2 minute read

Gedragsdeskundige

24

Illustratie Josje van Koppen

In deze column vertellen deskundigen over de ondersteuning van mensen met een verstandelijke beperking

Taalles

Ik zie Driehoekskunde, de samenwerking tussen ouders en professionals in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking, als een taal die je kunt leren spreken. Zoals bij elke nieuwe taal ga je eerst het alfabet leren. Dat is in dit geval lekker simpel: het bestaat uit maar drie letters.

Begeleider Annet stuurt als voorbereiding op de teambijeenkomst later deze week de volgende casus:

Ik belde de moeder van Richard omdat ik wat vragen had over zijn dieet. In het begin vond ik het een prettig gesprek, omdat ik me goed kon vinden in wat ze vertelde. Maar toen begon ze over een situatie die ruim een jaar geleden speelde. Mijn collega Lieke had samen met Richard koekjes gebakken, maar die waren volgens moeder aangebrand. Ze vertelde dat ze helemaal van streek naar huis was gegaan. Ik herinnerde me nog heel goed hoe van slag Lieke was, omdat de moeder van Richard zo lelijk naar haar toe was uitgevallen.

Ik heb een poging gedaan om haar daar iets over te vertellen, maar het leek alsof ze me niet wilde horen. Het raakte me dat het haar zo hoog zat, maar dat ik bij deze situatie toch meer begrip heb voor mijn collega. Ik ervaar haar reactie als verwijtend. Mijn verstand zegt me dat ze voor haar zoon opkomt, maar ik voel meer mee met Lisa. Die was echt van slag.

Sinds kort ken ik deze moeder ook een beetje. Ze lijkt in een klein wereldje te leven. Zij en Richard. Of beter: zij, haar verdriet en Richard. Een trieste geschiedenis van niet begrepen worden en ook niet erg open staan om begrepen te worden.

Tijd om de taal van de Driehoekskunde te leren. De letter B van Bonus is daarbij de eerste letter. Het eerste dat van ons professionals mag worden verwacht is immers dat we het goede doen, en dat liefst iets meer en iets eerder. Dat was hier wel en niet gelukt. Wat wel was gelukt, zag Annet en wat niet was gelukt, zag moeder. Annet zag de leuke activiteit; moeder die verbrande koekjes. Annets `poging om moeder verder te laten kijken dan die koekjes strandde.

Gelukkig zijn er nog twee letters om mee te werken. Annet kan kiezen tussen de V van Verbinding en de P van Positie. De eerste letter helpt om de ander te begrijpen; de tweede om de ander te begrenzen. Haar verstand zei haar om voor het begrijpen te kiezen, maar haar gevoel sprak een andere taal: Stap eens uit die eeuwige slachtoff errol en zie wat je aanricht bij mijn collega!

In de training oefenen we met het spreken van die V- en P-taal. Meestal is het wijs om met V te beginnen. En meestal gaat het mis als je je beperkt tot P-taal. Dat was ook de ervaring van Annet. Mogelijk had ze een klein beetje P kunnen mengen met veel V. Mogelijk, want deze moeder heeft in haar leven al veel te veel P over zich heen gekregen. Ze maakt het daardoor niet gemakkelijk voor de ander. Lukt het Annet om V-taal te spreken als ze zich juist niet kan vinden in wat moeder vertelt? Lukt het haar om de pijn van deze moeder te voelen?

This article is from: