Guidestar 02-2013

Page 37

voor in de buurt van sterren met een hoge eigenbeweging. De sterren zijn niet alleen op zich belangrijk, maar ook door hun nabijheid. De originele lijst bevatte 12 sterren en 17 kandidaten. Sterren uit de catalogus worden aangeduid door hun VB-nummer, die hij toekende volgens hun ontdekking. Uit erkentelijkheid voor zijn werk hebben sterrenkundigen de meest nabije ster uit de catalogus naar hem de Ster van Van Biesbroeck genoemd. Hij is ontdekt in 1944. Het draagt in zijn catalogus het nummer VB 10. Afhankelijk van de catalogus waarin de ster is opgenomen, heeft die een andere aanduiding. Volgens SIMBAD heeft de ster minstens 24 aanduidingen en enkele courante aanduidingen zijn V1298 Aql (als variabele ster), Wolf 1055B, LDS 6334B, GJ 752B (Gliese 752B), Ross 652 B, LHS 474, BD+04°4048 B en CSV 102917. De Ster van Van Biesbroeck (of Van Biesbroucks Ster) is te vinden in het sterrenbeeld Adelaar. Het is een zeer kleine, zwakke rode dwerg. Zowel de hoofdster als de begeleider zijn vlamsterren.

verwezenlijkingen in de sterrenkunde. De American Astronomical Society nam de verantwoordelijkheid ervoor op in 1997, het werd daarvoor sinds 1979 uitgereikt door de Van Biesbroeck Award, Inc. Hij heeft zelf 27 jaar na zijn pensioen voortgewerkt. Bij de bekendste winnaars vinden we Dorrit E. Hoffleit (1988, van de Yale Bright Star Catalogue), Brian G. Marsden (1989, van het Central Bureau for Astronomical Telegrams en het Minor Planet Center), Janet A. Mattei (1993, AAVSO), Victor Blanco (2002, van de gelijknamige telescoop), George V. Coyne (2009, Amerikaans jezuïet en sterrenkundige) en Virginia Trimble (2010, structuur en evolutie van sterren en sterrenstelsels en de geschiedenis van de sterrenkunde). Ook een berg bij de McDonald Observatory in Fort Davis in de Amerikaanse staat Texas draagt zijn naam.

Op het moment van ontdekking was VB 10 de minst lichtkrachtige ster die bekend was en dat bleef jaren zo. De absolute helderheid bedraagt magnitude 18,9 en dat is dicht bij de schijnbare helderheid van magnitude 18,0 (magnitude, zie Guidestar februari 2010).

De lichtkracht is 0,00014 maal die van de Zon. Hij heeft een eigenbeweging van meer dan een boogseconde per jaar. De hoge eigenbeweging van de hoofdster is opgemerkt in 1919 door Max Wolf en werd later herontdekt door Frank E. Ross (1927). VB 10 is van spectraaltype M8.0Ve. Enkele bronnen spreken elkaar tegen, maar volgens de RECONS-lijst van meest nabije sterren is VB 10, op een afstand van 19,078 lichtjaar, de meest nabije ster uit zijn catalogus. De gevonden waarden voor de afstand liggen tussen 18,7 en 19,2 lichtjaar. De leeftijd van de ster is ongeveer een miljard jaar. Er werd eind mei 2009 door Steven Pravdo en Stuart Shaklan geclaimed dat rond de ster een extrasolaire planeet zou draaien, maar dat werd in 2010 door een team rond Jacob L. Bean definitief ontkracht. De sterren hebben samen een massa van 0,55 maal die van de Zon. De massa van VB 10 is ongeveer 7,79% van de zonsmassa en de diameter is ongeveer 10,2% van de zonsdiameter (dus ongeveer even groot als Jupiter). De twee sterren staan ongeveer 434 astronomische eenheden van elkaar. De ster is met zijn lage massa nauwelijks een ster en bijna een bruine dwerg. Het was bij de ontdekking de laagst bekende massa voor een ster.

Prijzen, eerbewijzen en naamdragers

De eerder genoemde Ster van Van Biesbroeck en de drie kometen.

Hij kreeg de planetoïde 1781 Van Biesbroeck naar hem genoemd in 1973, op vraag van de IAU. Een kleine krater op de rand van de maankrater Krieger draagt zijn naam, het ligt in Oceanus Procellarum. De krater met een diameter van 9,08 km was tot 1976 bekend als Krieger B. De George Van Biesbroeck Prize eert een individu voor jarenlange (onbaatzuchtige)

Foto - Sinds 1979 werd door zijn stichting een George Van Biesbroeck Prize uitgereikt aan wetenschappers met uitzonderlijke carrières in de astronomie. Sinds 1997 wordt de prijs uitgereikt door de American Astronomical Society. Bron: Helmut A. ABt - Kitt Peak National Observatory. Meer informatie : www.observatoire.be

Als blijk van waardering voor zijn werk hebben de deelnemers (een vijftigtal van twaalf landen) van het IAU-colloquium over de evolutie van dubbelsterren in 1966 in Ukkel de proceedings aan hem opgedragen. De bijeenkomst duurde vijf dagen en begon op 29 augustus. Ook het IAU-colloquium in Swarthmore in april 1972 heeft hij bijgewoond, toen was hij 92 jaar. Literatuur en bronnen

Sylvain Arend (Guidestar mei 2012) schreef over hem een biografie in Ciel et Terre in 1974. Hij herhaalde dit met J. Dommanget in het Quarterly Journal of the Royal Astronomical Society. Door zijn uitgebreid onderzoek en het feit dat een ster, drie kometen en een maankrater zijn naam dragen, wordt hij in heel veel boeken over die onderwerpen vermeld.

Guidestar | 02-2013

De kerntemperatuur is ongeveer 2.700 K (de Zon is circa 15 miljoen K). Doordat het zo’n kleine ster is zijn de oppervlakte- en kerntemperatuur zowat gelijk. Convectie brengt materie direct naar de oppervlakte, wat bij sterren als de Zon niet gebeurt. Bij een uitbarsting van de vlamster kan de oppervlaktetemperatuur gedurende korte tijd oplopen tot 100.000 K. Het is een variabele ster van het type UV Ceti.

Hij kreeg vele eerbewijzen waaronder de gouden medaille van de Royal Danish Society of Sciences (1910), tweemaal de Donohoe Comet Medal van de Astronomical Society of the Pacific, de Franklin L. Burr Prize van de National Geographic Society (1952), de Price Valzer van de Académie des Sciences in Parijs, de James Craig Watson Medal (1957) en Doctor Honoris Causa van de Vrije Universiteit Brussel (1935). Hij was Fellow van de Royal Astronomical Society en erelid van de Royal Astronomical Society van Canada.

037


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.