Glossy 'de Helvoirt'

Page 21

Over de Dr. Landmanschool Meester Martinus Boset wordt in 1851 op 25-jarige leeftijd hoofd van de nieuwe openbare school van Helvoirt. Door de goede kwaliteit van het onderwijs groeit de school flink en trekt niet alleen Helvoirtse kinderen aan, maar ook kinderen van de omliggende dorpen. Het schoolgebouw staat aan het begin van de Achterstraat (hoek Kerkstraat). Vanaf 1882 gaan vrijwel alle meisjes over naar de katholieke zustersschool naast het kloostergebouw aan de Kastanjelaan. Er blijven 110 jongens en 12 meisjes over bij meester Boset, die aan het roer blijft tot 1901. Onderwijsgevenden gaan in die tijd niet vroeg met pensioen. Meester Heesbeen neemt het van hem over, maar stapt in 1918 over naar de gloednieuwe katholieke jongensschool aan de Kastanjelaan. Dit gebouw, bestaande uit drie lokalen, werd gebouwd dankzij een legaat van mej. Pauline Landman (1855 - 1908), de dochter van dokter Nicolaas Johannes Bartholomeus Landman (Den Haag, 1815 - 1902). De meeste katholieke jongens volgen meester Heesbeen naar de Kastanjelaan. De school groeit maar door en in 1955 komt de bovenbouw erbij. De oude openbare school aan de Achterstraat wordt in 1948 gesloten bij gebrek aan leerlingen. In 1974 krijgt Helvoirt nogmaals een nieuw schoolgebouw. De moderne dr. Landmanschool staat recht tegenover de oude jongensschool. Het nieuwe gebouw wordt ruim veertig jaar door de meeste Helvoirtse kinderen bezocht, zowel jongens als meisjes. Uiteindelijk voldoet ook dat gebouw niet meer aan de eisen van de 21ste eeuw. Het blijft in gebruik tot oktober 2015. In de herfstvakantie van dat jaar verhuist de dr. Landmanschool naar een groot gebouw, dat gebouwd is in de voormalige kloostertuin. Vanaf die tijd is de Helvoirtse basisschool gevestigd in het multifunctionele HelvoirThuis. Bronnen: 1985, M. Pijnenburg, H. Smulders, Helvertse Schetsen, gemeente-archief Helvoirt via www.BHIC.nl

40 - Pomphuiske 50 jaar

Het is 20 juni 1891. Groot feest in Helvoirt, want dokter Landman viert zijn gouden jubileum. De heer N.J.B. Landman is precies vijftig jaar de geneesheer, heel- en vroedmeester van ons dorp. Het woord huisarts past niet bij die tijd. De kinderen van Helvoirt zingen dokter Landman vrolijk toe met dit prachtige lied. Harrie Smulders (1916 - 1995), de man die dit liedje in ’t Pomphuiske publiceert, kan “De gouden jubelkruk” niet goed thuisbrengen. “Mogelijk heeft de dokter op hoge leeftijd moeite met lopen.” Aan de wens van de kinderen om nog lang te blijven, voldoet de jubilerende dokter graag. In 1902 wordt hij opgevolgd door dokter Hoek.

Harde knal Het is lang niet altijd feest. In zijn tijd heersen veel ziekten, armoede en honger. En zo nu en dan valt er ook nog een slachtoffer van een misdrijf te betreuren. Zo’n misdrijf treft de aartsbisschop van Utrecht, Joannes Zwijsen, die Huize Gerra bewoont. “In de vroege ochtend van 15 juni 1863 zien de mensen aan de Keiweg dat dokter Landman al vroeg in de weer is. Het paard wordt van stal gehaald en voor de koets gespannen. Onze dokter vertrekt met grote spoed naar Huize Gerra.” Wat gaat hieraan vooraf? In de nacht van 14 op 15 juni, als iedereen in diepe slaap is, klinkt er opeens een harde knal. De wakker geschrokken huisgenoten rennen de gang op, maar niemand ziet de bisschop. Even later treffen ze hem bloedend aan in zijn kamer. Een kogel heeft zijn arm getroffen. Dokter Landman, die snel ter plaatse is, stelt vast dat geen vitale organen geraakt zijn. Na advies ingewonnen te hebben bij de hooggeleerde professor Tilanus van de Universiteit van Amsterdam, verwijdert dokter Landman enkele dagen later de kogel. Op 29 juli is de bisschop voldoende op krachten gekomen om te reizen. Het wordt een feestelijke tocht naar het Fraterhuis in Tilburg. Daar neemt hij rust, zodat hij volledig kan herstellen. De portier van Huize Gerra wordt opgepakt als verdachte in deze zaak, maar hij komt later weer vrij wegens gebrek aan bewijs. Van de vijfduizend gulden die bij het misdrijf verdwenen zijn, is nooit meer iets teruggezien.

Vanwege aanhoudend slecht drinkwater, bouwt aannemer Jan Timmermans uit Den Bosch in 1869 een pomphuisje op het kruispunt van de Achterstraat, Kastanjelaan en de Lindelaan.

Slecht drinkwater Het jaar 1868 kent een bijzonder hete en droge zomer. De mensen drinken voornamelijk water uit putten en het warme weer komt de kwaliteit van dit water niet ten goede. Bacteriën gedijen onder die omstandigheden bijzonder goed. Geen wonder dat begin augustus de eerste gevallen van dysenterie zich aandienen. Twee patiënten op de grens van Helvoirt en Haaren, in de Heesakker en de Raam. Dysenterie is erg besmettelijk en leidt tot een ernstige vorm van diarree. De ziekte verspreidt zich razendsnel over beide dorpen. Er zijn al gauw meer dan honderd ernstig zieken. Geneeskundig inspecteur A.F. Ingen Housz grijpt onmiddellijk in en benoemt dokter W.H.L. Strijbos uit Leiden als assistent voor dokter Landman. Ook het gemeentebestuur neemt maatregelen en stelt twee mannen en vier vrouwen aan als ziekenoppasser. Bovendien verstrekt de gemeente krachtige soep voor de patiënten. Er komt beddengoed en vers stro voor de bedsteden, kalk om te witten en chloor om de

Als het drinkwater-pomphuisje niet meer nodig is, verrijst er in 1927 op die plek een muziekkiosk.

lucht te zuiveren. Deze krachtige aanpak is na enige tijd doeltreffend. Eind oktober is de dysenterie overwonnen, maar de ziekte heeft in Helvoirt wél meer dan twintig dodelijke slachtoffers geëist. De epidemie levert ook nog een fikse dorpsruzie op. De toenmalige Minister van Binnenlandse zaken moet er zelfs aan te pas komen. Als dokter Strijbos bij de gemeente aanklopt voor een geldelijke tegemoetkoming, verwijst men hem naar dokter Landman, die immers al een vast bedrag uit de gemeentelijke pot van de armenpraktijk krijgt. Bovendien heeft Landman - volgens de gemeente - dokter Strijbos “uit eigenbelang” naar Helvoirt gehaald, dus hij moet er ook maar voor opdraaien. Dokter Landman is woedend en zoekt het hogerop. Uiteindelijk wordt hij in het gelijk gesteld na bemoeienis van de Inspecteur van Volksgezondheid, de Commissaris van de Koning en de Minister. Zwaar beledigd neemt Landman ontslag “diep gegriefd door de monsterlijke beledigingen, dewelke men mij heeft doen ervaren.” Een beetje impulsief, want even later trekt hij zijn ontslag weer in. Niet alleen dokter Landman ziet nu in dat er echt iets moet gebeuren aan de drinkwatervoorziening in het dorp. De gemeente gaat op zoek naar een centrale plaats in het dorp waar zuiver grondwater te vinden is. Die vindt men op het kruispunt van wegen tegenover de kerk. Aannemer Jan Timmermans uit Den Bosch bouwt er in 1869 een pomphuisje, dat ook als aanplakzuil kan dienen voor gemeenteberichten en voor het laatste nieuws. In 1927 verdwijnt het pomphuisje om plaats te maken voor een muziekkiosk. Gelukkig wordt in 1966 een nieuw Pomphuiske opgericht. Niet voor drinkwater, maar wél om de dorst van alle Helvoirtenaren naar het plaatselijke nieuws te lessen. Pomphuiske 50 jaar - 41


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.