden gebruikt. Er zijn dan acht verschillende knipperfrequenties, van 0,5 Hz tot 10 Hz beschikbaar.

pagina 8

S7SYS1B Stationsconfiguratie


Oefening

Knippersignalering bij bandaansturing

1

Maak een nieuwe FC13 “signaleringen”, waarin de signaleringen H1, H2 en H3 aangestuurd worden tijdens het aansturen van de transportband.

2

Stel bij de CPU properties MB255 in als Clock Memory byte.

3

Voer Save and Compile en Download uit om de gewijzigde configuratie naar de PLC te brengen.

4

Kun je in de Reference Data informatie over het Clock Memory byte terugvinden? …

5

Voeg onderstaande operanden toe aan de Symbol Table. Symbol Address Data Type Comment Signaleringen FC13 FC13 signaleringen tijdens bedrijf M_1Hz M255.5 BOOL 1Hz Clock memory bit M_2Hz M255.3 BOOL 2Hz Clock memory bit

6

Programmeer onderstaande FC13 met daarin de knippersignaleringen.

7

FC13 wordt opgeroepen vanuit OB1, na de bandsturing.

8

Save, Download en test de werking.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 9

S7SYS1B Stationsconfiguratie


CPU Properties: Retentive Memory

Alleen relevant voor de S7-300 indien de CPU geen back up batterij heeft

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Retentive Memory

De tab Retentive Memory dient voor het specificeren van de geheugenbereiken die informatie moeten onthouden bij overgang van STOP naar RUN en na een spanningsuitval. Zelfs indien gĂŠĂŠn back up batterij aanwezig blijven de hier gespecificeerde bereiken hun informatie onthouden.

Let op!

Voor gebruik zonder batterij moet het gebruikersprogramma op een geheugenmodule (EPROM Memory Card) opgeslagen zijn.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 10

S7SYS1B Stationsconfiguratie


CPU Properties: Interrupts

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Interrupts

De bewerkingsvolgorde van de verschillende Interrupt-OB’s wordt bepaald door de bijbehorende prioriteit. Bij gelijktijdig optredende Interrupts wordt eerst het Interruptprogramma met de hogere prioriteit bewerkt. Een Interruptprogramma met een hogere prioriteit kan een programma met een lagere prioriteit ook onderbreken. Bij de S7-400 kunnen prioriteiten eventueel gewijzigd worden.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 11

S7SYS1B Stationsconfiguratie


CPU Properties: Time-Of-Day Interrupts

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Time-Of-Day Interupt Indien een programmadeel op een bepaalde datum of met een bepaald interval uitgevoerd moet worden, dan wordt daarvoor een Time-Of-Day Interrupt gebruikt. Indien in deze tab een Time-Of-Day Interrupt geactiveerd wordt, dan moet de corresponderende OB in het S7-programma gebruikt worden.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 12

S7SYS1B Stationsconfiguratie


CPU Properties: Cyclic Interrupt

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Cyclic Interrupt

Met de Cyclic Interrupt kan een programmadeel in vaste tijdsintervallen bewerkt worden. Hierdoor kunnen er bijvoorbeeld regelopgaven gerealiseerd worden, die in vaste tijdsintervallen (Execution) bewerkt moeten worden. Bij de S7-300 bestaat er de bouwsteen OB35, die standaard elke 100 ms bewerkt wordt. De tijdbasis (Execution) kan ingesteld worden in het bereik van 1 tot 60000 ms. Bij de S7-400 zijn er negen verschillende Cyclic Interrupts met verschillende tijdsintervallen. Om niet alle Cyclic Interrupts op hetzelfde moment te laten starten, kunt u met Phase offset bereiken dat de Cyclic Interrupts fase verschoven worden gestart.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 13

S7SYS1B Stationsconfiguratie


CPU Properties: Diagnostics / Clock

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

System Diagnostics

De System Diagnostics herkent alle fouten in de PLC. Als er een fout optreedt, wordt deze met een Date- en Time-indicatie in het Diagnostic Buffer ingegeven.

Clock

Als u verschillende modules met een Clock in ĂŠĂŠn PLC en/of op een MPI-netwerk gebruikt, kunt u bepalen welke module Master en welke modules Slaves zijn. De Master synchroniseert de andere klokken in overeenstemming met het ingestelde Time interval.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 14

S7SYS1B Stationsconfiguratie


CPU Properties: Protection

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Protection Level

De CPU kan middels 3 Protection Levels beveiligd worden tegen ongewenste toegang.

Process Operation

In Process Operation worden testfuncties als Debug Monitor of Monitor/Modify Variables beperkt uitgevoerd zodat de ingestelde Permitted scan cycle time increase niet overschreden wordt. Testen met breakpoints is niet mogelijk

. Test operation

In Test operation kunnen alle testfuncties zonder beperkingen worden gebruikt. Dit kan echter wel leiden tot een aanzienlijke verlenging van de scan cycle time. Het is belangrijk dat u voorafgaand aan het gebruik van de Test operation bepaalt of de CPU of uw applicatie de verlenging van scan cycle time aan kan.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 15

S7SYS1B Stationsconfiguratie


Properties bij signaalmodules (SM)

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

SM parametreren

Siemens Training Uitgave 11

Ook de eigenschappen van signaalmodules kunnen geparametreerd worden. Veel voorkomende parametreringen zijn: - wijziging van de I/O-adressen; - vrijgave van interrupts; - instellen van meetbereiken (analoge modulen).

pagina 16

S7SYS1B Stationsconfiguratie


Datum en tijd van de PLC instellen

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Real time klok

De meeste CPU’s hebben een real time klok. Deze klok kan gebruikt worden door: - de programmeersoftware (bijvoorbeeld Set Date and Time); - het besturingssyteem van de PLC (bijvoorbeeld Date- en Time-indicaties bij fouten in Diagnostic Buffer en ten behoeve van activeren van Time-OfDay Interrupt); - door het gebruikersprogramma (speciale SFC’s voor het instellen, uitlezen en/of stoppen van de real time klok).

Klok instellen

Via het dialoogvenster Set Date and Time kunt u de klok uitlezen en instellen.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 17

S7SYS1B Stationsconfiguratie


Oefening

Lunchpauze signalering Iedere dag om 12:00 uur moet de claxon H6 gedurende 5 seconden aangestuurd worden. Dit dient het attenderen van de medewerkers, dat het tijd is om te gaan lunchen.

1

Stel middels Set Time of day... vast, of de datum en de tijd van de PLC correct is ingesteld. Zo niet, wijzig dan de instelling.

2

Pas dáárna de CPU Properties aan, zodat OB10 vanaf nu iedere dag om 12:00 geactiveerd wordt.

3

Voeg in FC13 een nieuw netwerk toe met daarin de tijdfunctie die de claxon aanstuurt. Neem de ontbrekende symbolen op in de Symbol Table: Symbol Address Data Type Comment M_Lunch M20.7 BOOL memory tbv Time of Day Interrupt (OB10) T_Claxon T3 TIMER timer lunchpauze signalering

4

Programmeer OB10 met daarin M_Lunch ten behoeve van het starten van de claxon timer.

5

Save en Download vervolgens FC13 en OB10 en test de werking. U hoeft niet te wachten tot 12:00. Gebruikt u in FC13 in de monitor mode de optie ‘M20.7 Modify to 1’.

6

Stel m.b.v. Reference Data vast hoe vaak M_Lunch zowel lezend als schrijvend wordt gebruikt.

7

Stel bij Program Structure vast dat er een OB is bijgekomen.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 18

S7SYS1B Stationsconfiguratie


Profibus DP

PROCESS FIELD BUS

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Inhoud Toepassingsgebied Basiskarakteristieken

………………………………………………………………………………….…….

2

………………………………………………………………………………..…….

3

Hardware-componenten

…………………………………………………………………………….…….

SIMATIC S7 en Profibus DP

……………………………………………………………………….……..

Adresseerprincipe van Profibus DP

4 5

………………………………………………………………..…….

6

……………………………………………………………...…….

7

ET 200 module toevoegen in stationsconfiguratie ………………………………………………….……

8

Betekenis van Profibus-specifieke LED’s …………………………………………………………...……

9

Configureren van DP Master System

Oefening: Clock Memory bits naar ET200-module

Siemens Training Uitgave 11

………………………………………………..……

pagina 1

10

S7SYS1B Profibus DP


Toepassingsgebied

SIMATIC PLC

SIEMENS

SF RUN STOP

I0.0 I0.1 I0.2 I0.3 I0.4 I0.5

Q0.0 Q0.1 Q0.2 Q0.3 Q0.4

CP U 212

Q0.5

I0.6 I0.7

SIMATIC S7-200

PROFIBUS-DP

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

I/O-uitbreiding

Meestal beschikt een PLC over I/O-modules in het centrale rack waarop de contacten, sensoren en stelorganen worden aangesloten. Steeds vaker ziet men daarnaast een I/O-uitbreiding via Profibus DP.

Veldbus

Profibus DP is een leverancieronafhankelijke veldbus conform de norm EN 50170. Via deze veldbus kunnen gestandaardiseerde veldbuscomponenten, ook wel remote I/O of decentrale periferie genoemd, met een centrale besturing gekoppeld worden. De in de installatie gebruikte contacten, sensoren en stelorganen worden dan aan de decentraal geplaatste veldbuscomponenten gekoppeld. Op deze wijze kan men enorm besparen op bekabeling, daarnaast kan men de de veldbuscomponenten flexibel inzetten (aan-/loskoppelen, uitbreiden).

Siemens Training Uitgave 11

pagina 2

S7SYS1B Profibus DP


Basiskarakteristieken

• Maximum aantal aan te sluiten Profibusstations: - 127

• Maximale buslengte: - 1000 meter in het geval van een elektrisch netwerk - tientallen kilometers in het geval van een optisch netwerk

• Overdrachtsnelheid: - instelbaar tussen 9.6 Kbit/s en 12 Mbit/s

• Busbesturingsmechanisme: - token passing - master / slave

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Afspraken

Omdat Profibus DP een leverancieronafhankelijke veldbus is zijn er afspraken gemaakt (EN 50170) betreffende de techniek en eigenschappen van Profibus. Deze afspraken komen tot uitdrukking in de karakterestieken van Profibus, waarvan er hierboven enkele zijn afgebeeld.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 3

S7SYS1B Profibus DP


Hardware-componenten masterinterfaces

buskoppelelementen

kabel

slaves

SIMATIC S7

slaves Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Hardware-componenten Profibus DP wordt gevormd door een samenstelling van hardware-componenten. Daarvoor bestaat inmiddels een heel uitgebreid assortiment. Enkele componenten staan hierboven afgebeeld, zoals: - Profibus kabel: 2-aderige afgeschermde kabel en/of glasvezelkabel; - buskoppelelementen: bus terminals, bus connectoren, repeaters, OLM’s (Optical Link Modules), etcetera; - masterinterfaces: CPU’s met DP-interface, communicatieprocessoren; - slaves: ET200 (modulair en compact), regelbare aandrijvingen, frequentieomvormers, operator interfaces, kleppen, intelligente slaves (CPU’s/CP’s).

Siemens Training Uitgave 11

pagina 4

S7SYS1B Profibus DP


SIMATIC S7 en Profibus DP

PS S7-300

DP-MASTER

DP-MASTER

DP-MASTER S7

PS

S7

S7-300 S7-300 CPU 314

CPU 3152 DP

S7

PS S7 10A 400

CP 3425 DP

DP-MASTER S7

CPU 4142 DP

S7

PS 10A

S7 400

S7

CPU 4141

CP 4435 DP

S7

óf

óf

óf

óf

PROFIBUS-DP DIN 19245 Part III

PS

SIEMENS

IM (maximum 8 eenheden)

ET200M DP-slave

IM 153-1 S7-300

S7-300

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Master en slave

Een Profibus DP configuratie bestaat in de regel uit één Master en meerdere Slaves. De PLC vervult de rol van Master, de decentrale periferie de rol van Slave. Alleen de Master heeft bustoegangsrechten, de slaves worden door de master cyclisch afgevraagd(I)/aangestuurd(O).

CPU, CP

De S7-300 of S7-400 wordt aan Profibus aangesloten via communicatieprocessoren of via CPU’s met geïntegreerde Profibus-interface.

Profibus-interface

Met de CPU’s met een geïntegreerde Profibus-interface kan er snel en gemakkelijk een gedecentraliseerde PLC-configuratie opgebouwd worden. Vanuit het gezichtspunt van de gebruiker wordt de gedecentraliseerde periferie behandeld als een centrale periferie, d.w.z. dezelfde configuratie, adressering en programmering.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 5

S7SYS1B Profibus DP


Adresseerprincipe van Profibus DP

Master: 2 SIMATIC PLC

QB0

QB2

IB0

QB4

QB1

QB3

IB1

QB5

PROFIBUS-DP

Slave: 5

Slave: 3

Slave: 15

FM

Slave: 6

FM

SV

SV

IB2

IB4 QB6

IB3

IB5 QB7

QB10

QB11

IB6 QB8

PIB256 … PIB267

IB7 QB9

PQB256 … PQB267

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Adressen op de Profibus Alle stations die op de Profibus worden aangesloten moeten een uniek adres hebben. Op de master wordt dit adres in de software bepaald, bij de slaves gebeurt dit in de regel door middel van een hardware-instelling op de slave zelf. Toewijzing I/O-adressen Ten behoeve van de communicatie tussen master en slave krijgen de slaves ieder een deel van het I/O-geheugenbereik van de master toegewezen. Het aantal Inputbytes en/of Output-bytes is afhankelijk van het type slave. Tijdens het vervaardigen van de stationsconfiguratie worden de I/O-adressen automatisch toegewezen, ze kunnen echter wel aangepast worden. Ieder Input-adres en ieder Output-adres kan maar één keer voorkomen.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 6

S7SYS1B Profibus DP


Configureren van DP Master System

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Stationsconfiguratie Indien remote I/O gekoppeld moet worden aan de DP Master interface, dan moet de stationsconfiguratie aangepast worden. DP Master System

Als eerste moet de DP Master voorzien worden van een DP Master System. Via dialoogvensters worden daarvoor achtereenvolgens ingesteld: - adres van de DP Master; - nieuw Profibus Subnet, daarbij gebruikmakend van de default-instellingen; - koppeling van de DP Master met het Profibus Subnet. Daarna is het Profibus DP Master System beschikbaar en kan voorzien worden van remote I/O.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 7

S7SYS1B Profibus DP


ET 200 module toevoegen in stationsconfiguratie

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Hardware Catalog

De Hardware Catalog moet geopend worden ten behoeve van het selecteren van een of meerdere Profibus slave(s).

Type

Nadat het gewenste type gevonden is kan het naar het DP Master System gesleept worden (dubbele klik op het geselecteerde type kan ook).

Profibus-adres

Vervolgens wordt via een dialoogvenster het Profibus-adres van de slave ingesteld. Na bevestiging van dit dialoogvenster wordt de slave toegevoegd aan het DP Master System.

I/O-adressen

In het detailvenster (onderste helft) van de stationsconfiguratie ziet u de aan de slave toegekende I/O-adressen. Deze automatisch toegekende adressen kunnen eventueel aangepast worden.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 8

S7SYS1B Profibus DP


Betekenis van Profibus-specifieke LED’s

LED indicaties voor DP LED "INTF" LED "EXTF" LED "BUSF"

LED “SF" LED “BF"

ET 200M

LED “ON"

CPU met DP interface

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Ten behoeve van eerste-lijns-storingdiagnose hebben de modules een aantal Profibus-specifieke LED’s. Op de CPU

Op de CPU met DP interface van een S7-400 zijn de LED’s aan de rechterzijde specifiek voor Profibus, ze hebben de volgende betekenis:

LED “INTF”

Interne fout op de Profibus DP interface.

LED “EXTF”

Externe fout op de Profibus DP interface, bijvoorbeeld Profibus is nog niet geconfigureerd.

LED “BUSF”

Indien deze LED knippert dan reageert/reageren één of meerdere slaves niet. Bij continu oplichtten van deze LED is er een fout op de Profibus gedetecteerd, bijvoorbeeld kortsluiting.

Op de ET 200M

Op de ET 200M zitten een 3-tal Profibus-specifieke LED’s:

LED “SF”

De geprogrammeerde configuratie van de ET 200M komt niet overeen met de werkelijk geplaatste module.

LED “BF”

Deze LED knippert indien de module foutief of nog niet geparametreerd is. Bij continu oplichtten is de Baud rate of het DP-adres foutief.

LED “ON”

Siemens Training Uitgave 11

De geprogrammeerde configuratie en de werkelijke configuratie komen overeen, er worden gegevens uitgewisseld tussen de DP-master en de ET 200M.

pagina 9

S7SYS1B Profibus DP


Oefening

Clock Memory bits naar ET200-module

1

Bij de testopstelling is een ET200-module aanwezig. Stel daarvan het ingestelde adres vast. Het ingestelde adres is . . . . . .

2

Verbindt vervolgens met de bijgevoegde paarse Profibuskabel de ET200-module met de DP-interface van de CPU.

3

Configureer het DP Master System van de CPU, gebruikmakend van de defaultinstellingen.

4

Open de Hardware Catalog en selecteer de benodigde ET200-module. Koppel deze vervolgens aan het DP Master System, stel daarbij het adres in zoals dat bij punt 1 vastgesteld is.

5

De ET200-module is nu gekoppeld. Welke uitgangsadressen zijn aan de module toegekend? . . . . . .

6

Voer Save and Compile en Download uit om de gewijzigde configuratie naar de PLC te brengen.

7

Programmeer FC14 “ET200-module”, waarin de bits 0, 2, 4 en 6 van het Clock Memory byte de uitgangsbits 0, 2, 4 en 6 op de ET200-module aansturen. Een aantal LEDs gaan dan knipperen.

8

FC14 wordt vanuit OB1 opgeroepen, volgend op de oproep van FC12.

9

Save, Download vervolgens FC14 en OB1 en test de werking.

10

In Reference Data, ga naar Addresses without Symbol. Geef uitgangen van de ET200 m.b.v. Edit Symbols een symbolische naam (b.v. ‘H_10Hz’).

Siemens Training Uitgave 11

pagina 10

S7SYS1B Profibus DP


Profinet IO

PROFINET SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Inhoud Toepassingsgebied Basiskarakteristieken

………………………………………………………………………………….…….

2

………………………………………………………………………………..…….

3

Hardware-componenten SIMATIC S7 en Profinet IO

…………………………………………………………………………….…….

4

……………………………………………………………………….……..

5

Adresseerprincipe van Profinet IO

………………………………………………………………..…….

6

PG / PCInterface instellen op Ethernet …………………………………………………………………….

7

Eigenschappen van de CPU – Profinet IO – Device name ………………………………………………

8

Eigenschappen van de CPU – IP adres en Subnet mask ……………………………………………….

9

Eigenschappen van de CPU – New Subnet Industrial Ethernet …………………………………………

10

Opslaan en laden van de eigenschappen in de CPU …………………………………………………….

11

PG/PC Interface omzetten van Profibus naar Ethernet TCP/IP …………………………………………

12

PROFINET IO systeem invoegen …………………………………………………………………………..

13

ET 200 module toevoegen aan de stationsconfiguratie …………………………………………………

14

Input-/Output modules invoegen en adressen bepalen……………………………………………………

15

Eigenschappen van de IM151-3PN

………………………………………………………………………

16

ET200S Memory card laden stap 1

………………………………………………………………………

17

ET200S Memory card laden stap 2 ET200S Memory card laden stap 3

……………………………………………………………………… ………………………………………………………………………

18 19

Definitieve configuratie opslaan, compileren en laden in de CPU

…………………………………….

20

…………………………………………………………….

21

Oefening: Clock Memory bits naar ET200S-module …………………………………………………….

22

Betekenis van de Profinet-specifieke LED‘s

Siemens Training Uitgave 11

pagina 1

S7SYS1B Profinet IO


Toepassingsgebied

SIMATIC PLC

SIEMENS

SF RUN STOP

I0.0 I0.1 I0.2 I0.3 I0.4 I0.5

Q0.0 Q0.1 Q0.2 Q0.3 Q0.4

CP U 212

Q0.5

I0.6 I0.7

SIMATIC S7-200

Proxy

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

I/O-uitbreiding

Meestal beschikt een PLC over I/O-modules in het centrale rack waarop de contacten, sensoren en stelorganen worden aangesloten. Steeds vaker ziet men daarnaast een I/O-uitbreiding via Profinet IO.

Ethernet

Profinet is een leverancieronafhankelijk netwerk gebaseerd op ethernet conform de standaard IEEE 802.3. Er wordt gebruik gemaakt van switches en twisted pair kabels of glasvezel.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 2

S7SYS1B Profinet IO


Basiskarakteristieken

• Open Industriële Ethernet standaard OSI model laag 2.

• te combineren met TCP/IP verkeer

• Overdrachtsnelheid: - 100Mb

• protocol: - profinet IO

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Afspraken

Siemens Training Uitgave 11

Omdat Profinet gebaseerd is op ethernet gelden alle eigenschappen die ook voor ethernet gelden. Ethernet is in het OSI model een laag 2 protocol, profinet IO maakt direct gebruik van ethernet en is dus niet routerbaar zoals het TCP/IP protocol.

pagina 3

S7SYS1B Profinet IO


Hardware-componenten IO-Controller

switch

kabel

IO-Device

SIMATIC S7

Access point

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Hardware-componenten Profinet IO wordt gevormd door een samenstelling van hardware-componenten. Daarvoor bestaat inmiddels een heel uitgebreid assortiment. Enkele componenten staan hierboven afgebeeld, zoals: - Profinet kabel: 4-aderige twistedpare kabel en/of glasvezelkabel, industrie aansluitingen voor RJ45; - switch, WiFi voor draadloos; - IO-controller: CPU’s met PN-interface, communicatieprocessoren; - IO-device: ET200 (modulair en compact), regelbare aandrijvingen, frequentieomvormers, operator interfaces.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 4

S7SYS1B Profinet IO


SIMATIC S7 en Profinet IO

PS S7-300

IO-Controller

IO-Controller

IO-Controller S7

PS

S7

S7-300 S7-300 CPU 314

CPU 3xxPN

S7

PS S7 10A 400

CP 3..PN

IO-Controller S7

CPU 4..PN

S7

PS 10A

S7 400 CPU 4141

S7

S7

CP 4..PN

Industriële ethernet

PS

SIEMENS

IM ET200 profinet IO device

IM 151-3 S7-300

S7-300

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Controller en device Een Profinet configuratie bestaat in de regel uit één controller en meerdere devices. De PLC vervult de rol van controller, de decentrale periferie de rol van device. CPU, CP

Siemens Training Uitgave 11

De S7-300 of S7-400 wordt aan Profinet aangesloten via communicatieprocessoren of via CPU’s met geïntegreerde Profinet-interface.

pagina 5

S7SYS1B Profinet IO


Adresseerprincipe van Profinet IO

IO-Controler: SIMATIC PLC IP adres b.v. 192.168.1.1 device naam b.v. PN-IO

IO-device IP adres Device naam

QB0

QB2

IB0

QB4

QB1

QB3

IB1

QB5

PROFINET

192.168.1.2 STATION1

192.168.1.4 STATION3

192.168.1.3 STATION2

FM

192.168.1.5 STATION4

FM

SV

SV

IB2

IB4 QB6

IB3

IB5 QB7

QB10

QB11

IB6 QB8

PIB256 … PIB267

IB7 QB9

PQB256 … PQB267

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Adressen op Profinet MAC adres

Alle stations die op Profinet worden aangesloten hebben door de fabrikant een uniek vast adres toegewezen gekregen. Dit Mac adres staat op de module geprint (zie CPU en IM 151-3).

IP adres

Verder moeten alle stations die op Profinet worden aangesloten een uniek IP adres en een device naam toegewezen krijgen. Dit IP adress en de device naam worden in de Hardware Configuratie ingegeven en geladen .

Toewijzing I/O-adressen Ten behoeve van de communicatie tussen controller en device krijgen de devices ieder een deel van het I/O-geheugenbereik van de controller toegewezen. Het aantal Input-bytes en/of Output-bytes is afhankelijk van het type device. Tijdens het vervaardigen van de stationsconfiguratie worden de I/O-adressen automatisch toegewezen, ze kunnen echter wel aangepast worden. Ieder Input-adres en ieder Output-adres kan maar één keer voorkomen.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 6

S7SYS1B Profinet IO


PG / PC Interface instellen op Ethernet

SIMATIC CPU

ET 200 S

software

Diagnose Service

Inputs / Outputs

PC / PG SIMATIC MANAGER

TCP

Profinet

TCP

Profinet

TCP

IP adres

Device naam

IP adres

Device naam

IP adres

Ethernet MAC adres

Ethernet MAC adres

Fysieke aansluiting

Fysieke aansluiting

Communicatie Processor

ISO Ind. Ethernet

verbindingen

S7-CPU

TCP

ISO

IP adres

TSAP

Ethernet MAC adres

Ethernet MAC adres

Fysieke aansluiting

Fysieke aansluiting

LAN

Fysieke aansluiting: RJ 45 (koper) Fiber Optic Wireless WiFi

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Protocollen op Ethernet TCP/IP

TCP/IP is een verzamelnaam voor de reeks netwerkprotocollen die voor een grote meerderheid van de netwerkcommunicatie tussen computers instaan.

IP

Het Internetprotocol, meestal afgekort tot IP, is een deel van het systeem dat gebruikt wordt om computernetwerken met elkaar te laten communiceren op netwerken, zoals het internet.

TCP

Het Transmission Control Protocol is een protocol dat veel gebruikt wordt op het Internet. TCP werkt bovenop het IP en is connectie-georiënteerd.

Profinet

PROFINET is een datacommunicatie oplossing voor de industriële automatisering. Het maakt gebruik van open Ethernet standaarden en biedt een verbinding tussen het veldniveau en de managementomgeving.

ISO Transport

De ISO Transport connection is ontwikkeld voor het overzenden van grote hoeveelheden consistente data (als één blok overgestuurd). Meer gegevens over deze thema’s worden behandeld in de cursus NETS7ETHER.

PG/PC Interface

Siemens Training Uitgave 11

De Ethernet Interface van de PG/PC kan naar keuze ingesteld worden op ISO Ind. Ethernet of TCP/IP, afhankelijk van het protocol dat ondersteund wordt. Voor onze CPU en ET200 is dit TCP/IP

pagina 7

S7SYS1B Profinet IO


Eigenschappen van de CPU - Profinet IO – Device name

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Stationsconfiguratie Indien remote I/O gekoppeld moet worden aan de controller, dan moet de stationsconfiguratie aangepast worden. Profinet IO Device

Als eerste moet de controller voorzien worden van een profinet IO Device

name

name. Deze mag maar één keer voorkomen op het netwerk.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 8

S7SYS1B Profinet IO


Eigenschappen van de CPU – IP adres en Subnet mask

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

IPadres

Voor de Ethernet communicatie via TCP/IP wordt het IP adres ingesteld. Dit adres mag maar één keer voorkomen op het netwerk.

Subnet Mask

Door in het Subnet mask nummer 0 te kiezen, kunnen alle nummers van 0 tot 255 in het bijbehorende bereik in het IP adres met ekaar communiceren

Siemens Training Uitgave 11

pagina 9

S7SYS1B Profinet IO


Eigenschappen van de CPU – New Subnet Industrial Ethernet

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

New subnet

Siemens Training Uitgave 11

Omdat in het project nog geen Industrial Ethernet Netwerk bestaat, moet dit alsnog aangemaakt worden.

pagina 10

S7SYS1B Profinet IO


Opslaan en laden van de eigenschappen in de CPU

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Stationsconfiguratie Na het laden van de eigenschappen via Profibus-DP, kan de CPU communiceren via Profibus-DP en via Ethernet TCP/IP.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 11

S7SYS1B Profinet IO


PG/PC Interface omzetten van Profibus naar Ethernet TCP/IP

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Ethernet TCP/IP

Siemens Training Uitgave 11

Om straks de ET200S en de CPU via Ethernet te kunnen benaderen moet nu de Interface van de PG/PC gewijzigd worden in TCP/IP.

pagina 12

S7SYS1B Profinet IO


PROFINET IO systeem invoegen

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

PROFINET IO-System Om Profinet IO aan te kunnen sluiten moet er eerst een Profinet IO System ingevoegd worden aan de CPU.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 13

S7SYS1B Profinet IO


ET 200 module toevoegen in stationsconfiguratie

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Hardware Catalog

Siemens Training Uitgave 11

De Hardware Catalog moet geopend worden ten behoeve van het selecteren van een of meerdere Profinet componenten. Als eerste wordt de gewenste interface module IM naar het Profinet gesleept.

pagina 14

S7SYS1B Profinet IO


Input-/Outputmodules invoegen en adressen bepalen

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Modules

Nadat de gewenste IM aan het Profinet is aangesloten, kunnen de benodigde Power Module en de diverse Signaal Modules geselecteerd en naar de Interface Module gesleept worden.

Pack Adresses

Per Signaal Module wordt er een byte gereserveerd, zelfs als de kaart maar 2 Bits of 4 Bits gebruikt. Met de knop Pack Adresses worden de geselecteerde kaarten per byte samengevoegd.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 15

S7SYS1B Profinet IO


Eigenschappen van de IM151-3PN

Dubbelklik

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Profinet IO Device

Ook de IM151-3PN moet voorzien worden van een profinet IO Device

name

name. Deze mag maar één keer voorkomen op het netwerk.

IPadres

Voor de Ethernet communicatie via TCP/IP wordt het IP adres ingesteld. Dit adres mag maar één keer voorkomen op het netwerk.

Subnet Mask

Het Subnet mask staat automatisch ingesteld op de zelfde instelling als de CPU.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 16

S7SYS1B Profinet IO


ET200S device name laden - stap 1

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Memory Card

De gegevens van de ET200S moeten geladen worden in de Micro Memory Card van de ET200S. Dit wordt via Ethernet – TCP/IP geladen. In eerste instantie wordt contact gezocht via het MAC adres.

Edit Ethernet Node

Het menu Edit Ethernet Node is beschikbaar in SIMATIC Manager en in de Hardware Configuration via het menu PLC

Siemens Training Uitgave 11

pagina 17

S7SYS1B Profinet IO


ET200S device name laden - stap 2

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

MAC address

Via de Browse knop worden alle aangesloten systemen gezocht en in een lijst gezet met MAC adressen en Device types. De systemen die al een IP adres en/of een Device name hebben tonen dit eveneens.

Flash

Na het selecteren van het MAC adres kan men via de toets Flash het geselecteerde systeem terugvinden door het knipperen van 1 of meerdere LED’s.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 18

S7SYS1B Profinet IO


ET200S device name laden - stap 3

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Assign IP Conf.

Na het invullen van het IP adres en het Subnet mask kan men via de toets Assign IP Configuration het IP adres in de ET200S laden.

Assign Name

Na het invullen van de Device name kan men via de toets Assign Name de Device name in de ET200 S laden.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 19

S7SYS1B Profinet IO


Definitieve configuratie opslaan, compileren en laden in de CPU

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

CPU Download

Siemens Training Uitgave 11

Nadat de definitieve configuratie opgeslagen is en gedownload is, zal de CPU controleren of hij alle Device Names kan vinden, waarna de ingangen en de uitgangen via het programma aan te spreken zijn.

pagina 20

S7SYS1B Profinet IO


Betekenis van Profinet-specifieke LED’s

LED „INTF“ en „EXTF“

LED „BUSF“

LED “SF" LED “BF" LED “ON" ET 200S CPU met DP en Profinet interface

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Ten behoeve van eerste-lijns-storingdiagnose hebben de modules een aantal Profinet of Profibus-specifieke LED’s. Op de CPU

Op de CPU met een DP of Ethernet interface van een S7-400 zijn er LED’s specifiek voor Profinet en Profibus, ze hebben de volgende betekenis:

LED “BUSxF”

Indien deze LED knippert dan reageert/reageren één of meerdere slaves of IO devices niet. Bij continu oplichtten van deze LED is er een fout op de Profibus of Profinet interface gedetecteerd, bijvoorbeeld kortsluiting. Andere LED’s voor foutmeldingen op een S7-400 CPU zijn:

LED “INTF”

Een programma of configuratiefout is gedetecteerd.

LED “EXTF”

Externe fout buiten de CPU is gedetecteerd.

Op de ET 200S

Op de ET 200S zitten een 3-tal Profinet-specifieke LED’s:

LED “SF”

De geconfigureerde module komt niet overeen met de actuele module. Of er is een fout geconstateerd in de interface module, dan wel in een van de I/O modules. Tevens is er een diagnose melding voorhanden.

LED “BF”

Deze LED knippert indien de module foutief of niet geparametreerd is. Bij continu oplichtten is de module niet op een switch aangesloten.

LED “ON”

Er is voedingsspanning op de module aanwezig.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 21

S7SYS1B Profinet IO


Oefening

Clock Memory bits naar ET200S-module

1

Bij de testopstelling is een ET200S-module aanwezig. Het IP adres, het Subnet Mask en de Device Naam staan met stickers op de installatie aangegeven. Ook van de CPU staan het IP adres, het Subnet Mask en de Device Naam staan met stickers op de CPU aangegeven.

2

Configureer het Profinet Device name, het IP adres en het Subnet mask van de CPU, gebruikmakend van de informatie op de stickers. Koppel daarna de CPU aan een nieuw Subnet van het type Industrial Ethernet en download de gewijzigde Hardware Configuratie.

3

Wijzig de PG/PC Interface in TCP/IP.

4

Voeg in de Hardware Configuratie een Profinet IO System toe aan de CPU. Open de Hardware Catalog en selecteer de benodigde ET200S-module. Koppel deze vervolgens aan het PROFINET-IO System, en selecteer en plaats alle (Power- en Signaal)Modules die in het rek zitten

5

De ET200-module is nu gekoppeld. Welke adressen zijn aan de modules toegekend? . . . . . . Voeg de kaarten met 4 bits samen zodat het volledige BYTE gebruikt wordt.

6

Stel de eigenschappen van de IM151-3PN in zoals die op de stickers staan aangegeven.

7

Laadt deze gegevens in de geheugenkaart van de ET200S

8

Voer Save and Compile en Download uit om de gewijzigde configuratie naar de PLC te brengen.

9

Breidt het programma in FC14 “ET200-module” zodanig uit, dat de bits 0, 2, 4 en 6 van het Clock Memory byte ook de uitgangsbits 0, 2, 4 en 6 op de ET200S-module aansturen. Een aantal LED’s gaan dan knipperen in het ET200S uitbreidingsrek.

9

Save, Download vervolgens FC14 en test de werking.

10

In Reference Data, ga naar Addresses without Symbol. Geef uitgangen van de ET200S m.b.v. Edit Symbols een symbolische naam (b.v. ‘ET200S_10Hz’).

Siemens Training Uitgave 11

pagina 22

S7SYS1B Profinet IO


Verwerking van getallen

M0.0

CMP ==I

IW0 IW2

Q 9.7

IN1 IN2

T4 S_ODT

I0.7 S5T#35s I0.5

Q8.5

S

Q

TV

BI

R

MW0 QW12

BCD

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Inhoud Data Typen

…………………………………………………………………………………………...…….

2

Formaten 16 bits ……………………………………………………………………………………….……

3

Formaten 32 bits ……………………………………………………………………………………….……

4

Laden en transfereren van data

5

…………………………………………………………………….…….

Oefening: Twee verschillende vultijden Vergelijkers

…………………………………………………………...…….

8

…………………………………………………………………………………………..……..

9

………………………………………………………………….………

10

Conversies INT -> DINT -> REAL ………………………………………………………………….……..

Conversies BCD <-> INT / DINT

11

Eenvoudige rekenfuncties …………………………………………………………………………...…….

12

Oefening: Productietellers …………………………………………………………………………..……..

13

Oefening: Maximale productie instellen met bandstop …………………………………………..……..

15

Tijdelijke variabelen

17

………………………………………………………………………………..………

Oefening: Gebruik TEMP-variabelen

…………………………………………………………….………

Geheugenbereiken voor opslag van data Databouwstenen

……………………………………………………….………

19 20

………………………………………………………………..…………………...…….

21

Elementaire datatypen in STEP 7 …………………………………………………………………...……

22

Een databouwsteen maken ………………………………………………………………………….…….

23

Werken met databouwstenen

24

……………………………………………………………………….…….

Opbouw van de databouwsteen

…………………………………………………………………...……..

25

Toegang tot databouwsteenvariabelen …………………………………………………………...………

26

Declaration View / Data View ……………………………………………………………………...………

27

Oefening: De databouwsteen voor productie …………………………………………………….………

28

Siemens Training Uitgave 11

pagina 1

S7SYS1B Verwerking van getallen


Data Typen

INT DINT

WORD

DWORD REAL

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Datatype

In het S7-programma verwerken de STEP 7 instructies, gegevensobjecten van een bepaalde grootte (1, 8, 16 of 32 bits). Alle te verwerken gegevens worden geïdentificeerd door een datatype. Dit datatype kenmerkt de eigenschappen van de data, zoals opbouw en grootte.

Belangrijke rol

Bij met name berekeningen, vergelijkingen en getallenconversies vervullen de volgende elementaire datatypen een belangrijke rol:

INT

16 bits decimaal getal tussen -32 768 en +32 767

DINT

32 bits decimaal getal tussen -2 147 483 648 en +2 147 483 647

WORD

16 bits hexadecimaal getal tussen 0000 en FFFF

DWORD

32 bits hexadecimaal getal tussen 0000 0000 en FFFF FFFF

REAL

32 bits floating point getal tussen -1.175495•10-38 en 3.402823•1038

Siemens Training Uitgave 11

pagina 2

S7SYS1B Verwerking van getallen


Formaten 16 bits PG

CPU VT (+)

BCD

W#16#296

Positieve getallen

9

6

0 0 0 0 0 0 1 0 1 0 0 1 0 1 1 0 15

INTEGER

2

14

13

12

11 10

9

8

7

6

5

4

3

2

1

0

0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 1 0 1 0 0 0 +296

VT (-)

28

25

= 256 +

= = 32 + 8 = 296

4

23

1

3

W#16#F413

BCD

1 1 1 1 0 1 0 0 0 0 0 1 0 0 1 1 Negatieve getallen

15

14

13

12

11 10

9

8

7

6

5

4

3

2

1

0

1 1 1 1 1 1 1 0 0 1 1 0 0 0 1 1 INTEGER

28 27

-413

= = 256+ 128 +

24 23 22 = = = 16+8+ 4 = 412

- (412 + 1) = - 413

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

BCD

Iedere cijfer van een decimaal getal wordt door vier bits gecodeerd. Er zijn vier bits nodig omdat het hoogste decimale cijfer, 9, vier bitposities gebruikt in binaire code (1001). De decimale cijfers van 0 tot 9 worden in BCD hetzelfde gepresenteerd als de binaire cijfers van 0 tot 9. BCD wordt onder andere gebruikt bij tel- en tijdfuncties, duimwielschakelaars en 7segmenten-displays.

INTEGER

Een 16 bits integer heeft als datatype INT. Het voortekenbit (bit 15 = VT) geeft aan of het om een positief (“0”) of negatief (“1”) getal gaat. Het binaire formaat van een negatief getal wordt gepresenteerd in het zogenaamde 2-complement. De integer wordt onder andere gebruikt bij eenvoudige berekeningen, bij vergelijkingen en bij analoge signaalverwerking.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 3

S7SYS1B Verwerking van getallen


Formaten 32 bits VT (+)

BCD DW#16#296

0

0

0

0

2

9

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 1 0 0 1 0 1 1 0 31

DINT

30

29

28

27 26

25

24

23

22

21

20 19

18

17

16 15

14

13

12

11 10

9

8

7

6

5

4

3

2

1

0

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 1 0 1 0 0 0

L#296

Integer (32 Bit) =

28

25

23

= 256 +

= = 32 + 8 = 296

Algemeen formaat van REAL = (-1VT) • (1+f) • (2e-127)

REAL +0.75 of +7.5 E-1

6

VT van Real 31

30

f = Mantisse (23 Bit)

e = Exponent (8 Bit) 29

28

27 26

25

24

23

22

21

20 19

18

17

16 15

14

13

12

11 10

9

8

7

6

5

4

3

2

1

0

0 0 1 1 1 1 1 1 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 27 26 25 24 23 22 21 20 2-1 2-2 2-3 2-4 .....

2-23

Real getal = +1,5 * 2 126-127 = 0,75

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

DINT

Een 32 bits integer, ook wel double integer of long integer genoemd, heeft als datatype DINT. Bit 31 is hier het voortekenbit. De opbouw is verder vergelijkbaar met die van de integer. De notatie en het bereik is als volgt: L# -2147483648 to L#+2147483647. Het toepassingsgebied van de 32 bits integer is grotendeels vergelijkbaar met dat van de integer, met dien verstande dat het bereik groter is.

REAL

De presentatie van een floating point getal is overeenkomstig de IEEE standaard. Enkele voorbeelden zijn: +10.339 of +1.0339E1 -234567 of -2.34567E5 In de exponent-notatie is de exponent gespecificeerd als een macht van 10. Floating point getallen worden veelal voor de complexere berekeningen gebruikt.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 4

S7SYS1B Verwerking van getallen


Laden en transfereren van data (1) LAD

FBD

MOVE

5

MOVE

EN

ENO

IN

OUT

Voorbeelden van laden

STL

EN

MW8

5

OUT

IN

MW8

L

+5

T

MW8

ENO

L +5

//

16-bit constante (Integer)

L L#523123

//

32-bit constante (Double Integer)

L B#16#EF

//

byte in hex. formaat

L 2#0010 0110 1110 0011

//

16-bit binaire waarde

L 3.14

//

32-bit constante (Real)

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

MOVE (LAD/FBD)

Bij de MOVE-instructie wordt de waarde aangeboden op ingang “IN” gekopieerd naar de operand op uitgang “OUT”. De MOVE-instructie werkt zowel met 8-bits waarden als 16 bits waarden als 32 bits waarden.

EN, ENO

De MOVE-instructie, en ook vele andere instructies, hebben in LAD en FBD een extra in- en uitgangen (EN, ENO). EN staat voor Enable, dit betekent vrijgave. Indien een bitadres of logische schakeling op de EN wordt aangesloten en het resultaat daarvan is 1, dan wordt de instructie uitgevoerd. Indien niets op de EN wordt aangesloten, wordt de instructie óók uitgevoerd. ENO staat voor Enable Output, dit betekent vrijgave-uitgang. De uitgang “ENO” heeft altijd dezelfde status als de ingang “EN”. Indien dit niet het geval is dan wordt dit bij de betreffende functie vermeld (HELP).

L en T (STL)

Laad- en Transfer-instructies worden onafhankelijk van het RLO uitgevoerd. Gegevens worden uitgewisseld via de accumulator. De Laad-instructie schrijft de waarde van de operand, rechtsgeoriënteerd, in accumulator 1. De eventuele overige bits worden met “0” gevuld. De Transfer-instructie kopieert een gedeelte of de gehele accu-inhoud naar de gespecificeerde operand.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 5

S7SYS1B Verwerking van getallen


Laden en transfereren van data (2) Inhoud van ACCU1

Programma

: : L W#16#CAFE

L W#16#AFFE : : :

Inhoud van ACCU2

X

X

X

X

X

X

X

X

Y

Y

Y

Y

Y

Y

Y

Y

0

0

0

0

C

A

F

E

X

X

X

X

X

X

X

X

0

0

0

0

A

F

F

E

0

0

0

0

C

A

F

E

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

ACCU1

ACCU1 is het centrale register in de CPU. Bij een Laad-instructie wordt de waarde geladen in ACCU1. Bij een Transfer-instructie wordt de waarde uit ACCU1 gekopieerd naar de operand. Bij rekenfuncties wordt het resultaat in ACCU1 opgeslagen.

ACCU2

Wanneer een Laad-instructie wordt uitgevoerd, wordt eerst de inhoud van ACCU1 naar ACCU2 gekopieerd. Vervolgens wordt ACCU1 gereset (gevuld met “0”) voordat de nieuwe waarde in ACCU1 wordt gezet. ACCU2 wordt ook gebruikt bij rekenfuncties en vergelijkers.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 6

S7SYS1B Verwerking van getallen


Laden en transfereren van data (3) Inhoud van ACCU1 Programma 31

L MB 0

23

L MW 0

23

15

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 31

L MD 0

7

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 31

Laad

15

23

MB0

MB0 7

MB0 15

MB1

0

0

MB1 7

MB2

0

MB3

T QD 4 QD 4

Transfer

T QW 4 QW 4

T QB 4 QB 4

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Algemeen

ACCU’s zijn registers in de CPU ten behoeve van gegevensuitwisseling tussen verschillende operanden en voor vergelijkingen en voor rekenkundige bewerkingen. De S7-300 heeft in het algemeen twee ACCU’s, de S7-400 heeft er vier. Alle ACCU’s zijn 32 bits groot.

Laad

De Laad-instructie laadt de inhoud van het gespecificeerde byte, woord of dubbelwoord in ACCU1.

Transfer

Bij de Transfer-instructie verandert de inhoud van ACCU1 niet. Daarom kan dezelfde informatie naar meerdere bestemmingen gekopieerd worden.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 7

S7SYS1B Verwerking van getallen


Oefening

Twee verschillende vultijden In FC12 (vultank) bevindt zich de vultimer voor de flessen bij de middelste sensor. Die tijd staat vast op 3s. We gaan nu een keuzemogelijkheid voor 2 tijden maken.

1

Maak de volgende aanvullingen en aanpassingen in de Symbol Table: Symbol Address Data type Comment M_Vultijd MW22 variabele vultijd M_VultijdDisplay MW24 vultijd voor display S107 I 0.6 BOOL 0=3s,1=5s H107 Q 4.6 BOOL vultijd 3s H108 Q 4.7 BOOL vultijd 5s

?!

2

Vervang de constante vultijd op de ingang TV van de vultimer door de variabele vultijd M_Vultijd.

3

Vul op de uitgang BCD van de vultimer het memory van de vultijd voor display, M_VultijdDisplay, in.

4

Voeg v贸贸r het netwerk met de vultimer 2 netwerken in voor het kiezen van 1 van de 2 vultijden. Het eerste ziet er als volgt uit. Bepaal zelf het tweede, waarbij de vultijd 5s moet zijn.

5

Maak n谩 het netwerk met de vultimer een nieuw netwerk. Daarin wordt de vultijd voor display (M_VultijdDisplay) naar de 7 segments display (H120) geschreven, zolang een product zich voor de sensor B2 bevindt:

?

6

Siemens Training Uitgave 11

Save, Download en test de werking.

pagina 8

S7SYS1B Verwerking van getallen


Vergelijkers LAD

CMP ==I

FBD

CMP ==I

Q 9.7

IN1

IW0 IW0 IW2

IN1 IN2

STL

Q9.7 IN2

IW2

L IW0 L IW2 ==I = Q9.7

=

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

CMP

Met de vergelijkers kunnen de volgende numerieke waarden vergeleken worden: I

-> vergelijkt de inhoud van ACCU1 en ACCU2 op basis van 16 bits integers;

D -> vergelijkt de inhoud van ACCU1 en ACCU2 op basis van 32 bits integers; R -> vergelijkt de inhoud van ACCU1 en ACCU2 op basis van 32 bits realgetallen. Indien het resultaat van de vergelijking waar is, dan wordt het RLO “1”, anders “0”. De waarden op de ingangen “IN1” en “IN2” worden overeenkomstig de gespecificeerde conditie met elkaar vergeleken:

Siemens Training Uitgave 11

==

“IN1” is gelijk aan “IN2”;

<>

“IN1” is niet gelijk aan “IN2”;

>

“IN1” is groter dan “IN2”;

<

“IN1” is kleiner dan “IN2”;

>=

“IN1” is groter of gelijk aan “IN2”;

<=

“IN1” is kleiner of gelijk aan “IN2”;

pagina 9

S7SYS1B Verwerking van getallen


Conversies BCD <-> INT / DINT Getal ingevoerd in BCD

0 81 5

Conversie BCD->Integer

Taak Getal gepresenteerd in BCD

0 2 4 8

Conversie BCD<-Integer

LAD

FBD

BCD_I

IW4

MW10

EN

ENO

IN

OUT

EN

I_BCD ENO

IN

OUT

S7-programma met integerberekeningen

STL

MW20

L IW4 BTI T MW20

QW12

L MW10 ITB T QW12

BCD_I

MW20

IW4

EN

OUT

IN

ENO

I_BCD

QW12

MW10

EN

OUT

IN

ENO

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Voorbeeld

In bovenstaand voorbeeld moet het S7-programma een rekenkundige bewerking uitvoeren. Een van de waarden is afkomstig van duimwielschakelaars. Het resultaat van de rekenkundige bewerking moet op het 7-segmenten-display weergegeven worden. Omdat rekenfuncties niet met BCD-formaten uitgevoerd kunnen worden, moet er een conversie plaatsvinden.

EN, ENO

Indien “EN” = “1”, dan wordt de conversie uitgevoerd. Gaat dit foutloos dan wordt de “ENO” = “1”, anders, bij een aantal conversies zoals ITB en DTB, “0”.

IN

De hier aangeboden waarde wordt geconverteerd.

OUT

Het resultaat van de conversie is hier beschikbaar.

BCD_I / BTI

Conversie van 3-cijferig BCD-getal (+/-999) naar 16 bits integer.

I_BCD / ITB

Conversie van 16 bits integer naar 3-cijferig BCD-getal (+/-999). Indien overflow optreedt dan “ENO” = “0”.

BCD_DI / BTD

Conversie van 7-cijferig BCD-getal (+/-9 999 999) naar 32 bits integer.

DI_BCD / DTB

Conversie van 32 bits integer naar 7-cijferig BCD-getal (+/- 9 999 999). Indien overflow optreedt dan “ENO” = “0”.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 10

S7SYS1B Verwerking van getallen


Conversies INT -> DINT -> REAL Data in integer formaat (16 bits) Conversie van integer naar double integer

Taak

F B D

S7-programma met real bewerkingen

Conversie van double integer naar real

STL

I_DI EN MW12

IN

MD14

OUT

DI_R

ENO

LAD

MD14

EN MW12

IN

I_DI ENO OUT

EN

OUT

IN

ENO

EN MD14

MD14

MD26

L MW12 ITD DTR T MD26

DI_R ENO

IN

OUT

SIMATIC S7

MD26

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Voorbeeld

In een S7-programma waar gewerkt wordt met integers moet een deling uitgevoerd wordt. Daarbij kan een resultaat kleiner dan 1 uit voortkomen. Omdat deze waarden alleen als floating point getal gepresenteerd kunnen worden moet er eerst een conversie plaatsvinden. Daarvoor moet er echter eerst een conversie van integer naar dubbel-integer plaatsvinden.

I_DI / ITD

Conversie van integer naar dubbel-integer.

DI_R / DTR

Conversie van dubbel-integer naar floating point.

Opmerking

Andere conversies, zoals: -> INV_I / INVI -> NEG_I / NEGI -> TRUNC / TRUNC -> ROUND / RND -> CEIL / RND+ -> FLOOR / RND-> INV_DI / INVD -> NEG_DI / NEGD -> NEG_R / NEGR -> CAW, CAD worden in de cursus S7-PROG1 behandeld.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 11

S7SYS1B Verwerking van getallen


Eenvoudige rekenfuncties LAD

Addition

MW4 MW10

Subtraction

MW5 MW11

Multiplication

MD6 MD12

Division

MD40 MD4

ADD_I EN ENO IN1 IN2 OUT SUB_I EN ENO IN1 IN2 OUT MUL_R EN ENO IN1 IN2 DIV_R EN ENO IN1 IN2 OUT

FBD

MW4 MW6

MW10

MW5 MW7

MW11

MD6 MD66

MD12

MD40 MD32

MD4

ADD_I OUT EN IN1 IN2 ENO

SUB_I OUT EN IN1 IN2 ENO MUL_R OUT EN IN1 IN2 ENO DIV_R OUT EN IN1 IN2 ENO

STL

MW6

MW7

MD66

MD32

L L +I T L L -I T

L L *R T L L /R T

SIMATIC S7

MW4 MW10 MW6 MW5 MW11 MW7

MD6 MD12 MD66 MD40 MD4 MD32

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

EN, ENO

Indien ingang “EN” = “1”, dan wordt de rekenfunctie uitgevoerd. Als het resultaat van de berekening buiten het bereik van het betreffende datatype komt, dan worden de overflow bits “OV” (=Overflow) en “OS” (=Overflow Stored) geset. De uitgang “ENO” wordt dan “0”.

IN1, IN2

Via deze ingangen worden de waarden aangeboden waarmee gerekend wordt.

OUT

Het resultaat van de rekenkundige bewerking komt beschikbaar via uitgang “OUT”.

Instructies

Addition (som):

ADD_I ADD_DI ADD_R

Subtraction (verschil):

SUB_I SUB_DI SUB_R

Multiplication (produkt):

MUL_I MUL_DI MUL_R

Division (quotient):

DIV_I DIV_DI DIV_R

Opmerking

Siemens Training Uitgave 11

De complexe rekenfuncties komen in de cursus S7-PROG1 aan bod.

pagina 12

S7SYS1B Verwerking van getallen


Oefening

Productietellers (1/2) In FC11 (productie) bevinden zich twee op S5 georiĂŤnteerde counters. Deze worden vervangen door een zelfgebouwde tellerfunctie. De nieuwe tellerfunctie moet gereset kunnen worden en de tellerstand moet op het display getoond kunnen worden. Verder wordt een rekenfunctie gebruikt om de uitgevallen (gebroken, beschadigde) flessen te bepalen.

1

Maak de volgende aanvullingen en aanpassingen in de Symbol Table: Symbol Address Data type Comment M_Leeg MW200 aantal lege flessen M_Vol MW202 aantal volle flessen M_Uitval MW204 aantal uitgevallen flessen M_FlankLeeg M210.0 BOOL flankgeheugen t.b.v. lege flessen M_FlankVol M210.1 BOOL flankgeheugen t.b.v. volle flessen S1 I 8.1 BOOL toon aantal lege flessen S2 I 8.2 BOOL toon aantal uitgevallen flessen S3 I 8.3 BOOL toon aantal volle flessen S4 I 8.4 BOOL Reset Telstanden en productiemaximum

?!

2

Principeschema tellers met resetfuctie en displaysturing: - Netwerk 1: tellerfunctie die telt in automatisch bedrijf m.b.v. B1 voor lege flessen. Bij de ADD_I wordt op IN1 en OUT het tellergeheugen gedefinieerd en op IN2 de ophoogfactor.

- Netwerk 2: wissen telstand m.b.v. S4.

?

- Netwerk 3: gebruik S1 voor het tonen van lege-flessen-stand op het display.

?

3

Siemens Training Uitgave 11

Herhaal bovenstaande om voor de volle flessen een zelfde tellerfunctie met reset en displaysturing te maken. Gebruik nu B3 voor volle-flessentelling, S4 voor wissen telstand vol en S3 voor tonen van volle-flessen-stand op display.

pagina 13

S7SYS1B Verwerking van getallen


Oefening

Productietellers (2/2)

4

Om het aantal uitgevallen flessen te bepalen maken we gebruik van de substract instructie. M.b.v. S2 kunnen we de uitgevallen flessen op het display laten tonen.

? 5

Siemens Training Uitgave 11

Save, Download en test de werking

pagina 14

S7SYS1B Verwerking van getallen


Oefening

Maximale productie instellen met bandstop (1/2) In FC11 (productie) gaan we m.b.v. de duimwielschakelaars een maximale productie instelmogelijkheid programmeren. Indien het ingestelde productiemaximum bereikt wordt en het product de lichtcel B4 gepasseerd is moet de band stoppen.

1

Maak de volgende aanvullingen en aanpassingen in de Symbol Table: Symbol Address Data type Comment S120 IW2 productiemaximum in BCD M_SetMax MW206 productiemaximum in INT M_BandStop M20.5 BOOL bandstop M_FlankBandStop M21.0 BOOL flankgeheugen detectie einde band H4 Q8.4 BOOL productiemaximum bereikt

?!

2

Programmeer in FC11 de productiemaximum instelmogelijkheid.

3

Programmeer in FC13 de signalering en reset voor “productiemaximum bereikt”. Indien M_Vol >= M_SetMax dan signaleer “productiemaximum bereikt”. Voor de resetfunctie geldt: Indien S4 bediend wordt, reset “productiemaximum bereikt” en het memory “bandstop”.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 15

S7SYS1B Verwerking van getallen


Oefening

Maximale productie instellen met bandstop (2/2)

4

Programmeer in FC10 de bandstop schakeling. Indien H4 = 1 ĂŠn B4 gepasseerd is, dan set M_BandStop. Indien M_BandStop = 1, dan de band stoppen.

5

Save, Download en test de werking.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 16

S7SYS1B Verwerking van getallen


Tijdelijke variabelen (1)

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Stelt u zich voor‌

Er moet een bewerking gedaan worden met 4 integer waarden: waarde_Y = (waarde_A + waarde_B) * (waarde_C + waarde_D) De twee optellingen worden uitgevoerd met de ADD_I functie. De twee resultaten daarvan moeten worden vermenigvuldigd. Hoe krijgen we de resultaten van de optellingen bij de vermenigvuldiging? Door tussentijdse opslag. Maar waar?

Siemens Training Uitgave 11

pagina 17

S7SYS1B Verwerking van getallen


Tijdelijke variabelen (2)

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Temp

Tijdelijke (Temp) variabelen worden gebruikt voor tussentijdse opslag van een waarde tijdens de bewerking van een bouwsteen.

Declaratietabel

De tijdelijke variabele wordt bij het programmeren van een bouwsteen in de declaratietabel (bovenaan in de bouwsteen) met een symbolische naam, type en eventueel commentaar, opgenomen. Het lokaal adres (in de local stack) ontstaat vanzelf.

Instructies

Bij de bewerking van de FC, na de oproep (CALL) vanuit een andere bouwsteen (OB, FC etc.) staan de de tijdelijke variabelen (temp’s) ter beschikking. In het programma wordt de variabele eerst gevuld (bijvoorbeeld uitgang van een instructie). Daarna is de waarde in die variabele beschikbaar (als ingang van een instructie).

Lokaal

Een tijdelijke variabele is een bouwsteen lokale variabele. Buiten de bewerking van de bouwsteen is deze variabele niet meer beschikbaar!

Symbolische naam

Bouwsteen lokale variabelen krijgen een symbolische naam. Deze variabelen onderscheiden zich van globale symbolische variabelen door middel van het # dat aan het lokale symbool vooraf gaat.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 18

S7SYS1B Verwerking van getallen


Oefening

Gebruik TEMP-variabelen In FC12 (Vultank) worden twee Memory’s (M_Vultijd = MW22, M_VultijdD = MW24) gebruikt. In plaats van deze memory’s kunnen we ook TEMP geheugen gebruiken.

1

Maak in de declaratietabel de volgende tijdelijke geheugens aan: Declaration Name Type Comment Vultijd Variabele vultijd temp VultijdDisplay Vultijd voor display temp

?!

2

Vervang nu in FC12 de twee Memory’s door TEMP variabelen. Wat zie je nu veranderen aan de symbolische naam?

3

Save, Download en test de werking.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 19

S7SYS1B Verwerking van getallen


Geheugenbereiken voor opslag van data

Memory

DBz

PIQ DBy

PII

. . .

DBx

Periferie

L stack

Databouwstenen

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Overzicht

Naast bouwstenen met instructies bevat het STEP 7 programma ook gegevens over proces- en signaalstatussen. Deze gegevens zijn opgeslagen in variabelen horende bij het programma en worden geïdentificeerd door: - opslaglokatie (Periferie, PII, PIQ, Memory, L stack, DB); - datatype (elementair, complex, parametertype). Wat betreft de toegankelijkheid, moet er onderscheid gemaakt worden tussen: - globale variabelen, gedefinieerd in de symbooltabel of in databouwstenen; - lokale variabelen, gedefinieerd in de declaratietabel van OB’s, FC’s en FB’s. Variabelen hebben een permanente opslaglokatie in PII, PIQ, Memory-bereik en in databouwstenen. In de L stack worden variabelen dynamisch gecreëerd tijdens de uitvoering van de bouwsteen.

Lokale Data Stack

De lokale data stack (L stack) is een bereik voor opslag van: - tijdelijke variabelen van een bouwsteen inclusief OB startinformatie; - actuele parameters bij parameteroverdracht aan FC’s; - tussenresultaten van logische bewerkingen in bouwstenen.

Databouwstenen

Databouwstenen worden door andere S7-bouwstenen gebruikt voor opslag van gegegevens. Belangrijke eigenschappen van DB’s zijn: - grote hoeveelheid opslagcapaciteit; - permanente opslag, elk data-element is uniek; - informatie blijft behouden bij overgang van STOP naar RUN en bij spanningsuitval.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 20

S7SYS1B Verwerking van getallen


Databouwstenen Voor alle bouwstenen OB1

Function FC10

Globale data DB20

Function FC20

Instance DB voor FB1 Function block FB1

Instance data DB5

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Algemeen

Databouwstenen nemen net als andere bouwstenen geheugenruimte in beslag. Ze bevatten gegevens die in het S7-programma verwerkt worden. Er zijn instructies waarmee data-elementen als bit, byte, woord of dubbelwoord bewerkt kunnen worden. Dit kan zowel met absolute- als symbolische adressen.

Gebruik van DB’s

Het gebruik van DB’s is bepaald door de inhoud. Er is onderscheid tussen: - globale databouwstenen: de inhoud hiervan is toegankelijk voor alle bouwstenen: - instance databouwstenen: deze zijn toegekend aan een specifieke FB. De inhoud wordt alleen gebruikt in de bijbehorende FB.

DB-registers

De CPU heeft twee DB-registers (DB-register 1 en DB-register 2) waarin de in gebruik zijnde DB’s worden gemarkeerd. Er kunnen dus twee databouwstenen gelijktijdig “geopend” (in gebruik) zijn. DB-register 2 wordt meestal gebruikt voor instance DB’s.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 21

S7SYS1B Verwerking van getallen


Elementaire datatypen in STEP 7

Sleutelwoord

Lengte (in bits)

Voorbeeld van dit type

BOOL BYTE WORD DWORD CHAR

1 8 16 32 8

1 of 0 B#16#A9 W#16#12AF DW#16#ADAC1EF5 'w'

S5TIME

16

S5T#5s_200ms

INT DINT REAL

16 32 32

123 65539 1.2 of 34.5E-12

TIME DATE TIME_OF_DAY

32 16 32

T#2D_1H_3M_45S_12MS D#1993-01-20 TOD#12:23:45.12

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Overzicht

Tijdens deze cursus beperken we ons tot het gebruik van de elementaire datatypen. Bovenstaande tabel geeft hiervan een overzicht.

Elementaire

Elementaire datatypen zijn overeenkomstig de IEC 1131-3 norm. Ze zijn nooit groter dan 32 bits en kunnen bewerkt worden met elementaire S7-instructies.

Complexe

Complexe datatypen kunnen alleen gebruikt worden in combinatie met globale databouwstenen. Ze kunnen niet middels Laad- en Transferinstructies in de ACCU’s verwerkt worden.

User-Defined

Een User-Defined datatype kan in databouwstenen en in de declaratietabel gebruikt worden. De structuur van een UDT wordt bepaald door een combinatie van elementaire- en complexe datatypen.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 22

S7SYS1B Verwerking van getallen


Een databouwsteen maken

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Invoegen DB

Siemens Training Uitgave 11

Een DB is vanuit de SIMATIC Manager via het mapje Blocks middels het snelmenu aan te maken. In het Properties venster kun je gelijk de symbolische naam meegeven. Tevens is er ook een keuzemogelijkheid voor shared DB (globale databouwsteen) of instance DB (wordt gekoppeld met FB).

pagina 23

S7SYS1B Verwerking van getallen


Werken met databouwstenen

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Invoeren

De individuele data-elementen moet u in een tabel invoeren. Deze tabel bestaat uit een aantal kolommen met de volgende betekenis: - Address: wordt bij opslaan automatisch ingevuld, het is het eerste adres dat door de variabele in de databouwsteen wordt bezet; - Name: symbolische naam van het element; - Type: datatype (selectie middels rechter muistoets); - Initial Value: hier kan een initiële waarde aan het data-element toegekend worden. Indien geen waarde wordt ingevuld dan wordt automatisch nul ingevuld; - Comment: ten behoeve van documentatie van het data-element.

Save/Download

De procedure Save en Download gaat op dezelfde wijze als bij andere bouwstenen.

Monitor

Ook de databouwsteen kunt u monitoren. Daarvoor moet echter wel de “Data View” geselecteerd worden.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 24

S7SYS1B Verwerking van getallen


Opbouw van de databouwsteen

8 Bits 7

0

Data Byte 0

DBB 0

Data Byte 1

DBW 0

Data Byte 2

DBD 0

Data Byte 3 DBX 4.1

DBD 8188 DBW 8190 DBB 8191

Data Byte 8191

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Algemeen

De adressering van data-elementen is net als bij het Memory-bereik bytegeoriĂŤnteerd. Met behulp van Laad- en Transfer-instructies kunnen databytes, datawoorden en datadubbelwoorden verwerkt worden. Daarbij wordt altijd het eerste byte-adres gespecificeerd (voorbeeld: L DBW 4-> Laadt 2 bytes vanaf adres 4).

Aantal, grootte

Het aantal databouwstenen is afhankelijk van het type CPU. De maximale grootte is 8KByte voor S7-300 en 64Kbyte voor de S7-400.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 25

S7SYS1B Verwerking van getallen


Toegang tot databouwsteenvariabelen

DB 19 (Symbolische naam: Motor) 1)

0 1 2 3 4 5 6

Setpoint

alarms

symbolisch

absoluut

A “Motor".Start

of

A DB19.DBX0.0

L “Motor".Setpoint

of

L DB19.DBW2

L “Motor".alarms

of

L DB19.DBB5

7 8 9

1) Data bit 0.0 met de naam "Start"

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Toegang tot DB

Bovenstaande figuur geeft mogelijkheden voor toegang tot de DB weer.

Symbolische toegang Symbolische toegang is alleen mogelijk als: - de databouwsteen een symbolische naam heeft; - de gecombineerde toegang symbolisch gebruikt wordt. Voorbeeld: L “Motor”.Setpoint. Openen van DB

De instructie L “Motor”.Setpoint.opent een globale databouwsteen en laadt de waarde van Setpoint in de accu. Het openen van de databouwsteen wordt gemarkeerd in DB-register 1. Indien een ander adres uit een DB benaderd wordt, dan sluit automatisch de voorgaande, ook als dit dezelfde DB is. In iedere instructie met gecombineerde toegang is dus tijd nodig om de databouwsteen te openen en de waarde te lezen of te schrijven. Het kan echter ook op de traditionele (S5) manier:

Openen van DB

De instructie “OPN DB ..” opent een globale databouwsteen. Als er een symbolische naam is gedefinieerd voor de DB (bijvoorbeeld “Motor”), dan kan de databouwsteen ook geopend worden met de instructie OPN “Motor”. Zolang er in dezelfde databouwsteen gewerkt wordt hoeft er niet opnieuw geopend te worden. Voorbeeld: OPN “Motor” A DBX0.0 L DBW2 L DBB5 Indien een andere DB geopend wordt, dan sluit automatisch de voorgaande DB.

Nadeel

Slecht leesbaar programma, onvolledige informatie in de Reference Data;

Voordeel

Snelle bewerking omdat er maar 1x per DB geopend hoeft te worden.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 26

S7SYS1B Verwerking van getallen


Declaration View / Data View

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Twee manieren

Een databouwsteen kan op twee manieren weergegegevn worden, namelijk de “Declaration View” en de “Data View”.

Declaration View

De “Declaration View” gebruikt u bij het maken van de DB. Alle kolommen in de tabel, voor zover relevant, zijn dan editeerbaar.

Data View

De “Data View” kiest u als u de actuele waarden van de individuele data-elementen wilt zien. In deze View hebt u ook de mogelijkheid om de databouwsteen te monitoren. De opbouw van de databouwsteen kan in de “Data View” niet gewijzigd worden.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 27

S7SYS1B Verwerking van getallen


Oefening

De databouwsteen voor productie In FC11 (Productie) maken we gebruik van memories om onze productiedata vast te leggen (M_Vol, M_Leeg, M_Uitval en ook M_FlankLeeg en M_FlankVol). Een databouwsteen is uitermate geschikt om productiedata vast te leggen, vanaf nu gaan we deze dan ook toepassen.

1

Maak een databouwsteen DB1 aan. Je kunt bij de Properties - Data Block de symbolische naam Data invullen en het symbolisch commentaar voor productiegegevens. Vergeet ook niet bij General - Part 2 de gegevens in te vullen.

2

Haal uit de DB1 allereerst de temporary placeholder variable en programmeer vervolgens de volgende adressen in de databouwsteen: Name Type Initial Value Comment leeg 0 aantal lege flessen vol 0 aantal volle flessen uitval 0 aantal uitgevallen flessen setmax 0 productiemaximum flankleeg BOOL FALSE flankgeheugen t.b.v. lege flessen flankvol BOOL FALSE flankgeheugen t.b.v. volle flessen

?!

3

Save en Download .

4

Nu gaan we de memory’s M_Leeg, M_Vol, M_Uitval, M_SetMax, M_FlankLeeg en M_FlankVol in FC11 vervangen door de databouwsteenadressen. We kunnen de adressen absoluut of symbolisch ingeven. Vervang nu de volgende adressen: M_Leeg door Data.leeg M_Vol door Data.vol (ook in FC13!) M_Uitval door Data.uitval M_SetMax door Data.setmax (ook in FC13!) M_FlankLeeg door Data.flankleeg M_FlankVol door Data.flankvol

5

Save en Download. Zorg nu dat je in de bouwsteeneditor FC11 en DB1 actief hebt. Gebruik uit het menu Window van de Arrange functie Horizontally. Je kunt nu zowel FC11, als DB1 (in Data View) tegelijkertijd monitoren en testen.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 28

S7SYS1B Verwerking van getallen


Systeembeheer

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Inhoud Compare Blocks ……………………....……………………………………………………………………. Rewiring …………………………………………………………………………………………………….. Oefening: Rewiring …………………………………………………………………………………………. De Monitor/Modify Variables tool …………………………………………………………………………. Adressen invoeren ………………………………………………………………………………………….. Eénmalig actualiseren ……………………………………………………………………………………... Actualiseren volgens een trigger ………………………………………………………………………….. Opslaan van een tabel ……………..………………………………………………………………………. Een opgeslagen tabel openen ……..……………………………………………………………………... De verbinding opbouwen …………..……………………………………………………………………….. Modify vanuit de editor ……………...……………………………………………………………………... “Control at Contact” voor input- en memorybits ………………………………………………………… Oefening: Variabelentabel - Monitor/Modify met triggers ...……………………………………………. Het gebruik van diverse Memory Cards ………………...………………………..……………………….. Module Information: General …………..…………………………………………………………………. Diagnostic Buffer ………………………………………………………………………………………….. Memory …………………………………..………………………………………………………………… Scan Cycle Time ………………………..…………………………………………………………………. Time System …………………………...…………………………………………………………………. Performance Data + Functional Capability ……………………………………………………………... Communication ……………………….……………………………………………………………………. Stacks ……………………………………………………………………………………………………….. Oefening: Module Information - Bekijk de mogelijkheden van de CPU ………………………………. CPU met Webserver ……………………………………………………………………………………….. Oefening: Webserver (optioneel, afhankelijk van beschikbare CPU) ………………………………….

Siemens Training Uitgave 11

pagina 1

2 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 18 19 20 21 22 23 24 25 26 28 29

S7SYS1B Systeembeheer


Compare Blocks (1)

Verschillen?? Programma Online

Programma Offline

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Introductie

Je kunt de Compare Blocks functie gebruiken om verschillen te achterhalen tussen het programma, zoals het op de harde schijf is opgeslagen en zoals het in de CPU aanwezig is (ONLINE/Offline). Ook is het mogelijk om verschillen te achterhalen tussen twee programma’s op de hard disk van de PG/PC (Path 1/Path 2).

Time-stamp

Een Compare Blocks kan uitgevoerd worden voor het gehele mapje blocks of voor een selectie van afzonderlijke bouwstenen uit het mapje blocks. Het verschil in stationsconfiguratie kan ook gecontroleerd worden door de System Data (SDB) met elkaar te laten vergelijken. Door het vergelijken van datum/tijdcodes (time-stamps) die in de bouwsteen worden weggeschreven kunnen verschillen worden gedetecteerd. Zo wordt er een time-stamp in de bouwsteen opgeslagen voor de programmacode en voor de programma-interface (o.a. relevant voor het declaratie-gebied).

LAD/STL/FBD

Siemens Training Uitgave 11

Vanuit de bouwsteen editor kan de geopende bouwsteen ook direct vergeleken worden via Options – Compare On-/Offline Partners.

pagina 2

S7SYS1B Systeembeheer


Compare Blocks (2)

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Mogelijkheden

Na de Compare Blocks uitvoering krijgt men een window Compare Blocks Results. Bij geen verschillen geeft het window dit aan met een melding. Bij verschillen krijgt men een melding dat er verschillen zijn voor Path 1 en Path 2 (zie dia). Men ziet op bouwsteennummer volgorde voor welke bouwstenen verschillen zijn gedetecteerd en wat het time-stamp verschil voor de programmacode is. Verder kan de tekst in een regel rood gemarkeerd zijn. Dit betekent dat er niet aleen een verschil is in time-stamp, maar ook in programmacode (instructies).

Details

Indien men de Details toets gebruikt, ziet men een venster met de bouwsteeneigenschappen.

Go To...

Met de Go To… toets kunnen de verschillen vanuit de bouwsteeneditor getoond worden. Met de Next… toets kan men het volgende verschil opvragen

Opmerking

Programma wijzigingen kunnen alleen in het Offline window uitgevoerd worden. Het Online window is Read Only (Rd, zie dia).

Iconen

De volgende iconen kunnen weergegeven worden: rood vlak - inhoud is verschillend; wit vlak - tijdstempel is verschillend, de inhoud is niet vergeleken; rood kruis – bouwsteen is alleen beschikbaar in pad X; groen vlak – inhoud bouwsteen identiek, tijdstempel verschillend.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 3

S7SYS1B Systeembeheer


Rewiring

M0.0

M100.0 . .

M1.7

M101.7

MB0

MB100

MB1

MB101

Na het rewiren

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Introductie

Indien je in het (Offline) programma een operand wilt vervangen door een andere operand (b.v. Q8.5 moet Q8.6 worden), dan kun je gebruik maken van de Rewiring functie. Je kunt voor heel je programma een rewire opdracht geven, door het mapje blocks te selecteren. Het is ook mogelijk om een enkele bouwsteen te selecteren en daarvoor de rewire opdracht te laten uitvoeren.

Optie All accesses‌ Indien je voor een byte, word of doubleword operand de optie All accesses within the specified addresses selecteert, wordt elk afzonderlijk adres in het bereik gerewired (zie dia). Na het rewiren

Na het rewiren heb je de mogelijkheid om een tekstbestand te laten genereren waarin de wijzigingen staan. Je hebt hierbij de mogelijkheid om dit af te drukken of op te slaan, zodat je dit bij de documentatie van je programma kunt stoppen (zie figuur).

Opmerking

Vergeet (eventueel) niet na het uitvoeren van deze functie de Symbol table aan te passen! Je verandert namelijk alleen het absolute adres en niet de symbolische naam die gekoppeld wordt aan een absoluut adres.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 4

S7SYS1B Systeembeheer


Oefening

Rewiring In FC10 is de sturing voor de band linksom en rechtsom geprogrammeerd. Nu wil men deze twee ingangen van de digitale ingangskaart omgewisseld hebben. Dit betekent tevens dat het programma aangepast moet worden. Verder blijkt dat MB255 voor de Clock Memory niet een goede keuze is, men wil MB250 gaan gebruiken. Verder moet er ook gecontroleerd worden op programmaverschillen Offline / Online.

1

Voer de Compare Blocks functie uit. Controleer ook op System Data Blocks (SDB). Als het goed is constateer je verschillen! Welke bouwsteen geeft in ieder geval verschillen en waarom?

2

Gebruik nu de Rewiring functie voor de volgende adresveranderingen: I0.4 --> I0.5 I0.5 --> I0.4 MB255 --> MB250 (gebruik optie All accesses within the specified adresses. Waarom trouwens deze optie gebruiken??)

3

Gebruik nu weer de Compare Blocks functie en ga na wat nu de Online / Offline verschillen zijn van het programma.

4

Je krijgt nu bericht dat de oorspronkelijk gebruikte adressen toch in orde zijn. Maak je programma weer terug in de oorspronkelijke staat.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 5

S7SYS1B Systeembeheer


De Monitor/Modify Variables tool

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Editor

Met de editor is het mogelijk statussen van variabelen en tussenresultaten van een programma te bekijken (Monitor). Bij deze wijze van monitoren beperkt het zich tot de variabelen die in dat programma voorkomen. Voor het bekijken van variabelen die (nog) niet in een programma voorkomen, of voor variabelen die in verschillende programma‘s voorkomen, kan men voor het monitoren de tool Monitor/Modify Variables inzetten. Daarnaast kan men ook variabelen wijzigen.

PLC menu

Siemens Training Uitgave 11

Monitor/Modify Variables is toegankelijk via het PLC menu, van zowel SIMATIC Manager als van de editor.

pagina 6

S7SYS1B Systeembeheer


Adressen invoeren

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Adres

Ongeacht of en in welk programma een variabele wordt bewerkt, kan men het adres (absoluut of symbolisch) ervan invullen in de Address kolom van de tabel.

Monitor Format

Na invulling van een adres wordt een default Monitor Format ingevuld, welke via het snelmenu aangepast kan worden.

Range of Variables

Men kan ook een reeks variabelen invoegen. Het betreft opeenvolgende adressen van hetzelfde formaat.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 7

S7SYS1B Systeembeheer


Eénmalig actualiseren

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Update Monitor Values Met Update Monitor Values worden alle waarden van de adressen in de tabel éénmalig gelezen en in de kolom Status Value weergegeven. Activate modify values Met Active modify values worden de waarden die in de kolom Modify Value éénmalig naar de betreffende adressen in de PLC geschreven. Het hangt af van het programma in de PLC of de geschreven waarden in de adressen blijven staan of dat ze door programma-instructies worden overschreven.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 8

S7SYS1B Systeembeheer


Actualiseren volgens een trigger

Monitor (according to trigger) Modify (according to trigger)

PII Start of cycle

Cyclische programma uitvoer Transition to STOP

End of cycle

PIQ

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Set Trigger

Men kan Monitor en Modify ook cyclisch uitvoeren, synchroon met het cyclische programma. Daarbij speelt het moment van de synchronisatie een rol, bepaald door de Trigger.

Monitor Trigger Point Met Monitor Trigger Point bepaalt men op welk moment in de cyclische programmauitvoering de synchronisatie plaatsvindt. De instellingen betreffen de Monitor en Modify functie die gebruik maken van de Trigger. Monitor Trigger Frequency Indien men bij Monitor Trigger Frequency kiest voor Every cycle, wordt gebruik gemaakt van het Monitor Trigger Point. Indien gekozen wordt voor Once, dan vindt actualisering ĂŠĂŠnmalig plaats.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 9

S7SYS1B Systeembeheer


Opslaan van een tabel

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Na het openen van de tool Monitor/Modify Variables, verschijnt een lege tabel, welke zich alleen in het werkgeheugen van de PC bevindt. Na het invullen van adressen en instellen van Trigger Points kan men een tabel opslaan voor later gebruik. De naam van een Variable table bestaat uit ‘VAT’ direct gevolgd door een nummer van 0 tot 65536 (geen spatie ertussen). Je kunt ook gewoon een naam geven, bijvoorbeeld ‘Status_ingangen’. Om in een later stadium de tool Monitor/Modify Variables weer te gebruiken met de opgeslagen tabel, kan men de tabel openen.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 10

S7SYS1B Systeembeheer


Een opgeslagen tabel openen

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Een VAriable Table die geopend wordt heeft nog geen verbinding met de CPU. Dat zie je doordat in de titelbalk van de tabel ONLINE niet zichtbaar is. Men kan direct ONLINE gaan door de monitor toets te bedienen. De verbinding wordt dan automatisch opgebouwd met de bij de VAT behorende CPU.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 11

S7SYS1B Systeembeheer


De verbinding opbouwen

Accessible CPUs

Direct CPU

Station 1

Configured CPU

Station 2

Station 3

PG/PC

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

De verbinding bouwt men op via de optie Connect to van het PLC menu, of via knoppen in de werkbalk. Configured CPU

Er wordt een online verbinding gemaakt tussen de variabelentabel van een programma en de CPU die hoort bij het S7 Programma (volgens de gegevens van de stationsconfiguratie).

Direct CPU

De variabelentabel wordt online verbonden met de PLC, die direct met de PC of PG verbonden is.

Accessible CPU

De tabel kan gekoppeld worden aan elke PLC die in het project voorkomt.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 12

S7SYS1B Systeembeheer


Modify vanuit de editor

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Vanuit de editor, waar voor een bouwsteen het monitoren is ingeschakeld, kan men afzonderlijke variablen steeds ĂŠĂŠnmalig wijzigen. Bit

Bij adressen van een bit biedt het snelmenu meteen beide opties aan, voor een 0 en voor een 1.

Meer dan een bit

Bij adressen van meer dan een bit, zal een dialoogvenster gebruikt worden voor de invoer van de waarde.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 13

S7SYS1B Systeembeheer


“Control at Contact” voor input- en memorybits

View - Columns R, O, M, C, CC

Debug – Operation – Test Operation

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Modify

Tijdens het testen van een bouwsteen kunnen ingangsbits en memorybits op de waarde “1”gestuurd worden, zolang de linker muistoets ingedrukt wordt (of op de waarde “0” als ze geïnverteerd afgevraagd worden).

Symbollist

In de symbolenlijst moet men voor ieder ingangs- of memorybit, wat op deze manier getest moet worden, de Special Object Property Control at Contact instellen. Via een Multiple selection kan men dit voor een aantal bits tegelijkertijd instellen.

Options-Customize

In de LAD/STL/FBD editor moet men via de Options de Control at Contact mogelijkheid inschakelen.

Triggerinstelling

De triggerinstelling staat altijd op “Permanent / aan het begin van de cyclus”.

Test Operation

In de Hardware Configuration moet men bij de eigenschappen van de CPU bij de Protection instellingen de keuze Test Mode instellen.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 14

S7SYS1B Systeembeheer


Oefening

Variabelentabel - Monitor/Modify met triggers Voorheen is een variabelentabel aangemaakt om de I/O te testen, zonder programma in de CPU. Nu willen we ook met een programma in de CPU I/O testen.

1

Maak een variabelentabel aan. Voeg een variabelenbereik in vanaf I0.0, 8 bitjes. Maak een dusdanige triggerinstelling, zodat je m.b.v. de modify-functie de installatie kunt inschakelen in handbediening (S101 en S103). Probeer ook m.b.v. S105 en S106 in de variabelentabel de band linksom of rechtsom te sturen. Welke triggerinstelling voor de monitor-functie moet je maken om ook de actuele status voor de ingangen te zien?

2

Voeg nu in dezelfde variabelentabel een variabelenbereik in vanaf Q8.0, 8 bitjes. Maak nu een dusdanige triggerinstelling zodat je m.b.v. de modify-functie de bandmotor rechtsom (K1) en de claxon (H6) activeert.

3

Save de variabelentabel in de ‘Blocks-map’ van uw project.

4

Probeer nu via de variabelentabel de installatie in handbediening in te schakelen (S101, S103) en de band rechtsom te sturen (S105) en de claxon H6 te activeren. Je krijgt nu te maken met twee triggerinstellingen voor één variabelentabel. Dit is niet mogelijk. Wat kun je doen om bovenstaande I/O test toch uit te voeren? ………………..

5

Voeg in de symbolentabel voor alle ingangsbits de eigenschap CC toe. Wijzig de instelling van de LAD/STL/FBD editor in Control at Contact.

6

Probeer nu met de muis via de Control at Contact de installatie in handbediening in te schakelen (S101, S103) en de band rechtsom te sturen (S105) in FC8 en FC10.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 15

S7SYS1B Systeembeheer


Het gebruik van een Flash EPROM Memory Card (1)

Flash EPROM

Slepen of Copy/Paste

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Introductie

Indien een Flash EPROM kaart toegepast wordt in een CPU, is het mogelijk om zonder backup batterij te werken. Het programma wordt in de FEPROM weggeschreven, veilig tegen netspanningsuitval. Eventueel kun je nog in de stationsconfiguratie voor de CPU retentive memory definiĂŤren. Voor de S7-300 worden de retentive data-gebieden (timers, counters, bit memories, data gebieden (DB)) opgeslagen in een speciaal gebufferd geheugengebied van de CPU. Dit noemt men het non-volatile RAM.

Programma laden op de Memory Card Je kunt bouwstenen op de FEPROM kaart wegschrijven door de kaart in de PG te plaatsen en via de SIMATIC Manager drag en drop (slepen) te gebruiken voor het mapje blocks of voor een individuele bouwsteen. Voor individuele bouwstenen geldt dat ze niet gewist of overschreven kunnen worden. Voor sommige CPUs kun je ook direct een heel programma wegschrijven naar een in de CPU geplaatste FEPROM. Houdt er wel rekening mee dat de CPU hiervoor in STOP moet.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 16

S7SYS1B Systeembeheer


Het gebruik van een Flash EPROM Memory Card (2)

1

Load memory Flash EPROM

Na het plaatsen van de kaart: Memory Reset Request

3 Copy RAM 2 to ROM

2 3

1

Load memory Internal RAM Secties relevant voor programma uitvoering

Work memory RAM

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Plaatsen/Verwijderen Indien een FEPROM kaart geplaatst of verwijderd wordt, vraagt het systeemprogramma van de CPU om een Memory Reset. De STOP LED knippert langzaam, je hoeft alleen maar de sleutelschakelaar naar de MRES positie te draaien om het geheugen te laten wissen. Na het wissen worden vanaf de FEPROM kaart de secties van het programma, relevant voor programmauitvoer, gecopieerd naar het Work Memory. Netspanningsuitval

Indien je met een FEPROM werkt zonder backup batterij, worden tijdens het opstarten na een spanningsuitval de bouwstenen van de Memory Card naar het Work Memory gecopieerd. Bij een S7-300 worden de waarden van retentive gemaakte Timers, Counters en BitMemory’s teruggeplaatst vanuit het non-volatile RAM. Datagebieden van DB’s, die als retentive gedefinieerd zijn (alleen bij S7-300 mogelijk), behouden de waarden die ze hadden voor de spanningsuitval. Niet retentive datagebieden krijgen de originale waarden, zoals ze op de Memory Card stonden weggeschreven.

Programmawijzigingen Indien je na programmawijzigingen download, download je deze in RAM. Na een spanningsuitval, wordt het RAM van een CPU zonder backup batterij gewist en ben je dus je programmawijzigen kwijt. Om dit te voorkomen, kun je de Copy RAM to ROM mogelijkheid gebruiken. Hierbij wordt de Memory Card niet gewist. Ook is het mogelijk om het gehele programma naar de FEPROM kaart te laten wegschrijven middels de Load in EPROM memory card in CPU mogelijkheid. Hierbij wordt de Memory Card wel eerst gewist. STOP

Siemens Training Uitgave 11

Houdt er verder rekening mee, dat voor bovenstaande acties de CPU in STOP geschakeld moet worden.

pagina 17

S7SYS1B Systeembeheer


Het gebruik van een Micro Memory Card

1

Load memory MMC 1 2

2

ZIP Secties relevant voor programma uitvoering

Work memory RAM

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

MMC

S7300 Compact CPU's vereisen een Micro Memory Card, omdat deze standaard geen laadgeheugen aan boord hebben. Door het plaatsen van een MMC plaats je dus (gebufferd) laadgeheugen. Plaatsen en verwijderen van het kaartje mag je in STOP doen, echter bij voorkeur spanningsloos! Er bestaat anders de kans op dataverlies.

Geen batterij

De S7300C's hebben geen backup batterij. Alle data (laadgeheugen ĂŠn actuele waarden DB's) wordt gebackupd via de MMC.

Project op MMC

Het is mogelijk om met de Save to Memory Card optie uit het menu je project te archiveren op de MMC. Zo kun je er voor zorgen dat altijd de laatste stand van het project (met alle documentatie) in de CPU (dus in de installatie) beschikbaar is.

Receptuur

Met behulp van SFC83 "READ_DBL" is het mogelijk om receptuurdata uit het laadgeheugen te lezen. Met SFC 84 "WRIT_DBL" is het mogelijk om receptuurdata in het laadgeheugen te schrijven. De S7300C's met MMC kunnen geprogrammeerd worden vanaf STEP7 V5.1 SP2. MMC's zijn beschikbaar met opslagcapaciteit van 64kB tot 8 MB.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 18

S7SYS1B Systeembeheer


Module Information: General

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Module Information

Via het PLC menu kan men Module Information opvragen. Wat men hier raadpleegt komt rechtstreeks uit de CPU.

Tabs

De informatie is verdeeld over verschillende thema’s, toegankelijk via overeenkomstige tabs. Eerder in dit hoofdstuk zijn al de tabs Diagnostic Buffer en Stacks aan de orde geweest. In dit gedeelte de overige.

General

Siemens Training Uitgave 11

Het algemene gedeelte geeft modulegegevens (versie, bestelnummer), de locatie van de module in het station en de modulestatus.

pagina 19

S7SYS1B Systeembeheer


Diagnostic Buffer

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Diagnostic Buffer

Het Diagnostic Buffer bevindt zich in de CPU. Opgetreden fouten en mogelijke gevolgen worden er opgeslagen voor diagnosedoeleinden.

Bovenin

De nieuwste gegevens staan bovenin. Om oorzaak en gevolg vast te stellen leest men dan in een groepje meldingen van beneden naar boven.

Voorbeeld

In bovenstaand voorbeeld is de oorspronkelijke fout (oorzaak): BCD conversion error Affected register: accumulator 1 OB number: 121 , enzovoort met als direct gevolg: STOP caused by programming error (OB not loaded or n‌

Fout OB

Deze OB121 is een zgn. fout OB. Deze OB is er om een passende reactie te kunnen programmeren. In vervolgcursussen wordt er meer over verteld. Ook al geeft het vensterdeel Details on Event: meer details, toch kan het zinvol zijn extra informatie op te vragen via Help. Daar worden vaak instructies gegevens voor het opheffen of voorkomen van de betreffende fout. Indien in de details een bouwsteen wordt genoemd is dat het programma waarin de fout opgetreden is. Klikken op de knop Open Block opent de bouwsteen in de programma-editor. Mocht er een nieuwe fout optreden terwijl het tabblad Diagnostic is geopend, kan het zijn dat die niet meteen zichtbaar is in het venster. Klik dan op de knop Update voor het opnieuw uitlezen van het buffer.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 20

S7SYS1B Systeembeheer


Memory

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Memory

Het Memory deel geeft gegevens van de voor de gebruiker relevante geheugens:

Load Memory

Het laadgeheugen bestaat uit RAM en eventueel EPROM. Bovenstaande CPU heeft alleen een RAM. Een EPROM-module is toe te voegen aan de CPU via een opening aan de voorzijde. Het laadgeheugen bevat de bouwstenen zoals ze vanuit de Blocks map geladen worden.

Work Memory

Een deel van de in het laadgeheugen bestaande bouwstenen wordt overgenomen in het werkgeheugen (wat voor de programma-uitvoer nodig is). “Gaten� in het werkgeheugen kunnen worden verwijderd met de Compress knop. De gaten worden veroorzaakt door programmacorrectie, oude bouwstenen worden niet vervangen maar ongeldig verklaard. De gewijzigde bouwstenen worden toegevoegd aan het vrije eind van het geheugen. Zo wordt er steeds meer geheugenruimte ingenomen. Comprimeren is alleen nodig bij de S7-400. Bij de S7-300 wordt het werkgeheugen automatisch gecomprimeerd.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 21

S7SYS1B Systeembeheer


Scan Cycle Time

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Algemeen

De Scan Cycle Time is gedefinieerd als de tijd die de CPU nodig heeft voor: - het actualiseren van de Process Image Tables; - het uitvoeren van het gebruikersprogramma (OB1); - uitvoeren van de diagnosefuncties; - communiceren met het programmeersysteem.

Scan Cycle Time

Dit tabblad geeft informatie over de cyclische programmauitvoering: - de langste cyclustijd sinds de laatste overgang van STOP naar RUN; - de kortste cyclustijd sinds de laatste overgang van STOP naar RUN; - de huidige/laatste cyclustijd; - de geconfigureerde maximum tijd (voor bewaking), bij overschrijding wordt OB80 aangesproken; - de geconfigureerde minimum tijd (alleen voor S7-400).

Siemens Training Uitgave 11

pagina 22

S7SYS1B Systeembeheer


Time System

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Klok

Dit tabblad toont gegevens van de ge誰ntegreerde real-time klok in de CPU.

Correction Factor

Een correctiefactor (ms per 24 uur) wordt geconfigureerd in de stationsconfiguratie).

Clock Synchronization Er zijn verschillende manieren voor het synchroniseren van de klok: - binnenin een PLC-systeem, b.v. met multicomputing; - op het MPI-netwerk tussen master en slave; - met MFI (multi functional interface) voor punt-punt-verbindingen. Run Time Meter

Als bedrijfsurenteller van een apparaat (Via SFC2, SCF3 en SCF4) Het aantal bedrijfsurentellers is afhankelijk van het type CPU.

Set Time of Day

Er zijn twee manieren om de datum en tijd in te stellen: - via de optie Set Time of Day in het PLC menu; - het gebruik van SFC0.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 23

S7SYS1B Systeembeheer


Performance Data + Functional Capability

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Performance Data

Dit tabblad geeft informatie over: - de geheugenconfiguratie; - de adresbereiken; - wat er functioneel door het gebruikersprogramma geladen kan worden; - welke bouwstenen er door de CPU worden ondersteund.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 24

S7SYS1B Systeembeheer


Communication

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Communications

Siemens Training Uitgave 11

Dit tabblad geeft informatie over overdrachtssnelheid van interfaces, de beschikbare bronnen, en de maximale verlenging van de cyclustijd t.g.v. communicatietaken.

pagina 25

S7SYS1B Systeembeheer


Stacks

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Stacks

De Stacks geven alleen informatie in de STOP mode, b.v. onstaan door: - een programmafout (zonder OB121); - een STOP-instructie; - bereiken van een breakpoint.

B Stack

De Block Stack is een register waarin bouwsteenoproepen of bouwsteenonderbrekingen geregistreerd worden, alsmede de op dat moment aktieve DB.

I Stack

De Interrupt Stack is een register waarin alle registerwaarden (accu's, enz.) kunnen worden opgeslagen, voordat een bouwsteen onderbroken wordt.

L Stack

In de Local Data Stack kunnen de waarden van de tijdelijke variablen opgeslagen worden, voordat een bouwsteen onderbroken wordt.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 26

S7SYS1B Systeembeheer


Oefening

Module Information Bekijk de mogelijkheden van de CPU

1

Koppel de profibuskabel van de CPU (voorzichtig) los.

2

Gebruik Module Information - Diagnostic Buffer om te achterhalen wat de oorzaak en het gevolg van de storing is. Het gevolg van de storing is: Stop caused by …………………………………………… De oorzaak is: ………………………………..failure Je krijgt ook informatie over de OB die door het systeemprogramma getriggerd wordt. Welke OB is dit? ……………………..

3

Sluit de profibuskabel terug aan en zet de CPU terug in RUN.

4

Gebruik Module Information om te achterhalen hoe groot de cyclustijd is en hoeveel werk en laad-geheugen er in gebruik is. Bekijk ook de Performance Data. Bedenk dat deze gegevens ook in handboeken staan.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 27

S7SYS1B Systeembeheer


CPU met Webserver

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Webserver

Steeds vaker beschikken CPU‘s over een eigen Webserver. Met behulp van een WebBrowser kan men, in principe vanaf overal, de geïntegreerde webpagina‘s bekijken. Naast algemene systeeminformatie kan bijvoorbeeld ook het Diagnostic Buffer uitgelezen worden. Indien variabelentabellen in het project worden voorzien van het Family attribuut VATtoWEB, dan zijn ook deze zichtbaar via de WebBrowser. Als URL volstaat het IP-adres van de CPU.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 28

S7SYS1B Systeembeheer


Oefening

Webserver (optioneel, afhankelijk van beschikbare CPU)

1

Open de stationsconfiguratie en geef bij de CPU-properties de Webserver vrij. Selecteer engels en duits als te gebruiken talen voor teksten.

2

Voer Save and Compile en Download uit om de gewijzigde configuratie naar de CPU te brengen.

3

Start de WebBrowser en type het IP-adresvan uw CPU in. Bekijk de beschikbare webpagina’s. Niet alle informatie is standaard beschikbaar, zo moeten er voor systeemmeldingen en variabelentabellen aanvullende instellingen gedaan

4

Ga naar de Properties van de eerder opgeslagen variabelentabel in uw project. Ga nar het tabblad General – Part 2 en vul bij Family in VATtoWEB. (Als alternatief kan ook Web server aangevinkt worden.)

5

Open de stationsconfiguratie en voer Save and Compile en Download uit om de gewijzigde instellingen over te nemen en naar de CPU te brengen.

6

Test nu ook de variabelentabel via de WebBrowser.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 29

S7SYS1B Systeembeheer


lege pagina

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 30

S7SYS1B Systeembeheer


Parametreerbare bouwstenen

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Inhoud Vaker hetzelfde

…………………………………………………………………………………………….

2

Opbouw en oproep van een parametreerbare FC ..……………………………………………………….

3

Testen van parametreerbare FC

………………………………………………………………………….

4

Monitor with Call-Up Path …………………………………………………………………………………..

5

Oefening Parametreerbare flessenteller

6

Siemens Training Uitgave 11

………………………………………………………...……….

pagina 1

S7SYS1B Parametreerbare bouwstenen


Vaker hetzelfde

1 keer

2 keer

3 keer

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Stelt u zich voor…

Er moeten vaker identieke bewerkingen gedaan worden met steeds 3 verschillende integer waarden: MW16 = (MW10 + MW12) * MW14 MW26 = (MW20 + MW22) * MW24 MW36 = (MW30 + MW32) * MW34 Voor deze bewerkingen kunnen natuurlijk meerdere identieke netwerken en/of bouwstenen gemaakt worden echter steeds met andere integer waarden. Echter ten aanzien van efficiënt geheugengebruik en engineeringsinspanning is dit niet de fraaiste methode.

Subroutine

Mooier zou zijn om één subroutine te maken met daarin de bewerking en vervolgens deze subroutine vaker op te roepen. Bij veel programmeertalen is dit een hele gebruikelijke methode. Hoe gaat dit bij SIMATIC S7?

Siemens Training Uitgave 11

pagina 2

S7SYS1B Parametreerbare bouwstenen


Opbouw en oproep van een parametreerbare FC

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Parametreerbaar

Door een FC parametreerbaar te maken krijg je bij SIMATIC S7 als het ware een subroutine.

“interface”

Daarvoor moet in het declaratiedeel van de FC een “interface” gedefinieerd worden. Deze “interface” bestaat uit in- en uitgangsparameters met een symbolische naam, type en eventueel commentaar. Deze in- en uitgangsparameters gebruikt men in het vaker benodigde programmadeel. Als vervolgens de parametreerbare bouwsteen opgeroepen wordt vanuit een andere bouwsteen dan komen de in- en uitgangsparameters beschikbaar. Daar worden ze dan voorzien van de variabelen waarmee de bewerking moet worden uitgevoerd.

Oproep

Bij de oproep van de parametreerbare FC kent men de werkelijk benodigde variabelen toe aan de in- en uitgangsparameters van de FC. Roept men de parametreerbare FC vaker op dan komen de in- en uitgangsparameters steeds opnieuw beschikbaar en kunnen vervolgens voorzien worden van de dan benodigde variabelen.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 3

S7SYS1B Parametreerbare bouwstenen


Testen van parametreerbare FC

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

éénmalig

Het testen van een parametreerbare FC met de testfunctie Monitor is alleen zinvol indien de FC éénmalig opgeroepen wordt.

vaker

Wordt de parametreerbare FC echter vaker opgeroepen dan krijgen de in- en uitgangsparameters binnen één programmacyclus meerdere variabelen te verwerken. Het testen met Monitor is dan niet zinvol meer, namelijk het moment waarop de statusinformatie “gescand” wordt (1e oproep, 2e oproep of 3e oproep?) ligt dan niet eenduidig vast. Het monitoren van de bouwsteen waarin de parametreerbare bouwsteen wordt opgeroepen is daarentegen wel zinvol omdat je daar de aldaar geparametreerde waarden inclusief het daarbijhorende resultaat ziet.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 4

S7SYS1B Parametreerbare bouwstenen


Monitor with Call-Up Path

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Monitor with Call-Up Wordt een parametreerbare FC/FB vaker opgeroepen dan kun je door Path

middel van het contextmenu Monitor with Call-Up Path de bouwsteen in de meeste situaties toch monitoren.

Voorwaarde

Voorwaarde voor het gebruik van deze functionaliteit is dat de instelling Operation > Test Operation ingesteld is, en vanuit de oproepende bouwsteen geselecteerd en gedownload is.

FAQ 10786651 te volgen procedure - Selecteer de oproepende bouwsteen; - kies het menu Debug - Operation; - controleer de instelling Test Operation en sluit af met OK; - download de bouwsteen; - selecteer de bouwsteenoproep van de te testen bouwsteen; - roep met de rechtermuistoets het menu Called Block- Monitor with Call-Up Path op; - te gebruiken in CPU’s die geleverd zijn vanaf oktober 2000.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 5

S7SYS1B Parametreerbare bouwstenen


Oefening

Parametreerbare flessenteller (1/2) In FC11 gebruiken we voor het tellen van flessen een 2 maal een stuk programma, bestaande uit drie netwerken (tellen, wissen, display-sturing). We zouden deze drie netwerken ook in een parametreerbare functie kunnen programmeren en dan deze parametreerbare functie 2 maal aanroepen. In de volgende oefening wordt dit gedaan.

1

Maak een FC100 aan. Geef bij de Object Properties van FC100, bij de tab General - Part 1 de symbolische naam Flessenteller in. Als symbolisch commentaar mag je voor het tellen van flessen ingeven.Vergeet ook niet bij General - Part 2 de gegevens in te vullen.

2

Open FC100 en vul in de declaratietabel de volgende gegevens in: Declaration Name Type Comment sensor BOOL sensorsignaal in toon_aantal BOOL toon aantal flessen op display in wis_telstand BOOL wissen van het flessenaantal in display WORD flessenaantal op display out flankgeheugen BOOL flankmemorybit in_out tellergeheugen INT tellergeheugen voor flessenaantal in_out

3

Schrijf in FC100 het onderstaande programma. Vul zelf de gegevens uit de declaratietabel in:

?

? 4

Siemens Training Uitgave 11

Save en Download FC100. Hierna gaan we FC100 2 maal in FC11 oproepen en de parameters benoemen.

pagina 6

S7SYS1B Parametreerbare bouwstenen


Oefening

Parametreerbare flessenteller (2/2)

5

We openen nu FC11 en verwijderen de netwerken waarin de oude telfuncties zijn geprogrammeerd (netwerk 1 t/m 6). Vervolgens zorgen we dat we als eerste in de bouwsteen twee lege netwerken hebben, waarin we de aanroep naar FC100 kunnen programmeren. Onderstaand voorbeeld laat de eerste aanroep zien met bijbehorende ingevulde parameters voor het tellen van lege flessen:

6

Maak zelf de tweede aanroep van FC100 en geef de parameters in voor het tellen van volle flessen.

7

Save en Download FC11 en test de werking.

8

Bekijk m.b.v. Reference Data de nieuwe programmastructuur.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 7

S7SYS1B Parametreerbare bouwstenen


lege pagina

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 8

S7SYS1B Parametreerbare bouwstenen


Analoge in- en uitgangen

Hoog niveau

Niveautransmitter

Laag niveau

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Inhoud Analoge modulen

…………………………………………………………………………………...…….

2

Meetbereikmoduul

………………………………………………………………………………….……..

3

Adressen voor analoge modulen bij de S7-300 Een analoge ingangsmodule

…………………………………………………..…….

4

……………………………………………………………………….……..

5

Een analoge in- en uitgangsmodule

……………………………………………………………….……..

6

………………………………………………………………….…….

7

Representatie en verschillende meetbereiken ……………………………………………………..……

8

Representatie voor analoge uitgangen

……………………………………………………………..……

9

Scaling van analoge ingangswaarden ……………………………………………………………………

10

Unscaling van een real waarde voor een analoge uitgang

……………………………………...…….

11

Oefening: Niveaumeting vultank

…………………………………………………………………...……

12

Oefening: Alarmbewaking niveau

………………………………………………………………….…….

13

Representatie en nauwkeurigheid

Siemens Training Uitgave 11

pagina 1

S7SYS1B Analoge in- en uitgangen


Analoge modulen Proces Fysieke grootheid

Analoog ingangsmoduul

CPU

Standaard analoog signaal geheugen

MR moduul

Sensor • • • • • • •

ADC

Transmitter

druk temperatuur hoeveelheid snelheid pH waarde viscositeit enz.

± 500mV ± 1V ± 5V ± 10V ± 20mA 4...20mA enz.

PIW ... PIW ... ::: PIW ...

L PIW 352

Analoog uitgangsmoduul geheugen

DAC

Stelorgaan Fysieke grootheid

PQW ... PQW ... ::: PQW ...

T PQW 368

Standaard analoog signaal

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Principe

In een productieproces zijn er veelal verschillende fysieke grootheden (vaak geleidelijk van waarde veranderend) die in de PLC voor automatiserings-doeleinden bewerkt worden.

Sensor

Sensoren meten het gedrag van fysieke grootheden d.m.v. allerlei meetprincipes zoals uitzetting en inductie.

Transmitter

Transmitters zorgen voor omzetting naar standaard elektrische analoge signalen, zoals ± 500mV, ± 10V, ± 20mA, 4...20mA. Die signalen worden aangeboden aan analoge ingangsmodulen. Meestal vindt dan eerst nog een signaalaanpassing plaats (MR = measuring range).

ADC

Voordat de analoge waarden in de CPU bewerkt kunnen worden moeten ze worden omgezet naar een digitale vorm. Dat gebeurt in de analoge ingangsmoduul d.m.v. de ADC (Analog-to-Digital Converter) Deze analoog naar digitaal omzetting gaat in een bepaalde volgorde, voor steeds 1 kanaal tegelijk.

Geheugen

Het resultaat van de omzetting wordt opgeslagen in een geheugen en blijft daar tot het wordt overschreven door een nieuwe waarde. De waarden in dit geheugen worden uitgelezen met de laadinstructie L PIW … .

Analoge uitgang

Voor een analoge uitgang geldt een vergelijkbaar verhaal in omgekeerde richting. De transferinstructie T PQW … wordt gebruikt om de in de CPU berekende waarde over te dragen naar het geheugen in de analoge uitgangsmoduul, waar de DAC er weer een elektrisch analoog signaal van maakt.

Stelorgaan

Het stelorgaan zorgt aan de hand van het analoge signaal voor het sturen van procesgrootheden (b.v. regelklep).

Siemens Training Uitgave 11

pagina 2

S7SYS1B Analoge in- en uitgangen


Meetbereikmoduul

coding key

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Coding key

Afhankelijk van het type meting en het meetbereik, wordt een coding key in een bepaalde positie geplaatst. Deze zorgt voor in- en uitschakeling van bepaalde componenten in een ingangsnetwerk van een of meerdere kanalen. Sommige ingangsmodulen zonder coding key gebruiken verschillende aansluitpunten op de connector, waardoor de type meting bepaald wordt.

Measuring Range Module De meetbereikmoduul met de coding key bevinden zich aan de linkerzijde van de ingangsmoduul. De positie voor de coding key is A, B, C of D. Aan de zijkant van de module staat uitleg, die overigens ook gegeven wordt bij de eigenschappen van de module in de stationsconfiguratie. Channel Groups

Siemens Training Uitgave 11

Op sommige modulen worden meerdere kanalen samengevoegd tot een channel group. In zo’n geval geldt een instelling van een coding key voor alle kanalen van de channel group.

pagina 3

S7SYS1B Analoge in- en uitgangen


Adressen voor analoge modulen bij de S7-300

Power Supply

Rack 3

IM (Receive)

Power Supply

Rack 2

Rack 1

R 0

Power Supply

Power Supply

IM (Receive)

IM (Receive)

IM CPU

Slot

(Send)

2

3

640 t/m 654

656 t/m 670

672 t/m 686

688 t/m 702

704 t/m 718

720 t/m 734

736 t/m 750

752 t/m 766

512 t/m 526

528 t/m 542

544 t/m 558

560 t/m 574

576 t/m 590

592 t/m 606

608 t/m 622

624 t/m 638

384 t/m 398

400 t/m 414

416 t/m 430

432 t/m 446

448 t/m 462

464 t/m 478

480 t/m 494

496 t/m 510

256 t/m 270

272 t/m 286

288 t/m 302

304 t/m 318

320 t/m 334

336 t/m 350

352 t/m 366

368 t/m 382

5

6

7

8

9

10

4

11

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Adresbereik

De S7-300 heeft een speciaal adresbereik voor analoge in- en uitgangen, welke gescheiden is van de in- en uitgangsregisters voor digitale in- en uitgangen (PII, PIQ). Het adresbereik loopt van byte 256 t/m 767. Voor elk analoog kanaal is 2 byte gereserveerd.

Toegang

U heeft toegang tot de analoge modules met laad- en transfer-instructies. Voorbeeld: de instructie L PIW 256 leest het eerste kanaal van de eerste moduul in rek 0.

S7-400

Bij de S7-400 begint het adresbereik voor analoge modulen met byte 512.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 4

S7SYS1B Analoge in- en uitgangen


Een analoge ingangsmodule

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Diagnostic interrupt

Indien de Diagnostic Interrupt ingeschakeld wordt en een Diagnostic Event treedt op (gebeurtenis, zoals ontbreken voedingsspanning), dan worden de diagnosegegevens in de diagnosedata gebied van de module weggeschreven. De module zal vervolgens een diagnose-interrupt genereren richting CPU. Het systeemprogramma van de CPU onderkent de interrupt en gaat in het geheugen op zoek naar OB82. De analoge kaart kan de volgende Diagnostic Events onderkennen: - configuratie/parametreringsfout; - common mode fout (potentiaalverschil tussen de massa-aansluitingen (M)); - Draadbreuk detectie; - Meetbereikoverschreiding (overflow & underflow); - Ontbreken van de voedingsspanning L+.

Hardware Interrupt When Limit Value Exceeded Indien het signaal op de ingang buiten het bereik is wat onder Trigger for Hardware Interrupt gedefinieerd is, dan genereert de analoge kaart een Hardware Interrupt richting de CPU. Het systeemprogramma van de CPU onderkent de interrupt en gaat in het geheugen op zoek naar OB40 (bij S7-300). Opmerking

Alleen de eerste ingang van een chanel group kun je op het ingegeven bereik laten bewaken. N.B. de channel group bestaat hier uit kanaal 0 en 1.

Coding key (Position of Measuring Range Selection Module) Hier ziet u de hint die gegeven wordt voor de plaatsing van de coding key.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 5

S7SYS1B Analoge in- en uitgangen


Een analoge in- en uitgangsmodule

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 6

S7SYS1B Analoge in- en uitgangen


Representatie en nauwkeurigheid

eenheid

Bit waarde

Dec. Hex.

Nauwkeurigheid in bits + voorteken

Bit nummer

15

14

13

12

11

10

9

8

7

6

5

4

3

2

1

0

VT 214 213 212 211 210

29

28

27

26

25

24

23

22

21

20

8

128

80

0

0

0

0

0

0

0

0

1

*

*

*

*

*

*

*

9

64

40

0

0

0

0

0

0

0

0

0

1

*

*

*

*

*

*

10

32

20

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

1

*

*

*

*

*

11

16

10

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

1

*

*

*

*

12

8

8

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

1

*

*

*

13

4

4

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

1

*

*

14

2

2

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

1

*

15

1

1

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

1

VT

= Voor Teken

*

= Niet relevante informatiebits

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Representatie

Analoge waarden worden weergegeven in de 2-complementmethode. De waarde is positief bij bit 15 = 0 en negatief bij bit 15 =1.

Nauwkeurigheid

Als de nauwkeurigheid minder dan 15 bit is, wordt de waarde links uitgelijnd in de accu geschreven. De overige bits zijn niet relevante informatiebits. Deze zijn allen 0 bij positieve waarden en 1 bij negatieve waarden.

Onderdrukking Stoorfrequentie Bij sommige modules wordt de nauwkeurigheid bepaald door de keuze van een filterinstelling: Interference frequency Integration time Resolution suppression

Algemeen

Siemens Training Uitgave 11

(Hz)

(ms)

(in bits)

400 60 50 10

2.5 16.6 20 100

9 12 12 14

+ sign bit + sign bit + sign bit + sign bit

Afhankelijk van het type moduul is de nauwkeurigheid 8 tot 15 bits.

pagina 7

S7SYS1B Analoge in- en uitgangen


Representatie en verschillende meetbereiken spanning b.v.:

stroom b.v.:

bereik meetbereik ± 10 V

eenheden

meetbereik 4 .. 20 mA

eenheden

>= 11.759

32767

>= 22.815

32767

Overrange

>10.00

>27648

>20.000

>27648

normale bereik

10.00 . . . -10.00

27648 . . . -27648

20.000 . . . 4.000

27648 . . . 0

Underrange

<-10.00

<-27648

<4.000

<0

<= - 11.76

- 32768

<= 1.1845

Overflow

Underflow

- 32768

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Spanning, stroom

Coderen van de symmetrische (bipolaire) spanning- en stroombereiken:

(symmetrisch)

• • • •

± 80mV ± 250 mV ± 500 mV ±1V

• • •

± 2.5 V ± 5V ± 10V

• • •

± 3.2 mA ± 10 mA ± 20 mA

leidt tot een normaal bereik van -27648 tot +27648. Spanning, stroom

Coderen van de asymmetrische (unipolaire) spanning- en stroombereiken:

(asymmetrisch)

• •

0 tot 2 V 1 tot 5 V

• •

0 tot 20 mA 4 tot 20 mA

leidt tot een normaal bereik van 0 tot +27648. Weerstand

Coderen van de weerstandbereiken: • • •

0 tot 150 Ohm 0 tot 300 Ohm 0 tot 600 Ohm

leidt tot een normaal bereik van 0 tot +27648. Temperatuur

Siemens Training Uitgave 11

Temperaturen worden gemeten met temperatuursafhankelijke weerstanden of thermo-elementen (thermokoppels). Codering leidt tot het 10-voud van het temperatuurbereik: sensor:

temperatuurbereik:

• • • • • •

-200 tot + 850 ºC -60 tot + 250 ºC -270 tot + 1372 ºC -270 tot + 1300 ºC -210 tot + 1200 ºC -270 tot + 1000 ºC

Pt 100 Ni 100 Thermocouple type K Thermocouple type N Thermocouple type J Thermocouple type E

pagina 8

normaal bereik: -2000 tot + 8500 -600 tot + 2500 -2700 tot + 13720 -2700 tot + 13000 -2100 tot + 12000 -2700 tot + 10000.

S7SYS1B Analoge in- en uitgangen


Representatie voor analoge uitgangen spanning bereik

eenheden 0 tot 10V

Overflow

>=32767

Overrange

normaal bereik

Underrange Underflow

0

stroom

uitgangssignaal: 1 tot 5V Âą 10V

0

0

0 tot 20mA

0

uitgangssignaal: 4 tot 20mA Âą 20mA

0

0

>27648

>10.0000

>5.0000

>10.0000

>20.000

>20.000

>20.000

27648 : 0 -1

10.0000 : 0 0

5.0000 : 1.0000

10.0000 : 0 : : : : : : : -10.0000

20.000 : 0 0

20.000 : 4.000

20.000 : 0 : : : : : : : -20.000

: :

0.9999

- 6912

0

- 6913 : - 27648

0

<-27648 <=- 32513

<-10.000 0

SIMATIC S7

3.9995 0 0

<-20.000 0

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Bovenstaande tabel geeft de omzetting weer door de analoge uitgangsmoduul van de integer waarde naar de uitgangsspanning of -stroom.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 9

S7SYS1B Analoge in- en uitgangen


Scaling van analoge ingangswaarden

500,0

0,0 0

27648

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Voorbeeld

Het niveau van een tank moet gemeten worden in liters. De transmitter is zodanig gekozen dat 500 liter een spanning vertegenwoordigt van 10 V.

OB35

Omdat een analoog signaal gewoonlijk niet snel verandert, hoeft het signaal niet volgens de snelheid van de OB1 cyclus ingelezen te worden. Men kan hiervoor OB's gebruiken met een ander cyclisch karakter, zoals bijvoorbeeld de OB35 (= elke 100ms signaal en programma updaten).

Scaling

De analoge moduul codeert de analoge spanning 10 V tot een integer waarde van 27648. Die waarde moet nu worden omgezet naar de fysieke hoeveelheid in liters. Dit staat bekend als scaling.

programma

De bouwsteen FC105 (SCALE) uit de STEP 7 bibliotheek "Standard Library" - "TIS7 Converting Blocks“ wordt voor scaling gebruikt.

IN

De analoge waarde voor ingang IN kan direct uit de module worden gelezen (PIW …) of via welke adres dan ook in integer formaat.

LO_LIM, HI_LIM

De ingangen LO_LIM (low limit) en HI_LIM (high limit) worden gebruikt om de grenzen te specificeren voor convertering naar de fysieke hoeveelheid. In het bovenstaande voorbeeld is dat van 0 tot 500 liter.

OUT

De verkregen (fysieke) waarde wordt opgeslagen als real op het bij OUT aangegeven adres.

BIPOLAR

De ingang BIPOLAR geeft aan of ook negatieve waarden omgezet moeten worden. In het voorbeeld heeft M0.0 de waarde 0, wat aangeeft dat de ingangswaarde unipolair is.

RET_VAL

De uitgang RET_VAL heeft een waarde van 0 als de omzetting foutloos is verlopen.

Opmerking

Voor temperatuurmetingen moet de output value gedeeld worden door 10. Thermoelementen en thermoweerstanden werken in een ander nominaal bereik. (zo staat de integer waarde +600 voor +60.0°C).

Siemens Training Uitgave 11

pagina 10

S7SYS1B Analoge in- en uitgangen


Unscaling van een real waarde voor een analoge uitgang

27648

0 0,0

SIMATIC S7

100,0

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Voorbeeld

Het gebruikersprogramma berekent een analoge waarde in het bereik van 0 tot 100%. Die waarde moet via een analoge uitgangsmodule worden uitgegeven.

Unscaling

Hiervoor wordt de FC106 (UNSCALE) gebruikt.

OUT

De ontstane analoge waarde op uitgang OUT kan in de vorm van een 16bits integer worden geschreven naar een uitgangsmoduul of welke adres dan ook.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 11

S7SYS1B Analoge in- en uitgangen


Oefening

Niveaumeting vultank In OB35 willen we het niveau van de vultank inlezen en op het display laten tonen. Om nu de analoge waarde naar een bepaald bereik te laten schalen, maken we gebruik van een door SIEMENS geprogrammeerde FC105 “SCALE� uit de bouwsteenbibliotheek.

1

Maak de volgende aanvullingen en aanpassingen in de Symbol table : Symbol Address Data type Comment L120 PIW512 niveau van vultank M_Niveau MD220 geschaald niveau van vultank S109 I1.0 BOOL kies niveauweergave H109 Q5.0 BOOL niveauweergave actief

?!

2

Maak OB35 aan en open deze bouwsteen.

3

Open Program Elements en open vervolgens Libraries, Standard Library, TI-S7 Converting Blocks. Voeg vanuit deze bibliotheek, in een nieuw netwerk de FC105 SCALE in.

4

Voeg in de declaratietabel van OB35, na de reeds bestaande declaraties, de volgende adressen toe: Declaration Name Type Comment foutcode WORD W#16#0000 goed, W#16#0008 overflow temp unipolair BOOL 0 is unipolair temp afgerond DINT temp temp inBCD32 DWORD

5

Maak nu onderstaand programma met de volgende adressen:

6

Save, Download (denk aan FC105) en test de werking.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 12

S7SYS1B Analoge in- en uitgangen


Oefening

Alarmbewaking niveau Naast niveauweergave willen we ook een bewaking op het niveau. Zo willen we een melding indien het niveau te hoog niveau of te laag wordt. Deze niveaubewaking programmeren we m.b.v. vergelijkinstructies.

1

Maak de volgende aanvullingen en aanpassingen in de Symbol table: Symbol Address Data type Comment H110 Q5.1 BOOL Niveau te hoog H111 Q5.2 BOOL Niveau te laag

2

Programmeer nu onderstaande netwerken in OB35: 4

5

3

Siemens Training Uitgave 11

Save, Download en test de werking.

pagina 13

S7SYS1B Analoge in- en uitgangen


lege pagina

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 14

S7SYS1B Analoge in- en uitgangen


Trainingsmodel en signaaloplegging

V

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Inhoud Het S7-300 model

……………………………………………………………………………………...…..

2

Het S7-400 model ……………………………………………………………………………………….….

3

Bandmodel ………………………………………………………………………………………………..…

4

Bedieningspaneel ………………………………………………………………………………………..….

5

Indeling van de S7-300 ………………………………………………………………………………...…..

6

Signaaloplegging S7-300 32 kanaals I/O ……………………………………………………………..…..

7

Signaaloplegging S7-300 16 kanaals I/O …………………………………………………………….……

9

Indeling van de S7-400 Signaaloplegging S7-400

Siemens Training Uitgave 11

……………………………………………………………………………...…….

11

…………………………………………………………………………...…….

12

pagina 1

S7SYS1B Trainingsmodel en signaaloplegging


Het S7-300 model

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Het S7-300 model bestaat uit: - een S7-300 PLC met CPU 315-2DP; - digitale in- en uitgangsmodulen en een analoge module; - bedieningspaneel met een digitaal en analoog deel; - bandmodel. Het is ook mogelijk dat u onderstaand bandmodel gebruikt.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 2

S7SYS1B Trainingsmodel en signaaloplegging


Het S7-400 model

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Het S7-400 model bestaat uit: - een S7-400 PLC met CPU 416-2DP; - digitale in- en uitgangsmodulen en een analoge module; - bedieningspaneel met een digitaal en analoog deel; - bandmodel. Het is ook mogelijk dat u onderstaand bandmodel gebruikt.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 3

S7SYS1B Trainingsmodel en signaaloplegging


Bandmodel

B1

H1 M1 K1 - rechtsom K2 - linksom

S1

S2

H2

B2

B3

H4

H3

S3

B4

S4

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Het bandmodel bestaat uit een lopende band met 2 draairichtingen, naderingschakelaars, een lichtcel, handbediende schakelaars en signaallampen.

Siemens Training Uitgave 11

pagina 4

S7SYS1B Trainingsmodel en signaaloplegging


Bedieningspaneel

DI .0

DO

H101 H102 H103 H104 H105 H106 H107 H108

.0

.7

S101 S102 S103 S104 S105 S106 S107 S108

.0

S109

H109

.0

.1

S110 S111 S112 S113 S114 S115 S116

H110 H111 H112 H113 H114 H115 H116

.1

.1 .2 .3 .4 .5 .6

.2 .3 .4 .5 .6 .7

.1 .2 .3

V

.4 .5 .6

H120

-15V...+15V AI1

.7

AI2 AO1 -15V...+15V AO2

L120

L121 AI1

V

.2

AI2

.3 .4 .5

0 8 1 5

AI1

AI2

AO1

AO2

.6 .7

S120

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

Het bandmodel is met de PLC verbonden. Er zijn 3 secties:

Siemens Training Uitgave 11

binair, met 16 schakelaars (of pulscontacten) en 16 LED‘s;

digitaal, met een duimwielschakelaars en 7-segments display. Deze gebruiken BCD-code;

Analoog, met 2 regelbare spanningen t.b.v. analoge ingangen van de PLC. Voor weergave via een analoge meter is er een 4-standenschakelaar, voor het selecteren van zowel de 2 analoge ingangssignalen als voor 2 uitgangssignalen.

pagina 5

S7SYS1B Trainingsmodel en signaaloplegging


Indeling van de S7-300 16-kanaals modulen

Module Slot No.

--> -->

PS 1

CPU 2

DI 16 4

DI 16 5

DO 16 6

DO 16 7

--> -->

PS 1

CPU 2

DI 32 4

DO 32 5

DI8/DO8 6

AI 2 7

DI 16 8

DO 16 9

AI/AO4 10

32-kanaals modulen

Module Slot No.

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

De PLC is opgebouwd uit de volgende modulen: 16-kanaals

32-kanaals

Siemens Training Uitgave 11

Slot 1: Slot 2: Slot 4: Slot 5: Slot 6: Slot 7: Slot 8: Slot 9: Slot 10:

Power Supply 24V/5A CPU 315-2DP Digital input 16x24V Digital input 16x24V Digital output 16x24V 0.5A Digital output 16x24V 0.5A Digital input 16x24V Digital output 16x24V 0.5A Analog 4 AI/4 AO

Slot 1: Slot 2: Slot 4:

Power Supply 24V/5A CPU 315-2 DP Digital input 32x24V

Slot 5:

Digital output 32x24V/0.5A

Slot 6: Slot 7:

Digital 8 DI/8 DO Analog 2 AI

pagina 6

ingangen bedieningspaneel duimwielschakelaars uitgangen bedieningspaneel 7 segments display ingangen bandmodel uitgangen bandmodel toegankelijk via bedieningspaneel

ingangen bedieningspaneel en duimwielschakelaars uitgangen bedieningspaneel en 7 segments display in- en uitgangen bandmodel analoge sectie van het bedieningspaneel

S7SYS1B Trainingsmodel en signaaloplegging


Signaaloplegging S7-300 32 kanaals I/O (1/2)

slot 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 5 5

SIMATIC S7

symbool

adres

omschrijving

S101 S102 S103 S104 S105 S106 S107 S108 S109 S110 S111 S112 S113 S114 S115 S116 S120 H101 H102

I ___.0 0 I ___.1 0 I ___.2 0 I ___.3 0 I ___.4 0 I ___.5 0 I ___.6 0 I ___.7 0 I ___.0 1 I ___.1 1 I ___.2 1 I ___.3 1 I ___.4 1 I ___.5 1 I ___.6 1 I ___.7 1 IW ___ 2 Q ___.0 4 Q ___.1 4

in uit hand auto rechtsom linksom

duimwielschakelaar in bedrijf uit bedrijf

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

slot 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 5 5 5 5 5 5 5 5

symbool

adres

omschrijving

S101 S102 S103 S104 S105 S106 S107 S108 S109 S110 S111 S112 S113 S114 S115 S116 S120 H101 H102 H103 H104 H105 H106 H107 H108

0 I ___.0 0 I ___.1 I ___.2 0 I ___.3 0 I ___.4 0 I ___.5 0 I ___.6 0 I ___.7 0 1 I ___.0 1 I ___.1 I ___.2 1 I ___.3 1 I ___.4 1 I ___.5 1 I ___.6 1 I ___.7 1 IW ___ 2 4 Q ___.0 4 Q ___.1 Q ___.2 4 Q ___.3 4 Q ___.4 4 Q ___.5 4 Q ___.6 4 Q ___.7 4

in uit hand auto rechtsom linksom

Siemens Training Uitgave 11

duimwielschakelaar in bedrijf uit bedrijf hand bedrijf auto bedrijf

pagina 7

S7SYS1B Trainingsmodel en signaaloplegging


Signaaloplegging S7-300 met 32-kanaals I/O (2/2) slot 5 5 5 5 5 5 5 5 5 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 7 7

symbool

adres

H109 H110 H111 H112 H113 H114 H115 H116 H120 B4 S1 S2 S3 S4 B1 B2 B3

5 Q ___.0 5 Q ___.1 Q ___.2 5 Q ___.3 5 Q ___.4 5 Q ___.5 5 Q ___.6 5 Q ___.7 5 QW ___ 6 8 I ___.0 8 I ___.1 I ___.2 8 I ___.3 8 I ___.4 8 I ___.5 8 I ___.6 8 I ___.7 8 8 Q ___.0 8 Q ___.1 Q ___.2 8 Q ___.3 8 Q ___.4 8 Q ___.5 8 Q ___.6 8 Q ___.7 8 PIW 512 ___ PIW 514 ___

H1 H2 H3 H4 K1 K2 H6 L120 L121

Siemens Training Uitgave 11

omschrijving

7 segments display lichtcel drukknop 1 bandmodel drukknop 2 bandmodel drukknop 3 bandmodel drukknop 4 bandmodel naderingschakelaar 1 naderingschakelaar 2 naderingschakelaar 3 signalering 1 signalering 2 signalering 3 signalering 4 bandsturing rechtsom bandsturing linksom claxon analoog in 1 bedieningspaneel analoog in 2 bedieningspaneel

pagina 8

S7SYS1B Trainingsmodel en signaaloplegging


Signaaloplegging S7-300 16 kanaals I/O (1/2)

slot 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 5 6 6

SIMATIC S7

symbool S101 S102 S103 S104 S105 S106 S107 S108 S109 S110 S111 S112 S113 S114 S115 S116 S120 H101 H102

adres I ___.0 0 I ___.1 0 I ___.2 0 I ___.3 0 I ___.4 0 I ___.5 0 I ___.6 0 I ___.7 0 I ___.0 1 I ___.1 1 I ___.2 1 I ___.3 1 I ___.4 1 I ___.5 1 I ___.6 1 I ___.7 1 IW ___ 2 Q ___.0 4 Q ___.1 4

omschrijving in uit hand auto rechtsom linksom

duimwielschakelaar in bedrijf uit bedrijf

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

slot 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 5 6 6 6 6 6 6 6 6

symbool

adres

omschrijving

S101 S102 S103 S104 S105 S106 S107 S108 S109 S110 S111 S112 S113 S114 S115 S116 S120 H101 H102 H103 H104 H105 H106 H107 H108

0 I ___.0 0 I ___.1 I ___.2 0 I ___.3 0 I ___.4 0 I ___.5 0 I ___.6 0 I ___.7 0 1 I ___.0 1 I ___.1 I ___.2 1 I ___.3 1 I ___.4 1 I ___.5 1 I ___.6 1 I ___.7 1 IW ___ 2 4 Q ___.0 4 Q ___.1 Q ___.2 4 Q ___.3 4 Q ___.4 4 Q ___.5 4 Q ___.6 4 Q ___.7 4

in uit hand auto rechtsom linksom

Siemens Training Uitgave 11

duimwielschakelaar in bedrijf uit bedrijf hand bedrijf auto bedrijf

pagina 9

S7SYS1B Trainingsmodel en signaaloplegging


Signaaloplegging S7-300 met 16-kanaals I/O (2/2) slot 6 6 6 6 6 6 6 6 7 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 10 10 10 10 10 10 10 10

symbool

adres

H109 H110 H111 H112 H113 H114 H115 H116 H120 B4 S1 S2 S3 S4 B1 B2 B3

4 Q ___.0 4 Q ___.1 Q ___.2 4 Q ___.3 4 Q ___.4 4 Q ___.5 4 Q ___.6 4 Q ___.7 4 QW ___ 6 8 I ___.0 8 I ___.1 I ___.2 8 I ___.3 8 I ___.4 8 I ___.5 8 I ___.6 8 I ___.7 8 9 I ___.0 9 I ___.1 I ___.2 9 I ___.3 9 I ___.4 9 I ___.5 9 I ___.6 9 I ___.7 9 8 Q ___.0 8 Q ___.1 Q ___.2 8 Q ___.3 8 Q ___.4 8 Q ___.5 8 Q ___.6 8 Q ___.7 8 9 Q ___.0 9 Q ___.1 Q ___.2 9 Q ___.3 9 Q ___.4 9 Q ___.5 9 Q ___.6 9 Q ___.7 9 512 PIW ___ 514 PIW ___ 516 PIW ___ PIW ___ 518 PQW 512 ___ PQW 516 ___ PQW 518 ___ PQW 520 ___

H1 H2 H3 H4 K1 K2 H6

L120 L121

Siemens Training Uitgave 11

omschrijving

7 segments display lichtcel drukknop 1 bandmodel drukknop 2 bandmodel drukknop 3 bandmodel drukknop 4 bandmodel naderingschakelaar 1 naderingschakelaar 2 naderingschakelaar 3

signalering 1 signalering 2 signalering 3 signalering 4 bandsturing rechtsom bandsturing linksom claxon

analoog in 1 bedieningspaneel analoog in 2 bedieningspaneel

analoog uit 1 bedieningspaneel analoog uit 2 bedieningspaneel

pagina 10

S7SYS1B Trainingsmodel en signaaloplegging


Indeling van de S7-400 Slot No.

1

PS

2

3

CPU

4

5

6

DI 32

7

DI 32

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

DO DO AI 32 32 8

SIMATIC S7

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

De PLC is opgebouwd uit de volgende modulen: Slot 1: Slot 4: Slot 8: Slot 9: Slot 10: Slot 11: Slot 12:

Siemens Training Uitgave 11

Power supply 24V and 5V/20A CPU 416-2DP Digital input 32x24V ingangen van bedieningpaneel Digital input 32x24V ingangen van bandmodel Digital output 32x24V 0.5A uitgangen naar bedieningspaneel Digital output 32x24V 0.5A uitgangen naar bandmodel Analog input 8X13 Bit van potentiometers bedieningspaneel

pagina 11

S7SYS1B Trainingsmodel en signaaloplegging


Signaaloplegging S7-400 (1/3)

slot 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 9 9

SIMATIC S7

symbool S101 S102 S103 S104 S105 S106 S107 S108 S109 S110 S111 S112 S113 S114 S115 S116 S120 B4 S1

adres I ___.0 0 I ___.1 0 I ___.2 0 I ___.3 0 I ___.4 0 I ___.5 0 I ___.6 0 I ___.7 0 I ___.0 1 I ___.1 1 I ___.2 1 I ___.3 1 I ___.4 1 I ___.5 1 I ___.6 1 I ___.7 1 IW ___ 2 I ___.0 8 I ___.1 8

omschrijving in uit hand auto rechtsom linksom

duimwielschakelaar lichtcel drukknop 1 bandmodel

Siemens Training

Siemens AG 2010. All rights reserved.

slot 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 9 9 9 9 9 9 9 9

symbool

adres

omschrijving

S101 S102 S103 S104 S105 S106 S107 S108 S109 S110 S111 S112 S113 S114 S115 S116 S120 B4 S1 S2 S3 S4 B1 B2 B3

0 I ___.0 0 I ___.1 I ___.2 0 I ___.3 0 I ___.4 0 I ___.5 0 I ___.6 0 I ___.7 0 1 I ___.0 1 I ___.1 I ___.2 1 I ___.3 1 I ___.4 1 I ___.5 1 I ___.6 1 I ___.7 1 IW ___ 2 8 I ___.0 8 I ___.1 I ___.2 8 I ___.3 8 I ___.4 8 I ___.5 8 I ___.6 8 I ___.7 8

in uit hand auto rechtsom linksom

Siemens Training Uitgave 11

duimwielschakelaar lichtcel drukknop 1 bandmodel drukknop 2 bandmodel drukknop 3 bandmodel drukknop 4 bandmodel naderingschakelaar 1 naderingschakelaar 2 naderingschakelaar 3

pagina 12

S7SYS1B Trainingsmodel en signaaloplegging


Signaaloplegging S7-400 (2/3) slot 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10

symbool

adres

H101 H102 H103 H104 H105 H106 H107 H108 H109 H110 H111 H112 H113 H114 H115 H116

9 I ___.0 9 I ___.1 I ___.2 9 I ___.3 9 I ___.4 9 I ___.5 9 I ___.6 9 I ___.7 9 10 I ___.0 10 I ___.1 10 I ___.2 I ___.3 10 I ___.4 10 I ___.5 10 I ___.6 10 I ___.7 10 11 I ___.0 11 I ___.1 11 I ___.2 I ___.3 11 I ___.4 11 I ___.5 11 I ___.6 11 I ___.7 11 4 Q ___.0 4 Q ___.1 4 Q ___.2 Q ___.3 4 Q ___.4 4 Q ___.5 4 Q ___.6 4 Q ___.7 4 5 Q ___.0 5 Q ___.1 5 Q ___.2 Q ___.3 5 Q ___.4 5 Q ___.5 5 Q ___.6 5 Q ___.7 5

Siemens Training Uitgave 11

omschrijving

in bedrijf uit bedrijf hand bedrijf auto bedrijf

pagina 13

S7SYS1B Trainingsmodel en signaaloplegging


Signaaloplegging S7-400 (3/3) 10 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 12 12 12 12 12 12 12 12

H120 H1 H2 H3 H4 K1 K2 H6

L120 L121

Siemens Training Uitgave 11

QW ___ 6 8 Q ___.0 8 Q ___.1 Q ___.2 8 Q ___.3 8 Q ___.4 8 Q ___.5 8 Q ___.6 8 Q ___.7 8 9 Q ___.0 9 Q ___.1 Q ___.2 9 Q ___.3 9 Q ___.4 9 Q ___.5 9 Q ___.6 9 Q ___.7 9 10 Q ___.0 10 Q ___.1 10 Q ___.2 Q ___.3 10 Q ___.4 10 Q ___.5 10 Q ___.6 10 Q ___.7 10 11 Q ___.0 11 Q ___.1 Q ___.2 11 Q ___.3 11 Q ___.4 11 Q ___.5 11 Q ___.6 11 Q ___.7 11 PIW 512 ___ PIW 514 ___ PIW 516 ___ PIW 518 ___ PIW 520 ___ PIW 522 ___ PIW 524 ___ PIW 526 ___

7 segment display signalering 1 signalering 2 signalering 3 signalering 4 (alleen Fisher model) bandsturing rechtsom bandsturing linksom claxon

Analoog in 1 bedieningspaneel Analoog in 2 bedieningspaneel

pagina 14

S7SYS1B Trainingsmodel en signaaloplegging


SIMATIC Cursusoverzicht

Cursusschema’s: SIMATIC S7................................................................................................................................................. 2 SIMATIC PCS 7........................................................................................................................................... 3 SIMATIC NET .............................................................................................................................................. 3 SIMATIC HMI............................................................................................................................................... 4 Sitrain Examens (certified) .......................................................................................................................... 4 SIMATIC S5 gecombineerde basiscursus en storingzoeken (S5COMPACT) ............................................ 5 Drives........................................................................................................................................................... 6 CNC draaien en frezen SINUMERIK........................................................................................................... 6 Power Academy Elektrische Energietechniek............................................................................................. 7 Power Academy Veiligheid.......................................................................................................................... 7 Power Academy SF6 gas ............................................................................................................................ 8

Cursusoverzicht www.siemens.nl/training

Siemens Training 1


SIMATIC Cursusoverzicht

SIMATIC S7

Siemens Training 2


SIMATIC Cursusoverzicht

SIMATIC PCS 7

SIMATIC NET

Siemens Training 3


SIMATIC Cursusoverzicht

SIMATIC HMI

Sitrain Examens (certified)

Siemens Training 4


SIMATIC Cursusoverzicht

SIMATIC S5 gecombineerde basiscursus en storingzoeken (S5COMPACT) Doelgroep U heeft nog geen kennis van SIMATIC S5 en wil graag inzicht krijgen in besturingen met behulp van PLC's. Deze cursus leert niettechnici eenvoudige besturingsopgaven te programmeren en in bedrijf te stellen. Deze cursus is ook bedoeld voor mensen die PLCprogramma's moeten kunnen lezen, interpreteren en testen.

Doel Deze cursus is bedoeld voor mensen die PLC-programma's moeten kunnen lezen, interpreteren en testen. U kent de basisinstructies en de principes van gestructureerd programmeren in STEP 5. U bent bekend met de documentatiemogelijkheden en de regels om programma's te wijzigen en u kunt eenvoudig PLC-programma ontwerpen, ingeven, uitlezen en interpreteren.

Voorkennis U bent bekend met de basisfuncties 'EN'-poort, 'OF'-poort, 'flipflop' en de werking daarvan.

Inhoud De onderwerpen in deze cursus zijn: (oude S5SYSA+S5SYSB+S5SERV)

• • • • • • • • • • • • • • • •

voorbereiden en inschakelen van een PLC en een programmeerapparaat ingeven van besturingsfuncties bestaande uit EN- en OF- poorten 'flipflops' en enige timerfuncties: deze worden on-line getest PLC-programma's kopiëren, wijzigen en opslaan op harddisk of floppy disk De standaard softwarepakketten op het programmeerapparaat de eigenschappen van set/reset-functies, timers, tellers en flankdetecties in- en uitgangsperiferie, merkers, datawoorden, talstelsels en BCD-code principes van programma-, organisatie-, functie- en databouwstenen schrijven, testen en documenteren van een PLC-prgramma. softwarestructuur hardwarestructuur aanloopgedrag van de PLC regels voor het gebruik van functiebouwstenen en databouwstenen basisprincipes van het verwerken van analoge signalen programma starten vanuit STOP- en RUN-toestand van de PLC. praktijkoefeningen aan PLC simulatiepaneel en modelinstallatie.

Siemens Training 5


SIMATIC Cursusoverzicht

Drives

CNC draaien en frezen SINUMERIK

Siemens Training 6


SIMATIC Cursusoverzicht

Power Academy Elektrische Energietechniek

Power Academy Veiligheid

Siemens Training 7


SIMATIC Cursusoverzicht

Power Academy SF6 gas

Siemens Training 8


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.