Funerair Erfgoed: Kerkhof Sint-Amandus

Page 1

Funerair erfgoed gemeente Beernem F U N E R A I R

E R F G O E D

kerkhof Sint-Amandus


Colofon Verantwoordelijke Uitgever College van Burgemeester en Schepenen Bloemendalestraat 112 8730 Beernem Redactie Patricia Waerniers, Johannes Teerlinck, Dries Bonamie en Cedric Plaiy Eindredactie Patricia Waerniers en Conny Lambert Fotografie en informatie Gentiel Daveloose, Nadine Desmet, Roger Desmet, fam. Lemahieu, Hubert Lootens, Edelhart Matthijs, Antoon Martens, Diederik Meire, Monique Meuleman, Gilbert Strobbe, Roland Strobbe, Pierre Vanhulle, Charles Vanrie, Omer Vanrie, Ides Vanhevel, Henri Zutterman. Verantwoording De teksten uit deze brochure werden geplukt uit de ‘Inventarisatie cultuurhistorisch waardevolle graven op de begraafplaats St.-Amandus Beernem’ opgemaakt door het Expertisecentrum Erfgoededucatie KATHO, in opdracht van het gemeentebestuur Beernem. Deze studie omvat o.a. een uitgebreide bronvermelding bij alle teksten en foto’s. De studie is ter inzage in de bibliotheek van Beernem. Noot van de samenstellers Deze brochure streeft geen volledigheid na, maar bespreekt een aantal personen die omwille van hun leven, beroep, functie, sociaal engagement, overlijden… een aanknopingspunt zijn om een beeld te schetsen van het Beernem uit de vorige eeuw. Bij de schrijfwijze van de namen werd juistheid nagestreefd. Soms vonden we evenwel een tegenstrijdige schrijfwijze op het graf en in (officiële) documenten. We hebben ervoor geopteerd om de schrijfwijze van de bron te behouden in onze tekst.


Voorwoord Beste bezoekers van het kerkhof St-Amandus Beernem, Onze begraafplaatsen zijn plaatsen van herinnering. Een begraafplaats onthult heel wat van de gemeenschap waartoe ze behoort. De symboliek, de materiaalkeuze, de gehanteerde taal, de heraldiek, de locatie op de begraafplaats en de namen van de opdrachtgevers en uitvoerders brengen een haast vergeten wereld tot leven. De grafmonumenten, in al hun verscheidenheid, herinneren ons aan de vele mensen die het dorp gemaakt hebben tot wat het vandaag is. In het voorjaar 2010 werd door het gemeentebestuur Beernem een opwaarderingsplan voor het er hof t mandus goedge eurd it opwaarderingsplan wordt door de gemeente Beernem gebruikt als leidraad om een beperkte herinrichting van het kerkhof te realiseren. Bovendien heeft de gemeente Beernem de ambitie om het aanwezige ‘funerair erfgoed’ als hefboom te gebruiken voor de opwaardering van dit er hof owel vanuit ouw undig als cultuurhistorisch oogpunt heeft het kerkhof St-Amandus een rijk potentieel. Via een wandeling langs een 70-tal graven (die zijn aangeduid met een bordje), wordt een klein stukje van ‘het verhaal van dit dorp’ verduidelij t en tast aar gemaa t en stu je eernemse geschiedenis lijft op die manier vanuit een h l ijzonder oogpunt ewaard voor het nageslacht, niet alleen op het kerkhof, maar ook via deze bijhorende brochure die heel wat cultuurhistorische informatie biedt. De gemeente Beernem kon dit project realiseren dankzij de steun van LEADER. Tot slot danken we de Erfgoedcel Beernem en alle personen die via een interview of het ontlenen van fotomateriaal hebben meegewerkt aan deze brochure. 1 november 2010 Johan De Rycke Burgemeester

Patricia Waerniers Schepen van erfgoed

1


Geschiedenis van het Sint-Amanduskerkhof Het Sint-Amanduskerkhof is in de letterlijke betekenis van het woord nog een kerkhof, gelegen aan de voet van de kerk. Het kerkhof kende doorheen de jaren enkele wijzigingen, enerzijds uit nood aan begraafplaatsen, anderzijds als gevolg van diverse verbouwingen aan de er n principe tot juni en de nitief tot juni werden sto elij e overschotten van welstellenden egraven in de kerk. Om hygiënische redenen werd dit gebruik op voormelde data stopgezet en werd voortaan enkel op het kerkhof begraven. Men mag veronderstellen dat vanaf het moment dat er een kerk was in Beernem, de ruimte rond het gebouw als kerkhof gebruikt werd. Volgens enkele wettelijke bepalingen moest het kerkhof aan het zicht onttrokken worden. In 1716-1717 werd dan ook werk gemaakt van een volledige ommuring van de Beernemse dodenakker. Tot de eerste helft van de 19de eeuw was het kerkhof vooral ten westen van de kerk gelegen (onder toren huidige kerk). De belangrijkste wijzigingen aan het kerkhof situeren zich rond 1856 (uitbreiding kerk), 1875 (uitbreiding kerkhof aan oostzijde), 1893-1896 (uitbreiding kerkhof aan zuid-oostzijde), 1900-1902 (algemene verbouwing van de kerk), 1907 (uitbreiding perceel ter hoogte van monument familie Lippens) en tenslotte in 1970 en 2002. Voor meer details verwijzen we de lezer naar een zeer uitgebreide beschrijving van “de geschiedenis van de kerk en het kerkhof St-Amandus” die werd gemaakt door Dries Bonamie. Ook het bouwkundig erfgoed op het kerkhof werd in deze studie grondig uitgediept en de volgende alinea’s zijn dan ook ontleend uit dit studiewerk.

Bouwkundig erfgoed op het kerkhof St-Amandus Centraal op het oude deel van het Sint-Amanduskerkhof staat een kapel. Het is een grafkapel voor de welbekende familie de Vrière. De grafkapel van de familie de Vrière is één van de neogotische gebouwen die onder de impuls van deze familie in Beernem opgetrokken werden. Het kasteel Bloemendaele, het gemeentehuis van Beernem, het H. Hartbeeld op het gemeenteplein en de St-Amanduskerk zijn de meest in het oog springende realisaties die onder hun vleugels tot stand kwamen.

3


De kapel vormt een bescheiden ‘gesamtkunstwerk’ waarbij de verschillende aspecten een neogotische stijl vertonen. Al deze kunsttakken ondersteunen elkaar en bepalen in hun totaliteit de architecturale kwaliteit van deze grafkapel. Het fenomeen ‘totaalkunstwerken’ is eigen grafkapel de Vrière: neogotische bouwstijl aan de neogotische stijl, die een artistiek middel was van de 19de eeuwse traditioneel-katholieke (ultramontaanse) elite om terug te grijpen naar de periode van christelijke hoogtij: de middeleeuwen. De grafkapel is beslist niet het enige grafmonument dat op het St-Amanduskerkhof in neogotische stijl werd opgetrokken. Op dit kerkhof komen naast neogotische ook grafmonumenten in neoclassicistische stijl voor. Neogotiek en neoclassicisme verstenen de sterke 19de eeuwse maatschappelijke tegenstelling tussen katholicisme en liberalisme

een neoclassicistische bouwstijl

4

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


Funeraire archeologie op het kerkhof Sint-Amandus Elke grafmonument werd voor iemand gebouwd op een bepaald tijdstip in de geschiedenis. Elk funerair monument weerspiegelt dus op de één of andere manier de tijdsgeest waarin het ontstaan is. Funeraire archeologie is een discipline die bestaat uit verschillende deelaspecten, die de waarnemer in staat stellen het funeraire monument te ‘lezen’. We bespreken hier zeer beknopt enkele typevoorbeelden van iconografie en e igrafie. Onderstaande tekst is een samenstelling van verschillende passages uit een uitgebreide studie ‘funeraire archeologie op het kerkhof St-Amandus Beernem’ van Dries Bonamie.

igrafie Veelvuldig voorkomende afkortingen en woorden in de Christelijke epigra e (leer van de opschriften) zijn onder andere • •

R.I.P.: Requiescat in Pace - hij (zij) ruste in vrede D.O.M.: Deo optimo maximo - aan de beste en grootste God De neogotische stijl prefereert echter bijbelteksten als: De profundis clamavi ad te Domine - uit diepte (van ellende) roep ik tot U, o Heer (psalm 139). CREDO: ik geloof

onografie Op de volgende pagina’s volgt een beknopte selectie uit de rijke collectie tekens en symbolen die het Sint-Amanduskerkhof van Beernem rijk is.

5


Abstracte tekens en (grafnr. 159) Wat? De eerste en laatste letter van het Griekse alfabet. Symbool van? God als het begin en einde van alle dingen.

Cirkel (grafnr. 17) Wat? Cirkel. Symbool van? Heelal, hemel en opperwezen.

IHS (grafnr. 16) Wat? IHS Symbool van? Dit zijn de eerste drie letters van de naam Jezus in het Grieks

Kruis (grafnr. 230) Wat? Kruis. Symbool van? De vier windstreken of de richtingen van de regenbrengende winden.

Labarum (grafnr. 188) Wat? Dit monogram voegt de 2 Griekse letters chi en rho (X en P) van het woord ‘Christus’ samen. Symbool van? Christus.

6

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


Artefacten

r ifi (grafnr. 589) Wat? Een kruis met het lichaam van de gekruisigde Christus. Symbool van? De lijdensweg van Jezus.

Fakkel, toorts (grafnr. 206) Wat? Fakkel, toorts. Symbool van? Leven, vorige liefde, het licht.

Klaverblad (grafnr. 231) Wat? De driebladige klaver. Symbool van? De Christelijke drie-eenheid (de ader de oon en de eilige eest) Miskelk (grafnr. 177) Wat? Ritueel vaatwerk dat bij de christelijke eucharistie wijn bevat. Symbool van? Het bloed van Christus, wijn en hostie (zijn lichaam) symboliseren Christus’ vermogen om ons te verlossen. Dieren

Uil (grafnr. 10) Wat? Uil. Symbool van? Wijsheid.

7


Lichaam Handen (grafnr. 169) Wat? Twee uiteenglijdende handen (resp. van een man en een vrouw). Symbool van? Het verlies van de overleden partner.

Hart (grafnr. 222) Wat? Een brandend hart. Symbool van? Liefde.

Planten Fleur de Lis (grafnr. 229) Wat? en eur de lis (het e ende em leem van de vroegere Franse koningen). Symbool van? Bloem als symbool van leven, of het uiteinde van een wapen (cfr. drietand).

Klimop (grafnr. 234) Wat? Klimop (een groenblijvende plant). Symbool van? 0nsterfelijkheid.

Laurier (grafnr. 177) Wat? Een krans van laurieren. Symbool van? Prestaties in kunst, literatuur, cultuur, sport.

8

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


(Dadel)palmtak (grafnr. 11) Wat? (Dadel)palmtak. Symbool van? Overwinning, vernieuwing en onsterfelijkheid (onsterfelijke roem).

Papaver, klaproos (grafnr. 202) Wat? Papaver of klaproos. Symbool van? Kortstondigheid van het leven.

Roos, rozet (grafnr. 196) Wat? Roos. Symbool van? Symbool van liefde en schoonheid.

a s oom (in de onmiddellijke nabijheid van de kerk) Wat? Taxusboom (Taxus baccata L.). Symbool van? onsterfelijkheid. Vooral de hardheid van zijn hout en zijn blijvende groen uitzicht worden gekoppeld aan het onvergankelijke. Werktuigen

Posthoorn (grafnr. 193) Wat? Posthoorn. Symbool van? Het beroep van de overledene, nl. postbode.

9


Cultuurhistorisch erfgoed op het kerkhof St-Amandus Op het kerkhof St-Amandus werden, na de voltooiing van een inventarisatiestudie van het Expertisecentrum Erfgoededucatie KATHO, die ter inzage in de bibliotheek ligt, 73 graven geselecteerd op hun cultuurhistorische waarde. De begravene(n) van deze graven worden in deze brochure uitgebreid beschreven. Op het bijgevoegde plan vindt u de situering van deze graven.

G

H I

C

K O

L M

E

B

N D

P

Z

Q GG

A

F

Y

R

X EE

W DD

V CC BB AA

T U S

10

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


Naam begravene

grafnr.

amilie andermoere anhulle ieter arichal redericus orge douardus ( ) oets ugenius torme arel an elle aus fam oets enricus ele n enaat aveloose lfred an ie ippol te an ie rma oec el erghs rans an elleghem aurice Roelandt Georges Van Houtryve Idesbald Desmet Jules Strobbe August De Prest Henri Van Hulle Camiel Lemahieu Maurits Clarebout, Louwyck, into in Batselaere Richard Hoste Arthur Alyn Julius Hoste Theophile Vandeweghe Albericus Familie Sap & Vlerick Familie de Vrière & Snoy oets rnold De Vos Hilaire & Albinus De Gersem Wilfried Guidé Willy Tanghe Armand Wallyn Charles-Louis Pante Camillus Deceuninck Omer EH Delaere Joris EH

1 9 4 5 11 12 13 16 46 50 54 59 65 78 118 122 154 155 162 165

178 186 187 192 204 212 231 234 235 270 271 298 306 333 408 409

Depoorter Augustinus Daveloose Regina Bruggeman Walther Reynaert Achiel De Jaeger Charles zr. Nivarda Lippens Raymond De Roest Willy Dezutter Hector Vanhaecke Joannes Martens Raymond Vanrie Adolf Vanhaecke Gustaaf Van Haecke Omer Claeys Renatus Lootens Michael De Schepper Antoon Dedecker Julia Dedecker Achiel De Koninck Jules Strobbe Hilaire Vanhaecke Maurice D'Hoore Gustave Meuleman Maurice Demeyer Gillis Vlamynck Joris (pater) Vanrie Julien Teerlinck Edgard Landuyt Laurent Bultynck Emiel Verfaillie Georges Vanhaecke Octaaf Vandeweghe Laurent Depré Gaston

461 506 518 521 562 587 589 629 643 644 811 827 835 843 852 864 874 888 890 908 916 1044 1081 1096 1097 1111 1131 1136 1162 1170 1178 1199 1289 1318

11


Grafnummer: 1 Familie Vandermoere Vooraanstaande Beernemse familie (eind 19de - 1ste helft 20ste eeuw) •

Vandermoere Joannes: 13/03/1821 (°) – 18/02/1890 (+)

Vandermoere Charles: 26/04/1850 (°) – 20/03/1882 (+)

Vanhaecke Octaaf Leo Edmond: 25/06/1862 (°) – 22/06/1918 (+)

Joannes Vandermoere was omstreeks 1869 samen met Charles De Madrid, Charles Vanparijs, J. Hoste, P. Bleyaert, J.B. Vandenbon en H. Desmet lid van de Beernemse gemeenteraad. Een belangrijke beslissing die deze raad nam voor de Beernemse economie was de uitbreiding van het bestaande station “Bloemendaele”. Dit oude stationnetje bevond zich ter hoogte van de Wellingstraat. Als gevolg van de toenemende industrialisering en schaalvergroting groeide de Beernemse industrie en handel sterk. Veel ruwe materialen en afgewerkte producten, waaronder hout, graan, kolen, boter,…, werden in- en uitgevoerd via de spoorlijn en het station kon

12

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


de stijgende capaciteit eenvoudigweg niet meer aan. De goedkeuring van deze werken volgde in 1870 en de werken startten. In 1891 sprak men opnieuw over het bouwen van een nieuw (het huidige) station. In 1897 werd dit station in dienst genomen en tegelijkertijd veranderde de gemeente de naam van het station van “Bloemendaele” naar “Beernem”. Ook Charles Vandermoere werd op die plaats begraven. Hij was een grote koophandelaar in Beernem. Samen met 28 andere handelaren ondertekende hij mee de petitie die de Beernemse gemeenteraad in 1869 opstuurde naar de Kamer van Volksvertegenwoordigers met de vraag om het bestaande station “Bloemendaele” uit te breiden. In 1878 nam hij als een onafhankelijke kandidaat deel aan de gemeenteraadsverkiezingen. Hij behaalde uiteindelijk slechts 73 stemmen. De strijd werd vooral geleverd tussen de katholieken, met kopman Charles de Madrid, en de liberalen. Het mandaat van burgemeester Charles de Madrid werd verlengd voor een nieuw ambtstermijn. Octaaf Vanhaecke was de zoon van molenaar Joannes Fransiscus Vanhaecke (grafnr. 644) en was gehuwd met Marie Louise Virginie Van der Moere. Hij woonde vroeger in een statig huis vooraan in de Rollebaanstraat en was ruim 30 jaar lang de gemeentesecretaris van Beernem.

Het huis van de gemeentesecretaris Octaaf Vanhaecke vooraan in de Rollebaanstraat (1908). Verderop zie je de ‘patronage’, het latere Berenheem.

13


Grafnummer: 4 Fredericus Marichal Gemeentesecretaris (1885-1888), vader van de bekende dichter Camiel Marichal •

Marichal Fredericus Amandus: 25/08/1820 (°) – 15/04/1888 (+)

Marichal Adolf Fredericus: 03/06/1849 (°) – 25/11/1890 (+)

Frederik Marichal was tussen 1885 en 1888 de gemeentesecretaris van de gemeente Beernem. Hij kocht in 1846 een huis in de Bloemendalestraat aan. Vandaag zijn hier nog steeds resten van merkbaar in het straatbeeld omdat er in zich in het struikgewas ter hoogte van zijn huis een gedenkplaat bevindt ter ere van zijn bekende zoon Camiel (cfr. C. Marichalstraat) die schrijver was. Camiel-Hector werd op 4 mei 1860 geboren. Na het voltooien van zijn humaniora aan het Klein Seminarie te Roeselare, studeerde hij verder aan de Universiteit in Londen. Vanaf 1880 schijnt hij reeds tijdelijk daar te verblijven, om zich later voorgoed in de Engelse hoofdstad te vestigen als journalist. Camiel was reeds in zijn studententijd een organisator en een leider. Alles wat enigszins met cultuur in verband stond, gebeurde onder zijn leiding: stoeten, inhuldigingen, feesten, toneel… het waren allemaal realisaties van Marichal. Ongetwijfeld heeft Marichal ten tijde dat hij leerling was in het Klein Seminarie, de invloed van de schitterende persoonlijkheid Rodenbach ondergaan, die slechts 4

14

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


jaar ouder was dan Marichal. In een artikel daterend uit die tijd, lezen we trouwens dat Marichal bevriend was met de grote Rodenbach en in zijn toneelwerk sterk bij hem aanleunde. Het is vooral als toneelschrijver dat C.H. Marichal naam gemaakt heeft in de periode 1880-1890.

De gedenkplaat op de plaats waar ooit het geboortehuis van Camiel Marichal stond.

Adolf Frederik Marichal werd in Beernem geboren als oudste zoon van Frederik Marichal. Adolf volgde lager onderwijs in Beernem en ronde zijn klassieke studies af in het Klein Seminarie van Roeselare, waar zijn broer Camiel later ook zou schoollopen. Op 4 oktober 1870 werd hij toegelaten in het groot seminarie in Gent en studeerde er theologie. Na zijn priesterwijding in 1874 werd hij op 29 juni van dat jaar tot leraar benoemd in Gijsegem. Later gaf hij ook nog les aan het college van Dendermonde. Op 29 augustus 1880 werd hij benoemd tot onderpastoor in Elversele en op 1881 werd hij overgeplaatst naar Hofstade. Na zijn ontslag in 1884 vertrok hij op 28 januari 1885 naar ArgentiniĂŤ (in de provincie Entre Rios) om er de Vlaamse inwijkelingen geestelijk bij te staan.

15


Grafnummer: 5 Edouardus Forge pastoor St-Amandusparochie (1863 - 1873) •

Forge Edouardus Godefroidus: 1810 (°) – 18/09/1873 (+)

Edouardus Forge werd geboren in Moorsele in 1810 en kreeg van het bisdom de Sint-Amandusparochie toebedeeld op 26 juni 1863. Na een verblijf van 10 jaar in ons dorp overleed hij op 18 september 1873. Vlak onder de toren van de Sint-Amanduskerk, bevindt zich de pastorie eze heeft altijd op dezelfde plaats gestaan o was er reeds een vermelding van het gebouw in 1608 toen het brugje over de wal hersteld moest worden. In 1659 legden de Fransen de pastorie echter volledig in as. Over de heropbouw nadien is niets bekend. Toen de vorige pastorie, een gebouw zonder verdiepingen in een erg bouwvallige toestand verkeerde, werd gedurende de ambtsperiode van Pastoor Forge (1863-1873) de huidige pastorie gebouwd door de gebroeders Ballegeer. Pastoor Forge had ook een “broederschap” onder zijn vleugels. E.H. Jacobus Bottelier richtte tijdens zijn priesterschap in Beernem naast het “Geestelijk genootschap tot uitroeying der Godslastering”

16

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


op 11 februari 1855 ook het “Broederschap van onze Lieve Vrouw des berg Karmelus” op. Al in 1855 lieten 536 mannen en vrouwen zich inschrijven in deze nieuwe en blijkbaar populaire broederschap. Onder het bestuur van de pastoors August Frans van Eecke, Edouard Godfried Forge en Amand Leopold Dambre bleef de confrérie verder bloeien.

De achterkant van de pastorie.

17


Grafnummer: 9 Pieter Vanhulle stichter boomkwekerij Vanhulle; bewoner ‘Gasthof Reigerloo’ •

Vanhulle Pieter: 1850 (°) – 9/9/1915 (+)

Van Steenlandt Romanie: 1859 (°) – 01/11/1920 (+)

Pieter Vanhulle was de zoon van landbouwer Pieter Vanhulle en Amelie Mouton. De jonge Pieter volgde lessen aan de tuinbouwschool in Gentbrugge. Eind 19e eeuw begon hij een plantenkwekerij in de Tien Gemeten (nu het kerkhof van de H.M.M.G.-parochie) en was aldus de grondlegger van het familiebedrijf Vanhulle. Pieter Vanhulle begon initieel met de teelt van fruitbomen en sierstruiken maar schakelde na verloop van tijd over naar de bosbouw en breidde zijn boomkwekerij geleidelijk uit tot een bedrijf van 20 ha. ijn we erij stre te zich uit langs de huidige er hofdreef inclusief de Tien Gemeten tussen de spoorweg en de huidige E40. Pieter kocht bovendien veel planten bij kleine kwekers en voerde miljoenen planten uit naar Nederland, Frankrijk en vooral Duitsland. Het vervoer ge eurde per trein e oorlog in zou een nanciële catastrofe worden voor ieter anhulle ijn hout rma moest in volle oorlogstijd veel bomen weghalen uit de Beernemse bossen ten behoeve van de vele loopgraven aan het front. Van het gekapte hout

18

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


werden een soort eggen gemaakt om de gangen te ondersteunen. Rond 1900 opende hij, samen met zijn vrouw Romanie Vansteelandt, “Gasthof Reigerloo”. Pieter Vanhulle overleed in 1915. Na zijn overlijden werd de zaak verder gerund door de kinderen, Jules, Germaïne en Pharaïlde. In 1917 verhuisde men de zaak naar de Akkerstraat oon ules huwde met Alice Tant en zette de zaak alleen verder tot in 1964. Dan was het de beurt aan Pierre die huwde met Jacqueline Van Daele, en die het bedrijf lange tijd succesvol voortzetten. Romanie, de echtgenote van Pieter Vanhulle

19


Grafnummer: 11 Eugenius Roets koopman, herbergier van ‘De Groene Ridder’ (in 1823) langs de vaart •

Roets Eugenius Fransiscus: 1796 (°) – 28/04/1879 (+)

Braet Amelia: 1799 (°) – 05/07/1879 (+)

er ergen he en vaa hun naam te dan en aan hun geogra sche ligging, een bepaalde anekdote of legende, gebeurtenis,…enzovoort. Waar de naam van de herberg “De Groene Ridder” vandaan komt blijft echter tot vandaag de dag een raadsel. De herberg moet er heel lang gestaan hebben, want er werden al vermeldingen van teruggevonden die teruggaan tot 1608. De herberg was gelegen op de Gevaerts aan de noordzijde van de vaart. Na heel wat eigenaarwissels over de vele eeuwen heen, kocht Eugenius Fransiscus Roets op 6 december 1823 de herberg over van zijn moeder Rosa Debal voor 1950 gulden (België bestond toen nog niet en onze gewesten waren onderdeel van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden). Eugenius was naast herbergier ook een koopman, vlashandelaar en steenbakker en in 1830 nam hij dan ook het besluit om een nieuw magazijn te bouwen langs de vaart naast “De Groene Ridder”. Het gebruik van de “De Groene Ridder” als kroeg verdween geleidelijk rond 1860. Eugenius en zijn vrouw Amalia Braet kregen een aantal zonen en 2

20

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


zusjes. Maar het noodlot sloeg toe en de 2 zusjes en 2 van de zoontjes overleden op jeugdige leeftijd oon osephus esloot om de handel te laten voor wat het was en schakelde over op landbouw. Bij het overlijden van Eugenius behoorde de naam van de oude herberg de nitief tot het verleden en andere zoon was arolus osephus geboren op 6 juli 1829 en ook gedoopt op die dag in de parochiekerk, die genoemd werd naar zijn peter Carolus-Josephus Braet. In tegenstelling tot vele kinderen uit die tijd bezocht de kleine Karel vaak de school in het dorp, waar zijn nonkel Arnold Roets onderwijzer was. Na het lager onderwijs werd hij vanaf juli 1842 naar de kostschool het Klein Seminarie in Roeselare gestuurd. De bekende dichter Guido Gezelle, afkomstig uit Brugge, behoorde ook tot zijn klaskameraden. Na zijn humaniora besloot hij priester te worden.

21


Grafnummer: 12 Karel Storme (laatste) molenaar van de Halfzotmolen (begin Hooiestraat, gesloopt in 1908) •

Storme Karel: 04/05/1829 (°) – 24/12/1905 (+)

Karel Storme werd op 4 mei 1829 geboren als zoon van Karel-Jozef Storme en Seraphina-Coleta van Reybroeck en was de laatste molenaar van de “Halfzotmolen” in Beernem. De ietwat bizarre naam had het houten molentje aan het begin van de Hooiestraat hoogstwaarschijnlijk te danken aan een persoon genaamd Henris Halfsot. Karel Storme een “halve zot” noemen zou niet alleen sterk overdreven maar ook volledig onterecht zijn. Maar toch kan je de laatste molenaar van de alfzotmolen wel een eigenaardig guur noemen o had arel en dat was als man wel izar in die tijd lang haar aarnaast liep Karel ook niet al te hoog op met de geestelijkheid in Beernem en aarzelde hij er niet voor zijn eigen weg te gaan. De zondagsdiensten in de Sint-Amanduskerk woonde hij, zoals een parochiaan hoorde te doen, braaf bij. Maar hij verliet de kerk reeds wanneer de preek nog moest beginnen. Iets wat in die tijd echt “not done” was. Toen hij om deze ongepaste houding werd terecht gewezen, verontschuldigde hij zich niet, maar bleef gewoon voorgoed weg uit de kerk.

22

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


Nadat zijn trouwplannen mislukten wegens het hevige verzet van zijn moeder, bleef Karel als jonkman bij zijn ouders wonen. Na hun dood en het vertrek van zijn jongere broer Jan-Baptist bleef hij tenslotte alleen over op de Halfzotmolen. Kort na de dood van Karel op 24 december 1905 werd op 9 april 1906 het ganse domein verkocht aan Edmond Ide. De molen werd uiteindelijk gesloopt in 1908.

Een kaart van 1949: ligging van de ‘Halfzotmolen’

23


Grafnummer: 13 Families Van Belle & Haus – Van Belle advocaat in Gent, zomerverblijf in landgoed Meerberg •

Van Belle Emmanuel-Livinius Joannes: 22/11/1789 (°) – 23/07/1842 (+)

Emmanuel Livinius Van Belle werd in 1789 geboren in Gent. Hij studeerde rechten en verwierf bekendheid als advocaat. Aan de universiteit van Parijs behaalde hij het diploma van doctor in de Rechten waarna hij zich terug in zijn Oost-Vlaamse geboortestad vestigde. Van 1840 tot 1842 was Emmanuel Livinius stafhouder van de Gentse Balie en oefende gedurende 12 jaar het mandaat van gemeenteraadslid uit. Emmanuel Van Belle trad met Amélie Veronique Deconinck in het huwelijksbootje en overleed in Gent in 1842. Naar alle waarschijnlijkheid kocht hij omstreeks het begin van de 19e eeuw het landhuis Meerberg, dat bestond uit een lusthof met neerhof. Het landgoed Meerberg lag oostwaarts van de Wellingstraat, naast de huidige E40. Emmanuel Van Belle verbleef tijdens de zomermaanden in Beernem. Hij bezat er uitgestrekte gronden die sterk bebost waren. Deze liet hij deels ontginnen en liet het gewonnen land e ouwen ijn ezoe en aan eernem deed hij voornamelij met de “barges” die in die tijd regelmatig vaarden tussen Gent en Brugge. De

24

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


boot meerde aan de Gevaerts aan, vanwaar men op twintig minuten tijd het landgoed Meerberg kon bereiken. Ernest Jacques Haus, een goeie vriend van Emmanuel, verbleef regelmatig op dit buitenverblijf. Emmanuel was helemaal niet de enige persoon die Beernem Het verdwenen Kasteel Meerberg uitkoos voor een sjiek buitenverblijf. Ons dorp was indertijd een heel aantrekkelijke, bosrijke gemeente die duidelijk in de smaak viel bij de rijke Belgische burgerij. Na de dood van zijn vrouw in 1861 ging de eigendom van het Beernemse kasteel over op hun dochter Caroline Amelia Julienne die gehuwd was met harles ippol te aus de hoofdgriffier ij het Hof van Beroep in Gent. Het echtpaar verving in 1892 het bestaande landhuis door een kasteel. In 1964 werd het kasteel gesloopt en vervangen door een nieuwe villa.

25


Grafnummer: 16 Henricus Roets onderwijzer van de gemeentelijke jongensschool (vanaf 1857) •

Roets Henricus: 24/11/1833 (°) – 12/11/1914 (+)

In 1857 werd de eerste gemeentelijke jongensschool ingericht en Louis Roets, de neef van Arnold Roets (grafnr. 234), verhuisde van het gemengd vrij schooltje in de Bloemendelastraat naar deze nieuwe gemeentelijke school. De gemeente kocht een ‘oudemannenhuis’, gerund door de Armendisch (voorloper OCMW), die stond op de plaats van het huidige gemeentehuis. De school werd in dat voormalige oudemannenhuis gehuisvest. Acht jaar later trad de broer van Louis, Henri Roets, ook de school binnen en van dan af was het tweetal verantwoordelijk voor het gemeentelijk onderwijs voor jongens in Beernem. Gaandeweg werden de lokalen te klein zodat de gemeente noodgedwongen begon uit te kijken naar uitbreiding en uiteindelijk een oplossing vond bij een vijfwoonst van het Beernemse Armenbestuur, nabij de reeds verdwenen Molenweg (nu C. Marichalstraat). Het pand werd verbouwd en in 1874 kon de “knechtjesschool” naar de drie nieuwe lokalen verhuizen. Nadien barstte de schoolstrijd tussen liberalen en katholieken in alle hevigheid los en het onderwijs

26

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


in Beernem ontliep de dans niet. Door de schoolwet Van Humbeeck werd het enige tijd moeilijker voor de gemeenteschool om een katholieke strekking aan te houden. De duidelijk katholieke familie Roets, met onderwijzers als Louis en Henri Roets, namen ontslag en werden vervangen door Potvlieghe.

De gemeentelijke jongensschool Bloemendale aan de Molenstraat (nu C. Marichalstraat)

27


Grafnummer: 46 Renaat Deleyn onderwijzer, oprichter kippenbroeierij (in 1924) •

De Leyn Renaat Victor: 21/11/1899 (°) – 27/05/1932 (+)

Renaat Deleyn was een onderwijzer in de Gemeentelijke jongensschool Bloemendalestraat. Erg lang zou hij er echter niet lesgeven want Renaat werd al op jonge leeftijd ernstig ziek. Uiteindelijk moest hij, als gevolg van zijn ziekte, tijdelijk ontslag nemen en werd hij vervangen door interim Joseph De Decker (die enkele maanden later de nitief enoemd werd als zevende onderwijzer in de emeentelijke jongensschool). Naast onderwijzersbloed, had Renaat duidelijk ook een oog voor zaken. Toen omstreeks de jaren ’20 de broedmachine werd uitgevonden zag Renaat, samen met Henri Batsleer, daar wel zijn brood in. In 1924 lieten ze in een kelder naast het atelier van Arthur Charle in de Stationsstraat zo’n machine installeren en startten daar hun eerste kippenbroeierij. Al snel werd de kleine kelderruimte te krap en verhuisden ze naar de Legeweg, op een plaats waar vandaag de Parkstraat ligt. Het bedrijf had al snel een capaciteit van maar liefst 65.000 eieren.

28

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


Na het overlijden van Renaat op 27 mei 1932 kwam Camiel Vanhulle (grafnr. 165) omstreeks 1935 in het bedrijf.

Het onderwijzend personeel van de school Bloemendale in 1921: uiterst rechts RenĂŠ De Leyn

29


Grafnummer: 50 Alfred Daveloose bijgenaamd ‘Marulleke’, handig persoon (bv. bouwde radio-ontvanger) •

Daveloose Alfred Joseph: 04/02/1895 (°) – 20/02/1984 (+)

Alfred Daveloose woonde vroeger in de Bloemendalestraat, aan het anaal rugge ent lfred irtte graag met de jonge vrouwen en sprak hen aan als “lief marulleke”, tot hij op den duur zelf de bijnaam “marulleke” kreeg van de Beernemnaars. Voor Alfred was “marulleke” een soort troetelnaampje. Alfred was een bekwaam vakman en had, zoals men zegt in Beernem, een beetje “verstand van alles”. Je kon hem zelfs enigszins beschouwen als de plaatselijke uitvinder o was hij n van de eersten in Beernem die eigenhandig een radio-ontvanger De huizen langs de vaart waar ook het gezin Daveloose woonde.

30

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


Alfred Daveloose tijdens zijn legerdienst

had gebouwd waarmee hij vervolgens luisterde naar de verschillende internationale omroepen. Professioneel gezien was hij een smid, hield hij een café genaamd “Het Anker” open, kluste hij wat bij als een loodgieter,…kortom: hij was een enorm handig en veelzijdig persoon. Maar het noodlot sloeg toe… Het gezin, Alfred was getrouwd met Emma Vandenbruane, verloor hun dochtertje Regina (grafnr. 506) in september 1944. Het was een enorme klap voor het gezin en Alfred was, volgens velen, nooit meer dezelfde als vroeger. Ook zijn vrouw Emma kon dit verdriet niet verwerken en stierf enkele jaren later (in 1949).

31


Grafnummer: 54 Hippolyte Van Rie goudsmid en uurwerkmaker, medestichter Harmonie St-Cecilia (1896) •

Van Rie Hippolyte: 28/09/1858 (°) – 07/02/1949 (+)

Goegebeur Léonie: 1865 (°) – 26/08/1931 (+)

De familie Van Rie was gedurende de volle 20e eeuw niet weg te den en uit het vol sleven in de int mandusparochie o was er ondermeer uurwerkmaker/goudsmid en herbergier Hyppolyte Van Rie die samen met zijn vrouw Léonie Goegebeur in 1902 een huis in de Bloemendalestraat (nu nr. 58) lieten bouwen om hun vroeger begonnen handel in café “Tivoli” verder te zetten. In Tivoli zou Hyppolyte helaas genoeg een dochtertje verliezen aan de pokken. et meisje was n van de laatste eernemse slachto ers van deze ernstige ziekte. Hippolyte en Léonie kregen in totaal 8 kinderen (o.a. Irma; zie grafnr. 59). Eens men verhuisd was, richtte men het gebouw zo in dat men links een café kon openhouden en er rechts ruimte was voor de winkel van horloges en juwelen. Het winkelpand bleef vele jaren bekend onder de naam “Oud huis Van Rie”. Naast handeldrijven was Hyppolyte ook betrokken in het sociale leven van zijn dorp o was hij medestichter van de armonie int

32

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


Cecilia. Toen hij in 1896 lid werd van het gezelschap was hij al 18 jaar muzikant bij Sint-Cecilia in Oedelem. Als goudsmid was hij een handig persoon en hij stelde zijn kunnen dan ook beschikbaar voor de fanfare. Jarenlang zou hij de vele muziekinstrumenten onderhouden en repareren waar nodig. Hyppoliet zou uiteindelijk 30 jaar lid zijn van het Beernemse gezelschap. In 1927, nadat hij zijn vals gebit brak, stopte hij met spelen. In 1928 werd hij door de vereniging gevierd als muzikant.

Huis Hyppolyte Van Rie (nu Bloemendalestr. 58) in 1926 met (vlnr) in het deurgat Leonie en Hyppoliet, en rechts Ides en Irma.

33


Grafnummer: 59 Irma Van Rie hield als 18-jarige een dagboek bij tijdens “De Groote Oorlog” (19141918) •

Van Rie Irma Maria: 30/06/1896 (°) – 25/11/1951 (+)

Irma Van Rie, dochter van Hyppoliet Van Rie, werd geboren in Beernem op 30 juni 1896 en was de tweede oudste uit een gezin van 8 kinderen. Haar vader Hyppoliet (zie grafnr. 54) was de bekende Beernemse uurwerkmaker. Irma Van Rie zal ons voornamelijk bijblijven omwille van het dagboek dat ze bijhield ten tijde van de “De Groote Oorlog” (1914-1918). Irma maakte het gruwelijke oorlogsgebeuren van dicht ij mee o was ze getuige van het afdruipende elgische leger, die de voorbode waren van de komst van de Duitsers, van het dagelijkse donderen van de zware kannonen, van vluchtelingen die kwamen smeken om een glaasje water,… Dankzij de herberg van haar vader wist rma wel goed wat er roerde in de gemeente e pende dan ook neer wat zij hoorde vertellen en maakte hierbij veelvuldig gebruik van het voornaamwoord “ze”. Irma was immers heel voorzichtig en vermeldde nooit de namen van slachto ers gestraften of weerstanders maar koos er steeds voor om de zaken te beschrijven in een eerder ontwijkende vorm. Daarnaast schreef ze ook niet over

34

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


zaken die veel commotie teweeg rachten o schreef ze bijvoorbeeld niets over de brutaliteiten die de Duitse bezetters op burgers pleegden. Misschien had zij angst voor mogelijke ontdekking want de Duitsers waren ongenadig streng. Immers, verscheidene mensen uit Beernem waren voor minder gefusilleerd. Irma trouwde met Georges Vanhevel en ze kregen ĂŠĂŠn zoon, Ides, die net als zijn grootvader een zeer trouw muzikant was van de Beernemse Harmonie.

Irma Van Rie als jong meisje.

35


Grafnummer: 65 Frans Coeckelberghs ‘gendarm’, woonde met gezin (o.a. zoon Gaston) in de gendarmerie, oudstrijder WO I •

Coeckelberghs Frans: 07/04/1894 (°) – 03/11/1964 (+)

Frans Coeckelberghs was vroeger een “gendarm” in Beernem. Als politieagent was het vroeger de gewoonte dat men, samen met gans het gezin, woonde in de gendarmerie. Die gendarmerie was vroeger gesitueerd in het linkergedeelte van het Beernemse gemeentehuis en bood onderdak aan vele families. Men kon er dag en nacht, de nachtdienst werd “planton” genoemd, aankloppen voor problemen. Frans was eigenlijk afkomstig uit de provincie Limburg en sprak nog steeds het dialect van daar. Het was iets dat Frans typeerde en oudere Beernemnaars kunnen nog steeds het grootste plezier beleven aan zijn uitspra en in het im urgs o zei hij wanneer hij iemand etrapte die zonder etsnummer rondreed goan u moete pa e ge hebt giene ploat!”. Frans was de vader van ‘meester’ Gaston Coeckelberghs (grafnr. 895), die als onderwijzer (sinds de jaren ’50) van gemeentelijke jongensschool Bloemendale een waar begrip zou worden. Hij kreeg het eerste leerjaar toebedeeld en was buiten de school ook heel actief in

36

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


verschillende culturele verenigingen o was hij n van de medestichters van de heemkundige kring Bos en Beverveld, was hij ook de secretaris van de Davidsfondsafdeling Beernem-Sint Joris, was hij lid van de Beernemse cultuurraad, schreef hij regelmatig artikels in de kranten,…kortom: een culturele duizendpoot én een echte volksvriend.

Het gemeentehuis (deur rechts) en de gendarmerie (deur links) (foto genomen vóór WO I)

37


Grafnummer: 78 Maurice Van Belleghem oudstrijder WO I, bakker dichtbij de St-Amanduskerk •

Van Belleghem Mauritius (Maurice): 24/06/1891 (°) – 01/05/1979 (+)

Tamsyn Irma Maria: 23/04/1889 (°) – 01/06/1962 (+)

In het huidige huis nummer 6 in de Bloemendalestraat woonden vroeger de ouders van Maurice Van Belleghem. Vader August Van Belleghem was de eerste bakker in de familie en bleef het beroep uitoefenen tot 1947, waarna zoon Maurice de zaak overnam. De bakkerij werd in de loop der tijd verplaatst naar nummer 8 in de Bloemendalestraat. Maurice, die eveneens een oud-strijder was van de Eerste Wereldoorlog, huwde met Irma Tamsyn en bleef brood bakken tot 1979.

38

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


Rechts in witte schort zien we Irma, de vrouw van bakker Maurice, voor de bakkerij (nu Bloemendalestr. 6)

39


Grafnummer: 118 Georges Roelandt vol sfig •

r

i genaamd

let e

Roelandt Georges Albert Nicolas Raymond: 09/11/1914 (°) – 22/02/2002 (+)

Georges “Pletje” Roelandt was een echte eernemse vol s guur ij werd ge oren in eernem op novem er ijn moeder heette Alida Pollet en het duurde, na de vroege dood van zijn vader, niet lang of men ging het kleine jongetje “Georges Plet” noemen of tout court “Pletje”. Door het vroege overlijden van zijn vader, die men in Beernem “Patat” noemde, hadden ze het thuis niet breed. Moeder Polllet werkte veel en de oorlogsjaren zouden zeker niet voor verbetering zorgen. Schoollopen zat er voor Pletje niet in, zo moest hij op de koeien letten of voerde hij allerlei klusjes uit bij verschillende boeren. Als jong volwassene trok Georges naar Gent en vond er werk in de “Lys” (een Gentse Vlasspinnerij). Tot aan de uitbraak van de weede ereldoorlog in etste eorges zes dagen op zeven naar Gent. Tijdens de mobilisatie mochten veel boeren hun landerijen verwisselen voor de loopgraven. De boer van “’t Eeckhof”, Hilaire Strobbe (zie grafnr. 916), uit Mexico (de Mexicostraat) werd ook opgeroepen waardoor men er een mankracht te kort kwam op het

40

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


boerenhof. Pletje liet Gent voor wat het was en besloot aan de slag te gaan op “’t Eeckhof”. Hoewel WO II duidelijk geen “loopgravenoorlog” werd zoals de Eerste Wereldoorlog bleef boer Strobbe toch nog negen maanden weg van huis als krijgsgevangene. Pletje kon zich zo inburgeren en kreeg gaandeweg de stiel onder de knie. Hij woonde op de boerderij en leefde mee tussen de kinderen van het gezin, een beetje als aangenomen zoon. Georges werd ook duivenmelker en in geen tijd kon men op alle stallen en koterijen van “’t Eeckhof” zijn duiventillen bespeuren. Later, toen de kinderen op “’t Eeckhof kloeke zonen geworden waren die zelf al een handje konden toesteken, besliste Pletje het boerenhof te verlaten en vond een onderkomen bij de nonnetjes in “Mariawende”.

‘Pletje’ (rechts) voor het Eeckhof met Plechtige communicant Gilbert Strobbe (in 1946)

41


Grafnummer: 122 Idesbald Van Houtryve bierbrouwersfamilie (brouwerij ‘De Pijl’), gedecoreerd verzetsstrijder WO II •

Van Houtryve Idesbald Paula Henri Eugène: 26/04/1912 (°) – 06/09/1967 (+)

Beernem kende vroeger heel veel herbergen. Veel ervan werden bevoorraad door brouwerijen waarvan de meeste in de omgeving waren gevestigd. In Beernem waren er slechts twee brouwerijen die de diverse Beernemse cafés van bier voorzagen. Enerzijds had je brouwerij “De Leeuw” van ridder en burgemeester Etiènne de Vrière en anderzijds had je brouwerij “De Pijl” van de familie Van Houtryve. Brouwerij “De Pijl” was gelegen achter het oude café “Tivoli” in de Bloemendalestraat. Vandaag bestaat dit café niet meer, maar de restanten ervan zijn nog steeds mer aar in het straat eeld o sieren de letters “Tivoli” nog steeds de gevel van het oude gebouw. Vlak naast de brouwerij stond het ruime woonhuis van de familie Van Houtryve. In “De Pijl” brouwde grootvader Etiènne Van Houtryve vooral bruin bier ten behoeve van de Beernemse klanten en cafés. De vaten bier werden indertijd met de bier- of brouwerswagen uitgevoerd. Voor de Beernemnaars van vroeger was dit een heel vertrouwd zicht ijn zoon enri (in de vol smond gewoon rouwer an out-

42

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


ryve”) volgde hem op en was net als zijn vader een notabele brouwer. Ook kleinzoon Ides Van Houtyryve trad in de voetsporen van zijn vader Henri en grootvader Etiènne, maar hij was in realiteit meer een volksvriend en bierhandelaar dan brouwer want zo verkocht hij alleen nog maar bier dat elders gebrouwen werd. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, sloot Ides zich resoluut aan bij het verzet en trachtte de bezetters tegen te werken waar hij maar kon. Als gevolg van de Duitse opeisingen werd Ides echter naar Duitsland gestuurd om er te gaan werken. Ides wilde evenwel over zijn eigen lot kunnen beslissen en verminkte zijn hand om zo twee weken verlof te krijgen en terug te kunnen keren naar Beernem. Eénmaal terug thuis sloot hij zich onmiddellijk weer aan bij het verzet. Na de Tweede Wereldoorlog werd Ides ontvangen op de Franse ambassade in Brussel en kreeg hij een decoratie van de Franse regering voor zijn heldendaden tijdens de oorlog.

De bouwerskar van Van Houtryve vóór de herberg van Quintijn in de Dorpsstraat (nu Bloemendalestr.) (omstreeks 1913).

43


Grafnummer: 154 Jules Desmet familie van smids, herberg St-Elooi •

Jules Desmet: 1844 (°) - 14/02/1935 (+)

Virginie Vandaele: 1859 (°) - 20/08/1928 (+)

In 1886 kochten Jules Desmet en Virginie Vandaele een pand (herberg en smederij) van een zekere Vanhove. Jules en Virginie baatten die smederij en café verder uit. De vader van Jules was herbergier geweest, maar Jules besloot om zijn brood elders te verdienen, namelijk in een smisse. Gedurende de week werd er gehamerd, gezwoegd en gezweet want het werk in een smisse was hard labeur. Pater Joris Vlamynck schreef dat er “op de maandagen echter geen gehamer weerklonk want toen trokken Edward Dedecker en Jules Desmet met de kruiwagen langs de Beernemse wegen om de scharen en messen van de mensen te slijpen”. Dus volgens deze bron was Jules Desmet ook scharenslijper. Na Jules en Virginie namen de kinderen van het koppel de activiteiten over. Beide zonen, nl. Achiel (in de volksmond Lapize, referend naar de beroemde Franse wielrenner, van wie Achiel een grote supporter was) en Henri, waren smeden. Laura Vincke, de echtgenote van Achiel (grafnr. 153), stond meestal in de (ijzer)winkel. Jules’ dochter

44

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


Josephine was de cafébazin, geholpen door haar zusters Maria, Yvonne en Mathilde (Tilleke). Toen de auto populair werd kon men er ook voor benzine terecht. De ‘kinderen Desmet’ waren bij vele dorpsgenoten niet onder die naam gekend, maar wel als ‘Vanhovens’. Henri, een oudstrijder ’14’18 (zie oudstrijdersperk) werd ‘boer Vanhove’ genoemd, want hij deed immers ook nog de boerderij. Josephine werd ‘Fine Vanhove’ genoemd. Die naam onstond omdat men de naam van de eerste eigenaar bleef gebruiken! Vele jaren vierden de Beernemse boeren hier hun patroonheilige met een feestmaaltijd (de café noemde dan ook Sint-Elooi!). Ook de oudstrijders waren vaste klanten, want de souper ter gelegenheid van wapenstilstand werd (tot in 2006!) in dit volkscafé gegeven. In het café, de smidse en de winkel kwam met Achiels zoon Roger nog een volgende generatie. Roger Desmet baatte samen met zijn vrouw Erna Vandecaveye tot in september 2007 het café uit. In 2008 verdween het café en een nieuw appartementsgebouw kwam in de plaats (Bloemendalestraat 90).

Het in 2009 verdwenen Café St-Elooi in de Bloemendalestraat (nr. 90) met in de poort de ‘smisse’.

45


Grafnummer: 155 August Strobbe gemeenteraadslid, opleider jonge muzikanten Harmonie St-Cecilia, zeer actief in diverse verenigingen •

Strobbe August: 20/09/1882 (°) – 07/11/1948 (+)

Strobbe Arthur Joseph: 09/07/1898 (°) – 30/03/1950 (+)

Strobbe Maria Helena: 10/05/1890 (°) – 12/11/1968 (+)

August Strobbe was indertijd een schrijnwerker. Meer dan een halve eeuw, verdiende hij samen met zijn broer Arthur, zijn brood als zelfstandige. Daarnaast was August, die niet gehuwd was, ook heel actief in het maatschappelijk leven in Beernem. o was hij gemeenteraadslid lid van de ommissie van pen are Onderstand, voorzitter van de ziekenbond, bestuurslid van de Geitenbond, lid van de “Katholieke Jonge Wacht” en medestichter van het Christen Werkersverbond. Hij was, kortom, in heel wat takken van de maatschappij sociaal geëngageerd en trachtte overal goed te doen. Verder sloot hij zich in 1900 aan bij de Koninklijke muziekmaatschappij en drie jaar later werd hij al verkozen als de afgevaardigde van de muzikanten bij het bestuur. Hij zou de muziekvereniging nog ijna jaar lijven dienen ijn grootste verdienste innen het korps was de opleiding van jonge muzikanten. ijn huis in de egeweg was een weliswaar lein cultureel centrum te noemen. Hij leerde kinderen noten lezen en een instrument

46

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


bespelen. Bovendien hield hij ook nog vele jaren een dagboek bij waarin hij heel summier en met een kritische blik een deel van de Beernemse geschiedenis beschreef. De vader van August was Amandus Strobbe (° 1854 - +1946), gehuwd met osalie utterman mandus had naast de zonen ugust (ongehuwd), Adolf (met zonen RenÊ, Maria-Magdalena, priester Karel en AndrÊ) en Arthur (geen kinderen), ook nog een ongetrouwde dochter Maria-Magdalene en een dochter Sidonie-Marie. Een ander dochtertje, Marie-Helena, verdronk op 1,5-jarige leeftijd in de Biezemoerbeek nabij het ouderlijk huis.

August Strobbe (achteraan 2de van links) als muzikant bij de Harmonie St-Cecilia.

47


Grafnummer: 162 Henri De Prest handel in kruidenierswaren, (voor-) vader van een familie van drukkers •

De Prest Henri: 1872 (°) – 1948 (+)

Henri De Prest, gehuwd met Emerence Storme, had een bedrijf in de Bloemendalestraat en het gonsde er steeds van de bedrijvigheid. Vroeger hielden zijn ouders er een beenhouwerij open. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd deze ingericht als een Duits militair slachthuis. De verschillende dieren werden doodgeschoten om vervolgens geslacht te worden. In 1916 liep het evenwel mis toen een “verdwaalde” kogel zijn moeder raakte en doodde. Henri De Prest, en later ook zijn zoon Georges De Prest, waren groothandelaars in voedingswaren. Daarnaast was er ook een kleinhandel in kruidenierswaren. Henri voerde uit met paard en kar en leverde aan diverse winkels. Op kermisdinsdag in september werden in de namiddag bij handelaar Deprest ook gratis ballonnetjes uitgedeeld aan de kinderen. Henri had in 1910 de huizen met de (toenmalige) nummers 73, 74 en 75 in de Bloemendalestraat gekocht. Nummer 73 werd afgebroken. Van het oude handelsbedrijf is vandaag de dag niet zoveel meer merkbaar.

48

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


De voormalige bank van Maurice De Prest (nu Bloemendalestr. 118-120)

De familie Deprest, en in het bijzonder ook een andere zoon van Henri, nl. Maurice Deprest (grafnr. 841), speelde veel jaren een belangrijke rol in het Beernemse zaken- en middenstandsleven. Van 1924 tot 1962 was Maurice Deprest bankier in de Bank voor andel en ijverheid een liaal van de Volksbank van Leuven wat in 1935 de Kredietbank werd, gelegen in de Bloemendalestraat (nu nr. 120) waar momenteel de Fortisbank gelegen is. Daarnaast had hij ook nog de drukkerij Deprest. In de drukkerij werd jarenlang het Parochieblad van Beernem gedrukt. Verder baatte Maurice samen met zijn vrouw Alice Martens ook een winkel van papierwaren en schoolgerief uit.

Naast het zakelijke leven speelde Maurice graag eens toneel met zijn vrienden op het koertje van de Patronaatszaal in de Rollebaanstraat. Gedurende vele jaren was Maurice ook sterk betrokken in het sociaal-politieke leven van Beernem. In Beernem waren er vroeger steeds een aantal gilden actief die enigszins het sociaal-politieke leven in het dorp beheersten. Uiteraard was lidmaatschap niet voor iedereen weggelegd! Enkel zogenaamd “notabele” personen konden toetreden tot deze verenigingen. Figuren als de latere burgemeester ridder Etiènne de Vrière waren hier uiteraard bij aangesloten. Maurice Deprest was waarschijnlijk één van de laatste verslaggevers van de originele “Katholieke Jonge Wacht” voordat de gilde rond de Eerste Wereldoorlog van naam veranderde. Na de dood van de vrouw van Maurice, nl. Alice, ontdekte hun Jozef het verslagboek van de “Jonge Wacht”, dat een prachtige bron was en is voor wie de gildegeschiedenis van ons dorp verder wil onderzoeken.

49


Grafnummer: 165 Camiel Van Hulle ondernemer (o.a. wasserij Zonet), zeer actief in diverse verenigingen en in de politiek •

Van Hulle Camille Joseph Gerard: 01/10/1914 (°) – 09/09/2002 (+)

Camiel werd in Beernem geboren op 1 oktober 1914. Op zakelijk ge ied was amiel heel e i el en pro eerde wer elij van alles uit om zijn rood te verdienen o volgde hij omstree s enaat De Leyn (zie grafnr. 46) op in de kippenkwekerij in de Legeweg. Toen werd gewerkt met een “Mammouth”-broedmachine van het merk “The Detroit”. De capaciteit was 65.000 eieren met een gemiddelde goede uitslag van 85% uitgebroede eieren. Door oorlogsomstandigheden werd de zaak opgedoekt. Camiel richtte tijdens de oorlogsjaren zijn De moderne kippenkwekerij

50

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


pijlen op WalloniĂŤ en richtte vervolgens een melkerij op in CognelĂŠe nabij Namen. Nog later startte hij de wasserij onet op in eernem gelegen naast de toenmalige Brouwerij van de gebroeders Hoste. Verder was hij heel actief in diverse verenigingen. Hij lag aan de basis van de Beernemse krachtbalgroep, van de lokale Judo-afdeling, van de volksdansvereniging, hij was lid van de Beernemse cultuurraad, was de oprichter van de jeugdmuziekgroep (Brotunda) en was een tijdlang voorzitter van de Beernemse fanfare. Op politiek vlak engageerde Camiel Van Hulle Camiel zich ook sterk en richtte een nieuwe lijst (Jong-Beernem) op voor de gemeenteraadsverkiezingen van 1970. ijn lijst ehaalde twee zetels maar wegens zijn verwantschap met schepen Hubert Van Hulle kon hij echter niet zelf zetelen. Op een bepaald moment behaalde Camiel echter meer stemmen dan Hubert waardoor hij alsnog kon zetelen in de gemeenteraad.

51


Grafnummer: 173 Maurits Lemahieu zaakvoerder houtzagerij en lattenklieversbedrijf (nu een kunststofverwerkend familiebedrijf) • •

Carolus (Maurits) Lemahieu 01/05/1892 (°) - 09/09/1944 (+) Martha Vanhaverbeke 12/10/1895 (°) - 31/07/1955 (+)

De gebroeders Lemahieu zijn zowel voor Sint-Joris als Beernem toch wel twee mar ante guren geweest anuit angemar wam het gezin naar Beernem en vestigde zich vlakbij het station. Vader Charles, geboren in Vlamertinge in 1828, had reeds een bloeiend houtbedrijf in angemar onen enri en sidore ( ) legden zich ij de aanvang van het Beernemse bedrijf vooral toe op het aankopen van bomen, bestemd voor de houtzagerij. Daarnaast maakten zij ook de zogenaamde “mijnpalen”. De naam zegt het reeds zelf: dit waren de houten palen die de mijngangen ondersteunden. In 1886 legden de broers zich toe op een volkomen nieuwe tak in de houtindustrie namelijk het splijten of klieven van latten. Deze latjes zouden al snel een groot succes kennen in de bouwnijverheid. e waren gegeerd plafonneerwer e zaa draaide heel goed en het bedrijf werd verplaatst naar de boorden van het kanaal, meer bepaald in de wijk Kijkuit. Deze plaats mag zich met recht en rede de bakermat noemen van het lattenklieven in België. De aanvoer van het

52

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


dennenhout gebeurde per spoor vanuit de haven van Gent. Nadat beide broers getrouwd waren, besloten ze van dan af afzonderlijk te gaan werken. Henri zou in Beernem blijven en Isidore zou in Sint-Joris een Dochter Nelly en zoon Isidore namen totaal nieuwe houthandel en zagerij opstarten. het familiebedrijf over van vader Maurits. In 1892 werd Henri’s zoon Maurits Lemahieu geboren, die later met zijn vrouw Martha Vanhaverbeke, de houtzagerij in Beernem zou runnen. De boomstammen werden ooit per vlot langs het kanaal aangevoerd en met veel mankracht (en later met een takelsysteem) aan wal gebracht. Hun specialiteit was het vervaardigen van houten kistjes voor het verpakken van o.a. fruit, groenten en aardappelen. De meest gebruikte houtsoort was de populier, die zij overal in de streek met grote partijen opkochten. De 2de Wereldoorlog bracht voor de familie Lemahieu veel leed: de houtzagerij werd door een bombardement bijna totaal verwoest en op 9 september 1944 werd vader Maurits door een Duitse scherpschutter neergeschoten toen hij even aan het venster kwam kijken. Noodgedwongen nam moeder Martha de zaak ter harte, en vanaf 1948 kwamen ook zoon Isidore (° 1930; grafnr. 322) en dochter Nelly (grafnr. 174) in de zaak. In 1963 werd begonnen met de bouw van een volledig nieuw bedrijf, omdat de zagerij voor de geplande verbreding van het kanaal moest verdwijnen, wat dan ook gebeurde in 1970. Een volgende generatie runt nu het bedrijf (nl. de 4 zonen van Isidore), dat ondertussen is uitgegroeid tot een kunststofverwerkend familiebedrijf. 1950: de in Beernem gekende vrachtwagen van de familie Lemahieu waarmee dagelijks houten kisten naar binnen- en buitenland werden getransporteerd

53


Grafnummer: 177 Clarebout, Louwyck, Sintobin EH EH Amedee Clarebout: pastoor (1888-1913) / EH Gustaaf Louwyck: pastoor (1913-1927) / EH Petrus Sintobin: pastoor (1958 - 1969) • • •

Clarebout (pastoor) Amedeus Desire: 27/09/1838 (°) - 25/06/1913 (+) Louwyck (pastoor) Gustaaf Jozef Eduard: 21/01/1861 (°) - 25/04/1927 (+) Sintobin (pastoor) Petrus Michel: 11/08/1895 (°) – 01/05/1976

Amedee Clarebout werd geboren in Boezinge op 27 september 1838. Voordat hij pastoor werd in Beernem, van 1888 tot 1913, was hij achtereenvolgens actief in Kemmel, Wevelgem, Kortrijk, Dadizele, Ardooie en Beerst. E.H. Clarebout kwam in 1888 de SintAmandusparochie binnen en zou er heel nadrukkelijk zijn stempel nalaten ls een echte ouwheer en met de nodige nanciële steun van burgemeester Etiènne de Vrière, zou hij vanaf zijn aantreden een reeks intensieve bouw- en verbouwingswerken opstarten. In 1889 startte men met de constructie van een bewaarschool (=een huidige kleuterschool), naast de bestaande meisjesschool in de Rollebaanstraat. Enige jaren later, in 1897 volgde de verbouwing van het oude klooster. Rond de eeuwwisseling liet hij het oude pittoreske SintAmanduskerkje verbouwen tot het huidige neogotische kerkgebouw. In 1905 startte de bouw van de “patronagezaal” in de Rollebaanstraat waar later de Beernemse Boekerij in zou worden ondergeracht n werd de neogotie e looster apel van de usters

54

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


van Onze Lieve Vrouw van de 7 Weeën” vlakbij de meisjesschool gebouwd en enkele jaren later werd de bouw van een wees- en rusthuis, eveneens in de Rollebaanstraat, voltooid. Bovenop de al indrukwekkende lijst van verbouwingen, deed pastoor Clarebout ook heel wat fantastische giften aan zijn parochiekerk: de reeds verdwenen neogotische communiebank, het hoogaltaar in de typische neogotieke stijl, en de reeds verdwenen predikstoel. Verder had de Sint-Amanduskerk ook het koperen tabernakel en een kostbare kelk aan hem te danken. E.H. Clarebout was ook actief in het verenigingsleven. De priester was zo één van de medestichters de Koninklijke Harmonie Sint Cecilia. Gustaaf Louwyck was pastoor in Beernem van 1913 tot 1927. Hij werd geboren in Houtem bij Veurne in 1860 en was achtereenvolgens werkzaam in Dadizele, Blankenberge en Varsenare. Hij zorgde in het “Liber Manualis” van de parochie voor talrijke en omvangrijke nota’s over het dagelijks verloop van de “Groote Oorlog” in Beernem. E.H. Louwyck was op geestelijk gebied een heel bedrijvig man. Qua infrastructuurwer en zat hij net als zijn voorganger niet stil o gaf hij in 1914 aannemer Auguste Bruggeman de opdracht enkele verbouwingen uit te voeren aan de pastorie van de Sint-Amanduskerk. Het interieur van de parochiekerk kreeg daarnaast een nieuw likje verf en aannemer René Claeys bouwde er een gloednieuwe doopkapel. Hoewel pastoor Louwyck van nature een heel brave en zachtaardige mens was, zou hij tijdens de Eerste Wereldoorlog tweemaal aangehouden worden door de Duitsers. Eerste maal was in oktober 1914 bij het binnenrukken van het Duitse leger. Pastoor Louwyck, zich van geen kwaad bewust, liet de doodsklokken traditiegetrouw luiden voor de pas overleden era na o en actie die op zijn minst onvoorzichtig te noemen was in de kritieke uren waarin de vijandelijke troepen door het dorp trokken. De Duitsers vonden het klokkengelui uiteraard heel verdacht want het kon immers een afgesproken signaal zijn met de afdruipende geallieerde troepen. De klokkenluiders Edmond Vanrie en Edward Dedecker werden van de toren gehaald en samen met pastoor Louwyck gearresteerd. Pas wanneer de Duitse ezetters wer elij vastgesteld hadden dat er e ectief een lij in het

55


sterfhuis lag, werd iedereen, uitgenomen pastoor Louwyck, vrijgelaten. Deze werd als gijzelaar naar het kasteel van Beernem gevoerd waar hij tegen zijn wil in moest dineren met en ele uitse officieren en de nacht doorbrengen tussen de Duitse soldaten. Het zou nog 4 jaren duren voordat de Beernemse klokken nog eens geluid zouden worden totdat de Belgische troepen hun intrede deden in Beernem op 20 oktober 1918. Een tweede arrestatie volgde op 19 september 1915. Pastoor Louwyck had, zoals gebruikelijk, van op de preekstoel een gebed gevraagd voor de zielsrust van de vermoorde Baron Henri d’Udekem d’Acoz. De omstandigheden van de gewelddadige moord waren heel duister en er werd dan oo veel over ge uisterd en gespro en e uitsers vielen, misschien in de veronderstelling dat de pastoor het volk trachtte op te hitsen tegen hen, diezelfde middag nog de pastorie binnen. Pastoor Louwyck werd gearresteerd, langdurig ondervraagd, opgesloten en pas na twee dagen terug vrijgelaten. Pastoor Louwyck trachtte zijn parochianen ook zoveel mogelijk te helpen tijdens de roote orlog o liet hij de vijver van de pastorij uitdiepen en rondom afzetten met vlechtwerk. Enerzijds deed hij dit om de talrijke Beernemse werklozen werk te geven en anderzijds om

Werken aan de omwalling van de pastorie in opdracht van pastoor Louwyck (in 1916)

56

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


hen te beschermen tegen opeisingen en deportaties door de Duitsers. Het was daarnaast ook een nuttig werkje, want de pastorievijver was pas voor het laatst in 1833 gezuiverd. Petrus Sintobin werd geboren in Izegem op 11 augustus 1895. Hij was pastoor van de Sint-Amandusparochie van 1958 tot 1969. Meerdere jaren was Petrus Sintobin arrondissementsproost van de Boeren- en Boerinnengilden. Sintobin lag aan de basis van de oprichting van de Beernemse scoutsgroep W1101G en de kaartersvereniging “Ju met de muil”. Op kerkelijk vlak zorgde hij ondermeer voor de aankoop van 800 nieuwe kerkstoelen, een nieuw kerkpodium, een degelijke verwarmingsinstallatie die niet langer functioneerde op kolen maar op mazout en meerdere kerkornamenten. Op sociaal vlak nam hij deel aan de uitbreiding van het Sint-Lutgart-Instituut en de Jonge Moederaktie. In 1967 wijdde hij het nieuwe rustoord “Mariawende” in de Rollebaanstraat in.

57


Grafnummer: 178 Richard Batselaere vestigde zich in 1924 als dokter, volksvriend •

Batselaere Richard Victor: 11/03/1898 (°) – 20/11/1976 (+)

Mertens Bernardina-Johanna: 07/06/1903 (°) – 04/09/1953 (+)

Dokter Richard Batselaere werd geboren op 11 maart 1898 in Sluis. In 1924 besloot hij om zich in Beernem te vestigen en er een dokterspraktijk te starten. De 26-jarige dokter werkte er nog enkele jaren samen met de bekende oogarts dokter Antoine De Jaegher van wie hij uiteindelijk de villa met praktijk in de huidige Bloemendalestraat zou overkopen. Hij liet het huis verbouwen tot de villa zoals wij hem nu kennen in de BloemenDe villa die dr. Batselaere overkocht

58

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


Het verbouwde huis dalestraat (nr. 99). De voorgevel is niet meer dezelfde als vroeger. Toen was deze immers volledig bepleisterd en zelfs volledig in een andere bouwstijl opgetrokken (zie foto). Op 4 mei stapte hij in het huwelijksbootje met de Nederlandse BernardinaJohanna Mertens en samen zou het echtpaar 6 kinderen krijgen. Dokter Batselaere was niet alleen een uitstekende huisarts, die dag en nacht ter beschikking stond van zijn patiënten, maar bovenal ook een echte volksvriend. Bovendien was hij ook één van de eerste artsen in onze contreien die de principes van de acupunctuur toepaste. Hierdoor kreeg hij patiënten die van heinde en verre zijn praktijk kwamen opzoeken. Verder was hij ook een vurige liefhebber van de wielersport en organiseerde regelmatig koersen voor onafhankelijke wielrenners in Beernem.

Dokter Batselaere

59


Grafnummer: 186 Arthur Hoste brouwer samen met broer Theophiel (brouwerij ‘De Leeuw’), handboogschutter •

Hoste Arthur Idesbaldus: 21/12/1892 (°) – 02/03/1956 (+)

Augusta Defour: 03/03/1897 (°) – 08/06/1983 (+)

Ridder Etienne de Vrière nam in 1906 de brouwerij van Matthys en de aanpalende Samenwerkende Melkerij aan de zuidelijke kanaaloever over. Van 1913 tot 1916 kwamen de brouwerij en melkerij onder het beheer van ridder de Vrière en zijn kinderen totdat de gebroeders Theophiel (zie grafnr. 192) en Arthur Hoste het hele bedrijf opkochten van de voormalige burgemeester. De melkerij werd nog een tijdje uitgebaat door Hector Wille maar verhuisde rond 1935, enkele jaren na zijn dood, naar de Scherpestraat. Het gebouw aan de kanaaloever werd door de nieuwe eigenaars omgevormd tot een kolenmagazijn. Arthur Hoste was de brouwer, en Theophiel nam de handel in handen. ectief ier rouwen werd er steeds in mindere mate gedaan r de Tweede Wereldoorlog werd enkel nog een bruin bier gebrouwen en ook een speciaal soort “bleek” tafelbier voor de landbouwers die het te drinken gaven aan hun knechten en meiden bij seizoenarbeid. De oorlog legde brouwerij “De Leeuw”, net als Brouwerij “De Pijl”

60

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


de Samenwerkende Melkerij die in 1906 door ridder de Vrière, en in 1919 door de gebroeders Hoste werd overgenomen (zie grafnr ) wegens een ge re aan grondsto en volledig stil Na het overlijden van Theophiel werd Arthur de eigenaar en runde het bedrijf, dat alleen nog een drankendepot, drankenhandel en kolenhandel was, nog tot in 1957. Helaas moesten deze gebouwen verdwijnen voor de verbreding van het kanaal Gent-Brugge. In 1970 werden de ge ouwen de nitief van de kaart geveegd. In zijn vrije tijd beoefende brouwer Arthur Hoste onder andere de handboogsport. Hij was er heel bekwaam in en werd in Beernem aanzien als een van de beste handboogschieters.

Arthur Hoste als handboogschutter.

61


Grafnummer: 187 Julius Alyn dokter, beschikte als één van de eerste Beernemnaars over een auto •

Alyn Julius Isidore Joseph Marie: 29/11/1875 (°) – 16/12/1963 (+)

Plasschaert Magdalena Esther

Julius Alyn werd geboren in Aalter op 29 november 1875. Hij volgde geneeskunde aan de Rijksuniversiteit van Gent en studeerde af met grootste onderscheiding. Vervolgens trok hij naar Beernem en startte een dokterspraktijk in de Stationsstraat in Beernem. Vele jaren oefende hij daar zijn beroep uit, tot hij plaats moest maken voor de verbreding van het kanaal. Julius beschikte als één van de eerste mensen in Beernem over een auto. De kleine Opel deed in spoedgevallen zelfs dienst als een “100” (ambulance). Dokter Alyn was een zachtaardige, geduldige persoon en een gerespecteerd arts in Beernem. Hij was zeer klein van gestalte. Julius Alyn stierf op 16 december 1963.

62

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


Dokter Alyn woonde in de Stationsstraat (nl. het gebouw links vooraan)

63


Grafnummer: 192 Theophile Hoste brouwer samen met broer Arthur (brouwerij ‘De Leeuw’), gemeenteontvanger •

Hoste Theophile Emile: 30/03/1896 (°) - 12/10/1939 (+)

Vanhulle Pharaïlde: 1898 (°) - 1958 (+)

Het was in de gebouwen, gelegen aan de zuidelijk kanaaloever, van de “Samenwerkende Melkerij” en van de aanpalende brouwerij “De Leeuw” – beide eigendom van ridder de Vrière – dat in 1926 de brouwerij van de gebroeders Arthur en Theophiel Hoste werd gevestigd. In 1947 was in de linkervleugel de kolen- en bierhandel Hoste, terwijl in de rechtervleugel Camiel van Hulle (zie grafnr. 165) zijn “Beernemse elfwasserij inrichtte e ge ouwen werden in gesloopt wegens de voorgenomen verbreding van het kanaal. Theophile was een zekere tijd ook de gemeenteontvanger van Beernem. Theophile overleed vroegtijdig in Beernem in 1939. De foto geeft een nostalgisch beeld weer van het oude Beernem omdat het voorgoed uit het straatbeeld verdwenen is. Het is de oude vrachtwagen van de brouwerij Hoste waarmee men vele jaren de Beernemse cafés met bier en frisdranken bevoorraadde. Let op het telefoonnummer “48”.

64

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


De oude vrachtwagen van de brouwerij van Theophile en Arthur Hoste. Theophile huwde met Pharaïlde Vanhulle ij verzorgde lange tijd ‘de burgerlijke stand’ op het gemeentehuis. Pharaïlde was de dochter van de welstellende boomkweker Pieter Vanhulle (zie grafnr. 9). We zien op de foto Pharaïlde (zittend uiterst rechts) in 1915 aan het “Gasthof Reigerloo”, dat haar ouders Pieter Vanhulle (zie grafnr. 9) en Romanie Van Steelandt (zittend 2de rechts) uitbaatten. Bertand Hoste, zoon van Theophile en Pharaïlde, studeerde begin de jaren ’50 aan de Kunstdrukschool O.L.Vrouw te Gent. Het lag voor de hand dat hij ooit een drukkerij zou beginnen. In 1952 stampte hij als pas afgestudeerde drukkerij ‘De Windroos’ uit de grond. Hij vestigde zich naast zijn geboortehuis in de Stationsstraat. Twee zonen van Bertrand namen de drukkerij over. Pharaïlde Vanhulle voor “Gasthof Reigerloo” in 1915

65


Grafnummer: 204 Albericus Vandeweghe graanhandelaar, voorzitter Harmonie St-Cecilia (1930-1957) •

Albericus Vandeweghe: 23/03/1882 (°) – 04/08/1975 (+)

Emma Maria Mestdagh: 1883 (°) – 1955 (+)

Alberic Vandeweghe was een Beernemse graanhandelaar. Hij had zijn magazijnen in de Stationsstraat aan de vaart, en beschikte over zijn eigen loskaai. Daarnaast had Alberic een grote passie voor muziek en was hij dus ook lid van de lokale muziekmaatschappij. In 1925 werd hij er ondervoorzitter van, en in 1930, na het overlijden van Hector Wille, voorzitter. Voor hem was voorzitter zijn helemaal geen erefunctie, maar een echt werk. Hij was een enorm geliefde, en ondernemende voorzitter van de fanfare int ecilia o ge eurde het dat omstree s de muzie maatschappij gevraagd was om op te treden in Aalter. Probleem dus, want hoe kon je een groep van dergelijke omvang vervoeren in die tijd? Voorzitter Alberic had er snel iets op gevonden. Voor zijn woning aan de vaart lag er een half gelost maïsschip en aangezien het zondag was, werd dit toch niet verder gelost. Alberic overtuigde de schipper om de imposante groep muzikanten naar Aalter te voeren. Het dek werd volgepropt met muzikanten en wie er niet meer bij kon,

66

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


De Harmonie St-Cecilia met de boot op stap. maakte de tocht in het ruim mee. Er werd aanhoudend opgewekte muziek gespeeld door de uitgelaten muzikanten en het uitstapje kende een enorm succes. Voor herhaling vatbaar dus! Alberic (‘Briek’) was een echte weldoener en mecenas die steeds bereid was mensen te helpen.

67


Grafnummer: 212 Gustaaf Sap & Andreas Vlerick Gustaaf Sap: minister, hoogleraar, bewoner kasteel ‘Bloemendaele’ / Andreas Vlerick: baron, professor, minister • • •

Sap Gustaaf Karel: 21/01/1886 (°) – 19/03/1940 (+) Vlerick Andreas Jozef Arthur: 11/09/1919 (°) – 03/12/1990 (+) Sap Cécile Léonie Paula: 21/12/1922 (°) – 29/10/2001 (+)

De moeder van ridder de Vrière (grafnr. 231) liet in 1878 het huidige kasteel Bloemendaele bouwen. Bij haar overlijden ging het kasteel over naar haar zoon (ridder Etiènne de Vrière). Gustaaf Sap kocht op 18 augustus 1938 het kasteeldomein “Bloemendaele” op. Het kasteel, dat geruime tijd verwaarloosd was geweest, werd opgeknapt en her en der aangepast aan de noden van de tijd. Het mooie domein (‘den hof van Sap’) was vaak een aangename locatie voor volksfeesten zoals de Vlaamse kermissen van de Harmonie St-Cecilia. Gustaaf Sap was een gewezen minister van economische zaken, middenstand en ravitaillering open are wer en land ouw en nanciën ij was eveneens hoogleraar aan de universiteit van Leuven. Hij werd geboren in Kortemark op 21 januari 1886. De kiesomschrijving van de heer Sap bleef, niettegenstaande zijn verblijf in Beernem, steeds Roeselare-Tielt. Hij overleed in Brussel op 19 maart 1940 en werd in Beernem begraven.

68

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


Kasteel Bloemendaele Andreas, André, baron Vlerick werd in Kortrijk geboren op 11 september 1919. Hij verloofde zich met Cecile Sap, de dochter van Gustaaf Sap, en op 15 december 1945 werd het burgerlijk huwelijk ingezegend in het gemeentehuis van Beernem. In 1955 liet hij in het Bloemendalepark van Beernem een eigen villa optrekken waar hij voornamelijk zijn weekends zou doorbrengen. ijn uitgespro en academische ennis lag aan de asis van zijn snelle eerste succes o pu liceerde hij een indru we ende lijst van academische studies en onderzoe en was hij actief in de nanciële sector en beoefende hij diverse mandaten uit in zowel de publieke als de private sector. Op jonge leeftijd werd hij benoemd tot volwaardig professor aan de toenmalige Rijksuniversiteit van Gent. Verder was hij ook een tijdlang de assistent van professor Eyskens aan de universiteit van Leuven en voerde als lid van de Staatadministratie meerdere officiële zendingen uit in het uitenland ater werd hij minister van nanciën in het a inet van aston s ens ndr Vlérick overleed op 3 december 1990.

69


Grafnummer: 231 Etienne De Vrière & Idesbald Snoy Etienne de Vrière: ridder, burgemeester (1891-1926) / Idesbald Snoy: baron, bewoner ‘kasteel van Beernem’ •

• •

de Vrière Etienne-Edward-EmileMarie-Ghislain: 09/11/1857 (°) – 08/11/1936 (+) de Vrière Marie Adeline Amélie: 16/05/1851 (°) – 15/06/1921 (+) Snoy Idesbald Philip Louis Joseph: 25/09/1852 (°) – 17/12/1922 (+)

De kapel werd in 1896 opgetrokken voor Leonide Mulle de Terschueren door haar zoon Etienne de Vrière en schoonzoon Idesbald baron Snoy. Etienne de Vrière werd geboren op 9 november 1857 als zoon van Etienne-Charles Hyacinthe de Vrière en Leonie-Marie-DésiréeGhislaine Mulle de Terschueren. Op achtjarige leeftijd verloor hij al zijn vader ijn moeder zou hem opvoeden met de privileges van de nieuwe adel (zijn vader was in 1861 in de adelstand verheven door Leopold I) en al snel groeide hij uit tot de autoritaire, zelfzuchtige persoon die bitter weinig respect kon opbrengen voor zijn ondergeschikten. Een verschijnsel dat wel meer “eigen” was aan de “nieuwe adel van toen ijn zelfzuchtig hautain en autoritair ara ter maakten hem in Beernem tot onderwerp van lasterpraatjes en roddels waarvan de één al geloofwaardiger was dan de andere. Dat hij het niet zo nauw nam met de huwelijkstrouw werd door meerdere mondelinge ronnen evestigd o liepen er naar alle waarschijn-

70

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


lijkheid, ondanks zijn drie huwelijken en zijn lidmaatschap van de katholieke partij, meerdere bastaardkinderen van hem rond in Beernem. Bovendien werd in Beernem ge uisterd dat zijn iologische vader in feite Koning Leopold II was. Een ander gekend verhaal dat wel gebeurd was, en daarenboven mooi het karakter van ridder de Vrière blootlegde, dateerde uit 1911. Etienne de Vrière o ge eurde het dat idder de ri re via een privébaantje vanuit zijn park naar het Beernemse station wandelde. De toenmalige stationschef Van Nieuwerburgh zag in de verte de machtige kasteelheer naderen en haastte zich om hem persoonlijk te kunnen begroeten. De chef vroeg of de heer de Vrière toch niet van plan was geweest de trein te nemen want die was net vertrokken! De burgemeester trok zijn horloge, bekeek die even en beschuldigde de treinchef ervan dat hij de trein met opzet te vroeg had laten vertrekken want op zijn horloge was het een halve minuut voor elf. Hij eiste dat de trein onmiddellijk zou terug eren of an ieuwer urgh on uiten naar zijn aan in het station. En inderdaad, de stationschef smeekte telefonisch bij zijn collega in Aalter om de trein alsnog terug te sturen voor ridder de Vrière, wat uiteindelijk ook gebeurde. Hij begon zich al in 1883 voor te bereiden op het burgemeesterschap van Beernem. In 1884, hetzelfde jaar waarin zijn oudste dochter ter wereld kwam, werd hij gemeenteraadslid. Hij engageerde zich voor het politieke leven en was zo een drijvende kracht binnen de Katholieke Burgersgilde van Brugge. Een vereniging die men kon aanzien als de schakel tussen de kiezers en de christelijke partijleiding. Vanaf 1891 trad hij op als spreker in West-Vlaanderen bij grootschalige propagandatochten tegen het socialisme en ter bevordering van de laamse taal tienne de ri re werd officieel ingehuldigd als burgemeester van Beernem op 20 oktober 1891. Een dorp dat hij tot eind 1926 als het ware als zijn persoonlijke eigendom zou gaan beschouwen en besturen als een kleine despoot.

71


Het Kasteel van Beernem tienne de ri re was dan zij zijn nanciële n politie e macht h t voorbeeld bij uitstek van een dominerende aristocraat die goed was voor enkelen maar gevaarlijk en meedogenloos voor allen die zijn mening niet deelden. Maar, ere wie ere toekomt! Hij lag ook dikwijls aan de basis van prachtige initiatieven die toen genomen werden en ten goede kwamen aan de leden van de verenigingen waar hij het voor het zeggen had o realiseerde ridder de ri re veel in eernem en liet hij duidelijk zijn stempel na. Tijdens zijn ambtstermijn werd de Sint-Amanduskerk gedeeltelijk vernieuwd en schonk hij veel zaken aan zijn parochiekerk, liet hij een prachtig neogotisch gemeentehuis bouwen, voorts werden er nieuwe wegen aangelegd, vele bossen ontgonnen en werd het oorlogsmonument op het gemeenteplein opgetrokken. eze laatste liet hij ouwen ter ere van de slachto ers van de erste Wereldoorlog en het Heilig Hart. Het megalomane bouwplan van de Vrière indachtig, namelijk een oorlogsmonument van maar liefst 72 meter hoog an men het huidige eeld eschouwen als een auw afkooksel van wat het moest zijn (volgens de toenmalige burgemeester). Verder was Etienne de Vrière sterk betrokken bij enorm veel sociale verenigingen en maatschappijen in eernem o stichtte hij ondermeer “De Vrije Scholen”, “de Werkbeurs”, “de onderlinge

72

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


Boerenleenbank”, “de Samenwerkende stokerijen van Beernem, Roeselare, Nieuwmunster en Strombeek”, “de onderlinge Veeverzekering”, “de onderlinge Geitenverzekering”, “de Geitenbond ter verbetering van het Geitenras en “de muziekmaatschappij Sint-Cecilia”. Bovendien stichtte hij in 1890 coöperatieve melkerijen in Beernem en later in Knesselare en Wingene…en ga zo maar door. Op 27 mei 1888 werd Ridder de Vrière verkozen als provinciaal katholiek raadslid en in maart 1919 benoemd tot provinciaal senator, een functie die hij zou uitoefenen tot 1929.

het ontwerp van het H. Hartbeeld; een zeer minieme versie van dit ontwerp werd uiteindelijk geplaatst op het gemeenteplein

73


Grafnummer: 234 Arnold Roets & Ludovicus (Louis) Roets onderwijzer, bouwde een eigen schooltje (1832), onderwijzersfamilie ‘Roets’ •

Roets Arnoldus: ...(°) - 1853 (+)

Roets Ludovicus: 1816 (°) - 1895 (+)

In het dorp van Beernem waren er vroeger twee gemengde scholen. Eén van deze scholen werd geleid door Jan De Paepe. De andere werd geleid door meester Bonnisant - tot 1822 - en Arnold Roets en later (na 1822) door Louis Roets, zoon van Arnold. Arnold kocht op 28 oktober 1830 voor 1160 gulden (het was op het einde van de tijd dat onze regio nog onder Nederlands bewind stond) een huis in de Bloemendalestraat. Daar opende hij samen met zijn vrouw Sophia Coryn, een kruidenierswinkeltje. Twee jaar later liet hij, op het erf van zijn woning en met eigen middelen, een dorpschooltje bouwen. Vandaag is het gebouwtje, na jaren van verval, mooi gerestaureerd. Het was een gebouw met één verdieping dat werd ingenomen door een “spellewerkscholle”. Het privéschooltje van Arnold Roets was zeker en vast een curiosum in een landelijke katholieke gemeente. In 1853 verdween Arnold Roets van het toneel en vanaf dan stond zoon Louis er alleen voor in zijn schooltje. In 1856, nadat de overheid nog maar eens aandrong om in Beernem een gemeentelijke lagere

74

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


Het in 1932 gebouwde schoolgebouwtje (Bloemendalestr. 41) school op te richten, moeide de gemeente zich geleidelijk meer met het asisonderwijs via de estaande priv scholen o werd ouis Roets benoemd tot gemeenteonderwijzer. In 1857 werd de eerste gemeentelijke jongensschool ingericht en Louis verhuisde mee. Acht jaar later trad de broer van Louis, Henri Roets (zie grafnr. 16) ook de school binnen. Buiten het schoolwezen was Louis ook lid van het genootschap tot “Voortplanting des Geloofs”. De genootschap werd opgericht door pastoor Van Eecke. De toenmalige priester moet parochiale genootschappen duidelijk verdienstelijke verenigingen gevonden hebben want tijdens zijn zesjarig geestelijk bestuur in Beernem richtte hij niet minder dan drie confréries op. De oudste van deze geestelijke verenigingen was het genootschap tot “Voortplanting des Geloofs” dat op 3 december 1857 opgericht werd. De genootschap werd initieel in 1819 in Lyon gesticht door Pauline Jaricot en kreeg in 1823 pauselijke erkenning. Louis Roets was, naast 92 andere ingeschreven, als onderwijzer een gerenommeerd lid van de Beernemse afdeling.

75


Grafnummer: 235 Hilaire & Albinus De Vos grootgrondbezitters, lid van de Kerkraad, graag geziene weldoeners •

De Vos Albinus: 10/12/1829 (°) – 04/01/1908 (+)

Devos Hilaire: 06/10/1870 (°) – 10/09/1935 (+)

Hilaire Devos en zijn zus waren grootgrondbezitters in Beernem die boerderijen, ettelijke huizen en veel landbouwgrond verpachtten aan eernemnaars aar daarnaast waren het echte weldoeners ij zorgden er zo voor dat het klooster van de zusters van Onze-Lieverouw van even eeën de nodige nanciële slag racht had om hun school op te richten. Hilaire Devos was samen met Leopold Vemeire, Felix Allemeersch, Adile Lootens en Emile Van Haecke, eveneens lid van de Beernemse Kerkraad. Binnen deze raad vervulde Hilaire de functie van geheimschrijver. Deze Kerkraad besloot om een totaal van negentien loten binnen de gemeenten Beernem en Sint-Joris openbaar te verpachten. Hilaire Devos was ook muzikaal geïnteresseerd en was bijgevolg lid van de Koninklijke Harmonie Sint-Cecilia. In 1903 werd hij er verozen tot nieuwe voorzitter ilaire was een graag geziene guur in Beernem. Wanneer hij het voorzitterschap van de Beernemse fanfare overnam, was de jonge fanfare een beetje zijn eerste nieuwe glans

76

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


verloren en had het duidelijk nood aan nieuw bloed. Hilaire Devos bracht nieuwe ideeën aan en slaagde erin het enthousiasme te doen herleven. Hilaire zou het gezelschap uiteindelijk 21 jaar leiden. In 1924 nam hij afscheid van de fanfare. Hij heeft de fanfare verschillende eren een nanciële duw gegeven om de penningmeester gerust te stellen en bij zijn afscheid deed hij opnieuw een stevige duit in het zakje. Hij schonk de fanfare, die altijd in rode cijfers verkeerde, maar liefst 1.700 fr. Een mooi geschenk voor zijn opvolger die nancieel gezien terug met een propere lei kon beginnen. Hilaire Devos Onder het bestuur van burgemeester Charles de Madrid en schepen Albinus De Vos werd er tussen de gemeente van Beernem enerzijds en zes verschillende grondbezitters anderzijds een overeenkomst gesloten tot aanleg van de Hoornstraat. De eerste vergaderingen tussen de verschillende partijen werden al in 1875 belegd in de herberg “In de Keizer van Mexico”. Schepen Albinus De Vos, die zelf een grondbezitter was langs de oude Kasteelstraat, was de grote gangmaker van dit straatproject. Na enkele bijeenkomsten gaf de gemeente, in samenwerking met de grondbezitters, de opdracht aan landmeter Storme van Beernem om een plan van verkaveling en van aanleg op te maken. Op 21 augustus 1876 viel de beslissing op het gemeentebestuur en kon men aanvangen met de aanleg van de Hoornstraat. Als voorzitter van de toenmalige Kerkfabriek deed Albinus De Vos ook enkele heel royale giften aan de Sint-Amanduskerk van Beernem. o schon hij ondermeer twee andelaars twee wijwater wispels zes altaar andelaars het leurrij e glasraam met de guren van het H. Hart van Jezus en van de Heilige Jozef achter het hoogaltaar… In 1901 volgde echter de grootste, namelijk het Onze-Lieve-Vrouwe altaar dat in de linkerbeuk van de kerk gesitueerd is. Het ontwerp was van de hand van baron Emmanuel de Béthune.

77


Grafnummer: 270 Wilfried De Gersem kuiper, herbergier ‘In den Oudstrijder’, oudstrijder WO I •

De Gersem Wilfried Petrus: 07/09/1888 (°) – 15/09/1946 (+)

ie in eernem v r hoorde spre en over e ersems moest wel even nadenken wie men precies bedoelde. Wanneer men echter sprak over “De Kuipers” dan wist iedereen onmiddellijk over wie het ging. Kuipers waren vaklieden die kuipen (open houten vaten) en houten tonnen maakten. Geen enkele familienaam was in het Beernemse echter zo nauw verbonden met het kuipersberoep als de familie De Gersem. Naast de familietak van Frans De Gersem was er de familie van heo el e ersem ( ) die eveneens efaamde uipers waren ader heo el had vijf zonen waaronder Wilfried De Gersem, die stuk voor stuk ook meesters waren in het vervaardigen van kuipen. Het gezin woonde waar nu het Jeugdhuis The Nooddle is. In die tijd noemde men de gezamenlijke woningen daar “Cour dessous”. Centraal was er een gemeenschappelijke koer met één waterpomp en één toilet voor alle gezinnen. Doorgaans werden de kuipen vervaardigd voor de brouwerijen uit de streek (vb. brouwerij Cambrinus in Sint-Kruis) en voor andere

78

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


brouwerijen in het West-Vlaamse. Wanneer er echter weinig bestellingen waren vanwege de brouwers werden er andere kuipen vervaardigd: vleeskuipen, emmers, boterkuipen, waskuipen,…Deze waren dan bestemd voor de lokale verkoop. Naast het vervaardigen van kuipen baatte Wilfried ook nog café “In den Oudstrijder” uit in de toenmalige Dorpsstraat (nu Bloemendalestraat). Wilfried en zijn vrouw Herminie Hoens namen het café van René Expeels en zijn vrouw Maria Roose over. Het werd een druk Wilfried De Gersem bezochte boltent, waar de liefhebbers van de boldersport hun hart kwamen ophalen in de boltra achter het huis. Daarnaast was de herberg ook een lokaal van duivenliefhebbers die er de berichten over het lossen van de duiven kwamen beluisteren aan de radio. Tijdens de Tweede Wereldoorlog moest Wilfried het opschrift van zijn café echter laten overschilderen op bevel van de bezetter die bij deze duidelijke herinnering aan de vorige oorlog, een op i ering van patriottisme vreesde

een koers passeert aan kuiperij – herberg De Gersem

79


Grafnummer: 271 Willy Guidé verzetsstijder tijdens WO II, gesneuveld op 20 oktober 1944 •

Guidé Willy: 22/02/1922 (°) – 20/10/1944 (+)

Goegebeur Martha Alida: 03/03/1899 (°) – 01/02/1971 (+)

Willy Guidé werd geboren in Monceau-sur-Sambre als zoon van Michel Guidé en Martha Goegebeur. Tijdens de Tweede Wereldoorlog kende Beernem veel verzetsstrijders die opereerden tegen de Duitse bezetters. Daarnaast was het dorp bovendien, dankzij zijn vele en uitgestrekte bossen, een ideale plaats voor onderduikers. Willy Guidé uit Beernem behoorde zo ook tot het “Geheim Leger A.B.” of de zogenaamde “vogelvrij verklaarden”. Willy Guidé

80

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


Nadat Beernem bevrijd was door het Canadese leger, sloot Willy zich resoluut bij hen aan. Hij kreeg een uniform en trok met Canadezen richting Oostkerke (een gebied dat volledig onder water stond). Helaas liep zijn eenheid in een Duitse hinderlaag en kwam Willy uid om het leven op o to er ijn egrafenis lo te heel veel vol en zijn sto elij overschot werd met de grootste eer ied en militaire eer begraven in het Erepark van het Sint-Amanduskerkhof. ijn zus r ne is voorzitster van de udstrijdersvereniging eernem

81


Grafnummer: 298 Armand Tanghe opende allereerste apotheek in Beernem (1938 - 1980), daarna uitbater van een pension in Cochem (D) •

Armand Tanghe: 05/02/1914 (°) - 31/01/1990 (+)

Armand Tanghe opende omstreeks 1938 een apotheek in de Bloemendalestraat. De apotheek was de allereerste in gans Beernem. roeger moesten de mensen een grote afstand a eggen om aan hun geneesmiddelen te geraken. Dankzij de nieuwe apotheek spaarde men veel tijd uit. Het was dan ook niet verwonderlijk dat Armand een sterk bloeiende zaak had. ijn eerste apothee was gelegen in de loemendalestraat waar voordien een liaal van elhaize was (nu nr ) ang stond op die gevel “In de leeuw’ geschilderd. In 1954 werd het huis verbouwd tot café (met eerst Adolf Willem, Marcel Vermandel en tot slot Ghislain Lips). Apotheek Tanghe nam van 1958 zijn intrek in de Bloemendalestraat nr. 108, waar er nu nog steeds apotheek is. In 1980 nam Anne-Marie Goormachtigh de zaak over. Armand kon genieten van een welverdiende rust, die hij wel op een heel bijzondere manier invulde. Hij werd uitbater van een pension ‘kamer&ontbijt’ in het uitse ochem o on rmand in het pittores e oezelstadje

82

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


Armand Tanghe in Cochem (1985), genietend van een sigaar Cochem ten volle van zijn leven genieten. Hij bracht er een aangename tijd door samen met zijn vriend Charles Lootens. Het tweetal was tientallen keren gastheer van (groepen) Beernemnaars die kwamen genieten van deze prachtige streek met zijn lekkere wijnen. Dankzij ‘den apotheker’ en Charles werd Cochem bij zeer vele Beernemnaar op de kaart gezet… en werd Beernem op de kaart gezet in Cochem (want zelfs nu zijn er nog inwoners van Cochem die zich ‘herr Tanghe’ goed herinneren!).

83


Grafnummer: 306 Charles-Louis Wallijn voorvader van verschillende generaties boomkwekers (boomkwekerij Vanhulle - Wallyn) • •

Wallijn Charles-Louis: 04/06/1867 (°) - 19/08/1945 (+) Leonie Decorte: 1879 (°) - 1964 (+)

De boomkwekerij Vanhulle-Wallijn BVBA is vandaag de dag een groothandel van os en haagplanten e rma heeft een rij e geschiedenis achter de rug. De zaak werd in 1896 opgericht door Ferdinand Decorte. Net als de families Vanhulle en Wallijn, was de familie Decorte in Beernem heel lang een synoniem voor boomkwekers. Op het einde van de 19e eeuw werd de boomkwekerij overgenomen door Ferdinands dochter Leonie Decorte en schoonzoon CharlesLouis Wallijn. Lange tijd runden ze op een succesvolle manier het bedrijf en bouwden het verder uit totdat het echtpaar in 1936 de zaak overlieten aan dochter Adrienne Wallijn en schoonzoon Cyriel Vanhulle (zie grafnr. 240). Beiden zouden aan het bedrijf een sterke stimulans geven. Cyriel Vanhulle was, hoewel heel “gewoon” en toegankelijk van aard, wer elij een groot guur in eernem ij was actief in de transportsector en voerde, tijdens het witloofseizoen, groentes uit richting ran rij ijn asis lag op de evaerts en hij eschi te over n

84

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


Cyriel Vanhulle leunend tegen zijn vrachtwagen grote vrachtwagen. Na zijn huwelijk met Adrienne Wallyn richtte hij zich meer op de plantenkweek. In Beernem richtte hij grote boomkwekerijen op. Daarnaast was hij ook de oprichter van het verzekeringsagentschap van de Boerenbond. Cyriels zoon, Hubert Vanhulle, werd in 1990 zaakvoerder, en dit samen met zijn zoon Hans.

85


Grafnummer: 333 Camiel Pante foorreiziger, uitbater café ‘In de Groene Wandeling’ •

Pante Camilius: 03/01/1865 (°) - 23/04/1951 (+)

Wanneer men vandaag naar de kermis gaat, zijn er een heleboel gelegenheden om inderen groot en lein te entertainen o is er een schietkraam, zijn er botsautootjes, kunnen de kinderen naar eendjes vissen, kunnen ze spelen in het lunapark,… Vroeger was er voor de allerkleinsten echter niets meer dan de paardenmolen. De draaimolen van de familie Pante op de Beernemse kermis was ieder jaar dan ook een terugkerende attractie. Kermis zonder de molen van Pante was geen “echte” kermis en pas wanneer de molen opgesteld was, kon de eigenlijke kermis beginnen. Eigenaardig genoeg werd er nooit gesproken over de familie Pante maar wel over Alfons “Fontje” Pante. De familie moet naast hun broodwinning toch ook veel plezier beleefd hebben aan hun werk. Men bracht vreugde en plezier in het leven van de vele kinderen. Alfons Pante kwam uit een gezin van negen kinderen. Drie ervan hadden maar kort geleefd. Alle anderen hielpen letterlijk mee aan het draaiende houden van vaders kermismolen, meestal tot aan hun huwelijk. Niemand van de kinderen

86

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


De paardenmolen van Fontje Pante in 1921 met uiterst rechts Camiel Pante toonde echter interesse voor de molen totdat Alfons en zijn vrouw, en oudere broer Camiel er alleen voor kwamen te staan. Camiel, die gehuwd was met Eugenia Van Paemel, liet de leiding van het geheel aan zijn nochtans jongere broer over. Het drietal baatte de molen verder uit die er, zeker in die tijd, mocht zijn en mocht gezien worden. e deden dit echter niet alleen dat was oo niet mogelij en hadden ook “vreemde” hulp in dienst. In tegenstelling tot vele andere foorreizigers woonden ze als foorreiziger, voor die tijd, in een heel behoorlijk huis. Bovendien kon de familie het zich veroorloven om enkel ’s zomers te werken. Veel foorreizigers waren immers verplicht in fabrieken te gaan werken om de winter door te komen. ’s Winters deed de familie Pante voornamelijk herstellingen aan de molen en hield men het café “In de Groene andeling aan de huidige ellingstraat open s omers werd de herberg gesloten zodat men kon rondtrekken met de paardenmolen. Op dit graf staat de naam van Camillus niet vermeld, maar onderzoek op de bevolkingsdienst Beernem toont aan dat Camiel (Camillus) hier zeker begraven ligt.

87


Grafnummer: 408 E.H. Omer Deceuninck onderpastoor (sinds 1955), bouwde patronaatszaal uit tot Parochiaal Centrum Berenheem •

E.H. Omer Deceuninck 28/10/1920 (°) - 03/09/2008 (+)

Omer Deceuninck werd geboren in Passendale op 28 oktober 1920. In 1955 werd hij aangesteld als onderpastoor in Beernem. Tijdens zijn verblijf in Beernem was hij voornamelijk actief in het verenigingsleven, meer bepaald van de arbeidersstand. Verder zette hij zich in op gebied van cultuur, speelpleinactie, jeugdwerking en het bibliotheekwezen. Toen er wegens de verbouwing van het Rustoord in de Rollebaanstraat geen plaats meer voor was, moest in 1958 een nieuw onderkomen gezocht worden voor de Beernemse “Volksboekerij”. De bibliotheek was er immers tot dan toe gehuisvest. In de naburige school was er, wegens de uitbreiding van het onderwijs, ook geen lokaal beschikbaar voor de bibliotheek waardoor er gezocht moest worden naar een oplossing “buiten de muren”. Onderpastoor E.H. Deceuninck bouwde aan het patronaat een zaaltje bij om de bibliotheek een geschikt onderkomen te bezorgen. In augustus 1958 werden de 3.503 boeken en het schamel meubilair over de Rollebaanstraat gedragen van het oude naar het nieuwe lokaal. Voor de

88

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


bibliotheekwerking deed Deceuninck een beroep op twee gediplomeerde krachten: pater Joris Vlamynck en Mej. Julia Dedecker. De nieuwe bibliotheek startte met 3.503 boeken en sloot het De oude patronaatszaal in de Rollebaanstraat jaar 1958 af met 3948 uitleningen aan 467 ingeschreven lezers. Gaandeweg zou het aantal ontleningen stijgen. Een belangrijke troef van de bibliotheek was de inschakeling van de gewestelijke ruilbibliotheek die om de 3 à 4 maanden een zestal kastjes met waardevolle boeken voor elke lezerscategorie bezorgde. Het parochiaal centrum Berenheem met speelplein kan terecht zijn levenswerk genoemd worden en niemand zou ooit het aantal uren werk kunnen berekenen die de sympathieke medepastoor aan bibliotheek, speelplein en cultureel centrum heeft besteed. In 1970 werd de reeds verouderde patronaatszaal zodanig verbouwd, dat daarmee ook nagenoeg alle sporen van het oude gebouw verdwenen. De inwijding van het nieuwe parochiale centrum “Berenheem” door Bisschop Mgr. De Smedt had plaats op 22 januari 1971. Dit grote gebouwencomplex, waarvan Omer Deceuninck de grote promotor was, omvatte een toneel- en vergaderzaal met 500 plaatsen, een muzieken twee vergaderzalen, een jeugdlokaal voor de scouts, de bibliotheek en een keuken. Het nieuwe parochiale centrum werd intussen (in het voorjaar 2009) eveneens gesloopt om plaats te ruimen voor 24 appartementen en 6 sociale woningen.

EH O. Deceuninck in 1955

89


Grafnummer: 409 E.H. Joris Delaere pastoor St-Amandus (1930-1945), zorgde voor oprichting nieuwe parochie HMMG •

Delaere Georges (Joris) Germain: 1873 (°) - 07/03/1945 (+)

Joris Delaere werd op 20 mei 1873 geboren in Hulste. Voor zijn komst naar Beernem was hij eerst priester in Torhout, Izegem, Klerken en Brugge-Sint-Anna. Hij was pastoor in de Sint-Amandusparochie in Beernem van 1930 tot 1945. Joris Delaere was voor velen een heel toegan elij e priester o on men op straat de priester aanspre en en bij wijze van spreken een huwelijk vastleggen. Tijdens zijn priesterschap zorgde hij voor de oprichting van de tweede parochie in Beernem. De snelle aangroei van de bevolking, vooral dan in de Statiewijk zorgde ervoor dat de oprichting van een nieuwe parochie meer dan wenselijk werd. De gemeente Beernem werd voortaan, althans op geestelijk niveau, in tweeën gesneden. Joris Delaere liet tijdens zijn periode als priester van de Sint-Amandusparochie ook een reeks structurele werken uitvoeren: enerzijds in de pastorie en anderzijds in de int mandus er o werd het zinkwerk van de kerk vernieuwd en liet hij in 1939 de vroegere kerkkachels vervangen door centrale verwarming. Ook de tweede

90

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


middelklok (van de drie grote klokken), die nog steeds in de toren van de SintAmanduskerk hangt, werd gerepareerd en terug in de toren gehangen. Deze klok had immers, sinds haar aankoop in De ijskar van bakker Strobbe op het feest bij 1864, ernstige schade de ‘inhaling’ van pastoor Delaere (1930) opgelopen. Het slaan van de klepel had zodanig het brons van de klok aangetast, dat ze op twee plaatsen erg dun was geworden en dat er een zeker gevaar voor barsten bestond. Gedurende de Tweede Wereldoorlog eisten de Duitsers de klokken van de bezette gebieden op. Men had het kostbare metaal nodig om de oorlogsmachine draaiende te houden. De twee zwaarste van de drie Beernemse klokken werden weggehaald in februari 1944. Gezien hun laattijdige wegvoering en de snelle opmars van de geallieerde troepen bestond er ergens nog de hoop dat zij nog niet gesmolten waren en alsnog teruggevonden konden worden. En gelukkig… zo is het ook gebeurd! In de loop van november kwamen beide klokken terug naar Beernem en konden opnieuw worden opgehangen. In november 1945 sierden ze weer de Sint-Amanduskerktoren. Ons dorp was echter één van de gelukkigen. Van de 4.568 klokken die in het hele land werden weggehaald, zijn er meer dan 3.000 (!) verloren gegaan waaronder ook de klokken van de Sint-LamberDe parochie HMMGods kwam onder impuls tuskerk in Oedelem. van EH Delaere tot stand in 1940. Pas in 1962 werd de eerste steen gelegd van de nieuwe kerk voor deze parochie.

91


Grafnummer: 461 Augustinus Depoorter trok in WO I naar Amerika, Amerikaans leger, oprichter cinema Plaza in Beernem •

Depoorter Augustinus 07/08/1892 (°) - 02/05/2988 (+)

De Bel Richilde: 02/02/1901 (°) - 29/09/1933 (+)

August Depoorter bracht een lange tijd van zijn jonge leven door in de Verenigde Staten van Amerika. In de Verenigde Staten was het rustig en vredig, maar in de Oude Wereld broedde een allesverwoestende oorlog. Toen deze eenmaal uitbarstte na de moord op Franz Ferdinand, schreef August zich in het Amerikaanse leger in en trok de oceaan over om de entralen te gaan evechten ijn tijd in meri a zou ook duidelijke sporen nalaten toen hij terugkeerde naar Beernem o startte hij een caf met oltent en alzaal ugust epoorter had de vroege ontwi eling van de meri aanse lmindustrie meegemaakt en merkte al snel op dat er brood in stak. Het was dan ook helemaal niet verwonderlijk dat hij in Beernem ook een cinemazaal opende en ieder wee end de laatste nieuwe lms vertoonde et duurde echter even alvorens het katholieke Beernem het “modern gedoe van cinema laza wilde aanvaarden o stelde men zijn zaa vaak voor als een “oord van verderf”. Tijdens de kermissen werd het zaaltje gebruikt als dancing. August zette, ondanks de negatieve kri-

92

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


Buurtbewoners aan de ingang van cinema ‘plaza’ tiek, door en zijn café, cinema en later zijn dans- en feestzaal werden een heus begrip in het uitgaansleven van Beernem en omstreken. o was er zelfs een uslijn ingelegd naar de na urige dorpen om de lmliefhe ers op te pi en n zijn vrije tijd hield ugust epoorter zich, samen met zijn buurman bakker Laurent Landuyt, graag bezig met de duivensport.

93


Grafnummer: 506 Regina Daveloose oorlogssla to er dodeli getro en door ro e tiel i ontlo ng o isa r g •

Daveloose Regina Maria Joseph: 24/08/1933 (°) - 08/09/1944 (+)

Regina Daveloose werd in 1933 geboren als dochter van Alfred Daveloose (zie grafnr. 50) en Emma Vanden Bruaene. De Louisabrug was tijdens de Tweede Wereldoorlog strategisch gezien een belangrijk punt voor de Duitsers. Naar het einde van de oorlog toe, wanneer de geallieerde troepen begin september 1944 België binnentrokken werd de brug intenser bewaakt en ook gebruikt door terugtrekkende Duitse legereenheden. Omwonenden aan de brug hadden eveneens gezien hoe de Duitsers grote hoeveelheden dynamiet aansleepten, om de rug tot ontploffing te rengen om zo de opmars van de geallieerden te vertragen elfs ovenop de ouisa rug legde men een aantal zakken “Sprengkorper”, een heel krachtige springstof. Naar verluidt voldoende om enkele bruggen te vernielen. Een Duits soldaat zei haast verontschuldigend tot omwonende, Alfreds zoon Gentil Daveloose: “Alles kaputt” en deed teken dat het niet alleen de brug zou zijn, maar ook de ganse omgeving vernield zou worden. De Duitser gaf Gentil de raad de omwonenden te verwittigen zich zo

94

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


snel mogelijk uit de omgeving van de brug te verwijderen. De familie Daveloose had, net als vele “brugbewoners”, de omgeving verlaten en was getrokken richting Kijkuit. Fritz Musschoot van het vellenfabriekje, die toch zeker 500 meter van de brug woonde, bood het gezin een schuilplaats aan in een uitgegraven kuil, bedekt met takkenbossen, achter zijn huis. Nauwelijks waren ze Regina Daveloose als schoolmeisje in de put of de brug vloog op acht september om half drie in de namiddag letterlij en guurlij de lucht in e ontploffing richtte enorme schade aan in wijde omgeving. Het regende straatstenen en allerhande brokstukken tot honderden meters in de omtrek van de brug. Een stuk ijzer, enkele tientallen kilo’s zwaar bereikte helaas genoeg ook de put waar de familie Daveloose zich verschool. Het projectiel trof de kleine Regina dodelijk in de hals en ze overleed terplekke op 8 september 1944.

De omgeving van de Louisabrug na de ontploffing

95


Grafnummer: 518 Walther Bruggeman 5 gezinsleden stierven tijdens WO II (op 30 december 1944) • • • • •

Bruggeman Walther: 12/03/1912 (°) - 30/12/1944 (+) Bruggeman Jozef: 05/04/1942 (°) - 30/12/1944 (+) Bruggeman Marie-Joseph: 19/06/1943 (°) - 30/12/1944 (+) Bruggeman Ludwine: 29/08/1944 (°) - 30/12/1944 (+) Engelrelst Estella: 14/11/1917 (°) – 30/12/1944 (+)

et rdenneno ensief of het von undstedt o ensief tijdens de Tweede Wereldoorlog maakte, vreemd genoeg, ook enkele slachtoffers in onze contreien. Op 16 december 1944 werd geheel onverwacht een groot uits tegeno ensief vanuit de rdennen richting ntwerpen gelanceerd e edoeling van de uitsers was om de meest noordelijke troepen van de geallieerden aan het westelijke front af te snijden van hun bevoorradingslijnen en ze te vernietigen. Een groot deel van de Amerikaanse strijdmacht in de dichtbegroeide Ardennen werd met omsingeling bedreigd. Slechte weersomstandigheden hielden de geallieerde vliegtuigen aan de grond waardoor zich al snel een tekort aan voedsel en munitie aan het front liet voelen. Rond de kerstperiode werden de weersomstandigheden iets beter en konden de vliegtuigen hun activiteiten weer op grote schaal hernemen. Tijdens deze bevoorradingsvluchten naar het front mochten de geallieerde piloten de lege brandstoftanks, wat overbodige ballast was, boven de bossen van Loppem droppen om

96

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


hun actieradius te vergroten. Op 30 december 1944 om 12.30u. liep het echter mis. Terwijl het gezin van vader Walther Bruggeman, moeder Estella Engelrelst en hun 3 kinderen in de keuken van hun huis in Loppem het middagmaal gebruikte, werd ĂŠĂŠn van die brandstoftanks jammer genoeg verkeerd gedropt en kwam deze bovenop de schouw terecht. De tank explodeerde waarop de vijf gezinsleden door de geweldige luchtverplaatsing om het leven kwamen. De hevige brand, die nadien ontstond, zorgde ervoor dat De trouwfoto van Walther Bruggede lichamen van het gezin man en Estella Engelrelst (9 mei 1940) volkomen onherkenbaar werden. Dit vreselijk ongeluk zorgde ook voor veel verdriet in Beernem, aangezien zowel Walther (afkomstig van St-Joris) en Estella (afkomstig van Beernem) lange tijd in Beernem woonden.

97


Grafnummer: 521 Achiel Reynaert kleermaker, stichter en 1ste voorzitter voetbalvereniging KSC Beernem, broer van de ‘suisse’ •

Degrande Maria Ludovica: 1885 (°) - 07/01/1929 (+)

Degrande Florentia Camilla: 06/06/1889 (°) - 16/06/1986 (+)

Reynaert Achille: 05/10/1877 (°) - 01/03/1960 (+)

Achiel Reynaert was een rasechte Beernemnaar die sterk betrokken was in het sociale leven van zijn dorp. Hij deed dit voornamelijk in het kader van zijn muziekvereniging: de Koninklijke Harmonie Sint-Cecilia van Beernem. Hij was er jarenlang bestuurslid en spelend lid. Nadat muziekchef Karel Vanden Abeele ernstige ziek werd, trad Achiel op als dienstdoende chef. Achiel was gehuwd met Maria Degrande. Na haar vroege dood, trad hij opnieuw in het huwelijksbootje met Flora Degrande. Voordat Philemon Defruyt en Julia Lefevre hun beenhouwerij inrichtten in de Bloemendalestraat (nu nr. 126), werd het pand bewoond door Achiel, die kleermaker was van beroep. Hij opende er een winkel waar hij mutsen, hoeden, sokken en hemden voor mannen verkocht. In die tijd scheerde de zogenaamde “huisnijverheid” nog hoge toppen want Achiel had steeds een viertal mensen in de leer. In drukke perioden besteedde hij zelfs nog werk uit. De familie bleef daar wonen (van 1910) tot 1965. Het koppel kreeg vele kinderen

98

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


waarvan een paar leden al even onvergetelijk werden als hun vader. o werd hislain de Lenten” eveneens kleermaker, voetballer en muzikant. Dochter Lydie Reynaert was kloosterlinge en trok in 1949 Kleermaker Achiel Reynaert (2de van naar Belgisch Congo op rechts) in zijn atelier missie. Andere zoon José Reynaert was zelf een begenadigd voetballer en ook in zijn nageslacht (o.a. Joeri Sabbe) zijn zeer goede voetballers te vinden. In het voorjaar van 1927 werd Achiel voorzitter van de nieuwe voetbalclub Sporting Club Beernem. Onder de deskundige leiding van Charles Reynaert, die al bij een Brugse ploeg speelde, werden de trainingen aangevat. De vader van Achiel, Charles-Louis Reynaert, was 36 jaar lang (tot in 1905) de ‘suisse’ van de kerk. Hij zorgde voor orde, stilte en eerbied in de kerk. De suisse droeg een speciaal ‘uniform’: deftige zwarte broek met op de zijkanten een brede streep met nog donkerder zwart, daarboven een nauwsluitende slipjas die dichtgehouden werd door een brede rode band waarop in gouden letters de Rollebaanstraat omstreeks veelzeggende woorden stonden: 1930 met rechts vooraan de siga- Eerbied in het huis van God, en ren- en kruidenierswinkel van Hec- tot slot een punthoed met een punt naar voren en één naar tor Reynaert, de broer van Achiel achteren. Als ‘wapen’ had hij een lans met ovenaan een gouden stee mes ijn zoon ector e naert (de broer van Achiel), nam deze taak als ‘suisse’ in 1905 over van zijn vader. Hector en zijn vrouw, Pelagie Verwilst, baatten van 1903 tot 1918 in de Dorpsstraat (nu Bloemendalestraat 44) een winkeltje met rookartikelen en haring uit. Hun winkel was daarna lange tijd (van 1924 tot 1962) gevestigd in de Rollebaanstraat.

99


Grafnummer: 562 Charles De Jaeger huisarts, stichter van tuinvereniging ‘Hofbouwkunde en Bijenteelt’ (1904) • •

Charles De Jaeger: 31/07/1857 (°) – 05/08/1920 (+) Alida Beuselinck: (°) en (+) onbekend

Charles De Jaeger werd geboren in Knesselare op 31 juli 1857. Hij studeerde geneeskunde aan de Katholieke Universiteit van Leuven en werd in Beernem een geliefd huisarts. Naast zijn beroep als huisarts was hij een echte bloemenliefhebber, ondermeer van orchideeën o was de voortuin van villa t lein asteel e (zie grafnr 178) een heus pareltje en ook zijn moestuin en boomgaard mochten gezien worden. Charles droomde echter van een huis in Mexico, het land van de orchideeën, en kocht er dan ook een eigendom om daar zijn laatste levensjaren door te rengen ijn ver lijf in e ico viel echter niet goed mee wegens revoluties en moeilijkheden allerhande. Toen in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak, keerde hij terug naar Beernem en nam tijdens de oorlogsjaren terug zijn praktijk op. Onder impuls van dokter Charles De Jaeger werd de tuinvereniging “Vereenigde Vrienden van Hofbouwkunde en Bijenteelt” in 1904 gesticht. Dokter De Jaeger werd zelf tot voorzitter gekozen, Adolf Van Parijs werd ondervoorzitter en Leon Decloedt fungeerde als

100

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


Dokter De Jaeger

penningmeester. Als bijdrage werd aan de leden bij intrede de som van 5 fr. gevraagd en verder betaalde het lid dan 2 fr. per jaar. Met het geld uit de kas werd jaarlijks een reis ondernomen met als doel iets bij te leren. Daarnaast bezocht men ook tentoonstellingen en evenementen in naburige steden en dorpen, bijvoorbeeld de “Floralies Gantoise�. Op iedere vergadering was er een tombola voor de aanwezigen. De gewone lessen handelden steeds over problemen in verband met de groente- , bloemen- en fruitteelt. Voor de bijenkwekers werd af en toe een specialist uit het Brugse gevraagd.

101


Grafnummer: 587 Nivarda Arsène Mouton zr. Nivarda, kleuteronderwijzeres, medestichtster ‘Statieschool’ (1939) en ‘Kleuterweelde’ (1962) •

Mouton Arsène Helene 04/07/1901 (°) - 17/03/1977 (+)

Zuster Nivarda, “Sèneke Mouton”, werd geboren in Beernem op 4 juli 1901. De zuster was, samen met zuster Donatiana en pastoor Delaere, betrokken bij de stichting van de nieuwe “Statieschool” die gesitueerd was op een stukje grond van de familie Devos, langs een zijweggetje van de huidige Hubert d’ Ydewallestraat. Tegen 20 april onden de eerste lessen aanvangen uster ivarda was verantwoordelijk voor de bewaarschool (het kleuteronderwijs van nu) en zuster onatiana voor het ste leerjaar uster ivarda was een gemotiveerde, enthousiaste, goeie kleuteronderwijzeres en bovendien een drijvende kracht geweest in de verfraaiing en het onderhoud van de tatieschool o legde ze ondermeer een loementuintje aan in de school e eurde oo regelmatig de parochie er op met haar versieringen. De kranige zuster was ook de pionierster van het nieuwe kleuterschooltje leuterweelde dat op april geopend werd e stond er gelukkig niet alleen voor want Jeannine Teerlinck, dochter

102

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


Zr. Nivarda met de 3de kleuterklas van de Statieschool (1948 - 1849) van schoolhoofd Edgard Teerlinck in de Gemeenteschool, stond haar van in den beginne bij. Geleidelijk werd zuster Nivarda ook een dagje ouder en in 1970 besloot ze om op pensioen te gaan. De zuster verhuisde naar Moen waar ze in 1977 stierf.

103


Grafnummer: 589 Raymond Lippens Raymond Lippens: ingenieur-bosdeskundige, medestichter ‘Compagnie du Zoute’, buitenverblijf kasteel Bulskampveld •

Lippens Raymond Eugène J.M.G. : 20/10/1875 (°) - 25/09/1964 (+)

de Béthune Ghislena Felicia Maria osephina ornelia 22/04/1889 (°) - 05/05/1969 (+)

Graaf Henri de Meeus liet het kasteel van Bulskampveld herbouwen in de toestand waarin het zich tegenwoordig nog bevindt. Het goed werd in 1904 vervolgens verkocht aan Auguste Philips Lippens’t Serstevens, die kort daarop overleed. Na de dood van zijn vrouw in 1941 kwam gans het domein in handen van haar zoon Raymond Lippens - de Béthune. Raymond, neef van de gekende Maurice Lippens, was een ingenieur en bosdeskundige van opleiding en de grondlegger van de immo iliënmaatschappij ompagnie du oute op mei 1908. Raymond en Maurice zouden er de dagelijkse leiding van in handen nemen. Hun samenwerking was succesrijk en vormde de basis van de ontwi eling van het oute edoeling van de opgerichte s.a. (société anonyme) was te verhinderen dat het domein door erfenissen in verschillende eigendommen werd opgesplitst en dat door elke eigenaar een eigen beleid werd gevoerd. Men legde de nadruk op specialisatie de adplaats diende speci e e tre en te he en (voor het oute ete ende dit ondermeer rust comfort en sport (ten-

104

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


Kasteel Bulskampveld nis, golf, paardrijden). Men richtte zich tot een kapitaalkrachtig publiek. Voor de realisatie van haar urbanistisch-architecturaal project deden de twee neven een beroep op de befaamde Duitse urbanist Hermann-Joseph StĂźbben. Deze toonaangevende stedenbouwkundige was in het begin van de twintigste eeuw een veel gevraagd ontwerper. Vandaag wordt de compagnie geleid door de huidige burgemeester van Knokke Leopold Lippens. De familie Lippens zagen hun landgoed in het bosrijke Beernem hoofdzakelijk als een exclusief buitenverblijf. Raymond Lippens overleed op 25 september 1964 en wanneer zijn echtgenote vijf jaar later, op 5 mei 1969, overleed, zochten de erfgenamen een koper voor het kasteel en het bos. In 1970 werd de verkoop van het goed aan de provincie West-Vlaanderen bezegeld en werden het bos en kasteel Raymond Lippens officieel een provinciaal domein

105


Grafnummer: 629 Willy De Roest schaapherder, hondenkweker, café ‘Dierentuin’ •

De Roest Willy Hector Henri: 01/04/1931 (°) - 24/02/1992 (+)

Willy De Roest verhuisde samen met zijn vrouw Mariette Van Canne t in naar eernem en samen startte het echtpaar een etshandel en gleierswinkel op. Willy had echter een zwak voor honden en begon stilletjes aan een hondenkwekerij. In 1960 keerde het koppel de ets en gleierswin el de nitief de rug toe en openden een café met de toepasselijke naam “Dierentuin”. Het café runnen bleek echter niet de hoofd ezigheid van ill te zijn ijn hart lag duidelij bij de hondjes, meer bepaald de kweek en africhting ervan. Het zou een beroep zijn dat hij meer dan dertig jaar lang, tot 1992, met de grootste liefde zou uitoefenen. Willy was duidelijk een ondernemer want in 1983 zette hij zijn zinnen op iets anders. Hij besloot schaapherder te worden. Vanuit zijn boerderij in de Hoornstraat trok hij met zijn kudde Beernem rond op zoek naar sappig gras voor zijn dieren. Willy De Roest stierf in 1992 en kon jammer genoeg maar enkele jaren genieten van zijn werk in volle natuur.

106

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


Willy De Roest als schaapherder langs Beernemse dreven

107


Grafnummer: 643 Hector Dezutter de sla to er van de m sterie ‘Moorden van Beernem’ •

e

Dezutter Hector: 12/11/1892 (°) – 30/11/1926 (+)

Hector De Zutter was de jongste zoon van dward e utter en Leontine Goes. Na een vrij korte ziekte was Edward plots overleden in 1903. De nog jonge weduwe was met haar 11 kinderen (2 jongens en 9 meisjes) op 29 september 1905 naar Beernem verhuisd, waar ze de grote historische pachthoeve Reigerlo huurde. Deze hoeve was gelegen in de Noendreef, in de nabijheid van Kasteel Reigerlo, en is nu een vakantiehoeve ‘Goed van den Bogaerde’ (Noendreef). Samen met haar kinderen bestuurde Leontine de hofstede en slaagde ze erin om hen allemaal te laten studeren. Tot 1926 vormden zij een hecht en gelukkig gezin. Maar dan sloeg het noodlot toe! ector werd immers het vijfde slachto er in de ree s moorden die Beernem teisterden in de eerste helft van de 20e eeuw en hét slachto er van de eruchte aa van eernem die zoveel stof deed opwaaien in het hele land ector e utter wam om het leven bij een dronkemansruzie tijdens de wijkkermis van de “Oude Statie”. Pas drie weken na de feiten werd zijn lijk opgetrokken uit het kanaal

108

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


nabij de Moerbrug. Dit duistere drama werd het voorwerp van een heel langdurig onderzoek want toenmalige journalist Victor De Lille van ’t Getrouwe Maldegem kroop in zijn pen en voerde een historische strijd tegen toenmalige burgemeester tienne de ri re met als a oop een proces in Antwerpen, waar toen twee medewerkers van de burgemeester (valselijk?) werden beschuldigd en tenslotte veroordeeld. Hierbij kwamen ook twee oude zaken, de moord op Baron d’Udekem d’Acoz en Hector De Zutter de verdwijning van jachtwachter Camiel Dierickx, terug aan de oppervlakte. De zaak werd tot op de dag van vandaag nooit volledig opgehelderd.

Goed van den Bogaerde

109


Grafnummer: 644 Joannes Vanhaecke eigenaar van de Walmolen (vanaf 1858) •

Defruydt Melania: 23/08/1848 (°) - 07/01/1910 (+)

De Smedt Juliana: 18/03/1838 (°) - 16/10/1872 (+)

Vanhaecke Joannes Fransiscus: 25/02/1830 (°) - 22/04/1916 (+)

Joannes Fransiscus Vanhaecke, of kortweg Jan Frans kocht omstreeks 1858 de Walmolen aan van Pieter Caeckaert. Deze molen heeft echt wel een lange voorgeschiedenis in Beernem. De eerste vermeldingen van een “Waelmuelen” op Beernems grondgebied gaan helemaal terug tot eind 14e eeuw. De naam “Walmolen” hield ongetwijfeld verband met de “Walschen”, de vroegere heerlijkheid die de oudste kern van Beernem omvatte. Joannes trad kort na zijn aankoop van de molen, op 21 juli, in het huwelijksbootje met Juliana De Smedt en samen zou het echtpaar 8 kinderen krijgen. Hun moeder Juliana stierf helaas op heel jonge leeftijd, ze was amper 34 jaar oud. Vijf maanden later huwde Joannes met de 28-jarige Melanie Defruydt. Samen zou het koppel 6 kinderen verwekken. Joannes bracht enkele vooraanstaande Beernemnaars voort waaronder de latere Beernemse gemeentesecretaris Octaaf Vanhaecke (zie grafnr. 1) en Camiel, die schepen was in Beernem.

110

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


De houten Walmolen omstreeks 1947

111


Grafnummer: 811 Raymond Martens Raymond Martens: wagenmaker in de Bloemendalestraat •

Martens Raymond Ambrosius Julianus: 26/08/1903 (°) – 07/10/1981 (+)

Mortier Maria Emma: 25/11/1907 (°) – 25/09/1973 (+)

In Knesselare (wijk ‘Hoekestrate’) woonde destijds wagenmaker Amrosius artens ijn zoon amiel nam deze stiel over e zoon van Kamiel, Raymond Martens, koos ook voor de wagenmakersstiel en ging samen met zijn broer in de leer bij wagenmaker ‘Duytschaever’ in de toenmalige Dorpsstraat in Beernem. De 2 broers kwamen elke dag naar eernem met ets e gingen hier ij als volgt te wer de eerste reed een stu zette de ets langs de ant de tweede pi te de ets op en reed een stu tot voor ij de eerste die aan het wandelen was en liet vervolgens oo de ets achter Of Raymond tijdens deze periode in Beernem zijn vrouw leerde kennen is niet duidelijk, maar in elk geval is hij in 1934 na zijn huwelijk met de Beernemse Maria Mortier in Beernem komen wonen. Wagenmaker Raymond vestigde zich eerst in de Tivoli (Bloemendalestraat 66), waar hij met zijn vrouw ook een café openhield. In een tijd waarin de aankoop van een auto voornamelijk weggelegd was voor de rijkeren van de samenleving, verplaatsten de meesten

112

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


mensen zich te voet, met de ets of wanneer men een zekere vracht had, met paard en kar. Dus Raymond had werk te over! In de zomer maakte hij vooral karrewielen, in de winter was er tijd voor ander timmerwerk. Later vestigde Raymond zich in de Bloemendalestraat 94 (de plaats waar ooit de Beernemse schrijver Marichal woonde, zie grafnr. 4) waar hij zijn atelier had. Ondertussen was zoon Antoon Martens ook opgeleid tot wagenWagenmaker Raymond Martens aan maker-timmerman. Met het toenemend autoverkeer, het werk verdween uiteraard de behoefte aan echte wagenmakers. Het laatste karrewiel werd gemaakt in 1952. Vanaf 1975 woont zoon Antoon in de Bloemendalestraat 103. Ondertussen is er nog een generatie houtbewerkers bijgekomen: Luc Martens, de zoon van Antoon, is als schrijnwerker-timmerman gehuisvest in het Beernemse Industriepark.

Raymond (rechts) en neef Jozef Martens voor het atelier in de Bloemendalestraat 94

113


Grafnummer: 827 Adolf Vanrie bewoner van herberg ‘De Afspanning’, broer van klokkenluider Julien •

Van Rie Adolf: 05/03/1908 (°) – 11/01/1970 (+)

De Volder Marie Augusta: 09/11/1909 (°) – 01/06/1999 (+)

Adolf Van Rie kreeg de ouderlijke hoeve, ‘De Afspanning’ genoemd, in 1947 in zijn bezit uit de erfenis met zijn ouders, Edmond Van Rie en Sylvie De Mets. Adolf zette het landbouwbedrijf van zijn ouders verder in de hoeve die lag aan het huidige rondpunt aan de SintAmanduskerk. Adolf had 2 broers, Julien (grafnr. 1131) en Alfons. De 3 broers woonden met hun ouders (Edmond en Sylvie) tot 1919 in café ‘De Drie Klokken’ (nu het appartementsgebouw Bloemendalestraat 5, voorheen zaden- en plantenwinkel Van Hulle). De naam van het café lag uiteraard voor de hand: het café bevond zich als het ware onder de klokkentoren van de St-Amanduskerk, die 3 klokken heeft. Of misschien was de naam er wel gekomen doordat sinds 1857 het gebouw ewoond werd door lo enluiders ant v r dmond an ie die klokkenluider en herbergier was, woonden zijn ouders (Constant an ie tevens lo enluider en echtgenote o e aveloose) sinds 1857 in deze herberg.

114

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


Alfons (links) en Adolf (rechts) Vanrie voor de hoeve ‘De Afspanning’ De woonst van Adolf Van Rie is nu een geklasseerde hoeve die door de familie Meire wordt gerestaureerd en omgebouwd tot een dranken eetgelegenheid.

115


Grafnummer: 835 Gustaaf Vanhaecke zoon van molenaar Lijstermolen, eigenaar korenmolen in Molenstraat (nu C. Marichalstraat) •

Vanhaecke Gustaaf Joseph: 02/02/1900 (°) – 29/05/1969 (+)

Van Speybroeck Bertha: 1904 (°) – 1978 (+)

Gustaaf “Sentens” Vanhaecke werd geboren op 2 februari 1900 in de schaduw van de ijstermolen in eernem ijn ouders mile ozef ‘Emiel’ Vanhaecke en Regina Ryckaert, waren tot 1946 molenaars geweest in de molen die in 1801 door Augustus Vanhaecke was gebouwd. Augustus (of Augustijn) Vanhaecke was oorspronkelijk de kastelein van de Walmolen, maar moest daar verhuizen omdat hij in het jachtgoed van zijn heer een haas had gevangen. Na molenaar Emiel Vanhaecke werd de molen verder uitgebaat door de kinderen (o.a. Armand, die als laatste tot in 1948 actief de molen uitbaatte). De Lijstermolen begon daarna af te takelen, en zou er uiteindelijk staan tot 1957. In dat jaar werd hij volledig afgebroken en overgebracht naar de Rode Berg in Westouter waar hij vervolgens volledig heropgebouwd werd. Gustaaf had als jonge gast een tijdje rondgezworven. Drie jaar diende hij bij de Belgisch Marine en zag veel van de wereld. Tegen het einde van ‘14-’18 werkte hij ook achter het front waar hij mee hielp aan

116

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


De Molenstraat (nu C. Marichalstraat) de herstellingen. Op zijn negenentwintigste leerde hij tenslotte zijn vrouw Bertha Van Speybroeck (de weduwe van Karel Van Hille) kennen en samen besloten ze dichter bij het dorp te gaan wonen. Eerst vestigden ze zich in de Bloemendalestraat, waar Bertha al sinds 1922 een winkel in koloniale waren had. In 1935 kocht Gustaaf Vanhaecke de stenen korenmolen aan de Molenweg over van de familie Depré. De oude molen kwam zo terug in het bezit van de familie Vanhaecke want deze was namelijk in 1872 door Eugène Vanhaecke opgetrokken. De winkel in koloniale waren werd ondergebracht in het huis in de Molenweg. De oude schuur en de molen gebruikten ze als magazijnen. In 1946 werd de handel gestopt. Gustaaf besloot in 1944-1945 om samen met (zijn stiefzoon) Firmin Van Hille de romp, het enige wat nog overeind was gebleven van de molen, af te breken. Van de grote molen blijft nagenoeg niets meer over in het straatbeeld. Enkel de grote sleutel van de inrijpoort en het paardje dat bovenop de molen als windwijzer dienst deed, wordt door Firmin Van Hille met veel zorg bewaard. Het huis werd later eigendom van de schoonzoon en dochter van Gustaaf Vanhaecke, Leon Dhaenens en Adélina Vanhaecke. Nu is het hun dochter, Mieke Dhaenens, die op deze plaats Optiek Dhaenens uitbaat.

117


Grafnummer: 843 Omer Van Haecke de en laatste sla to er van de ‘Moorden van Beernem’, gemeentesecretaris •

• •

Van Haecke Omer Antoone Jan Baptiste: 15/01/1895 (°) – 14/07/1944 (+) Hoste Alice Barbara: 04/12/1894 (°) – 02/01/1966 (+) Van Haecke Agnes: 1922 (°) – 2007 (+)

Omer Van Haecke was vroeger de gemeentesecretaris van Beernem. Samen met Charles Van Hille, vader van de vroegere koster Firmin Van Hille op de Moeder Godsparochie, speelde Omer al sinds zijn studententijd toneel. Verder schreef Omer Van Haecke ook meerdere toneelwerken en speelde hij jarenlang een vooraanstaande rol in het eernemse cultuurleven mer was oo een laamsgezind guur o had hij ooit eens toneel opgevoerd op 11 juli ter gelegenheid van de Vlaamse feestdag. Verder werkte hij ook samen met oud burgemeester Hubert d’Ydewalle aan een boek over de gemeente Beernem. Omer speelde ook voetbal in de Beernemse ploeg. mer anhaec e was oo het e en laatste slachto er van de zogenaamde moorden van Beernem en kwam op een tragische wijze om het leven. Op 14 juli 1944 belden enkele mannen, verkleed in Duitse militairen, aan bij Omer Van Haecke, die in de Rollebaanstraat 11 woonde (waar zijn dochter Agnes woonde tot in 2007) . Hij werd meegevoerd in de richting van Knesselare maar werd onderweg

118

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


doorzeefd met kogels en in de Slabbaertbeek op de grens tussen Oedelem en Knesselare gesmeten. Wie de daders waren en waarom men het precies deed is vandaag de dag nog steeds niet volledig uitgeklaard. Agnes Vanhaecke was de dochter van Omer Omer Vanhaecke (links) spelend in een Vanhaecke en Alice toneelstuk (1913) Hoste ij was net als haar moeder Alice Hoste (eerste leken-onderwijzeres; van 1918 tot 1957), ook onderwijzeres in het lager onderwijs in de Rollebaanstraat. Agnes was één van de weinige leraressen die géén zuster was. Mevrouw Vanhaecke was een goeie onderwijzeres met het nodige gezag. Naast de theoretische vakken, stond Agnes ook, voor het merendeel van de klassen, in voor de lichamelijke opvoeding. Vanaf 1 september 1958 ging jufrouw Vanhaecke aan de slag in het Sint-Lutgartinstituut in Beernem.

gemeentesecretaris Omer Van Haecke (3de van rechts) wordt gedragen door een leuk gezelschap, o.a. Theophile Hoste (2de van links; zie grafnr. 192)

119


Grafnummer: 852 Renatus Claeys burgemeester, handelaar bouwsto en •

Claeys Renatus Juliaan: 29/06/1887 (°) – 27/01/1968 (+)

Quintyn Leonie Marie: 10/02/1885 (°) – 06/01/1969 (+)

René Claeys werd geboren in Oedelem op 29 juni 1887. Op 21 juni 1910 huwde hij met Leonie Quintyn en in datzelfde jaar richtte hij zijn ouwsto en rma op erst was het gevestigd aan het station en later aan het kanaal, omwille van de gemakkelijkere aanvoer van materialen. In 1927 werd de zaak uitgebreid met een groot- en detailhandel in kolen. Een nieuwe uitbreiding volgde in 1932. In het bedrijf werd er gezwoegd en gezweet maar daarnaast was er zeker ook tijd voor plezier o was er het spelletje voor lossers om de nieuwe dragers uit hun evenwicht te brengen op de loopplank zodat ze met hun “klikken en klakken” in het kanaal sukkelden, uiteraard tot groot plezier van de anciens in het vak. Na het opblazen van de Louisabrug in 1944 door de Duitsers werd helaas de hele buurt verwoest waardoor er vandaag niets meer merkbaar is van het oude bedrijf. Als aannemer bouwde de heer René Claeys in 1926 ondermeer de nieuwe doopkapel die achteraan in de linkerbeuk van de SintAmanduskerk was gelegen. Bij die gelegenheid werd hij door pastoor

120

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


Louwyck verzocht plaats te nemen op de katholieke lijst. René ging in op het voorstel van de Beernemse priester en zo werd hij bij de verkiezing van 1926 voor het eerst tot gemeenteraadslid verkozen dankzij zijn vele voorkeurzicht op het kanaal en de Louisab- stemmen. Enkele jaren later, rug, met op de achtergrond de Firma in 1938, werd hij schepen van burgerlijke stand en openbare Claeys werken, onder het burgemeesterschap van André van Outryve d’Ydewalle. De heer van Outryve d’Ydewalle overleed op 6 april 1940 waardoor Renatus Claeys het ambt van dienstdoende burgemeester toevertrouwd kreeg van april 1940 tot mei 1941. Hij werd dan opgevolgd door burgemeester Ridder Hubert van Outryve d’Ydewalle. Deze stierf echter in gevangenschap in Beieren, Duitsland, als politiek gevangene op 5 april 1945. C. Maenhout volgde hem op. Van 1944 tot de verkiezingen van 1946 was hij opnieuw dienstdoende burgemeester. In dat laatste jaar werd hij de lijsttrekker van de CVP-lijst. Opnieuw verwierf hij massaal veel stemmen waardoor en lae s officieel tot urgervader van eernem aangesteld werd (tot in 1965). Tijdens zijn ambtstermijn werd de betonnering van het Beernemse wegennet aangevat. Daarnaast zorgde hij voor een ver etering van de algemene eernemse infrastructuur o zorgde hij voor de aanleg van een waterleidingsnet, een algehele electri catie van eernem zorgde hij voor een etere open are verlichting, voor woningbouw,… Marcel en Robert waren de 2 zonen van René Claeys. Lange tijd wer te het tweetal in de ouw rma van hun vader a het pensioen van vader René besloten de 2 broers om elk hun eigen weg te gaan.

121


Grafnummer: 864 Lootens Michael zuivelfabriek ‘Sint-Isidoor’, provincieraadslid, deputé West-Vlaanderen (1956-1967) •

Lootens Michael: 07/01/1900 (°) – 23/08/1974 (+)

De Volder Bertha Maria: 19/06/1908 (°) – 25/01/1991 (+)

Michael Lootens werd op 7 januari 1900 geboren in Oostkamp. Hij was heel actief in zowel landbouw- als politieke milieus. Hoe kwam Michiel in Beernem terecht? De vader van Michiel was Henri Romanus Lootens (°1889). Hij huwde met de eernemse onie o e an den on maar zij leven in Oostkamp wonen en kregen 12 kinderen, waaronder Michiel. De moeder van ichiel onie overleed echter in ijn vader enri hertrouwde in 1920 met zijn schoonzuster, nl. Joanna Philomena Van den Bon. Toen verhuisde hij met zijn kinderen naar de ouderlijke hoeve van zijn 1ste en 2de echtgenote. Dit was in de Akkerstraat 1. o leefde en woonde ichiel samen met zijn zussen en roers (o a Petrus-Jan, de vader van de Charles Lootens, bevriend met apotheek Armand Tanghe, zie grafnr. 298) in Beernem. Michiel huwde in 1941 met de Beernemse Bertha De Volder e vestigden zich in de erstraat 28 en ze kregen 4 zonen (Jozef, Hubert, Romain en Arnold) en 5 dochters (Marie-José, Monique, Godelieve, Beatrice en Lutgarde).

122

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


Op politiek vlak was Michiel jarenlang voorzitter van de Beernemse CVPafdeling. Op 23 februari 1946 werd hij raadslid voor CVP in de provincie West-Vlaanderen. Nadien werd hij op 18 december 1956 zelfs lid van de bestendige deputatie en beëindigde zijn mandaat op 15 mei 1967. Als ondernemer liep Michiel al enige tijd rond met plannen om een coöperatieve zuivelfabriek op poten te zetten. De zuivelfabriek “Sint-Isidoor” werd op 8 augustus 1946 opgestart onder voorzitterschap van Michiel Lootens. Met Michiel in de Beheer- en Toezichtsraad van Sint-Isidoor besloot Michiel Lootens als deputé de melkerij op het einde van de jaren van West-Vlaanderen ’60 te fusioneren met S.V. Aldis uit wevezele om samen eter de concurrentie aan te kunnen. Michiel bleef actief tot aan zijn dood in 1974. Als landbouwer was hij in 1927 in Beernem één van de eersten die begon met de kweek van witloof.

op het bidprentje van Michiel Lootens zien we dat hij zeer vele engagementen binnen de landbouwwereld op zich nam.

123


Grafnummer: 874 Antoon De Schepper (groot-)handelaar kolen, bewoner herenhuis Bloemendalestraat •

Dombrecht Erna Maria Theresia: 07/03/1926 (°) – 17/05/1975 (+)

De Schepper Antoon Maria Joseph Jan Baptiste: 22/06/1921 (°) – 05/07/2001 (+)

In het mooie patriciërshuis in het begin van de Bloemendalestraat (nr 30), de vroegere Dorpsstraat, dreef de familie De Schepper al van v r handel anaf was er enri e chepper (en ouise De Brabandere) opgevolgd door Jozef De Schepper (en Godelieve ouc e) ij handelden allen in olen veevoeders en meststo en Ook Antoon De Schepper (en Erna Dombrecht) was vanaf 1958 kolenhandelaar. Het pand heeft honkvast dezelfde familie De Schepper geherbergd. Het was Antoons vader, Jozef, die de woning in 1911 vernieuwde. Jozef zat ook een tijdje in de Beernemse gemeenteraad en vervulde later ook het ambt van schepen.

124

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


De familie De Schepper woonde in een mooi herenhuis (nu nog te bewonderen in de Bloemendalestraat 30). Op de foto zie je dit grote huis met een trapgevel aan de linkerkant van de straat (het huis na het huis waar een fiets tegen de muur staat)

125


Grafnummer: 888 Julia Dedecker onderwijzeres van de meisjesschool in de Rollebaanstraat (vanaf 1938), onderwijzersfamilie •

Dedecker Julia Cecilia: 21/11/1917 (°) – 21/07/2005 (+)

Julia Dedecker gaf les in de Vrije Basisschool voor meisjes in de Rolle aanstraat ij de uster van nze ieve rouw der eeën Het onderwijzen zat de familie Dedecker werkelijk in het bloed: haar broer, oom, neven en nichtjes, allen waren vroeg of laat actief geweest in het onderwijs. Julia ging aan de slag in de meisjesschool in e zou tijdens haar dertigjarige carri re in de meisjesschool uitgroeien tot een van de bekendste boegbeelden. Julia zelf liep, zoals veel jonge meisjes dan, school in de Rollebaanstraat. Julia Dedecker werd later nog directrice in een school in Assebroek. Oud-leerlingen omschreven haar als een strenge dame, een pietje precies en dat ze niet bang was de orde te handhaven door middel van een epaald soort lijfstra en ijfstra en in scholen waren vroeger immers de gewoonste zaak van de wereld om de kinderen te disciplineren. Naast het lesgeven, was Julia ook actief in het bibliotheekje in dezelfde straat en engageerde ze zich in een aantal Beernemse verenigingen.

126

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


Julia Dedecker als schoolmeisje (3de van links)

meester Maurits Dedecker, de broer van Julia

127


Grafnummer: 890 Achiel Dedecker gemeentebode, schoenmaker •

Dedecker Achilles Joseph: 12/02/1903 (°) – 04/03/1990 (+)

Tack Angela Celina: 10/12/1911 (°) – 28/07/1994 (+)

Achiel Dedecker werd geboren onder de klokkentoren van de Sint-Amanduskerk op 12 februari 1903 als tweede kind van Henri Dedecker. Achiel was de oudste zoon van een heel kinderrijk gezin, met dertien kinderen. Het ouderlijk huis was gelegen in de Rollebaanstraat dat toen aanleunde tegen de herberg “Het Burgerwelzijn”. Later verhuisde het gezin Dedecker naar de Meiboom (Kasteeldreef) en woonde er van 1903 tot 1919. Op tweeënhalfjarige leeftijd stuurden zijn ouders Achiel naar de leintjesschool van uster ng le p zesjarige leeftijd deed hij vervolgens zijn eerste kennis op in de knechtjesschool bij meester Vandevelde op de marktplaats (school Bloemendale). In 1917 vond vader Dedecker dat het tijd werd dat zijn zoon zelf zijn boterham zou verdienen. Het gemeentebestuur nam Achiel in dienst om als gemeentebode regelmatig briefjes met gemeenteberichten en -bevelen ij de evol ing van het uitgestre te dorp te dragen o heeft hij onder andere een “kopertelling” moeten uitvoeren. De Duitse

128

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


bezetter kreeg immers een nijpend tekort aan munitie, waarbij veel koper werd gebruikt. De Duitsers wilden dus nauwkeurig weten wat er voorhanden was aan koperen deurklinken, keukengerei, siervoorwerpen,… De oorlog liep ten einde en het grote gezin Dedecker verhuisde naar de herberg “De Drie Klokken” (zie grafnr. 827) bij de Sint-Amanduser e leven er van tot ervolgens verhuisde het gezin Henri Dedecker naar het huis vlak naast de herberg “De Drie Klokken” (van 1930 tot 1949). Dit is het huis op de hoek van de Bloemendalestraat en de Rollebaanstraat, waar nu een zonnebankcentrum is (Bloemendalestraat 3). Voordat Achiel besloot om schoenmaker te worden, werkte hij op verschillende plaatsen. Het was echter de schoenmakerstiel dat hij werkelijk met hart en ziel zou beoefenen tot aan het einde van zijn leven chiel was een e wame stielman o on hij oo een schoenvorm tonen van maat 48, een heel uitzonderlijke maat. In Beernem leefde gewezen burgemeester René Claeys (zie grafnr. 852) op zo’n grote voet. In 1933 huwde Achiel Dedecker met Angèle Tack, die hem twee kinderen schon e ouwden een nieuw huis in de loemendalestraat en de zaa oreerde aarnaast nam hij er oo een agentschap ij van een hypotheekkas en hielp hij veel mensen bij de aan- en verkoop van onroerende goederen. Verder was hij ook “roeper” op verkopingen bij notaris D’Hoore, hielp mee de lampen ontsteken toen deze nog op gas werkten, was een ware levensgenieter en volksvriend,… In zijn vrije tijd speelde hij oo wel eens toneel o trad hij ondermeer op in “Het schoothondje van de Koningin”, “De Deserteur”, “En waar de Ster bleef stille staan” en nog vele andere. Achiel als schoenmaker aan het werk

129


Grafnummer: 908 Jules De Koninck oudstrijder WO I, beenhouwer, gemeenteraadslid •

De Koninck Jules Henri Joseph: 04/05/1892 (°) – 20/01/1977 (+)

Daveloose Leonie: 1898 (°) – 1977 (+)

Jules De Koninck hield samen met zijn vrouw Leonie Daveloose een beenhouwerij open in de huidige Bloemendalestraat 45 (van 1919 tot 1977). De zus van zijn vrouw woonde er ook waardoor de zussen in Beernem al snel de ludieke bijnaam “De Konincks vrouwen” toebedeeld kregen. Jules was een oud-strijder van de Eerste Wereldoorlog en was, naast slager, ook een aantal jaar gemeenteraadslid geweest. Jules’ slagerij moet een goed draaiende handel geweest zijn, want naast een reeks huizen die hij bezat in de omgeving van het Beernemse station, was hij ook één van de eersten in Beernem die een auto had. Tijdens de Tweede Wereldoorlog moest deze spijtig genoeg heel de tijd “op stal” staan: om te mogen rijden had men enerzijds een vergunning nodig van de Duitse bezetters (deze waren vooral weggelegd voor dokters, veehandelaars,…), anderzijds was de brandstof zeer duur.

130

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


De beenhouwerij van Jules De Koninck (vooraan rechts) in de Bloemendalestraat

131


Grafnummer: 916 Hilaire Strobbe bewoner ‘het Eeckhof’, getalenteerd ‘verteller’ en heemkundige •

Debaene Alice Marie: 25/03/1912 (°) – 13/05/1971 (+)

Strobbe Hilaire Joseph: 11/05/1910 (°) – 20/12/1979 (+)

Beernem, met zijn talrijke bossen, verlaten wegeltjes en mysterieuze kastelen bleek steeds een ideaal decor te zijn waarin verhalen over spoken, geheimzinnige toverkollen en waterduivels welig tierde. Eén van de opmerkelijkste “kenners” ter zake was ongetwijfeld Hilaire Strobbe. Hilaire was de bewoner van “het Eeckhof” in de wijk Mexico in Beernem (nu Mexcicostraat 2) en was echt verknocht aan de streek. Bovendien was hij werkelijk, een wandelende encyclopedie én bovendien een rasecht verteller. Meermaals leverde hij ook bijdrages in verschillende jaargangen van de Heemkundige Kring Bos en everveld ijn verhaal over o de waterduivel was ij vele Beernemnaars gekend en illustreert bovendien heel mooi wat er aan bijgeloof leefde in de Beernemse regio. Ko was wel de bekendste spoo guur van eernem maar er waren nog andere verschijnselen Bovendien waren het niet uitsluitend de boeren die geloof hechtten aan deze fenomenen. Een oude dokter beweerde destijds eveneens

132

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


geconfronteerd geweest te zijn met Ko de waterduivel en ook met een weerwolf. Hilaire zelf twijfelde echter al vrij vroeg aan de echtheid van het bestaan van Ko en consoorten. Het bijgeloof van de “man in de straat” werd in Beernem heel vaak uitgebuit voor lucratieve doeleinden o ge eurde het dat bepaalde huizen, die in aanmerking kwamen voor een openbare verkoop, plotseling voor “Spookhuizen” werden aanzien. Hilaire Strobbe Dit gebeurde doordat een kandidaat-koper iemand inhuurde om enkele nachten met kettingen in het huis te gaan rammelen of er dwaallichtjes in liet rondwandelen om de verkoopwaarde van het pand gevoelig te laten dalen. Al bij al neemt dit niet weg dat bepaalde plaatsen, voornamelijk de omgeving van het kanaal, angstvallig werden gemeden door de bevolking. Hilaire had een loonwerkersbedrijf, waarin ook zijn zonen en knecht ‘Pletje’ (zie grafnr. 118) werden ingeschakeld. Met zijn dorsmachine ging hij bij de landbouwers van heel Beernem en een deel van Oedelem het graan ‘dessen’. oon il ert startte na zijn legerdienst als oerensmid a enige tijd, toen ook enkele van zijn broers in de zaak meestapten, werd grond aangekocht op de hoek van de Hoornstraat-Kasteeldreef. Hier werd de basis gelegd voor het succesvolle bedrijf ‘mechanische constructies Strobbe’ waar de volgende generatie ‘Strobbes’ (dus kleinkinderen van Hilaire) momenteel de zaak in handen heeft. In de buurt van het Eeckhof: ‘Pletje’ zit vooraan links met ernaast Gilbert Strobbe.

133


Grafnummer: 1044 Maurice Vanhaecke onderwijzer gemeentelijke jongensschool, entertainer (bv. caberetgroep ‘Melodia’) •

Vanhaecke Maurice Petrus Victor: 13/04/1909 (°) – 17/08/1980 (+)

Lanckriet Alice Marie: 29/01/1911 (°) – 09/01/2006 (+)

Maurice Vanhaecke was onderwijzer van opleiding en trad de, reeds verdwenen, gemeentelijke jongensschool Bloemendalestraat binnen in het schooljaar 1937-38. Meester Vanhaecke kon als geen ander zijn lessen animeren en was een geduldig man o hielp hij ooit eens een leerling van zijn spraakgebrek af. De jongen sprak de v uit als een z, wat soms tot algemene hilariteit kon leiden. Meester Vanhaecke besloot de jongen te helpen en als een ware logopedist avant la lettre, en met het grootste engelengeduld, hielp hij de knaap van zijn spraakgebrek af. Op de speelkoer was meester Vanhaecke bovendien een echte ster met de top (tol). In zijn vrije tijd was hij duivenmelker, zanger én lid van het Cabaret “Melodia” in Beernem. Deze cabaretgroep startte in 1953 en werd in 1960 stopgezet door tijdsgebrek van enkele leden. De groep trad op in gans Vlaanderen. Maurice Vanhaecke trad voornamelijk op als de humorist van het gezelschap. Daarnaast bracht “Melodia” ook populaire muziek van toen en ondernam men een poging om het betere

134

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


Cabaretgoep ‘Melodia’ met meester Vanhaecke (3de van rechts) Vlaamse lied te brengen. Op 2 juli 1922, tijdens het Rerum Novarumfeest in Brugge, sloot Maurice Vanhaecke zich aan bij de Beernemse Koninklijke Harmonie Sint-Cecilia. Hij zou jarenlang ook een beetje het gezicht van de harmonie mee helpen bepalen als muzikant, als toneelspeler, als tweede muziekchef, maar toch voornamelijk als vrolijke “noot” in het ganse gezelschap. Als geen ander kon hij mensen entertainen en aan het lachen brengen.

135


Grafnummer: 1081 Gustave D’Hoore notaris, voorzitter kerkraad (19601970) •

D’Hoore Gustave: 1903 (°) – 1989 (+)

Caenen Marie: 1904 (°) – 1990 (+)

Gustave D´Hoore was notaris in Beernem van 4 november 1930 tot 14 oktober 1968. Hij volgde humaniora aan het Sint-Lodewijkscollege in Brugge en behaalde zijn doctoraat in de rechten en kandidaat notaris in Leuven. Hij werd voorzitter van de kerkraad in 1960 en beëindigde dit mandaat in 1970. In de Bloemendalestraat (nu nr. 44) was het notarishuis gevestigd, waar vanaf 1902 (na notaris Standaert) altijd een D’Hoore heeft gewoond. Achtereenvolgens heetten ze Notaris D’HOORE Achille Camille A. (1902 – 1930), Notaris D’HOORE Gustave Joseph Ph. (1930-1968), Notaris D’HOORE Paul (1968-1995) en Notaris D’HOORE Bernard (vanaf 1995). Vroeger was het notariaat in handen van Achille, dit was de oom van Gustave. Toen Achille zijn notariaat opstartte, ondervond hij echter heel snel hoe moeilijk het wel niet was om vroeger, in een dorpje als Beernem iets te verdienen. Was Beernem dan zo anders dan de omliggende dorpjes? Kort samengevat: ja! In Beernem stonden er, en staan er nog steeds, enorm veel kastelen. De meeste stukken grond

136

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


in ons dorp waren in handen van de kasteelheren. Lappen grond werden bijgevolg niet zo snel verkocht waardoor een notaris quasi nergens aan te pas kwam. Achille D’Hoore hield zich, zeker in zijn beginperiode, dan voornamelijk ook bezig met erfenissen.

Notaris Gustave D’hoore

Notaris Standaert ging de notarisfamilie D’hoore vooraf

137


Grafnummer: 1096 Maurice Meuleman eigenaar Audenaerdemolen, V1-bom vernielde zijn gebouwen (1944) •

Gevaert Margareta Maria: 04/12/1909 (°) – 02/10/1980 (+)

Meuleman Maurice Aimé: 05/10/1903 (°) – 22/01/1996 (+)

Omstreeks 1885 werd Hector Meuleman, vader van Maurice Meuleman, molenaar-pachter op de Audenaerdemolen. Omstreeks 1922 werd Hector eigenaar van de molen, het molenhuis en alles wat erbij wam ij en ijn zonen en en aurice namen in de molen van hun vader over. Enige jaren later brak de Tweede Wereldoorlog uit. Een oorlog die de molen helaas niet zou doorstaan. p het einde van dit wereldwijde con ict maa te uropa en eernem in het ijzonder ennis met de zogenaamde ergeltungswa e Eins” of kortweg de V1bom. Wat was nu precies een V1 of “vliegende bom”? Technisch gezien was de V1 een onbemand straalvliegtuig dat een maximumsnelheid van 620 km/u kon bereiken. De lengte bedroeg 7,9 meter en de vleugelwijdte was 5,3 meter. Een V1 woog in het totaal 2180 kg en bevatte bijna 1 ton (850 kg) aan zware explosieven. In essentie was het dus een klein vliegtuigje maar dan zonder piloot eernem werd het slachto er van drie ommen en eerste sloeg in op kerstnacht 1944 in de omgeving van het Aanwijs te mid-

138

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


den de bossen. De tweede viel op 26 december 1944 in de wijk Audenaerdemolen. Daar werd, hoewel de regio vrij dun bevolkt is, heel veel sto elij e schade aangericht. De gebouwen van de twee broers die juist voor de Audenaerdemolen gelegen waren raakten ernstig geteisterd. De molen zelf ondervond weinig schade, maar werd later toch afgebroken. Een derde bom viel op 22 jade Audenaardemolen in het nuari 1945 en veroorzaakte Audenaardeveld eveneens een tragedie, maar dat is een ander verhaal. Verschillende bronnen wijzen er op dat de Audenaerdemolen een lange geschiedenis met zich mee droeg. Volgens Hector Meuleman, die in 1945 de molen hielp slopen, stond op de molenstaak het jaartal 1667 ingegrift. Op de Ferrariskaart (1770-1778) staat de Audenaerdemolen alleszins aangeduid. In 1772 was Karel Storme alleszins als ‘molenaar te Beernem, eigenaar van de Audenaerdemolen’ ingeschreven. Na de dood van Karel Storme in 1847, wordt Severinus molenaar. Vervolgens wordt na de dood van Severinus (1883) zijn broer Sixtus molenaar op de Audenaerdemolen. Daarna werd de molen eigenaar van de familie Plasschaert en in 1885 kwam Hector Meuleman in beeld. Aan de afgebroken Audenaerdemolen herinneren zich nog weinig zaken. Enkel de hoevenaam ‘De Meuleberg’ (Mexicostraat 12, waar Monique Meuleman, de dochter van molenaar Maurice woont) en ook de boerderij ‘Het Molenhof’ (nu Audenaerdemolen nr. 6), waar het vroegere ‘molenhuis’ was. Dit huis werd omstreeks 1809 gebouwd zoals in de voorgevel staat aangeduid.

139


Grafnummer: 1097 Gillis Demeyer vol sfig r gemeenteraadslid schrijver van “Gill’s vertellingen” •

Demeyer Gillis Gilbert Joost: 05/03/1933 (°) – 04/10/2000 (+)

Gillis Demeyer was een liberaal gemeenteraadslid en was een echte vol s guur in eernem ij haalde graag fratsen uit met de mensen van het dorp maar was niettemin een enorm behulpzaam, sympathiek en gezellig persoon die veel tijd doorbracht in de vele cafés die Beernem toen rijk was. In 1996 bracht Gillis een boek uit genaamd “Gill’s Vertellingen”. In dit oe je eschrijft illis en ele eernemse dorps guren ge eurtenissen, plaatsen,… van vroeger en doet dit op een heel originele, toegankelijke en gevoelige manier. Je voelt je als lezer, als het ware, onmiddellijk betrokken bij het verhaal. Gillis was gehuwd met Antonia Detavernier. Antonia baatte in een nieuwbouw in de C. Marichalstraat nr. 2 van 1971 tot 1988 het wassalon Miele uit. Daarmee speelde zij toen in op de een nieuwe trend van die jaren, nl. de wasserette.

140

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


Volksvriend Gillis Demeyer

141


Grafnummer: 1111 Joris Vlamynck pater van de Missionarissen H. Hart, bibliothecaris, cultureel actief •

Vlamynck Joris (pater): 29/11/1912 (°) – 07/04/1991 (+)

Pater Joris Vlamynck werd geboren midden het oorlogsgewoel, in Woumen, op 29 november 1912. Nadat hij zijn lager onderwijs voltooid had, werd hij op veertienjarige leeftijd ingeschreven aan de postolische chool in sse ijn jn gevoel voor letter unde werd al snel duidelijk toen hij verzen begon te publiceren in de studentenbladen “Lenteweelde” en “Hernieuwen”. Na zijn middelbare studies trad hij in 1932 in het noviciaat in Bree. Hij legde er zijn tijdelijke beloften af voor drie jaar op 21 september 1933. In het noviciaat studeerde hij twee jaar loso e en n jaar theologie n werd hij voor één jaar leraar Nederlands in Asse. Na enkele studiejaren waarin hij zich verder verdiepte in de theologie werd Joris Vlamynck tot priester gewijd op 6 augustus 1939. De daaropvolgende jaren zou hij voornamelijk lesgeven. In 1956 werd het oude kasteel van der Stegen de Schrieck aangekocht en ontstond dus de West-Vlaamse vestiging van de M.S.C. Missionarissen van het Heilig Hart in Beernem. Vanaf het begin nam Pater Vlamynck dan ook

142

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


zijn intrek in ons dorp. Toen het aantal nieuwe roepingen verminderde, werd het nieuwe klooster ingericht tot bezinningshuis. Joris fungeerde ondermeer als biechtvader voor de Heilig Hartbonden in de omliggende parochies, trad op als predikant voor de toenmalige retraites en was als het ware de “public-relationsman” voor de M.S.C. Verder richtte hij in het klooster een eigen bibliotheek op en fungeerde er als bibliothecaris tot aan zijn dood. Later werd hij eveneens de parochiale Pater Joris Vlamynck bibliothecaris in BeernemSint-Amand en richtte zelfs een nevenafdeling op in de Heilige Moeder-Godsparochie. Pater Vlamynck was ook erg geïnteresseerd in het verleden en meerbepaald de geschiedenis van Beernem en omstre en o was hij ondervoorzitter van de heem undige ring “Bos en Beverveld” tot in 1987 en schreef er talrijke boeiende bijdragen in. Hij schreef diverse boeken en brochures, was voorzitter van Davidsfonds Beernem-Sint-Joris en lid van de cultuurraad. In 1989 mocht Pater Vlamynck zijn vijftigjarig priesterschap vieren onder grote belangstelling maar helaas genoeg ging zijn gezondheid toen al sterk achteruit. E.H. Vlamynck overleed in Brugge op 7 april 1991.

143


Grafnummer: 1131 Julien Vanrie klokkenluider kerk St-Amandus •

Vanrie Julien: 01/12/1900 (°) – 24/05/1982 (+)

Vanhollebeke Elisa Martha: 15/03/1913 (°) – 16/07/1997 (+)

De klokken van de Sint-Amanduskerk in Beernem werden lange tijd met de hand geluid. De eerste vermeldingen van klokkenluiders gaan zelfs terug tot 1579! Het beroep van klokkenluider bleef vaak binnen wel epaalde families o tre en we de familie ariseele aan als klokkenluiders vanaf 1650, daarna volgde de familie Verselen die het beroep bleef uitoefenen tot 1862. De familie Vanrie volgde hierna met vader Edmond Vanrie en zonen Alfons, Adolf (zie grafnr. 827) en Julien. Julien volgde zijn vader, die zelf 65 jaar het ambt uitoefende, op en zou gedurende 50 jaar de rol van klokkenluider op zich nemen. De Beernemse klokken waren ook heel bekend om hun rijke melodieuze klank in vergelijking met andere klokkenspellen. Het luiden van de drie Beernemse klokken was bovendien een lastig én nauwkeurig werkje. Pas door een gepast samenspel van de drie klokken kwam men tot een harmonisch geluid. Bovendien was het moeilijk, eens de zware klok in beweging was, de andere lichtere klokken erop af

144

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


Juli 1963: Huldiging van 50 jaar klokkenluider Julien Vanrie (vooraan 2de van links) te stemmen. Viel de klok te snel, dan moest de klokkenluider hem afremmen door met zijn volle gewicht eraan te hangen. Het gebeurde dan wel meermaals dat de klokkenluider tot twee meter hoog werd meegesleurd. Gaandeweg werd het echter steeds moeilijker om in de opvolging te voorzien waardoor in 1975 besloten werd om de kloken te ele tri ceren Julien huwde met Elisa Vanhollebeke e regen inderen mer Martha, Cecile (+), Robert, Paul (+) en NoĂŤl (die al overleed op zijn 3 maanden), waarvan enkele ook een belangrijke rol speelden in het parochiale leven in St-Amandus.

145


Grafnummer: 1136 Edgard Teerlinck onderwijzer (vanaf 1926) en later directeur van de gemeentelijke jongensschool •

Teerlinck Edgard Joseph: 27/01/1907 (°) – 01/09/1982 (+)

De Groote Georgina Anna Maria: 24/02/1910 (°) – 30/12/1986 (+)

Ter hoogte van het huidige gemeentehuis van Beernem bevond zich vroeger, sinds 1889, de gemeenteschool “Bloemendale”. Het gebouw zou enkele verbouwingen ondergaan en bleef er staan tot eind de jaren ’70. In de plaats kwam er een gloednieuwe bibliotheek, zwembad en een nieuwe straat (de C. Marichalstraat) waardoor een brok Beernemse geschiedenis al snel tot het verleden zou gaan behoren. Met het verdwijnen van de school, verdween er helaas ook een beetje “leven” uit de Bloemendalestraat. In 1926 vervoegde de pas afgestudeerde Edgard Teerlinck het lerarenkorps te vervanging van Herman Vandenbossche. Het jaar nadien verdween meester Teerlinck één jaar van het toneel voor zijn militaire dienst. Van het lerarenkorps was Edgard de perfectionist en losoof die graag uitpa te met spreu en en zegswijzen zoals bijvoorbeeld: “Er bestaan geen domme vragen, alleen domme antwoorden”. Een uitspraak die op zich al een zekere strengheid verraadde. Meester Teerlinck werd het nieuwe schoolhoofd in 1956

146

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


toen hoofdonderwijzer Henri Batsleer met pensioen ging. Edgard zou nog tot 1963 titularis blijven van het 8e leerjaar. Vroeger was het ook gebruikelijk dat de hoofdonderwijzer in het schoolhuis woonde dat paalde aan de gemeenteschool, op de hoek Onderwijzers in de achtertuin van van de oude Molenweg. Via de school Bloemendale in 1935 met een deur was deze verbonden o.a. Edgard Teerlinck (2de van rechts) met de lange gang die langs de verschillende klassen liep. Henri Batsleer woonde zo jarenlang in deze woning, opvolger Edgard Teerlinck besloot echter om in zijn eigen huis, gelegen in de Akkerstraat, te wonen. Het gebouw verdween, samen met de oude gemeenteschool, uit het straatbeeld in de jaren ’70. Meester Teerlinck zou jarenlang een boegbeeld blijven van de Beernemse gemeenteschool, hij was er al jaren mee vergroeid en leefde quasi alleen voor zijn school en leerlingen. Onder zijn bestuur hielp hij van zijn school een moderne school te maken. Omtrent die tijd was er, als gevolg van de Schoolpactwet ook sprake van de oprichting van een Rijksschool in Beernem. De rivaliteit tussen liberalen en katholieken stak duidelijk weer de kop op en katholiek Beernem reageerde met de bouw van een afdeling van de gemeenteschool op de stationswijk, in de buurt van de Statieschool voor meisjes langs de Beukendreef. In 1960 was de bouw voltooid en kon het nieuwe schooljaar ook aanvangen in de “Beukendreef”. Edgard Teerlinck bleef directeur van de twee Beernemse afdelingen. In 1967 nam meester Teerlinck, hoewel hij al een stuk ouder was dan de pensioenleeftijd afscheid van het onderwijs ijn afscheid viel hem zwaar want lesgeven was zijn leven geweest. Edgard huwde met Georgina De Groote en ze kregen 7 kinderen, waarvan er een aantal ook gebeten werden door het onderwijsvirus: Christine, Jeanine, Hubert, Rudolf, Luc, William en Marc. Edgard Teerlinck overleed op 1 september 1982. Werkelijk een symbolische datum voor een onderwijzer.

147


Grafnummer: 1162 Laurent Landuyt bakker, duivenmelker •

Landuyt Laurent: 11/05/1905 (°) – 09/08/1984 (+)

Marguerite Virginie Jacqueline Depuydt: … - 1995 (+)

Laurent “Ranten” Landuyt was afkomstig van Oedelem waar zijn vader varkenskoopman was. Laurent stapte in 1928 in het huwelijksbootje met Marguerite Depuydt, dochter van rijkswachter Kamiel “Gendarm Puit” Depuydt. In die tijd woonden er veel bakkers in Beernem o woonden er in de huidige loemendalestraat de toenmalige slagader van Beernem, maar liefst 8 verschillende bakkers! Laurent zelf was in feite geen broodbakker maar pasteibakker van opleiding. Een stiel die hij gedurende 4 jaar geleerd had in de patisserie Wullus in Brussel. Aangezien er bij de bestaande bakkers geen enkele echte patissier was, dacht Laurent dat hij met pasteibakken en broodbakken ook wel zijn boterham zou verdienen.. In die tijd was het zo dat de mensen grotendeels hun brood aan huis esteld regen en er daarnaast veel minder euze was o had men gedurende de weekdagen de keuze uit slechts drie soorten brood namelijk wit brood, grof tarwebrood en in mindere mate het “Lillebrood”, een soort volkorenbroodje. Om het echte “Lillebrood” te

148

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


De bakkerij van Laurent Landuyt mogen maken moest bakker Laurent jaarlijks een medisch onderzoek ondergaan bij Victor De Lille in Maldegem. De bakkerstiel was werkelijk een zware stiel maar het zwaarste werk was op het einde van de week, de kermisdagen en feestdagen. De vrijdagnacht werd gestart met het bakken van rozijnenbrood, koekebrood en kramiek. Vervolgens werd het gewone dagelijkse brood gebakken en daarna was het de beurt aan de boterkoeken. Ten slotte kwamen de “pateetjes” en de taartjes. In zijn vrije tijd hield Laurent Landuyt zich, samen met zijn buurman August Depoorter, graag bezig met de duivensport. Voor de oorlog was Laurent een sterk spelend duivenliefhebber. Tijdens de tweede wereldoorlog had hij, hoewel de Duitse overheid een verbod had gelegd op reisduiven zijn duiven niet gedood o ge eurde het dat de Duitsers in 1942 zijn duiven én Laurent kwamen ophalen met de mededeling dat de bakker zijn duiven gebruikte voor militaire doeleinden, wat helemaal niet waar was. Laurent verbleef twee maanden in het Pandreitje en werd toen weer vrijgelaten. e oorlog zorgde oo voor enige pro lemen in de a erij o was het moeilij om aan grondsto en te gera en a er andu t leef bakken tot 1969 en op zijn 64e liet hij zijn bedrijf over aan bakker Raf Van Belleghem (Bloemendalestraat 127).

149


Grafnummer: 1170 Emiel Bultynck timmerman, familiebedrijf gesticht in 1837 •

Bultynck Emiel Cyrille: 17/04/1901 (°) – 05/11/1985 (+)

Bultynck Maria Margaretha: 31/01/1909 (°) – 17/09/1985 (+)

Wie vroeger timmerman wilde worden, ging meestal in de leer. Al doende leerde men de kunst. Vakkennis werd ook van vader op zoon overgedragen waarbij de eerstgenoemde trachtte zo snel mogelijk van zoonlief een degelijke hulp te maken. Emiel Bultynck, broer van priester mer leerde het va ij zijn vader harles ult nc o moest hij, zoals hij het zelf nog heeft verteld, als jonge knaap helemaal alleen een “boomezelwiel” vervaardigen. Het familiebedrijf in de Bloemendalestraat werd gebouwd in 1837 en werd gesticht door Martin Ballegeer (10.12.1766°) en werd vervolgens voortgezet door Pieter Ballegeer (1800°) en Charles Ballegeer ( ) ijn zus era ne allegeer ( ) huwde met arolus Bultynck (19.3.1826°). Bij gebrek aan mannelijke afstammelingen ging het bedrijf Ballegeer over naar de familie Bultynck. Charles Bultynck (31.1.1868) was de vader van Emiel Bultynck (17.4.1901°). Het uitzicht van het woonhuis met werkwinkel in de Bloemendalestraat is sindsdien onveranderd gebleven. De brede toegangspoort vergemak-

150

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


De stoet t.g.v. de H.Hartfeesten in 1927 passeert voorbij het huis van Emiel Bultynck kelijkte het binnenvoeren van de boomstammen met de boomezel. Het woonhuis is een typisch voorbeeld van een negentiende eeuwse burgerwoning. Enkel een gelijkvloers, kruisvensters, voorgevel met baksteenfantasieÍn, een ingangsdeur met arduinen trap en een zware kroonlijst. Naast het werkhuis hield de familie een winkel open waar de kruidenierswaren, sterke dranken en metalen timmerbenodigdheden zoals nagels, vijzen, scharnieren,‌verkocht werden.

151


Grafnummer: 1178 Georges Verfaillie onderwijzer gemeentelijke jongensschool (vanaf 1929), passie voor tuinbouw en muziek •

Verfaillie Georges Joseph: 20/04/1910 (°) – 19/09/1987 (+)

Teerlinck Laura Augusta: 23/10/1910 (°) – 10/10/2004 (+)

n ieder dorp had je vroeger een paar guren die ehoorden tot de zogenaamde s van de gemeente o had je de urgemeester meneer pastoor de notaris n de onderwijzers ie guren passeerde je bijna niet zonder je muts af te nemen uit respect. Meester Georges Verfaillie trad het lerarenkorps van de Gemeentelijke jongensschool Bloemendalestraat binnen in het schooljaar 1929-1930. De immer serieuze meester Verfaillie was de man van de land- en tuinbouwwetenschappen. Veel boerenzonen kregen bij hem de smaa te pa en om later oer te worden of te lijven ijn passie voor tuinbouw beleefde hij ook buiten de schoolmuren want Georges was een tijdlang de secretaris van de Beernemse afdeling van de Koninklijke Vereniging “Werk voor Volkstuinen”. Verder speelde meester Verfaille graag muziek en was hij lid van de Koninklijke Harmonie Sint-Cecilia. Van 1958 tot 1962 was hij zelfs penningmeester van de Beernemse fanfare.

152

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


Het 2de leerjaar van de jongensschool Bloemendale met meester Georges Verfaillie in 1936-1937

De gemeenteschool ‘Bloemendale’ met links het gemeentehuis en het muurtje dat nu nog altijd te zien is.

153


Grafnummer: 1199 Octaaf Vanhaecke laatste molenaar ‘Walmolen’, veevoederhandelaar, medestichter slachthuis Wellingstraat (in 1971) •

Claeys Yvonne Julia: 15/01/1922 (°) – 30/01/1991 (+)

Vanhaecke Octaaf Edmund: 15/04/1919 (°) – 06/06/2002 (+)

Octaaf Vanhaecke werd geboren in Beernem op 15 april 1919. Als zoon van molenaar Hector Vanhaecke (die op zijn beurt een zoon was van Joannes Vanhaecke, zie grafnr. 644) was Octaaf de laatste molenaar van de Walmolen die de eeuwenoude muldertraditie van de Vanhaeckes zou afsluiten. De oude molen werd uiteindelijk gesloopt in 1951. Na de afbraak kocht Octaaf de woning van Florimond en Theophiel Vandermoere in de Bloemendalestraat over. Hij werd een handelaar in veevoeders en was een gekend industrieel in Beernem. Sinds 1965 was hij lid van de kerkfabriek van de SintAmandusparochie. Octaaf was tevens medestichter van de Brugse Vleesveilingen S.V. De eerste veiling vond plaats in het Stedelijk Slachthuis van Brugge maar men had echter grotere plannen. Met de hulp van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds werd in Beernem langs de Wellingstraat (nr. 109), waar momenteel de grote beenhouwerij Fonteyne Vleeshalle gesitueerd is, een Europees slachthuis uit de grond gestampt.

154

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


Op 18 juli 1971 werd het nieuwe slachthuis, in aanwezigheid van minister Vlerick, plechtig geopend. In augustus vonden de eerste proefslachtingen plaats en nog in dezelfde maand ging men de nitief van start. Antoon Vanhaecke, zoon van Octaaf, had in de Bloemendalestraat 137, een slagerij van 1977 tot 1983 (nu Slagerij Patrick).

Octaaf Vanhaecke

155


Grafnummer: 1289 Cecile Roets & Laurent Vandeweghe oprichter gerenommeerd keramiekatelier ‘Perignem’ •

Vandeweghe Laurent Gerard: 30/04/1916 (°) – 26/08/2002 (+)

Roets Cecile Irmene Cornelia: 19/11/1911 (°) – 09/09/2003 (+)

Samen met zijn broer Roger richtte Laurent Vandeweghe het kunstkeramiek atelier “Perignem” (Latijn voor “door het vuur”) in de tationsstraat (nu nr ) op in oger pro leerde zich als de artistieke leider die de ontwerpen leverde en eveneens keramische objecten beschilderde. Broer Laurent nam meer de technische kant - bereiding van de klei, vullen en uitladen van de ovens, glazuren – op zich en ontwikkelde zich daarnaast tot een uitmuntende publicrelations-man. Al snel bleek Perignem een schot in de roos te zijn. Het jonge bedrijf groeide snel uit tot een atelier met een vijftal werknemers. “Perignem” verwierf naam en faam en hun producten waren overal, en vooral in de kunstwinkels, te koop. De belangrijkste klanten in die tijd waren de Société Immobilière Knokke Balnéare (directie van het Casino-Kursaal in Knokke) en het sierschouwenbedrijf Sumara uit Brussel. In 1952 is een uitbreiding noodzakelijk en het bedrijf kreeg hiermee zijn de nitieve omvang n startte men met de productie

156

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


Medestichter van Perignem, Laurent Vandeweghe (links), en pottendraaier Gaston Acke (in 1962). van glas-in-lood-ramen met de indienstneming van glazenier Cyriel De utter Enkele jaren later, in 1956, besloot Roger zijn eigen weg te gaan en startte een nieuw kunstbedrijf op in Sint-Andries onder de naam “Amphora”. Het bedrijf werd binnen de kunstwereld ook al snel een begrip. Laurent bleef in de Stationsstraat en zorgde er samen met Cecile Roets, zijn echtgenote, in de eerste plaats voor dat het atelier op zijn vroeger “elan” kon verdergaan. Perignem trok diverse kustenaars aan die stuk voor stuk zorgden voor belangrijke artistieke stimulansen en nieuwe ideeën o oo dochter lisa eth andeweghe, die in 1966 haar studies Plastische Kunsten beëindigde en vrijwel onmiddellijk aan het werk ging in het bedrijf als ontwerpster en decorschilderes. In 1988 trokken Laurent Vandeweghe en Cecile Roets zich terug uit de zaak, die verdergezet werd door dochter Elisabeth.

157


Grafnummer: 1318 Gaston Depré burgemeester (1965-1982), bouwde molenaarsbedrijf uit tot veevoedersbedrijf Depré •

Depré Gaston Henri Benedictus: 24/12/1908 (°) – 16/08/2004 (+)

De Vlieghere Germaine Leonie Nathalie: 1909 (°) – 2007 (+)

Oud burgemeester van Beernem Gaston Depré werd geboren in Beernem op 24 december 1908 en was beheerder van beroep. Als lijsttrekker van een herenigde CVP-lijst werd hij in 1964 verkozen en op 21 december van hetzelfde jaar werd hij tot burgemeester benoemd. De nieuwe burgervader werd plechtig ingehuldigd op 30 mei 1965 en het was jaren geleden dat zo’n grote stoet de gemeente had doortro en aston epr was een d namisch guur onder wiens beleid de gemeente een echte gedaanteverwisseling zou ondergaan. Hij was ook jarenlang ere-voorzitter van de Harmonie St-Cecilia Beernem. p eroepsvla was de heer epr een vooruitziend industrieel o stichtte hij samen met de gebroeders Brandt op 11 oktober 1966 de “BVBA Brandt-Depré”. Samen legden ze de basis voor een succesvol bedrijf. In 1974 trok Depré zich terug uit het bedrijf en werd het bedrijf voortgezet onder de naam “BVBA Brandt”. De 18-meter hoge molen en de schouw van de olieslagerij van de

158

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


familie bepaalden ook jarenlang het uitzicht van de oude Dorpstraat (nu Bloemendalestraat). Al in de vorige eeuw kwam het molenaarsbedrijf, de olieslagerij (de plaats waar de plantenzaden geperst werden) en De molen van de familie Depré in de Bloevlaszwingelarij in het mendalestraat (1910) bezit van de familie Depré. In 1861 werd Fransiscus Depré eigenaar van de molen en deze bleef in werking tot 1919, toen werden de wieken afgenomen; de stoommachine had hun taak overgenomen. In 1947 of 1948 werd de kap van de molen door Emiel Bultynck (zie grafnr. 1170) afgenomen en pas in 1958 zou de romp en de hoge schouw gesloopt worden. Gaston Depré heeft het familiebedrijf steeds met veel zin voor innovatie geleid. Eerst was er nog de olieslagerij, de handel in kolen en granen en tenslotte de veevoederfabriek die de laatste decennia een enorme expansie kende. Het veevoederbedrijf is reeds verhuisd naar het kanaal, Vaart-Noord, waar zonen Edward en Hans het thans in goede banen leiden.

1965: installatie van de nieuwe burgemeester Gaston Depré (2de van links)

159


160

Funerair erfgoed gemeente Beernem, kerkhof Sint-Amandus


Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.