4 minute read

Gesignaleerd: Broedende woudaap - Slecht vlinderjaar

Next Article
Adelaarsvaren

Adelaarsvaren

Broedende woudaap in het Mechels Broek

Dit jaar broedde een uitzonderlijke vogel in het Mechels Broek. Een woudaap koos er een rietkraag uit om te nestelen. Als je geluk had, kon je hem vanuit de kijkhut in de verte wel eens langs zien vliegen. De kijkhut was dit jaar dus een drukbezocht plekje. Er werd ook zeker 1 jong opgemerkt.

Woudapen zijn de kleinste reigers die in ons land voorkomen. Ze zijn maar zo groot als een duif. Hun nest zit goed verstopt in dichte riet- en lisdoddekragen en ruigtes met wilgen. De beestjes zelf leiden een zeer verborgen leven. Er eentje ontmoeten, daar moet je geluk voor hebben.

woudaap, mannetje © Diane Appels

Het mannetje woudaap is onmiskenbaar: een zwarte kruin en rug, vleugels met blonde lichtgele dekveren, in broedkleed ook een felrode snavel. Verwarren met een andere soort is uitgesloten. Het vrouwtje is egaler bruin en heeft zwarte veren met dunne lichte randen.

Woudapen vliegen snel, met rukkende vleugelslagen, laag over het water. Ze slaken vaak een kreetje bij het opvliegen. In de lente kan je ook zijn baltsroep horen, een ver dragend “wroh” dat op het blaffen van een grote hond in de verte lijkt.

De woudaap heeft zijn naam niet gestolen, hij klautert door het riet waarbij hij behendig met zijn poten de rietstengels vastgrijpt om zich te verplaatsen. Bij onraad kruipt hij snel diep terug het riet in.

Hij overwintert in de zuidelijke helft van Afrika. Vanaf mei juni keert hij terug, op zoek naar een geschikte broedbiotoop bij ons.

woudaap, jong © Wim Dirckx

Woudapen zijn zeldzame broedvogels. Lange droogteperiodes in zijn overwinteringsgebied spelen hem parten. Ook een geschikt broedbiotoop vinden, is niet altijd makkelijk. Daar maken we in het Mechels Broek alvast werk van. Er wordt een aantal zones als nat biotoop ingericht met ruimte voor rietkragen. Hopelijk mogen we hem volgend jaar terug verwelkomen.

Slecht vlinderjaar

Het voorjaar van 2023 was erbarmelijk slecht voor dagvlinders. Het was bij de twee slechtste van de afgelopen 15 jaar.

Na het traditionele dipje in juni zag je weer meer vlinders verschijnen eind juni en in juli. De meeste soorten die in juni of juli aan een nieuwe generatie van dit jaar begonnen, leken zich herpakt te hebben: dagpauwoog, gehakkelde aurelia, koolwitjes, blauwtjes, atalanta, citroenvlinder. Door het kwakkelweer deze zomer waren er immers groeiende sappige planten in overvloed voor de rupsen.

De aantallen vlinders waren echter lang niet wat het tot recent geweest is. Ten opzichte van vijf jaar geleden vlogen er van half juni tot eind juli zo’n 60% vlinders minder.

Bruin zandoogje, een graslandsoort, was tot een paar jaar geleden bij ons de meest getelde zomervlinder. Die soort vliegt maar in één generatie per jaar. Wat deze zomer vloog, heeft als ei of rups al de hete en droge zomer van 2022 overleefd. Hij doet het opvallend slecht de laatste jaren, gelukkig is het een goede vlieger die zich prima verspreidt.

Het hooibeestje dat van schrale droge graslanden houdt, lijkt een stille winnaar van al dat klimaatgeweld. De soort wist zich recent sterk uit te breiden en komt nu op veel meer plaatsen voor op dijken en in wegbermen.

kleine parelmoervlinder © Diane Appels

Gelukkig waren er toch ook enkele mooie uitschieters zoals kleine parelmoervlinder in Rijmenam en Bonheiden, en iepenpage in het Vrijbroekpark in Mechelen. Iepenpages vertoeven normaal hoog in de boomtoppen waar ze van de honingdauw van bladluizen leven. Je krijgt ze niet vaak te zien. Door het natte weer waren er weinig bladluizen en de honingdauw werd ook overvloedig weggespoeld door de regen. Vandaar dat de beestjes uitzonderlijk ook eens lager op bloemen te zien waren.

Dit artikel werd geschreven eind augustus. Misschien toch meer vlinders in september?

This article is from: