4 minute read

Interview met alumnus Linda de Wit

Next Article
Hier op de UT

Hier op de UT

Hoe ben je bij je huidige werkplek terecht gekomen?

Advertisement

Na mijn afstuderen ben ik begonnen met een PhD-traject in Leiden. In de tijd dat ik daar aan het werk was vertrok een van mijn begeleiders naar nucleaire geneeskunde van het AvL. Daar werden destijds nieuwe projecten opzet rondom de gammacamera en radioembolisatie. Deze projecten kwamen nog niet echt van de grond en zodoende waren ze bij het AvL opzoek naar iemand die daarbij het voortouw kon nemen. Via mijn (oud) begeleider zijn ze bij mij terecht gekomen. Ik was op dat moment in Leiden bezig met het implementeren van radioembolisatie in de kliniek, en kon dus vrij snel de projecten op gang helpen. Op die manier ben ik dus geleidelijk aan op mijn huidige positie terecht gekomen.

Linda de Wit

Linda is 36 en woont in Nederhorst Den Berg. Ze is in 2010 afgestudeerd als Technisch Geneeskundige en werkt sinds 2013 op de afdeling Nucleaire Geneeskunde van het Antoni van Leeuwenhoek.

Wat houdt jouw werk precies in?

Sinds 2013 ben ik werkzaam op de Nucleaire Geneeskunde van het Antoni van Leeuwenhoek (AvL). In eerste instantie ben ik daar begonnen op het gebied van de praktische implementatie van nieuwe technieken. Het ging toen om projecten met betrekking tot de gamma-camera, radioembolisatie en PET-kwantificatie. Gaandeweg is mijn werk steeds meer overgegaan naar een aansturende rol van bijvoorbeeld PhD’ers en laboranten. Daarnaast zit ik ook in het managementteam van de afdeling waarin we de langetermijnvisie van de afdeling bepalen. Het meeste plezier haal ik echter nog steeds uit de ‘oldschool’ TG projecten waarbij je veel vrijheid hebt omtrent het oplossen van een probleem uit de kliniek. Met name de brainstromsessies met Phd’ers vind ik nog steeds erg leuk.

Hoeveel patiëntencontact heb je?

Normaal gesproken sta ik anderhalve dag per week in de kliniek. Dit heeft dan met name te maken met radioembolisatie (zowel onderzoek als therapie), zoals het voeren van een intake gesprekken. De patiëntenpopulatie die hiervoor in aanmerking komt is meestal complex, en vergt veel intercollegiaal overleg. Daarnaast heeft radionuclidetherapie in de laatste anderhalf jaar ook een opmars gemaakt. Dit is een therapeutische techniek waarbij radioactieve stoffen worden gekoppeld aan specifieke eiwitten (zoals PSMA en DOTATATE) om zo tumoren te behandelen. Momenteel houden wij ons bezig met het personaliseren van de stralingsdosis die hierbij wordt toegediend. Ik denk dat hier in de toekomst veel TG’ers bij betrokken gaan/kunnen worden. Hierbij speelt de BIG-registratie van een TG’er een grote rol, omdat dosimetrie en radiometrie nu onder eigen verantwoordelijkheid vallen.

Hoe heb je je studententijd ervaren? Wat waren hoogte-/dieptepunten?

Ik ben van de allereerste lichting van TG. We begonnen in het Paviljoen met 1 collegezaal en een paar werkkamers. Wat betreft de studie was er nog veel ruimte voor verbetering, maar desondanks heb ik het als een erg gezellige en leuke tijd ervaren. Een wat minder leuk aspect was dat ik mijn hele studietijd te horen kreeg dat je als TG’er een BIG registratie zou krijgen. Uiteindelijk is deze er gekomen, alleen wel 10 jaar ‘te laat’. Naast mijn studie was ik lid van AEGEE voor de eerste twee jaar. De combinatie met een drukke studie zoals TG bleek echter toch niet ideaal. Met name de verplichtte werkgroepen op de vrijdagochtend gooiden vaak roet in het eten. Daarbij komt ook dat er een erg kleine lichting TG’ers was met als gevolg dat iedere docent het meteen doorhad als je er niet was.

Hoe was de stap van student naar burger? Ben je actief geweest bij Paradoks?

Het eerste jaar van TG zaten we in eerste instantie dus in het Paviljoen. Paradoks daarentegen, bevond zich in de Horst. Gaandeweg verplaatsten wij ons ook steeds meer naar de Horst en raakte ik ook meer betrokken bij Paradoks. Zo ben ik onder andere mee geweest op twee studiereizen en heb ik (tevergeefs) een skitrip geprobeerd te organiseren.

Die was voor mij eigenlijk vrij geleidelijk. Dit kwam met name doordat mijn afstudeerstage overliep in mijn promotietraject. Zodoende kende ik alle mensen in Leiden al en was het niet een erg grote stap. De overgang van colleges (bachelor + M1) naar de stages (M2+M3) heb ik als een veel grotere stap ervaren. Omdat je steeds maar voor 10 weken ergens stage liep, moest je al weer weg wanneer je net iedereen begon te kennen. Daarbij kwam ook nog dat je soms op plaatsen werd ingedeeld waar je liever niet naartoe wou. Schijnbaar kwam dit doordat de UT sommige ziekenhuizen graag te vriend wou houden, ook al waren het niet erg leuke plaatsen voor een stage.

Wat is jouw advies aan de huidige studenten?

Mijn beste advies is dat je voor je stages echt een richting moet proberen te kiezen die je interesseert. Dit zorgt er niet alleen voor dat de stages leuker zijn, maar je vergroot meteen het netwerk binnen het werkveld dat je interesseert. Anderzijds denk ik ook dat het erg belangrijk is om dingen naast je studie te blijven doen, zoals de studiereis.

This article is from: