Reineringen 7/1 (2016)

Page 6

Abraham Hans, een Kontichse reus (deel 6 – slot)

I

n de vijf voorgaande bijdragen hebben we gepoogd om het leven te schetsen van Abraham Hans. We volgden zijn lange tocht vanuit het protestantse Horebeke over Roeselare naar Antwerpen en Kontich. En we konden vaststellen dat Abraham een absolute duizendpoot is geweest die heel wat heeft betekend voor het Vlaamse culturele leven. We kunnen ons hierbij de vraag stellen of er ooit een Nederlander is geweest die Vlaamser was dan Abraham Hans. Zijn bijdrage aan de “volksverheffing” kan nauwelijks worden overschat. En toch blijkt na al die jaren zijn naam enkel nog met mondjesmaat te zijn bekend. Hij schreef geen grote literaire werken die tot het collectieve geheugen van de Vlaamse literatuurcanon behoren. En hij was een protestant die heel zijn leven heeft moeten vechten tegen de alomtegenwoordige katholieke kerk die hem brandmerkte als een ketter van het zuiverste water die moest worden doodgezwegen, omdat hij de Vlaamse jeugd in het verderf zou storten. En toch zal hopelijk uit die vorige bijdragen blijken dat het belang van Abraham Hans als volksschrijver en als “opvoeder” van het Vlaamse volk echt groot is. En dat het tijd wordt om aan deze unieke man terug de plaats te bezorgen die hij verdient in het sociale en literaire leven van de eerste helft van de vorige eeuw. Misschien komt dit nog het best tot uiting in een anoniem en pretentieloos gedicht (Groei II (1934), 2, 64) uit 1934 toen Abraham Hans werd gevierd omwille van het verschijnen van het 500e nummer van de Kinderbibliotheek: Een groet aan A. Hans Zonder uw romans, Waarde Heer Hans, Lazen de Vlamingen niets, Of Fransch! Voor wie liever brood eet dan koeken zijn uwe boeken de geschikte spijs. Zoolang de Vlaming primair is, hebben we u nodig man. Vast en zeker schrijft ge daarna een Van-Nu-en-Straks-roman. In deze slotbijdrage willen we de aandacht vestigen op misschien wel zijn grootste verwezenlijking: de Hanskes.

De kinderbibliotheek

en 7.1

6

ng

eri

in Re

Hoe komt iemand op een idee om een kinderbibliotheek te starten? Wel bij Abraham Hans was dat het gevolg van een diepe overtuiging. Hij wilde de jeugd laten lezen, hen leren lezen. Hoezo, leren lezen? Dat had Conscience toch al klaar gespeeld? Wel het antwoord hierop is iets genuanceerder dan dat. Ook Conscience vertelde volksverhalen, maar hij goot ze in de literaire vorm van die tijd. Wat leidde tot romantische romans zoals De leeuw van Vlaanderen. Maar die boeken waren wel voor volwassenen bestemd en je kan hierbij de vraag stellen of hij hen leerde lezen dan wel dat hij hen liet lezen. En of die lectuur de mensen aanzette tot verdere lectuur. Niet dat we hier de verdiensten van Hendrik Conscience willen minimaliseren, want ook hij wilde opvoeden en leren. Maar bij hem speelden ook Vlaams-nationalistische gevoelens mee. Abraham Hans was veel meer een man van en voor het volk. En hij kende de noden van de Vlaamse bevolking zeer goed. Als onderwijzer had hij uitstekend aangevoeld dat er absoluut niet genoeg goede en goedkope jeugdliteratuur voorhanden was. En in zijn journalistieke carrière voelde hij als geen ander aan waar het volk nood aan had. Hij zag dat de kansen van de jeugd om te lezen zeer beperkt waren, meestal omwille van de harde levensomstandigheden en het gebrek aan (voldoende) scholing. En op die manier komen we weer terecht bij de oprechte en diepe sociale bekommernis van Abraham Hans. Hij wilde absoluut het Vlaamse volk met zijn eigen identiteit leren kennismaken. Volksverheffing was voor hem geen vies woord, maar juist een uitdaging. En ondanks het feit dat vrienden hem zijn plannen uit het hoofd wilden praten, begon hij in 1923 toch aan zijn plannen. Hij stichtte de Kinderbibliotheek. In eerste instantie gaf hij de boekjes samen met zijn broer uit, maar al heel snel stapte hij over op zijn eigen uitgeverij Hans- Van der Meulen, Contich. En wekelijks verscheen er een boekje van 32 bladzijden voor een halve frank. Het formaat was nog wat kleiner dan een huidig A5’je. Voor de meesten onder ons zou dit een heuse voltijdse job zijn, voor onze Hans was dit niet meer dan een tussendoortje. Maar dan elke week opnieuw, jaar in, jaar uit. De mythe wil dat het schrijven van een dergelijk verhaal ongeveer overeen kwam met het roken van een (weliswaar waarschijnlijk dikke) sigaar. Sigaar op, verhaaltje af. Ga er maar eens aan staan. Niet een keer, maar telkens weer. Want vergeet hierbij niet dat hij zijn vaste journalistieke en zeer tijdrovende job met volle overgave bleef uitvoeren. Zijn inspiratie haalde hij uit de wereld rondom hem. Van kleins af aan interesseerden hem de medemens en zijn omgeving. Hij was een uitstekend observator en gebruikte dat materiaal in zijn boekjes. Hij schreef niet enkel de verhaaltjes, hij beschreef meteen het (Vlaamse) volksleven van de eerste naoorlogse helft van de twintigste eeuw. Hij gebruikt sagenmateriaal, toeristisch materiaal, toevallige ontmoetingen, zijn reizen. En hij praat vooral met de mensen. Tijdschrift van de Koninklijke Kring voor Heemkunde Kontich


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.