4 minute read

Dokter

13

Arts verstandelijk gehandicapten (Avg) Monique Doeswijk-van der Wolf bespreekt de medische kant van de zorg.

met elk teamlid een dienst mee. Vanuit de coaching blijkt het vooral te helpen om minder directief naar Karel toe te zijn en meer naast hem te gaan staan in de begeleiding.

De gedragsdeskundige maakt een holistische theorie om de samenhang van de klachten bij Karel in kaart te brengen. Er lijkt bij Karel ook zeker trauma onder zijn psychiatrische beeld te liggen en na dit te hebben onderzocht blijkt er zelfs sprake van complexe PTSS. Ze geeft het team een klinische les over de beeldvorming bij Karel en wat hij qua begeleiding nodig heeft. Dit samen met de coaching is al erg helpend voor het team.

Ik word vervolgens gevraagd als EMDR-practitioner om Karel voor zijn trauma’s te behandelen. Karel vindt de EMDR ontzettend zwaar. Hij heeft tijdens dit traject ook zeker nog moeilijke periodes waarin hij het allemaal niet meer ziet zitten. Toch begint hij langzaam wat te stabiliseren in zijn stemming, met als groot verschil dat hij nu ook om hulp vraagt als het niet goed gaat. Eerst bij mij als EMDR-therapeut, maar na wat stimulans vanuit mij ook bij zijn begeleiders. Zij zijn er immers elke dag voor hem.

Het gaat steeds beter met Karel: hij komt weer uit bed, onderneemt weer dingen die hij leuk vindt, begint met sporten en gaat weer naar zijn werk. Hij wordt opener naar de begeleiding toe, begint weer grapjes te maken en kan positiever naar zichzelf kijken: hij mag er zijn!

Het blijft een man die kwetsbaar is, maar de ‘psychiatrie’ lijkt toch echt naar de achtergrond te zijn verdwenen. In de evaluaties horen we al niet meer terug dat hij hier niet zou passen. Karel woont nog steeds op zijn locatie, het gaat goed met hem en we hebben het traject positief kunnen afsluiten. | Janine Breukelman, gz-psycholoog, gedragsdeskundige St. Philadelphia Zorg

Niet zwart-wit

Carola is een dame van middelbare leeftijd. Ze heeft 2 kinderen en is getrouwd. Ze woonde tot 5 jaar geleden met haar gezin. Haar man is de afgelopen jaren lichamelijk en psychisch fl ink achteruitgegaan. Hierdoor kwam er meer zorg op de schouders van Carola terecht. Dit lukte haar niet zo goed. Ze werd angstig en durfde niet meer goed de straat op. Ook had ze het idee dat iemand haar achtervolgde.

De klachten werden zo fors dat Carola werd opgenomen in een psychiatrische kliniek. Omdat ze het idee had dat ze werd achtervolgd, kreeg ze antipsychotica. En ze kreeg antidepressiva, omdat het in de kliniek ook opviel dat ze zo somber was. Haar behandelaren binnen de psychiatrie merkten op dat Carola huishoudelijke taken lastig vindt. Dat geldt ook voor het doen van haar bankzaken. Zo ontstond het idee om eens een IQ-test bij haar te doen. Daaruit blijkt dat ze een licht tot matige verstandelijk beperking heeft. Haar sociale en emotionele intelligentie ligt rond de 4 jaar maximaal. Carola woont nu bij ons en bij haar behandeling gaan we uit van haar verstandelijke beperking. Begeleiders nemen dingen over die moeilijk voor haar zijn en helpen haar met het plannen van dingen. De medicatie tegen een psychose en depressie zijn inmiddels bijna helemaal afgebouwd. Ze heeft geen echte psychiatrische klachten, maar klachten die erop lijken. Haar verstandelijke beperking is daarbij de grote boosdoener. Anders is het met Simon. Hij is een man van begin 20 die vele jaren op straat heeft gezworven. Hij heeft een licht verstandelijke beperking met ook een laag sociaal en emotioneel niveau. Hij komt steeds door een crisissituatie onze instelling binnen. Hij overziet dan niet meer wat er om hem heen gebeurt en is volledig de weg kwijt. Na een tijdje is Simon weer redelijk stabiel en kan zijn eigen gang weer gaan. Totdat het opnieuw mis gaat. Zijn eerdere behandelaren denken aan overvraging en willen eigenlijk de antipsychotica die hij gebruikt afbouwen. Recent is Simon opnieuw opgenomen, nu in een woning waar ik voor hem zal zorgen als dokter. Doordat mijn collega’s twijfelen aan het nut van zijn medicatie, duik ik in zijn dossier. Ik lees dan dat de antipsychotica al meerdere keren is afgebouwd. Dit leidt dan niet veel later opnieuw tot een opname. Ik vraag mij af of die afbouw echt wel zo slim is. Naarmate wij hem langer leren kennen, twijfelen we aan een verstandelijke beperking als oorzaak van zijn problemen. Dat lijkt eerder psychotische ontregeling te zijn. Ik behandel hem met goede antipsychotica en we blijven hem uiteraard ook benaderen op een manier die past bij zijn niveau. Simon functioneert daarop goed en woont nu al tijden bij ons. Hij wil nergens anders meer heen. Het combineren van psychiatrie en een verstandelijke beperking in een behandelbeleid blijft een continue uitdaging, Vaak is het niet of volledig een verstandelijke beperking of psychiatrie. Combineer daarom het beste van beide inzichten.

This article is from: