
Ontdek de Vennbahn, 125 km Ravel-plezier door drie landen. Spring nu op je fiets en beleef de flair van de grensstreek.

www.vennbahn.eu
Oostkantons Ardennen
visit_ostbelgien
www.ostbelgien.eu
Ontdek de Vennbahn, 125 km Ravel-plezier door drie landen. Spring nu op je fiets en beleef de flair van de grensstreek.
www.vennbahn.eu
Oostkantons Ardennen
visit_ostbelgien
www.ostbelgien.eu
Een kladje van dit edito sluimerde al enkele zomerweken in mijn achterhoofd. Alleszins lang voor De Standaard aan haar lezers de volgende vraag stelde: “Hoe anders ziet uw zomervakantie eruit nu het klimaat zoveel onzekerheid brengt?”
Het was me nogal wat, deze ‘recordzomer’. Beperken we ons tot de populairste Zuid-Europese vakantielanden, dan had je een behoorlijke kans op hetzij modder- en waterellende, hetzij kokendhete dagen. “Welcome to the era of boiling”, wist VN-baas António Guterres ons te vertellen. Was je toevallig op het verkeerde moment op het eiland Rhodos, dan kwam je zelfs met het etiket ‘klimaatvluchteling’ naar huis. En dacht je aan al die broeierige beproevingen te ontsnappen door te gaan fietsen of wandelen in het Hoge Noorden, dan kon je met enige pech Hans tegen het lijf lopen. Die storm was dan weer een restant van wat eerder in Slovenië zoveel schade aanrichtte.
Zelf ben ik gelukkig van die records gespaard gebleven. Goed gegokt en op het juiste moment op de juiste plaats beland: in drie weken Tsjechië was het noch te warm, noch te nat. Bijna ideaal zelfs. Maar nu ik het over records heb, ik heb er toch eentje beleefd: de eerste septemberhittegolf in onze vaderlandse geschiedenis.
De reacties van De Standaard-lezers zijn nog niet gepubliceerd op het moment dat ik dit schrijf. Maar reisexperts kregen in diverse media dezelfde vraag op hun bord. “Toeristen zijn gewoontedieren, die veranderen niet zo snel van vakantieconcept”, las ik bij de ene. “Het is onvermijdelijk dat vakanties er in de toekomst anders gaan uitzien. Nog zo een paar keer toestanden zoals in Rhodos en het kan snel gaan”, benadrukte de andere dan weer.
Ik weet niet hoe het bij jullie zit, maar ik heb er toch ook al eens aan gedacht, aan die zomer van 2024. Om mijn Spaans te onderhouden, zou ik niet liever dan enkele weken in Spanje gaan fietsen, maar dat durf ik gewoon niet in juli/augustus. Gelukkig staat er één ding wel al vast. Op vraag van mijn dochter een weekendje Parijs. Want dichterbij gaan de Olympische Spelen niet meer komen.
Veel fiets-, wandel- en leesplezier,
Peter Cristiaensen Hoofdredacteur Op WegGR Leden
hebben recht op 10% korting op alle artikelen ook online op de webshop
met de code: opweg10
3x Hart van Limburg p 23
3x Schluchtensteig p 24
3x Fietsen langs de Nederlandse Kust p 28
3x Geest Radweg p 29
6 Lezers onderweg
8 | “De Coronacrisis had een positieve impact op de erkenning van het trage wegennet”
10 | Rondje Brussel met de Groene Gordelroute
14 WANDELREPORTAGE | Finland
Lapland you were amazing!
18 FIETSREPORTAGE | België, Nederland
De Fortenfietsroute rond Luik en Maastricht
30
WANDELREPORTAGE | Bosnië
Bosnische bergen vol bloemenweiden
34 FIETSREPORTAGE | Italië
Van Rome naar de Dolomieten
38 WANDELREPORTAGE | Spanje
Carros de Foc, een lus door de Spaanse Pyreneeën
50 FOTOREPORTAGE | Frankrijk
Herfst in de Zuidelijke Alpen
42 FIETSTIP | België, Nederland
Kamperen langs de Maas
22 Wandelnieuws
25 Onderweg
26
GEBETEN DOOR HET VIRUS | Hanne Hikes
GR-marathon door België
28 Fietsnieuws
41 COLUMN | De hutfilosoof
46 WANDELAVONTUUR | Zweden
Drie Generaties Kungsleden
54 FIETSAVONTUUR | Frankrijk
Op de mountainbike langs de limousins
58 RETRO | Een pub met Romboutskoffie
60 WANDELAVONTUUR | Luxemburg
Drie generaties op stap op de Müllerthaltrail
63 Verenigingsnieuws
65 OPMERKELIJK | De waarheid achter een tocht
66 COLUMN | De bonus van een overwoekerd pad
Het leek even of de zondvloed Limburg overspoelde tijdens onze laatste tocht op de GR 561 (Kempen-Maaspad). Maar aan de Dommel brak plots de zon door de wolken en niet veel later konden we op krachten komen in een cafeetje nét over de Nederlandse grens in Borkel.
Katrien WillVanaf Coo volgt de GRP 571 ‘Tour des Vallées des Légendes’ de mooie Salmvallei tot in Vielsalm. Prachtstreek, waar ze hun legendes levend houden in de jaarlijkse ‘sabbat des macralles’. Deze koeien weten alvast hoe laat het is, dankzij de gouden wijzers op de kerktoren, gewijd aan Sint-Gangulfus. Deze heilige kan onder meer aangeroepen worden tegen kniepijnen (en huwelijksmoeilijkheden). Misschien nuttig om weten voor al te overijverige GR-wandelaars?
Hans Deseure
Het kleine stadje Moutiers-Saint-Jean was afgelopen zomer één van onze haltes, onderweg op de GR 213A van Fontenay naar Vézelay. Groot was de verrassing toen we de wat verborgen en vervallen site van de oudste abdij van Bourgondië betraden, de koninklijke abdij Saint-Jean de Réome. Ontstaan in Clovis’ tijd doofde met de eeuwen het heilig vuur en trokken kerkvorsten dit 18de-eeuwse paleis op. “Zeker terugkomen”, verzekerde de gids-eigenaar ons, “we hebben grote plannen met deze onbekende parel.”
Stefan Vandorpe & Ludo Vandamme
‘Voies vertes’ zijn vaak erg aangename fietsroutes. Deze, in de buurt van Labastide d’Armagnac in het zuidwesten van Frankrijk, doet zijn naam wel heel veel eer aan. Ooit was het een steenslagpad op een voormalige spoorlijn, maar nu lijkt het erop dat het onderhoud vele jaren geleden gestopt is. De groene tunnel is prachtig, maar na een paar kilometer en in de wetenschap dat er nog vele zouden volgen, zijn we toch maar overgestapt op een andere optie. Leuk met de mountainbike, minder met een zwaar beladen vakantiefiets. Maar het blijft een mooie herinnering aan onze diagonale doorsteek van Frankrijk.
Han Schutten
Ligurië is een echt wandelparadijs. Hier een onvergetelijke tocht met onze wandelgroep Ponente Experience in de buurt van Garessio, in de bergen ten noorden van de stad Albenga.
Het Lac des Vaches in de Vanoise, het eerste Nationale Park van Frankrijk. Zelfs bij minder mooi weer blijft dit een mysterieuze plek. Nergens zagen we zo veel marmotten en berggeiten van zo nabij ...
Herman Lootens
Trage wegen, dat zijn de paadjes, veldwegen, doorsteekjes, die het wandelen van een GR-pad zo’n fijne belevenis maken. De jaarlijkse Dag van de Trage Weg is er om van die paden te genieten, maar het is ook een signaal naar alle overheden om te tonen hoe belangrijk het behoud ervan voor ons wandelaars is. Want de openbare ruimte staat in Vlaanderen sterk onder druk. Al zijn er ook positieve trends, aldus Steven Clays, inhoudelijk coördinator van Trage Wegen.
Æ Interview Karen De Pooter Foto’s Trage Wegen vzw
Volgens jullie website telt Vlaanderen 40.000 km aan trage wegen. Hoe moeten we de evolutie van dat cijfer zien? Neemt het aantal trage wegen af of toe?
Het meten van die evolutie is een beetje als schieten op een bewegend doel: het trage wegennetwerk kent een grote dynamiek. Maar op het terrein lijken er alvast voorna-
melijk trage wegen bij te komen. Ze worden aangelegd in tal van projecten: van grote landinrichtingsprogramma’s tot klassieke woonverkavelingen. Langzaam maar zeker worden ook wegjes die hun bestaan kennen uit de befaamde Atlas der Buurtwegen heropend. Wat ons betreft kunnen de lokale besturen op dat vlak nog wel een tandje bijsteken.
Hoe verklaren jullie die positieve trend?
De beleidsaandacht voor trage wegen is de laatste jaren absoluut gegroeid. Dat komt natuurlijk door het Gemeentewegendecreet dat in 2019 het wettelijke kader helemaal hertekende. Maar vooral de coronacrisis heeft een enorme impact gehad op de waardering van het tragewegennet in ons land. Het thema stond
“De Coronacrisis had een positieve impact op de erkenning van het tragewegennet”
nooit eerder zo hoog op de lokale agenda. Anderzijds: lokale besturen hebben steeds meer taken en bevoegdheden, maar onvoldoende personeel. Ondanks alle bevoegdheden om trage wegen te heropenen of op te treden tegen onterechte innames, laten te veel lokale besturen betijen. We zien dat het wettelijk kader voorlopig slechts met mondjesmaat wordt toegepast. Zelfs wanneer burgers daar herhaaldelijk om verzoeken.
Is er een groot verschil binnen Vlaanderen? Met andere woorden, waar riskeren we dat een mooie wandeling langs trage wegen steeds moeilijker zal worden?
Dé negatieve trends zien we vooral in het ongebreideld verder volbouwen van onze laatste landschapsrelicten. Zelfs in watergevoelige gebieden wordt nog steeds naar hartenlust de
bouwkraan bovengehaald. En nog steeds wordt het autowegennet verder uitgebouwd, krijgen snelwegen extra rijstroken en komen er omleidings- en ringwegen bij. Je krijgt dus een volgebouwd land waarbinnen je wel nog steeds heel veel trage wegen hebt. Het doembeeld is een enorme, langgerekte en breed uitgesmeerde verkaveling van de kust tot in Limburg, met daarin nog enkele vlekken grote natuurreservaten. Dit terwijl we eigenlijk dringend onze riviervalleien moeten herstellen om ons te beschermen tegen de klimaatverandering.
Jullie zetten allerlei projecten op om trage wegen te beschermen, kan je eens een voorbeeld geven van zo’n lokaal project?
In heel wat Oost-Vlaamse gemeenten zijn intussen Wegspotters aan de slag. Dat zijn vrijwilligers die elk seizoen minstens één keer
De Dag van de Trage Weg is de uitgelezen kans om via mooie wandelingen nieuwe trage wegen in je omgeving te leren kennen. We geven je hierbij alvast wat tips. Opgelet: voor sommige wandelingen moet je inschrijven. Bekijk dus zeker het programma op de website www.dagvandetrageweg.be waar je nog veel meer activiteiten vindt.
• Antwerpen: 15/10 Lille – wandeling 6 km – Een zondagse wandeling door Lille en Poederlee waar ook de Streek-GR Kempen loopt. De nieuwe trage weg aan De Schrans wordt op deze wandeling officieel ingehuldigd.
• Vlaams-Brabant: 14 & 15/10 Erps-Kwerps – fietstocht 25 km – In Erps-Kwerps organiseert bezoekerscentrum Groene Vallei een fietszoektocht door het natuurpark Groene Vallei, waar ook de Streek-GR Dijleland doorloopt.
• Brussel: 15/10 Sint-Lambrechts-Woluwe – wandeling – Rivier de Woluwe is je gids op deze wandeling in Sint-LambrechtsWoluwe die je door verschillende parken, natuurreservaten,
een aantal wegjes bewandelen en problemen of knelpunten doorgeven aan de gemeente. De gemeente engageert zich dan om deze op korte termijn op te lossen.
Tot slot, waarom moeten mensen absoluut naar de Dag van de Trage Weg komen?
Omdat het gewoon een ongelooflijk topweekend is. Een echte opendeurdag voor het trage wegennetwerk. Je leert het moois kennen achter de lintbebouwing, langs wegen waarvan je het bestaan nooit kon vermoeden. Bovendien worden alle activiteiten opgezet door geëngageerde vrijwilligers met een enorme terreinkennis. Het enige gevaar is dat je daarna elk weekend eropuit wil trekken – dat risico moet je erbij nemen.
bossen en voormalige landelijke gebieden leidt.
• Oost-Vlaanderen: 14 & 15/10 Bassevelde – ezelwandeling – Altijd al eens met ezels willen wandelen? Dat kan in Bassevelde waar je ook de Streek-GR Reynaertland ontmoet. Een erfgoedwandeling én een natuurwandeling i.s.m. Natuurpunt staan op het programma.
• West-Vlaanderen: 15/10 Blankenberge – wandeling – De Streek-GR Kust doorkruist Blankenberge langs de kustlijn, maar een uitstapje naar het binnenland richting de Uitkerkse Polder is hier ook de moeite waard. Natuurpunt trakteert je op een gegidste wandeling die je wegwijs maakt in de historiek van deze polder.
• Limburg: 14 &15/10 Lanaken/Veltwezelt – wandeling – In Lanaken komen GR 5 en GR 561 samen. Vanuit deelgemeente Veltwezelt ontwikkelt de gemeente daarnaast een aantal bewegwijzerde wandellussen die dit weekend worden voorgesteld. Kom genieten van het Haspengouws landschap.
Dwars door Brussel deed ik al te voet, tijd om de gezellige dorpjes en het heuvellandschap rondom onze hoofdstad per fiets te verkennen. Gepakt en gezakt stap ik met mijn tweewieler de trein op. Ongeveer een uur later kom ik aan in Vilvoorde, na een kracht toer op de trappen van Brussel-Noord wegens … een defecte lift.
Æ Tekst en foto’s Bart Caers
Vilvoorde City
Het station van Vilvoorde ligt zo goed als pal op de Groene Gordelroute. Voor de zekerheid nog even checken of alles goed vastzit en ik kan meteen vertrekken. Amper een paar pedaalslagen verder bevind ik me al in de Far West. Het is te zeggen, in de gelijknamige
sociale woonwijk die zanger Kris De Bruyne onsterfelijk maakte door er in 1975 zijn hit ‘Vilvoorde City’ over te schrijven. In die Far West word ik al meteen de pas afgesneden door een auto. Goed begin. “Jij ellendig nest”, schalt het tussen mijn twee oren. Langs de Zenne en via de Verbrande Brug rijd
ik tussen dampende koeltorens, industrieterreinen en bontgekleurde containerhavens. Is dit de groene rand rond Brussel? Maar een keer de Norbertijnenabdij van Grimbergen in het vizier wordt het beter. Over kasseistroken hobbel ik langs mooie huizen en statige boerderijen.
Toen mijn dochters te horen kregen dat ik rond Brussel ging fietsen, drukten ze me op het hart voorzichtig te zijn. Op school hadden ze immers geleerd dat de gevaarlijke wijken dikwijls aan de rand van de stad liggen. Voorbij de Plantentuin van Meise begin ik te denken dat ze gelijk hebben. Al die imposante villa’s, de ene nog groter dan de andere, staan verstopt achter enorme hagen, massief hekwerk en zware poorten. De brede straten zijn verlaten. Het moet hier levensgevaarlijk zijn ...
Stilaan begin ik ook door te krijgen dat het hier geen biljartvlak polderlandschap is. Stevige hellingen volgen elkaar snel op. Op de oude
Heirbaan in Oppem, een antieke Romeinse weg gelegen op één van de uitlopers van de Brabantse heuvels, heb ik een prachtig uitzicht op Brussel. Het Atomium blinkt in de fletse zon, net als Koekelberg: het is tijd voor een ‘picknick-with-a-view’ begeleid door honderden kwetterende veldvogels en koerende duiven.
Op de heirbaan lag ook het voormalige zendstation Radio Conférence. Dit was de oudste vrije radio van België, opgericht in 1935 voor de Wereldtentoonstelling. Tijdens WOII werd de zender nog enkele jaren door de Duitsers benut als stoorzender voor Londen. Onverstoord peddel ik verder en passeer de begraafplaats van Sint-Ulriks-Kapelle. Hier liggen veel woonwagenbewoners begraven, een traditie die begon in 1940 met de begrafenis van Anna-Maria Rosenberg. Wanneer ik de boerderij-brouwerij van Girardin voorbij rijd, komt de smaak van een frisse jonge Geuze me spontaan in de mond. Mijn smachtende speekselklieren worden teleurgesteld, er is op het doodse erf geen drinkgelegenheid te bespeuren.
12 torens en 7 trappen. Wanneer ik even verder de Zeventien Bruggen, het spoorwegviaduct op de grens van Schepdaal passeer, begint het te miezeren. Het gaat nog steeds goed op en neer en het lichaam wordt moe. Hoe sterk is de eenzame fietser die kromgebogen over zijn stuur tegen de wind …? Even voel ik mij de Remco van den Aldi.
Wanneer ik de Brouwerijstraat uitrijd, bots ik op brouwerij Liefmans. Mijn hoop op fris gerstenat laait weer in alle hevigheid op. Ook deze keer trek ik aan het kortste eind en moet ik naar mijn half gevulde bidon ijskoud water met plasticsmaak grijpen.
Iets later kom ik aan bij Lies, Tom en hun kinderen en is het vat, al werd het nooit écht gevuld, toch af. Ik krijg er een drankje, wat lekkers en een kussen dat na een dagje zadel heerlijk aanvoelt. Altijd fijn, zo een hartelijk ontvangst bij een ‘Welcome to my garden’. De warme pasta met rode pesto en blauw geaderde stilton lijkt op het eerste zicht een rare combi, maar smaakt heerlijk. Niet veel later kruip ik snel mijn warme slaapzak in. Een blik op de afstand en de hoogtemeters van morgen maken me wat bezorgd. Het is te lang geleden dat ik nog op de fiets zat en ‘biking’ is duidelijk wat anders dan ‘hiking’. Plots voel ik spieren waarvan ik niet wist dat ik ze nog had.
Het monumentale kasteel van Viron, tegenwoordig het gemeentehuis van Dilbeek, eert op een subtiele manier de Juliaanse kalender. Het kasteel telt namelijk 365 ramen, 52 vertrekken,
Bij het ochtendgloren ben ik vroeg uit de veren en net na de klok van zeven raken mijn billen een eerste keer het lederen zadel
Fietstocht with a view!Het landschap is magnifiek, maar op mijn stevig bepakte tweewieler is het werkendag.
van mijn stalen ros. En avant! Het prachtige Pajottenland ontwaakt en in de Zuunvallei zie ik gracieuze reigers, vinnige hazen en nerveuze fazanten. De bolstaande weg kronkelt door het in rust badende natuurgebied richting St.Pieters-Leeuw. De drukke stadsrand lijkt in dit Breugheliaans panorama even heel ver weg. Aan de bleke gotische kerk staan bloemen in bloei. In de nabijgelegen winkel koop ik een paar koffiekoeken en fiets ik verder langs het kasteel van Coloma. Wanneer ik na een lange afdaling in Halle aankom, is de markt bezig en heerst er een gezellige drukte. In Lot langs het Kanaal Brussel-Charleroi lonkt brouwerij Drie Fonteinen verleidelijk, maar ik weet dat een hoop pittige beklimmingen
zich aankondigen. Het landschap is magnifiek, maar op mijn stevig bepakte tweewieler is het werkendag.
