Gouda Living maart 2013

Page 10

dossier ZOUT uit zoutmijnen. Hoewel deze methode sterk verouders is, maken sommige landen hiervan nog steeds gebruik. Deze zoutmijnen liggen soms wel driehonderd meter diep onder de grond. De mijnwerkers hakken het zout in grote stukken die daarna naar boven worden gehaald. Tegenwoordig kunt u sommige oude zoutmijnen als toeristische attractie bezoeken. U kunt dan een kijkje nemen hoe zo’n mijn er in het echt uit ziet. Dus mocht u ooit in de gelegenheid zijn, dan raden wij u aan een oude zoutmijn te bezoeken. Handel en transport Al in de IJzertijd bestond er een levendige handel in zout vanuit het kustgebied landinwaarts. In potten en houten tonnen werd het zout vervoerd, en geruild tegen andere producten. Meestal tegen zaken waaraan in het kustgebied weer een gebrek was. Graan zal hierin een grote rol hebben gespeeld. Niet alleen in Nederland werd zout over grote afstanden verplaatst. Beroemd zijn de IJzertijd zoutmijnen bij het plaatsje Hallstatt in Oostenrijk, waar zout werd gewonnen uit zoutafzettingen in de bergen. Al in de IJzertijd bestond er een levendige handel in zout vanuit het kustgebied landinwaarts. In potten en houten tonnen werd het zout vervoerd, en geruild tegen andere producten. Meestal tegen zaken waaraan in het kustgebied weer een gebrek was. Graan zal hierin een grote rol hebben gespeeld. Niet alleen in Nederland werd zout over grote afstanden verplaatst. Beroemd zijn de IJzertijd zoutmijnen bij het plaatsje Hallstatt in Oostenrijk, waar zout werd gewonnen uit zoutafzettingen in de bergen. Deze handel leverde zoveel op dat Hallstatt uitgroeide tot een belangrijke en machtige plaats in de IJzertijd. De conserverende werking van zout heeft voor archeologen nog een extra voordeel: de kleding en zelfs de lichamen van een aantal onfortuinlijke mijnwerkers zijn bewaard gebleven! Na transport werd het zout op de markt verkocht door zouthandelaren. Zout in ons lichaam Volgens Gerjan Navis, hoogleraar nierziekten aan de Rijksuniversiteit Groningen, is zout spannend. “U kunt er leuke proefjes met doen, zoals ijsklontjes laten zweven en zoutkristallen natuurlijk. Bovendien is zout ook nog eens nuttig voor medicijnen en om wegen in winterse omstandigheden minder glad te maken. Daarnaast heeft de mens zout nodig.” Als de mens te weinig zout binnenkrijgt, dan kan men moe en futloos worden. Zonder zout kan de mens zelfs niet overleven! Maar wel met mate, want teveel zout is ook weer niet goed. Daar ons huidige (vaak ongezonde) eetpatroon krijgen we namelijk veel meer zout binnen dan ons lichaam nodig heeft. Denk maar aan ongezond eten als patat, hamburgers, chips en frisdranken. In gezond eten zit daarentegen weinig zout. Wetenschappers hebben uitgerekend, dat zes gram zout per dag meer dan genoeg is. Zes gram is weinig: niet meer dan een lepeltje vol. In chips, sauzen en pizza’s zit bijvoorbeeld heel veel zout. In sommige pizza’s zit zelfs zo veel zout dat u met één pizza voor meer dan drie dagen genoeg zout heeft gegeten. “Krijgt u meer zout binnen 10

GOUDALiving

dan nodig, dan gaan uw nieren extra hard werken om al dat zout weer naar buiten te krijgen. Een keer teveel zout is niet zo erg, maar elke dag veel te veel zout is niet gezond. Zout houdt namelijk water vast, zoals je in een vochtig zoutpotje goed kunt zien. In het lichaam gebeurt dat ook, en daardoor blijft er meer vocht achter in het lichaam. Daarvan kunt u hoge bloeddruk krijgen, en daardoor kunnen uw nieren of hart bijvoorbeeld minder goed gaan werken”, legt Navis uit. “Probleem is, dat u dat niet direct merkt. “U merkt het pas als u ouder bent, maar dan heeft u al heel lang te veel zout gegeten.” Navis noemt zout dan ook met recht een tikkende tijdbom. Dat ons eten toch steeds meer zout bevat, komt omdat fabrikanten weten dat we zout lekker vinden smaken. “We zijn inmiddels zo gewend aan zout eten, dat we eten met

Smaakmaker, rijkelijk gezouten In ieder huishouden is er wel één te vinden: een zoutvaatje. Het is zo’n alledaags voorwerp dat we er niet bij stil staan dat dat wel eens anders is geweest; bij opgravingen worden ze zelden gevonden. Voor het feit dat zoutvaatjes maar zelden bij opgravingen worden gevonden is een simpele verklaring: in tegenstelling tot nu, maakte het zoutvaatje in het verleden geen deel uit van de huisraad van een gemiddeld huishouden. Alleen de rijken hadden een apart voorwerp om zout te serveren op tafel staan. De armen zullen het zout in bordjes of schoteltjes op tafel gezet hebben. De vaatjes werden gemaakt van aardewerk, glas of metaal. Er zijn zilveren en glazen exemplaren bekend met uitbundige versieringen. Van deze zoutvaatjes is het niet moeilijk voor te stellen dat

minder zout al snel smakeloos vinden.” Dat wennen aan zout begint al zodra we als klein kind met eten beginnen. Kinderen in Nederland zijn steeds zouter gaan eten. En kinderen zijn gemiddeld ook dikker dan vroeger. Dat is niet toevallig zegt Navis: “Van zout krijg je immers dorst. Als je te veel zout eet, ga je meer frisdrank drinken. En van te veel frisdrank word je dik.” Maar er is goed nieuws: het werkt ook andersom. Als u een poos eten met weinig zout eet, dan went u aan dat minder zoute eten. U vindt dat minder zoute eten dan helemaal niet meer zo smakeloos. We moeten dus eigenlijk afkicken van zout eten. “Maar er is natuurlijk geen fabrikant die het in z’n hoofd haalt als eerste zout uit z’n producten te halen”, zegt Navis, “smakeloos eten verkoopt niet”. De Hartstichting zet zich daarom tegenwoordig sterk in om de dagelijkse zoutconsumptie te verlagen.

ze niet bij Jan en alleman op tafel stonden. Tin vormde een goedkoper alternatief, maar was ook niet aan iedereen voorbehouden. De oudste zoutvaatjes van aardewerk in Nederland dateren uit de zestiende eeuw. Het zijn ondiepe ronde of vierkante bakjes op een hoge smalle voet. Niet echt een vaatje dus, maar zo we noemen ze wel. In de zeventiende eeuw krijgt het zoutvaatje er een broertje bij in de vorm van de zoutschaal; een klein ondiep bordje waarop het zout werd geserveerd. Het is mogelijk dat deze bordjes ook voor andere doeleinden gebruikt werden. De strooivaatjes, zoals we die nu op tafel hebben staan, lijken nog maar ongeveer 150 jaar te bestaan.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.