Farmacotherapie
Het gebruik van ACE-remmers in de praktijk 14
Het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS) is een ingewikkeld systeem, dat betrokken is bij de handhaving van de bloeddruk. Angiotensinogeen wordt door renine omgezet in angiotensine I, angiotensine I wordt vervolgens door het enzym ACE omgezet in angiotensine II. Angiotensine II werkt sterk vaatvernauwend en zorgt voor de afgifte van aldosteron door de bijnierschors. Aldosteron zorgt ervoor dat het bloedvolume toeneemt, het gevolg is dat de bloeddruk stijgt. Een overactief RAAS leidt tot een te hoge bloeddruk en is betrokken bij het ontstaan van hart- en vaatziekten. ACE-remmers remmen het RAAS. ACE-remmers worden onder andere ingezet bij de behandeling van hartfalen, hypertensie, diabetes en/of chronische nierschade. Een belangrijke taak voor de verpleegkundig specialist is het begeleiden van de patiënt bij het gebruik van ACE-remmers. Te denken valt aan informatie en uitleg geven over het ziektebeeld, de werking en bijwerkingen van de ACE-remmers. IRMA DOGTEROM VERBURG, apotheker, Service Apotheek IJsselmuiden
LEERDOELEN Na het lezen van dit artikel weet/kunt u: • welke groepen RAAS-remmers er zijn; • de werking van ACE-remmers; • wanneer de ACE-remmers worden toegepast; • de algemene bijwerkingen van ACE-remmers; • de specifieke bijwerking van ACE-remmers, prikkelhoest, herkennen. • als verpleegkundig specialist uw leiderschap inzetten om de kennis en betrokkenheid van uw directe collega’s over ACE-remmers in de praktijk te vergroten; • als verpleegkundig specialist motivatie en ondersteuning bieden bij het aanpassen van de leefstijl. • als verpleegkundig specialist uitleg geven over de bijwerkingen van ACE-remmers. TREFWOORDEN RAAS, ACE-remmers, AT1-antagonisten, hypertensie, hartfalen, therapietrouw 1 STUDIEPUNT
RENINE-ANGIOTENSINE-ALDOSTERONSYSTEEM
H
et angiotensine-converterend enzym (ACE) is een onderdeel van het renine-angiotensinealdosteronsysteem (RAAS). Het RAAS is een
ingewikkeld systeem dat betrokken is bij de handhaving van de bloeddruk, de hoeveelheid circulerend vocht in het lichaam en de elektrolytenbalans. De werking van het RAAS is als volgt: renine wordt uitgescheiden door de nier en afgegeven aan de bloedbaan. De afgifte van renine vindt plaats wanneer er te weinig circulerend vocht in het lichaam is, wanneer er zich te weinig natrium in het bloed bevindt of wanneer de bloeddruk te laag is. Renine is een enzym, het zorgt ervoor dat angiotensinogeen, dat zich in het bloed bevindt, omgezet wordt in angiotensine I. Het ACE zorgt er ten slotte voor dat het biologisch onwerkzame angiotensine I wordt omgezet in het biologisch werkzame angiotensine II. Angiotensine II werkt sterk vaatvernauwend en zorgt voor de afgifte van aldosteron door de bijnierschors. Aldosteron zorgt ervoor dat er meer natrium en water worden vastgehouden in de nier, waardoor het bloedvolume toeneemt; het gevolg is dat de bloeddruk stijgt. Renine en angiotensine II remmen via een negatief terugkoppelingsmechanisme de uitscheiding van renine door de nier. Er zijn drie groepen RAAS-remmers te onderscheiden: ACE-remmers, type 1 angiotensine II-receptor antagonisten (AT1-antagonisten) en renineremmers.