Imago

Page 17

NASCHOLING 15

Daarnaast zijn er diverse aanvullende opnamen beschreven voor de knie, waarbij het deel van de femurcondylen dat het meeste gewicht draagt (en daarmee ook het meest gevoelig

Graad

Criteria

0

Geen kenmerken van artrose

1

Twijfelachtige gewrichtsspleetversmalling en mogelijke beginnende osteofytvorming (osteophytic lipping)

2

Duidelijke osteofytvorming en mogelijke gewrichts­ spleetversmalling

3

Multipele matige osteofytvormingen, duidelijke gewrichtsspleetversmalling, enige subchondrale sclerose en mogelijke deformiteit van de botuiteinden

4

Grote osteofyten, uitgesproken gewrichtsspleet­ versmalling, ernstige subchondrale sclerose, duidelijke botdeformiteit

is voor het krijgen van artrose), wordt beoordeeld. Gebleken is namelijk dat het grootste contact-drukmoment in het femorotibiale gewricht optreedt bij 28 graden flexie en niet in volledige extensie. Ook is aangetoond dat laterale gonartrose meestal meer dorsaal is gelokaliseerd dan mediale compartiments­ artrose. In principe zijn deze belaste flexieopnamen dus gevoeliger voor de detectie van knieartrose dan belaste opnamen bij volledige extensie. Een voorbeeld van deze aanvullende

Noot: Een röntgenologische diagnose van artrose wordt doorgaans gedefinieerd als graad 2 en hoger

opnamen is de zogenaamde Rosenbergopname

Tabel 1. Originele röntgenologische Kellgren- en Lawrence-classificatie voor

waarbij de knie staande wordt afgebeeld in 45

artrose (vertaald).6

graden flexie, met een 10 graden craniocaudaal ingeschoten röntgenbundel. Een axiale (sky­line) patellaopname is noodzakelijk voor de

K&L-graderingen en dat deze adaptaties van

beoordeling van het patellofemorale gewricht.

de originele criteria een grote invloed hebben

Bij slotklachten kan een poortopname over-

op de gevonden prevalenties van artrose. Een

wogen worden ter detectie van kalkhoudende

ander nadeel van de K&L-gradering is dat deze

corpora libera. Voor het heupgewricht is een

een vaste volgorde in het ontstaan van artrose­

faux profile-opname te overwegen waarbij

kenmerken veronderstelt. Het ontstaan van

het posterieure deel van het femoro-acetabu-

gewrichtsspleetversmalling ná het ontwikkelen

laire gewricht kan worden beoordeeld. Het is

van duidelijke osteofyten is bijvoorbeeld in de

niet uitzonderlijk dat heupartrose zich hier

klinische praktijk niet altijd het geval.

al op manifesteert voordat het zichtbaar is op AP-opnamen. Om deze reden wordt een

Beeldvorming van artrose met MRI

staande faux profile-opname in de richtlijn

MRI is in potentie een zeer geschikte radi-

Diagnostiek en behandeling van heup- en knie­

ologische modaliteit om artrose in kaart te

artrose aanbevolen bij onvoldoende verklaring

brengen.7 Allereerst kan het kraakbeen direct

van heupklachten na een in eerste instantie

gevisualiseerd worden in plaats van indirect

gemaakte standaard AP-bekkenopname.

beoordeeld op basis van de gewrichtsspleet

De meest toegepaste wijze om de ernst van

zoals bij röntgenfoto’s het geval is. Wellicht

röntgenologische artrose te definiëren is

belangrijker nog, is dat het met MRI mogelijk is

volgens de röntgenologische criteria beschre-

om veel van de andere weefsels die bij artrose

ven door Kellgren en Lawrence (K&L-criteria)

zijn betrokken, zoals het beenmerg, de menisci,

waarbij graad 2 of hoger doorgaans wordt gede-

synovium en ligamenten te beoordelen. Regu-

finieerd als röntgenologische artrose (tabel 1).6

liere klinische MRI-protocollen voor de knie (veelal 2D proton density-gewogen en T2-­ge-

Deze score wordt veelvuldig toegepast in de

wogen fast spin-echo (FSE)- pulssequenties

radiologische en orthopedische literatuur

met vetsuppressie bevattend) volstaan voor het

evenals in sommige klinieken. Hoewel de

beoordelen van deze relevante weefsels, met

methode is ontworpen voor de knie, wordt

uitzondering van synovitis, waarvoor MRI met

deze, al dan niet in gemodificeerde vorm, ook

intraveneus contrastmiddel de gouden stan-

gebruikt voor andere gewrichten. Nadelen van

daard is. Voor een zeer gedetailleerde beoorde-

de K&L-gradering zijn een matige inter- en

ling van artrose in onderzoeksverband kunnen

intra-observervariabiliteit, in de hand gewerkt

additionele pulssequenties of richtingen toege-

door ambigue classificatiecriteria die aan

voegd worden en wordt een hoge veldsterkte

subjectiviteit onderhevig zijn. Zelfs in weten-

van 3 Tesla aanbevolen. Axiale sequenties

schapsverband is gebleken dat grote artroseco-

zijn obligaat voor het detecteren van kraak-

horten onderling verschillen in de definitie van

been- en beenmerglaesies in de patella of SEPTEMBER 2015 • IMAGO

IMAGO-Nr1_Binnenwerk v3.indd 15

01-09-15 13:56


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.