Bij Nero thuis
Na mijn doortocht van het Zoniënwoud kom ik in Groenendaal uit aan een druk kruispunt. Door werken is de bewegwijzering verdwenen. Ik begin net aan een hachelijk manoeuvre wanneer een vriendelijke man me wijst op de houten fietsbrug iets verderop. Zo geraak ik veilig in Hoeilaart, het dorp van Marc Sleen. Aan het imposante gemeentehuis verwelkomt een van zijn stripfiguren me en aan Café Nero heeft ‘de held met meer wenkbrauw dan haar’ zijn eigen standbeeld. Ik stap het gezellige etablissement binnen en een vriendelijke Madam, zonder pijp, bedient me in een Vlaams met Waalse tongval. In plaats van een stapel Brusselse wafels bestel ik een spaghetti en een Nerobier om op krachten te komen.
In het Park van Tervuren is het gezellig druk. Het AfricaMuseum, de Sint-Hubertuskapel, het Spaans Huis, de Leuvense poort:
één voor één historische gebouwen die getuigen van een rijk verleden. Al was er toen ook een mensentuin met Congolezen, een zwartere bladzijde uit onze collectieve geschiedenis.
In Steenokkerzeel bekijk ik de opstijgende vliegtuigen vanop een spottersplatform en terwijl de hagel in mijn gezicht snijdt, droom ik weg van verre bestemmingen. Het is alsof Vivaldi er zich vandaag mee bemoeit en de vier seizoenen persoonlijk orkestreert. Een paar kilometer verder heb ik een Airbnb geboekt, gerund door twee sympathieke Polen. Het is er wat sjoffel en de oprit is een klein stort, maar ze zijn heel vriendelijk en de prijs is laag. Na 75 km geniet ik van een warme douche en een bed dat (té) diep inzakt.
Hobbelen door de Noordrand. Boerderij-brouwerij Girardin. Kasteel de Viron, gemeentehuis van Dilbeek. Vroeg op pad. Stadhuis Halle.Lange weg
Om zes uur zit ik al terug op de fiets, de temperatuur zit nog onder nul en de veldweggetjes zijn donker en verlaten. In Peutie is de jeugd nog aan het feesten in een scoutslokaal. Na acht kilometer sta ik terug in het station van Vilvoorde. Ditmaal is het bij mijn overstap in Mechelen dat op het ene perron geen lift of roltrap is, en op het andere perron de spiksplinternieuwe hijsmachine defect is. Ook in- en uitstappen op mijn trein naar Testelt is geen sinecure. De NMBS heeft nog een lange weg af te leggen ...
Mijn fietsweekendje zit erop. Aangezien ik van het platteland ben, vind ik de omschrijving ‘Groene Gordel’ wat eufemistisch. Het blijft de Brusselse rand en de ring, de luchthaven en enkele drukke kernen zijn moeilijk te vermijden. Maar dit gezegd zijnde passeer je ook heel mooie gebieden, zoals het Pajottenland of het Zoniënwoud. Bovendien kan je ook ruimer de tijd nemen, want er valt genoeg te zien of te bezoeken langs de route: de Volkssterrenwacht
MIRA, de Plantentuin Meise, de Coloma rozentuin, de lambik-O-droom, het AfricaMuseum, enz …
De Groene Gordelroute is een uitstekend bewegwijzerde icoonroute die je in een 126 km lange lus door de groene rand van Brussel loodst. De tocht gaat langs mooie kastelen, golvende akkers en indrukwekkende panorama’s. De Gids voor de Vlaamse Icoonfietsroutes is inmiddels verkrijgbaar in onze webshop. Om te overnachten zijn er genoeg mogelijkheden. ‘Welcome to my Garden’ is een mooi initiatief als je buiten wil slapen. Ik werd de eerste nacht prima
ontvangen door Lies en Tom. ‘Bivouac Chez Moi’ is een gelijkaardig burgerinitiatief langs Franstalige kant.
Alle info over de 9 Vlaamse icoonroutes vind je op www.vlaanderenmetdefiets.be
Mijn etappes: Vilvoorde – Vlezenbeek (50 km) – Steenokkerzeel (75 km) –Vilvoorde (8 km).
Omdat Finland onze blinde vlek was in Scandinavië en we een lange vakantiezomer hadden, laadden we al ons kampeermateriaal in de wagen en reden naar Travemünde in Duitsland. Een ferry bracht ons naar Helsinki en een nachttrein naar Rovaniemi. Nog 250 km noordelijker wachtte Hetta, het startpunt van onze trektocht.
De Hetta-Pallas trail werd uitgetekend in 1934 en is daarmee een van de oudste en meest bekende paden van Fins Lapland. In vier dagen zullen wij van noord naar zuid trekken. Vooraf zijn er twee praktische zaken te regelen: de overtocht van het meer Ounasjärvi en het ophalen van onze wagen. Gelukkig zijn er in Hetta verschillende winkeltjes die voor beide kunnen instaan.
Nog wat inkopen in de plaatselijke supermarkt en we zijn er klaar voor. Alle vijf dragen we een stevige rugzak, want er moeten twee tenten mee en wat kleding betreft moet iedereen voorzien zijn op regen en koude, zelfs in de zomer. Niet vergeten dat we hier al een stuk boven de Poolcirkel zitten!
Na een korte overtocht van 10 minuten zet de boot ons samen met twee Finse vrouwen af aan de overkant van het meer. Tot aan de bivakplaats van Pyhäkero hebben we nog een kleine 7 km te stappen door een bos. In zo goed als heel Finland geldt net als in de andere Scandinavische landen het allemansrecht: je mag overal kamperen als je de ‘leave no trace’-principes eerbiedigt. Maar hier in
het Pallas-Yllästunturi National Park geldt dit niet, kamperen is enkel toegestaan op de officiële bivakplaatsen.
Bij aankomst zijn we verrast. De bivakplaats bestaat uit verschillende gebouwtjes: een hut met keuken en open haard, toiletten, houtvoorraad en een cafeetje. Er is ook een kampvuurkring waar Finnen zitten te barbecueën. Meteen maken we kennis met de lokale vijand: vervelende muggen en vliegjes. We trekken snel een netje over ons hoofd
en smeren royaal DEET (in een apotheek in Helsinki gekocht maar van Belgische makelij!). Wanneer de tenten opstaan, beginnen we te koken. Gelukkig kunnen we het kampvuur van een Fins koppel overnemen om ons te warmen, want het is hier behoorlijk fris. Later op de avond gaan we in de hut zitten, waar we kennismaken met een Finse vader en zoon die dezelfde trektocht maken.
We staan op, maken ontbijt en pakken in, want vandaag is de langste etappe van de tocht. Het weer ziet er niet zo best uit en naarmate we de berg opklimmen neemt de bewolking toe. Het begint ook te regenen. Boven zouden we volgens de beschrijving een mooi zicht moeten hebben op Noorse en Zweedse bergtoppen, maar niks van dat alles. Alleen maar wolken. We dalen af naar de Sioskuru bivakplaats die in een vallei ligt aan een onstuimige rivier en besluiten voor het middagmaal te schuilen. We maken de kachel aan en bereiden een lekker warm soepje.
Het fantastische aan dit nationale park zijn de eenvoudig maar perfect onderhouden hutten,
Door de ramen van de hut merken we de middernachtzon: aan de hemel hangt de hele nacht een oranje gloed die verschuift van west naar oost.
toegankelijk voor alle wandelaars via het ‘first come first served’-principe. Men verwacht dat je de hut achterlaat zoals je ze gevonden hebt, wat dus een aantal taken inhoudt: emmers water vullen in de rivier, opruimen, vegen en het brandhout aanvullen. Op sommige plekken kan je ook een deel van de hut reserveren, dan ben je zeker van je slaapplaats. Omwille van de kostprijs kozen we om onze tenten mee te nemen.
Weer opgewarmd vatten we het tweede deel van de tocht aan. We klimmen weer een berg over en komen dan op een hoogvlakte waar
het makkelijk wandelen is tot aan de Pahakuru bivakplaats. Van hier is het nog 1,5 km verder naar Hannukuru, maar dat is een grote kampeerplek waar vermoedelijk veel mensen willen
We breken op en passeren al snel Hannukuru Het is inderdaad een uitgestrekte bivakplaats die zelfs beschikt over een sauna aan het meer. Na wat zoeken vinden we de hut bovenop een heuvel waar we onze bagage achterlaten om de sauna te gaan uitproberen. Die wordt opgewarmd met een houtkachel, die de Finnen voor ons gelukkig al hebben aangemaakt. We genieten van de warmte – ‘s middags is het hier 9°C, ‘s nachts zakt de temperatuur tot tegen het vriespunt – maar nog meer van de frisse duik in het ijskoude meer.
overnachten. Wij vinden deze kleine hut wel schattig en blijven. Bij het avondeten zijn er geen wandelaars meer voorbijgekomen en dus besluiten we in de hut te slapen. Er is een houten plateau, maar een matje is aangeraden omdat het anders toch wel heel hard is. Door de ramen van de hut merken we de middernachtzon: aan de hemel hangt de hele nacht een oranje gloed die verschuift van west naar oost.
Na het middagmaal trekken we verder. Het is geen ‘drache nationale’, maar na verloop van tijd zijn we toch behoorlijk nat. Daarom schuilen we een halfuurtje in de hut van Suaskuru Een vieruurtje is op zijn plaats, want volgens de kaart gaat het nu steil omhoog. Dat blijkt te kloppen, maar naarmate we stijgen wordt het zicht minder tot we op een bepaald punt nauwelijks de volgende markeerpaal zien. Het terrein verandert naar steenblokken, wat de tocht een stuk zwaarder maakt. We dalen af naar een valleitje en komen een hek tegen dat
Pas wanneer we stilstaan, zien we de andere dieren van de kudde. Door de kleuren van hun vacht vallen ze nauwelijks op.
de scheiding vormt tussen twee rendierkuddes. In de zomer mogen de dieren binnen een omheind gebied vrij rondlopen. Daarna gaat het in de regen opnieuw omhoog, de wolken in en over steenblokken. Onze wandelstokken doen goed dienst.
Voorbij de herdershut Montelli ontdekken we een wit rendier. Pas wanneer we stilstaan, zien we de andere dieren van de kudde. Door de kleuren van hun vacht vallen ze nauwelijks op. Het is al na 21u wanneer we aankomen aan de bivakplaats Nammalakuru. Door de middernachtzon zijn we het besef van de tijd een beetje verloren, we dachten dat het nog maar 18u was. In de hut zijn er al wandelaars die zich klaarmaken om te slapen, dus moeten we onze gasvuurtjes uithalen en buiten koken. Het waait hard en door de vermoeidheid gaan onze kinderen schuilen. Snel eten en in onze warme donzen slaapzak kruipen is de boodschap. Ook al was het slechts 9 km van Suaskuru tot Nammalakuru, door het weer en de hoogtemeters werd het wel het stevigste stuk van de tocht.
Na een winderige en regenachtige nacht begint het op te klaren. Op het slotmenu staat een lange klim naar de Taivaskero, met zijn 807 m de hoogste top van deze bergketen. De wolken trekken op en we kunnen voor het eerst genieten van de vergezichten die ons beloofd waren in de wandelgids. Links en rechts duiken grote en kleine meren op en we kunnen heel ver kijken. Nabij een heuveltop ontmoeten we opnieuw een kudde rendieren die onverstoorbaar verder grazen terwijl we voorbijwandelen. Tijdens de afdaling naar Pallas zien we in verte het hotel liggen. Bedrieglijk dichtbij, maar we zullen nog meer dan een uur moeten stappen. Wanneer we wandelaars kruisen die fotomateriaal torsen dat zwaarder is dan onze rugzakken, weten we dat het einde in zicht is. Op de parking, tussen de auto’s, liggen een achttal rendieren ongestoord te herkauwen. Tijdens onze picknick blijven we hen gefascineerd observeren en genieten we na van de tocht, de natuur, de landschappen en de kraaknette schuilhutten. En de sauna in Hannukuru natuurlijk, een ervaring op zich! Lapland, you were amazing!
De populairste langeafstandswandelroute in het Pallas-Yllästunturi Nationaal Park is de Hetta-Pallas trail. Deze 50 km lange tocht was minder fysiek belastend en had minder hoogtemeters dan eerdere Alpenof Pyreneeëntochten, maar was door het slechte weer en de zware bepakking toch niet te onderschatten. Het pad is gemarkeerd met pijlen. De beste tijd om te wandelen begint op 21 juni en loopt tot half oktober, wanneer de eerste sneeuw valt.
Onze etappes: dag 1 Hetta – Pyhäkero (6,7 km), dag 2 Pyhäkero – Pahakuru (20,1 km), dag 3 Pahakuru – Nammalakuru (15,2 km) en dag 4 Nammalakuru – Pallas (13 km)
Een organisatie in Hetta zette ons over het meer en bracht onze auto naar eindhalte Pallas, maar er is ook een busverbinding. Meer info vind je op www.nationalparks.fi/ hettapallashikingtrail of www.nationalparks.fi/pallas-yllastunturinp.
Al fietsend gaan we op zoek naar het verhaal achter de forten rond Luik en Maastricht. Vanwege hun strategische ligging – hoog en met open zicht over het landschap – moet er op deze route al eens stevig geklommen worden.
Æ Tekst en foto’s Guy Raskin
We verlaten het station van Luik-Guillemins richting de Paradijstoren, de Luikse wolkenkrabber aan de Maas. Hier steken we de rivier over via de mooi klinkende passerelle La Belle Liègeoise. Onze eerste pittige klim – een voorproefje van wat ons nog te wachten staat – leidt ons naar het Fort van Chartreuse. Dit werd in 1817 gebouwd in opdracht van koning Willem I der Nederlanden en is genoemd naar het onherbergzame Franse bergmassief. Na de bouw van de fortengordel rond Luik verloor
het zijn waarde en werd het omgevormd tot kazerne. Tegenwoordig is dit verlaten fort populair bij ‘urban explorers’ die er hun hobby van maken om vervallen gebouwen te fotograferen. Overal hebben graffitispuiters hun ding gedaan.
We dalen af naar de Ourthe en verlaten de stad via de RAVeL. Onze klim naar de universiteit van Sart-Tilman, de grootste in Luik, is er eentje in twee trappen: de tweede nog steiler en langer
dan de eerste. We fietsen over de campus naar Boncelles, ons eerste fort van de gordel. Aan het fortmuseum staan enkele tanks uit de Tweede Wereldoorlog op straat.
Links en rechts van de smalle toegangspoort van het fort bevonden zich vroeger verstoken geschutstellingen. Daarachter ging een driehoekige gracht schuil, omsloten door metershoge dikke betonnen muren. Ook de muur achter de toegangspoort was uitgerust met zwaar geschut. Je reinste zelfmoord was het om langs hier het fort te benaderen.
De RAVeL loopt door een mooie bosstrook naar Seraing, ooit het middelpunt van de zware metaalindustrie langs de Luikse Maas. Waar vroeger stinkende en ongezonde zwaveldampen over huizen en auto’s neerstreken, fiets je nu door een totaal gerenoveerd hip centrum met aandacht voor mens en fietser. Na een fikse ingreep kunnen we zelfs relatief veilig de zwaar bereden Maasbrug over.
De derde klim naar het Fort van Flemalle is werkelijk buiten categorie. Eerst gaat het gezapig naar boven, maar de laatste 350 meter krijgen we een hellingsgraad tot 22 procent voorge-
In de nasleep van de Frans-Duitse Oorlog ontwierp luitenant-generaal Henri Alexis Brialmont in 1888 een gordel van twaalf forten rond Luik. Die diende om de vijand uit de stad te houden en de bruggen en industrie in de Maasvallei te beschermen. Tussen de twee Wereldoorlogen in bouwde België nog vier forten bij ten oosten van de stad om de verdedigingslinie te versterken.
schoteld. Een equivalent aan de Keutenberg uit de Amstel Gold Race. De beloning is een weids zicht op de Maasvallei. Het fort bezit bovendien een unicum met een geitenkudde die vaak op de geschutskoepels ligt te rusten.
Het Fort van Flemalle bezit een unicum met een
die vaak op de geschutskoepels ligt te rusten.
Gestaag gaat het verder omhoog naar het vliegveld van Bierset. Daar moeten we een kilometer over een toegangsweg naar de luchthaven fietsen. We zijn wat beducht voor het verkeer, maar het is zondag, dus dat valt best mee.
De verzonken toegang tot het Fort van Hollogne is aan het oog onttrokken door ondoordringbaar struikgewas. De nieuwe toegangsweg bevindt zich net achter het Park Inn Liège Airport hotel. Het fort is afgesloten door een metalen hek dat een mooie inkijk biedt op de droge gracht en betonblokken. Intussen hebben we de rand van
het Haspengouws plateau bereikt. Hier liggen achtereenvolgens de forten van Loncin, Lantin en Liers. Dat laatste toont een vervallen indruk en op het terrein is nu een bedrijf actief.
We dalen af in de Jekervallei. Tussen Jeker en Albertkanaal zit het Fort van Eben-Emael gekneld. Dit uitstekend bewapende sperfort bestond uit 17 ondergrondse bunkers die met elkaar verbonden waren. De Tweede Wereldoorlog begon voor België op 10 mei 1940 met de aanval op dit oninneembaar geachte fort. Met één gecoördineerde verrassingsaanval met zweefvliegtuigen wisten de Duitsers het te overmeesteren.
Langs het Albertkanaal fietsen we naar de brug van Vroenhoven. In woord, geluid en beeld brengt het museum De Brug daar het volledige verhaal van het oorlogsbegin in ZuidoostLimburg. Aanpalend ligt een brasserie waar het genieten is van een drankje of hapje op het hoog boven het kanaal uitstekend terras.
Langs de overzijde van het water fietsen we terug naar de imponerende sluizen van Lanaye. Deze verbinden het Albertkanaal met de Maas, die we volgen richting Maastricht. Aan de voormalige ENCI cementfabriek nemen we de steile toegangsweg naar het buitengoed Slavante, een brasserie met een fantastisch terras om even op adem te komen voor het tweede deel van
geitenkudde
de klim, want die is weeral letterlijk … adembenemend. Net zoals de beloning: een glazen uitzichtplatform met huiveringwekkend dieptezicht op de groeve, die aan de natuur werd teruggegeven.
In Maastricht fietsen we naar de Helpoort, die het vestingmuseum huisvest. Vanaf de 16de eeuw werden buiten de stadsmuren vestingwerken aangelegd tegen vijandelijke beschietingen. Deze bestonden uit een hoger deel met droge grachten en een lager deel met natte grachten. De restanten hiervan zijn opgenomen in het Frontenpark en het Waldeckpark.
Via een voetgangers- en fietsbrug steken we de Maas over en nemen de fietssnelweg naar het middeleeuwse Eijsden met zijn witgeschilderde huisjes en kasseistraten. We nemen een kijkje bij het grootse kasteel in typisch Maaslandse steil en gaan dan op zoek naar het Fort van Navagne, ook aangeduid als de Elvenschans. Dit koninklijk fort in Moelingen staat op de grens met Nederland en had een strategische positie aan de Maas. Het diende in de 17de eeuw als Spaanse uitvalsbasis voor de belegering van Maastricht en werd een eeuw later gebruikt om tol te heffen op de Maasvaart.
