Cursus casemanager hypofyse tumoren single pages

Page 1

Behandelplannen PatiĂŤnt1 Een beter leven met de juiste zorg

Samen met de patiĂŤnt en andere zorgverleners werken aan een optimale behandeling

Cursus en praktische handleiding voor Casemanagers


2 Cursus Behandelplannen PatiĂŤnt1: een beter leven met de juiste zorg


Inhoudsopgave

Voorwoord 6

Module A: Het zorgcollectief

7

A.1 Wat is het zorgcollectief

8

A.1.1 De 4 rollen uitgelegd

8

A.2 Mijn rol als casemanager

10

A.2.1 Hoe word ik casemanager

10

A.2.2 Rechten van de casemanager

10

A.3 Het ZRN-nummer

A.3.1 Een ZRN-nummer aanmaken

A.4 Mijn ingelogde homepage

11 11

13

A.4.1 Indeling van uw dashboard

14

A.4.2 Accountinformatie: agenda, inbox en profielgegevens

15

Module B: Het behandelplan

17

B.1 Wat is een behandelplan

18

B.2 Waaruit bestaat het behandelplan

19

B.3 Koppeling met patiĂŤntgegevens (PGD)

21

Module C: Behandelplan aanmaken

C.1 Behandelplan starten

C.1.1 Hoe start u een behandelplan?

22 24 24

Optie 1: vanaf uw dashboard

24

Optie 2: via uw patiĂŤntenlijst

25

Optie 3: vanuit een bestaand behandelplan

26

3


C.2 Behandelplan aanmaken, stap voor stap

C.2.1 Zorgverlenergroep toevoegen

28 29

C.2.2 Vragenlijsten toevoegen

30

31

C.2.3 Afronden behandelplan en aanmaken activatiecode

C.3 Activatiecode voor uw patiĂŤnt

32

C.3.1 Activatiecode aanmaken

32

C.3.2 Activatiecode terugvinden

32

C.4 Instructiebrief voor uw patiĂŤnt

33

C.4.1 Instructiebrief aanmaken

33

C.4.2 Instructiebrief mailen

35

C.5 Overzicht van uw behandelplannen

36

C.6 Zorgverleners toevoegen

37

C.7 Zorgverlenergroep toevoegen

39

C.7.1 Een zorgverlenergroep aanmaken

39

C.7.2 Waar vindt u de zorgverlenergroepen

39

C.7.3 Een zorgverlenergroep toevoegen

40

C.8 Niet-geactiveerde behandelplannen

41

C.8.1 Waar vindt u de niet-geactiveerde behandelplannen?

41

C.8.2 Herinnering met activatiecode sturen

42

C.9 Behandelplan: stopzetten en verwijderen

45

C.9.1 Een niet-geactiveerde behandelplan verwijderen

45

C.9.2 Een actief behandelplan stopzetten

46

C.9.3 Een stopgezet behandelplan hervatten

47

Module D: Behandelplan Hypofyse Tumoren

48

D.1 Wat is het behandelplan hypofyse tumoren

48

D.2 Aan de slag met het behandelplan Hypofyse tumoren

49

4 Cursus Behandelplannen PatiĂŤnt1: een beter leven met de juiste zorg


D.2.1 Rechten en accountinformatie

49

D.2.1.1 Toegangsrechten

49

D.2.1.2 Zorgverlener toevoegen

49

D.2.1.3 Zorgverlenergroep toevoegen

50

D.2.1.4 Toegang geven of ontzeggen

50

D.2.1.5 Behandelplan verlaten

50

D.2.1.6 Patiëntinformatie: richtlijnen en handleiding

51

Module E: algemene functionaliteiten behandelplan

E.1 Verslagenmodule

52 52

E.1.1 Verslag toevoegen

54

E.1.2 Verschillende contacttypes

56

E.1.3 Verslag bewerken

61

E.1.4 Verslag lezen

61

E.1.5 Verslag exporteren

62

E.2 Berichtenmodule

62

E.3 Doelen en acties

64

E.4 Vragenlijstmodule

65

Module F: Patiëntgegevens

F.1 Patiëntenkaart

F.1.1 Medische gegevens

F.1.2 Metingen

67 67 69 70

Nawoord 71

5


Voorwoord U gaat samen met uw patiënt(en) in een online behandelplan van Patiënt1 werken. In dit online behandelplan wordt alle relevante patiëntinformatie verzameld. Deze informatie is voor zowel u als zorgverlener als voor uw patiënt beschikbaar. Uw patiënt werkt via het Persoonlijk GezondheidsDossier (PGD) op Patiënt1.nl en u werkt via Patiënt1Pro.nl. Ons systeem koppelt u, samen met uw patiënt, aan het betreffende behandelplan.

P

at

ië nt

Patiënt werkt in PGD via patient1.nl

PGD

Zorgverlener werkt in PGD via patient1pro.nl

Met deze cursus helpen we u binnen dit systeem op weg. We baseren ons hierbij op situaties die u elke dag kunt tegenkomen. In module A vertellen we meer over het zorgcollectief en uw rol als casemanager. In module B bespreken we het behandelplan en in Module C leest u hoe u een behandelplan start en alles wat daarbij komt kijken. In Module D leest u hoe het behandelplan Hypofyse tumoren werkt. Tot slot bespreken we in module E en F de algemene functionaliteiten van het behandelplan, waaronder het versturen van berichten.

Privacy en persoonsgegevens Patiëntgegevens en medische gegevens zijn binnen Patiënt1 en Patiënt1Pro beveiligd en versleuteld. Wij werken namelijk met een SSL verbinding die u kunt herkennen aan het slotje in uw URL balk. Dit is een beveiligde verbinding tussen uw computer en onze website. Deze beveiligde verbinding zorgt er ook voor dat u https:// ziet staan in plaats van http://. Deze extra S staat voor secure. U kunt binnen onze behandelplannen op een veilige manier met uw patiënt en andere zorgverleners communiceren en gegevens uitwisselen.

Onze klantenservice helpt u op weg Heeft u nog vragen of opmerkingen? Ga naar ons helpcentrum op www.patient1pro.nl , bel 0880078600 of mail naar info@patient1.nl. We helpen u graag verder.

6 Cursus Behandelplannen Patiënt1: een beter leven met de juiste zorg


Module A: Het zorgcollectief In Module A leggen we uit wat het zorgcollectief is en welke rollen er binnen het zorgcollectief actief zijn. Ook leest u wat uw rol binnen het zorgcollectief is en wat deze inhoudt. Welke rechten heeft u als casemanager en wat kunt u doen binnen een behandelplan?

Module A is als volgt onderverdeeld:

A.1

Wat is het zorgcollectief MM

A.2

A.3

A.4

En welke rollen zijn er

Mijn rol als casemanager MM

Hoe word ik casemanager

MM

Rechten van de casemanager

Het ZRN-nummer MM

Wat is het ZRN-nummer

MM

ZRN-nummer aanmaken

Mijn Ingelogde homepage (dashboard) MM

Waaruit bestaat mijn dashboard

MM

Aan de slag

7


A.1 Wat is het zorgcollectief Uw zorginstelling of praktijk heeft een zorgcollectief afgesloten bij Patiënt1Pro. Dit is een online omgeving waaruit behandelplannen gestart worden. De gegevens van uw patiënt(en) worden binnen de behandelplannen van het zorgcollectief op een veilige manier gedeeld.

A.1.1 De 4 rollen uitgelegd Binnen een zorgcollectief bestaan er vier verschillende rollen, namelijk de administrator, de beheerder, de casemanager en de betrokken zorgverlener. Wat betekenen deze rollen en welke rechten komen hierbij kijken?

Het Zorgcollectief in Patiënt1PRO

Administrator

Beheerder

Casemanager

Betrokken ZV

Mede-Admin toevoegen en verwijderen Beheerder toevoegen en verwijderen Statistieken Zorgverleners toevoegen aan Zorgcollectief en Beheren Rechten Casemanager toekennen aan Zorgverleners Zorgverlenergroep aanmaken en beheren Behandelplan toegang beheren Behandelplan starten Beheren wacht op activatie door patiënt van Behandelplan PGD en Behandelplannen inzien en samen met patiënt beheren

= Beheer Zorgcollectief

8 Cursus Behandelplannen Patiënt1: een beter leven met de juiste zorg

= Patiëntenzorg


Rechten per rol: Administrator De administrator is de manager van het zorgcollectief. Hij heeft inzage in alle gegevens van dit collectief, met uitzondering van de patiëntgegevens. De administrator kan binnen het zorgcollectief andere medewerkers de rol van administrator of beheerder geven.

