Ten Mandere nr. 19 - 1967 nr. 3

Page 22

De tekst is : "DV . CLOITRE . DES . Sr . GRISES . A . HISGHEM"). Ook de biechtvaders waren gewoonlijk franssprekenden. We vinden wel rond 1668 dat er twee recoletten waren te Izegem een vlaming en een waal. Wij hebben reeds gezien dat voor de stichting van Roeselare de gezondenen vier vlaamse zusters waren. Ze vertrokken als ongewenst. De doorslaggevende reden van hun vertrek was zonder twijfel hun vlaamse afkomst. Tal van moeilijkheden tussen oversten en kloosterlingen zijn slechts uit te leggen door het feit dat er twee taalgemeenschappen waren waarvan de machtigste de franse was. Sommige vlaamse zusters deden hun uiterste best om een beetje frans t~ spreken en waren daarop ook fier. Anderen mokten en voelden zich tekort gedaan. Deze laatsten eisten dan ook dezelfde rechten als hun franse medezusters. Als men de register s doorbladert i s het treffend hoe de vlaamse zuster s er koppig aan houden om in het vlaams te tekenen : Suster Louyse vander Beke of Suster Anne de Fau. Het is zoveel te treffender als men- weet dat alle dokumenten in het frans ge steld waren. Wij mogen nu echter de zaak niet voorstellen als eentaalkwestie. In de grond was de oorzaak 'van de koriflikten een moeilijk te verklaren antipathie tus sen de twee ras sen. Wij zien bij voorbeeld hoe zuster Vrambout een lijvig receptenboek op stelt in de franse taal, waar ze toch bekend gebleven is als leidster van de vlaamse oppositie rond het einde van het regiem van moeder Franco. Het is inderdaad rond deze tijd dat de moeilijkheden hun hoogtepunt bereikten en indien het waar is dat nog wel andere faktoren meespeelden is het evenwel zeker dat de vlaamse kwe stie de gemeenschap grondig verdeelde. Na de dood van zuster Marie des Anges de la Planque (29 november 1743) telde het Izegemse klooster ' 15 zusters, slechts twee waren van vlaamse afkomst : Marie Louise Reynaert uit Moorseleen Marie Joseph Verhelle uit Brugge (Dokument van 1743 in A. S. G. 1. I). Op 17 augustus vaardigde de burgerlijke macht een dekreet uit, verbiedende nog vreemde novicen te aanvaarden. Als gevolg daarvan werd het onmogelijk nog zusters te aanvaarden uit frans -vlaanderen. Men moe st dus wel vlaamse novicen rekruteren of helemaal geen meer. Moeder Franco wilde het laatste doen en getuigde dat er voldoende zusters waren en er dus geen nieuwe moe sten aanvaard worden. Maar de kloosterzusters begonnen oud te worden. De twee jongsten : Zuster Libert' en รง:laire Cecile waren reeds 25 jaar in het klooster. Ook de dood begon de rangen te dunnen. Men moe st zich dan ook schikken in het onvermijdelijke en vlaamse novicen aanvaarden om het voortbe staan van het klooster te bestendigen. Deze beslissing werd getroffen toen zuster Vrambout, afkomstig uit Poperinge haar intrede deed. In 1756 kwam nog een vlaamse zuster. In 1757 en in 1761 vinden wij er telkens opnieuw twee. Dan worden er geen meer genoemd tot in 1768 (A. S. G. 1. IX blz. 424). Ondertussen deed de dood haar werk. Van de 13 waalse zusters in 1743 blijven er slechts 5 in 1768. Op slag waren de 5 vlaamse zusters (de zusters Reynaert en Verhelle waren overleden en zuster Missiaen was mentaal niet in orde) even talrijk als hun franse medezusters. Aldus gingen de zaken naar een kritiek moment.

22


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.