2 minute read

Honderd jaar tabakswet n

Fons Overwater, bestuursvoorzitter van het Register Belastingadviseurs en lid van de redactieraad van Het Register, beschrijft in een serie artikelen fiscale bijzonderheden uit het verleden.

Honderd jaar tabakswet

Advertisement

De tabakswet van 6 mei 1921, Staatsblad no. 712, bestaat dit jaar honderd jaar. Deze wet is er bepaald niet zonder slag of stoot gekomen. Wie gaat zoeken op Delpher (digitaal kranten- en tijdschriftenarchief) over de jaren 1920-1923 vindt er zo’n vijfduizend artikelen, berichten en advertenties over. En dat is dan nog met behulp van alleen dat éne woord ‘tabakswet’. De oorzaak van deze beroering in de media was de veelomvattendheid van de wetgeving. Hoewel het bij de wetgever in essentie ging om de invoering van een tabaksaccijns moest een heel grote en tot dat moment nog volledig geliberaliseerde sector minutieus gereglementeerd en onder controle gebracht worden. Zo moesten bijvoorbeeld duizenden thuiswerkers in de tabak (sigaren rollen) hun werk opgeven en in fabrieken gaan werken. Ook moesten duizenden ambtenaren worden aangenomen voor het papierwerk, heffing, inning, controle en toezicht. Daarnaast mochten fabrieken en sigarenwinkels alleen nog met vergunningen werken, en ga zo maar door. Een massieve operatie derhalve die ongekend diep in de sector doordrong. De weerstand in de sector was dan ook enorm, wat gepaard ging met demonstraties en veel protest, ook binnen de politiek en ambtenarij. Alleen een paar grote fabrikanten vonden het wel best, want die zagen een veelheid aan kleine concurrenten opgedoekt worden.

Geen overgangsrecht

Vanwege de enorme beroering in de pers, de grote economische en fiscale gevolgen en het politieke opportunisme van die tijd werd de wet vele malen aangepast nog voordat hij tot volledige implementatie kwam. De accijnsheffing Op 12 maart 1931 werd het Register Belastingadviseurs opgericht, althans een rechtsvoorganger. In deze rubriek beschrijven we daarom in 2021 belastingen die destijds bestonden. Het zal niet verbazen dat er toen veel minder belastingen waren dan nu. Zo bestond bijvoorbeeld de omzetbelasting nog niet en moest ook de vennootschapsbelasting nog uitgevonden worden.

als sluitstuk van dit proces ging dus pas ruim een jaar later van start met ingang van 1 juni 1922. Voor deze wet gold geen overgangsrecht. Bestaande voorraden moesten worden voorzien van een geldig belastingbanderol die men voor dat doel toen nog los kon bestellen. Er waren echter tot op het allerlaatste moment fabrikanten en handelaren die niet konden geloven dat de wet echt werkelijkheid zou worden en niets geregeld hadden. Het is ook altijd hetzelfde liedje. Maar de wetgever reikte deze groep alsnog de hand met een resolutie. <<< Ook toen was er sprake van illegale handel, maar werd er nog gewoon nageheven op de tabaksproducten in plaats van confiscatie en vernietiging

Het eerste ontwerp voor een belastingbanderol voor één sigaar, juni 1922, naar een ontwerp van Otto van Tussenbroek. De accijns bedroeg op deze banderol 3 cent, wat het equivalent was van 10%. Vandaag de dag is dat 80% (accijns en btw). Op een pakje sigaretten van 10 euro rust derhalve ongeveer 8 euro belasting.

Staatscourant 20 mei 1922, 10 dagen vóór de invoering van de tabaksaccijns nog een resolutie Voorbeeld van een vredig antitabaksbelastingprotest Voorbeeld van een last minute aanbieding