We klimmen naar het Fort van AubinNeufchâteau. Aan de toegangsweg staat een Amerikaanse tank M46 Patton geparkeerd met de loop gericht op het kratervormige landschap dat we kennen als het Land van Herve. Op de steile afdaling naar de Abdij van ValDieu moeten we flink in de remmen gaan voor enkele haakse bochten. Het terras op de bin nenplaats is er opnieuw eentje waar we niet aan voorbij kunnen, zeker aangezien de abdij haar eigen bier brouwt.
Na een hellinkje bereiken we het spoorwegfietspad Lijn 38, dat pal langs het Fort van Battice loopt. Het grote kruis van Charneux staat als een baken op een heuvel midden in het keteldal. In het historische dorpje Soiron, één van de mooiere in Wallonië, passeren we eerst aan het kasteel van Soiron en klimmen vervolgens naar het kasteel van Sclassin. In vrije val gaat het daarna tot in de Vesdervallei naar Pepinster
Een zoveelste klim brengt ons bij de verkeersweg N666, die voorbij het Fort van Tancremont gaat. Voor het fortmuseum staan drie tanks, een kapel en een bakkerij die gekend staat om zijn omvangrijke taarten. Wie ze hier niet eet, krijgt nog een
Beaufays ligt op de waterscheiding tussen Vesder en Ourthe. Het is één van de luxueuzere gemeentes rond Luik met enkele villawijken. Tussen de Priorij van Beaufays en het Fort van Embourg loopt een recent aangelegde trage weg voorbij een wijngaard met heerlijk zicht op de Vesdervallei en de Luikse mijnterrils. Blauwe borden met opschrift ‘Soyons courtois’ manen aan tot hoffelijkheid ten aanzien van andere trage weggebruikers. Aan de overzijde van de vallei ligt het Fort van Chaudfontaine –omgevormd tot een avonturenfort – met daarnaast de over het dal uitrijzende Basiliek van Chêvremont.
De Maasvallei
We blijven nu een tijdje op hoogte. Van het Fort van Fléron rest enkel nog een muurtje en herdenkingsmonument en in het Fort van Évegnée is net zoals in Liers een bedrijf actief. Het volgende in de rij is het Fort van Barchon, dat enkel op bepaalde dagen te bezichtigen valt. We volgen de fietswijzers naar Visé over gravelpaden met mooi zicht op de schachttoren en terril van de voormalige mijn van Blegny. Over het jaagpad gaat het richting Luik. Een
Halthouden bij het Mariabeeld in Banneux hoort erbij, net zoals de drinkbus vullen met gewijd water.Soldaten bij het Fort van Loncin. Binnenin het Fort van Lantin.
We fietsen om de citadel van Luik heen en krijgen een laatste groots uitzicht. Ditmaal over het stadscentrum en de Maas. Na de bouw van de fortengordel degradeerde een koninklijk besluit de vestingwerken van de citadel, die
daarna diende als huisvesting voor de troepen, interneringskamp en ziekenhuis voor de geallieerde soldaten. Na een bezoek aan de militaire begraafplaats dalen we af. We fietsen door de oude stad via verstoken steegjes en de 374 trappen tellende Montagne
de Beuren. Aan de Maasoever beseffen we dat de strijd gestreden is. Met 25 sites en 9 klimmen op het palmares, sluiten we deze fortenfietstocht overwinnend af.
Deze lus van 250 km kan je afleggen in 3 of 4 etappes: Luik – Kanne (93,5 km) – Banneux (79,6 km) – Luik (76,5 km) of Luik – Bierset (43 km) – Maastricht (65,6 km) – Banneux (64,4 km) – Luik (76,5 km). Meer details en tracks vind je op guysfietsroutes.weebly.com
Provincie Antwerpen gaf drie van haar tien wandelnetwerken een grondige update: Kempense Beemden (325 km stapplezier langs talloze grachten en beken door de waterrijke valleien van de Nete en de Aa in Grobbendonk, Lille, Vorselaar en Zandhoven), Kempense Heide (meer dan 570 km knooppuntenroutes langs heide, vennen, zandduinen en een stiltegebied in Brasschaat, Brecht, Essen, Kalmthout, Kapellen, Stabroek en Wuustwezel) en Kempense Meren (ruim 270 km wandelplezier in het ‘Kempense Lake district’ langs plassen, meren en kanalen in Dessel, Mol en Retie). Dit resulteerde in bijna 1200 km zorgvuldig geselecteerde wandelroutes, drie nieuwe wandelkaarten en 13 kant-en-klare suggestielussen. Elk type wandelaar vindt hier zijn gading. De nieuwe wandelkaarten kosten € 8 en zijn te koop bij de toeristische diensten van de regio’s en via www.kempen.be
gids Wandelen in de Scheldenatuur. Daarin vind je zes kant-en-klare wandelingen van gemiddeld 10 km, veel info voor natuurliefhebbers en een stevige brok geschiedenis. Op de website kan je de routes uit het gidsje in detail bekijken. Prijs van het wandelpakket: € 12. Het wandelgidsje alleen kost € 6. www.routen.be
De nieuwe fiets- en wandelkaart (H)oogverblindend Landschap bundelt vier wandellussen en drie fietslussen in Kalmthout, Wuustwezel, Kapellen en Brecht. De uitgestippelde routes voeren je langs vier nieuwe uitkijkpunten en zijn goed voor ruim 145 km fiets- en wandelplezier door een gevarieerd landschap met polders en kleiputten. De kaart is gratis te verkrijgen bij de toeristische diensten van Brecht, Kapellen, Kalmthout en Wuustwezel. www.rldv.be
In dit stukje Kempense natuur, een officieel stiltegebied tussen Oud-Turnhout en Arendonk, krijg je een waaier aan landschappen voorgeschoteld. Van bossen tot heide, van graslanden tot stuifduinen. De route van 12 km is grotendeels onverhard, een stukje van het parcours gaat over knuppelpaden door moerasgebied. Je kan de route downloaden via www.kempen.be
Een paar jaar geleden werd de Kleine Wandelgids
Vlaanderen uitgegeven. Voortbordurend op hetzelfde thema is onlangs de Kleine Wandelgids
Het gebied Kalkense Meersen-Donkmeer is een aantrekkelijk en afwisselend wandelgebied. Om de wandelaars daar ten volle van te laten genieten, stelde Toerisme Oost-Vlaanderen het nieuwe Wandelpakket Kalkense Meren samen, bestaande uit een wandelnetwerkkaart met 165 km aan wandelpaden en een wandel-
De lezers van VAB magazine hebben de Stiltewandeling in Landschap De Liereman op het netwerk Kempens Landgoed verkozen tot de mooiste wandelroute van Vlaanderen.
Sinds enkele jaren geeft Uitgeverij Elmar de reeks Mooiste netwerkwandelingen uit. Ieder deeltje bevat 15 wandellussen langs knooppunten, zoveel mogelijk op onverharde paden. Inmiddels omvat deze serie 14 interessante gidsen. Prijs per deeltje € 16,99. www.uitgeverijelmar.nl
Vlaanderen 2 verschenen. Deze bevat 25 wandelroutes van 4 tot 24 km, mooi verdeeld over de vijf Vlaamse provincies. Het gidsje is rijkelijk geïllustreerd en de teksten zijn korte persoonlijke impressies met enkele praktische tips voor een drankje of overnachting onderweg. De routes zijn bewegwijzerd of volgen knooppunten. Een QR-code brengt je naar de bijbehorende track in de wandelapp RouteYou. Uitgeverij Luster, prijs € 21,95. www.lusterpublishing.com Win!*
3x Hart van Limburg
3x Schluchtensteig
Surf naar www.groteroutepaden.be >magazine>wedstrijden
De nieuwste gids, de mooiste netwerkwandelingen in het Hart van Limburg, laat je in 171 wandelkilometers kennismaken met het moois dat Midden-Limburg te bieden heeft: idyllische riviertjes, broekbossen, stuifduinen, heidegebieden, een vestingstadje op een eiland in de Maas, kasteelruïnes, een mini-vorstendom en twee Nationale Parken (Grenspark KempenBroek en de Meinweg). Op sommige trajecten steek je de Belgische of Duitse grens over.
Iets ouder maar niet minder interessant – want dicht bij Vlaanderen – is het vorig jaar verschenen
gidsje de mooiste netwerkwandelingen in de Baronie van Breda met tochten op de knooppuntennetwerken van Noord-Brabant en Antwerpen. De Baronie van Breda is een gevarieerd historisch gebied vol tegenstellingen. Je wandelt langs statige lanen van landgoederen, door natuurgebieden zoals het Mastbos en de Chaamse bossen, het Markdal en de Strijbeekse Heide.
