Onderzoeksrapport Achtereurbeleid Coffeeshops Haarlem.

Page 1

Hoe zou een experiment ten aanzien van het achterdeurbeleid van coffeeshops er in Haarlem uit kunnen zien? Onderzoeksrapport

Student: Niels de Boer Studentnummer: 500605265 Instantie: Hogeschool van Amsterdam

Praktijkbegeleidster: Linda Vos Docentbegeleider: Casper Dirks Opleiding: Sociaal Juridische Dienstverlening


December2013 Haarlem/Amsterdam/Hoogwoud Colofon Gegevens onderzoeker: Niels de Boer Overstek 9 1718 EC Hoogwoud Tel. 06 - 30 72 50 46 E-mail. niels.de.boer2@hva.nl & ndeboer@haarlem.nl Gegevens onderwijsinstantie: Hogeschool van Amsterdam Gebouw Muller-Lulofshuis Wibautstraat 5A 1091 GH Amsterdam Tel. 020 - 595 49 00 Gegevens docentbegeleider: Casper Dirks Tel. 06 26 75 60 24 E-mail. c.j.dirks@hva.nl Gegevens opdrachtgever: Gemeente Haarlem Hoofdafdeling Veiligheid, Vergunningen en Handhaving, afdeling Veiligheid en Handhavingsregie Brinkmanpassage 71-76 Postbus 511, 2003 PB Haarlem Gegevens praktijkbegeleidster: Linda Vos Veiligheidsmanager openbare orde Tel. 023 - 511 38 19 / 06 - 46 21 52 76 E-mail. lvos@haarlem.nl


Voorwoord Ik was van jongs af aan geïnteresseerd in de drugswereld, vond het een spannend onderwerp waar ik graag meer over wilde weten. Toen de mogelijkheid kwam om een onderzoek naar het achterdeurbeleid van coffeeshops te doen heb ik deze kans met beide handen gegrepen. Het was veel werk alle informatie die ik tijdens het onderzoek heb opgedaan, te bundelen en goed op papier te krijgen. Toch is het uiteindelijk gelukt! Ik wil van deze gelegenheid gebruik maken om een aantal mensen te bedanken. Allereerst mijn praktijkbegeleidster Linda Vos. Linda stond altijd voor me klaar wanneer ik haar nodig had. Ook mocht ik van haar meekijken bij de totstandkoming van het keurmerk voor coffeeshops en mocht ik overal mee naartoe zoals naar vergaderingen, controles etc. Hierdoor heb ik ook op andere wijze in de wereld van de coffeeshops kunnen kijken. Ook Carin Hageman en Rianne Posthuma (de vervangster van Linda toen zij op zwangerschapsverlof ging) waren altijd bereid om vragen te beantwoorden. Verder wil ik mijn docentbegeleider Casper Dirks bedanken. Hij zorgde ervoor dat mijn vragen snel beantwoord werden en voorzag mijn concepten van waardevolle feedback. Ten slotte wil ik mijn vriendin, vrienden en familie bedanken voor de steun die zij gegeven hebben. Ook de mensen die maar bleven vragen wanneer mijn scriptie eens af zou zijn. Op dat moment vond ik het niet altijd even leuk om te zeggen ‘ik ben nog wel eventjes bezig’ maar ik waardeerde de interesse ten zeerste. Onder andere dankzij hen is het me gelukt om dit onderzoek tot een goed einde te brengen en deze scriptie te schrijven. Bedankt! Niels de Boer

5


Samenvatting Een coffeeshophouder mag cannabis wel verkopen maar niet inkopen. Dit wordt het zogenaamde achterdeurbeleid genoemd: de handel aan klanten (aan de ‘voordeur’) wordt gedoogd, terwijl de inkoop (aan de ‘achterdeur’) nog steeds illegaal is, maar niet kan worden aangepakt zolang deze niet ontdekt wordt. De minister van Veiligheid en Justitie heeft in een brief van 4 februari 2013 aangegeven dat regulering of legalisering van cannabisteelt in strijd is met internationale verdragen (VN-verdragen en EU-recht) en de Opiumwet. In dezelfde brief schreef de minister dat hij bij het Algemeen Overleg op 13 december 2012 heeft aangegeven om plannen van gemeenten op het gebied van cannabisteelt op een rij te zullen zetten en van een juridisch kader te voorzien. De gemeente Haarlem staat open voor experimenten of proeven t.a.v. de regulering van de achterdeur van coffeeshops. De gemeente Haarlem heeft echter geen concreet plan met betrekking tot het achterdeurbeleid van coffeeshops. Dit onderzoek is uitgevoerd om te inventariseren of een experiment ten aanzien van het achterdeurbeleid van coffeeshops gerealiseerd kan worden, en zo ja hoe dit er in Haarlem dan uit kan komen te zien. De centrale onderzoeksvraag luidt daarom als volgt: ‘Hoe zou een experiment ten aanzien van het achterdeurbeleid van coffeeshops er in Haarlem uit kunnen zien?’ Met behulp van literatuuronderzoek en kwalitatieve onderzoeksmethoden is dit onderzoek tot stand gekomen. De voor- en nadelen van het huidige achterdeurbeleid en de voor- en nadelen van regulering van het achterdeurbeleid zijn aan bod gekomen. Zo blijkt onder meer dat regulering een positief effect heeft op de volksgezondheid, de criminaliteit afneemt en er belasting kan worden geheven. Uit onderzoek blijkt dat het Enkelvoudig verdrag de teelt van cannabis onder voorwaarden toestaat voor geneeskundige of wetenschappelijke doeleinden. Ook kan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ontheffing verlenen van het verbod op de teelt van cannabis. Deze ontheffing kan slechts worden verleend of verlengd indien de aanvrager heeft aangetoond dat daarmee het belang van de volksgezondheid of dat van de gezondheid van dieren wordt gediend, of deze ontheffing nodig heeft voor het verrichten van wetenschappelijk of analytisch-chemisch onderzoek dan wel voor instructieve doeleinden. Ten slotte biedt het opportuniteitsbeginsel ook ruimte om experimenten rond de achterdeur van coffeeshops toe te staan. Concluderend kan er dus gezegd worden dat er meerdere juridische mogelijkheden zijn om de achterdeur van coffeeshops te reguleren. Achttien gemeenten hebben een voorstel ten aanzien van het achterdeurbeleid van coffeeshops naar het ministerie van Veiligheid en Justitie gestuurd. De voorstellen van de andere gemeenten zijn zeer divers. Zo wilt Rotterdam een gemeentelijke cannabis kwekerij, Utrecht een social cannabis club en in Drachten/Smallingerland wordt zoveel mogelijk aan de markt overgelaten en heeft de gemeente een regierol. Uit de interviews die gehouden zijn met coffeeshophouders, stichting Drugsbeleid, stichting Mediwiet, cannabis consumentenbond We Smoke, de coördinator hennep gerelateerde zaken van de politie, de veiligheidsmanager en medewerker afdeling Veiligheid en Handhavingsregie van de gemeente Haarlem en de coördinator Wijken en Buurten van de Haarlemse woningcorporatie Elan Wonen blijkt dat interesse is voor regulering van de cannabisteelt.

5


Het Team Haarlemse Coffeeshopondernemers (THC) heeft een concept voorstel aangeboden waarmee de Haarlemse coffeeshops van cannabis kunnen worden voorzien. Een zeer groot voordeel is dat dit voorstel wordt ondersteund door alle 16 Haarlemse coffeeshops. Naar aanleiding van dit onderzoek en aan de hand van de conclusies wordt aanbevolen om het concept voorstel van het Team Haarlemse Coffeeshopondernemers nader uit te werken met wat kleine aanpassingen (bijvoorbeeld om de cannabisteelt biologisch te doen). Omdat de Haarlemse coffeeshopondernemers dagelijks met het achterdeurbeleid te maken hebben, is het van groot belang dat de coffeeshopondernemers achter het plan staan en het experiment willen uitvoeren. Voor het nader uitwerken van het voorstel van het Team Haarlemse Coffeeshopondernemers is het verstandig om een commissie te benoemen. Ten slotte wordt aanbevolen dat regulering van de teelt voor de hele cannabisketen gedaan moet worden, zodat er ook Nederlandse hasj geproduceerd kan worden. Anders blijft er een illegale markt bestaan waarbij criminele organisaties een grote rol spelen.

5


Inhoudsopgave Colofon

blz. 2

Voorwoord

blz. 3

Samenvatting

blz. 4

Inhoudsopgave

blz. 6

Hoofdstuk 1: De inleiding 1.1 Gemeente Haarlem 1.2 Probleemanalyse 1.2.1 Wat is het probleem? 1.2.2 Wie heeft een probleem? 1.2.3 Waarom is het een probleem? 1.2.4 Hoe groot is het probleem? 1.3 De sociale context van het probleem 1.4 De juridische context van het probleem 1.5 Centrale vraag en deelvragen 1.6 Gehanteerde begrippen 1.7 Het doel van het onderzoek 1.8 Relevantie voor de beroepspraktijk 1.9 Type onderzoek 1.10 Leeswijzer

blz. 8 blz. 8 blz. 8 blz. 8 blz. 9 blz. 9 blz. 9 blz. 9 blz. 10 blz. 10 blz. 10 blz. 11 blz. 11 blz. 11 blz. 12

Hoofdstuk 2: Theoretisch kader vanuit vooronderzoek 2.1 Enkelvoudig Verdrag inzake verdovende middelen 2.2 Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen 2.3 Opiumwet 2.4 Brief ministerie van Veiligheid en Justitie 2.5 Ontwikkelingen achterdeur coffeeshops 2.6 Asser rapport 2.7 Afbakening van het onderzoek

blz. 13 blz. 13 blz. 14

Hoofdstuk 3: Onderzoeksaanpak 3.1 Dataverzamelingsmethoden 3.1.1 Literatuuronderzoek 3.1.2 Interviews 3.1.3 Surveyonderzoek 3.2 Triangulatie 3.3 Representativiteit 3.4 Betrouwbaarheid 3.5 Validiteit 3.6 Bruikbaarheid 3.7 Schema uitvoering onderzoek

blz. 18 blz. 18 blz. 18 blz. 18 blz. 19 blz. 19 blz. 19 blz. 20 blz. 20 blz. 20 blz. 21

blz. 14 blz. 16 blz. 17 blz. 17 blz. 17

5


Hoofdstuk 4: Resultaten 4.1 Wat zijn de voor- en nadelen van het blijven verbieden van cannabisteelt? 4.2 Wat zijn de voor- en nadelen van het reguleren van cannabisteelt? 4.3 Wat is qua wetgeving mogelijk met betrekking tot het achterdeurbeleid van coffeeshops? 4.4 Welke plannen hebben andere gemeenten met betrekking tot het achterdeurbeleid? 4.5 Welke ideeĂŤn leven er in Haarlem met betrekking tot regulering van cannabisteelt en het achterdeurbeleid? 4.5.1 Voorstel Team Haarlemse Coffeeshopondernemers 4.5.2 Stichting Drugsbeleid 4.5.3 Stichting Mediwiet 4.5.4 Stichting We Smoke 4.5.5 Politie 4.5.6 Elan Wonen 4.5.7 Gemeente Haarlem

blz. 22 blz. 22

Hoofdstuk 5: Conclusie, aanbevelingen en reflectie 5.1 Conclusies 5.2 Aanbevelingen 5.3 Reflectie

blz. 32 blz. 32 blz. 37 blz. 38

Bijlagen: Bijlage 1: literatuurlijst Bijlage 2: logboek Bijlage 3: lijst coffeeshops Haarlem Bijlage 4: brief Ivo Opstelten Bijlage 5: voorstel Team Haarlemse Coffeeshopondernemers Bijlage 6: gespreksvoorbereidingen en –verslagen

blz. 39 blz. 39 blz. 40 blz. 47 blz. 49 blz. 52 blz.59

blz. 23 blz. 24 blz. 25 blz. 28 blz. 28 blz. 29 blz. 29 blz. 30 blz. 30 blz. 31 blz. 31

5


Hoofdstuk 1: de inleiding 1.1 Gemeente Haarlem Het onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van de Gemeente Haarlem, afdeling Veiligheid, Vergunningen en Handhaving. Haarlem is de hoofdstad van de provincie Noord-Holland. Haarlem is één van de mooiste oude steden van Nederland. Het is een prettige, veilige stad met 153.080 (Haarlem, 2013) inwoners. Haarlem is hiermee de dertiende gemeente van Nederland. Al van verre lokt de toren van de Grote of Sint Bavokerk. Haarlem ligt aan de rivier het Spaarne en heeft een aantrekkelijke, monumentale binnenstad met veel bezienswaardigheden waaronder het Frans Hals Museum en Teylers Museum. In het gezellige centrum is een grote verscheidenheid aan cafés en restaurants. En in de zijstraten van de grote winkelstraten is een verrassend aanbod aan speciaalzaken en trendy winkels te vinden. Haarlem wordt ook wel de meest Vlaamse stad van het Noorden genoemd. De monumenten van de hand van stadsbouwmeester Lieven de Key en het grote aantal horecagelegenheden geven de stad een zuidelijke allure. De mens gebruikt cannabis sinds duizenden jaren vanwege haar roesverwekkende en/of stimulerende eigenschappen. Grafvondsten en oude tekstfragmenten die teruggaan tot ver vóór de christelijke jaartelling wijzen daarop. In Nederland beleefde het cannabisgebruik in de jaren zestig een opleving. Het was de tijd van ‘flowerpower’ en Provo. Het gebruik van cannabis werd hierdoor populair. In 1972 opende de eerste coffeeshop zijn deuren in Amsterdam. Mellow Yellow, de naam van de coffeeshop, noemde zich ‘theehuis’ omdat voor dergelijke gelegenheden geen vergunningen vereist waren. Op dit moment zijn er in Nederland 651 coffeeshops, waarvan ongeveer een derde (214 coffeeshops) in Amsterdam gevestigd zijn. In de gemeente Haarlem zijn op dit moment 16 coffeeshops gevestigd. De lijst met de namen van de Haarlemse coffeeshops zijn te vinden in bijlage 3. De 16 coffeeshophouders zijn verenigd in het Team Haarlemse Coffeeshopondernemers (THC). In 2012 is door de vereniging van Haarlemse coffeeshophouders in samenwerking met de gemeente een keurmerk voor coffeeshops ontwikkeld. Dit keurmerk behelst een aantal maatregelen om de naleving van de gedoogcriteria te verbeteren. Vanwege deze getroffen maatregelen kan bij overtredingen van de gedoogcriteria volstaan worden met een lagere sanctie. Bij coffeeshops die deze maatregelen niet hebben getroffen en dus ook niet beschikken over dit keurmerk duurt het langer om herstel van de openbare orde als gevolg van de overtredingen van de gedoogcriteria te bereiken dan bij coffeeshops die wel beschikken over het keurmerk. Derhalve zullen twee verschillende sanctieregimes worden gehanteerd. Voor coffeeshops met keurmerk geldt een milder sanctieregime dan voor coffeeshops zonder keurmerk. Op 5 november 2013 zijn de eerste acht keurmerken uitgereikt.

1.2 Probleemanalyse 1.2.1 Wat is het probleem? Een coffeeshophouder mag cannabis wel verkopen maar niet inkopen. Dit wordt het zogenaamde achterdeurbeleid genoemd: de handel aan klanten (aan de ‘voordeur’) wordt gedoogd, terwijl de inkoop (aan de ‘achterdeur’) nog steeds illegaal is, maar niet kan worden aangepakt zolang deze niet ontdekt wordt. Een coffeeshophouder moet dus een illegale handeling verrichten om aan de vraag van zijn klanten te voldoen. De minister van Veiligheid en Justitie heeft in een brief van 4 februari jongstleden (zie bijlage 4) aangegeven dat regulering of legalisering van cannabisteelt in strijd is met internationale verdragen

5


(VN-verdragen en EU-recht) en de Opiumwet. In dezelfde brief schrijft de minister dat hij bij het Algemeen Overleg op 13 december 2012 heeft aangegeven om plannen van gemeenten op het gebied van wietteelt op een rij te zullen zetten en van een juridisch kader te voorzien. De gemeente Haarlem staat open voor experimenten of proeven t.a.v. de regulering van de achterdeur van coffeeshops. De gemeente Haarlem heeft echter op dit moment geen concreet plan met betrekking tot het achterdeurbeleid van coffeeshops. Dit is het probleem voor de gemeente Haarlem. 1.2.2 Wie heeft een probleem? De gemeente Haarlem heeft een probleem, want zij heeft de wens om een experiment ten aanzien van het achterdeurbeleid van coffeeshops te starten. Ze weet echter niet hoe zo’n experiment eruit moet komen te zien. Verder is de gemeente Haarlem verantwoordelijk voor de veiligheid en openbare orde. De inkoop van cannabis is niet inzichtelijk voor de gemeente. Dit is voor het college van Burgemeester en Wethouders een onwenselijk en onprettig idee. 1.2.3 Waarom is het een probleem? Cannabis mag niet legaal worden gekweekt. Een uitzondering hierop is het kweken van cannabis voor eigen gebruik. Dit wordt gedoogd. Dat wil niet zeggen dat het legaal is. Bij bezit van maximaal 5 cannabisplanten wordt aangenomen dat het geen beroepsmatige teelt is en de teelt uitsluitend voor eigen gebruik wordt gebruikt. De cannabiskweker dient bij ontdekking afstand van zijn cannabisplanten te nemen. Doet de teler dat niet dan riskeert hij strafvervolging. Ook het kweken onder lampen wordt gezien als beroepsmatige teelt. De coffeeshophouders moeten dus een illegale handeling verrichten om aan de cannabis te komen. Het kweken van cannabis is, op uitzonderlijke omstandigheden na, illegaal in Nederland en er is een actief opsporingsbeleid. Alleen de teelt van cannabis voor medicinale doeleinden is legaal, maar moet dan wel geheel onder staatstoezicht gebeuren. In Nederland wordt dit uitgevoerd door Bedrocan (Bedrocan, z.j.). Met een experiment ten aanzien van het achterdeurbeleid kan er onder meer belasting op de inkoop van cannabis worden geheven, wordt de gezondheid van cannabis consumenten beschermd, neemt de criminaliteit af en het kost de politie minder mankracht. 1.2.4 Hoe groot is het probleem? Eind 2011 waren er in Nederland 651 coffeeshops (Bieleman e.a., 2012). In Haarlem zijn er op dit moment 16 coffeeshops. Al deze coffeeshops hebben met het achterdeurbeleid te maken. De illegale cannabisteelt kost de samenleving veel geld (Rueb, 2012). Denk hierbij bijvoorbeeld aan politie inzet en de illegaal afgetapte stroom. Cijfers over de politie inzet die zich met de illegale wietteelt en de kosten die de georganiseerde wietteelt voor de samenleving met zich meebrengen ontbreken (Opstelten, 2013).

1.3 De sociale context van het probleem De sociale context van het onderzoek zijn de bezoekers van de coffeeshops, omwonenden, eigenaren/medewerkers van coffeeshops, de politie en het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Door het huidige achterdeurbeleid is het bijvoorbeeld niet mogelijk om productinformatie (is het biologisch gekweekt, wat is het thc percentage etc.) van de cannabis te krijgen, zoals je bij normale voedingsmiddelen wel ziet. Het achterdeurbeleid van coffeeshops is niet alleen een probleem van de coffeeshops. Ook de gemeente, politie, het ministerie van Veiligheid en Justitie, woningcorporaties, en energieleveranciers hebben hier mee te maken. Het is dus van belang dat deze organisaties met elkaar samenwerken.

5


1.4 De juridische context van het probleem De sociale context behelst verschillende wetten en regelgeving, zoals het Enkelvoudig Verdrag inzake verdovende middelen, de Opiumwet, Gemeentewet en Handhavingsbeleid coffeeshops Haarlem. Er wordt in dit onderzoek gekeken welke wetgeving er van toepassing is en of de wetgeving mogelijkheden biedt om iets aan het achterdeurbeleid van coffeeshops te kunnen doen.

1.5 Centrale vraag en deelvragen Het uiteindelijke doel van dit onderzoek is op adequate wijze antwoord geven op de centrale vraagstelling. Hieronder is de centrale onderzoeksvraag geformuleerd: ‘Hoe zou een experiment ten aanzien van het achterdeurbeleid van coffeeshops er in Haarlem uit kunnen zien?’ Naast de centrale onderzoeksvraag, zijn er een aantal deelvragen opgesteld. De deelvragen zijn de stappen die gezet moeten worden om uiteindelijk de centrale onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden. 1. 2. 3. 4. 5.

Wat zijn de voor- en nadelen van het blijven verbieden van cannabisteelt? Wat zijn de voor- en nadelen van het reguleren van cannabisteelt? Wat is qua wetgeving mogelijk met betrekking tot het achterdeurbeleid van coffeeshops? Welke plannen hebben andere gemeenten met betrekking tot het achterdeurbeleid? Welke ideeën leven er in Haarlem met betrekking tot regulering van cannabisteelt en het achterdeurbeleid?

1.6 Gehanteerde begrippen Gedoogbeleid: Gedoogbeleid is het beleid van een bestuursorgaan om overtredingen van een bepaalde wet niet te vervolgen. Het drugsbeleid in Nederland is een goed voorbeeld van een gedoogbeleid. Formeel is handel in softdrugs niet toegestaan, maar de politie treedt niet op tegen de handel in softdrugs die in de coffeeshops (onder strikte voorwaarden) plaatsvinden. Drugs: Alle soorten drugs, in de zin van middelen of substanties die een invloed hebben op de gebruiker, vallen hieronder. Zowel de legale drugs zoals medicijnen en middelen zoals koffie, alcohol, chocola, sigaretten, als de illegale drugs vallen onder deze definitie. In de Opiumwet staan alle regels over drugs. De wet maakt onderscheid tussen softdrugs en harddrugs. Softdrugs draagt volgens de overheid een minder groot risico met zich mee dan harddrugs. Daarom wordt er in de Opiumwet met twee lijsten gewerkt, lijst I (harddrugs) en lijst II (softdrugs). Softdrugs: Deze drugs dragen volgens de Nederlandse overheid een minder groot risico met zich mee dan harddrugs. Softdrugs worden genoemd in lijst II van de Opiumwet. In dit onderzoek bedoel ik met softdrugs alleen cannabis. De overige middelen die op lijst II staan, zoals paddo´s en slaap- en kalmeringsmiddelen zoals Valium en Seresta blijven in dit onderzoek buiten beschouwing. Cannabis: Cannabis komt als drugs voor in twee vormen, namelijk als hasj en als wiet. Wiet (of ook wel marihuana genoemd) bestaat uit de gedroogde afgerijpte bloemen van onbevruchte vrouwelijke cannabisplanten (sensemilla) die geselecteerd worden omwille van hun hoge gehalte aan psychoactieve stoffen. Alle cannabisplanten bevatten tetrahydrocannabinol (THC) en een variabele samenstelling van een zestigtal cannabinoïden. Zowel THC als de combinatie van verschillende cannabinoïden bepalen het (medicinale) effect van de gebruikte wiet. Hasj is een vaste, teerachtige bereiding uit de hars van cannabisplanten. Ze kan worden bereid uit dezelfde plantdelen die gebruikt

5


worden voor wiet. Cannabis kan voor drie hoofddoeleinden worden gebruikt, te weten medicinaal, recreatief en industrieel. Coffeeshops: Een coffeeshop is een openlijk verkooppunt van cannabis. Naast de functie van winkel heeft een coffeeshop ook de functie van ontmoetings-, ontspannings- en gebruiksruimte voor cannabis. In dit onderzoek zal voornamelijk over de coffeeshops in de gemeente Haarlem gesproken worden. Achterdeurbeleid: Het achterdeurbeleid voor coffeeshops houdt in dat coffeeshophouders cannabis wel mogen verkopen, maar niet mag inkopen. De handel aan klanten (aan de ‘voordeur’) wordt gedoogd, terwijl de inkoop (aan de ‘achterdeur’) nog steeds illegaal is, maar niet kan worden aangepakt zolang deze niet ontdekt wordt.

1.7 Het doel van het onderzoek Dit onderzoek wordt uitgevoerd om te inventariseren of een experiment ten aanzien van het achterdeurbeleid van coffeeshops gerealiseerd kan worden, en zo ja hoe dit er in Haarlem dan uit kan komen te zien. Op dit moment heeft de gemeente Haarlem geen inzicht in de juridische haalbaarheid van een experiment. Verder heeft de gemeente Haarlem de wens inzicht te krijgen hoe een experiment er eventueel uit zou moeten komen te zien. Door dit onderzoek kan de gemeente Haarlem inzicht krijgen in de mogelijkheden ten aanzien van het achterdeurbeleid van coffeeshops en kan het een concreet voorstel voor een experiment naar het ministerie van Veiligheid en Justitie versturen. De minister van Veiligheid en Justitie geeft aan dat regulering of legalisering van cannabisteelt in strijd is met internationale verdragen en de Opiumwet. Er zijn echter ook personen (zoals Jan Brouwer, hoogleraar Algemene Rechtswetenschap aan de rijksuniversiteit Groningen en directeur van het Centrum voor Openbare Orde en Veiligheid, en Ybo Buruma, raadsheer Hoge Raad) die stellen dat regulering of legalisering van cannabisteelt wél mogelijk is. Door dit onderzoek wordt duidelijk op welke gronden een experiment in het reguleren van wietteelt eventueel zou kunnen worden uitgevoerd en hoe het experiment er eruit kan zien.

1.8 Relevantie voor de beroepspraktijk De gemeente Haarlem staat open voor experimenten of proeven ten aanzien van regulering van de achterdeur van coffeeshops. De gemeente Haarlem heeft op dit moment echter geen concreet plan met betrekking tot het achterdeurbeleid van coffeeshops. Dit onderzoek wordt uitgevoerd om te inventariseren of een experiment ten aanzien van het achterdeurbeleid van coffeeshops haalbaar is. Op dit moment heeft de gemeente Haarlem geen inzicht in de juridische haalbaarheid van een experiment. Tenslotte heeft de gemeente Haarlem de wens inzicht te krijgen hoe een experiment er uit moet komen te zien. Door dit onderzoek weet de gemeente Haarlem wat de mogelijkheden zijn ten aanzien van het achterdeurbeleid van coffeeshops en kan het een concreet voorstel naar het ministerie van Veiligheid en Justitie versturen. Hierdoor is het onderzoek wat zal worden uitgevoerd relevant voor de beroepspraktijk.

1.9 Type onderzoek Het type onderzoek wat verricht zal worden is design onderzoek. Er zal onderzocht worden wat de ideeën zijn onder de verschillende betrokken organisaties, en wat er in de toekomst veranderd kan worden met betrekking tot het achterdeurbeleid van coffeeshops.

5


1.10 Leeswijzer Dit onderzoeksrapport is als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 2 wordt het theoretisch kader beschreven. In dit hoofdstuk worden meerdere bronnen besproken die relevant zijn voor de vraagstelling van het onderzoek. In hoofdstuk 3 wordt uitgelegd wat de onderzoeksaanpak is. Er wordt aangegeven welke dataverzamelingsmethoden er worden gebruikt en hoe deze worden ingezet. In hoofdstuk 4 worden de resultaten van het onderzoek beschreven en geanalyseerd. De beschrijving en analyse beperken zich tot de bevindingen. De conclusie van het onderzoek wordt besproken in hoofdstuk 5. Verder worden er in dit hoofdstuk aanbevelingen gedaan en geeft de onderzoeker een reflectie.

5


Hoofdstuk 2: theoretisch kader vanuit vooronderzoek In dit hoofdstuk zal de onderzoeker meerdere bronnen bespreken die relevant zijn voor de vraagstelling of probleemstelling. Ook wordt relevante regelgeving en jurisprudentie in dit hoofdstuk besproken. Tenslotte wordt geeft de onderzoeker in dit hoofdstuk een afbakening van het onderzoek.

2.1 Enkelvoudig Verdrag inzake verdovende middelen De eerste bron die zal worden besproken die van belang voor het onderzoek is, is het Enkelvoudig Verdrag inzake verdovende middelen, gesloten in New York op 30 maart 1961, gewijzigd door het protocol houdende wijziging van het Enkelvoudig verdrag inzake verdovende middelen van 25 maart 1972. De minister van Veiligheid en Justitie zegt dat er op grond van dit verdrag geen mogelijkheden ten aanzien van gereguleerde cannabisteelt mogelijk zijn, en daarom ook geen ruimte voor een experiment met gereguleerde cannabisteelt in Haarlem. Dit verdrag kan gezien worden als het voorlopige eindresultaat van de ontwikkeling van het internationale drugsbeleid die begon in 1909. De verdragen die daarna volgden (onder andere in 1912, 1925, 1931 en 1936) voegden ieder iets toe aan het internationale drugsbeleid. Zo werden de bepalingen strikter en de verplichtingen waaraan de lidstaten moeten voldoen steeds verder uitgebreid. Het Enkelvoudig Verdrag van 1961 is een samenvatting en aanvulling van de vorige verdragen. Het Enkelvoudig Verdrag is tot de dag van vandaag de voornaamste internationale regeling op het gebied van het drugsbeleid. Dit verdrag bepaalt, ruim 50 jaar nadat het verdrag is ondertekent, nog steeds de grenzen van wat mogelijk is binnen het nationale en lokale drugsbeleid (Blom, 1998, p. 71). De algemene verplichtingen voor de lidstaten staan vermeld in artikel 4 van het Enkelvoudig Verdrag. De lidstaten zijn verplicht: (a) de bepalingen van dit Verdrag op hun gebied in werking te stellen en uit te voeren; (b) met andere Staten samen te werken bij de uitvoering van de bepalingen van dit Verdrag; en (c) met inachtneming van de bepalingen van dit Verdrag de productie, de vervaardiging, de uit- en invoer, de afgifte van, de handel in, het gebruik en het bezit van verdovende middelen uitsluitend tot geneeskundige en wetenschappelijke doeleinden te beperken. In artikel 36 van het Enkelvoudig Verdrag staat dat de verbouw, productie, vervaardiging, extractie, bereiding, het bezit, aanbod, aanbod ten verkoop, de distributie, aankoop, verkoop, levering op welke voorwaarde ook, makelaardij, verzending, verzending in doorvoer, het vervoer en de in- en uitvoer van verdovende middelen als strafbare feiten worden beschouwd als zij opzettelijk worden begaan. Bij ernstige strafbare feiten moet er gestraft worden, bij voorkeur door een gevangenisstraf of een andere vrijheidsstraf. In artikel 14 lid 2 van het Enkelvoudig verdrag staat dat overtreding van het verdrag gestraft kan worden met een verbod op de invoer en/of uitvoer van verdovende middelen met wettige doeleinden. Met wettige doeleinden worden medicijnen bedoeld. Lidstaten zijn op grond van het Enkelvoudig verdrag gehouden om het verkopen, verhandelen, produceren en bezitten van cannabis strafbaar te stellen. De lidstaten mogen zelf bepalen op welke wijze deze strafbare feiten worden gehandhaafd en vervolgd. De lidstaten hebben hierin dus enige beleidsvrijheid. Zo betoogt de Nederlandse regering al jarenlang dat het gedogen van het bezit en de verkoop van softdrugs binnen de internationale en Europese verdragen past. Ook in andere landen, zoals recent in Uruguay en in de staten Washington en Colorado van de Verenigde Staten zie je een versoepeling van het beleid. In plaats van een repressief beleid wordt er nu steeds meer toegestaan ten aanzien van het softdrugsbeleid.

5


2.2 Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen Naast het Enkelvoudig Verdrag is er nog een verdrag van belang voor dit onderzoek, namelijk het Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen. Dit verdrag, gesloten op 19 december 1988 in Wenen, ziet met name toe op een beperking van de illegale handel in verboden drugs. In artikel 3 van het verdrag staat welke handelingen strafbaar zijn en welke straffen kunnen worden opgelegd. In sub a, letter I van artikel 3 van het verdrag staat dat productie, vervaardiging, extractie, bereiding, aanbod, aanbod ten verkoop, distributie, verkoop, levering op welke voorwaarde ook, bemiddeling, verzending, verzending in doorvoer, vervoer of in- of uitvoer van verdovende middelen of psychotrope stoffen in strijd zijn met de bepalingen van het Enkelvoudig Verdrag van 1961. Letter II meldt dat de teelt van cannabisplanten ten behoeve van de productie van verdovende middelen of psychotrope stoffen in strijd zijn met de bepalingen van het Enkelvoudig Verdrag van 1961. Hierdoor is er volgens de minister van Veiligheid en Justitie geen ruimte om de teelt van cannabis te reguleren.

2.3 Opiumwet De volgende bron die van belang voor het onderzoek is, is de Opiumwet. De Opiumwet (Ow) is ontstaan in 1919. De directe aanleiding voor van de Opiumwet is het Opiumverdrag van Den Haag uit 1912 (Blom, 1998, p. 36). De aanleiding voor een Opiumwet was dus geen probleem met drugs, maar het ontstaan van een internationaal drugsbeleid. De Opiumwet is naderhand vaak gewijzigd, onder andere door de ontwikkelingen die later speelden. In overeenstemming met het internationale beleid is in Nederland het verkopen, verhandelen, produceren en bezitten van cannabis strafbaar gesteld. In de Aanwijzing Opiumwet van het College van procureurs-generaal staat hoe de wet wordt uitgevoerd. De Nederlandse overheid (Rijksoverheid, z.j.) richt zich op het voorkomen van drugsgebruik en het beperken van de risico’s voor gebruikers en hun omgeving. Gedogen vormt daarin de rode draad. Cannabis is minder slecht voor de gezondheid dan harddrugs (zoals XTC en cocaïne), maar ze zijn even illegaal. Dit betekent dat handel, verkoop, productie en bezit van deze drug strafbaar is. In Nederland geldt een gedoogbeleid. Dit houdt in dat bezit en verkoop van softdrugs wel als overtreding wordt gezien, maar niet wordt vervolgd. Door verkoop van softdrugs binnen duidelijke grenzen te gedogen en streng op te treden tegen de verkoop van harddrugs, werden deze twee markten bij een wijziging van de Opiumwet in 1976 uit elkaar getrokken. Vanaf toen werd onderscheid gemaakt tussen soft- en harddrugs met de bijbehorende lijsten 1 en 2. Op lijst 1 staan middelen die volgens de overheid een onaanvaardbaar risico met zich meebrengen, de harddrugs als cocaïne, XTC en heroïne. In totaal staan er tientallen drugs op lijst I. Verder wil het kabinet Rutte cannabis met een THC percentage van meer dan 15% eveneens op lijst I gaan plaatsen (van Rijn, M.J., 2013). Hierover is echter nog geen definitieve beslissing gemaakt. Op lijst 2 staan de zogenoemde softdrugs: cannabis, en slaap- en kalmeringsmiddelen zoals Valium en Seresta. Ook dit zijn geen onschuldige middelen, maar de risico’s zijn volgens de overheid minder groot dan bij de middelen op lijst 1. De overheid kan zo de aandacht verleggen naar de opsporing en vervolging van harddrugs. Een andere gedachte hierachter is dat een cannabisgebruiker zijn softdrugs niet bij een illegaal opererende dealer koopt die hem makkelijk in aanraking brengt met harddrugs. De wetgever heeft dat onderscheid gemaakt met het oog op de gebruiksrisico's van de onderscheiden drugs en om een duidelijke scheiding tussen beide markten aan te brengen (Rijksoverheid, z.j.). Daartoe worden voor cannabis, dat tot de lijst II middelen behoort, speciale verkooppunten in de vorm van coffeeshops gedoogd. De achterliggende gedachte hiervan is te voorkomen dat de cannabisgebruiker in aanraking komt met drugs met een groter gezondheidsrisico, namelijk harddrugs (Rijksoverheid, z.j.).

5


De grondslag van het gedoogbeleid ligt in de afweging van belangen waarbij het belang van handhaving moet wijken voor een hoger identificeerbaar algemeen belang. In de context van het drugsbeleid wordt dit hogere belang gevonden in de volksgezondheid (scheiding der markten) en de openbare orde. Het gaat dus om een positieve beslissing niet op te sporen en te vervolgen ongeacht de aanwezige capaciteit. Criteria (Staatscourant, 2011) Er zijn een aantal criteria waar de coffeeshops aan moeten voldoen: A: geen affichering: dit betekent geen enkele vorm van reclame anders dan een summiere aanduiding op de betreffende lokaliteit; H: geen harddrugs: dit betekent dat geen harddrugs voorhanden mogen zijn en/of verkocht worden; O: geen overlast: onder overlast kan worden verstaan parkeeroverlast rond de coffeeshops, geluidshinder, vervuiling en/of voor of nabij de coffeeshop rondhangende klanten; J: geen verkoop aan jeugdigen en geen toegang voor jeugdigen tot een coffeeshop: gelet op de toename van het cannabisgebruik onder jongeren is gekozen voor een strikte handhaving van de leeftijdsgrens van achttien jaar; G: geen verkoop van grote hoeveelheden per transactie: dat wil zeggen hoeveelheden groter dan geschikt voor eigen gebruik (= 5 gram). Onder ‘transactie’ wordt begrepen alle koop en verkoop in één coffeeshop op eenzelfde dag met betrekking tot eenzelfde koper. De coffeeshop mag maximaal 500 gram cannabis in voorraad hebben. I: geen lidmaatschap voor de coffeeshop voor anderen dan ingezetenen van Nederland van achttien jaar of ouder. Deze criteria gelden per 1 januari 2013 in heel Nederland. Gemeenten kunnen aanvullende voorschriften opnemen in het lokale coffeeshopbeleid en kunnen kiezen voor maatwerk. Zo wordt er in grensgemeenten als Maastricht gehandhaafd op dit criterium, terwijl er in steden als Haarlem en Amsterdam niet tegen het ingezetenencriterium wordt opgetreden. De Gemeente Haarlem heeft ervoor gekozen een keurmerk voor coffeeshops in te stellen. Tegen coffeeshops die op grond van een door de gemeente afgegeven vergunning, beschikking of verklaring worden gedoogd, zal niet strafrechtelijk worden opgetreden wegens de verkoop van op lijst II van bij de Opiumwet vermelde hennepproducten, zolang de AHOJGI-criteria worden nageleefd en de coffeeshophouder meewerkt aan het toezicht op de naleving van deze criteria. De teelt van cannabis valt buiten het gedoogbeleid. De Aanwijzing Opiumwet gaat uit van twee situaties: er is sprake van ofwel beroeps- of bedrijfsmatige teelt, ofwel geen beroeps- of bedrijfsmatige teelt. Niet bedrijfsmatige teelt van een geringe hoeveelheid voor eigen gebruik heeft, indien de verdachte volwassen is, geen prioriteit. Bij ontdekking moet de teler afstand doen van de cannabisplanten. Teelt door minderjarigen behoort steeds te leiden tot een strafrechtelijke reactie. Prioriteit ligt bij de beroeps- of bedrijfsmatige teelt. Bij de vaststelling of de wietteelt beroeps- of bedrijfsmatige teelt is, spelen de volgende factoren een rol: - De grootte van de teelt (meer of minder dan 5 planten) - De mate van professionaliteit (het soort perceel, de belichting, verwarming en bevloeiing van de planten etc.) - Het doel van de teelt (is het oogmerk van de teelt geldelijk gewin) In artikel 6 van de Opiumwet staat dat de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ontheffing kan verlenen van een verbod genoemd in artikel 3 van de Opiumwet. In dit artikel staat het volgende beschreven:

5


Het is verboden een middel als bedoeld in de bij deze wet behorende lijst II dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid: o A. binnen of buiten het grondgebied van Nederland te brengen; o B. te telen, te bereiden, te bewerken, te verwerken, te verkopen, af te leveren, te verstrekken of te vervoeren; o C. aanwezig te hebben; o D. te vervaardigen. In artikel 8, lid 1 van de Opiumwet staat dat een ontheffing slechts kan worden verleend of verlengd indien de aanvrager ten genoegen van de minister heeft aangetoond:  a. dat daarmee het belang van de volksgezondheid of dat van de gezondheid van dieren wordt gediend;  b. deze nodig te hebben voor het verrichten van wetenschappelijk of analytisch-chemisch onderzoek dan wel voor instructieve doeleinden, voor zover het belang van de volksgezondheid zich hier niet tegen verzet, In lid 2 van artikel 8 staat dat een ontheffing voorts kan worden verleend of verlengd indien de aanvrager deze nodig heeft voor het telen van cannabis krachtens een overeenkomst met de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Hier wordt de overeenkomst die Bedrocan heeft voor het telen van medicinale cannabis mee bedoeld.

2.4 Opstelten, I. W. Antwoorden Kamervragen over strijd tegen drugscriminaliteit en wens van gemeenten cannabisteelt te reguleren. Ministerie van Veiligheid en Justitie. In de brief ´Antwoorden Kamervragen over strijd tegen drugscriminaliteit en wens van gemeenten cannabisteelt te reguleren´ geeft Minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten antwoord op Kamervragen over de strijd tegen drugscriminaliteit en de wens van gemeenten om cannabisteelt te legaliseren. De minister geeft in de brief aan dat regulering van cannabisteelt in strijd is met VNverdragen, EU- recht en de Opiumwet. Er is volgens de minister geen ruimte voor gemeentelijke initiatieven die daarvan afwijken. De gemeente Haarlem kan volgens de minister dus geen experiment ten behoeve van cannabisteelt opstarten. Wel heeft de minister een inventarisatie toegezegd van de plannen van gemeenten om wietteelt te reguleren. In het verlengde daarvan heeft de minister ook toegezegd onderzoek te verrichten naar de kleinschalige wietteelt in Amerika en Europa, waarbij ook de juridische aspecten worden meegenomen. Dit onderzoek is van belang voor de gemeente Haarlem, want hierdoor zal er mogelijk eerder een experiment ten behoeve van regulering van cannabis goedgekeurd worden.

2.5 Walop, M. (2000) Ontwikkelingen achterdeur coffeeshops. In deze nota voor het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Haarlem en de bijbehorende bijlage (verslag van een symposium over het achterdeurbeleid van coffeeshops) staat beschreven dat de toenmalige burgemeester van Haarlem Jaap Pop de Minister van Justitie heeft verzocht ruimte te bieden voor lokale experimenten . Ook staat in deze nota beschreven dat Haarlemse coffeeshophouders unaniem tegenstander waren voor een lokaal Haarlems experiment. Zij vreesden onder meer een daling van de kwaliteit en oneerlijke concurrentie met coffeeshops in andere gemeenten. Uit deze bron blijkt dat het probleem al een lange tijd speelt in de gemeente Haarlem.

