
2 minute read
Voortgang Wet
Toekomst Pensioenen
Nederland vernieuwt het pensioenstelsel. Het wetgevingsproces voor de Wet Toekomst Pensioenen loopt nog. De aangepaste regels voor het vernieuwde pensioenstelsel gaan waarschijnlijk in vanaf 1 juli 2023.
Advertisement
De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel op 22 december 2022 na hoofdelijke stemming aangenomen.
Op 17 januari 2023 vond voor de Eerste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) een technische briefing plaats. Tijdens deze briefing is er ingegaan op de onderwerpen Contract en Nabestaandenpensioen. Op 31 januari 2023 vond een tweede technische briefing plaats waar de volgende onderwerpen aan de orde waren: Waarborgen voor een evenwichtige transitie, Juridische houdbaarheid en rechtsbescherming, Werken zonder pensioenopbouw en Implementatie, monitoring en evaluatie.
Op 14 februari 2023 vond een eerste deskundigenbijeenkomst over het wetsvoorstel plaats. De thema’s uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid en implementatie kwamen daarbij aan bod.
Op 21 februari 2023 vindt een tweede deskundigenbijeenkomst over de thema’s rechtmatigheid en effecten van de wet plaats.
Het voorbereidend onderzoek door de commissie vindt plaats op 7 maart 2023.
Aanpassingen op het eerste voorstel
De Wet Toekomst Pensioenen wijzigt het Nederlandse pensioenstelsel ingrijpend.
Inmiddels zijn er een aantal aanpassingen op het eerste voorstel gedaan.
De pensioencontracten
Werkgevers moeten voortaan kiezen voor een premieregeling in drie varianten:
• de solidaire premieregeling (was ‘het nieuwe contract’);
• de flexibele premieregeling (was ‘de verbeterde premieregeling’);
• Pensioenverzekeraars mogen daarnaast een premie-uitkeringsovereenkomst uitvoeren. Bij dit contract kunnen deelnemers vanaf 15 jaar vóór hun pensioendatum met (een deel van) hun pensioenvermogen een vaste (verzekerde) uitkering vanaf de pensioendatum inkopen.
Een kapitaalovereenkomst is in het nieuwe stelsel niet langer mogelijk.
De uitkeringsovereenkomst vervalt, de doorsneesystematiek voor pensioenpremies wordt afgeschaft en pensioenpremies worden leeftijdsonafhankelijk. Het achterliggende idee is dat er zo een beter perspectief op koopkrachtig pensioen ontstaat. Pensioen wordt transparanter en persoonlijker, en het nieuwe pensioenstelsel zal beter aansluiten bij de huidige (flexibelere) arbeidsmarkt, aldus de wetgever.
De risicodelingsreserve
Binnen de flexibele premieregelingen moeten verplicht gestelde bedrijfstakpensioenfondsen een risicodelingsreserve voeren. De risicodelingsreserve is een afgescheiden vermogen en maakt geen onderdeel uit van het totale pensioenvermogen. De risicodelingsreserve kan als een soort buffer fungeren. Door het inrichten van de risicodelingsreserve kunnen financiële schokken worden opgevangen en sommige risico’s tussen generaties collectief gedeeld.
Voor een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds is een risicodelingsreserve verplicht. Voor alle andere pensioenuitvoerders is de risicodelingsreserve een optioneel element en is de keuze aan sociale partners.
Het pensioen-transitieplan
Het wijzigingstraject gaat gepaard met een uitgebreid informatie-, berekenings- en instemmingstraject. Het pensioen-transitieplan is gedurende het wijzigingstraject een praktische richtlijn en voor bijna alle werkgevers verplicht. Compensatie-afspraken zijn een verplicht onderdeel van het transitieplan, ook als deze er niet zijn.
De partner definitie
De definitie van partner is aangepast voor ongehuwd samenwonenden, waarbij pensioenuitvoerders de mogelijkheid wordt geboden om een partnerverklaring te gebruiken. In de Wet Toekomst Pensioenen wordt beoogd één definitie van het begrip partner vast te leggen. Een vereenvoudiging die prettig is voor de praktijk. Wat wordt het nieuwe partnerbegrip per 1 juli 2023?
In de Wet Toekomst Pensioenen komt er één uniform wettelijk partnerdefinitie die zal gaan gelden voor alle partnerpensioenen. Er kunnen géén aanvullende of afwijkende voorwaarden meer worden gesteld. Wel blijft het aanbieden van partnerpensioen een beslissing van sociale partners.
Wie zijn partner voor het partnerpensioen?
• Echtgenoten
• Geregistreerde partners
• Samenwonende partners met een notarieel samenlevingsovereenkomst
• Samenwonende personen die minimaal 6 maanden op hetzelfde adres wonen en een duurzame huishouding voeren. Een duurzame huishouding kan zich uiten in het delen van de kosten van de boodschappen, kosten van de gezamenlijke woning en/of het hebben van een gezamenlijk kind. Een ouder-kind of grootouder-kind relatie valt niet onder het begrip ‘partner’.
De partnerverklaring
In de wet is toegevoegd dat wanneer ongehuwd samenwonenden niet meer op hetzelfde adres wonen omdat één van de partners vanwege ouderdom of ziekte wordt opgenomen in een verpleeg- of verzorgingshuis, de personen nog wel kunnen voldoen aan het partnerbegrip en zodoende in aanmerking kunnen komen voor partnerpensioen.