Beheerder De beheerder richt het zorgcollectief in. Deze persoon kan in het systeem zorgprofessionals toevoegen, verwijderen en rechten geven, waaronder de rechten van casemanager. De beheerder regelt in die zin de dagelijkse gang van zaken binnen het zorgcollectief en kan de casemanager ondersteunen. Bijvoorbeeld bij de niet-geactiveerde behandelplannen en het versturen van herinneringen. De beheerder kan nooit in het medisch dossier van de patiënt.

Casemanager De casemanager maakt behandelplannen aan voor patiënten. Een casemanager beheert hiermee de uitvoerende kant van het behandelplan en zal daarom het meest binnen het systeem van Patiënt1Pro werken.

Betrokken zorgverlener Zorgverleners binnen Patiënt1Pro die geen beheerder, casemanager of administrator zijn, noemen we betrokken zorgverleners. Deze betrokken zorgverleners kunnen alleen participeren in bestaande behandelplannen waar zij aan worden toegevoegd. Een betrokken zorgverlener hoeft hiervoor geen deel te nemen aan een zorgcollectief, maar dit kan wel.

9


A.2 Mijn rol als casemanager U bent of wordt binnenkort casemanager binnen een zorgcollectief. Als casemanager mag u behandelplannen voor patiënten aanmaken.

A.2.1 Hoe word ik casemanager De beheerder van een zorgcollectief kan u de rechten voor casemanager geven. Dit kan aan de hand van uw naam en zorginstelling of uw ZRN-nummer. Hiervoor geeft u uw ZRN-nummer aan de beheerder. Dit Zorg Registratrie Nummer ontvangt u zodra uw registratie op Patiënt1Pro is voltooid. Meer over het ZRN-nummer leest u in module A.3. De beheerder voegt u aan de hand van uw naam of ZRN-nummer toe aan het zorgcollectief en geeft u de rechten tot casemanager. U heeft deze rechten alleen voor dit zorgcollectief.

A.2.2 Rechten van de casemanager Als casemanager beheert u de uitvoerende kant van de behandelplannen binnen het zorgcollectief. Hieronder leest u welke acties u als casemanager kunt uitvoeren: Behandelplannen aanmaken MM

Behandelplannen stopzetten MM MM

Andere zorgverleners toegang tot het behandelplan geven

Andere zorgverleners uit het behandelplan verwijderen MM

MM Zorgverlenergroep toevoegen

Deze acties worden in Module C verder uitgelegd.

Casemanager, een voorbeeld. Uw praktijk heeft een zorgcollectief afgesloten. De beheerder heeft u vervolgens toegevoegd en de rechten tot casemanager gegeven. U maakt voor twee patiënten een behandelplan aan en voegt twee andere artsen toe om mee te kijken met de behandeling. Patiënt A laat blijken dat hij niet wil dat één van de bevoegde artsen meekijkt in zijn behandelplan. Achteraf blijkt het ook niet noodzakelijk. U besluit om deze zorgverlener uit het behandelplan te verwijderen. De patiënt zelf kan zorgverlener ook zelf de toegang ontzeggen. Patiënt B blijkt niet meer met het behandelplan te werken, omdat zijn behandeling is afgerond. U stopt dit behandelplan en heeft geen toegang meer. U kunt dit behandelplan samen met uw patient in een later stadium altijd opnieuw opstarten. Patiënt C komt op consult en geeft aan graag te willen werken met een behandelplan. U start een nieuw behandelplan binnen dit zorgcollectief voor patiënt C.

10 Cursus Behandelplannen Patiënt1: een beter leven met de juiste zorg


A.3 Het ZRN-nummer Het ZRN-nummer staat voor Zorg Registratie Nummer. Wanneer u actief wilt deelnemen aan Patiënt1Pro heeft u een ZRN-nummer nodig. Bijvoorbeeld wanneer u toegevoegd wilt worden aan een behandelplan of aan het zorgcollectief zelf.

A.3.1 Een ZRN-nummer aanmaken Het ZRN-nummer wordt automatisch aangemaakt, nadat u zich op Patiënt1Pro heeft geregistreerd en uw account heeft voltooid. Ga naar www.patient1pro.nl en klik op ‘registreer direct’ :

U vult alle gevraagde gegevens in en klikt op ‘registeer’

U ontvangt een registratiemail om uw account aan te maken en een wachtwoord in te stellen. Daarvoor klikt u op de link die in de mail wordt vermeld. U heeft nu een account op Patiënt1Pro. Bovenin uw scherm ziet u staan:

11


U gaat naar ‘mijn account’ en klikt in ‘mijn profiel’ op ‘zorgverlener gegevens’. Hier vult u de gevraagde gegevens in. Klik op opslaan.

Bovenin uw scherm verschijnt in het gele vlak uw ZRN-nummer:

12 Cursus Behandelplannen Patiënt1: een beter leven met de juiste zorg


A.4 Mijn ingelogde homepage Inloggen op PatiĂŤnt1Pro doet u via de homepage of de menubalk. U vult hier uw gebruikersnaam en wachtwoord in. Na het inloggen ziet u direct uw persoonlijke dashboard (ingelogde homepage).

Uw persoonlijke dashboard ziet er als volgt uit:

13


A.4.1 Indeling van uw dashboard Bovenaan uw dashboard (ingelogde homepage) vindt u het hoofdmenu. We maken onderscheid tussen patiëntenzorg en het beheer van uw zorgcollectief. Agenda Patiënten

Zorgcollectief

Berichtenmodule

Beheer Patiëntenzorg Beheer zorgcollectief

Eigen gegevens zorgverlener

Patiënten

Behandelplannen

Wacht op activatie

Statistieken

Zorgverleners

Zorgverlenergroepen

Beheerders

Administrators

Veel gestelde vragen Rol gebruiker

De patiëntenzorg kleuren we in bovenstaande afbeelding blauw. De blauwe blokken Patiënten overzicht, Behandelplannen en Wacht op activatie hebben allemaal betrekking op de zorg voor uw patiënten. De roze blokken Systeemgebruik, Zorgverleners, Zorgverlenergroepen, Beheerders en Administrators hebben te maken met het beheer en de inrichting van uw zorgcollectief. U kunt hierin bijvoorbeeld zien wie er in uw zorgcollectief zitten, wat hun rechten zijn en de verschillende overzichten van het systeemgebruik.

14 Cursus Behandelplannen Patiënt1: een beter leven met de juiste zorg


Hoe werkt dit? Klikt u in het hoofdmenu op Patiënten? Dan kunt u uw patiëntenoverzicht bekijken, een behandelplan starten en de pagina wacht op activatie openen. Dit kan ook via uw dashboard door op één van deze blokken te klikken. Klikt u in het hoofdmenu op Zorgcollectief? Dan kunt u de inrichting van uw zorgcollectief zien, wie er in het zorgcollectief actief zijn, wie de beheerders zijn, de administrator, welke zorgverlenergroepen er actief zijn en het systeemgebruik. Dit kan ook via uw dashboard door op één van deze blokken te klikken.

A.4.2 Accountinformatie: agenda, inbox en profielgegevens Agenda

Berichtenmodule

Eigen gegevens zorgverlener

Bovenin uw scherm, in het gele blok, vindt u uw accountgegevens. Deze bestaat uit de agenda, de inbox, het ZRN-nummer en uw zorgverlenergegevens. We leggen deze vier onderdelen uit: MM

Agenda

In de agenda kunt u afspraken met uw patiënten vastleggen. U kunt deze afspraken per dag invullen en terugkijken. MM

Inbox

De envelop staat symbool voor uw inbox, ofwel de berichtenmodule. U kunt in het behandelplan op twee plekken in de berichtenmodule komen. De stap via het envelopje leidt u rechtstreeks naar alle berichten die u binnenkrijgt, van patiënten en zorgverleners. De inbox is niet beperkt tot één behandelplan en toont berichten die de laatste drie maanden aan u geadresseerd zijn. Na drie maanden worden de berichten uit uw inbox verwijderd. Wilt u dit bericht na drie maanden nog eens teruglezen? Dan vindt u dit bericht in de berichtenbox van het behandelplan. Heeft u een nieuw bericht in uw algemene inbox? Dan ziet u onderstaand icoontje in het gele blok. Binnen het behandelplan heeft u nog een aparte berichtenbox. Deze berichtenbox toont alleen de berichten die betrekking hebben op dit specifieke behandelplan. Hoe deze berichtenbox werkt wordt in module E.2 uitgelegd.

15


MM

ZRN-nummer

Met dit Zorg Registratie Nummer kunt u actief deelnemen aan Patiënt1Pro. Dit is een uniek nummer dat binnen het zorgcollectief wordt gebruikt voor identificatie van een zorgverlener. Heeft u nog geen ZRN-nummer? Lees dan de uitleg in module A.3 om uw ZRN-nummer aan te maken. MM

Zorgverlenergegevens

Door in het gele blok te klikken op Account, komt u in uw Patiënt1Pro profiel. Hier ziet u de door u ingevulde informatie met betrekking tot persoonlijke gegevens, profielfoto, zorgverlener gegevens en de gegevens van uw zorginstelling. U kunt al deze gegevens eenvoudig wijzigen. Bij Mijn Account wijzigt u uw gebruikersnaam, e-mail, wachtwoord en/of controlevraag.

16 Cursus Behandelplannen Patiënt1: een beter leven met de juiste zorg


Module B: Het behandelplan In module B leest u meer over de behandelplannen van Patiënt1. Wat is een behandelplan en waaruit bestaat het behandelplan. Hoe worden de patiëntgegevens op een veilige manier aan het behandelplan gekoppeld, zodat u als zorgverlener mee kan kijken?

Module B bevat de volgende onderwerpen:

B.1

Wat is een behandelplan MM

B.2

Waaruit bestaat het behandelplan MM

B.3

Wat is een behandelplan en wat zijn de voordelen

Uit welke modules bestaat een behandelplan

Koppeling patiëntgegevens (PGD) MM

Hoe worden de patiëntgegevens in het behandelplan geplaatst

17


B.1 Wat is een behandelplan Binnen het online behandelplan van Patiënt1 werken patiënt en zorgverlener(s) nauw samen. Door deze digitale samenwerking van patiënt en zorgverlener kan altijd en overal behandeling plaatsvinden. Ook kunt u meekijken in het gehele behandeltraject, ook wanneer er meerdere zorgverleners bij betrokken zijn. Alle relevante patiëntinformatie wordt op één centrale plek verzameld en is voor zowel u als uw patiënt beschikbaar. Door deze vorm van e-health en zorg op afstand hoeft uw patiënt niet elke keer op consult te komen. Voordelen van het online behandelplan: MM

Direct kunnen communiceren met uw patiënt

U kunt via de berichtenmodule van het behandelplan direct met uw patiënt communiceren. Ook ziet u wat uw patiënt aan medische gegevens in het behandelplan plaatst. Bijvoorbeeld welke medicijnen hij slikt, of de dosering klopt en wat voor klachten hij op dat moment ervaart. MM

Samenwerken met andere zorgverleners

Het is mogelijk om meerdere zorgverleners aan één behandelplan te koppelen. Zo kunnen alle betrokken zorgverleners van deze patiënt meekijken in het gehele behandeltraject. MM

Unieke en persoonsgerichte zorg

Na het accepteren van een behandelplan geeft de patiënt toestemming om in zijn medische dossier te kijken. U krijgt dan een goed en compleet beeld van de medische geschiedenis en huidige behandeling van uw patiënt. Op deze manier is snelle en persoonsgerichte behandeling mogelijk. MM

Beveiligd versturen van berichten

Het versturen van berichten via het behandelplan is beveiligd. Dit betekent dat u op een veilige manier patiëntgegevens kunt uitwisselen met andere zorgverleners of met uw patiënt zelf. Patiënt1 werkt hiervoor met een beveiligde SSL verbinding. MM

Toevoegen en lezen van verslagen

Zorgverleners, betrokken bij dit behandelplan, kunnen verslagen toevoegen en lezen. Ook uw patiënt kan deze verslagen inzien.

MM

Vragenlijsten voor uw patiënt

Bij ieder behandelplan is het mogelijk om vragenlijsten toe te voegen. Dit word door uw zorginstelling afgestemd met Patiënt1Pro. Uw patiënt kan vervolgens digitaal de vragenlijsten invullen, wanneer het hem uitkomt. U kunt de ingevulde vragenlijsten bekijken via het behandelplan. MM

Zorg op afstand mogelijk (e-health)

Met het online behandelplan is zorg op afstand een realiteit. Hierdoor hoeft uw patiënt niet iedere keer op consult te komen, bijvoorbeeld wanneer hij te ziek is of ver weg woont. Zorg is nu altijd en overal mogelijk.

18 Cursus Behandelplannen Patiënt1: een beter leven met de juiste zorg


B.2 Waaruit bestaat het behandelplan Een behandelplan bestaat uit een aantal vaste modules en een aantal variabele modules. De variabele modules zijn dus optioneel en komen niet in ieder behandelplan terug.

Verslagen

Berichten

Behandelplan P

at

iĂŤ nt

Contact met patiĂŤnt

Contact met medebehandelaar

Andere medische gegevens

Medicijngebruik controleren

19


De vaste modules die u in ieder behandelplan terugvindt zijn: MM

Het kunnen toevoegen en lezen van verslagen

MM

Medicijngebruik patiënt

MM

Berichtenmodule

MM

Andere medische gegevens

Andere medische gegevens omvat de gegevens die uw patiënt in zijn Persoonlijk GezondheidsDossier (PGD) op Patiënt1.nl invult. In dit online medische dossier is ruimte voor aandoeningen, allergieën, operaties en andere heelkundige ingrepen, bloedgroep, zorgverzekering en persoonsgegevens. Maar ook meetwaarden, waaronder bloeddruk en gewicht.

Variabele modules kunnen zijn: MM

Toevoegen van foto’s

MM

Toevoegen van vragenlijsten

MM

Persoonlijk dagboek

MM

Metingen (bijvoorbeeld bloedsuiker, stappenteller of lithiumspiegel)

MM

Stemmingsmeter en LifeChart

20 Cursus Behandelplannen Patiënt1: een beter leven met de juiste zorg


B.3 Koppeling met patiëntgegevens (PGD) Uw patiënt werkt via de beveiligde omgeving van Patiënt1. Hij maakt daar een Persoonlijk GezondheidsDossier (PGD) aan, waarin alle relevante patiëntinformatie staat. Als zorgverlener werkt u via Patiënt1Pro, waar u behandelplannen kunt aanmaken.

P

at

ië nt

Patiënt werkt in PGD via patient1.nl

PGD

Zorgverlener werkt in PGD via patient1pro.nl

Koppeling PGD en behandelplan Ons systeem koppelt het aangemaakte behandelplan aan het PGD van uw patiënt. Bij het accepteren van het behandelplan gaat uw patiënt automatisch akkoord met het uitwisselen van zijn medische gegevens. U kunt als zorgverlener na deze koppeling meekijken in het PGD van uw patiënt. Hierin vindt u onder meer informatie over medicijngebruik, aandoeningen, allergieën, operaties en andere heelkundige ingrepen. Alle medische gegevens, zowel het PGD als het behandelplan, zijn beveiligd voor derden. Deze beveiliging voldoet aan de wet Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), voorheen Wet Bescherming Persoonsgegevens. De AVG is ook wel bekend onder de Engelse naam GDPR. U en uw patiënt bepalen zelf wie inzage heeft in deze gegevens en wie toegang krijgt tot het behandelplan en dus ook het PGD. Na deze koppeling kunnen u en uw patiënt aan de slag!

21


Module C: Behandelplan aanmaken In module C gaat u aan de slag met het behandelplan. Als casemanager mag u niet alleen behandelplannen aanmaken, maar ook andere zorgverleners toevoegen of verwijderen. Ook kunt u het behandelplan stopzetten.

In deze module bespreken we de volgende onderwerpen:

C.1

Behandelplan starten MM

C.2

C.3

C.4

C.5

Hoe start u een behandelplan op en waar begint u

Het aanmaken van het behandelplan MM

Vragenlijsten toevoegen

MM

Het aanmaken van een behandelplan, stap voor stap

Activatiecode voor uw patiënt MM

Hoe maakt u een activatiecode aan

MM

Waar vindt u deze activatiecode terug

Instructiebrief voor uw patiënt MM

Waaruit bestaat de instructiebrief

MM

Aanmaken en versturen

MM

Waar vindt u de instructiebrief terug

Overzicht van uw behandelplannen MM

Al uw behandelplannen in één overzicht

22 Cursus Behandelplannen Patiënt1: een beter leven met de juiste zorg


C.6

C.7

C.8

C.9

Zorgverleners toevoegen MM

Zorgverlener toevoegen aan een nieuw behandelplan

MM

Zorgverlener toevoegen aan een bestaand behandelplan

Zorgverlenergroep toevoegen MM

Zorgverlenergroep toevoegen aan een nieuw behandelplan

MM

Zorgverlenergroep toevoegen aan een bestaand behandelplan

Niet-geactiveerde behandelplannen MM

Wat zijn niet-geactiveerde behandelplannen

MM

Waar staan de niet-geactiveerde behandelplannen

MM

Herinnering sturen

Behandelplan stopzetten MM

Hoe zet u een behandelplan stop

MM

Een stopgezet behandelplan opnieuw activeren

23


C.1 Behandelplan starten Een behandelplan wordt altijd gestart door de zorgverlener en nooit door de patiënt. Binnen het zorgcollectief mag alleen de casemanager behandelplannen starten. Kunt u geen behandelplannen starten? Dan bent u (nog) geen casemanager. De beheerder van het zorgcollectief kan u de rechten geven. U geeft hiervoor uw ZRN-nummer aan de beheerder. Meer over het ZRN-nummer leest u in module A.

C.1.1 Hoe start u een behandelplan? Hoe start u een behandelplan en waar begint u? U kunt een behandelplan op drie manieren starten:

1. Rechtstreeks vanaf uw dashboard (ingelogde homepage) 2. Via uw patiëntenlijst 3. Via een bestaand behandelplan Optie 1: vanaf uw dashboard

Na het inloggen op Patiënt1Pro komt u automatisch op uw dashboard (ingelogde homepage). U klikt op de knop in het blok ‘behandelplan starten’. Deze knop wordt paars zodra u hier met uw muis over beweegt.

24 Cursus Behandelplannen Patiënt1: een beter leven met de juiste zorg


U komt vervolgens in het scherm waar u een nieuw behandelplan aan gaat maken. Bovenaan het formulier ziet u 3 tabbladen, namelijk patiënten, nieuw behandelplan en wacht op activatie.

Onder het tabblad patiënten vindt u de patiënten waarvoor uw een behandelplan hebt opgezet en met wie u een behandelplan deelt. Onder het tabblad wacht op activatie vindt u de niet-geactiveerde behandelplannen. Meer hierover leest u in module C.8. U zit meteen in het goede tabblad ‘nieuw behandelplan’. Deze is wit gekleurd en hiermee gaat u nu aan de slag.

Optie 2: via uw patiëntenlijst

Op uw dashboard (ingelogde homepage) klikt u op de knop in het blok ‘Patiënten’. Deze knop wordt paars zodra u hier met uw muis over beweegt.

25


U komt op het volgende scherm:

U start een behandelplan door: MM

Op de paarse knop ‘behandelplan starten’ te klikken

of MM

Het tabblad bovenaan het formulier ‘nieuw behandelplan’ aan te klikken

Optie 3: vanuit een bestaand behandelplan

Heeft uw patiënt al een behandelplan en wilt u voor deze patiënt nog een behandelplan starten? Dan kunt u dit vanuit het bestaande behandelplan doen. Alle informatie die al over deze patiënt bekend is, wordt automatisch ingevuld bij de nieuwe aanvraag. Klik, net als bij optie 2, in het blok patiënten op ‘Patiënten overzicht;

26 Cursus Behandelplannen Patiënt1: een beter leven met de juiste zorg


Klik op de naam van de patiënt voor wie u nog een behandelplan aan wilt aanmaken. U komt nu in zijn patiëntenkaart met het bestaande behandelplan. U klikt bovenin het scherm op ‘nieuw behandelplan’ om nog een behandelplan voor deze patiënt te starten. De bestaande gegevens van de patiënt worden automatisch ingevuld.

27


C.2 Behandelplan aanmaken, stap voor stap U heeft via manier 1, 2 of 3 een nieuw behandelplan gestart. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u dit behandelplan verder invult en aanmaakt, zodat u en uw patiĂŤnt aan de slag kunnen. U ziet onderstaand scherm:

U vult de gevraagde gegevens in. De velden met een rood sterretje zijn verplicht.

28 Cursus Behandelplannen PatiĂŤnt1: een beter leven met de juiste zorg


E-mail adres niet verplicht, wel handig

Uw patiënt ontvangt op dit mailadres een instructiebrief over het opstarten van het behandelplan, met een activatiecode. Wordt de activatiecode niet gebruikt, dan is het mogelijk om naar dit e-mailadres een herinnering te sturen.

Wanneer u klikt op ‘ga verder’ wordt het behandelplan aangemaakt.

C.2.1 Zorgverlenergroep toevoegen Bevat uw zorgcollectief één of meerdere zorgverlenergroepen? Dan herkent het systeem deze en krijgt u de optie om de zorgverlenergroep(en) aan dit behandelplan toe te voegen. Alle zorgverleners uit de toegevoegde groep(en) krijgen direct toegang tot het behandelplan. U kunt dit ook in een later stadium doen (zie module C.7).

U selecteert de groep(en) die u aan dit behandelplan toe wilt voegen. Ook handig is de mogelijkheid om uw keuze te onthouden. Bij het aanmaken van dit behandelplan voor een andere patiënt, is deze selectie al ingevuld. U kunt deze voorselectie in dit scherm wijzigen of accepteren. U klikt op de paarse knop ‘ga verder’.

29


C.2.2 Vragenlijsten toevoegen Zijn er vragenlijsten beschikbaar voor dit behandelplan? Wanneer uw zorginstelling hiervoor heeft gekozen, krijgt u nu de optie om deze vragenlijsten aan het behandelplan toe te voegen. Het voordeel is dat uw patiënt deze vragenlijsten online en in zijn eigen tijd in kan vullen. Ook kunt u bij de instructiebrief aangeven of u wilt dat uw patiënt de vragenlijst voor het volgende consult invult. Zo heeft u tijdens het consult meer informatie over uw patiënt en zijn behandeling.

U selecteert de vragenlijst(en) die u in het behandelplan van uw patiënt wilt plaatsen. Bedenkt u op een later moment dat er nog een vragenlijst toegevoegd moet worden? Dan kunt u deze altijd later toevoegen. Dit wordt uitgelegd in de vragenlijstmodule en het beheer hiervan (Hoofdstuk E.4). Ook hier krijgt u de mogelijkheid om uw keuze te onthouden. Bij het aanmaken van dit behandelplan voor een andere patiënt, is deze selectie al ingevuld. U kunt deze voorselectie in dit scherm wijzigen of accepteren. U klikt op de paarse knop ‘ga verder’ om het behandelplan af te ronden en een activatiecode aan te maken.

30 Cursus Behandelplannen Patiënt1: een beter leven met de juiste zorg


C.2.3 Afronden behandelplan en aanmaken activatiecode Wanneer u het behandelplan heeft gestart (zie C.1) en de gevraagde gegevens heeft ingevuld (zie C.2) wordt het behandelplan aangemaakt. Heeft u alle stappen doorlopen? Dan ziet u onderstaand scherm ter controle:

( 3)

( 1)

( 2)

Activatiecode ( 1)

U ziet in het gele en omcirkelde veld de activatiecode voor uw patiënt. Hiermee activeert uw patiënt via zijn PGD het behandelplan. Deze activatiecode wordt in de instructiebrief verwerkt. Heeft u bij het aanmaken het e-mailadres en BSN van uw patiënt vermeld? Dan kunt u de instructiebrief met activatiecode mailen. Meer over de activatiecode leest u in module C.3.

Instructiebrief aanmaken ( 2)

U klikt op de paarse knop om een instructiebrief aan te maken. Meer hierover leest u in module C.4.

Verwijderen ( 3)

Met het prullenbakje kunt u het aangemaakte behandelplan verwijderen. Bijvoorbeeld wanneer u een ander zorgcollectief had willen kiezen of wanneer de patiëntgegevens niet correct zijn ingevuld.

31


C.3 Activatiecode voor uw patiënt De activatiecode koppelt het account van uw patiënt (PGD) met het behandelplan dat u heeft opgestart. De patiënt voert deze code thuis in zijn PGD in, waarna het systeem de koppeling met het behandelplan maakt. Vanaf dat moment is het behandelplan actief en voor beide partijen volledig toegankelijk.

MM

C.3.1 Activatiecode aanmaken Bij het aanmaken van een behandelplan wordt automatisch een activatiecode aangemaakt (module C.1). U kunt deze code via de instructiebrief aan uw patiënt meegeven of per mail versturen.

MM

C.3.2 Activatiecode terugvinden Het kan gebeuren dat de patiënt de activatiecode kwijt is geraakt en u het verzoek krijgt deze nogmaals te geven of te versturen. U kunt de eerder aangemaakt activatiecode eenvoudig terugvinden en een herinnering sturen. Dit leggen we uit in module C.8.

32 Cursus Behandelplannen Patiënt1: een beter leven met de juiste zorg


C.4 Instructiebrief voor uw patiënt Na het aanmaken van een behandelplan stelt u een instructiebrief op voor uw patiënt. In deze brief leest uw patiënt wat er van hem verwacht wordt om het behandelplan te activeren en hoe hij dit moet doen. De brief bevat ook de activatiecode waarmee het behandelplan geactiveerd dient te worden. Wordt de instructiebrief aangemaakt voor een patiënt die al in het systeem staat en bekend is met de behandelplannen van Patiënt1? Dan ontvangt hij een minder uitgebreide instructiebrief met activatiecode.

C.4.1 Instructiebrief aanmaken Na het aanmaken van een behandelplan, zie module C.1, kunt u klikken op de paarse knop ‘instructiebrief aanmaken’.

U kunt een instructiebrief versturen met informatie over het behandelplan, hoe uw patiënt een account aanmaakt en waar de activatiecode ingevuld dient te worden. Ook kunt u ervoor kiezen om extra informatie mee te sturen.

33


U vinkt de velden aan waarvan u wilt dat uw patiënt deze voor het eerstvolgende consult in zijn behandelplan invult. Bijvoorbeeld medicijngebruik, allergieën, meetwaarden of vragenlijsten. Wanneer u een informatieveld aanvinkt verschijnt er een extra veld om persoonlijke notities toe te voegen. Ook vinkt u hier aan welke vragenlijsten of meetwaarden ingevuld moeten worden.

34 Cursus Behandelplannen Patiënt1: een beter leven met de juiste zorg


De informatie die u aanvinkt, inclusief persoonlijke notities, worden in de instructiebrief met activatiecode verwerkt. U klikt onderaan het scherm op ‘bekijken of printen’

De instructiebrief wordt als PDF op uw computer geopend. U kunt deze bekijken, opslaan en printen. Een geprinte brief kan aan de patiënt worden meegegeven.

C.4.2 Instructiebrief mailen Is het e-mailadres van uw patiënt bekend? Dan kunt u de instructiebrief ook per mail versturen. U klikt op de paarse knop ‘mailen’.

35


C.5 Overzicht van uw behandelplannen Binnen Patiënt1Pro vindt u alle behandelplannen en patiënten uit uw zorgcollectief in één overzicht. U ziet hier alleen de behandelplannen waarbij u als zorgverlener bent betrokken. Via uw dashboard (ingelogde homepage) klikt u in het blok ‘patiënten’ op de knop ‘patiëntenoverzicht’.

Hier ziet u een overzicht van al uw patiënten met hun behandelplannen.

Heeft u veel patiënten in uw overzicht? U kunt via de zoekfunctie heel eenvoudig op naam, geboortedatum, geslacht, BSN of behandelplan zoeken.

36 Cursus Behandelplannen Patiënt1: een beter leven met de juiste zorg


C.6 Zorgverleners toevoegen Als casemanager kunt u meerdere zorgverleners toegang geven tot een behandelplan. Op die manier kunnen verschillende zorgprofessionals samen aan de behandeling van de patiënt werken.

Hoe doet u dit?

U klikt in uw patiëntenoverzicht op de naam van uw patiënt aan wiens behandelplan u een zorgverlener toe wilt voegen. U zit nu in de patiëntenkaart van uw patiënt. U klikt in het linkermenu op het behandelplan. Er verschijnen verschillende modules van het behandelplan waaronder ‘toegangsrechten’.

Hier kunt u andere zorgverleners aan het behandelplan toevoegen. U klikt op de paarse knop ‘zorgverleners toevoegen’. In het witte invulveld voert u de naam of het ZRN-nummer van de betreffende zorgverlener in. U kunt hier ook een zorgverlenergroep toevoegen (zie module C.7). Klik op de paarse knop ‘doorgaan’.

37


U komt in een controlescherm. Kloppen de ingevoerde gegevens? Dan kunt u klikken op ‘toevoegen’. De zorgverlener ontvangt een mail met uw uitnodiging deel te nemen aan dit behandelplan. Hij of zij kan deze uitnodiging accepteren of weigeren. Ziet u iets dat niet klopt of heeft u een verkeerd ZRN-nummer ingetikt? Klik dan op de paarse knop ‘bewerken’ en pas de gegevens aan.

Welke zorgverleners hebben toegang?

Door nogmaals te klikken op ‘Toegangsrechten’ ziet u een overzicht van zorgverleners die toegang hebben tot dit behandelplan.

Een groen bolletje geeft de toegangsrechten aan. Een rood bolletje geeft aan dat de zorgverlener de uitnodiging nog niet heeft geaccepteerd of door de patiënt is geblokkeerd.

Zorgverlener niet te vinden?

Kunt u de zorgverlener niet in het systeem vinden? Bijvoorbeeld op ZRN-nummer of naam? Het kan zijn dat de zorgverlener nog niet geregistreerd is op Patiënt1Pro of nog geen ZRN-nummer heeft.

38 Cursus Behandelplannen Patiënt1: een beter leven met de juiste zorg


C.7 Zorgverlenergroep toevoegen Het is mogelijk om een zorgverlenergroep aan een behandelplan toe te voegen. Hiermee voegt u een aantal zorgverleners tegelijk toe. Hoe werkt dit?

C.7.1 Een zorgverlenergroep aanmaken Eerst moet er een zorgverlenergroep worden aangemaakt. Dit kan alleen de beheerder van het zorgcollectief. De beheerder vult de zorgverlenergroep en maakt hiermee een GRN-nummer aan. Dit staat voor Groeps Registratie Nummer.

C.7.2 Waar vindt u de zorgverlenergroepen U kunt heel eenvoudig bekijken welke zorgverlenergroepen er in uw zorgcollectief actief zijn. Via uw dashboard (ingelogde homepage) klikt u op de knop ‘naar zorgverlenergroepen’.

In het menu wordt het tabblad ‘zorgverlenergroepen’ wit, omdat deze pagina actief wordt. U ziet onderstaand menu: Naast de naam van de zorgverlenergroepen vindt u hier het GRN-nummer. Ook ziet u uit hoeveel

zorgverleners de groep bestaat en in welke behandelplannen de groep actief is. Deze details leest u zodra u op de blauwe naam van de zorgverlenergroep klikt.

39


C.7.3 Een zorgverlenergroep toevoegen Via een zorgverlenergroep voegt u meerdere zorgverleners tegelijkertijd toe aan een behandelplan. U heeft hiervoor het GRN-nummer van de groep nodig. Zo hoeft u niet iedere zorgverlener (met ZRN-nummer) apart in te voeren. Hoe doet u dit? U klikt in uw patiëntenoverzicht op de naam van uw patiënt aan wiens behandelplan u een zorgverlener toe wilt voegen. U zit nu in de patiëntenkaart van uw patiënt. U klikt in het linkermenu op het behandelplan.

U klikt op de paarse knop ‘zorgverleners toevoegen’. In het witte invulveld voert u het GRN-nummer van de zorgverlenergroep in die u aan dit behandelplan toe wilt voegen. Hoe u dit GRN-nummer vindt leest u in voorgaand hoofdstuk C.7.2.

40 Cursus Behandelplannen Patiënt1: een beter leven met de juiste zorg


C.8 Niet-geactiveerde behandelplannen Een aangemaakt behandelplan wordt met een activatiecode (hoofdstuk C.3) door de patiënt geactiveerd, waarna u samen uw patiënt in het behandelplan kunt werken. Behandelplannen waarvan de activatiecode nog niet is gebruikt noemen we niet-geactiveerde behandelplannen. Deze behandelplannen wachten dus nog op de activatiecode. Zowel de casemanager als de beheerder hebben toegang tot deze lijst.

C.8.1 Waar vindt u de niet-geactiveerde behandelplannen? U klikt via uw dashboard (ingelogde homepage) op de knop ‘Naar wacht op activatie’.

In het menu wordt het tabblad ‘wacht op activatie’ wit, omdat deze pagina nu actief is.

U ziet in dit overzicht niet alleen welke behandelplannen nog niet geactiveerd zijn, maar ook bij welke patiënt dit behandelplan hoort, de aanmaakdatum en de activatiecode. Is uw lijst met niet-geactiveerde behandelplannen erg lang? Dan kunt u heel eenvoudig zoeken via de witte zoekbalk. Bijvoorbeeld op de naam van uw patiënt, geboortedatum, BSN, naam behandelplan of aanmaakdatum. Klik op de (blauwe) naam van uw patiënt voor meer details.

41


C.8.2 Herinnering met activatiecode sturen U kunt de patiënt een herinnering sturen om de activatiecode alsnog te gebruiken. In de lijst met niet-geactiveerde behandelplannen klikt u op de (blauwe) naam van uw patiënt. U ziet onderstaande pagina met meer details.

Klik op de paarse knop ‘herinnering maken’.

42 Cursus Behandelplannen Patiënt1: een beter leven met de juiste zorg


Er wordt een mailtekst voor u opgesteld, die u naar wens aan kunt passen. De eerder verstuurde instructiebrief met activatiecode wordt automatisch als bijlage meegestuurd.

Tijdens het aanpassen van de tekst verschijnt de blauwe tekst ‘wijziging ongedaan maken’. Door hier op te klikken worden al uw aanpassingen uit de tekst verwijderd. De originele tekst blijft staan.

U vult vervolgens het e-mail adres van uw patiënt in en klikt op de paarse knop ‘versturen’.

43


Zodra de mail verstuurd is verschijnt er op deze detailpagina van het niet –geactiveerde behandelplan een extra kolom: verstuurde herinneringen. U kunt dus eenvoudig bijhouden hoeveel herinneringen u heeft verstuurd en wanneer.

44 Cursus Behandelplannen PatiĂŤnt1: een beter leven met de juiste zorg


C.9 Behandelplan: stopzetten en verwijderen Het kan voorkomen dat u een behandelplan stop wilt zetten of wilt verwijderen. Bijvoorbeeld wanneer uw patiënt na diverse herinneringen de activatiecode niet gebruikt of wanneer de behandeling van uw patiënt stopt. U kunt een stopgezet behandelplan op een later moment weer actief maken voor uw patiënt. Hoe u dit doet leggen we in dit hoofdstuk stap voor stap uit.

C.9.1 Een niet-geactiveerde behandelplan verwijderen U kunt voor een niet-geactiveerd behandelplan een herinnering sturen naar uw patiënt (zie hoofdstuk C.8). Weet u zeker dat dit behandelplan niet meer geactiveerd gaat worden? Dan kunt u de behandelplan uit uw lijst en zorgcollectief verwijderen. U klikt via uw dashboard (ingelogde homepage) op de knop ‘Naar wacht op activatie’.

In uw lijst met niet-geactiveerde behandelplannen klikt u op de (blauwe) naam van uw patiënt voor meer details over dit behandelplan. U ziet vervolgens onderstaand scherm.

45


Klik op het prullenbakje met de blauwe tekst ‘verwijderen’ om dit behandelplan definitief te verwijderen. Bij het verwijderen van een niet-geactiveerd behandelplan gaan de ingevulde patiëntgegevens verloren. Mocht uw patiënt nog een behandelplan hebben dan blijven de patiëntgegevens in dit andere behandelplan wel bestaan. Andere zorgverleners die bij dit behandelplan zijn betrokken krijgen een melding dat het behandelplan is verwijderd.

C.9.2 Een actief behandelplan stopzetten Als casemanager kunt u een actief behandelplan stopzetten. U verwijdert het behandelplan hiermee niet. Het stopzetten van een behandelplan houdt in dat u en andere betrokken zorgverleners geen toegang meer hebben tot dit behandelplan. Uw patiënt kan nog wel in het behandelplan kijken en werken. Hij kan geen contact meer opnemen via de berichtenmodule. Ga naar het behandelplan van uw patiënt. U klikt in uw dashboard (ingelogde homepage) op ‘Patiënten overzicht’.

Vervolgens klikt u op de naam van uw patiënt voor wie u het behandelplan wilt stopzetten. U kunt uw patiënt of dit behandelplan eenvoudig vinden via het witte zoekveld.

46 Cursus Behandelplannen Patiënt1: een beter leven met de juiste zorg


U zit nu in de patiëntenkaart van uw patiënt. U opent het actieve behandelplan dat u stop wilt zetten. In het menu van dit behandelplan ziet u onderaan de optie ‘stop behandelplan’.

U klikt op dit menu-item ‘stop behandelplan’ en vervolgens op de paarse knop ‘behandelplan stopzetten’.

U en betrokken zorgverleners hebben geen toegang meer tot dit behandelplan. Uw patiënt kan nog wel in het behandelplan kijken en werken, maar kan geen contact meer opnemen via de berichtenmodule.

C.9.3 Een stopgezet behandelplan hervatten Heeft u een actief behandelplan stopgezet en wilt u hier, samen met uw patiënt, toch weer mee aan de slag? Dan kunt u dit behandelplan hervatten. Dit doet u door een nieuw behandelplan, voor dezelfde aandoening, op te starten. Uw patiënt vult de aangemaakte activatiecode in. Het systeem koppelt dit aandoeningspecifieke behandelplan aan het BSN van de patiënt. De gegevens uit het eerder stopgezette behandelplan worden vervolgens weer zichtbaar in dit nieuwe behandelplan. Het behandelplan kan worden hervat.

47


Module D: Behandelplan Hypofyse Tumoren In Module D van deze cursus en handleiding leggen we de structuur en mogelijkheden van het behandelplan Hypofyse tumoren uit.

D.1 Wat is het behandelplan hypofyse tumoren Met het behandelplan Hypofyse tumoren werkt u samen met uw patiënt(en) en medebehandelaars aan een optimale behandeling. In dit behandelplan worden alle relevante medische gegevens en klachten van de patiënt verzameld en beschikbaar gesteld voor zowel u als zorgverlener, als voor uw patiënt. Bovendien is directe communicatie mogelijk met uw patiënten en eventuele mede-behandelaars.

Behandelplan Hypofyse tumoren

Het behandelplan Hypofyse tumoren is met zorg samengesteld en bestaat uit diverse onderdelen. Deze functionaliteiten worden in Module E (p….) uitgelegd en besproken. Het behandelplan bestaat onder meer uit:

Verslagen

Berichten

Behandelplan P

at

ië nt

Contact met medebehandelaar

Contact met patiënt

Andere medische gegevens

Medicijngebruik controleren

48 Cursus Behandelplannen Patiënt1: een beter leven met de juiste zorg


D.2 Aan de slag met het behandelplan Hypofyse tumoren In hoofdstuk 2 van deze module leggen we uit hoe u met het behandelplan kunt starten. We helpen u op weg met de verschillende onderdelen, hoe werkt het behandelplan en hoe vult u het in. Alles rondom toegangsrechten en accountinformatie, maar ook de functionaliteiten van het behandelplan. Bijvoorbeeld patiĂŤntinformatie met informatie over het behandelplan en richtlijnen en protocollen.

D.2.1 Rechten en accountinformatie Binnen het behandelplan Hypofyse tumoren vindt u drie onderdelen die betrekking hebben op (toegangs)rechten en uw account. Ook kunt u als casemanager, indien gewenst, het behandelplan stopzetten.

D.2.1.1 Toegangsrechten Onder Toegangsrechten vindt u de zorgverleners die zijn toegevoegd aan dit behandelplan. Als casemanager kunt u hier zelf zorgverleners of zorgverlenergroepen toevoegen.

D.2.1.2 Zorgverlener toevoegen Via de knop zorgverlener toevoegen kunt u meerdere zorgverleners en mede-behandelaars aan dit specifieke behandelplan toevoegen. Deze zorgverleners kunnen na het accepteren van uw uitnodiging meekijken in het behandelplan van deze patiĂŤnt. U voegt een zorgverlener toe door zijn of haar naam of ZRN-nummer in te vullen en te klikken op doorgaan. De betreffende zorgverlener ontvang een mail met uw uitnodiging. Meer hierover leest u in Module C.7.

49


D.2.1.3 Zorgverlenergroep toevoegen U kunt via de knop zorgverleners toevoegen ook een zorgverlenergroep toevoegen. Dit doet u door het GRN-nummer van de groep in te vullen en te klikken op doorgaan. De groepsleden hoeven de uitnodiging niet te accepteren, maar hebben meteen toegang tot het behandelplan van deze patiënt. Meer hierover leest u in hoofdstuk C.8.

D.2.1.4 Toegang geven of ontzeggen Uw patiënt kan betrokken zorgverleners de toegang ontzeggen. Dit wordt zichtbaar aan de hand van een gekleurd bolletje onder het kopje Toegang. Een groen bolletje geeft aan dat de zorgverlener toegang heeft tot het behandelplan van de patiënt. Een rood bolletje geeft aan dat de zorgverlener geen toegang heeft tot het behandelplan van de patiënt. De toegang is door de patiënt ontzegd of de zorgverlener heeft de uitnodiging nog niet geaccepteerd.

D.2.1.5 Behandelplan verlaten Via de knop ‘dit behandelplan verlaten’ kunt u het behandelplan daadwerkelijk verlaten. Dit is definitief en kunt u niet ongedaan maken. Als casemanager is het belangrijk dat het behandelplan eerst een nieuwe casemanager krijgt voordat u het behandelplan daadwerkelijk verlaat. Heeft u het behandelplan verlaten en wilt u opnieuw toegang? Dan kan de nieuwe casemanager van dit behandelplan u toegang geven.

50 Cursus Behandelplannen Patiënt1: een beter leven met de juiste zorg


D.2.1.6 Patiëntinformatie: richtlijnen en handleiding Patiënteninformatie biedt uw patiënt een eenvoudige handleiding met betrekking tot het behandelplan. De patiëntinformatie bestaat uit drie tabbladen:

1. Behandelplan

Patiënt en zorgverlener lezen hier wat het behandelplan is en hoe het werkt. Ook vindt u hier terug hoe het behandelplan ingevuld wordt en hoe de functionaliteiten werken.

2. Aandoening

Uw patiënt leest hier aandoeningspecifieke informatie, waaronder wat de aandoening inhoudt, de oorzaak en behandeling.

3. Richtlijnen en protocollen

Zorgverleners (en patiënten) vinden hier onder meer richtlijnen en protocollen die betrekking hebben op deze aandoening en de behandeling.

51


Module E: algemene functionaliteiten behandelplan In module E bespreken we de algemene functionaliteiten van het behandelplan. Deze functionaliteiten vindt u in ieder behandelplan terug. In deze module bespreken we de volgende onderwerpen: MM

E.1 Verslagenmodule

Het toevoegen en lezen van verslagen binnen het behandelplan. Ook wordt besproken hoe u een verslag kunt bewerken en exporteren. MM

E.2 Berichtenmodule

Het versturen en lezen van berichten binnen de berichtenmodule van het behandelplan. MM

E.3 Doelen en Acties

Het invullen van doelen en acties voor uw patiënt. MM

E.4 Vragenlijstmodule

Het lezen van de ingevulde vragenlijsten en de vragenlijsten die klaarstaan voor uw patiënt. U kunt hier de vragenlijsten beheren.

E.1 Verslagenmodule Binnen het behandelplan is het mogelijk om verslagen toe te voegen en om toegevoegde verslagen te lezen. Iedere zorgverlener die binnen dit behandelplan actief is kan met de verslagenmodule werken. De patiënt kan geen verslagen toevoegen, maar kan de toegevoegde verslagen wel lezen. Via uw dashboard (ingelogde homepage) klikt u op de knop ‘Patiënten overzicht’.

52 Cursus Behandelplannen Patiënt1: een beter leven met de juiste zorg


U klikt op de naam van de patiënt om de patiëntenkaart (en het behandelplan) te openen.

Op de homepage van de patiëntenkaart ziet u de laatste drie verslagen die aan het behandelplan van deze patiënt zijn toegevoegd. In dit geval zijn er nog geen verslagen gevonden. We gaan nu het eerste verslag aan het behandelplan toevoegen.

53


E.1.1 Verslag toevoegen U kunt op drie manieren een nieuw verslag aan het behandelplan toevoegen. MM

Manier 1: via het behandelplan

U klikt binnen de patiëntenkaart op het behandelplan van uw patiënt. Het menu klapt uit, waarna u op het menu-item verslagen kunt klikken. Hier vindt u alleen de verslagen die bij dit specifieke behandelplan horen. U klikt op de paarse knop ‘verslag aanmaken’ om een nieuw verslag toe te voegen.

MM

Manier 2: via de algemene pagina verslagen

Binnen de patiëntenkaart klikt u in het menu op het menu-item ‘Verslagen’. Hier vindt u alle verslagen die bij deze patiënt horen. Het verschil met manier 1 ziet u wanneer uw patiënt meerdere behandelplannen heeft. Klik op de paarse knop ‘verslag aanmaken’ om een nieuw verslag toe te voegen.

54 Cursus Behandelplannen Patiënt1: een beter leven met de juiste zorg


MM

Manier 3: via het algemene menu U heeft in het menu van de patiëntenkaart geklikt op het menu-item ‘Verslagen’. Het menu klapt uit, waarna u de volgende menu-items ziet staan. U klikt op ‘Verslag toevoegen’.

Verder met verslagen toevoegen U heeft via manier 1, 2 of 3 geklikt op verslag toevoegen. U ziet onderstaande pagina en vult de gevraagde gegevens in.

Bij contacttype kunt u kiezen voor een consult, telefonisch contact, e-mail, extern verslag of overig. De verschillen tussen deze contacttypes worden in het volgende hoofdstuk uitgelegd . Het onderdeel ‘betrekking op’ is verplicht. U vinkt hier aan op welk behandelplan het verslag betrekking heeft. Een patiënt kan namelijk meerdere behandelplannen hebben. Alleen de zorgverleners die bij dit specifieke behandelplan betrokken zijn kunnen het verslag straks lezen. Heeft uw patiënt slechts één behandelplan? Dan krijgt u hier maar één optie te zien.

55


U klikt op de paarse knop ‘verder’. U vult op de vervolgpagina alle gegevens van het verslag in, bijvoorbeeld anamnese, lichamelijk onderzoek, metingen, aanvullend onderzoek, conclusie en beleid. Klik vervolgens op ‘opslaan’. Het verslag is toegevoegd aan het behandelplan. Wanneer u in de patiëntenkaart nogmaals op verslagen klikt, ziet u het toegevoegde verslag in het overzicht staan.

E.1.2 Verschillende contacttypes Het behandelplan biedt vijf verschillende contacttypes aan. Wanneer u een verslag toevoegt maakt u een keuze uit één van deze vijf contacttypes. Het hangt af van de informatie die u in het verslag kwijt wilt voor welk contacttype u kiest.

Zo kunt u bij het ene contacttype bestanden uploaden en bij een ander contacttype een anamnese en lichamelijk onderzoek uitwerken.

56 Cursus Behandelplannen Patiënt1: een beter leven met de juiste zorg


MM

Contacttype 1: consult

In het verslag onder het contacttype consult kunt u veel informatie kwijt. Waaronder de aanwezige zorgverleners bij dit consult, de anamnese, lichamelijk onderzoek, metingen, aanvullend onderzoek, conclusie en beleid.

57


MM

Contacttype 2: telefonisch contact

In het verslag onder contacttype telefonisch contact noteert u het verslag handmatig en in eigen woorden.

58 Cursus Behandelplannen PatiĂŤnt1: een beter leven met de juiste zorg


MM

Contacttype 3: e-mail

In het verslag onder het contacttype e-mail heeft u ruimte om de originele e-mail te noteren en uw opmerkingen hierbij te plaatsen. U kunt de tekst uit de e-mail kopiĂŤren en in het verslag plakken.

59


MM

Contacttype 4: extern verslag

In het verslag onder contacttype ‘extern verslag’ heeft u de mogelijkheid om bestanden te uploaden. Ook kunt u aanvullende notities toevoegen.

MM

Contacttype 5: overig

In het verslag onder contacttype ‘overig’ heeft u ruimte om het verslag in uw eigen woorden te typen, maar kunt u ook een bestand uploaden. U plaatst hier de verslagen die niet onder de overige contacttypes vallen.

60 Cursus Behandelplannen Patiënt1: een beter leven met de juiste zorg


E.1.3 Verslag bewerken In het menu van de patiëntenkaart klikt u op ‘verslagen’. Op de overzichtspagina ziet u de verslagen die bij deze patiënt horen.

U klikt op de blauwe tekst onder ‘contact type’ om uw behandelplan te openen. Klik op de paarse knop ‘verslag bewerken’. Pas het verslag aan en klik op opslaan.

E.1.4 Verslag lezen U kunt als zorgverlener de toegevoegde verslagen aan de behandelplannen van deze patiënt lezen. Niet alleen uw eigen verslagen, maar ook de verslagen die door andere zorgverleners zijn toegevoegd. Uw patiënt kan deze verslagen ook inzien. Let op, u kunt alleen de verslagen inzien die horen bij de behandelplannen waarbij u als casemanager bent betrokken. U klikt in de patiëntenkaart op het menu-item verslagen. Het linkermenu klapt uit, waarna u kunt klikken op ‘Alles lezen’. U komt op een overzichtspagina waar u alle aangemaakte en toegevoegde verslagen aan dit behandelplan kunt inzien.

61


E.1.5 Verslag exporteren U kunt heel eenvoudig alle verslagen exporteren. Een aangemaakt verslag wordt hierdoor in PDF formaat op uw computer geopend. U kunt het PDF formaat van het verslag op uw computer opslaan, uitprinten of mailen. U klikt binnen de patiëntenkaart op het menu-item ‘verslagen’. Het menu klapt uit, waarna u kunt klikken op ‘Exporteren’.

Hier kunt u de verslagen exporteren naar een PDF formaat en in eigen beheer opslaan en archiveren. U doet dit door op de paarse knop ‘verslag exporteren’ te klikken.

E.2 Berichtenmodule Binnen de behandelplannen van Patiënt1Pro kunt u via de beveiligde berichtenmodule met uw patiënt communiceren. Ook kunt u berichten naar andere zorgverleners sturen die bij dit behandelplan zijn betrokken. Binnen Patiënt1Pro bestaan er twee berichtenmodules, waaronder de algemene inbox en de berichtenmodule binnen het behandelplan. MM

Optie 1: algemene inbox

We hebben eerder in de cursus al over de algemene inbox en de berichtenmodule gesproken (hoofdstuk A.4). In de algemene inbox, die u via de envelop bovenaan uw scherm vindt, staan alle berichten die de afgelopen drie maanden aan u zijn geadresseerd. Bent u als casemanager of zorgverlener actief binnen meerdere behandelplannen? Dan kunnen de berichten in de algemene inbox op meerdere behandelplannen betrekking hebben. Na drie maanden verdwijnt het bericht uit de algemene inbox. U vindt het bericht daarna terug binnen de berichtenmodule van het behandelplan waarop het bericht betrekking had. U kunt via de algemene inbox berichten lezen en antwoord geven op binnengekomen

62 Cursus Behandelplannen Patiënt1: een beter leven met de juiste zorg


berichten. Een nieuw bericht aanmaken doet u altijd via de berichtenmodule van het behandelplan.

MM

Optie 2: berichtenmodule behandelplan

In de berichtenmodule van het behandelplan kunt u berichten lezen die betrekking hebben op dit behandelplan van uw patiënt. Ook kunt u hier een nieuw bericht aanmaken. U klikt via uw dashboard (ingelogde homepage) op de knop ‘Patiënten overzicht’. U klikt op de naam van uw patiënt en opent hiermee de patiëntenkaart. In het menu van de patiëntenkaart klikt u op het menu-item Berichten. Door te klikken op de paarse knop ‘nieuw bericht’ maakt u een nieuw bericht aan.

U vult de gevraagde gegevens in en klikt op ‘verstuur’. De zorgverlener of patiënt die u aangevinkt heeft ontvangt een melding dat er een nieuw bericht klaarstaat. De patiënt ontvangt ook een mail.

63


E.3 Doelen en acties Binnen het behandelplan heeft uw patiënt, samen met u als zorgverlener, de mogelijkheid om persoonlijke doelen op te stellen. Aan deze doelen kunnen acties worden gekoppeld die nodig zijn om het doel te bereiken. U gaat via uw dashboard (ingelogde homepage) naar ‘Patiënten overzicht’ en klikt op de patiënt voor wie u doelen en acties op wilt stellen.

In de patiëntenkaart van deze patiënt klikt u in het menu op het menu-item ‘doelen en acties’.

U ziet hier een overzicht van alle actieve en afgeronde doelen. Door te klikken op de paarse knop ‘nieuw doel aanmaken’ start u een nieuw doel voor uw patiënt. U vult de gevraagde gegevens in en voegt, indien gewenst, actiepunten toe die uw patiënt helpen om het opgestelde doel te halen.

64 Cursus Behandelplannen Patiënt1: een beter leven met de juiste zorg


Tijdens een volgend consult stelt u vast welke actiepunten zijn gerealiseerd. Deze geeft u dan de status afgerond. Als alle actiepunten zijn gerealiseerd, kunt u het doel afronden. Hiervoor klikt u op de paarse knop ‘doel afronden’. Wilt u iets wijzigen? Klik dan op het doel in de overzichtslijst om deze te bewerken. Tijdens de evaluatie met uw patiënt kan hij aangeven of het doel is afgerond, gepland of dat hij er nog mee bezig is. Ook kan uw patiënt aangeven hoe hij het heeft ervaren.

E.4 Vragenlijstmodule Wanneer er vragenlijsten beschikbaar zijn voor dit behandelplan kunt u die aan het behandelplan toevoegen. U doet dit tijdens het aanmaken van het behandelplan (zie module C.2). Vervolgens kunt u in het behandelplan van de patiënt de vragenlijsten beheren. U klikt via uw dashboard (ingelogde homepage) op ‘patiëntenoverzicht’.

U klikt op de naam van uw patiënt en opent hiermee de patiëntenkaart en het behandelplan. In het menu klikt u op ‘vragenlijsten’.

65


U komt nu in de overzichtspagina van de vragenlijsten die klaarstaan voor uw patiënt.

De tabbladen bovenaan geven weer of de vragenlijst nog ingevuld moet worden of reeds ingevuld is. Door te klikken op de blauwe titel wordt de vragenlijst geopend en kunt u deze inzien. Ook ziet u de status van de vragenlijst. Heeft uw patiënt deze afgerond of nog niet?

Wilt u een vragenlijst toevoegen of verwijderen? Het beheer van de vragenlijstmodule vindt u ook op de overzichtspagina. U klikt op de paarse knop ‘vragenlijsten beheren’.

U zet door middel van vinkjes vragenlijsten voor deze patiënt aan of uit en klikt op opslaan.

66 Cursus Behandelplannen Patiënt1: een beter leven met de juiste zorg


Module F: Patiëntgegevens In Module F bespreken we de patiëntgegevens die u binnen de behandelplannen kunt inzien. We werken daarvoor met een zogeheten patiëntenkaart. Deze patiëntenkaart bevat onder meer de patiëntgegevens, behandelplangegevens, medische gegevens en metingen van uw patiënt.

F.1 Patiëntenkaart Iedere patiënt met een actief behandelplan krijgt een patiëntenkaart. U vindt de patiëntenkaart door via uw dashboard (ingelogde homepage) te klikken op ‘patiënten overzicht’.

U klikt vervolgens op de naam van de patiënt van wie u de patiëntenkaart wilt openen.

Het bovenste tabblad ‘Patiëntenkaart’ is nu wit, omdat deze pagina actief is.

67


Hieronder ziet u een voorbeeld van een patiĂŤntenkaart. Op de overzichtspagina van de patiĂŤntenkaart ziet u de laatst ingevulde metingen, actieve doelen en acties, de laatste drie verslagen, ingevulde vragenlijsten (indien aanwezig in het behandelplan) en de laatste drie berichten.

68 Cursus Behandelplannen PatiĂŤnt1: een beter leven met de juiste zorg


F.1.1 Medische gegevens Uw patiënt werkt via zijn Persoonlijk GezondheidsDossier (PGD) op Patiënt1. Door de activatiecode te gebruiken gaat hij akkoord met het delen van zijn PGD met de zorgverlener. U kunt de medische gegevens uit het PGD van uw patiënt via de patiëntenkaart bekijken. U klikt hiervoor in het menu op het menu-item ‘Medische gegevens’. U kunt hier alleen de gegevens zien die uw patiënt in zijn PGD heeft ingevuld. Het gaat om: MM

Medicatie

MM

Aandoeningen

MM

Allergieën

MM

Operaties

MM

Extra gegevens

. Heeft uw patiënt dit nog niet gedaan? Dan zijn de medische gegevens leeg.

69


F.1.2 Metingen U kunt als zorgverlener de metingen bekijken die uw patiënt in zijn Persoonlijk GezondheidsDossier (PGD) heeft ingevuld. De patiënt gaat bij het activeren van het behandelplan akkoord met het delen van deze gegevens met de zorgverlener. U klikt in de patiëntenkaart op het menu-item ‘Metingen’. Deze bestaan onder meer uit: MM

Gewicht

MM

Bloeddruk

MM

Cholesterol

MM

Middelomtrek

Heeft uw patiënt dit niet ingevuld? Dan zijn de metingen op deze pagina leeg.

70 Cursus Behandelplannen Patiënt1: een beter leven met de juiste zorg


Nawoord PatiĂŤnt1 wil u bedanken voor het volgen van deze cursus. U kunt nu als casemanager aan de slag met uw zorgcollectief op PatiĂŤnt1Pro.nl. Heeft u nog vragen of opmerkingen? U kunt deze cursus als naslagwerk gebruiken. Ook kunt u ons Helpcentrum bezoeken op www.patient1pro.nl. Wilt u graag een medewerker spreken? Dan kunt u de klantenservice benaderen via 088-0078600 of via info@patient1.nl. We helpen u graag verder.

71



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.