5


2.6 Asser rapport In 2005 is in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken het rapport Experimenteren met het gedogen van de teelt van cannabis ten behoeve van de bevoorrading van coffeeshops – internationaal rechtelijke en Europees rechtelijke aspecten (hierna te noemen het Asser rapport) verschenen. In dit rapport komt het Asser Instituut tot de conclusie dat internationale en Europese regelgeving geen ruimte biedt voor experimenten met het gedogen van de teelt van cannabis. Er is echter kritiek op dit rapport. Zo circuleren er geruchten dat er verschillende versies van het Asser rapport zijn. Naar verluidt luidde de oorspronkelijke conclusie anders, waar de verantwoordelijke minister niet mee kon leven en daarop de vraagstelling wijzigde. De heer Van der Ham van de D66 heeft hierover Kamervragen gesteld en het oorspronkelijke rapport opgeÍist. Ook heft hij gevraagd in te gaan op de verschillen tussen beide versies en de redenen achter de aangebrachte wijzigingen. De minister van Veiligheid en Justitie heeft dit verzoek naast zich neer gelegd.

2.7 Afbakening van het onderzoek Het onderzoek dat zal worden uitgevoerd richt zich alleen op het achterdeurbeleid van coffeeshops. Andere drugs en bijbehorende problematiek worden niet besproken. Het onderzoek heeft betrekking op de gemeente Haarlem en de coffeeshops die in Haarlem gevestigd zijn. Er wordt in het onderzoek gekeken welke plannen andere gemeenten in Nederland hebben met betrekking tot het achterdeurbeleid, maar over het algemeen is het onderzoek toegespitst op Haarlem.

5


Hoofdstuk 3: onderzoeksaanpak In dit hoofdstuk wordt aangegeven welke dataverzamelingsmethoden de onderzoeker gaat gebruiken en hoe deze methoden worden ingezet. Er wordt gemotiveerd waarom de gekozen dataverzamelingsmethoden geschikter zijn dan andere methoden. Verder wordt in dit hoofdstuk beschreven met welke randvoorwaarden rekening gehouden moet worden bij het verzamelen van de data. Tenslotte wordt de bruikbaarheid, betrouwbaarheid, validiteit en de representativiteit van het onderzoek toegelicht.

3.1 Dataverzamelingsmethoden Hieronder staan de methoden beschreven die worden gebruikt voor het onderzoek. Per methode wordt uitgelegd waarom de methode wordt ingezet, hoe de methode wordt ingezet, waar de methode wordt ingezet, wanneer de methode wordt ingezet en van welke hulpmiddelen er gebruik gemaakt zal worden. Ook wordt per methode gemotiveerd waarom de gekozen dataverzamelingsmethode geschikter is dan andere dataverzamelingsmethoden. 3.1.1 Literatuuronderzoek De onderzoeker zal literatuuronderzoek gaan verrichten. Dit zal de onderzoeker doen ter oriëntatie. Literatuuronderzoek wordt vooral in het begin van het onderzoek ingezet. Deze methode zal voornamelijk bij de opdrachtgever plaatsvinden. Er zal worden ingelezen in de beleidsstukken en dossiers van de gemeente Haarlem over de huidige situatie en er is informatie hoe andere/vergelijkbare gemeenten het achterdeurbeleid van coffeeshops willen regelen. Literatuuronderzoek is dus zeker in het begin van het onderzoek van belang. Hierdoor is de onderzoeker goed op de hoogte van de huidige situatie en beschikt de onderzoeker over goede voorkennis. Bij het verzamelen van de data is het van belang dat de onderzoeker rekening houdt met de recentheid van de gevonden literatuur. Beleid van bijvoorbeeld tien jaar oud kan gedateerd zijn en er kan in de huidige tijd geen draagvlak voor zijn. 3.1.2 Interviews Aangezien de onderzoeker voor dit onderzoek vooral benieuwd is naar de mening en ideeën van de betrokken organisaties/personen, zullen er voor dit onderzoek interviews worden gehouden. Er is voor interviews gekozen omdat de plannen die de geïnterviewden aandragen hoogstwaarschijnlijk zeer divers zijn. Daarom is het zeer belangrijk om te kunnen doorvragen. Een interview is een vraaggesprek waarin de beleving van de geïnterviewde(n) vooropstaat. Het heeft tot doel informatie te verzamelen over een bepaald onderwerp. Door middel van de interviews kan de onderzoeker de mening van de onderzoeksgroep over het achterdeurbeleid goed peilen. Er worden interviews gehouden met twee coffeeshophouders in Haarlem , de woordvoerder van belangenorganisatie stichting We Smoke, de voorzitter van stichting Drugsbeleid, stichting Mediwiet, de coördinator hennep gerelateerde zaken van de politie, de veiligheidsmanager en medewerker afdeling Veiligheid en Handhavingsregie van de gemeente Haarlem en de coördinator Wijken en Buurten van de Haarlemse woningcorporatie Elan Wonen. Dit is de onderzoeksgroep. De interviews worden waar mogelijk op locatie gehouden (bijvoorbeeld in coffeeshops) zodat de onderzoeker een beter beeld van de situatie krijgt. De onderzoeker zal halfgestructureerde interviews afnemen. Dit houdt in dat er wel een vragenlijst of lijst met onderwerpen zal zijn, maar dat de respondent alle ruimte voor eigen inbreng heeft. Als hulpmiddel zal dus gebruik worden gemaakt van een vragenlijst. Verder zal er mogelijk gebruik worden gemaakt van opnameapparatuur. Hierdoor kan de onderzoeker zijn aandacht onvoorwaardelijk op de gesprekspartner richten, heeft de onderzoeker een letterlijke weergave van het gesprek en kan het gesprek zo vaak worden teruggeluisterd als de onderzoeker wilt. Er zullen negen interviews worden gehouden.

5


Waar de onderzoeker bij het verzamelen van de data rekening mee moet houden is de beschikbaarheid en bereikbaarheid van de onderzoeksgroep. De onderzoeksgroep moet hiervoor open staan en mee willen werken. Dit wil de onderzoeker opvangen door de onderzoeksgroep persoonlijk te benaderen en uit te leggen wat de bedoeling is. Ook zullen de interviews bij voorkeur zoveel mogelijk bij de geïnterviewde plaatsvinden. Enerzijds zodat de onderzoeker een beter beeld van bijvoorbeeld een coffeeshop heeft, anderzijds om de geïnterviewde niet op te zadelen met veel reistijd. 3.1.3 Surveyonderzoek De onderzoeker zal enquêtes uitzetten. Dit valt onder het kwantitatieve gedeelte van het onderzoek. Deze enquêtes worden verstuurd naar de gemeenten waar coffeeshops aanwezig zijn. Dit zijn 104 gemeenten in Nederland (Bieleman e.a. 2011). Er is gekozen voor enquêtes onder de 104 gemeenten aangezien 104 interviews zeer tijdrovend zouden zijn geweest. Een enquête afnemen zorgt ervoor dat er veel mensen ondervraagd kunnen worden waardoor de resultaten makkelijker te generaliseren zijn. Een groot voordeel van een enquête afnemen is voor de respondenten dat het hen niet veel tijd kost. Ze hoeven nergens naar toe en hoeven, behalve een paar muisklikken, zeer weinig moeite te doen. Er worden enquêtes uitgezet om te inventariseren wat de concrete plannen van die gemeenten zijn ten aanzien van het achterdeurbeleid van coffeeshops. Surveyonderzoek is een gestructureerde dataverzamelingsmethode. Dat wil zeggen dat de vraagstelling van te voren vaststaat. Er wordt een maximaal klein aantal antwoordmogelijkheden gegeven waaruit de ondervraagde kan kiezen. Het opnemen van zogenoemde ‘open’ vragen wordt tot een minimum beperkt. Om de kwantitatieve gegevens te verwerken wordt er gebruik gemaakt van het computerprogramma Excel. Waar de onderzoeker bij het verzamelen van de data rekening mee moet houden is mogelijke nonrespons en/of item-non-respons (Verhoeven, 2011, p. 224). Dit zijn vragenlijsten die niet of niet volledig worden ingevuld.

3.2 Triangulatie Het onderzoek dat uitgevoerd zal worden bevat zowel kwalitatieve als kwantitatieve onderzoeksmethoden. Dit wordt triangulatie(Verhoeven, 2011, p. 31) genoemd. Het verhoogt de betrouwbaarheid van het onderzoek en zorgt dat het onderzoek meer valide is. Bij kwalitatief onderzoek voert de onderzoeker onderzoek uit ‘in het veld’ (ofwel ‘in de werkelijkheid’. De onderzoeker is hierbij geïnteresseerd in de betekenis die onderzochte personen zelf aan situaties geven. Deze vorm van onderzoek geeft diepgaande informatie door in te gaan op achterliggende motivaties, meningen, wensen en behoeften van de doelgroep. Kwalitatief onderzoek heeft het voordeel dat de onderzoeker door kan vragen en de mogelijkheid heeft om de vraagstelling en de methodiek tijdens het onderzoek bij te sturen aan de hand van reeds behaalde resultaten. Kwantitatief onderzoek biedt cijfermatig inzicht en geeft veelal antwoorden op vragen die in termen van hoeveelheid kunnen worden uitgedrukt (bijvoorbeeld hoeveel coffeeshops zijn er aanwezig in uw gemeente, hoeveel mensen gebruiken cannabis et cetera).

3.3 Representativiteit In dit onderzoek gaat het om de 16 Haarlemse coffeeshops. Dit is de populatie. Doordat in de onderzoeksgroep het Team Haarlemse Coffeeshopondernemers aanwezig is, die alle 16 coffeeshophouders vertegenwoordigen,hoeven niet alle 16 coffeeshophouders geïnterviewd te worden en is er met betrekking tot de respons representativiteit voor het onderzoek.

5


3.4 Betrouwbaarheid Het is van groot belang dat het onderzoek betrouwbaar is. Om de betrouwbaarheid van het onderzoek te borgen wordt het volgende gedaan: - Getrianguleerde methode - Standaardisering. Er wordt gebruik gemaakt van standaard vragenlijsten bij de enquêtes die door de onderzoeker worden gemaakt. - Proefinterview met een familielid van de onderzoeker. Voor elk verschillend interview zal een proefinterview worden gehouden. - Peer examination. De opzet, dataverzameling en analyse worden besproken en nagelezen. - Nauw contact met de opdrachtgever. De onderzoeker zal meerdere malen per week aanwezig zijn op de locatie van de opdrachtgever. - Rapportage en verantwoording

3.5 Validiteit De begrippen en de onderzoeksvragen worden helder omschreven. De onderzoeksvragen worden bijvoorbeeld van te voren gecontroleerd door de opdrachtgever. Ook worden gesprekstechnieken (te weten doorvragen) gebruikt om ‘sociaal wenselijke’ antwoorden te vermijden. Ten slotte moet de onderzoeker er rekening mee houden dat zijn eigen achtergronden zijn visie op het onderzoek kunnen beïnvloeden. Het is dus van belang dat de onderzoeker zijn objectiviteit bewaart.

3.6 Bruikbaarheid Het onderzoek dient bruikbaar te zijn voor de gemeente Haarlem. Door dit onderzoek weet de gemeente Haarlem wat de mogelijkheden zijn ten aanzien van het achterdeurbeleid van coffeeshops en kan het een concreet voorstel naar het ministerie van Veiligheid en Justitie versturen. Het is daarom van belang om de opdrachtgever zo nauw mogelijk bij het onderzoek te betrekken. Er wordt regelmatig overleg gevoerd met de opdrachtgever.

5


3.7 Schema uitvoering onderzoek Er zal eerst literatuuronderzoek verricht worden, aansluitend worden er interviews gehouden en tot slot wordt er surveyonderzoek uitgevoerd. Vervolgens wordt alles nader uitgewerkt en wordt het onderzoeksrapport geschreven.

1: Literatuuronderzoek verrichten

2: interviews houden

3: Surveyonderzoek verrichten

4: gegevens verwerken

5: onderzoeksrapport gereed

5


Hoofdstuk 4: resultaten In dit hoofdstuk wordt de onderzoeksgroep gemeld, wordt beschreven of het onderzoek betrouwbaar en representatief is en de resultaten worden uiteengezet. Ook wordt er een feitelijke beschrijving van de bevindingen van het onderzoek gegeven. Er worden in dit hoofdstuk dus nog geen conclusies getrokken. Dit komt aan de orde in hoofdstuk 5. Onderzoeksgroep De onderzoeker heeft interviews gehouden met twee coffeeshophouders in Haarlem , een medewerker van belangenorganisatie stichting We Smoke, de voorzitter van stichting Drugsbeleid, de oprichter van Stichting Mediwiet, de coördinator hennep gerelateerde zaken van de politie, de veiligheidsmanager en medewerker afdeling Veiligheid en Handhavingsregie van de gemeente Haarlem, de coördinator Wijken en Buurten van de Haarlemse woningcorporatie Elan Wonen. Dit is de onderzoeksgroep. Waarom deze onderzoeksgroep? Deze onderzoeksgroep is gekozen aangezien zij dagelijks met het huidige achterdeurbeleid te maken hebben. Zij hebben er ervaring mee en weten wat wel, en wat niet werkt. Verder zijn zij de voornaamste betrokkenen bij een mogelijk experiment. Betrouwbaarheid en representativiteit bij de uitvoering van het onderzoek Er zijn voor dit onderzoek negen personen geïnterviewd. Wanneer er een grotere groep geïnterviewd zou zijn zou er waarschijnlijk een verzadigingspunt opgetreden hebben. Er zou dan weinig nieuwe informatie naar boven komen. Er zijn twee coffeeshophouders geïnterviewd. Dit lijkt misschien weinig, aangezien er 16 coffeeshops in Haarlem gevestigd zijn. Echter zijn de coffeeshops in Haarlem met zijn allen vertegenwoordigd in het Team Haarlemse Coffeeshopondernemers (THC). THC heeft een voorstel voor een mogelijk experiment ten aanzien van gereguleerde cannabisteelt geschreven, die door alle 16 coffeeshophouders ondersteund wordt. De twee ondervraagde coffeeshophouders zijn vertegenwoordigers van alle Haarlemse coffeeshophouders. Hierdoor is het niet nodig om alle 16 coffeeshophouders te interviewen. De personen die zijn geïnterviewd zijn allemaal op een verschillende manier met het achterdeurbeleid van coffeeshops bezig, waardoor het onderwerp vanuit meerdere invalshoeken is onderzocht. Een coffeeshophouder bekijkt het onderwerp vanuit een ander perspectief dan de politie. Door voor een brede onderzoeksgroep te kiezen kunnen de verschillende betrokkenen hun mening over het achterdeurbeleid van coffeeshops kenbaar maken. Beschrijving van de bevindingen die het onderzoek geeft Hieronder wordt een feitelijke beschrijving gegeven van de bevindingen die tijdens het onderzoek naar voren zijn gekomen. Deze beschrijving is gekoppeld aan de deelvragen.

4.1 Wat zijn de voor- en nadelen van het blijven verbieden van cannabisteelt? Door het onderzoeken van verschillende bronnen (interviews en literatuuronderzoek) zijn er een aantal voor- en nadelen van het blijven verbieden van cannabisteelt naar voren gekomen. Voordelen van het blijven verbieden van cannabisteelt: - Er kan tegen de illegale cannabisteelt worden opgetreden. - Door het verbieden van cannabisteelt worden de internationale verdragen nageleefd. - Door het blijven verbieden van cannabisteelt wordt het gevaar dat cannabiskwekerijen met zich meebrengen (bijvoorbeeld brand en lekkages in woningen) aangepakt.

5


-

Het opsporen en vervolgen van cannabiskwekers brengt veel werkgelegenheid met zich mee voor de politie, ministerie van Veiligheid en Justitie, advocaten, rechters etc.

Nadelen van het blijven verbieden van cannabisteelt: - Het verbieden van cannabisteelt leidt ertoe dat er een illegale markt is gecreĂŤerd. De coffeeshops, die gedoogd zijn, moeten namelijk toch op ĂŠĂŠn of andere manier aan cannabis zien te komen. - Coffeeshopondernemers worden gedwongen strafbare feiten te plegen om hun bedrijf draaiende te houden. Criminele samenwerkingsverbanden zijn in Nederland nauw verbonden met de teelt van cannabis. Door het verbieden van de cannabisteelt is het onmogelijk om een gestandaardiseerde controle uit te voeren op de cannabis. Zodoende kunnen nauwelijks eisen aan de cannabis worden gesteld in verband met kwaliteit, gezondheid of informatievoorziening over de bestanddelen en werking van het product. De inkoper van een coffeeshop moet op zijn/haar kennis en ervaring afgaan om te kunnen bepalen of de aangeboden cannabis schoon, droog en rijp is. - Het verbod leidt tot ongewenste praktijken in de teelt en verwerking die de kwaliteit van het product, en daarmee de gezondheid van de consument, kunnen aantasten. De laatste jaren is het regelmatig voorgekomen dat er vervuilde en verzwaarde cannabis op de markt is gekomen. - Door het ontbreken van inkoopfacturen voor de ingekochte cannabis ontstaan er vaak conflicten tussen de coffeeshopondernemers en de belastingdienst. - Het verbod op de teelt van cannabis zorgt voor een verhoogde prijs. De kweker loopt het risico op ontdekking en vervolging en rekent dit door in de prijs. - Door het verbieden van cannabisteelt is het voor de overheid onmogelijk om belastingen of accijnzen te heffen op de cannabis. - Het verbod op het kweken van cannabis legt een enorme werkdruk op de middelen van het justitie- en politieapparaat, die deze niet voor andere doelen kan inzetten. Korpschef Frans Heeres van de politie Midden en West-Brabant heeft in een interview met BN/De Stem gezegd dat veertig procent van het opsporingsapparaat wordt ingezet tegen de hennepcriminaliteit. - Er wordt nu veel in woonwijken gekweekt. Het komt regelmatig voor dat er kortsluiting, brand of lekkage ontstaat doordat de kweekopstelling niet professioneel is aangelegd.

4.2 Wat zijn de voor- en nadelen van het reguleren van cannabisteelt? Voordelen van het reguleren van cannabisteelt: - Wanneer de wietteelt gereguleerd is, worden de criminelen buitenspel gezet. Illegale kwekers kunnen hun cannabis niet meer aan coffeeshops verkopen. Gereguleerde cannabis productie zal, zelfs met belasting afdracht, goedkoper zijn dan de op dit moment geldende prijzen. De coffeeshopondernemers kopen liever legale cannabis in, waarvan de kwaliteit goed is en de prijs laag. De cannabis van de zwarte markt is dus niet interessant en zo zal de criminaliteit verminderen. - Het is mogelijk om een gestandaardiseerde controle uit te voeren op de cannabis. Met een gereguleerde, op kwaliteit gecontroleerde aanvoer van cannabis naar coffeeshops kan worden verzekerd dat cannabis vrij is van pesticiden, schimmels, voedingsresten en andere schadelijke toevoegingen die de volksgezondheid kunnen bedreigen. - Het heffen van belastingen of accijnzen. Uit onderzoek van econoom Martijn Boermans van de Hogeschool Utrecht blijkt dat regulering van cannabis de Nederlandse staat jaarlijks 850 miljoen euro zou opleveren. - Een gedeelte van het opsporingsapparaat kan voor andere doeleinden worden ingezet.

5


-

Goed voor de werkgelegenheid. Om cannabis voor coffeeshops te produceren zijn werknemers nodig. De prijs voor cannabis in de coffeeshops zal omlaag gaan, wat een voordeel is voor de consument. Transparantie. De betrokken overheden en instanties kunnen inzage krijgen in de productie en verwerking van cannabis, waardoor de sector volledig transparant wordt. Het reguleren van de cannabisteelt is goed om de overlast en brandgevaarlijkheid terug te dringen. Het gebeurt regelmatig dat er stroom afgetapt wordt omdat een te hoge energierekening verdacht is en aanleiding kan zijn tot nader onderzoek. Met regulering van de cannabisteelt kunnen de kwekers gewoon betalen voor de energie, hoeft de teelt niet langer in woonwijken plaats te vinden waar het veel (stank)overlast en (brand)gevaar veroorzaakt en kunnen er eisen gesteld worden aan de brandveiligheid en dergelijke.

Nadelen van het reguleren van de cannabisteelt: - Nederland moet zijn nek uitsteken en krijgt wellicht kritiek van het buitenland.

4.3 Wat is qua wetgeving mogelijk met betrekking tot het achterdeurbeleid van coffeeshops? Een belangrijke vraag in dit onderzoek betreft de vraag wat qua wetgeving mogelijk is met betrekking op een mogelijk experiment ten aanzien van het achterdeurbeleid. Er bestaat hier veel onduidelijkheid over. Zo zegt de minister van Veiligheid en Justitie dat regulering of legalisering van cannabisteelt in strijd is met internationale verdragen en daarom niet mogelijk is. Er zijn echter ook personen (zoals Jan Brouwer, hoogleraar Algemene Rechtswetenschap aan de rijksuniversiteit Groningen en Ybo Buruma, raadsheer Hoge Raad) die stellen dat regulering of legalisering wel mogelijk is. In het theoretisch kader van dit onderzoek hebben we kunnen zien dat het Nederlandse softdrugsbeleid op drie niveaus wordt vorm gegeven: het internationale niveau, het nationale niveau en het lokale niveau. Het Enkelvoudig Verdrag inzake verdovende middelen, Verdrag tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen en de Opiumwet (plus Aanwijzing Opiumwet) zijn de belangrijkste wet- en regelgeving die van toepassing is op regulering van de cannabisteelt. De minister van Veiligheid en Justitie gaf aan dat het Enkelvoudig verdrag geen ruimte geeft voor experimenten ten aanzien van het achterdeurbeleid van coffeeshops. Het Enkelvoudig verdrag staat de teelt van cannabis onder voorwaarden toe voor geneeskundige of wetenschappelijke doeleinden. Er zit dus enige ruimte in het verdrag. Op geneeskundige of wetenschappelijke gronden mag er cannabis geteeld worden. In overeenstemming met het internationale beleid is in Nederland het verkopen, verhandelen, produceren en bezitten van cannabis strafbaar gesteld. Nederland heeft destijds een voorbehoud gemaakt vanuit het opportuniteitsbeginsel. De Nederlandse wetgever heeft een onderscheid gemaakt tussen harddrugs en softdrugs. Hierdoor worden coffeeshops gedoogd, wanneer zij aan een aantal criteria voldoen (de AHOJGI-criteria). De teelt van cannabis valt buiten het gedoogbeleid. De Aanwijzing Opiumwet gaat uit van twee situaties: er is sprake van ofwel beroeps- of bedrijfsmatige teelt, ofwel geen beroeps- of bedrijfsmatige teelt. Niet bedrijfsmatige teelt van een geringe hoeveelheid voor eigen gebruik heeft, indien de verdachte volwassen is, geen prioriteit. Uit literatuuronderzoek is gebleken dat hoogleraar Algemene Rechtswetenschap aan de rijksuniversiteit Groningen Jan Brouwer stelt dat het

5


opportuniteitsbeginsel ook ruimte biedt om experimenten rond de achterdeur van coffeeshops toe te staan. In artikel 6 van de Opiumwet staat dat de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ontheffing kan verlenen van een verbod genoemd in artikel 3 van de Opiumwet. Hier valt ook de teelt van cannabis onder. In artikel 8 lid 1 van de Opiumwet staat dat ontheffing slechts kan worden verleend of verlengd indien de aanvrager ten genoegen van de minister heeft aangetoond dat daarmee het belang van de volksgezondheid of dat van de gezondheid van dieren wordt gediend, of deze ontheffing nodig heeft voor het verrichten van wetenschappelijk of analytisch-chemisch onderzoek dan wel voor instructieve doeleinden, voor zover het belang van de volksgezondheid zich hier niet tegen verzet.

4.4 Welke plannen hebben andere gemeenten met betrekking tot het achterdeurbeleid? Het was de bedoeling om voor deze deelvraag een enquête uit te zetten onder de 104 gemeenten in Nederland waar coffeeshops aanwezig zijn. Dit om te kunnen inventariseren wat de concrete plannen van die gemeenten zijn ten aanzien van het achterdeurbeleid van coffeeshops. De minister van Veiligheid en Justitie heeft op 4 februari 2013 burgemeesters de mogelijkheid gegeven om eventuele plannen met betrekking tot cannabisteelt bij hem kenbaar te maken. Op 27 juni 2013 laat de minister weten dat er 18 gemeenten gehoor hebben gegeven aan deze mogelijkheid. Hierdoor is de noodzaak om een enquête uit te zetten komen te vervallen. In overleg met de opdrachtgever is er voor gekozen om de enquête onder de 104 ‘coffeeshop gemeenten’ te laten vervallen. De plannen van een aantal gemeenten zijn openbaar gemaakt waardoor de onderzoeker een goed beeld van de cannabisteelt plannen van de gemeenten heeft kunnen krijgen. Het oorspronkelijke doel van de enquêtes, het verkrijgen van plannen van andere gemeenten ten aanzien van het achterdeurbeleid van coffeeshops, is zonder het uitvoeren van de enquêtes ook behaald. Verder zorgt het niet uitvoeren van de enquêtes voor een tijdsbesparing. De gemeenten Breda, Deventer, Drachten/Smallingerland, Eindhoven, Enschede, Haarlem, Heerlen, Leeuwarden, Maastricht, Nijmegen, Roermond, Rotterdam, Tilburg, Utrecht, Velsen, Venlo, Zwijndrecht en Zwolle hebben een reactie naar het ministerie gestuurd. Hieronder zullen enkele plannen van andere gemeenten worden beschreven met betrekking tot het achterdeurbeleid van coffeeshops. Gemeente Utrecht De gemeente Utrecht is bezig met twee experimenten. Naast een behandelexperiment voor mensen met psychiatrische problemen komt er in Utrecht een experiment voor volwassen recreatief gebruik via een gesloten clubmodel, wat ook in België gedaan wordt. Voor het gesloten clubmodel is de Social Cannabis Club Domstad (SCCD) opgericht. Het gaat om een kleinschalig initiatief waarin de 100 leden, voor eigen recreatief gebruik, door de club op een verantwoorde, controleerbare manier geteelde cannabis gebruiken. Het zou daarbij gaan om de in Nederland gedoogde hoeveelheid van maximaal vijf wietplanten per persoon. De SCCD heeft een ontheffing op de Opiumwet aangevraagd bij de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Bij dit experiment gaat het om het tegengaan van negatieve effecten van cannabisgebruik voor de gezondheid.

5


Gemeente Rotterdam De gemeente Rotterdam wilt een gemeentelijke wietkwekerij beginnen. Aan de rand van de stad zou een legale plantage moeten komen. Een speciale stichting met bestuurders van onbesproken gedrag zou toezicht moeten houden op de gemeentelijke kwekerij. De productie mag niet groter zijn dan de vraag van de deelnemende coffeeshops en verkoop aan derden is verboden. Door in een laboratorium het THC-gehalte, de werkzame stof in cannabis, te controleren zou de gemeente zorgen dat de kwaliteit hoog blijft. Gemeente Tilburg De gemeente Tilburg heeft een plan van de inmiddels overleden oud-burgemeester Johan Stekelenburg naar het ministerie van Veiligheid en Justitie verzonden. Het plan is gericht op het terugdringen van criminaliteit en overlast, het beperken van gezondheidsrisico’s en het terugdringen van problematisch gebruik. De coffeeshophouders hebben in het plan de mogelijkheid om elk één producent voor te dragen. Deze keuze is gemaakt om het aantal beheersbaar en controleerbaar te houden. De coffeeshophouders wordt de mogelijkheid geboden om bij meerdere producenten in te kopen. De producenten verrichten hun activiteiten binnen de grenzen van de gemeente Tilburg. Gemeente Leeuwarden De gemeente Leeuwarden heeft van een coffeeshop binnen hun gemeente een voorstel gekregen. Het voorstel behelst een proef van twee jaar voor een gedoogde cannabisteelt voor eigen gebruik van de coffeeshop. De gemeente Leeuwarden wilt de proef koppelen aan de bestaande gedoogverklaring van de coffeeshop, door aanvullende voorwaarden te stellen aan de gedoogverklaring. Zoals bijvoorbeeld het kweken naar rato van de omzet van de coffeeshop, verzegeld vervoeren, verzegelde voorraad, geen buitenlandse wiet meer inkopen, wel of niet leveren aan collega coffeeshophouders, gebruik van biologische voeding en bestrijdingsmiddelen, THC gehalte beperken, c.q. terugbrengen naar aanvaarbare norm rond 15%. In de voorgestelde opzet gaat het om de kweek van 4 kilo cannabis per week. Om de proef goed te kunnen evalueren en de investeringskosten terug te verdienen is een proeftijd van twee jaar nodig. De kosten voor de teelt zijn voor rekening van de exploitant. De kweek zal plaatsvinden onder controle en toezicht van de burgemeester, politie, brandweer en belastingdienst. De belastingdienst wordt betrokken aangezien bij het gedogen van het inkoopbeleid (achterdeur) belasting kan worden geheven. Gemeente Drachten/Smallingerland Het idee van de gemeente Drachten/Smallingerland is om als lokaal maatwerk in samenwerking en overleg met de twee coffeeshops die in deze gemeente gevestigd zijn een gesloten systeem op te zetten voor zowel de achterdeur als de voordeur. De beide coffeeshops zien hiertoe zoals gezegd goede mogelijkheden en staan open voor een voorstel dat in lijn is met het Leeuwarder plan: kweek en verkoop in één hand onder één gedoogbeschikking. Uitgangspunt hierbij is dat de uitvoering zo veel mogelijk aan de markt wordt overgelaten, waarbij de overheid een regierol op zich neemt als het gaat om voorwaarden, regels en afspraken. Het is de bedoeling om het voorstel in nauw overleg met politie, OM, de verslavingszorg en de twee coffeeshops nader uit te werken.

5


Gemeente Eindhoven Het voorstel is om het kweekproces door een professionele gecertificeerde organisatie te laten uitvoeren. Op dit moment zijn er in Nederland bedrijven die professioneel wiet kweken onder toezicht van de overheid. Voorbeeld is het bedrijf Badrocan uit Veendam dat zich bezig houdt met medicinale wietkweek onder toezicht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het professioneel laten kweken en telen van wiet zorgt ervoor dat er duidelijke eisen gesteld kunnen worden aan de kwaliteit van het wietproducten en het totale bedrijfsproces. Ook aan het distributie- en bevoorradingsproces vanuit de onderneming aan de coffeeshops zullen strenge veiligheidseisen gesteld moeten worden, aangezien dit veiligheidsrisico’s met zich mee brengt (zoals mogelijke ripdeals etc). Coffeeshophouders vinden het belangrijk dat de cannabis van goede kwaliteit is, dat er een breed assortiment wordt aangeboden en dat de cannabis tijdig en in voldoende mate wordt geleverd. Op basis van deze bovenstaande wensen vanuit de coffeeshophouders vervullen zij tezamen de rol van opdrachtgever in relatie tot de opdrachtnemer, het gecertificeerde bedrijf. De rol van de gemeente Eindhoven is in dit voorstel vooral van toezichthoudende aard. Er wordt een gesloten bedrijfsprocessensysteem voorgesteld. Dit betekent concreet dat elke gram cannabis middels een transparant bedrijfsprocessensysteem te volgen moet zijn: van kweek tot gebruiker. Daarnaast houdt het gesloten systeem in dat de coffeeshophouders geen andere cannabis mogen verkopen dan cannabis die voortkomt uit de gereguleerde kweek. De gemeente Eindhoven stelt voor om de pilot voor een periode van 3 jaar te laten lopen.

5


4.5: Welke ideeën leven er in Haarlem met betrekking tot regulering van cannabisteelt en het achterdeurbeleid? Om de ideeën te achterhalen die er in Haarlem leven met betrekking tot regulering van cannabisteelt heeft de onderzoeker interviews gehouden met de eigenaar van coffeeshop Willy Wortel en tevens secretaris van het Team Haarlemse Coffeeshopondernemers, de eigenaar van coffeeshop Maximillian en lid van Team Haarlemse Coffeeshopondernemers, de voorzitter van stichting Drugsbeleid, de oprichter van stichting Mediwiet, de woordvoerder van cannabis consumentenbond We Smoke, de coördinator hennep gerelateerde zaken van de politie, de veiligheidsmanager en medewerker afdeling Veiligheid en Handhavingsregie van de gemeente Haarlem en de coördinator Wijken en Buurten van de Haarlemse woningcorporatie Elan Wonen. De gespreksverslagen van de interviews zijn in de bijlagen gevoegd. 4.5.1 Voorstel Team Haarlemse Coffeeshopondernemers Het Team Haarlemse Coffeeshopondernemers (THC) heeft op 29 april 2013 een concept voorstel aangeboden waarmee de Haarlemse coffeeshops van cannabis kunnen worden voorzien. Het voorstel van het THC kunt u vinden in bijlage 5. Dit voorstel wordt ondersteund door alle 16 Haarlemse coffeeshops en is in samenwerking met drugs expert Mario Lap opgesteld. Enkele speerpunten uit het concept voorstel staan hieronder beschreven. Producenten Het THC stelt voor om de productie van de cannabis te laten verzorgen door een soort ZZP’ers, die onder strikte voorwaarden een bepaalde hoeveelheid cannabis mogen produceren. De coffeeshophouder mag deze producenten voordragen. Het aantal per coffeeshop benodigde producenten is afhankelijk van het aantal kilo’s die de coffeeshop verkoopt. Ook hangt het aantal producenten af van het aantal soorten dat de coffeeshop op de menukaart hebben staan. Een coffeeshop die drie soorten op de menukaart heeft staan heeft minder kwekers nodig dan een coffeeshop die 12 soorten cannabis verkoopt. Hoeveel verschillende soorten cannabis de coffeeshops willen verkopen mogen zij zelf bepalen. Meer soorten op de menukaart maakt het wel moeilijker voor de inkoop, met de maximale handelsvoorraad van 500 gram. Transparantie Belangrijk aspect aan dit concept is dat er gestreefd wordt naar volledige transparantie. Alle betrokken overheden en instanties kunnen inzicht krijgen in de productie van cannabis. Dit geldt ook voor de voorraad van de coffeeshops. Hierdoor is de voorraad ook controleerbaar voor de belastingdienst. Zo kan onder meer het aantal cannabisplanten worden geteld en de administratie van de producenten worden ingezien. Ook wordt vermeld hoeveel cannabis een coffeeshop per jaar heeft verkocht. Zo kan worden bepaald hoeveel cannabis er voor één coffeeshop gekweekt moet worden. Het gehalte werkzame stoffen op verpakking Een ander belangrijk aspect aan dit concept is het vaststellen en inzichtelijk maken van het percentage actieve bestanddelen van cannabis mogelijk maken. De consument weet zo wat het percentage THC, CBD en CBN is van de cannabis die zij willen aanschaffen. Dit zal volgens een gestandaardiseerde methode gedaan moeten worden. Bescherming van de gezondheid van cannabis consumenten Met een legale, op kwaliteit gecontroleerde aanvoer van cannabis naar coffeeshops kan worden verzekerd dat cannabis vrij is van pesticiden, schimmels, voedingsresten en andere schadelijke toevoegingen die de volksgezondheid kunnen bedreigen. Er wordt aangegeven dat het idee is om de

5


teelt geheel biologisch te doen. Dit levert de beste kwaliteit op en zorgt ervoor dat er geen giftige stoffen hoeven worden gebruikt. Dit laatste is natuurlijk goed voor de volksgezondheid van de consumenten. Hasj Hasj zou ook in de kweekruimten geteeld kunnen worden. Om hasj te kunnen produceren is meer cannabis nodig. Hier moet dus extra cannabis voor worden gekweekt. Wanneer ook de hasj in het experiment wordt meegenomen zal er op papier geen import vanuit het buitenland meer hoeven plaats te vinden. Op dit moment wordt er veel hasj uit het buitenland geĂŻmporteerd (denk aan landen als Afghanistan en Marokko), dit zal in de afnemen/verdwijnen als er ruimte is om hasj in Nederland te kweken. Geen criminaliteit Illegale kwekers kunnen hun cannabis niet meer aan coffeeshops verkopen. Gereguleerde cannabis productie zal, zelfs met belasting afdracht, goedkoper zijn dan de op dit moment geldende prijzen. De coffeeshopondernemers kopen liever legale cannabis in, waarvan de kwaliteit goed is en de prijs laag. De cannabis van de zwarte markt is dus niet interessant en zo zal de criminaliteit verminderen. 4.5.2 Stichting Drugsbeleid De voorzitter van Stichting Drugsbeleid is van mening dat het voorstel van het Team Haarlemse Coffeeshopondernemers als voorbeeld moet worden gesteld. Hij vindt het goed dat alle coffeeshops in Haarlem met elkaar verenigd zijn en gezamenlijk een voorstel hebben ingediend. Als aanpassing op dit voorstel ziet hij graag dat er buiten wordt geteeld in plaats van binnen. Ook is er nu een passage opgenomen dat thuis kweken via een vergunning geregeld zou kunnen worden. De voorzitter van Stichting Drugsbeleid is het hier niet mee eens en zou die niet in het voorstel opnemen. Het Team Haarlemse Coffeeshopondernemers vindt het geen probleem om deze passage te schrappen uit het voorstel. Voor het toezicht op de teelt geeft de voorzitter van Stichting Drugsbeleid aan dat er net zoals wat nu gebeurd voor de coffeeshops (namelijk een keurmerk), er ook een keurmerk voor de teelt opgezet kan worden. De keuringscommissie van de coffeeshops, zou dan ook de teelt kunnen keuren. Verder wordt aangegeven dat de gemeente Haarlem vergunningen kan uitgeven voor de kwekers. Daarin kunnen ook verschillende eisen worden opgenomen, zoals bijvoorbeeld een verklaring van goed gedrag etc. De voorzitter van Stichting Drugsbeleid stelt dat het Haarlemse plan een soort regio functie moet krijgen, zodat de omliggende gemeenten het er ook mee eens zijn, er samen opgetrokken wordt en er samen een politieke macht opgebouwd wordt. 4.5.3 Stichting Mediwiet De oprichter van Stichting Mediwiet, tevens de oprichter van de eerste coffeeshop van Amsterdam de Mellow Yellow en de eerste growshop van Europa, geeft aan dat de prijs van de cannabis de criminaliteit bepaalt. De prijs moet dusdanig laag zijn dat het niet interessant is voor criminelen en illegale teelt van cannabis niet interessant is. Net zoals het brouwen van bier ook niet interessant is. Een hoge prijs van cannabis stimuleert het aanlengen met tabak, wat weer schadelijk is voor de volksgezondheid van de consument. Het gaat er niet om hoeveel THC er in cannabis zit, maar om de consumptie. Als er meer THC in cannabis zit, gebruik je minder cannabis. Als er minder THC in cannabis zit, gebruik je meer cannabis.

5


Er wordt een plan voorgesteld zoals de tabaksregie tijdens de tweede wereldoorlog. In die tijd kreeg je vergunningen om tabak af te halen. Je hebt een soort coöperatie/instantie die regie voert. De klanten van deze instantie zijn de coffeeshops. Er kan gekozen worden voor twee soorten teelt: * Buitenteelt <- goedkoop, niet te sterk * Kasteelt <- beste teelt, hoogste opbrengst Door het reguleren van de teelt krijg je marktwerking. De coöperatie kan de wiet knippen, verpakken enzovoort. Ook kan de coöperatie zorg dragen voor de hasjproductie. Je kunt doelen stellen dat binnen vijf jaar 95 % van de cannabis verkocht wordt via de coöperatie. Het plan moet je het niet opleggen of gedwongen gaan invoeren, maar aantrekkelijk maken via de coöperatie zodat de coffeeshophouders vanzelf overstag gaan. 4.5.4 Stichting We Smoke De woordvoerder van Stichting We Smoke geeft aan dat biologische kweek van cannabis een must is. Je merkt het namelijk met het roken van cannabis. Er wordt vaak niet voor gekozen in verband dat andere manieren een snellere oogst opleveren. Er wordt zo snel mogelijk gekweekt in verband met het risico dat de kwekers lopen. De cannabis wordt bijvoorbeeld niet lang genoeg gedroogd. Hierdoor is de kwaliteit van de cannabis minder. Volgens de woordvoerder van Stichting We Smoke zijn er twee manieren om de achterdeur van coffeeshops te kunnen regelen. Manier 1: Dat is zo ongeveer hetzelfde idee als dat van Stichting Mediwiet. Iedere coffeeshop kan een aantal kwekers aanstellen, die een kweekvergunning krijgen. De kwekers worden gescreend (denk aan BIBOB etc.). De kwekers kweken meer dan dat coffeeshop bij ze afneemt, er wordt voorgesteld om 50% meer te kweken. De overige 50% gaat naar de coöperatie. Dit overschot kan gebruikt worden in geval van mislukte oogsten. Ook kan bij deze coöperatie een coffeeshop andere soorten kopen van kwekers die aan andere coffeeshops verbonden zijn. Deze manier heeft ook als voordeel dat de coffeeshops veel verschillende soorten cannabis kunnen hebben. De woordvoerder van Stichting We Smoke denkt dat deze manier het meest haalbaar is. Op deze manier hebben de coffeeshopondernemers de meeste invloed op de producten die zij verkopen. Manier 2: Dat is het idee wat overeenkomt met het voorstel dat de gemeente Utrecht heeft ingediend. Deze manier gaat via de cannabisconsumenten. Iedere consument schaft vier cannabisplanten aan. Twee daarvan houdt hij/zij thuis, twee plantjes worden door een overkoepelende organisatie gekweekt. De consument kan de cannabis die van zijn eigen planten komt voor eigen gebruik roken of verkopen aan de overkoepelende organisatie. 4.5.5 Politie De coördinator hennep gerelateerde zaken van district Kennemerland geeft aan dat er vanaf 1 januari 2010 189 kwekerijen in Haarlem zijn opgerold. Dit aantal is conform de grootte van een grote stad, maar Haarlem scoort hier niet opvallend hoog mee. De coördinator hennep gerelateerde zaken vindt de politieke keuze voor het huidige achterdeurbeleid, met de gedachte van de jaren 80 toen dit beleid werd ingevoerd, best verdedigbaar. Echter met het verstrijken van de jaren en ook de verandering van het cannabisgebruik zou dit beleid steeds aangepast moeten worden en dat is niet gebeurd. De sterkte van de cannabis is

5


in de loop der jaren flink gestegen en ook de criminalisering van cannabis heeft een flinke hoogte genomen. Daar is door de politiek niet op gereageerd waardoor we nu met een spagaatbeleid zitten dat een eigenaar wel cannabis mag verkopen in zijn coffeeshop maar geen cannabis mag inkopen. Dit vergt wel wat flexibiliteit en inlevingsvermogen van een controlerende instantie. De coördinator is zeker een voorstander van een experiment met betrekking tot het reguleren van het achterdeurbeleid van coffeeshops. Echter wel zodanig dat het goed controleerbaar en qua handhaving goed uitvoerbaar moet zijn (wat betreft de regelgeving). Een mogelijk experiment zou er volgens de politieambtenaar als volgt uit kunnen zien. (Bijvoorbeeld) De gemeente inventariseert hoeveel cannabis er nodig is om de vergunde coffeeshops te bevoorraden. De hoeveelheid benodigde cannabis laten kweken in een controleerbare omgeving en door betrouwbare mensen. De coffeeshops kunnen dan hun cannabis hier afnemen tegen de geldende prijzen en het betalen van de benodigde belastingen. 4.5.6 Elan Wonen De coördinator Wijken en Buurten van de Haarlemse woningcorporatie Elan Wonen geeft aan dat voor Elan Wonen een wietkwekerij onder de noemer onrechtmatige bewoning valt. De huurder krijgt een brief met het verzoek de huur op te zeggen. Doet hij/zij dit niet dan start de woningcorporatie een procedure. Hierbij kijken ze uiteraard wel naar de ernst van de zaak: hoeveel planten, hoeveel overlast, is er stroom afgetapt, is de woning beschadigd etc. In sommige gevallen geven ze alleen een waarschuwing. Als er kosten zijn probeert Elan Wonen die uiteraard te verhalen op de huurder, dit betreft met name schade. Huurderving en kosten van personeelsinzet worden niet op de bewoner verhaald. Wanneer er iets aan het huidige achterdeurbeleid van coffeeshops gedaan wordt, worden er mogelijk minder illegale wietkwekerijen in woningen opgezet. Als het geen financieel voordeel meer oplevert voor de kweker, zal de thuisteelt in elkaar storten. Dat zou uiteraard mooi voor Elan Wonen zijn. Zolang Elan Wonen geen zicht op heeft waar de cannabis die bij de achterdeur wordt aangeboden vandaan komt, kan de coördinator Wijken en Buurten niet zeggen of het invloed heeft op Elan Wonen. De verwachting is van wel, maar er wordt aangegeven dat ze te weinig inzicht hebben in de omvang van het probleem. 4.5.7 Gemeente Haarlem De veiligheidsmanager en medewerker van afdeling Veiligheid en Handhavingsregie van de gemeente Haarlem gaven aan dat de gemeente Haarlem openstaat voor een experiment met gereguleerde cannabisteelt. Haarlem heeft de wens om een experiment ten aanzien van het achterdeurbeleid van coffeeshops te starten. Ze weet echter niet hoe zo’n experiment eruit moet komen te zien. Verder is de gemeente Haarlem verantwoordelijk voor de veiligheid en openbare orde. De inkoop van cannabis is niet inzichtelijk voor de gemeente. Dit is voor het college van Burgemeester en Wethouders een onwenselijk en onprettig idee.

5


Hoofdstuk 5: conclusie, aanbevelingen en reflectie In dit hoofdstuk worden conclusies getrokken. Er wordt antwoord gegeven op de deelvragen en de onderzoeksvraag op basis van de resultaten. Verder vloeien er aanbevelingen voort uit de conclusies. Tot slot vindt er een reflectie plaats. Coffeeshophouders mogen wel cannabis verkopen, maar niet inkopen. De handel aan klanten (aan de ‘voordeur’) wordt gedoogd, terwijl de inkoop (aan de ‘achterdeur’) nog steeds illegaal is, maar niet kan worden aangepakt zolang deze niet ontdekt wordt. De minister van Veiligheid en Justitie heeft aangegeven om plannen van gemeenten op het gebied van cannabisteelt op een rij te zullen zetten en van een juridisch kader te voorzien. De gemeente Haarlem staat open voor experimenten of proeven ten aanzien van de regulering van de achterdeur van coffeeshops. De gemeente Haarlem heeft echter op dit moment geen concreet plan met betrekking tot het achterdeurbeleid van coffeeshops. Hieronder is de centrale onderzoeksvraag geformuleerd: ‘Hoe zou een experiment ten aanzien van het achterdeurbeleid van coffeeshops er in Haarlem uit kunnen zien?’ Naast de centrale onderzoeksvraag, zijn er een aantal deelvragen opgesteld. De deelvragen zijn de stappen die gezet moeten worden om uiteindelijk de centrale onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden. 1. 2. 3. 4. 5.

Wat zijn de voor- en nadelen van het blijven verbieden van cannabisteelt? Wat zijn de voor- en nadelen van het reguleren van cannabisteelt? Wat is qua wetgeving mogelijk met betrekking tot het achterdeurbeleid van coffeeshops? Welke plannen hebben andere gemeenten met betrekking tot het achterdeurbeleid? Welke ideeën leven er in Haarlem met betrekking tot regulering van cannabisteelt en het achterdeurbeleid?

5.1 Conclusies Uit het onderzoek blijkt dat het achterdeurbeleid van coffeeshops een hot issue is bij de betrokkenen. Er wordt veel aandacht aan gegeven door de media en er zijn veel gemeenten die open staan voor een experiment. Ook de coffeeshophouders zijn er druk mee bezig, getuige onder meer het concept voorstel wat het Team Haarlemse Coffeeshopondernemers heeft gedaan. De vijf deelvragen zullen op basis van de onderzoeksresultaten hieronder worden beantwoord. Omdat de voordelen van deelvraag 1 en nadelen van deelvraag 2 en de nadelen van deelvraag 1 en voordelen van deelvraag 2 met elkaar overeenkomen, worden deelvraag 1 en deelvraag 2 gezamenlijk beantwoord. 1. Wat zijn de voor- en nadelen van het blijven verbieden van cannabisteelt? 2. Wat zijn de voor- en nadelen van het reguleren van cannabisteelt? We hebben kunnen zien dat er een aantal voordelen aan het verbieden van cannabisteelt verbonden zijn. Zo kan er tegen de illegale cannabisteelt worden opgetreden en worden door het verbieden van cannabisteelt de internationale verdragen nageleefd. Maar er kan geconcludeerd worden dat er meer voordelen aan het reguleren van cannabisteelt verbonden zijn. Wanneer de cannabisteelt gereguleerd is, worden de criminelen buitenspel gezet. Illegale kwekers kunnen hun cannabis niet meer aan coffeeshops verkopen. Verder is het mogelijk om een gestandaardiseerde controle uit te

5


voeren op de cannabis. Met een gereguleerde, op kwaliteit gecontroleerde aanvoer van cannabis naar coffeeshops kan worden verzekerd dat cannabis vrij is van pesticiden, schimmels, voedingsresten en andere schadelijke toevoegingen die de volksgezondheid kunnen bedreigen. Ook is het met een gereguleerde teelt mogelijk om belastingen en accijnzen op de cannabis te heffen. Tot slot is het reguleren van de cannabisteelt goed om de overlast en brandgevaarlijkheid terug te dringen. 3. Wat is qua wetgeving mogelijk met betrekking tot het achterdeurbeleid van coffeeshops? De minister van Veiligheid en Justitie geeft in een brief aan dat regulering of legalisering van cannabisteelt in strijd is met internationale verdragen en de Opiumwet. Er zijn echter ook personen (zoals Jan Brouwer, hoogleraar Algemene Rechtswetenschap aan de rijksuniversiteit Groningen en directeur van het Centrum voor Openbare Orde en Veiligheid, en Ybo Buruma, raadsheer Hoge Raad) die stellen dat regulering of legalisering van cannabisteelt wĂŠl mogelijk is. De gemeente Haarlem staat open voor experimenten of proeven ten aanzien van regulering van de achterdeur van coffeeshops. De gemeente Haarlem had geen inzicht in de juridische haalbaarheid van een experiment. Lidstaten zijn op grond van het Enkelvoudig verdrag en het verdrag tegen sluikhandel gehouden om het verkopen, verhandelen, produceren en bezitten van cannabis strafbaar te stellen. De lidstaten mogen zelf bepalen op welke wijze deze strafbare feiten worden gehandhaafd en vervolgd. Het Enkelvoudig verdrag staat de teelt van cannabis onder voorwaarden toe voor geneeskundige of wetenschappelijke doeleinden. Er zit dus enige ruimte in het verdrag. Het opportuniteitsbeginsel , waar Nederland ook gebruikt van maakt met het gedogen van coffeeshops, biedt mogelijk ruimte om experimenten rond de achterdeur van coffeeshops toe te staan. Op grond van artikel 6 van de Opiumwet kan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een ontheffing verlenen van een verbod genoemd in artikel 3 van de Opiumwet. Hier valt ook de teelt van cannabis onder. Deze ontheffing kan worden verleend indien daarmee het belang van de volksgezondheid wordt gediend of de ontheffing nodig is voor het verrichten van wetenschappelijk of analytisch-chemisch onderzoek. Concluderend kan er gezegd worden dat gereguleerde cannabisteelt onder voorwaarden mogelijk is. Er zullen argumenten bedacht moeten waarom een experiment met gereguleerde cannabisteelt toegestaan moet worden. Voorbeeld hiervan is dat regulering van cannabisteelt goed voor de volksgezondheid is omdat bij gereguleerde cannabisteelt betere garanties kunnen worden gegeven over de kwaliteit van de cannabis. Ook is het hierdoor mogelijk om meer betrouwbare productinformatie aan de consument te geven. 4. Welke plannen hebben andere gemeenten met betrekking tot het achterdeurbeleid? De gemeenten Breda, Deventer, Drachten/Smallingerland, Eindhoven, Enschede, Haarlem, Heerlen, Leeuwarden, Maastricht, Nijmegen, Roermond, Rotterdam, Tilburg, Utrecht, Velsen, Venlo, Zwijndrecht en Zwolle hebben een reactie naar het ministerie van Veiligheid en Justitie gestuurd waarin zij hun interesse in een experiment met betrekking tot het achterdeurbeleid kenbaar maakten. Er zijn dus een aantal grote gemeenten die hier belangstelling voor hebben. Uit documenten die de diverse gemeenten met elkaar hebben gedeeld blijkt dat de gemeenten verschillende ideeĂŤn hebben over een mogelijk experiment ten aanzien van de cannabisteelt. Zo komt er in Utrecht een experiment voor volwassen recreatief gebruik via een gesloten clubmodel, wat ook in BelgiĂŤ gedaan wordt. De gemeente heeft een ontheffing op de Opiumwet aangevraagd bij

5


de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Bij dit experiment gaat het om het tegengaan van negatieve effecten van cannabisgebruik voor de gezondheid. De gemeente Rotterdam wilt een gemeentelijke wietkwekerij beginnen. Aan de rand van de stad zou een legale plantage moeten komen. Een speciale stichting met bestuurders van onbesproken gedrag zou toezicht moeten houden op de gemeentelijke kwekerij. De gemeente Tilburg heeft een plan van de inmiddels overleden oud-burgemeester Johan Stekelenburg naar het ministerie van Veiligheid en Justitie verzonden. De coffeeshophouders hebben in het plan de mogelijkheid om elk één producent voor te dragen. Deze keuze is gemaakt om het aantal beheersbaar en controleerbaar te houden. De gemeente Leeuwarden heeft een voorstel van een coffeeshop ingediend. Het voorstel behelst een proef van twee jaar voor een gedoogde cannabisteelt voor eigen gebruik van de coffeeshop. De gemeente Leeuwarden wilt de proef koppelen aan de bestaande gedoogverklaring van de coffeeshop, door aanvullende voorwaarden te stellen aan de gedoogverklaring. De gemeente Drachten/Smallingerland heeft een voorstel ingediend wat in lijn is met het voorstel van de gemeente Leeuwarden. De gemeente Eindhoven heeft het voorstel gedaan om het kweekproces door een professionele gecertificeerde organisatie te laten uitvoeren. Uit bovenstaande plannen van de gemeenten Utrecht, Rotterdam, Tilburg, Leeuwarden, Drachten/Smallingerland en Eindhoven blijkt dat er verschillende manieren zijn om een experiment uit te (willen) voeren. Dit hangt af van de wensen die er in de verschillende gemeenten spelen. De gemeente Utrecht is op dit moment het verst in hun experiment, aangezien zij al een ontheffing op de Opiumwet hebben aangevraagd. 5. Welke ideeën leven er in Haarlem met betrekking tot regulering van cannabisteelt en het achterdeurbeleid? Uit de interviews die gehouden zijn met de eigenaar van coffeeshop Willy Wortel en tevens secretaris van het Team Haarlemse Coffeeshopondernemers, de eigenaar van coffeeshop Maximillian en lid van Team Haarlemse Coffeeshopondernemers, de voorzitter van stichting Drugsbeleid, de oprichter van stichting Mediwiet, de woordvoerder van cannabis consumentenbond We Smoke, de coördinator hennep gerelateerde zaken van de politie, de veiligheidsmanager en medewerker afdeling Veiligheid en Handhavingsregie van de gemeente Haarlem en de coördinator Wijken en Buurten van de Haarlemse woningcorporatie Elan Wonen blijkt dat er interesse is voor regulering van de cannabisteelt. Het concept voorstel dat het Team Haarlemse Coffeeshopondernemers in samenwerking met Mario Lap heeft opgesteld, is een uitgebreid voorstel met daarin ook praktische zaken zoals de verschillende benodigde ruimtes en de belichtingstijd van de cannabisplanten. Wat een zeer groot voordeel van dit concept voorstel is, is dat het voorstel door alle 16 Haarlemse coffeeshopondernemers ondersteund wordt. Ook stichting Drugsbeleid ondersteunt het voorstel van het Team Haarlemse Coffeeshopondernemers. De coördinator hennep gerelateerde zaken van de politie is een voorstander van een experiment met betrekking tot het reguleren van het achterdeurbeleid van coffeeshops. Echter wel zodanig dat het goed controleerbaar en qua handhaving goed uitvoerbaar moet zijn (wat betreft de regelgeving). Een speerpunt van het concept voorstel van het Team Haarlemse Coffeeshopondernemers is om de gehele cannabisproductie volledig transparant te maken. Het voorbehoud van de politieambtenaar wordt dus in het voorstel van het Team Haarlemse Coffeeshopondernemers weggenomen. Ook werden er nog twee andere manieren benoemd. Er werd een plan voorgesteld zoals de tabaksregie tijdens de tweede wereldoorlog. Dit plan komt aardig overeen met het conceptvoorstel van het Team Haarlemse Coffeeshopondernemers. Een andere mogelijkheid is volgens stichting We Smoke een voorstel zoals de gemeente Utrecht heeft gedaan, met het besloten club model.

5


Er zijn dus een aantal mogelijkheden waaruit kan worden gekozen. De uiteindelijke keuze voor een bepaalde methode zal door het college van Burgemeester en Wethouders genomen moeten worden. Hoe zou een experiment ten aanzien van het achterdeurbeleid van coffeeshops er in Haarlem uit kunnen zien? Bij het beantwoorden van de deelvragen hebben we kunnen zien dat er mogelijkheden zijn om een experiment ten aanzien van het reguleren van cannabisteelt te starten. Dit experiment kan op verschillende manieren worden uitgevoerd. 1. Concept voorstel het Team Haarlemse Coffeeshopondernemers. Het is een groot voordeel dat het concept voorstel door alle 16 Haarlemse coffeeshopondernemers ondersteund wordt. Zij hebben tenslotte dagelijks met het achterdeurbeleid van te maken en moeten achter het concept staan. Anders zal het nooit en te nimmer een succes kunnen worden. De coffeeshopondernemer heeft in dit concept invloed op de te produceren soorten cannabis om zo de variatie van een eigen cannabismenu te kunnen garanderen. Hiermee wordt voorkomen dat iedere coffeeshop straks dezelfde soorten cannabis verkoopt. 2. Social Cannabis Club, zoals in de gemeente Utrecht wordt opgestart. Nadeel van dit voorstel is dat het maar een zeer klein gedeelte van de markt behelst. Er zal dus een illegale markt blijven bestaan, met daaraan verbonden de huidige problematiek. 3. Gemeentelijke cannabisteelt, zoals in de gemeente Rotterdam wordt voorgesteld. Dit heeft als nadeel dat de teelt van cannabis geen taak van de gemeente is. Ook ontbreekt het de gemeente aan deskundigheid in het kweken van cannabis. Deze deskundigheid zou in dat geval dus aangetrokken moeten worden. Coffeeshophouders hebben in dit voorstel geen invloed op het product dat ze verkopen. Gevolg kan zijn dat de coffeeshops hetzelfde cannabismenu moeten aanbieden. Hierdoor kunnen zij mogelijk niet voldoen aan de wensen van de cannabis consument, waardoor de consument de cannabis mogelijk elders gaat halen. Straathandel kan hierdoor toenemen.

5


Hieronder ter illustratie een infographic met speerpunten van regulering van de cannabisteelt.

Bron: de transparante keten Belang conclusies De conclusies uit het onderzoek zijn van belang voor de gemeente Haarlem, de Haarlemse coffeeshopondernemers, de energieleveranciers, de politie, het Openbaar Ministerie, het ministerie van Veiligheid en Justitie, het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de cannabis consumenten en omwonenden van illegale cannabiskwekerijen.

5


5.2 Aanbevelingen Naar aanleiding van dit onderzoek en aan de hand van de conclusies zijn een aantal aanbevelingen opgesteld. Werk het concept voorstel van het Team Haarlemse Coffeeshopondernemers nader uit Omdat de Haarlemse coffeeshopondernemers dagelijks met het achterdeurbeleid te maken hebben, is het volgens de onderzoeker van groot belang dat de coffeeshopondernemers achter het plan staan en het experiment willen uitvoeren. Aanbevolen wordt om de cannabisteelt biologisch te doen. Dit levert de beste kwaliteit cannabis op en zorgt ervoor dat er geen giftige stoffen hoeven worden gebruikt. Dit laatste is natuurlijk goed voor de volksgezondheid van de consumenten. Er moet gewerkt worden met een vergunningstelsel voor cannabistelers. Ook moet in het voorstel beschreven worden dat coffeeshops mogen alleen inkopen bij geregistreerde cannabistelers, anders blijft het lucratief om een illegale cannabiskwekerij te hebben. Aanbevolen wordt om de passage over de hobby kweker uit het voorstel te schrappen. In dit voorstel gaat het in eerste instantie om de cannabisteelt ten behoeve van coffeeshops. Benoem een commissie Om het voorstel van het Team Haarlemse Coffeeshopondernemers nader uit te werken is het goed om een commissie in te stellen. Bij het opzetten van het keurmerk voor coffeeshops in Haarlem is er ook gewerkt met een commissie en dit heeft goed gewerkt. Dezelfde commissie zou ook de kweek van cannabis en de voortgang van het experiment kunnen keuren. Leden van deze commissie kunnen zijn: een afvaardiging van de Haarlemse coffeeshopondernemers, medewerker(s) gemeente Haarlem, politie, cannabisconsumentenbond We Smoke, belangenorganisatie Stichting Drugsbeleid, stichting Mediwiet. Ontheffing Opiumwet aanvragen De gemakkelijkste manier om een experiment voor regulering van de cannabisteelt van de grond te krijgen is om een ontheffing op de Opiumwet aan te vragen op wetenschappelijke of volksgezondheidsredenen. Hier dienen goede argumenten voor bedacht te worden. Vorm samen ĂŠĂŠn front Het is verstandig om samen met andere gemeenten, die belangstelling voor gereguleerde cannabisteelt hebben, op te treden. Zo kan er een politieke macht opgebouwd worden. Produceer ook hasj Regulering van de teelt moet voor de hele cannabisketen gedaan worden, zodat er ook Nederlandse hasj geproduceerd kan worden. Anders blijft er een illegale markt bestaan waarbij criminele organisaties een grote rol spelen.

5


5.3 Reflectie Beperkingen van het onderzoek Het was de bedoeling om het onderzoek getrianguleerd uit te voeren: om zowel kwalitatieve als kwantitatieve onderzoeksmethoden te gebruiken. Door het schrappen van de enquêtes zijn er echter geen kwantitatieve onderzoeksmethoden gebruikt. Achteraf gezien had ik de enquêtes beter niet kunnen schrappen. Dan zou ik informatie over de plannen van alle 104 coffeeshop gemeenten hebben in plaats van de 18 gemeenten die gereageerd hebben op de brief van de minister van Veiligheid en Justitie. Door de interviews die gehouden zijn is er de mogelijkheid geweest om diep op het onderwerp in te kunnen gaan en zijn de ideeën die zij hadden naar voren gekomen. Een beperking van het onderzoek is dat de ideeën van de betrokkenen niet alleen gebaseerd is op feiten, maar ook op meningen. De huidige gemeenteraad is op dit moment voorstander van regulering van cannabisteelt, maar dat kan met een vernieuwde raad veranderen. Zo ook de mening van bijvoorbeeld een nieuwe lichting coffeeshophouders. Onafhankelijkheid van het onderzoek Ik ben als onderzoeker onafhankelijk. Voordat het onderzoek startte was ik geen blower of iets dergelijks, net zoals ik dat nu nog steeds niet ben. Mijn mening betreffende coffeeshops is wél veranderd. Vóór het onderzoek was ik nog nooit in een coffeeshop geweest, dus ik wist niet echt wat ik ervan moest verwachten. Mijn mening was een beetje gekleurd door de vaak negatieve berichtgeving in de media, bijvoorbeeld dat er veel overlast door coffeeshops is. Tijdens de interviews die ik in coffeeshops gehouden heb en tijdens controles die ik heb bijgewoond in het kader van het keurmerk voor coffeeshops, bleek dat dit beeld onterecht was. De coffeeshops hadden hun zaakjes goed voor elkaar en de cannabis consumenten rookten rustig hun jointje onder het genot van een kopje koffie of thee, samen met vrienden of een (behendigheid) spel. De consumenten zijn zeer divers, van zakenmensen strak in pak tot studenten. Het bleek dat de coffeeshops een belangrijke ontmoetingsplek is, net zoals de kroeg dat is. Dit speelt verder niet mee in het onderzoek, zodat als dit onderzoek op dezelfde wijze opnieuw uitgevoerd zou worden door een andere onderzoeker, dat onderzoek tot dezelfde resultaten leidt. De aanpak, planning en uitkomst onderzoek Doordat de onderzoeksopzet helaas niet in één keer goedgekeurd was, liep ik daar helaas wat vertraging bij op. Toen de opzet uiteindelijk goedgekeurd was kon ik vol goede moed beginnen aan het echte werk. Zowel het literatuuronderzoek als de interviews werden snel opgepakt. Er was gelukkig veel informatie over het onderwerp te vinden. Samen met Linda Vos werd er besproken wie het beste geïnterviewd konden worden. Deze personen zijn vervolgens benaderd en gelukkig wilden zij allemaal meewerken. De interviewafspraken werden gemaakt en ik heb ondertussen de interviewvragen bedacht. De interviews verliepen allemaal voorspoedig. De geïnterviewden waren zeer prettige personen, met veel knowhow over het onderwerp. Tijdens de opleiding is er veel aandacht geweest voor communicatietechnieken als doorvragen, samenvatten etc., dit kwam tijdens de interviews goed van pas.

5


De onderzoeksresultaten analyseren waarna ze te vormen tot een conclusie, vond ik het lastigste deel van het onderzoek. Dit kostte dan ook wel wat tijd. Uiteindelijk is dit gelukkig toch gelukt. Al met al ben ik tevreden over het resultaat van het onderzoek. De gemeente Haarlem heeft iets in handen waarmee zij verder kunnen. Ook de coffeeshophouders zullen blij zijn met dit rapport.

Bijlagen Bijlage 1 literatuurlijst Literatuur: 

      

Bieleman e.a. 2012 Blom, T. (1998) Drugs in het recht, recht onder druk. Deel 1: Ontwikkeling van de strafrechtelijke handhaving. Gouda Quint Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid. Sofdrugs in Nederland . In: Secondant. Editie 3-4 augustus 2011 Dussen, van der T. e.a. Wetgeving SJD 2012-2013 deel A. De Opiumwet. Sdu uitgevers: Den Haag Staatscourant. Aanwijzing Opiumwet. 2011, nummer 22936 Tractatenblad van het Koninkrijk der Nederlanden. Enkelvoudig Verdrag inzake verdovende middelen. 1963, nummer 81 Tractatenblad van het Koninkrijk der Nederlanden. Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen. 1989, nummer 97 Verhoeven, N. (2010) Wat is Onderzoek? Praktijkboek methoden en technieken voor het hoger beroepsonderwijs. Uitgeverij Boom: Den Haag.

Websites:

   

 

Aboutaleb, A. Wietplan gemeente Rotterdam. http://www.vocnederland.org/persberichten_pdf/Brief_Aboutaleb_wietplan_19042013.pdf Bedrocan B.V. Startpagina Bedrocan. Op http://www.bedrocan.nl/home.html Bekeken op 13-02-2013 Gemeente Haarlem. Kerncijfers bevolking http://www.haarlem.nl/haarlem-a-z/feiten-encijfers/cijfers-stad/bevolking/kerncijfers/ Gemeente Utrecht. Cannabisexperimenten in Utrecht stap verder http://www.utrecht.nl/smartsite.dws?id=12564&persberichtID=391110&type=pers 10 september 2013 Rijksoverheid. Aanbiedingsbrief Ontwerpbesluit houdende wijziging van lijst I, behorende bij de Opiumwet http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/drugs/documenten-enpublicaties/kamerstukken/2013/03/26/aanbiedingsbrief-ontwerpbesluit-houdendewijziging-van-lijst-i-behorende-bij-de-opiumwet.html 26 maart 2013 Rijksoverheid. Wat is het Nederlandse drugsbeleid? http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/drugs/vraag-en-antwoord/wat-is-hetnederlandse-drugsbeleid.html datum onbekend T. Rueb. Illegale wietteelt kost huishoudens 120 miljoen per jaar. NRC Next. Op: http://www.nrcnext.nl/blog/2012/06/26/%E2%80%98illegale-wietteelt-kost-huishoudens120-miljoen-per-jaar%E2%80%99/ Laatst gewijzigd op 26-06-2012

5




Werkgroep de Achterdeur. Aan de achterdeur wordt niet gekocht. http://www.raadtilburg.nl/_admin/_script/ckfinder/userfiles/files/Voorstel%20Plan %20regulering%20wietteelt%20Tilburg.pdf 1 februari 2000

Bijlage 2 logboek Datum

Activiteit

Aantal uren

Opmerkingen

28-11-2012

Sollicitatiebrief + CV schrijven

4

10-12-2012

sollicitatiegesprek

1

10-12-2012

Aanmeldingsformulier naar Bureau Externe Betrekkingen

1

05-02-2013

Startbijeenkomst jaar 4

1,5

05-02-2013

SLB

1

05-02-2013

Hoorcollege onderzoek

2

08-02-2013

Overleg met Linda Vos

1,5

09-02-2013

Inlezen/bronnen zoeken

3

10-02-2013

Bronnen zoeken

3

11-02-2013

Voorbereiden werkcollege

0,5

12-02-2013

Werkcollege

2,5

12-02-2013

Hoorcollege onderzoek

2

19-02-2013

Eerste werkdag gemeente Haarlem

8

Zaken als overeenkomst, toegangspasjes e.d. regelen, kennismaken/voorstellen, inlezen.

21-02-2013

Naar opdrachtgever.

8

Overleg met Brijder, overleg met toetsingscommissie keurmerk coffeeshops, bronnen zoeken.

22-02-2013

Bronnen zoeken/inlezen

6

25-02-2013

Naar opdrachtgever

8

We hebben besproken wanneer ik start met het onderzoek e.d., ik heb informatie en verschillende contacten gekregen zodat ik me verder kan inlezen.

Presentatie voorbereiden

Werken aan onderzoeksopzet

5


25-02-2013

Voorbereiden werkcollege

0,5

26-02-2013

Werkcollege

2,5

26-02-2013

Hoorcollege onderzoek

2

27-02-2013

Naar opdrachtgever

8

28-02-2013

Werken aan onderzoeksopzet

5

07-03-2013

Naar opdrachtgever

8

08-03-2013

Werken aan onderzoeksopzet

3

10-03-2013

Werken aan onderzoeksopzet

7

11-03-2013

Naar opdrachtgever

8

Bespreken onderzoeksopzet met Linda, verder werken aan onderzoeksopzet.

11-03-2013

Voorbereiden werkcollege

0,5

Presentatie voorbereiden

12-03-2013

Werkcollege

2,5

13-03-2013

Naar opdrachtgever

8

Onderzoeksopzet verbeteren

14-03-2013

Naar opdrachtgever

8

Onderzoeksopzet verbeteren, kennismakingsafspraak gemaakt

15-03-2013

Werken aan hoofdstuk 1 onderzoeksrapport

5

17-03-2013

Planning beroepsproduct maken

1

18-03-2013

Werken aan hoofdstuk 2 onderzoeksrapport

4

19-03-2013

Workshop enquĂŞteren

2

21-03-2013

Concept vragenlijst/interviewvragen opstellen

4

22-03-2013

Naar opdrachtgever

8

Werken aan hoofdstuk 2 onderzoeksrapport, interviewvragen opstellen, presentatie productinformatie cannabis bijgewoond.

25-03-2013

Naar opdrachtgever

8

Ambtelijk overleg met circa 15 andere gemeenten bijgewoond inzake het cannabis- en

Presentatie voorbereiden

Werken aan onderzoeksopzet

Werken aan onderzoeksopzet

5


coffeeshopbeleid. Naar opdrachtgever

4

Concept vragenlijst/interviewvragen opstellen

28-03-2013

Naar opdrachtgever

8

Memo voor burgemeester maken, kennismakingsgesprek

04-04-2013

Naar opdrachtgever

8

Gesprek uitwerken

08-04-2013

Naar opdrachtgever

8

Onderzoeksopzet aanpassen

09-04-2013

School

1

Bespreken onderzoeksopzet docent

11-04-2013

Naar opdrachtgever

8

Onderzoeksopzet aanpassen, onderzoeksopzet bespreken met Linda

15-04-2013

Naar opdrachtgever

8

Onderzoeksopzet aanpassen

16-04-2013

Naar opdrachtgever

8

Onderzoeksopzet aanpassen

18-04-2013

Naar opdrachtgever

8

Onderzoeksopzet aanpassen, onderzoeksopzet bespreken met Linda

19-04-2013

Onderzoeksopzet aanpassen en versturen naar Casper en Linda

2

22-04-2013

Naar opdrachtgever

8

Werken aan concept hoofdstuk 1 en 2

23-04-2013

Naar opdrachtgever

8

Werken aan concept hoofdstuk 1 en 2

24-04-2013

Naar opdrachtgever

8

Afspraken interviews maken, werken aan concept hoofdstuk 1 en 2

25-04-2013

Naar opdrachtgever

8

29-04-2013

Naar opdrachtgever

8

Probleemanalyse aanpassen, interview voorbereiden

02-05-2013

Naar opdrachtgever

8

Probleemanalyse aanpassen, interview voorbereiden, interview houden in Tiel,

03-05-2013

Naar opdrachtgever

8

Interview voorbereiden en

5

27-03-2013


interview houden 06-05-2013

Naar opdrachtgever

8

Interview uitwerken

07-05-2013

Naar opdrachtgever

8

Interview uitwerken

08-05-2013

Naar opdrachtgever

8

Werken aan concept hoofdstuk 3

10-05-2013

Werken aan concept hoofdstuk 3

6

13-05-2013

Naar opdrachtgever

8

14-05-2013

Werkcollege

4

15-05-2013

Naar opdrachtgever

8

Werken aan concept hoofdstuk 3

16-05-2013

Naar opdrachtgever

8

Werken aan concept hoofdstuk 3

21-05-2013

Naar opdrachtgever

8

Werken aan concept hoofdstuk 4, vooroverleg keurmerk coffeeshops

22-05-2013

SLB

2

23-05-2013

Naar opdrachtgever

8

Werken aan concept hoofdstuk 4, voorbereiding keuring coffeeshops

24-05-2013

Naar opdrachtgever

8

Werken aan concept hoofdstuk 4

28-05-2013

Naar opdrachtgever

4

Werken aan concept hoofdstuk 4

28-05-2013

Naar school

1

Consult Casper Dirks

29-05-2013

Naar opdrachtgever

8

Keuring coffeeshops

30-05-2013

Naar opdrachtgever

8

Keuring coffeeshops

04-06-2013

Naar opdrachtgever

8

Overleg toetsingscommisie keurmerk coffeeshops, interview We Smoke

06-06-2013

Naar opdrachtgever

8

Interview uitwerken

11-06-2013

Naar opdrachtgever

8

Werken aan concept hoofdstuk 4

12-06-2013

Naar opdrachtgever

8

Werken aan concept hoofdstuk 4

13-06-2013

Naar opdrachtgever

8

Werken aan concept hoofdstuk 4

Afspraken interviews maken, werken aan concept hoofdstuk 3

5


Naar opdrachtgever

8

Interview bevestigd, werken aan definitief hoofdstuk 1

21-06-2013

Naar opdrachtgever

8

Interview voorbereiden, interview houden

24-06-2013

Naar opdrachtgever

8

Interview uitwerken

25-06-2013

Naar opdrachtgever

8

Werken aan definitief hoofdstuk 1

26-06-2013

Naar opdrachtgever

8

Werken aan definitief hoofdstuk 1

27-06-2013

Naar opdrachtgever

8

Werken aan definitief hoofdstuk 1

04-07-2013

Naar opdrachtgever

8

Werken aan definitief hoofdstuk 1

09-07-2013

Naar opdrachtgever

8

Werken aan definitief hoofdstuk 1

17-07-2013

Naar opdrachtgever

8

Werken aan definitief hoofdstuk 1

01-08-2013

Naar opdrachtgever

8

Werken aan definitief hoofdstuk 1

27-08-2013

Naar opdrachtgever

8

Werken aan definitief hoofdstuk 1, bespreken met Rianne, Linda en Carin

24-09-2013

Naar opdrachtgever

8

Nieuwe afspraken gemaakt met Rianne, werken aan hoofdstuk 2

25-09-2013

5

Werken aan hoofdstuk 2

26-09-2013

8

Werken aan hoofdstuk 2

27-09-2013

8

Werken aan hoofdstuk 2, inleveren concept h1 + h2 bij Casper Dirks

30-09-2013

6

Werken aan hoofdstuk 3

4

Werken aan hoofdstuk 3

02-10-2013

8

Werken aan hoofdstuk 3

03-10-2013

8

Werken aan hoofdstuk 3

01-10-2013

Naar opdrachtgever

5

18-06-2013


04-10-2013

5

Werken aan hoofdstuk 3, concept h3 inleveren bij Casper Dirks

07-10-2013

8

Werken aan hoofdstuk 4

Naar opdrachtgever

4

09-10-2013

8

Werken aan hoofdstuk 4

10-10-2013

8

Werken aan hoofdstuk 4

11-10-2013

8

Werken aan hoofdstuk 4

14-10-2013

8

Werken aan hoofdstuk 4

15-10-2013

8

Werken aan hoofdstuk 4

16-10-2013

8

Werken aan hoofdstuk 4

17-10-2013

8

Werken aan hoofdstuk 4

22-10-2013

8

Werken aan hoofdstuk 4

23-10-2013

8

Werken aan hoofdstuk 4

24-10-2013

8

Werken aan hoofdstuk 4

28-10-2013

8

Werken aan hoofdstuk 4

30-10-2013

8

Werken aan hoofdstuk 5

31-10-2013

8

Werken aan hoofdstuk 5

01-11-2013

8

Werken aan hoofdstuk 5, concept hoofdstuk 4 + 5 ingeleverd bij Casper Dirks

06-11-2013

8

Feedback aanpassen, naar opdrachtgever

07-11-2013

8

Feedback aanpassen

11-11-2013

5

Feedback aanpassen

12-11-2013

5

Feedback aanpassen

17-11-2013

8

Feedback aanpassen

18-11-2013

8

Feedback aanpassen

25-11-2013

4

Feedback aanpassen

26-11-2013

4

Feedback aanpassen

5

08-10-2013


28-11-2013

4

Feedback aanpassen

02-12-2013

4

Feedback aanpassen

04-12-2013

8

Feedback aanpassen

10-12-2013

6

Feedback aanpassen

11-12-2013

6

Feedback aanpassen

13-12-2013

4

Laatste aanpassingen, onderzoeksrapport inleveren

Totaal 760 uur

Bijlage 3: lijst Haarlemse coffeeshops Willie Wortel's Sativa Kruisweg 46 2011 LD Haalem Coffeeshop Liberty Rijksstraatweg 198 2022 DH Haarlem Maximillian Gedempte Oude Gracht 123Z 2011 GP Haarlem Take Away Shop Nassaulaan 54 2011 PE Haarlem Willie Wortel's Sinsemilla Houtplein 16a 2012 DH Haarlem

5


Coffeeshop Empire Krocht 8 2011 PT Haarlem Coffeeshop Dreamland Brouwers Plein 44 2013 PH Haarlem Key West Schoterweg 66 2021 Haarlem Theehuis Join Us Smedestraat 25 2011 RE Haarlem Easy Going Barrevoetestraat 23 2011 WN Haarlem Coffeeshop Regine Gedempte Oudegracht 28 2011 GR Haarlem The Lounge Doelstraat 29 2011 XB Haarlem

Coffeeshop Birdy Schoterweg 19 2021 HZ Haarlem High Times Lange Veerstraat 47 2011 DA Haarlem Willie Wortel's Indica Koudenhorn 58 2011 JD Haarlem Sandman Zomervaart 154 2033 DC Haarlem

5


Bijlage 4: brief Opstelten

5


5


5


5


Bijlage 5: Voorstel Team Haarlemse Coffeeshopondernemers Voorwoord.... Op dit moment zijn er zo'n 12 Nederlandse gemeenten die de productie van cannabis voor coffeeshops willen toelaten, waaronder Haarlem. Sommige van deze gemeenten willen de productie van cannabis zelf gaan uitvoeren, zodat de coffeeshops dan hun wiet van de gemeente of een gemeente instelling zouden kunnen inkopen. Ik denk dat dit niet kan en mag, de overheid mag geen drugs produceren of verhandelen, dus als we die kant op blijven kijken kunnen we nog 40 jaar wachten totdat er (n)iets gebeurt. Zelfs al zou dit eventueel worden toegestaan, en de gemeente dus de wiet voor een aantal coffeeshops kweekt, zullen de coffeeshops allemaal de zelfde wiet inkopen en dus verkopen, en dat mag niet de bedoeling zijn. Elke coffeeshops heeft een ander 'cannabis menu' dan zijn naaste collega, op die manier wordt de consument de kans geboden te kunnen kiezen uit het grote assortiment cannabis soorten dat in een stad wordt aangeboden. Met gemeentewiet worden de coffeeshops een soort McCannabis, want ik kan me niet voorstellen dat de gemeente Haarlem b.v. 16 x 8 soorten wiet voor de 16 in de gemeente gevestigde coffeeshops kan of wil gaan kweken. De productie van cannabis en de aanvoer van deze cannabis naar coffeeshops kan volgens het THC beter door derden worden uitgevoerd, maar dan wel met volledige inzage en controle door alle betrokken instanties, in een geheel transparante opzet. De 16 Haarlemse coffeeshops, verenigd in Team Haarlemse Coffeeshopondernemers (THC) zien niets in gemeentewiet, zij komen met een uitgewerkt concept voor de productie van cannabis. In het Haarlemse concept heeft de coffeeshopondernemer invloed op de te produceren soorten cannabis, om zo de variatie van een eigen cannabis menu te kunnen garanderen, en om de gezonde concurrentie met de plaatselijke collega's te kunnen continueren. Dit concept is door het THC aangeboden aan de gemeente Haarlem als hun voorstel om tot een goed systeem te komen waarmee de coffeeshops op een legale en gecontroleerde manier van top kwaliteit cannabis kunnen worden voorzien. Niet alleen de coffeeshophouder en de belasting ontvanger hebben hier baat bij, ook de belangrijkste partij, de cannabis consument, zal baat hebben bij de aanvoer van legale wiet, zij betalen nu teveel voor illegaal geproduceerde cannabis. Het concept is opgesteld door coffeeshophouders in samenwerking met Drugs-expert Mario Lap, vanuit decennia ervaring en praktijk in de coffeeshopcultuur en de cannabis handel. Nol van Schaik. Secretaris vereniging THC. ----Concept cannabis productie voor THC coffeeshops in Haarlem, Nederland. Introductie. Het is inmiddels 40 jaar geleden dat de eerste coffeeshop werd geopend, aan de Weesperzijde te Amsterdam, de Mellow Yellow. Nederlands eerste 'officiĂŤle' cannabis uitgifte punt was gevestigd in een voormalige bakkerij, de oprichters hadden dit pand gekraakt, er een tafelvoetbalspel en wat

5


meubilair in gezet, en begonnen er hash en geĂŻmporteerde wiet te verkopen. Een van de oprichters van de Mellow Yellow was Wernard Bruining, die vervolgens ook Nederlands eerste growshop opende in Amsterdam in 1986, Positronics. De overheid greep de eerste jaren niet in, en dus groeide het aantal coffeeshops gestaag, tot er in 1996 een eind aan die groei kwam, er waren toen zo'n 1450 coffeeshops. Op dit moment zijn er nog 650 coffeeshops in Nederland, de overheid heeft door streng optreden tegen elke overtreding het aantal van 1996 meer dan gehalveerd, maar zelfs na 40 jaar schijnt het onmogelijk te zijn om de productie en aanvoer van cannabis naar coffeeshops uit het strafrecht te halen. Veel coffeeshops zijn gesloten door de illegaliteit van het product dat zij verkopen, o.a. door te ruime aanwezigheid van hun producten (+500 gram). Dat kan een Burgemeester doen besluiten de gedoogbeschikking in te trekken, of om, ten minste, zware sancties op te leggen. Dit concept is dus theoretisch gezien tegen de Opiumwet, maar zonder aanpassingen en/of veranderingen in de Opiumwet zal cannabis productie voor en de bevoorrading van coffeeshops niet gerealiseerd kunnen worden. Uitleg bij het concept. Het concept is gericht op: ZZP'ers als cannabis producenten. Het mogelijk maken van het verantwoord en volledig controleerbaar produceren van cannabis voor gedoogde coffeeshops. De productie zou gedaan kunnen worden door een soort ZZP'ers, die onder strikte contract-voorwaarden een bepaalde hoeveelheid cannabis mogen produceren Deze cannabis wordt met factuur, inclusief de vereiste belasting, aan de coffeeshop geleverd. Op deze manier is de administratie van de coffeeshops compleet, en kan de Belasting Dienst een volledig overzicht in deze administratie geboden worden. Door het ontbreken van inkoop facturen voor de ingekochte cannabis ontstaan er vaak onnodige conflicten tussen coffeeshop ondernemers en de Belasting Inspecteur. Geregistreerde voorraad van cannabis producten. Het verantwoord en controleerbaar opslaan van de geproduceerde cannabis mogelijk maken, tot een bepaalde hoeveelheid, zodat er geen tekort, nog een overschot aan cannabis kan ontstaan. Dit kan in overleg met de kwekers geregeld worden, zij zullen worden gevraagd om altijd iets meer dan hun quotum te produceren. Zodra deze overproductie het gewicht van een volledige oogst heeft bereikt, slaat de betreffende producent een oogst over, en verkoopt zijn overproductie aan de coffeeshop. Op deze manier ontstaat er geen onbeheersbare voorraad cannabis, en de producent leidt geen financiĂŤle schade. Als de geproduceerde cannabis zonder kans op vervolging kan worden opgeslagen is ook de voorraad volledig controleerbaar door de belasting inspecteur. Veel coffeeshops werken zonder voorraad, zij rekenen dagelijks de aangekochte cannabis af bij 1 leverancier, die de cannabis in voorverpakte hoeveelheden aan de coffeeshops levert, zonder factuur, uiteraard.

5


De bescherming van de gezondheid van cannabis consumenten. Door de illegaliteit van de productie van cannabis heeft de coffeeshophouder geen of weinig inzicht in hoe en met welke voeding de cannabis geproduceerd is, de inkoper van een coffeeshop moet op zijn/haar kennis en ervaring afgaan om te kunnen bepalen of de aangeboden handelswaar schoon, droog en rijp is. De laatste jaren was er herhaaldelijk vervuilde, c.q. verzwaarde wiet op de markt, een reden voor inkopers om alle aangeboden wiet grondig te bekijken, besnuffelen en te roken, om zo de kwaliteit en puurheid van de toppen te beoordelen. Het komt dan ook regelmatig voor dat inkopers de aanbieders en hun handel wegzenden, omdat de wiet vervuild of verzwaard is, of nog niet rijp, of omdat er te veel voedingsresten in de toppen zitten. Deze wiet wordt niet vernietigd, maar wordt net zo lang aangeboden tot iemand het koopt, bijvoorbeeld een zwarte markt handelaar. Met een legale, op kwaliteit gecontroleerde aanvoer van cannabis naar coffeeshops kan worden verzekerd dat de cannabis vrij is van pesticiden, schimmels, voeding resten en andere schadelijke toevoegingen die de volksgezondheid kunnen bedreigen. Cannabis met factuur en BTW. Het belastbaar maken van de cannabis productie en het mogelijk maken van controles door de belasting. Als er, zoals in dit concept, in een (1) ruimte de cannabis voor een (1) coffeeshop geproduceerd wordt, kan de verkoop van deze cannabis belast worden, nadat de loonkosten van de producent en de inkoop van materiaal en elektriciteit, etc, zijn betaald. De Belasting Inspecteur krijgt toegang tot de productie ruimte, om bijvoorbeeld de planten te kunnen tellen, en om de administratie van de producenten (ZZP'ers?) in te kunnen zien, etc. Het minimaliseren van criminaliteit aan de Achterdeur. Door het aanlevering systeem van de producenten naar de coffeeshops af te sluiten voor derden, is de achterdeur, voor wat betreft Nederwiet, vrij van criminele invloeden. Het zal voor illegale kwekers onmogelijk zijn hun cannabis bij coffeeshops te slijten. Doordat legale cannabis productie, zelfs met belasting afdracht, goedkoper uit zal vallen dan de huidige (zwarte) markt prijzen, zullen de prijzen in de coffeeshops lager uitvallen dan de zwarte markt prijzen. Dit zou de straathandel effectief buiten spel kunnen zetten in gemeentes met coffeeshops. Met een legale productie van cannabis zou zelfs het produceren van Nederlandse hash mogelijk zijn, mits er genoeg geproduceerd zou mogen worden. Veel van de in coffeeshops aangeboden 'Nederwiet' komt uit andere EU landen, omdat het Hennep Task Force de Nederwietkweker heeft opgejaagd en geĂŻntimideerd, alleen criminelen blijven kweken, en die doen dat nu in het buitenland. Dat bij de import van cannabis grote belangen gepaard gaan met grote criminele bendes, kan de criminaliteit die wordt veroorzaakt door de illegale aanvoer naar coffeeshops, alleen maar gaan toenemen. Als coffeeshops hun cannabis legaal kunnen inkopen worden criminelen buiten spel gezet. Het creĂŤren van werkgelegenheid. Om cannabis voor coffeeshops te mogen produceren zijn producenten nodig, het aantal per coffeeshop benodigde producenten van cannabis is afhankelijk van het aantal kilo's die de coffeeshop verkoopt. De producenten zouden ZZP'ers kunnen zijn, die onder zeer strikte

5


voorwaarden cannabis mogen produceren. Bij het berekenen van het aantal producenten dient men rekening te houden met de eventuele verkoop prijs van de geproduceerde cannabis, en de te voorziene jaaromzet bij een x aantal kilo's productie, zodat een (1) producent een vastgesteld aantal kilo's per jaar zou mogen kweken. Het garanderen van constante kwaliteit cannabis met een vaste prijs. Al ruim 40 jaar wordt er in Nederland gedoogd dat er cannabis verhandeld en geconsumeerd wordt, en al die tijd heeft de coffeeshop ondernemer geen invloed op de kwaliteit en de inkoopprijs van cannabis producten. Door de illegaliteit van de productie van cannabis en de invoer van hash, met alle daaraan verbinden risico's voor de kweker of importeur, stijgen de prijzen continue. Vooral de laatste jaren, sinds het uitschakelen van cannabis kwekers de hoogste prioriteit heeft gekregen, zijn de inkoopprijzen gestegen, samen met het stijgende risico op ontdekking en vervolging van de kwekers. Vervolgens verplicht de Belasting Ontvanger de ondernemers om minimaal 100% opslag toe te passen op de inkoopprijs, de coffeeshop ondernemer mag vervolgens deze hoge prijzen bekend maken aan de consument. De Nederlands cannabis consument is de dupe van deze uitwassen van een incompleet beleid, zij betalen een (te) hoge prijs voor hun cannabis. Volledige transparantie. Het bewerkstelligen van complete transparantie in en om de productie van cannabis, waarin alle betrokken overheden en instanties inzicht kunnen krijgen in deze productie. Door in 1 ruimte alle cannabis voor een coffeeshop te produceren, is het mogelijk om alle instanties die bij het cannabis beleid betrokken zijn, dus niet alleen de Belasting Dienst, inzage te geven in de productie en verwerking van de cannabis producten. Gehalte werkzame bestanddelen op verpakking. Het vaststellen van het percentage actieve bestanddelen van cannabis mogelijk maken, zodat de consument dit op de verpakking kan aflezen. Er is veel te doen over een eventuele limiet op met name het THC percentage van cannabis, maar daarbij wordt absoluut geen rekening gehouden met de consument. De consument wil graag weten of de door hem aan te schaffen cannabis in de coffeeshop , normaal, middel of sterk is, maar niet om bij een bepaalde sterkte van aankoop af te zien. De (beginnende) consument wil weten hoe hij/zij de cannabis kan doseren om het voor hem/haar gewenste effect te bereiken. Sommige, meer ervaren, consumenten, alsmede medische gebruikers, willen op de hoogte zijn van de gehaltes werkzame bestanddelen, zoals THC, maar ook van de CBD en CBN waarden van de cannabis die zij willen aanschaffen. Een THC maximering zal echter contraproductief werken en enkel en alleen als resultaat hebben dat consumenten die sterkere cannabis willen naar de straathandel worden gedreven. Voorts zullen, als cannabis producten met een hoger THC gehalte uit de coffeeshops verdwijnen, omdat ze dan als hard drugs te boek staan en alleen op straat te koop zijn, de coffeeshops snel allemaal failliet gaan.

5


De noodzakelijke maar nu nog niet legaal mogelijke meting van de gehaltes werkzame bestanddelen, zal volgens een gestandaardiseerde methode gedaan moeten worden, want de huidige meetresultaten vertonen niet te verklaren verschillen, b.v. die van BelgiĂŤ en Nederland, zijn verschillend, en geven een groot verschil in THC aan. Vreemd, want als de in BelgiĂŤ geproduceerde cannabis in Nederlandse coffeeshops terecht komt, stijgt het THC percentage aanzienlijk, van gemiddeld 9.7 % (B) naar 15 - 18 % (NL)!! De gevolgen van het invoeren van de Wietpas, die nu nog 'slechts' in het zuiden buitenlanders uitsluit van coffeeshops, zouden in het niet vallen bij de gevolgen van het invoeren van een limiet van 15 % THC op cannabis producten,. Als er geen goede cannabis meer te koop is in coffeeshops, gaan ook alle Nederlandse cannabis consumenten, zo'n miljoen, op straat cannabis kopen, bij de 'alle leeftijden, alle drugs' dealers. Bevorderen van de veiligheid. Het bevorderen van de veiligheid door het kweken voor coffeeshops door derden in woningen oninteressant te maken, minder huisbrandjes en gevaar voor de omgeving. Door de productie van cannabis voor coffeeshops toe te laten kan er op een professionele, manier gekweekt worden, met een installatie en uitrusting dia aan alle gestelde veiligheidseisen voldoet. De elektrische installatie wordt door een erkend installatie bedrijf aangelegd, zodat er geen kans bestaat op overbelasting of kortsluiting, hetgeen regelmatig voor komt in en door illegale kweekopstellingen met illegale elektriciteit aansluitingen. Als coffeeshops geen cannabis van illegale kwekers meer afnemen, wordt het illegaal kweken minder interessant, en zal het aantal 'professionele thuiskwekers' en het aantal daarmee gepaard gaande brandjes navenant afnemen. Concept cannabis productie. Om te kunnen bepalen hoeveel cannabis er per coffeeshop geproduceerd dient te worden is er een zeer betrouwbare bron: De Belasting Dienst. Coffeeshops voeren allemaal administratie, die wordt uiteraard gebruikt om de hoogte van de belasting afdrachten te kunnen bepalen, maar er staat ook precies vermeld hoeveel kilo's cannabis een coffeeshops per jaar heeft verkocht. Het is dus niet moeilijk om te kunnen bepalen hoeveel cannabis er voor een (1) coffeeshop geproduceerd zou moeten worden om de afhankelijkheid van de zwarte markt, illegale kwekers en handelaren volledig uit te sluiten. In dit concept wordt de cannabis voor een (1) coffeeshop geproduceerd in complete cannabis productie ruimte, die is afgestemd en ingericht om de te bevoorraden coffeeshop van voldoende cannabis, en van een behoorlijk aantal soorten, te voorzien. Het aantal kweek ruimtes, in dit geval met 20 kweeklampen, wordt afgestemd op de benodigde productie voor de verbonden coffeeshop, in dit model gaan we uit van 6 kweek ruimtes, en de diverse overige ruimtes die voor de verwerking van de toppen van de plant nodig zijn. Als dit model, na een inloopperiode van een half jaar, benodigd om z.g. Moederplanten te kweken, om stekken van te kunnen snijden, en ook om de voorgroei ruimte bedrijfsklaar te kunnen maken, volledig in werking is, kan er 5 keer per jaar geoogst worden.

5


De entree: Om te voorkomen dat de medewerkers van cannabis kweekruimtes ongewenste elementen, zoals insecten (eitjes) en schimmels mee naar binnen brengen, zijn de medewerkers en eventuele bezoekers verplicht om een overall over hun kleding aan te trekken en hun schoeisel te verwisselen, voor (tijdelijke) slippers of ander schoeisel, dat alleen in de kweekruimte gedragen wordt. De moederplanten & stekken ruimte: Om cannabis van een constante kwaliteit te kunnen leveren is het van belang met dezelfde rassen en genetica te kunnen werken. Hiervoor dienen eerst vanuit een groot aantal zaden de beste vrouwelijke cannabis planten worden geselecteerd, met deze planten gaan we verder als moederplanten van een cannabis variëteit. Van deze moederplanten kunnen dan de stekken worden gesneden om de cannabisplanten voor de productieruimtes op te kweken. De moederplanten krijgen 18-20 uur licht per dag om ze in vegetatieve staat te houden, zodat de planten constant scheuten blijven produceren. Nadat de stekjes 'geoogst' zijn worden ze in een wortelstimulator gedoopt, en vervolgens in een stekken blokje geplaatst. De blokjes met stekjes worden vervolgens op een verwarmde ondergrond geplaatst, en onder LED verlichting 18-20 belicht. Als de stekjes geworteld zijn worden de blokjes in potten of grotere blokken geplaatst, alvorens naar de voorgroei ruimte te worden overgebracht. De voorgroei-ruimte: In de voorgroei ruimte worden de planten onder speciale groei verlichting geplaatst, met 18 -20 uur verlichting per dag, tot ze een bepaalde hoogte hebben bereikt. Deze voorgroei periode, meestal rond de drie weken, hoeft dus niet in de kweekruimtes plaats te vinden, en bespaart dus bij elke oogst drie weken tijd in de kweekruimtes. De hoogte van de planten wordt bepaald aan de hand van de beschikbare hoogte in de kweekruimtes, de planten groeien nog 50-60 % nadat ze in de kweekruimtes zijn geplaatst, waar de belichting periode is teruggebracht naar 12 uur en tot het eind van de cyclus wordt gehandhaafd. N.B.: Het neemt 6 maanden in beslag om de moeder ruimte en de voorgroei ruimte volledig functionerend te krijgen. De afbloei-ruimtes: De planten worden in de kweekruimte in grotere potten of in bakken aarde geplaatst, of in of op een ander kweek medium, zoals kokos. Door het aantal uren belichting te verlagen naar 12 uur per etmaal, gaan de planten in de bloei, de bloeitijd kan variëren van 8 - 12 weken, afhankelijk van de te kweken variëteit. De planten worden vervolgens geoogst, en overgebracht naar de verwerking ruimte. De kweekruimtes zijn allen voorzien van een op het aantal kubieke meters afgesteld ventilatie systeem, om er voor te zorgen dat de ideale temperaturen voor de cannabis kweek worden geregeld en gehandhaafd. Het toedienen van water en plantvoeding wordt volledig geautomatiseerd en via een centraal computersysteem gestuurd. In eerste instantie worden in deze ruimtes ook het groeiproces gedaan, als de voorgroei ruimte in gebruik is kunnen de kweekruimtes gebruikt worden voor het afbloeien van de voorgegroeide planten, zodat er vaker per jaar geoogst kan worden.

5


Met een gemiddelde bloeitijd van 9-10 weken is het mogelijk om 5 oogsten per jaar te produceren. De verwerkings-ruimte: In de verwerking ruimte worden de geoogste planten van de bladeren ontdaan, dat kan handmatig, met de schaar en veel personeel, maar er zijn tegenwoordig ook speciale knipmachines voor cannabis planten. De droogruimte: Nadat de planten geknipt zijn worden de toppen naar de droogruimte overgebracht, om in speciale droogunits, met temperatuur en luchtvochtigheid beheersing, gedroogd te worden. Nadat de toppen gedroogd zijn kunnen deze in speciale zakken worden opgeslagen in de voorraad van de betreffende coffeeshop. De coffeeshop krijgt nu een factuur bij de cannabis, en kan dus beschouwd worden als een 'gewone' ondernemer, zonder de term 'criminogeen' achter het beroep 'coffeeshophouder'. De 'hobby-kweker'. Ook voor de thuiskweker zou iets geregeld kunnen worden, laat deze hobby-kwekers betalen voor een vergunning voor 1 kweeklamp, net als een b.v. een visvergunning. Het zou beperkt kunnen worden tot b.v. 2 kweeklampen per woning, om het elektriciteit netwerk niet te overbelasten. Er zijn tegenwoordig kweek units op de markt met een TNO goedgekeurd blus systeem, deze kasten zouden verplicht kunnen worden gesteld. Als er op een veilige manier gekweekt kan worden zullen brandjes als gevolg van geknoei met het elektriciteit netwerk ook tot het verleden behoren. Op die manier komt er van alle kanten geld in de staatskas, en de kosten voor bestrijding van illegale cannabis kwekers zullen sterk afnemen. Een win-win situatie voor Nederland, en we kunnen onze rol als cannabis pionier-land weer een beetje opvijzelen, we liggen nu jaren achter, op de VS! namens THC. Nol van Schaik. Secretaris Team Haarlemse Coffeeshopsondernemers (THC), Met advies van: Mario Lap. www.drugtext.org

5


Bijlage 6: Gespreksvoorbereidingen en -verslagen Interview Nol van Schaik 21 juni 2013 12.00 uur te Haarlem Inleiding - Voorstellen - Doel interview onderzoek naar het achterdeurbeleid. Onderzoeksvraag = Hoe zou een experiment ten aanzien van het achterdeurbeleid van coffeeshops er in Haarlem uit kunnen zien? - Tijdsduur interview - Bedanken voor het meewerken aan het onderzoek Middenstuk 1. Wat vindt u van de huidige situatie met betrekking tot het achterdeurbeleid? 2. Ziet u (juridische) mogelijkheden om het achterdeurbeleid aan te kunnen passen? 3. Voorstel THC. Iedereen ondersteunt het voorstel? Hoe is dit in z’n werk gegaan? 4. Hoeveel variÍteiten? Hoeveel kwekers per coffeeshop? Het aantal m2? Hoeveel wiet + hasj (het is ook de bedoeling dat dit meegenomen wordt in het plan?) 5. Zijn er reacties op het voorstel gekomen? Ook vanuit de gemeente Haarlem? 6. Is er nog iets wat ik vergeten ben te vragen? Wilt u nog iets toevoegen aan het gesprek? Raymond is van mening dat het plan van THC als uitgangspunt moet worden gehouden. Als aanpassing op dit plan ziet Raymond graag dat er buiten gekweekt wordt in plaats van binnen. Ook staat er nu een gedeelte in over dat je thuis mag kweken, dit zou Raymond ook niet overnemen.

Afronding

5


Uitwerking interview Nol van Schaik 21-06-2013 Met Nol heb ik het plan wat Team Haarlemse Coffeeshopondernemers (THC) heeft opgesteld doorgenomen. Het plan is in overleg met alle 16 Haarlemse coffeeshops tot stand gekomen. Het voorstel heeft als voordeel dat het werkgelegenheid oplevert, wat zeker in deze tijd een groot pluspunt is. Nol geeft aan dat het voorstel is om de teelt geheel biologisch te doen. Dit levert de beste kwaliteit op en zorgt ervoor dat er geen giftige stoffen hoeven worden gebruikt. Dit laatste is natuurlijk goed voor de volksgezondheid van de consumenten. Het aantal kwekers dat de coffeeshophouders denken nodig te hebben hangt af van het aantal soorten dat zij op de menukaart hebben staan. Een coffeeshop die 3 soorten op de menukaart heeft staan heeft minder kwekers nodig dan een coffeeshop die 12 soorten cannabis verkoopt. Hoeveel verschillende soorten cannabis de coffeeshops willen verkopen mogen zij zelf bepalen. Meer soorten op de menukaart maakt het wel moeilijker voor de inkoop, met de maximale handelsvoorraad van 500 gram. Hasj zou ook in de kweekruimten geteeld kunnen worden. Om hasj te kunnen produceren is meer cannabis nodig. Hier moet dus extra cannabis voor worden gekweekt. Wanneer ook de hasj in het experiment wordt meegenomen zal er op papier geen import vanuit het buitenland hoeven plaats te vinden. Op dit moment wordt er veel hasj uit het buitenland geĂŻmporteerd (denk aan landen als Afghanistan en Marokko), dit zal in de toekomst wanneer er een experiment komt minder worden. In het voorstel van THC staat ook kopje voor de thuiskweker, zodat zij een vergunning kunnen krijgen om thuis kweeklampen te mogen hebben. Op de suggestie van de interviewer of dit gedeelte eventueel uit het voorstel geschrapt kan worden, aangezien het voorstel tot een experiment al een beladen onderwerp is en het anders misschien to much wordt, gaf Nol aan dat dit geen probleem is.

5


Interview Raymond Dufour 3 mei 2013 14.30 uur te Haarlem Inleiding - Voorstellen - Doel interview onderzoek naar het achterdeurbeleid. Onderzoeksvraag = Hoe zou een experiment ten aanzien van het achterdeurbeleid van coffeeshops er in Haarlem uit kunnen zien? - Tijdsduur interview - Bedanken voor het meewerken aan het onderzoek Middenstuk 1. Iets over Stichting Drugsbeleid. Hoeveel leden/wie zijn er lid etc.? Zelf ook nog betrokken bij een coffeeshop? 2. Hoeveel personen hebben de petitie getekend om drugs te reguleren? 3. Wat vindt u van de huidige situatie met betrekking tot het achterdeurbeleid? 4. Ziet u (juridische) mogelijkheden om het achterdeurbeleid aan te kunnen passen? 5. Heeft u ideeën hoe het achterdeurbeleid veranderd kan worden? Hoe zien deze ideeën eruit (in een ideale situatie)? 6. Wat vindt u van het plan van THC? Heb je een idee wie ik hierover om meer informatie kan vragen? 7. Heeft u interesse in een experiment/pilot met een legale/gereguleerde wietteelt (voor mediwiet)? 8. Hoe zou dit er volgens u het beste uit kunnen zien? (ook qua logistiek, locatie, kosten etc.) En waarom? Is het plan ‘coffeeshop uit de schaduw’ uit 1998 nog actueel? 9. Is er nog iets wat ik vergeten ben te vragen? Wilt u nog iets toevoegen aan het gesprek? Afronding

5


Uitwerking interview Raymond Dufour 3 mei te Haarlem. Raymond geeft aan dat de drugs- en algehele criminaliteit verminderd door het reguleren van de cannabisteelt. Er zijn volgens Raymond vier mogelijkheden om de cannabisteelt te reguleren: 1: Zoals het Utrechtse clubmodel 2: Zoals het Rotterdams gemeentelijke kwekersmodel 3: plan VOC 4: Haarlemse THC-model - bespreek de voor- en tegens: Utrecht- zeer klein deel vd markt, Rotterdam- te weinig variĂŤteiten en geen gemeentelijke taak en deskundigheid, H- voor toestaan van kweek voor eigen gebruik nog niet de tijd, geen buitenteelt. Bureau Medicinale Cannabis (BMC) kan toezien op de kwekers, wat ze nu ook al doet m.b.t. de medicinale kweek. Raymond is van mening dat het plan van THC als uitgangspunt moet worden gehouden. Als aanpassing op dit plan ziet Raymond graag dat er buiten gekweekt wordt in plaats van binnen. Ook staat er nu een gedeelte in over dat je thuis mag kweken, dit zou Raymond ook niet overnemen. De gemeente Haarlem kan vergunningen uitgeven voor de kwekers. Kan daarin ook eisen opnemen. Raymond stelt dat het Haarlemse plan een soort regio functie moet krijgen, zodat de omliggende gemeenten het er ook mee eens zijn en er samen opgetrokken wordt en er samen een politieke macht opgebouwd wordt. -en met buurgemeenten ( ambtenaren) of zij met Haarlem samen willen reguleren/willen aansluiten, ev. met uitbreiding taak Keurmerkcommissie tot kweek. Voor de toezicht van de teelt geeft Raymond aan dat er net zoals wat nu gebeurd voor de coffeeshops (namelijk een keurmerk), er ook een keurmerk voor de teelt opgezet kan worden. De keuringscommissie van de coffeeshops, zou dan ook de teelt kunnen keuren. Raymond raadt aan om contact op te nemen met Haarlemse woningbouwverenigingen, energiebedrijven, inspectie Volksgezondheid (kwaliteit van de cannabis, wat is het beste) en Brijder, politie (hoeveel mankracht nu aan oprollen kwekers, tzt aan toezicht, hoeveel capaciteit komt er vrij) om te horen wat zij van het huidige beleid en het reguleren van de cannabisteelt vinden. Locaties van de teelt moet je de kwekers zelf laten regelen volgens Raymond. Vragen die Raymond heeft ten aanzien van het Haarlemse plan zijn: hoeveel variĂŤteiten? Hoeveel kwekers? Het aantal m2? Hoeveel wiet + hasj?

5


Interview Wernard Bruining 2 mei 2013 14.00 uur te Tiel Inleiding - Voorstellen - Doel interview onderzoek naar het achterdeurbeleid. - Tijdsduur interview - Bedanken voor het meewerken aan het onderzoek Middenstuk 1. Iets over mediwiet. Verschil tussen hennepzaadolie en wietolie. Waarom is wietolie verboden? (want is medicinaal = uitzondering?) 2. Wat vindt u van de huidige situatie met betrekking tot het achterdeurbeleid? 3. Hoe zag de aanlevering van cannabis eruit ten tijde dat u eigenaar was van de Mellow Yellow? 4. Ziet u (juridische) mogelijkheden om het achterdeurbeleid aan te kunnen passen? 5. Heeft u ideeĂŤn hoe het achterdeurbeleid veranderd kan worden? Hoe zien deze ideeĂŤn eruit (in een ideale situatie)? 6. Heeft u interesse in een experiment/pilot met een legale/gereguleerde wietteelt (voor mediwiet)? 7. Hoe zou dit er volgens u het beste uit kunnen zien? (ook qua logistiek, locatie, kosten etc.) En waarom? 8. Is er nog iets wat ik vergeten ben te vragen? Wilt u nog iets toevoegen aan het gesprek? Afronding

5


Uitwerking interview Wernard Bruining 02-05-2013 te Tiel Wernard geeft aan dat door de repressie de kleinere kwekers afhaken in verband met het risico (huis uitgezet, vervolging, etc.) dat ze lopen. Hierdoor blijven alleen de grote jongens over, die wél bereid zijn om dit risico te lopen. Wernard is van mening dat dat de mensen af moeten van het bepalen wat goed is voor anderen. Dat is zo met geloof, maar ook met genotsmiddelen. Er is op dit moment volgens Wernard geen sprake van een beleid, alleen maar repressie. Dit tekent een gebrek aan respect aan drugsgebruikers. Cannabis verandert de geest, je krijgt er een andere wereldvisie van en het zorgt voor een vrije geest. Onder invloed van cannabis zin er veel dingen verandert, denk aan de mode, 50 jaar terug liep iedereen in een dasje + jasje. Ook mensen als Steve Jobs was een blower. Om de cannabisbeleid te veranderen zijn er volgens Wernard twee zaken noodzakelijk: 1: burgers moeten zelf mogen bepalen welke genotsmiddelen hij gebruikt. Hier moet dus ook in worden voorzien. 2: de prijs van de cannabis bepaalt de criminaliteit. De prijs moet dusdanig laag zijn dat het niet interessant is voor criminelen en illegale teelt van cannabis niet interessant is. Net zoals het brouwen van bier ook niet interessant is. Je kunt een coffeeshop vergelijken met een kroeg. Je komt daar voor een praatje, gezelligheid etc. Een hoge prijs van cannabis stimuleert het aanlengen met tabak, wat weer schadelijk is voor de volksgezondheid. Het gaat er niet om hoeveel THC er in cannabis zit, maar om de consumptie. Als er meer THC in cannabis zit, gebruik je minder cannabis. Als er minder THC in cannabis zit, gebruik je meer cannabis. Wernard pleit voor meer buitenwiet, dit bevat ook een lagere THC concentratie. Wernard stelt een plan voor zoals de tabaksregie tijdens de tweede wereldoorlog. In die tijd kreeg je vergunningen om tabak af te halen. Je hebt een soort coöperatie/instantie die regie voert. De klant van deze instantie is de coffeeshops. Er kan gekozen worden voor twee soorten teelt: - Buitenteelt <- goedkoop, niet te sterk - Kasteelt <- beste teelt, hoogste opbrengst Door het reguleren van de teelt krijg je marktwerking. De coöperatie kan de wiet knippen, verpakken enzovoort. Ook kan de coöperatie zorgdragen voor de hasjproductie. Je kunt doelen stellen dat binnen vijf jaar 95 % van de cannabis verkocht wordt via de coöperatie. Volgens Wernard moet je het niet opleggen of gedwongen gaan, maar aantrekkelijk maken via de coöperatie zodat de coffeeshophouders vanzelf overstag gaan.

5


Interview We Smoke 4-6-2013 Inleiding - Voorstellen - Doel interview onderzoek naar het achterdeurbeleid. Onderzoeksvraag = Hoe zou een experiment ten aanzien van het achterdeurbeleid van coffeeshops er in Haarlem uit kunnen zien? - Tijdsduur interview - Bedanken voor het meewerken aan het onderzoek Middenstuk 7. Wat vindt u van de huidige situatie met betrekking tot het achterdeurbeleid? 8. Welke geluiden ontvangt u van coffeeshophouders over het achterdeurbeleid? 9. Ontvangt u ook van consumenten hier opmerkingen over? Bijvoorbeeld dat zij hun wiet willen testen op sterkte etc.? 10. Heeft u ideeĂŤn hoe het achterdeurbeleid veranderd kan worden? Hoe zien deze ideeĂŤn eruit? 11. Wat vindt u van het plan van THC? 12. Is er nog iets wat ik vergeten ben te vragen? Wilt u nog iets toevoegen aan het gesprek? Afronding

5


Uitwerking interview Dimitri Breeuwer van Stichting We Smoke 04-06-2013 De cirkel van het coffeeshopbeleid is op deze huidige manier niet rond. Er is nu een gedoogstatus voor de voordeur terwijl er voor de achterdeur niets is geregeld. Er moet ook een gedoogstatus voor de achterdeur komen. De gevolgen van het huidige beleid zijn duidelijk zichtbaar, denk aan criminaliteit etc. Dimitri geeft aan dat biologische kweek een must is. Je merkt het namelijk met het roken van cannabis. Er wordt vaak niet voor gekozen in verband dat andere manieren snellere oogst opleveren. Er wordt zo snel mogelijk gekweekt in verband met het risico dat de kwekers lopen. De cannabis wordt bijvoorbeeld niet lang genoeg gedroogd. Hierdoor wordt de kwaliteit van de cannabis minder. De cannabis wordt de laatste jaren meer verzwaard dan in de jaren daarvoor. Vroeger werd de cannabis gekweekt door liefhebbers, die een zo goed mogelijk product wouden bereiden. Tegenwoordig zijn daar veel mensen van afgehaakt (in verband met de risico’s die zij lopen)en blijven de mensen over die vooral zo snel mogelijk veel geld willen verdienen, en bereid zijn daarvoor de risico’s te lopen. Dimitri vindt dat terug moet worden gegaan naar gewone zaden. Daardoor hoeven de kwekers minder gebruik te maken van pesticiden etc. Volgens Dimitri zijn er twee manieren om de achterdeur van coffeeshops te kunnen regelen. Manier 1: Dat is een beetje hetzelfde idee als dat van Wernard Bruining. Iedere coffeeshop kan een aantal kwekers aanstellen, die een kweekvergunning krijgen. De kwekers worden gescreend (denk aan BIBOB etc.). De kwekers kweken meer dan dat coffeeshop bij ze afneemt, Dimitri stelt voor om 50% meer te kweken. De overige 50% gaat naar de coöperatie. Dit overschot kan gebruikt worden in geval van mislukte oogsten. Ook kan bij deze coöperatie een coffeeshop andere soorten kopen van kwekers die aan andere coffeeshops verbonden zijn. Deze manier heeft ook als voordeel dat de coffeeshops veel verschillende soorten cannabis kunnen hebben. Dimitri denkt dat manier het meest haalbaar is. Op deze manier hebben ondernemers de meeste invloed op de producten die zij verkopen. Manier 2: Dat is het idee wat overeenkomt met het voorstel dat de gemeente Utrecht heeft ingediend. Deze manier gaat via de cannabisconsumenten. Iedere consument schaft vier cannabisplanten aan. Twee daarvan houdt hij/zij thuis, twee plantjes worden door een overkoepelende organisatie gekweekt. De consument kan de cannabis die van zijn eigen planten komt voor eigen gebruik roken of verkopen aan de overkoepelende organisatie.

Er moet een goed argument worden bedacht waarom een experiment toegestaan moet worden. Het moet een wetenschappelijk onderzoek zijn. Argument kan zijn dat door cannabis te testen je een beter beeld krijgt en het goed is voor de volksgezondheid.

5


Opium ontheffing: wat heb je daar voor nodig? Je maakt daar volgens Dimitri de meeste kans mee op medische gronden. UITZOEKEN Accesinterdite.nl/com Nicole Maalste. Zij heeft een plan met betrekking tot het achterdeurbeleid. Contact met haar opnemen. Dimitri geeft tot slot aan dat de cannabisconsumenten het jammer vinden dat de kwaliteit van de cannabis soms schommelt en dat er bij een aantal coffeeshops weinig soorten cannabis op de menukaart staan. Dit laatste heeft er mee te maken dat de coffeeshophouders rekening moeten houden met de maximale handelsvoorraad van 500 gram, dus anders mogen zij maar van alles een klein beetje inkopen en alles goed bijhouden.

5


Gespreksvoorbereiding Elan Wonen Inleiding - Voorstellen - Doel interview onderzoek naar het achterdeurbeleid. Onderzoeksvraag = Hoe zou een experiment ten aanzien van het achterdeurbeleid van coffeeshops er in Haarlem uit kunnen zien? - Tijdsduur interview - Bedanken voor het meewerken aan het onderzoek Middenstuk 1. Hoeveel woningen verhuurt Elan Wonen in de gemeente Haarlem? 2. Hoeveel wietkwekerijen zijn er de afgelopen jaren ontdekt in de huurwoningen die Elan Wonen verhuurt? 3. Wat voor maatregelen neemt Elan Wonen tegen huurders die wiet kweken? 4. Heeft Elan Wonen kosten aan wietkwekerijen in huurwoningen? Zo ja, hoeveel bedraagt dit gemiddeld en zijn deze kosten te verhalen op de huurders? 5. Wat vindt u van de huidige situatie met betrekking tot het achterdeurbeleid van coffeeshops? (cannabis mag wel worden verkocht door de coffeeshops, maar de cannabis mag niet worden gekweekt. Er moet dus een illegale handeling worden verricht om aan de cannabis te komen.) 6. Denkt u dat het reguleren van het achterdeurbeleid van coffeeshops van positieve invloed is op Elan Wonen? Zo ja, op welke manier? 7. Is er nog iets wat ik vergeten ben te vragen? Wilt u nog iets toevoegen aan het gesprek? Afronding

5


Uitwerking interview Elan Wonen 1: Hoeveel woningen verhuurt Elan Wonen in de gemeente Haarlem? In de gemeente Haarlem verhuren wij ongeveer 5.500 woningen in Haarlem (en ca. 1.500 in Heemstede) 2: Hoeveel wietkwekerijen zijn er de afgelopen jaren ontdekt in de huurwoningen die Elan Wonen verhuurt? Wij hebben dit niet precies bijgehouden, maar dat zullen er niet veel meer dan 10 zijn geweest in de afgelopen jaren. 3: Wat voor maatregelen neemt Elan Wonen tegen huurders die wiet kweken? Voor ons valt een wietkwekerij onder de noemer onrechtmatige bewoning. De huurder krijgt een brief met het verzoek de huur op te zeggen. Doet hij/zij dit niet dan starten wij een procedure. (Uiteraard kijken we daarbij wel naar de ernst van de zaak: hoeveel planten, hoeveel overlast, is er stroom afgetapt, is de woning beschadigd?). In sommige gevallen geven we alleen een waarschuwing. 4: Heeft Elan Wonen kosten aan wietkwekerijen in huurwoningen? Zo ja, hoeveel bedraagt dit gemiddeld en zijn deze kosten te verhalen op de huurders? Meestal hebben we hier wel kosten aan, vaak is er sprake van schade aan de woning of huurderving omdat we de woning niet direct kunnen doorverhuren. Ik heb geen idee wat de kosten gemiddeld zijn. Als er kosten zijn proberen we die uiteraard te verhalen op de huurder, dit betreft met name schade. Huurderving en kosten van personeelsinzet verhalen we niet op de bewoner. 5: Wat vindt u van de huidige situatie met betrekking tot het achterdeurbeleid van coffeeshops? (cannabis mag wel worden verkocht door de coffeeshops, maar de cannabis mag niet worden gekweekt. Er moet dus een illegale handeling worden verricht om aan de cannabis te komen.) Daar geeft Elan Wonen geen mening over. 6: Denkt u dat het reguleren van het achterdeurbeleid van coffeeshops van positieve invloed is op Elan Wonen? Zo ja, op welke manier? Je geeft in je inleiding op het gesprek zelf al aan dat er mogelijk minder illegale wietkwekerijen in woningen worden opgezet. Als het geen financieel voordeel meer oplevert voor de kweker, zal de thuisteelt in elkaar storten. Dat zou uiteraard mooi zijn. Zolang we er geen zicht op hebben waar de wiet die bij de achterdeur wordt aangeboden, vandaan komt, kun je niet zeggen of het invloed heeft op Elan Wonen. Ik verwacht het wel, maar heb te weinig inzicht in de omvang van het probleem.

5


Gespreksvoorbereiding politie Inleiding - Voorstellen - Doel interview onderzoek naar het achterdeurbeleid. Onderzoeksvraag = Hoe zou een experiment ten aanzien van het achterdeurbeleid van coffeeshops er in Haarlem uit kunnen zien? - Tijdsduur interview - Bedanken voor het meewerken aan het onderzoek Middenstuk 1. Is er veel overlast met betrekking tot coffeeshops in Haarlem? 2. Is er veel overlast met betrekking tot wietplantages in Haarlem? 3. Hoeveel illegale wietplantages zijn er de afgelopen jaren in Haarlem opgerold? 4. Hoeveel mankracht/tijd/geld is de politie jaarlijks kwijt met betrekking tot het tegengaan van wietplantages in Haarlem? 5. Wat vindt u van het huidige achterdeurbeleid van coffeeshops? (cannabis mag wel worden verkocht door de coffeeshops, maar de cannabis mag niet worden gekweekt. Er moet dus een illegale handeling verricht worden om aan de cannabis te komen.) 6. Bent u voorstander van een experiment/pilot met betrekking tot het achterdeurbeleid van coffeeshops? (reguleren) 7. Hoe zou een mogelijk experiment er volgens u het beste uit kunnen zien? 8. Is er nog iets wat ik vergeten ben te vragen? Wilt u nog iets toevoegen aan het gesprek? Afronding

5


Uitwerking interview politie 1. Is er veel overlast met betrekking tot coffeeshops in Haarlem? Nee aangezien er regelmatig gecontroleerd wordt houden de coffeeshopeigenaren alles goed in de gaten ook buiten de coffeeshop. Zij weten dat als er overlast wordt geconstateerd er bestuurlijke maatregelen zullen volgen. 2.

Is er veel overlast met betrekking tot wietplantages in Haarlem?

Per saldo geeft elke wietplantage overlast in de vorm van veiligheidsproblemen en heel vaak ook stank. In Haarlem is de overlast conform de grootte van een grote stad, maar niet opvallend hoog. Er zijn de gevallen van wateroverlast e.d.. Aangezien wij regelmatig rooidagen organiseren blijven dit soort meldingen wel beperkt. 3.

Hoeveel illegale wietplantages zijn er de afgelopen jaren in Haarlem opgerold? Vanaf 1 januari 2010 zijn er in Haarlem ca 189 kwekerijen opgerold.

4. Hoeveel mankracht/tijd/geld is de politie jaarlijks kwijt met betrekking tot het tegengaan van wietplantages in Haarlem? Dat is een beetje lastig aan te geven. Zeker met de nieuwe manier van hennepontruimingen die volledig door de dienst domeinen worden betaald. Maar toen wij het als politie zelf moesten betalen waren we voor de hele regio ongeveer 2 ton per jaar aan onkosten kwijt. Dit is buiten de kosten van de manuren die de politie kwijt was/is aan de ontruimingen. 5. Wat vindt u van het huidige achterdeurbeleid van coffeeshops? (cannabis mag wel worden verkocht door de coffeeshops, maar de cannabis mag niet worden gekweekt. Er moet dus een illegale handeling verricht worden om aan de cannabis te komen.) Ja dat is de altijd weer terugkerende vraag. Ik vind de politieke keuze hiervoor, met de gedachte van de jaren 80 toen dit beleid werd ingevoerd, best wel verdedigbaar. Echter met het verstrijken van de jaren en ook de verandering van het cannabisgebruik zou dit beleid steeds aangepast moeten worden en dat is niet gebeurd. De sterkte van de cannabis is in de loop der jaren flink gestegen en ook de criminalisering van cannabis heeft een flinke hoogte genomen. Daar is door de politiek niet op gereageerd waardoor we nu met een spagaatbeleid zitten dat een eigenaar wel mag verkopen in zijn shop maar geen wiet maag heenbrengen. Dit vergt wel wat flexibiliteit en inlevingsvermogen van een controlerende instantie. 6. Bent u voorstander van een experiment/pilot met betrekking tot het achterdeurbeleid van coffeeshops? (reguleren) Jazeker, maar wel zodanig dat het goed controleerbaar en qua handhaving goed uitvoerbaar moet zijn (wat betreft de regelgeving)

5


7.

Hoe zou een mogelijk experiment er volgens u het beste uit kunnen zien?

Wat zou kunnen is dat (bijvoorbeeld) de gemeente inventariseert hoeveel cannabis er nodig is om de vergunde coffeeshops te bevoorraden. Vervolgens de hoeveelheid weed laten kweken in een controleerbare omgeving en door betrouwbare mensen. De coffeeshops kunnen dan hun weed hier afnemen tegen de geldende prijzen en het betalen van de benodigde belastingen. Dit is een redelijk utopische wens maar zou volgens mij met de goede voornemens best uitvoerbaar kunnen zijn.

5


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.