3 minute read

Gastcolumn – Dilemma n

Dilemma

Drs. Frank Meerkerk RB RV

Advertisement

Frank Meerkerk is oprichter en eigenaar van MeerWaerde fiscalisten ∙ economen. Bij de recente Tweede Kamerverkiezingen stond hij op de kieslijst van het CDA (nummer 24). Ik heb wat te verdelen. 200 euro in contanten en een gereedschapskist met een verdiencapaciteit van 100 euro, in totaal dus 300 euro. Ook wil ik 40 euro aan een goed doel besteden. Het restant moet verdeeld worden onder mijn drie zonen. Mijn oudste zoon geef ik de gereedschapskist. De twee andere kinderen krijgen 100 minus 20 : 80 euro per kind. Dat geld mogen ze per direct vrij besteden. Of ze het nu direct consumeren of voor langere tijd investeren, het maakt mij niet uit. Maar de nieuwe eigenaar van de gereedschapskist geef ik wel wat voorwaarden mee. Hij moet hem de komende vijf jaren houden! Hij mag hem niet verkopen. Zelfs als de kist binnen vijf jaar kapot gaat, wil ik dat hij ook 20 euro aan het goede doel geeft. Maar er is meer. Ik ben nogal verknocht geraakt aan de gereedschapskist. Diverse vrije uren heb ik ervoor opgeofferd. Verschillende schoolmusicals en voetbalwedstrijden van mijn kinderen heb ik laten lopen voor mijn gereedschapskist. En als hij even piepte of kraakte, bleven we thuis van vakantie om hem weer op te lappen. Dus, zoon, zorg er goed voor!

Tot overmaat van ramp bemoeit mijn schoonmoeder zich er ook mee. Zij geeft ongevraagd haar mening. Ze vindt dat ik mijn oudste zoon met de gereedschapskist een extra cadeau geef van 20 euro. Ik zeg nog dat alle buren om ons heen het ook zo doen maar ze is onverbiddelijk en benadrukt nogmaals het woord ‘cadeau’. Het bovenstaande dilemma lijkt natuurlijk sterk op de BOR-discussie. Die gereedschapskist staat voor de familieonderneming. Familiebedrijven sturen ten opzichte van andere bedrijven minder op financiële waarden. n Bij familiebedrijven komt gedwongen ontslag veel minder voor. De daling van werkgelegenheid door corona was bij niet-familiebedrijven bijna zes maal zo hoog als bij familiebedrijven. n Familiebedrijven zijn vaak behoudend gefinancierd. In tijden van crisis leidt dat tot meer stabiliteit. Familiebedrijven zijn geneigd om genoegen te nemen met lagere financiële prestaties. n Ook blijkt dat familiebedrijven meer innoveren dan niet-familiebedrijven. Juist in tijden van recessie zie je familiebedrijven een tandje bijzetten.

Mijn schoonmoeder staat voor de Bouwstenennotities. De schrijvers concluderen dat vaak voldoende geld aanwezig is in privé en dat er daarom geen faciliteit nodig is. Het onderzoek (t.b.v. de bouwstenennotities) is naar mijn mening veel te beperkt van opzet en uitvoering om dit soort conclusies te kunnen trekken. Zo is er een niet-representatieve aselecte steekproef genomen en is er geen rekening gehouden met de doorschuifregelingen (DSR). Er worden mede daardoor verkeerde conclusies getrokken die vergaande gevolgen kunnen hebben. De kracht van het familiebedrijf wordt mijns inziens aangetast als familieoverdrachten worden belast. Het DNA van het familiebedrijf verdwijnt deels door het ontnemen van de financiële armslag. Ook leidt de afschaffing van de BOR tot een forse toename van verkopen aan derde partijen. Verkoop zal plaatsvinden aan meer geldstroom-georiënteerde bedrijven. Binnen de familiesfeer zal bij een overdracht de belastingheffing worden betaald met middelen uit de onderneming, hetgeen de investeringscapaciteit vermindert.

Het goede doel staat voor de algemene middelen van de Nederlandse staat. Door afschaffing van de BOR en DSR lijkt deze een extra opbrengst te ontvangen. Maar schijn bedriegt! Verkoop aan het buitenland, verandering van cultuur met bijbehorend verlies aan werkgelegenheid, verslechtering van concurrentiepositie en vlucht naar het buitenland zullen het budgettaire voordeel waarschijnlijk volledig opeten.

De buren staan voor andere Europese landen. Deze landen hebben allemaal een vergelijkbare of soepelere regeling voor familiebedrijven. Zoals vaker in het leven discussiëren mijn schoonmoeder en ik verder…. <<<