NASCHOLING 31
• Op de meeste apparaten is de functie compound imaging aanwezig (afhankelijk van de fabrikant heeft deze functie soms een andere naam). Door deze te activeren wordt de afbeelding opgebouwd uit overlappende echografische beelden, die verkregen worden
a
vanuit enigszins verschillende insonatie-
c
hoeken. Dit verbetert de signaal-ruisverhouding en de resolutie in het centrum van de afbeelding, maar gaat ten koste van de frame rate. De posterieure geluidstransmissie wordt minder duidelijk: bij toegenomen geluidstransmissie wordt een kegelvorm gezien, als gevolg van de kruisende insonatiehoeken. Compound imaging kan helpen begrenzingen te beoordelen, ook architectuurverstoringen zijn beter te herkennen.
Labeling en afmetingen Van iedere belangrijke bevinding dienen, als het mogelijk is, drie afmetingen weergegeven te worden: eerst de langste as, waarbij de calipers horizontaal moeten worden geplaatst, gevolgd door een meting loodrecht hierop. De derde meting is een meting orthogonaal op het initiële echobeeld. Een veelvoorkomende fout is dat het transversale of sagittale plaatje hiervoor wordt gebruikt, terwijl de langste diameter zich vaak niet precies in dat vlak
b Figuur 2a-b. Massa met benigne kenmerken. De vorm is ovaal, de begrenzing is scherp, de massa is parallel aan de huid georiënteerd, echoarm met minimaal toegenomen geluidstrans missie. Meestal is dit een fibroa denoom. De kans op maligniteit in ≤ 2%, BI-RADS classificatie 3, waarschijnlijk benigne, follow-up geïndiceerd. In overleg met de patiënt en de aanvrager wordt in Nederland vaak toch gekozen voor punctie, zodat follow-up kan vervallen. Let wel: de BI-RADS classificatie staat los van het uitvoeren van deze punctie. De aard van de afwijking is leidend voor de toekenning van de BI-RADS classificatie en niet het beleid.
d Figuur 2c-d. Massa met maligne kenmerken. De vorm is irregulair, de begrenzing is deels scherp en deels onscherp, de massa is niet parallel georiënteerd, echoarm met mini maal toegenomen geluidstrans missie. Ook al is de massa slechts gedeeltelijk onscherp begrensd, toch is dit de belangrijkste descrip tor. De beschrijving kan verfijnd worden door vermelding van enkele microlobulaties. De kans op maligniteit in > 2% - < 95%, BI-RADS classificatie 4, verdacht, biopsie geïndiceerd. PA: invasief ductaal carcinoom.
bevindt, maar juist net oblique of radiair. De afwijking moet worden afgebeeld mét en zonder calipers (Figuur 1). Deze meetmethode is een van de hoekstenen van een reproduceerbaar onderzoek, maar hoeft niet toegepast te worden op alle bevindingen. Worden bijvoorbeeld meerdere cysten gezien, dan volstaat de langste diameter van de grootste in elke
e
f
mamma. Dit geldt ook voor meerdere, benigne solide massa’s (fibroadenomen) of voor andere benigne bevindingen, die niet van belang zijn voor de indicatie en de uiteindelijke BI-RADSclassificatie. Zie ook Tabel 1 in de webversie van dit artikel en de bijbehorende e-learning.
Lexicon Echografie Het lexicon bestaat uit een opsomming van afwijkingen en bevindingen, met de daarbij horende descriptoren om ze in detail te kunnen beschrijven (Tabel 2). Er is zo veel mogelijk dezelfde terminologie gebruikt als bij mammografie, ook omdat wanneer zowel mammografie als echografie is verricht een gezamenlijk
g Figuur 2e-g. Multipele massa’s met maligne kenmerken. In laterale boven kwadrant van de rechtermamma wordt een conglomeraat van massa’s gezien, met irregulaire vorm, deels scherp en deels onscherpe begrenzing, het conglomeraat is parallel georiënteerd, de massa’s zijn zeer echoarm. Parallelle oriëntatie sluit maligniteit niet uit, ook hier is de gedeeltelijk onscherpe begrenzing de belangrijkste descriptor. Bij multipele massa’s kan worden volstaan met meting van de grootste (figuur 2e: lengte 1,3 cm) en een afmeting van het totale gebied: 2 x 3,6 cm. De kans op maligniteit in > 2% - < 95%, BI-RADS classificatie 4, verdacht, biopsie geïndiceerd. PA: invasief lobulair carcinoom. SEPTEMBER 2015 • IMAGO
IMAGO-Nr1_Binnenwerk v3.indd 31
01-09-15 13:57