5 minute read

Water bufferen: de natuur kan dit niet alleen

We hebben het allemaal gemerkt: er viel dit jaar al veel regen. Voormalig VRT-weerman Frank Deboosere bevestigde eerder al dat er een record gebroken werd: “Nog nooit sinds het begin van de waarnemingen was een januarimaand zo nat.” Ook het jaar 2024 was kletsnat, al bleek de neerslag over het hele land ongelijk verdeeld. Onze regio in het Mechelse mocht ongewoon veel neerslag ontvangen in vergelijking met het westen van Vlaanderen. Die stevige regenval heeft momenteel een zware impact op de natuur. Gebieden staan al maanden blank en bossen weten zich amper staande te houden.

De natuur ziet dus af, maar biedt gelukkig ook een oplossing. De afgelopen vijftig jaar verdween in Vlaanderen maar liefst 150.000 hectare natte natuur. Ze werden drooggelegd voor landbouw, bebouwing of industrie. Door die natte natuur opnieuw te herstellen, verhogen we opnieuw de waterbuffercapaciteit van Vlaanderen. Venen, graslanden, moerassen, broekbossen en wetlands: ze werken als een spons. Ze vangen het water op bij hevige regenval en laten het traag in de grond sijpelen. Natuurpunt investeert in onze regio in grote projecten om de waterhuishouding terug op orde te krijgen. Denk bijvoorbeeld aan het project Wetlands4Cities waarmee we meer natte natuur rond de stad Mechelen willen creëren. Eigenlijk telt elk stukje natuur om water op te vangen en vast te houden in het dichtbebouwde Vlaanderen. We proberen de sponswerking in de natuurgebieden maximaal te verhogen. In onze afdeling dammen we grachten af, leggen we poelen aan en geven we beken meer vrijheid, van Willebroek tot Bonheiden.

Trop is te veel

De laatste jaren zien we helaas dat er veel te veel druk op de schouders van onze natuurgebieden komt te liggen. Een grote hoeveelheid overtollig water wordt - soms nogal gemakzuchtig - naar natuurgebieden geleid om overstromingsschade op andere plaatsen te vermijden. Het water komt zo erg hoog te staan in de natuurgebieden en is bovendien te vaak vervuild met rioolwater en mest. De natuur ziet hier van af. Zonder ademruimte sterven bossen af wanneer ze maandenlang onder water staan. Boomsoorten zoals zomereik en zwarte els, die normaal gezien goed tegen een stootje kunnen, overleven deze extreem lange periode van hoge grondwatertafels niet. We krijgen de laatste maanden trouwens verontrustende signalen van mensen die vinden dat de bossen er erg ongezond bij staan.

Door nattigheid afgestorven bos © Diane Appels

Al te vaak wordt vergeten dat in onze beekvalleien bijzondere biotopen voorkomen die lang niet allemaal tegen langdurig water kunnen. Zo komt in natuurgebied Cassenbroek in Rijmenam van oudsher trilveen voor. Dit erg uitzonderlijke ecosysteem met unieke plant- en diersoorten kampt al jaren met te veel water. Zulke venen kunnen tegen nattigheid, maar niet tegen verdrinken want dan beginnen ze te rotten. Nu loopt het Cassenbroek vanwege de grote toevloed van bovenstrooms water na een nachtje regenen in twee dagen helemaal vol, terwijl er meer dan tien droge dagen nodig zijn om het water opnieuw in de grond te laten trekken. Deze situatie is niet houdbaar en exemplarisch voor wat er allemaal fout loopt.

Natuur is geen afvoerputje

Dit moet anders. We passen voor een toekomstscenario waarbij een beperkt aantal natuurgebieden al het overtollige water moet slikken. Dé oplossing? Het water opvangen op de plaatsen waar het valt. Ook veel meer bovenstrooms waardoor we voorkomen dat het in de vallei beneden samenkomt in een flessenhals. Overal waar het mogelijk is, zouden dijken moeten worden weggehaald. Zodat de hele vallei als overstromingszone kan worden gebruikt, en niet enkel de natuurgebieden.

fictief voorbeeld van een sponge city © www.naue.com

Ook in urbane gebieden moet er nog veel meer gebeuren. We moeten van onze steden en dorpen opnieuw sponzen durven maken. China zet volop in op zulke ‘sponge cities’ die zo ingericht zijn dat het regenwater maximaal wordt opgevangen om overstromingen te verminderen en de hoeveelheid beschikbaar water te verhogen. Het opgevangen water wordt op wijkniveau gebruikt voor irrigatie van tuinen en het huishouden. Door overbodige verharding te vervangen door wadi’s, groene daken en regentuinen geven we regenwater weer een centrale plaats in ons leven. Het water werkt zo voor de stad en haar inwoners in plaats van ertegen.

Voor landbouw is er ook een grote rol weggelegd. De vrije teeltkeuze, gebetonneerd in onze pachtwet, rijmt niet meer met wat nodig is om water te kunnen bergen. We blijven maar valleien draineren om er aardappelen of maïs te zetten. Overstromen die gebieden toch, dan springt de weersverzekering of het rampenfonds wel bij. Hetzelfde met de landbouwgraslanden op de hellingen: ze zijn broodnodig voor de waterberging, maar worden nog al te vaak omgeploegd onder het mom van de individuele ondernemersvrijheid.

wadi © stad-en-groen.nl

Net als natuur speelt landbouw in het stedelijk gebied dus een erg belangrijke rol. Indien goed aangepakt kunnen we, zij aan zij, allemaal onze maatschappelijke rol vervullen in het ‘waterbestendig’ maken van onze omgeving. We moeten samen een ambitieus en uitvoerbaar stappenplan uitrollen om burgers en natuur te beschermen tegen zware regenval en periodes van droogte. Vooraf aan elk bouwproject, vergunning of ingreep in ons landschap dienen de bevoegde instanties zich nog meer de vraag te stellen: welk effect zal dit hebben op ons watersysteem? Enkel met zulke klimaat- en waterreflex maken we van Vlaanderen een robuuste plek om te wonen.

Robin Verachtert

This article is from: