M u
Anne de Vries Ashkan Honarvar Bart Jansen Ben Grasso Beautiful Agony Carl Kleiner David Kok Elza Jo Emillio Gomariz Erik Kessels Erik Suidman Frank Schallmaier Henny Overbeek Hester Scheurwater Inga Cholmogorova Isabella Rozendaal Ivan Argote Jan van der Ploeg Jonathan Schipper Julian Dashper Koen Delaere Koen Hauser Langdon Graves Marc Bijl
DEEL M E N
KUN N A A
LNEN D E
STEA R S
Martin C de Waal Martine Stig Matthijs Muller Mykromag Niek Audenaerd Pablo Delfos Patrick van Oostrum Peter van der Es Ronald Ophuis Salwa Jabli Samuel T Adams Sander Reijgers Simon Wald Lasowski Stephen Shanabrook Taufiq Hosen Tim Johannis Ton of Holland Toyah van de Ven Tzeno Stoyanov Vincent Dams V&B(Alex Jacobs en Ellemieke Schoenmaker) Wayne Horse W.J.M. Kok Wouter Vandenbrink
#1 Hoe het begon
Daniela Schwabe ‘Expositieopeningen zijn vaker teleurstellend dan leuk. Meestal blinken ze uit in statisch zijn. Je ziet kunst, je kijkt ernaar en je denkt: het is fantastisch gemaakt, dat zie ik zo, maar ik heb geen idee wat het moet voorstellen. Of nog erger: je vindt het verschrikkelijk slecht gemaakt en je hebt geen idee waar het over gaat.’ Niek Audenaerd ‘Bij een opening denk ik aan een witte ruimte met kunst. Alles hangt recht en iedereen ziet er netjes uit. Op een tafel in een hoek staan een paar flessen wijn, jus d’orange, met een beetje geluk is er bier. Iemand houdt een openingspraatje en daarna kun je netwerken. That’s it. Wij wilden van onze openingsavonden happenings maken. Over onze openingen zouden mensen zeggen: je had er bij moeten zijn. Daniela ‘Er is toch niks leuker dan ergens komen en het er maanden later nog over hebben? Zo’n plek wilden wij creëren.’ Niek ‘Plaats Delict is onze natte expositiedroom.’ Daniela ‘We wilden werken vanuit onze eigen interessegebieden binnen de kunst. In Utrecht en Nijmegen hebben we een paar maanden gebrainstormd met veel bier. Uiteindelijk wisten we een waslijst ideeën te reduceren tot zes thema-exposities: Geweld, Manipulatie, Contrast, Macht, Kleur en Seks. We schreven een manifest en namen ons voor de tekst zo letterlijk mogelijk na te leven.’ Niek ‘De rode draad van Plaats Delict is grenzen opzoeken, onderzoeken, verruimen en overschrijden. We wilden onszelf geen enkele grens opleggen: the sky was the limit. De expositieruimte in de Paraplufabriek moest er elke keer compleet anders uitzien en we waren vastbesloten alle kunstenaars te vragen die we goed vonden. Ook mensen van wie we dachten dat ze nooit mee zouden doen.’ Daniela ‘Een onderdeel van de grenzeloze vrijheid was dat we zelf het budget voor de exposities konden verdelen. We kozen ervoor om zelf niks te verdienen en elke euro in het project te stoppen.’
#2 Hoe het geschiedde
Niek ‘We trapten af met de expositie over geweld. Het uitgangspunt van Plaats Delict is van meet af aan geweest om alles vanuit verschillende perspectieven te benaderen. Zo breed en origineel mogelijk. Maar ga je over geweld nadenken, dan stuit je in eerste instantie vooral op negatief geweld, zoals oorlog en huiselijk geweld. We gingen heel bewust op zoek naar positief geweld.’
Daniela ‘De speurtocht leidde naar Boom, een gehucht onder de rook van Antwerpen. Daar woont Sam de brandweerman. In de avonduren is hij dungeonmaster in een Antwerpse sm-club. Ook laat hij mensen aan vleeshaken bungelen, mensen die ervan genieten om zichzelf geweld aan te doen. Precies wat we zochten.’ Niek ‘Op de openingsavond was het meteen overweldigend druk. Eerst was er een kickboksgevecht. Een dj draaide platen over geweld. Dungeonmaster Sam zou een meisje meenemen dat nog nooit aan vleeshaken hadden gehangen. Daar liep ze dan, in haar beha’tje, met die haken als twee engelenvleugels op haar rug. Het publiek reageerde aanvankelijk met afschuw, ze trilde als een rietje. Maar het ding met vleeshaken is: als je eenmaal hangt, krijg je een duwtje. Dan ga je zweven en ben je je eigen schommel. Schijnbaar geeft dat een extatisch gevoel.’ Daniela ‘Op het moment dat dit meisje begon te zweven, zag je de spanning van haar gezicht afglijden. Het publiek reageerde met gejoel en gejuich. Dit was het moment waarop we zeker wisten dat het bezoekers aan hun vrienden zouden zeggen: wat ik gisteravond toch heb gezien, daar had je echt bij moeten zijn.’ Daniela ‘Ergens was het een nadeel dat de eerste expositie zo’n groot succes werd. Nu moesten we dat zien te overtreffen. Voor Manipulatie besloten we een gastcurator te vragen. We hadden met een hoop mensen gesproken: kunstcriticus Rutger Pontzen, fotograaf Hans Aarsman, Erik Kessels van reclamebureau KesselsKramer. Allemaal wilden ze graag meewerken, maar het ontbrak ze aan tijd. Toen was daar ineens Blend Magazine, en daar gingen we.’ Niek ‘Onze enige eigen inbreng was de vloer en een deel van de muur, die we blauw hadden geschilderd. Alsof de zaal een leeggelopen zwembad was. De jongens van Blend deden de rest. De Plu is best wel alternatief, met een achtergrond in het krakersmilieu. Blend is hip, meer gericht op mode en lucht. De expositie leek dus niet per se op zijn plek in de Plu, maar dat paste goed bij het thema manipulatie.’ Daniela ‘DJ Kypski van C-mon & Kypski en Martin Duval kwamen draaien. We hadden gratis bier, twintig kratten Warsteiner. Het kraakhol was opeens een hippe Amsterdamse tent geworden.’ Niek ‘Het publiek had waarschijnlijk verwacht weer zoiets te krijgen als met geweld. Borstvergroting live, dat werk. Het shockeffect was er niet, maar mensen waren evengoed enthousiast.’ Daniela ‘Blend had precies gedaan waar het goed in is: goede fotografen uitkiezen.’
‘Voor de volgende expositie, Contrast, lieten we drie kunstenaars uit New York overkomen, Samuel T. Adams, Ben Grasso en Langdon Graves. Samen met Vincent Dams, Henny Overbeek en Villeroy en Boch verbleven ze twee weken in een pand aan de Energieweg. De zaal in de Plu hadden we in twee gebieden opgedeeld met een diagonale grenslijn, zodat de twee verschillende nationaliteiten letterlijk tegenover elkaar werden geplaatst. Wat gebeurt er als je kunstenaars zelf de ruimte laten veranderen, terwijl ze zelf onderdeel zijn van het contrast?’ Niek ‘We regelden een barbecue en fietsen, zorgden dat ze hun biertjes kregen, zijn op atelierbezoek geweest en gingen mee materiaal kopen. Dit was voor ons de leukste expositie om mee te maken, omdat we het resultaat zagen ontstaan. Het was jammer dat we op een gegeven moment moesten besluiten dat het project af was. De bezoekers zagen alleen het eindresultaat, niet het proces. De beleving was dit keer meer een privéaangelegenheid.’ Daniela ‘Het contrast werd uiteindelijk één geheel. De kunstenaars gingen letterlijk en figuurlijk over de lijn heen. Ze rekten de grens op tot hij was weggevaagd.’ Niek ‘Toen kwam Macht en liepen we tegen onze eigen grenzen aan. Deze expositie hadden we al helemaal uitgedacht, een beetje naar idee van het sociaal-psychologische Stanford prison experiment in 1971. Studenten van de Universiteit van Stanford werden willekeurig in twee groepen opgesplitst: een groep gevangenen en een groep bewakers. Na een tijdje begon iedereen zich naar zijn rol te gedragen: gevangenen werden onderdanig en bewakers kwamen in de verleiding om hun macht te misbruiken.’ Daniela ‘Door de drie voorafgaande expo’s kwamen we erachter dat wat wij wilden alles behalve haalbaar was. Het idee was om als entree een tweepersoonskooi te bouwen. Zodra je een vingerafdruk had achtergelaten, moest je een door ons bepaalde route afleggen en vanaf een door ons bepaalde afstand naar de kunst kijken.’ Niek ‘We waren kapot van de andere expo’s. Er was te weinig tijd.’ Daniela ‘Met onze handen in het haar zijn we in één dag op en neer naar Berlijn gereden om prachtige werken te halen, onder meer van de Amerikaanse kunstenaars Jonathan Schipper. Niek ‘We faalden, in die zin dat we meer op de kunst hebben ingezet dan op de toeschouwer.’ Daniela ‘Als ik naar de werken kijk, ben ik uiteindelijk heel trots. Maar de vormgeving van de expositie was minder spectaculair dan we hadden gewild. We waren niet volledig bij machte om macht tot een goed einde te brengen.’
‘Bij Kleur konden we even op adem komen, met kunstenaar Jan van der Ploeg als gastcurator. Kleur en contrast spelen een belangrijke rol in zijn werk. Kleur moest naar ons idee de meest uitzinnige expositie worden, in ieder geval qua kleur. Dus vroegen we Jan om van de ruimte een kleurexplosie te maken. Dat vond hij veel te voor de hand liggend. Uiteindelijk deelde hij de ruimte heel sec in. Eén wand was zwart, eentje grijs, eentje wit en de andere was een kleurrijke muurschildering. Op iedere wand hing maar één werk. Het was wederom duidelijk dat iemand het roer had overgenomen.’ Niek ‘Het werd een conceptuele en tegelijk conventionele expo: het oogde heel kaal.’ Daniela ‘De werken waren fantastisch en mooi in evenwicht. Het klopte van alle kanten.’ Niek ‘Naar de laatste expositie over seks keken we het meest uit. Het was een hele uitdaging, want hoe plat kun je het maken?’ Daniela We wilden exhibitionisten regelen die midden in de zaal wilden seksen tijdens de openingsavond. Wat is er ongemakkelijker dan ergens binnenkomen terwijl er mensen aan het neuken zijn? We plaatsten een oproepje op een website voor swingers, waar ik trouwens nog steeds berichten van ontvang. Er waren koppels die wilden komen, maar allemaal wilden ze veel geld voor hun batspartij. Ergens hadden we het er misschien wel voor over gehad, maar ze deden ons te vaag en te moeilijk. Geen echte seks dus, maar wel video’s van mensen die masturbeerden. Ook stond het voor ons als een paal boven water dat er paaldanseressen zouden zijn. En dan hadden we nog Gina, die blowjobs gaf in een caravan. Je kon kiezen uit een menu van blowjobs, die eenmaal in de caravan niets meer of minder dan letterlijke blaasacts bleken te zijn. “Take of your pants”, zei ze tegen de mannen die binnenkwamen. Koos je voor het type rude, dan snoot Gina haar neus en gooide ze het zakdoekje in je schoot. “Did you like it?” En dat was ‘m dan. Ze deed ook dingen met een belleblaas en een föhn. Sexy en belachelijk tegelijk.’ Niek ‘Maar de stripper heeft misschien wel het meest indruk gemaakt. Hij zag er totaal anders uit dan op het plaatje. Toen de neger die geen neger bleek te zijn met zijn vrouw binnenkwam, moesten we gelijk betalen. Vijf minuten later deed hij zijn act, en weg was hij. Op zijn borst stond de tekst only god can judge me getatoeëerd. Het doel was opnieuw bereikt, maar geweld bleef de vroege climax.’
#3 Hoe het was
Daniela ‘Eigenlijk zijn wij natuurlijk helemaal geen curatoren. We hebben Plaats Delict ingevuld als kunstenaars. Niek ‘Kunstenaars moesten iets uit onze exposities kunnen halen.’ Daniela ‘Dat grenzeloosheid ook een grens heeft, daar zijn we wel achter gekomen. Al is het maar in tijd, bier of gemoedstoestand.’ Niek ‘Ik liep tegen mezelf aan, maar we liepen ook tegen elkaar aan. Als tijd en geld geen rol hadden gespeeld, dan was er waarschijnlijk geen grens geweest. Hard werken zonder betaald te worden, dat begon ik na een tijdje wel te voelen. Een expo bestaat niet alleen uit de expositieweek en een opening. Zes dagen per week gingen er in het project zitten. Als je beloning niet in geld komt, dan wil je uitbetaald worden in kicks. De kick hadden we na drie expo’s wel gehad. Daarna ging het vooral nog om het geven, we kregen er minder voor terug.’ Daniela ‘De Plu vroeg ons om na Plaats Delict nog een jaar door te gaan. We hadden het graag gedaan, maar het kon niet meer.’ Niek ‘We hadden alles gegeven wat we hadden, en toen was het op.’ Daniela ‘Na ons jaar zal niet meer hetzelfde zijn, schreven we in het manifest. Dat is gelukt. Ik denk dat we iets hebben neergezet dat blijft staan. Ik weet zeker dat mensen het op verjaardagen nog wel eens over de vleeshakenact of de stripper hebben. Maar als je daarover vertelt, komt het toch nooit écht over.’ Niek ‘Het is mooi om te herinneren, maar het moment zelf is meer waard. Deze catalogus is een sterk slap aftreksel van wat Plaats Delict is geweest. Het bevestigt dat ons doel is bereikt: je had er bij moeten zijn.’
Interview: Gidi Heesakkers
Manifest
Plaats Delict Witte muren, houten vloer, wit gedempt licht uit een plafond, geen ramen. Het lijkt op de beschrijving van een isoleercel. Praktisch gezien is het dat ook; de context waarin kunst vaak getoond wordt. Het universele beeld van het museum van binnenuit. Het is een afgesloten ruimte met hoge plafonds, witte muren, je kunt niet naar buiten kijken en, als de deuren gesloten zijn, ook niet naar binnen. Elk kunstwerk heeft binnen deze ruimte een eigen grensgebied, een gebied dat zich verhoudt tot het volgende werk. Het kunstwerk gaat een relatie aan met de ruimte. Vervolgens heeft deze relatie invloed op de ervaring en waardering van het werk door de beschouwer. Doordat de omgeving zoveel invloed uitoefent op het kunstwerk wordt er in musea en galeries vaak voor gekozen om het werk te presenteren in een neutrale, witte ruimte. Met Plaats Delict willen wij losbreken uit deze isoleercel. Wij gaan grenzen opzoeken, onderzoeken, verruimen en overschrijden. Dit kan in de visuele kunstzinnige maar ook in de letterlijke zin: de landsgrenzen over. Het woord grens heeft een sleutelrol. Grenzen zijn er om iets te definiëren. Ze geven aan waar iets eindigt en waar iets nieuws begint. Plaats Delict gaat grensconflicten aan, gaat persoonlijke grenzen over en gaat op zoek naar grensgevallen, met als doel om te kijken of grenzeloosheid een grens heeft. Plaats Delict speelt met onderwerpen die een breed publiek prikkelen, verleiden, opwinden en uitdagen. Ons jaar, 2011, is opgedeeld in zes exposities met elk een eigen thema. De thema’s zijn: geweld, contrast, macht, seks, kleur en beeldvorming. Aan de hand van ieder thema transformeert de setting waarin gepresenteerd wordt. Er worden zo veel mogelijk vormen van kunst aan elkaar gekoppeld. Zij versterken elkaar. Puberaal verscheuren wij de A4tjes die ons uitleggen wat we op het andere A4tje zien. Er zal kunst om de kunst hangen en geen A4tjes-kunst tenzij er gevloekt wordt in de tekst. Geen uitleg, maar visuele prikkeling, vrije interpretatie daar streven wij naar. De grenzen van onze thema’s zijn constant in beweging en daarom uiterst interessant om te onderzoeken. De rol van de beschouwer zal die van een actieve deelnemer zijn, niet die van een passieve waarnemer.
Hij wordt geprikkeld met al dan niet confronterende beelden, kleuren, geluiden en beweging. Zijn grenzen, onze grenzen, de grenzen van een kunstwerk, de grenzen van een maatschappij; ze komen allemaal aan bod. De Paraplufabriek zal te zien zijn vanuit de ruimte, in de straten en thuis op het plasmascherm of aan de muur. Wij gaan samenwerken met andere kunstenaarsinitiatieven. In Nederland, maar ook daarbuiten (New York en Berlijn). Behalve de expositieruimte van de Paraplufabrieken wordt ook de algemene hal benut. Muurschilderingen toveren de entree om en uit luidsprekers klinken teksten, geluiden en klanken die versterkt worden door lichten in alle kleuren van de regenboog. Ze transformeren zowel de entree als de expositieruimte tot een beleving waar verveling niet bestaat. De opening is een happening. Alles wat er daarna nog te zien is, een herinnering aan dat wat is geweest. “Je had erbij moeten zijn� is een veel gehoorde zin. Er zullen mensen bij zijn geweest die wakker worden met hoofdpijn en niet meer weten wat er gebeurd is. Zij waren erbij. De hoofdpijn en verfvlekken zijn het bewijs. Na ons jaar, 2011, zal niets meer hetzelfde zijn.
Getekend; Daniela Schwabe Janita de Vries Niek Audenaerd Rolf Slagboom
M
#1 Geweld Met #1 Geweld opende wij het jaar. Letterlijk en figuurlijk. In deze expositie zochten wij de grens op tussen geweld als entertainment en geweld als bedreiging. Speciaal voor de lange gang naar de expositieruimte had Salwa Jabli een lichtwerk gemaakt waarop een lichtgevend leger tot de tanden bewapend te zien was. Over de betonnenvloer van de expositieruimte liepen zwarte bandensporen alsof er en auto geslipt was. Dr. Thomas Quartier (www.thomasquartier.nl) van de Radboud Universiteit opende de avond met een lezing over performatief geweld. Tijdens de opening waren drie acts. Tussen deze acts draaide een DJ muziek. De DJ, onherkenbaar door zijn bivakmuts, draaide alleen maar nummers die met geweld te maken hadden. Na de lezing volgde twee kickbokswedstrijden. Als afsluiter hadden we een suspension act.
Het schieten van het schieten – Shoot! Over performatief geweld Dr. Thomas Quartier Een man staat met een pumpgun in zijn handen op een podium. Een andere man staat een stukje verder op met een camera. Een vrouw staat aan de andere kant van het podium een schreeuwt: Shoot! Wie bedoelt ze? Wat bedoelt ze? Press the buttom – maar welke? En wat is het effect van het drukken van de knop? Van de knop van de camera en van de pumpgun. Wat is wreed? Wat is een bevrijding? En waarom moeten we ons met dit scenario in ’s hemelsnaam bezig houden? Shoot – schieten – is altijd een dubbel begrip: doodschieten en vastleggen, vernietigen en bewaren, aanvallen en verdedigen. Deze betekenissen zitten altijd aan het woordje Shoot vast. Schieten met een pumpgung en schieten met een camera. Maar wat gebeurt er als het schieten geschoten wordt? Welnu – dan is er sprake van performatief geweld. Geweld dat geschoten is schiet de kijker dood. Het overvalt je, doordat de aanval vastgelegd is. En dat is het wat de relatie van kunst en geweld kenmerkt. Maar waar gaat het om? Gaat het om een exhibitionisme van de schietende man? Gaat het om een sensatielust van de schreeuwende vrouw? Of om een sadistisch trekje van de man met de camera? Alles kan, en alles mag – als het maar ergens toe dient. Want dat is waar performatief geweld voor is: performatief geweld helpt om zich te verhouden tot het echte geweld. Het schieten van het schieten schept een houding ten opzichte van het echte schieten, en daardoor krijgt iedereen een schop onder zijn kont. Alle geslaagde performances zijn dan zelf een vorm van geweld. De kunst beeldt geweld af, en ze is een vorm van geweld. Tja, het hoofd van de kijker wordt afgeschoten door het schieten van het schieten? Zoiets moet het wel zijn wat er gebeurt als we onszelf een plek in het scenario met de man met de pumpgun, de man met de camera en de schreeuwende vrouw geven. En als het goed is gaan we hier beter weg dan we gekomen zijn. Whatever that means…
Katalysator Laat ik een aantal mogelijkheden schetsen wat dit ‘beter’ in kan houden. Hoe afkeer en plek kan krijgen – wellicht in verzet. Performatief geweld kan op de eerste plaats een katalysator zijn. Zoals gezegd: het echte schieten kan verwerkt worden door het te schieten. Shoot! Weer staat er een man, die ik hiervoor aan wil halen: een man die mensen bedreigt. We komen hem tegen in een lied van de Amerikaanse Death rock band Christian Death. Deze man is degene die de bedreiging werkelijkheid laat worden. “I come to you in sheep’s clothing. / The ways of men are before my eyes. / I lead you into temptation / I see your sins, I know all your lies / Peek a boo, I see you”. Brutaal geweld wordt hier aangekondigd door de verleider die de mens uiteindelijk zal vermoorden. Geweld tegen kinderen, geweld tegen vrouwen – geweld tegen mannen: de mens voelt zich bedreigt door het demonische dat de misdader vertegenwoordigt. Maar gaat het in deze tekst wel om een misdadiger? Is het niet een zeer pessimistisch leven, dat je leidt, als je alleen dit soort negatieve emoties tot uitdrukking weet te brengen? Valor Kant is de zanger die dit scenario schetst, en hij heeft mij proberen duidelijk te maken dat het helemaal geen negatieve levenshouding is die hij tot uitdrukking brengt: “Mensen voelen zich door mijn kunst bedreigt omdat hun eigen negatieve driften erdoor aangesproken worden. Tegelijk ook hun angsten. Mijn leven is een zeer positief leven. Doordat ik het negatieve – de demonen die ieder mens van binnen en buiten aanvallen – in mijn muziek verwerk, kan ik het plaatje compleet maken. Het is voor mij een yin yang”. Het schieten door de artistieke expressie schiet de demonen: het is een exorcisme. Is dat performatief geweld? Welnu – het valt niet te ontkennen dat mensen telkens weer proberen om het negatieve uit te beelden. Laat ik het maar meteen zeggen: dat hoeft mijns inziens niet altijd negatief te zijn. Het doemdenken over het schieten van het schieten is soms beangstigend. Inderdaad – de media confronteren mensen tegenwoordig met heel veel geweld. Zinloos geweld op zinloze wijze gebracht. De gevolgen van de duizenden lijken die iedere teenager tegenwoordig al voor de puberteit op de TV heeft gezien zijn niet te overzien. Maar is dat performatief geweld? Ik denk het niet, want de katalysator ontbreekt.
Wat die katalysator is, kan ik niet zomaar zeggen, maar wel het volgende: Wat er aan geweld in de bijbel staat is niet minder dan wat er in menig computerspel aan te treffen is. Geen verschil? Welnu – het verschil zit hem in het schieten van het schieten. Shoot, maar hoe? De psalmist – de dichter van bijbelse poezie – doet niets anders dan iedereen die geweld als katalysator voor het gewelddadige deel van de werkelijkheid gebruikt. “Zij maken zichzelf sterk in boze plannen, bespreken hoe zij hun valstrik zullen zetten, en zeggen: ‘Wie ziet er iets van?’ Wie brengt de volmaakte misdaad aan het licht? Het hart van de mensen is een moordkuil. God schiet daarom op hen met zijn pijlen, dan raken ook zij onverwachts gewond, verstrikt in hun eigen woorden. Iedereen die het ziet, staat versteld. Alle mensen krijgen ontzag voor Hem, overal spreken zij van de ingreep van God en beseffen wat God heeft gedaan. Dan is de rechtvaardige blij om de HEER tot wie hij zijn toevlucht nam: wie oprecht is van hart zingt zijn vreugde uit” (Psalm 64, 6-11). Het zien van de misdaad is het begin van het einde van het geweld. En of men nou zijn toevlucht bij God zoekt of niet – het blijft een manier om met geweld om te gaan – dat het geweld gezien wordt. En het eindigt in lofzang, net zoals een opening van een tentoonstelling over geweld eindigt in feest. Shoot – dat moet de mens durven. Het is nodig, en uiteindelijk is het geen echt bloed dat te voorschijn komt, de doden staan op. Schiet ze maar – dan kan je het leven aan. Maar wanneer is iemand dood? En wanneer wordt het kunstbloed echt bloed? Het bloed van de performers vergoten voor de zonden van de kijkers? Het is – toegegeven – een dun lijntje tussen vals en echt bloed. Het ligt aan de kwaliteit van het tweede schieten: het schieten van het schieten. En elke poging daartoe is een vorm van geweld. Ten dienste van de Heilige Katalysator – vandaag hier heilig verklaard – is elke kunstenaar gewelddadig. We zijn getroffen – als het goed is tenminste. En we aanbidden het sacrale geweld dat ons de enige uitweg biedt uit de impasse waarin de gewelddadige samenleving ons heeft geleid. Shoot – het ultieme gebed? Voorzichtigheid is op z’n plaats. Sacraliteit heeft ook iets gewelddadigs – en de yin yang kan snel onevenwichtig worden. Kijker – wees op uw hoede: u bent gezien!
Ironie Laat ik maar snel naar de tweede houding overgaan die het performatief geweld kan stempelen – dat het juist niet echt is, en grappige trekken kan hebben. In onze sensatielust voelen we bevrediging over het leed van anderen. Leedvermaak wordt dat genoemd. Maar dat is iets anders dan de gekanaliseerde lach over de deformatie van een muis die in een stripverhaal dood wordt gemaakt. Irreëel geweld als performatieve humor. ‘Ha ha’, maar waar is het niet meer grappig? Grappige beelden van de oorlog zijn een taboe. Het is zwarte humor – en toch zijn er artiesten die juist dit doen. De schietende van het schieten staat te lachen: een man en een vrouw die samen op het podium staan doen dit. Het zijn de zanger en zangeres van de Duitse band KMFDM die naar de VS is geëmigreerd. Ze zingen over de oorlog. “KMFDM is the drug against war”. Dat is een citaat dat ons radeloos achterlaat: drugs zijn gevaarlijk. Ze zijn eigenlijk niet legitiem, ze zijn niet het echte leven. Maar volgens deze twee artiesten voorkomen ze de oorlog. En dat zeggen ze met een brede glimlach in het gezicht. “I declare war on the World – war in outer space. I declare war in a nutshell – war all over the place. I declare war on every government – war against all odds. I declare war on your inner sanctum – on your bloodthirsty Gods – World War Three – be all that you can be”. Is het geen negativiteit die hier tot uitdrukking komt? Het geweld is ineens tegen alles gericht wat ons heilig is. Met de psalmist komen we er niet: het innerlijke heiligdom – de ‘inner sanctum’ – wordt ontheiligd. Maar let wel: de artwork van KMFDM zijn stripfiguren. Het is een comic dat hier door de taboebreuk ontstaat. Maar kan dat wel – is dat niet voor misverstand vatbaar? Ja, maar alleen als mensen het niet snappen, vertelt mij de Captain, zanger van KMFDM: “Ik ben constant ironisch – ik val alles aan, maar dat betekent niet dat ik het afwijs of omhels – het betekent dat ik er de vinger op leg – de rest moeten de luisteraars maar doen”. Ironie is geen cynisme, en weer komen we volgens de artiesten hier geen negatief wereldbeeld tegen. Nee – het is entertainment die ons buiten de banen van het alledaagse haalt. Het is een rituele ironie die de zon laat schijnen. De tocht in een schijnwereld heeft de Amerikaanse antropoloog Victor Turner “liminaliteit” genoemd. Dat is het: een ironische tocht in het liminale land van het ongewisse. Dat komt van ‘limen’: de grens.
We zijn grensgangers zodra we ironisch zijn. We overschrijden de grens echt – we doen het gewoon, maar toch ook niet echt: zeg maar performatief. Vermaak, leedvermaak, zieltjesvermaak. Maar het gevaar is wel echt: het is een spel met het vuur. Het is moeilijk je een houding te geven jegens het geweld. Dan kan je het maar het beste ironiseren: het schieten van het schieten is één grote grap. Maar wel een die te denken geeft: Shoot! Ieder mens een kunstenaar Voordat we blijven lachen, kunnen we maar het beste naar de beeldende kunst toe gaan, dat waar het in tentoonstellingen meestal om gaat. Geweld is serieus, en serieus geweld is niet om vrolijk van te worden, als men het tenminste echt meemaakt. Dan maar liever naar het museum? Het museum is de plek waar het geweld misschien het meeste geweld aangedaan wordt. “Ieder geslaagd kunstwerk is een vorm van geweld”, zegt de Duitse zanger Kunze. En wie doen het geweld geweld aan? Wij! Wij allemaal komen om een moord te plegen. Een rituele moord – een performatieve moord. “Ieder mens is een kunstenaar”, zegt Joseph Beuys. In een tentoonstelling over geweld is dan iedereen gewelddadig: Shoot! Vat het maar letterlijk op. Maar dan performatief: echt schieten van het schieten. Dat kan alleen als de kijker het toestaat en meedoet. Maar wat schieten we dan? Welnu – ik denk dat we onszelf schieten. Dat we gezien zijn: Peek a boo! Gezien door de donkere machten waar we mee moeten leren leven. En gezien door onze eigen vooroordelen – die op onszelf van toepassing zijn: “I declare war on your inner sanctum”. Het blijft gevaarlijk. En het geweld betekenisvol te maken valt niet mee. Hoe maak je van een marteling een katharsis – zoals in de Franse film Martyrs – een zuivering? Hoe maak je van een uitbeelden een diepzinnige kritiek? We weten het niet. We kunnen het alleen zien. Algemene regels zijn er niet. De man staat nog steeds op het podium – de pumpgun in zijn hand. De man met de camera heeft ondertussen geschoten – de vrouw heeft geroepen. De resultaten zijn in kunst over geweld te zien. Er rest ons niets anders dan te kijken: bereid getransformeerd te worden door de katalysator, klaar voor het ironische spel. Welnu – veel succes ermee – en Shoot!!!
#2 Manipulatie Manipulated images & Images that manipulate
Voor deze expositie zocht Plaats Delict naar een commerciële en esthetische gastcurator die het thema ‘beeldvorming’ op zich zou nemen. Wouter Vandenbrink en Perre van der Brink van BLEND magazine bleken deze rol als gastcuratoren perfect te kunnen vervullen. Blend omschrijft zichzelf als volgt: BLEND\BUREAUX IS A CREATIVE AGENCY THAT COMBINES ITS PASSION FOR GENUINE CREATIVITY WITH ITS MISSION TO CREATE MEANINGFUL BRANDS FOR THE CONSUMER BY MEANINGFUL STRATEGIES AND ACTIVATION . TOGETHER WITH OUR INTERNATIONAL NETWORK OF OUTSTANDING CREATIVE PROFESSIONALS BLEND\BUREAUX REACHES OUT TO THOSE GREAT BRANDS, COMPANIES AND ORGANIZATIONS THAT SHARE OUR VISION. Het allereerste wat Wouter en Perre aandroegen was dat het thema beeldvorming zou worden veranderd in Manipulatie. Perre en Wouter besloten een fototentoonstelling samen te stellen met werk van fotografen die regelmatig in Blend\ magazine werden gepubliceerd. De tentoonstelling kreeg de ondertitel Manipulated images & Images that manipulate. Een ondertitel die verwees naar de keuze van de werken. De ruimte werd een zwembad. Ultramarijn blauw. Ral5002. Tijdens de expositie was er een geluidsband te horen waarop de verschillende werken per kunstenaar, titel van het werk en de verkoopsprijs werden genoemd. De opening: een Amsterdams feestje met internationale allure, Dj Kypski, Martin Duvall en gesponsord bier van Warsteiner.
u
#3 Contrast Voor de expositie #3 Contrast nodigde Plaats Delict zeven kunstenaars uit. Drie kunstenaars uit New York (VS) en vier kunstenaars uit Nederland. Wij vroegen hun om twee weken samen in de expositieruimte werk te creĂŤren en een tentoonstelling te maken. De ruimte werd door middel van een diagonale grenslijn in tweeĂŤn gedeeld. De enige voorwaarde die wij stelden aan de kunstenaars was dat ze elk aan een kant van de lijn zouden werken. De Nederlanders aan de ene kant de Amerikanen aan de andere kant. Onze onderzoeksvraag : Wat zou er gebeuren? Zouden de kunstenaars zich bij het thema voegen, de lijn laten vervagen, van kant ruilen of in hun werk reageren op de overkant? Wij dachten dat de cultuurverschillen een contrast zouden vormen. Niets bleek minder waar. Het thema was misschien niet juist gekozen of doordacht. De kunstenaars deden waar ze goed in zijn; fantastisch werk maken, experimenteren, veel praten en ervaringen uitwisselen. De werken gingen over de lijn; Henny Overbeek en Vincent Dams namen speels de ruimte in en Langdon Graves schilderde over de grenslijn voor haar ruimtelijke sculpturen. De uiteindelijke tentoonstelling ging niet over de gestelde voorwaarde. Het ging over ontdekken, ontmoeten en plezier maken. Er was eerder sprake van een vriendschappelijke ontmoeting dan van een cultuurbotsing. Het grootste contrast was door ons gestelde thema en het uiteindelijke schitterende resultaat. Op de opening wederom gesponsord bier van Warsteiner en DJ Joris Ruijzenaars als sfeermaker. Naast de expositieruimte hadden wij voor de kunstenaars een woning geregeld bij atelierbeheer Slak: Energieweg 51. Legendarisch. Inmiddels gesloopt. Vervangen door een rotonde.
#4 Macht Voor de expositie #4 Macht gingen we de landsgrens over. Berlijn welteverstaan. Waar we de werken van Jonathan Schipper en Marc Bijl gingen halen. Met de expositie macht probeerde we vanuit verschillende invalshoeken een licht te schijnen op macht. De slapende dictators van Bart Jansen toonde verschillende op dat moment nog levende en regerende dictatoren. De schilderijen van Toyah van de Ven raakte het thema kindermisbruik. De werken van Peter van de Es en Jonanthan Schipper gingen binnen de context van macht over machtsystemen. Tijdens de opening droeg Dennis Gaens zijn verhaal Plaats Delict voor. De band Nouveau VĂŠlo speelde en we ontstaken het werk Burning Peace van Marc Bijl.
Plaats delict “Was jij er ook nog toen de politie kwam?” vroeg Sjors. Ik kon dat niet ontkennen. We houden nu eenmaal van feesten. Het goede soort. De politie houdt van knuppels. En honden, Mechelse herders. Dat is hun ding. En soms loopt het goede soort feesten verkeerd af. Heel erg verkeerd. En uit zijn vraag kon ik afleiden dat Sjors dat niet meer had meegekregen. Dat hij waarschijnlijk bij de eerste zwaailichten over het hek aan de achterkant was gesjeesd. Wij, die achterbleven, stellen dat soort vragen niet. Wij vertellen hetzelfde verhaal opnieuw en opnieuw en opnieuw. In de hoop dat het een keer anders afloopt. “Ik ga ze niet laten winnen,” had Ralf nog gezegd, “niet deze.” Toen klom hij het dak op. Eerder die dag had hij geklaagd over hoe lastig het tegenwoordig was. Niet alleen de politie, ook de concurrentie. “Die panden worden steeds ontoegankelijker,” zei hij, “ook al worden het er steeds meer.” Wij feesten in skeletten van fabrieken die opgedoekt of nooit afgemaakt zijn. Met lampen die niet langer dan een seconde achter elkaar branden, harde bassen en gemixte drankjes. En aggregaten. Je hebt twee soorten mensen die aan dit soort feesten deelnemen: de mensen die graag hard gaan en de rebellen. Ik schipperde altijd tussen die twee, maar Ralf was zonder twijfel van het laatste soort: “Als ik dit nu niet zou doen, zou ik steigerpijpen op spoorlijnen aan het leggen zijn.” Zonder hem ging het allemaal niet door. Hij zorgde dat er een plek voor ons was. In een stad, om het even welke stad. Elke donderdag ging hij op zoek naar een pand. “Je moet kijken waar de belhuizen en de discountsupers zitten. Van daaruit zijn het korte lijntjes. Iemand kent iemand die net verhuisd is of weet een fabriek waarvan de productie naar India is verplaatst. Dat soort dingen.” Ik weet niet hoe hij zijn werk precies deed, maar hij zorgde altijd voor de meest waanzinnige panden. Ik geloof dat hij iets van waarde achterliet en als dat na eenweek niet gejat was, dan was het goed. Dan beklom hij het dak om zijn handtekening te zetten. Elke verkenner heeft er een. “Zo’n gast uit Amsterdam spuit Nur die Liebe zählt op de zijkant van zijn panden ,” vertelde Ralf me ooit.
Hij zelf schreef op het dak de woorden plaats delict. Hij hoopte dat die ooit op satellietfoto’s te zien zouden zijn. Een eregalerij. Nu is het dan op zijn minst één keer gezien – door een traumahelikopter. Twee minuut 42 duurde het, voordat iemand het dak had bereikt en hem geblust had. Wie dat klokt is mij een raadsel, maar zo stond het in de krant. In het echt leek het veel langer. Het was hoe dan ook te laat. Er stond iets bij over een uit de hand gelopen feest met een drugsdode, maar dat is bullshit. Niets was er uit de hand gelopen. Drugs hadden er geen fuck mee te maken. Er stond een foto bij van een jongen met een bloedneus die in een politieauto wordt geduwd. Ik ken die gast niet. Eerst had Ralf in alle rust een sigaar aangestoken, toen de aansteker aan zijn trui gezet en pas daarna werd de eerste steen gegooid. Iedereen die er op dat moment nog was heeft littekens die een deel van het verhaal vertellen. Het duurde niet lang voordat het pand veranderde in een uitslaande brand. Maar wij zijn niet begonnen. Wij zijn nooit begonnen. Ze willen ons voorspelbaar, braaf en tam hebben, maar zo werkt de wereld niet. En het echte verhaal staat niet in de kranten. Dat staat op muren en op daken. En hoe vaak je het ook vertelt, het loopt nooit anders af.
auteur: Dennis Gaens http://denieuwes.com http://kutgitaar.wordpress.com
#5 Kleur Jan van der Ploeg was de tweede gastcurator bij Plaats Delict. Van der Ploeg is beeldend kunstenaar en vooral bekend om zijn enorme kleurrijke wandschilderingen. De ideale gastcurator voor het thema kleur. Hij stelde een sobere tentoonstelling samen waarbij kleur de volle aandacht kreeg die het verdiend. Zwarte, witte en grijze muren met steeds een enkel werk op elke wand. Het resultaat was een perfect uitgebalanceerde expositie waarbij kleur de hoofdrol had. Tijdens de opening draaide DJ Frietboer en gaf de kunstenaar W.J.M. Kok een lezing over kleur.
#6 Sex Plaats Delict begon het jaar met geweld en sloot af met #6 Sex. Bij deze expositie moest het platvloerse aangevuld worden met het suggestieve element dat alleen seks in zich kan dragen. Seks met ks en Sex met een x. Kunstenaars als Hester Scheurwater, Wayne Horse, Frank Schallmaier en filmpjes van Beautiful Agony. Bij deze expositie was de ruimte verdeeld in grotere en kleinere ruimtes waarbij er een wisselwerking ontstond tussen intimiteit en exhibitionisme. Op de opening was er een paaldanseres. Een kraam van Christine leDuc. De kunstenares Inga Cholmogorova voorzag de bezoekers van “Blow Jobs�. Met als afsluiter en klap op de vuurpijl een mannelijke stripper.
# Educatie Janita de Vries en Angela Vissers verzorgden samen het educatieve gedeelte van Plaats Delict. Wij vonden het belangrijk om onze exposities ook open te stellen voor basisscholen en het ROC uit de buurt. Angela en Janita organiseerde iedere expositie een rondleiding en worshops die aansloten bij het thema van de expositie.
# Plaats Delict :
DANIELA SCHWABE WWW.DANIELASCHWABE.COM Niek Audenaerd www.niekaudenaerd.com JANITA DE VRIES WWW.KUNSTBASIS.NL
# Rolf Slagboom
Rolf was onze steun en toeverlaat. Hij begon als vrijwilliger maar raakte zo bij het project betrokken dat wij hem later hebben omgedoopt tot deelgenoot van Plaats Delict.
# Vormgeving
Poster-ontwerp: Isabelle Vaverka www.isabellevaverka.com & Lu Liang www.the-exercises.com * stencilwerplaats: Knust zeefdrukatelier: Plaatsmaken * Publicatie: Niek Audenaerd www.niekaudenaerd.com FOTOGRAFIE: THEO AUDENAERD Daan van der mAst Jan Wieger van den BERG
Over kunstenaarsiniatief Paraplufabriek: Kunstenaarsinitiatief Paraplufabriek is een alternatief podium voor kunst dat begin jaren ’80 werd opgericht. Het is tot op heden een tentoonstellingsplek waar kunstenaars uit binnenen buitenland experimenteren en nieuw werk tonen. De interactie tussen beeldende kunst en andere disciplines staat voorop. Kunstenaarsinitiatief Paraplufabriek stimuleert onderzoek en experiment. Daarbij worden niet alleen opvattingen en posities binnen de kunst aan de orde gesteld, maar ook de relatie tussen beeldende kunst en de maatschappij aan de orde gesteld. Dit heeft door de jaren heen geleid tot zeer uiteenlopende presentaties, lopend van tentoonstellingen, manifestaties en interactieve projecten op de thuislocatie, tot allerhande happenings op buitenlocaties. Vaak krijgt de gepresenteerde kunst door middel van publicaties, lezingen en debatten, ook een inhoudelijk vervolg. Die reflectie en discussie levert het podium waarop actieve betrokkenheid van het publiek wordt nagestreefd. Kunstenaarsinitiatief Paraplufabriek wordt beheerd door Stichting Expoplu. Sinds 2008 werkt het kunstenaarsinitiatief met een unieke programmatieformule, door jaarlijks een klein team van jonge kunstenaars/curatoren de kans te bieden om gedurende een jaar een geheel programma van tentoonstellingen en activiteiten te ontwerpen en te organiseren. Het bestuur van de stichting selecteert en ruggesteunt de denktank. Thema’s die de voorbije jaren centraal stonden en waar telkens andere denktankteams verantwoordelijk voor waren zijn: Straalstroom (2008), Meetingpoint (2009), Synchronic Spaces (2010) en Plaats Delict (2011).
Over het bestuur van kunstenaarsiniatief Paraplufabriek:
Andrée van de Kerckhove: www.andreevandekerckhove.nl Bas Muhren: Wetenschappelijk medewerker van het Kröller-Müller Museum Gerard Koek: www.gerardkoek.nl Jan wieger van den Berg: www.janwieger.nl Jacques Luijten: www.luijtenvormgeving.nl Angela Theunissen 3D producer
# Dank Alle deelnemende kunstenaars bedankt! Alle subsidiënten en sponsoren bedankt! Wij willen de volgende personen speciaal bedanken: Angela Theunissen Ab Ketelaar Jozzy Rubenski Bart Bonen Joanna Wojtskowiak Eray Duz Angela Vissers Didier Hodiamont Bart Bonen Joanna Wojtskowiak Gideon van der Loo Thijs van den Bosch Kypski Martin Duvall Sam Luyten en gevolg Team Explosion Hatert (Paul) Dennis Gaens Nouveau Vélo Servaas van Heesch Gil en Joël Xavier Jan van der Ploeg Wouter Vandenbrink Perre van den Brink Theo Audenaerd Sanne Eijndhoven Meike Eijndhoven Paul van Vroenhoven Marilyn Donkers
Angela Vissers Rens Boeijen Elroy Dr. Thomas Quartier Joris Ruijzenaars Gidi Heesakkers Cheryl Koeman Gerjan Kamphorst Current Form Liquid Sky Slak Atelierbeheer
# Sponsoren/Subsidiënten
� �
Je had er bij moeten zijn...