Ziektebeeld psychiatrie
Onderdiagnostiek van deze aandoening dient te worden voorkómen. Het is daarnaast van groot belang dat katatonie bij een patiënt tijdig wordt onderkend. Katatonie heeft namelijk in de acute fase, mits adequaat behandeld, een zeer goede prognose. Vanwege het sterk wisselende karakter van het klinisch beeld, spelen verpleegkundigen in de observatie en herkenning van de symptomatologie een belangrijke rol.
EPIDEMIOLOGIE Katatonie kan bij ongeveer 10% van de patiënten met een psychiatrische stoornis op een klinische opname afdeling worden vastgesteld. Dit is overigens wel sterk afhankelijk van de gehanteerde diagnostische criteria. Zo worden in sommige studies bijvoorbeeld twee duidelijk katatone symptomen voldoende geacht voor de diagnose, terwijl in andere onderzoeken drie of vier symptomen noodzakelijk zijn. Verschillende definities leiden logischerwijs tot andere prevalenties. De prevalentie van katatonie bij mensen met depressieve stoornissen is 20%, bij manie 30%, en binnen de groep met schizofrenie lopen de cijfers in de meest recente studies uiteen van 2-10%.
36
DIAGNOSTIEK EN CLASSIFICATIE Katatonie kent veel verschijningsvormen en wordt gekenmerkt door diverse psychomotore, gedrags matige, vegetatieve en affectieve symptomen. In de loop der tijd zijn er meer dan 30 verschillende katatone verschijnselen onderkend en ooit behoorden ook
naaktlopen en andersoortig impulsief gedrag hiertoe. In tabel 1 is een omschrijving van de belangrijkste katatone symptomen opgenomen. Stupor, mutisme en het aannemen van bizarre houdingen worden in de klinische praktijk slechts zelden gemist. Figuur 1 toont een foto van een op de rug liggende patiënt met opgeheven hoofd en schouders, alsof ze op een hoofdkussen rusten. Dit fenomeen heet psychological pillow, en is een ernstige vorm van een katatone houding en spierverstijving. Veel verpleeg kundigen kennen dit wel, omdat het vaak ’s nachts op klinische afdelingen wordt gezien. Ook echolalie, stereotypieën en maniërismen zijn opvallende verschijnselen. Een bekend voorbeeld van een (nagespeeld) maniërisme is te zien in het filmfragment van John Cleese getiteld ‘silly walks’. Dit toont een zeer gekunstelde vreemde manier van lopen en is karakteristiek voor het fenomeen maniërisme. Figuur 2 is een voorbeeld van grimasseren. Het toont een vreemde overdreven beweging of houding in het gelaat. Sommige symptomen zijn alleen te zien als de patiënt daadwerkelijk wordt onderzocht. Dit geldt bijvoorbeeld voor wasachtige buigzaamheid van de spieren. Dit is eenvoudig te onderzoeken aan de ledematen van de patiënt. Bij dit onderzoek is tevens na te gaan of er sprake is van katalepsie (zie figuur 4). Echopraxie kan getest worden door een vreemde beweging te maken (wrijf als onderzoeker door uw haar, of leg uw handen plat op tafel) en observeer of de patiënt het nadoet. Negativisme en motorische coöperatie kunnen ook pas goed worden vastgesteld, nadat u de patiënt een bepaalde opdracht hebt gegeven. Bij negativisme weigert de patiënt eenvoudige opdrachten, waarvan u mag verwachten dat ze wel worden opgevolgd (reik een stoel aan, of een bekertje water). Autonome dysregulatie: sommige vormen van kata tonie gaan gepaard met autonome disfuncties die zich uiten in afwijkingen in temperatuur, pols, bloeddruk, ademhalingsfrequentie en (hevige) transpiratie. Ernstige autonome dysregulatie, dehydratie en hypertermie kunnen wijzen op maligne katatonie, een levensbedreigende aandoening. Voor de herkenning en diagnostiek van katatonie en bewegingsstoornissen zijn speciaal voor verpleeg kundigen en verpleegkundig specialisten op de praktijk gerichte cursussen beschikbaar (inclusief video materiaal). Voor het diagnosticeren van katatonie bestaan valide meetinstrumenten. In de dagelijkse praktijk is routine