Bij onze collega’s van over de taalgrens verscheen
Randonnées en Boucle en Bruxelles et sa périphérie
Deze gids bevat twaalf wandellussen van 7 tot 26 km, waarvan één in het centrum van de stad en de overige in de omliggende gemeenten. Ze zijn deels bewegwijzerd als GR en voor de rest in detail beschreven. Af en toe overschrijd je daarbij zelfs de gewestgrens. De routes voeren over pleinen en door parken, bossen, velden en agrarische gebieden. Alle trajecten beginnen bij een treinstation, metrostation of eindhalte van een sneltram. Te koop in de GR-webshop. www.grsentiers.org
Op 29 augustus 2023 werd de Venntrilogie feestelijk geopend en werden de eerste exemplaren van de topogidsen officieel gepresenteerd. Er zijn twee topogidsen, de ene met alle teksten in het Nederlands en het Frans en de andere met de teksten in het Engels en Duits. De feestvreugde werd nog vergroot, omdat de route tijdens de openingsplechtigheid het label Leading Quality Trails – Best of Europe kreeg, een certificaat van de Europese Wandelvereniging dat alleen wordt toegekend aan de beste langeafstandswandelroutes die aan zeer strenge criteria voldoen. De Venntrilogie is de 22ste route die in deze lijst van gecertificeerde wandelroutes is opgenomen. Na drie jaar zal een nieuwe evaluatie plaatsvinden. Je kan de nieuwe topogidsen via de website downloaden of een papieren versie ophalen bij een van de toeristische diensten van de streek. Zie ook het artikel over de Venntrilogie op p. 14 in Op Weg 4-23. www.ostbelgien.eu
In het oosten van de Nederlandse provincie Noord-Brabant staan veel kloosters, waarvan een aantal nog bewoond is. 2021 werd uitgeroepen tot Brabants Kloosterjaar en ter gelegenheid daarvan werd de 330 km lange wandellus Ons
Kloosterpad samengesteld die in 15 etappes via het knooppuntennetwerk van de provincie langs 50 (voormalige) kloosters en abdijen voert. Deze langeafstandsroute, die een van de laureaten was voor de wandeltrofee van 2022, werd uitgebreid met een aantal kortere wandelingen van 3 tot 12 km die alle beginnen en eindigen bij een klooster. Er zijn er nu twaalf, maar dat aantal zal nog verder uitgebreid worden.Voor iedere Kloosterwandeling is er een folder met kaartje en veel achtergrondinfo. Verkrijgbaar via de website www.visitbrabant.com. Prijs € 3,50.
In de serie Buitenluchtleven verscheen na Buitenluchtleven langs de Waddenzee en Buitenluchtleven Nederland het derde deel, Buitenluchtleven Randstad & Groene Hart. Deze gids bevat ruim 175 wandelingen en gebieden met overzichtskaarten en veel foto’s. Op korte of langere tochten verken je weidse polders met rivierpontjes en smalle paadjes langs knotwilgen. Ook onverwacht mooie natuurgebieden net buiten de stad en leuke groene stadswandelingen in de vier groot-
Bij Cicerone verschenen enkele nieuwe (Engelstalige) wandelgidsen. www.cicerone.co.uk
Walking in London. Deze gids bevat 25 wandelingen door de (natuur)parken van de verrassend groene wereldstad Londen, zowel in het centrum als daarbuiten. Ze voeren je door bossen, parken en heidegebieden en langs kanalen en rivieren. De gids bevat ook een pak toeristische en historische info over de gebieden die je doorkruist.
South Downs Way. Deze National Trail voert van Winchester naar Eastbourne. De gids beschrijft dit 160 km lange traject in beide richtingen. De totale lengte wordt in 12 etappes verdeeld. Het is
ste steden van Nederland (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) staan op het programma. Uitgeverij Fjord, prijs € 23,50. www.uitgeverijfjord.com
De langeafstandswandelroute Groene Hartpad (Streekpad 12) is volledig vernieuwd. Dit pad maakt zijn motto ‘wandelen door een verrassende oase van rust en ruimte midden in de Randstad’ volledig waar. Het Groene Hart is het gebied tussen Rotterdam, Den Haag, Leiden en Utrecht, een oer-Hollands cultuurlandschap met vaarten, plassen, veen en weidegebieden. Het 200 km lange traject start in Woerden, de hoofdstad van het Groene Hart, en beschrijft een geel-rood bewegwijzerde lus in de voetsporen van boeren, graven, kooplieden en Hollandse schilders door weidse polders en langs pittoreske dorpjes en stadjes. De totale afstand is onderverdeeld in elf dagetappes. Naast de hoofdroute is er bij iedere dagetappe een rondwandeling van ongeveer 15 km ontwikkeld. Uitgeverij NIVON, prijs € 19,50. www.nivon.nl
een gemakkelijke tocht zonder moeilijke passages, geschikt voor beginners. Je wandelt op oude historische paden door bosgebieden, riviervalleien en schilderachtige dorpen.
Hadrians Wall Way. Een beschrijving in beide richtingen van deze 135 km lange National Trail. De hoofdroute loopt van west naar oost van Bowess-on-Solvay naar Wallsend bij Newcastle, met een uitbreiding naar South Shields. De gids bevat veel historische info over dit Werelderfgoed. Er wordt een bijbehorend mapje met kaarten (schaal 1:25.000) meegeleverd.
Bos in Nederland? De Nederlandse schrijver Herman Vuijsje was van mening dat Nederland geen diepe wouden heeft en dat je voor het ‘echte bosgevoel’ de grens over moet. Of toch niet? Dagenlang door de wouden trekken, kan dat in Nederland? Om dit te onderzoeken pakte hij zijn rugzak en ging zelf op pad. Hij dompelde zich bijna twee weken onder in het ‘Nederwoud’, op zoek naar het bosgevoel. In 26 etappes liep hij vanuit Bussum in zuidelijke richting via de Utrechtse Heuvelrug naar Wageningen om daar naar het noorden af te buigen en via de Veluwe bij Hattem het bos weer uit te komen. Aan het einde van zijn afwisselende en avontuurlijke tocht komt hij tot de conclusie dat er wel degelijk veel te beleven valt in het Nederlandse bos en dat hij eigenlijk nog wil verderlopen. Je kan zijn belevenissen lezen in het boek Bosgevoel. Uitgeverij Elmar, prijs € 23,99. www.uitgeverijelmar.nl
De gecertificeerde wandelroute SaaleHorizontale won dit jaar de fel begeerde titel ‘mooiste wandelroute van Duitsland’ in de categorie meerdaagse wandelroutes. Deze wedstrijd wordt jaarlijks door het Duitse Wandermagazin uitgeschreven. De SaaleHorizontale is 91 km lang en voert in negen etappes rondom Jena door het Saaleland. De paden zijn smal en slingeren zich door een indrukwekkend landschap van steile kalkrotsen en bochtige rivieren. Via www.saalehorizontale.de vind je de nodige info om zelf op deze prijswinnende route op pad te gaan. Je kan er ook een folder downloaden.
In de serie Outdoor verschenen enkele nieuwe of grondig vernieuwde titels. Info en gpx-tracks: www.conrad-stein-verlag.de.
Österreich: Jakobsweg (1ste druk, € 17,90). Deze 790 km lange route voert van het pelgrimsstadje Wolfsthal, vlakbij de grens met Slowakije, dwars door Oostenrijk naar Rankwell aan de Zwitserse grens. Hij voert door het dal van de Donau en de uitlopers van de Alpen. Hoogtepunt is de Arlbergpas, maar meestal blijft het traject in de valleien met hun weiden en bossen.
Linksrheinischer Jakobsweg (2de druk, € 14,90). Een bewegwijzerde pelgrimsroute op de linkeroever van de Rijn van Keulen via Bonn en Koblenz naar Bingen. Een groot deel ervan loopt samen met de Rheinburgenweg door het Unesco Werelderfgoed Middenrijndal. In Bingen sluit het traject aan op de Jakobswegen naar Worms of Trier. De totale afstand van 230 km wordt verdeeld over 12 dagetappes. De voorzieningen van het openbaar vervoer zijn uitstekend, zodat je de tocht gemakkelijk in dagetappes kan wandelen.
Harz: Hexenstieg (4de druk, € 14,90). De Hexenstieg voert van Osterode in Nedersaksen naar Thale in Sachsen-Anhalt en is een van de klassiekers van de Harz. De Brocken en de legendarische Hexentanzplatz zijn niet de enige hoogtepunten van dit ruim 100 km lange traject. Het rijgt meren, rivieren, indrukwekkende rotspartijen en diepe canyons aaneen tot een schitterend parelsnoer. De gids beschrijft behalve de hoofdroute ook een zuidelijke variant die via Hasselfelde rond de Brocken loopt. Wandelaars die de beklimming van de 1.142 m hoge berg willen vermijden kunnen deze gebruiken.
Schluchtensteig (2de druk, € 10,90). Een pittige bewegwijzerde tocht van 120 km (zes etappes) in het zuidelijke deel van het Zwarte Woud met niet minder dan 3.400 hoogtemeters. Geen route voor beginners. De beloning voor al dat klimwerk is echter zoet. Met start in het stadje Stuhlingen
vlakbij de Zwitserse grens trek je naar Wehr door de overweldigende natuur van natuurpark Südschwarzwald met diepe kloven, nauwe dalen en indrukwekkende watervallen.
Schweden: Padjelantaleden (2de druk, € 10,90). Als je voor het eerst een trektocht door Lapland wil ondernemen of een route voor beginners zoekt, kom je in het nationale park Padjelanta in het noorden van Zweden terecht. De 160 km lange Padjelantaleden is ook voor wandelaars zonder bergervaring goed te doen en het landschap is schitterend. Wat dat betreft hoeft deze route met zijn bergrivieren, hoogvlaktes en glasheldere bergmeren niet onder te doen voor de legendarische wandelklassiekers Kungsleden of Sarek. De gids verdeelt de totale afstand in negen etappes van 10 tot 23 km en geeft alle nodige praktische info om je tocht tot een goed einde te brengen.
Surfend en scrollend botsen we vaak op razend interessante blogs en websites.
Tijdens corona creëerde Yves een website, waarmee hij actieve vakantieweekends organiseert en begeleidt. Zijn verdienmodel sloeg meteen aan, ook omdat hij samenwerkte met specialisten in bushcrafting, packrafting, wandelen, boomklimmen, paddenstoelenpluk, enz. Een avond op beversafari langs en op de Dijle, een workshop vuur maken, een weekend leren vis looien of een hike&heal weekend, je kan het zo gek niet bedenken of je vindt het er, al komen die groepsactiviteiten ook met een prijskaartje. Daarnaast wil de idealist in de ondernemer ook zoveel mogelijk mensen inspireren om op een actieve manier aan natuurbeleving te doen, zonder verdienmodel. Je klikt ‘Zelfstandig op pad’ open en je kiest regio en activiteit. Als je (gratis) geregistreerd bent krijg je zo uitgebreide info over bijvoorbeeld een fietstocht met veerpont in Hemiksem. Al kon je die info ook zelf opsnorren, natuurlijk. www.eenvoudigweg.be
Eerst was er haar B&B, daarna werd Betty uit Hardenberg actief als markeerder in haar regio aan de Duitse grens. Sinds zij het Pieterpad heeft gelopen is ze door het wandelvirus gebeten en de aankoop van elektrische fietsen heeft haar hobby stevig uitgebreid. In coronatijd schreef Betty vier fietsboekjes ‘In rondjes fietsen’ (langs bekende LAW-paden). Dat je wandelpaden fietst, is in Nederland dus geen punt van dispuut, als je maar dikke banden hebt …
Betty’s boodschap luidt: “Wie veel wandelt, vergroot het vermogen van de longen om zuurstof op te nemen.” Zij etaleert alle soorten wandelpaden per provincie – al gehoord van klompenpaden? – en ijkt daarop haar eigen wandelingen.
Het ‘NederRandPad’ omcirkelt het land volledig over 1860 km in 86 etappes, maar is niet gemarkeerd. Onder het tabblad ‘Fietsen’ vind je naast Betty’s eigen verhalen ook veel algemene documentatie en interessante links. Kortom, deze website is een onuitputtelijke bron van inspiratie voor elke ‘buitenbeweger’. www.bettywandeltenfietst.nl
Sinds haar jeugd beoefent Eva duursporten en sinds 2018 combineert ze dat met fundraising voor goede doelen, zoals Doctors4Doctors, de Brailleliga en Straatverplegers. Haar blog oogt knap gestructureerd. De menukaart is Nederlands, met Google vertalingen in Engels, Frans én Spaans.
In 2020-2021 wandelde Eva rondom België en eind 2022 vertrok zij per fiets op sponsortocht voor een Tibetaans klooster in India. Alle etappes doorheen Frankrijk, Spanje, Portugal en terug staan uitgetekend op Komoot. Na een winterstop van enkele maanden in een boeddhistisch klooster in de Sierra Nevada trekt ze verder én schrijft ze vol warmte verder over haar belevenissen op het rustige ritme van de eeuwige pelgrim. Veel cultuur en rake observaties kruiden haar verhalen, opgefleurd met betoverende fotografie van meditatieve aard. Toen zij op 31 mei weer thuiskwam, schreef ze: “Ja, ik ben terug in Vlaanderen. Ik weet niet zeker of ik daar blij mee ben …” Namasté! www.reachoutforacause.org
van tong zijn, want altijd paraat om haar reisverhalen ‘tongue in cheek’ te kruiden. En dat zijn er zo véél: trektochten op de fiets door alle werelddelen, behalve Antarctica en Oceanië. Als je de paklijst (van 25 kg!) eens goed bekijkt, dan begrijp je ook waarom de website met zo’n prachtige beelden is versierd: ze slepen 4 kg fotomateriaal mee. De combinatie van tekst (Tine) en beeld (Wim) werkt wonderwel: onderaan de pagina verschijnt telkens een resem foto’s die als een filmband voorbij rolt. Weinig reisboeken die dit leesplezier kunnen opwekken. Wat ik hier citeer is hun filosofie: “Er zijn plaatsen waar je in je dromen of door de verhalen van anderen al bent geweest voor dat echt het geval is.” Dan ben ik nu al zowat overal geweest.
movingaround.be
“Ligfietsen is voor mij een zeer aangename manier van reizen en ik hoop dat mijn ervaringen van nut zijn voor anderen.” Sinds 2013 verkiest Kristof de wereld te verkennen in liggende positie. Je tuimelt meteen in zijn eerste avontuur in Myanmar: “Hoe verpak ik die gigantische fiets voor transport op een vliegtuig?” Op de nachtbus naar Mandelay betaalt hij minder als passagier dan voor zijn ligfiets. Voor elke dag heeft hij een korte tekst en een paar foto’s voorzien: eenvoud siert zijn breedvoerige blog. De lig-avonturier neemt ons ook mee naar Cambodja, Laos, Japan en dit jaar de Filipijnen.
“Onze nieuwe tent, MSR Elbow Room 3, werd grondig getest en meer dan goed bevonden: als Wim niet meer groeit, zal ze nog een tijd goed dienst kunnen doen”. Tine moet wel rad
Eerst reed Kristof op een Challenge Chamsin, waar hij zelf een bagagerek op monteerde. Langs de zijkant plaatste hij banaantassen voor de lange tochten. Omdat de luchtvaartmaatschappijen steeds strenger werden voor extra bagage, moest hij een plooibaar model aanschaffen. Het werd de Grasshopper van HP Velotechnik die een flinke 21 kg weegt. Waarom reizen zo weinig mensen op een ligfiets, is dé vraag die onbeantwoord blijft, want het ziet er bijzonder comfortabel en intrigerend uit. vakantieligger.wordpress.com
Alle GR-paden in België wandelen is een serieuze uitdaging van maar liefst 9.792 km. Toch is dat het doel dat Hanne Govaerts zichzelf heeft gesteld. 23 jaar oud is de Kempische en sinds haar tocht op de GR 5 in 2018 is ze helemaal gebeten door het GR-virus. Ondertussen heeft ze al 1.428 km aan Belgische GR-routes in de benen. Ontmoet @HanneHikes: maatschappelijk werkster doorheen de week en wandelheldin in het weekend!
“Toen ik de overzichtskaart van de GR-paden aankocht, had ik het impulsieve idee: wat als ik ooit al deze routes zou wandelen?” vertelt Hanne. “Ik vind het een super uitdaging en ga graag elk weekend op pad om een dagetappe af te checken van mijn lange GR-lijstje. Meestal trek ik eropuit met vrienden of familie. Hierdoor wordt het een gezamenlijk project, iets wat je samen beleeft.”
“Daarnaast ontdek je zoveel nieuwe plekken door de GR-routes. Tijdens de coronacrisis wandelden mijn mama en ik de Streek-GR Kempen. Wij dachten dat we onze regio al heel goed kenden, maar ontdekten toch veel nieuwe wondermooie plekken. De GR-paden hebben me dan ook al op plaatsen gebracht waar ik nog nooit van had gehoord. Echte verborgen parels!”
Dag 2: Teuven ➡️ ‘s-Gravenvoeren
��️ datum: 28/04/2023
�� afstand: 13,6 km
↕️ hoogte: 262m
�� vervoer: geen
⛺ overnachting: Hotel Auberge ‘s Gravenhof
⚠️ tools om de weg te vinden: bewegwijzering, topogids
�� totaal gewandeld: 38,4 km
✒️ Allereerst wil ik alle vrijwilligers van Grote Routepaden bedanken. Vandaag hoefde ik mijn topogids niet eens open te slaan, aangezien de bewegwijzering perfect was!
Na een goede nachtrust in B&B Puur Teuven, een heerlijk ontbijt met een aardig stel Nederlanders en wat huisdieren, begon ik aan mijn tweede wandeldag op mijn solotocht.
In de ochtend regende het, waardoor er niet veel andere wandelaars waren. Het was echter een mooie dag nadat de wolken waren verdwenen. Ik zag een hert in een weiland zitten en wat koeien op een heuvel vlakbij.
#groteroutepaden #Gr #Walk #Walking #Hike #Hiking
#Belgie #Belgium #GR128 #Landscape #Nature
#Europe #Solohike #Solohiking #Trees #Flowers
#Teuven #Sintgravenvoeren #Sgravenvoeren #Gravenvoeren
Met mijn moeder op de GR 565 in de voetsporen van de broers Snieders. Op de GR 5 tussen Zichem en Diest.In West-Vlaanderen werden enkele nieuwe (kortere) fietsroutes gelanceerd die de wijn- en landbouw van de streek in het zonnetje zetten.
Tieltse Wijnroute. Ruim tien jaar geleden werden de eerste wijnranken in Tieltse bodem geplant en nu zijn er maar liefst vijf wijndomeinen. Een gloednieuwe bewegwijzerde fietsroute van 39 km verbindt deze domeinen met elkaar. Tijdens de wijnfeesten van eind augustus werd deze feestelijk ingefietst. www.visittielt.be
Boer zkt Bank. Dit project zet de voedselproductie van de landbouwers in de kijker met twee fietslussen van ieder 40 km vanuit Poperinge. Voor de kinderen zijn er opdrachten om een landbouwheld te worden. Daar heb je het ‘Heldenzakje’ voor nodig dat je bij de toeristische dienst van Poperinge kan ophalen. De routes gebruiken het knooppuntennetwerk. Je kan ze downloaden via www.toerismepoperinge.be
De leden van de Duitse fietsersbond, de AFDC, hebben de populairste langeafstandsfietsroutes in Duitsland gekozen. Ook dit jaar staat de Weserfietsroute bovenaan de lijst, met zijn 870 km langs zeekust, meren en moerassen in de buurt van Bremen. De Elbe-fietsroute staat op twee. Derde is de Baltic Sea Coast Cycle Path (van Kopenhagen via Schleswig-Holstein naar Gdansk), die de Donau-fietsroute verdringt naar de vierde plaats in de populariteitsranglijst.
Na het succesvolle Bierwandelboek komen ook de fietsers die hun fietstocht graag combineren met een lokaal biertje aan hun trekken met het nieuwe Bierfietsboek. Dit bevat maar liefst 40 routes door heel België. De mooie tochten door Ardense bossen, uitgestrekte velden,
coulisselandschappen en eeuwenoude stadjes eindigen steeds vlakbij een brouwerij of een plek waar je kan genieten van een goed lokaal biertje. Voor elke route vind je een gedetailleerde beschrijving, de moeilijkheidsgraad, het hoogteverschil en de niet te missen bezienswaardigheden. Uitgeverij Luster, prijs € 24,95. www.lusterpublishing.com
kunstwerken. Er werden vijf fietsroutes van 40 tot 60 km op het routenetwerk ontwikkeld om je van deze ‘land art’ te laten genieten. Je fietst door het typisch Achterhoekse coulisselandschap met een afwisseling van houtwallen, kabbelende beekjes, weilanden en bos. Een routeboekje met de vijf trajecten is te koop voor € 2,95 bij de toeristische diensten van de streek. Je kan het ook downloaden via achterhoek.nl/siloarttour-routebrochure. Daar vind je ook de gpx-tracks.
De onlangs geopende bewegwijzerde Heuvelland-Fietsroute vormt het sluitstuk van de Euroregionale
ALMroute. Dit in totaal ruim
Unieke verhalen uit de Nederlandse Achterhoek (Provincie Gelderland) komen tot leven in de Silo Art Tour. Op tien verschillende locaties in de regio zijn schuren, silo’s en andere lelijke agrarische gebouwen getransformeerd tot
120 km lange traject tussen Aken, Luik en Maastricht start op de SintPietersberg bij Maastricht. De route brengt je in ruim 40 km naar de Vaalserberg. In dit vijfsterrenlandschap spelen heuvels en prachtige uitzichten de hoofdrol. Vanaf de Vaalserberg neem je de RAVeL 39/38 dwars door het Land van Herve naar Luik (50 km). Tenslotte brengt de Maasroute je in 34 km terug naar de Sint-Pietersberg. De brochure is te downloaden of te koop via de website. Prijs € 3,95. www.visitzuidlimburg.nl
Bij Chamina verschenen enkele geüpdatete of nieuwe gidsen. Ze zijn te koop via de webshop van de Fietsvakantiewinkel.
Atlas France des Voies Vertes & Véloroutes (editie 2023, € 28,90). De nieuwste editie van deze overzichtsgids bevat 12.000 km bekende Franse langeafstandsfietsroutes. Deze vijfde druk is volledig bijgewerkt en uitgebreid naar de nieuwste stand van zaken. Hij bevat 1.000 km aan nieuwe routes, waaronder twee volledig nieuwe: Flow Vélo en Eurovélo 4 Tour de Manche. Het is meer dan alleen maar een overzichtsgids, je kan er aan de hand van de 570 fietskaarten op schaal 1:100.000 en ingetekende pictogrammen daadwerkelijk mee fietsen.
La Via Allier – La Véloroute de l’Auvergne (editie 2023, € 17,90). Deze bewegwijzerde fietsroute van 470 km neemt je stroomopwaarts mee langs de rivier de Allier, van de samenvloeiing met de Loire bij Nevers tot de bron bij Langogne. Het traject doorkruist de Auvergne van noord naar zuid door een verscheidenheid aan landschappen met graanvlaktes en vulkanen en langs steden en dorpen vol bijzonder cultureel erfgoed. Hoogtepunt is de spectaculaire finale door de Gorges d’Allier. De route loopt voornamelijk over kleine, rustige wegen en kent alleen tegen het einde behoorlijke stijgingen.
Op de nieuwe Oerboerroute fiets je door de geschiedenis van Zuid-Limburg. De route bestaat uit twee lussen, de Museumroute (37,5 km) langs bijzondere vondstplekken en vier musea en de Groenroute (49 km) door het plateaulandschap van de Maas. De Groenroute is grensoverschrijdend en doet ook Maasmechelen, Lanaken en Riemst aan. Beide trajecten starten bij Buitencentrum mOERveld in Geulle, waar een 7.000 jaar oude prehistorische boerderij is nagebouwd. Beide lussen gebruiken het knooppuntensysteem. De routefolder is te koop via de webshop van www.visitzuidlimburg.nl, prijs € 3,50.
De nieuwe gids Fietsen langs de Nederlandse kust laat je genieten van 650 schitterende km langs de Noordzee. De route loopt van Brugge naar Bad Nieuweschans (op de grens met Duitsland) of omgekeerd. Je ziet dus onderweg zowel de Noordzee als de Waddenzee. In het zomerseizoen kan je voor een variant kiezen via de Waddeneilanden Texel en Vlieland. Je rijdt door uitgestrekte duinen en gezellige badplaatsen, en over dijken, sluizen en stormvloedkeringen. De route volgt vaak de LF Kustroute of andere (knooppunt)routes maar soms ook meer verborgen paadjes. De gids beschrijft ook in ieder hoofdstuk een interessante ontmoeting met iemand die een bijzondere band heeft met de zee, zoals een strandwachter, een oesterkweker of een waddengids. Uitgeverij Elmar, prijs € 21,99. www.uitgeverijelmar.nl
De fietsroute de Blauwe Loper is een Nederlandse weergave van de bewegwijzerde Franse route La Voie Bleue en een deel van de ViaRhôna. De officiële start is bij het station van Luxemburg en het eindpunt op de brug bij Avignon. De Blauwe Loper is in feite een alternatief voor de Groene Weg naar de Middellandse Zee. Je kan dan ook eveneens in Heerlen/Aken starten, de Vennbahn richting Troisvierges volgen en dan de Groene Weg nemen tot het station van Luxemburg. De Blauwe Loper voert langs de Moezel, het Canal des Vosges, de Saône en voorbij Lyon langs de Rhône. Het traject is in twee richtingen beschreven en onderweg zijn er meerdere mogelijkheden om van de ene route over te stappen op de andere. Door het vlakke karakter is de route zeer geschikt om met kinderen te fietsen. Na Avignon kan je
met de route uit Groene Weg deel 2 via Arles en de Camargue naar Saintes-Maries-de-laMer rijden. Uitgeverij Pirola, prijs € 24,50. www.pirola.nl
Een Traptrip is bedoeld voor ouders die een meerdaagse fietstocht willen maken met hun kinderen. De organisatie daarvan is niet altijd even gemakkelijk en traptrip speelt hierop in met kindvriendelijke meerdaagse fietstochten, inclusief tips voor de leukste bezienswaardigheden onderweg en overnachtingssuggesties. Na Amsterdam, Rotterdam en Utrecht is de nieuwste downloadbare traptrip vanuit Groningen beschikbaar. De provincie Groningen telt acht Kinderfietsroutes, waarvan er twee in de traptrip zijn geïntegreerd. Gratis aan te vragen via www.fietsplatform.nl
Surf naar www.groteroutepaden.be >magazine>wedstrijden
Bij Esterbauer verschenen in de serie Bikeline Radtourenbuch Kompakt enkele nieuwe gidsen. Info www.esterbauer.com.
AmmerAmperRadweg: Von den Bayerischen Alpen an die Isar (€ 9,90) Een waterrijke route die begint aan de bron van de Ammer bij Oberammergau. Met de adembenemende Alpen als decor fiets je gemoedelijk in noordelijke richting langs de Ammer, de Ammersee en de Amper naar Moosburg aan de Isar. Onderweg op deze tocht van ongeveer 200 km beleef je een mix van natuur en cultuur: niet alleen barokke kastelen, kloosters en kerken en levendige stadjes, maar ook eenzame heidevelden en natuurgebieden.
Geest Radweg (€ 10,90) Deze route verbindt de rivieren Ems en Weser. Op comfortabele fietspaden en rustige landwegen rijd je van de oude vestingstad Meppen naar de Hanzestad Bremen. Onderweg doorkruis je oude cultuurgronden en geniet je van ongerepte natuur, dromerige dorpjes en historische stadjes. In de buurt van Hümmling zijn tussen de knoestige bomen meer dan 5.000 jaar oude hunebedden te zien en in Sügel passeer je het barokke jachtslot
Clemenswerth, een architecturaal pareltje. Een kleine omweg brengt je desgewenst bij het stuwmeer van Thülsfeld, voordat je het eindpunt van de tocht, Bremen, de stad van de stadsmuzikanten, bereikt.
Württemberger Weinradweg
(€ 9,90) Een genot voor alle zintuigen, zo presenteert zich deze route. Het 400 km lange traject start in Niederstetten en voert door de beroemde wijnbouwgebieden van Württemberg naar Rottenburg aan de Neckar. Je bent voortdurend vergezeld door wijngaarden en rijdt via de dalen van de Vorbach, de Tauber, de Jagst, de Kocher en de Neckar door een idyllisch landschap van wijngaarden, bossen en wijndorpen. De Württemberger Weinradweg kreeg vorig jaar vier sterren als ADFC kwaliteitsroute.
In 1988 trok ik drie weken rond door Bosnië-Herzegovina. Ik bezocht er prachtige steden zoals Sarajevo en Bihać, zwierf door het platteland en plande een trektocht naar het bergmeer Boračko. Door de hitte en het gebrek aan een goede kaart bereikte ik het meer toen niet, maar de streek bleef nazinderen in mijn geheugen. Toen ik jaren later over de Via Dinarica las – een wandelpad dat heel Bosnië doorkruist – brak het wandelvirus weer uit en plande ik een zesdaagse tocht.
De chauffeur zet me netjes af aan de Via Dinarica, even ten zuiden van het meer van Boračko. De oude hangbrug over de Neretva is er niet meer. Ze is vervangen door een grijze betonnen brug. De eerste kilometers vallen tegen: beton en steil bergop. Maar dan zie ik een groep bijeneters, één van de mooiste en kleurrijkste vogelsoorten van Europa. Mijn dag kan niet meer stuk.
Na een tijd stopt het beton en stap ik verder op een pad. De Via Dinarica is soms zeer goed aangeduid, soms minder. Ik steek de rivier Rakitnica over, die hier een van de diepste kloven van ons continent heeft uitgeschuurd. Bewoning is er nauwelijks en de bloemenpracht eind mei is ongelooflijk. Behalve twee wandelaars ontmoet ik niemand.
Vanop de top van de Vranske Stijene heb ik een prachtig zicht op de kloof van de Rakitnica. Ik passeer een herder met een grote kudde schapen en bivakeer na 15 km en 1.100 hoogtemeters in een bloemenweide met zicht op de Bosnische bergen.
De volgende dag gaat de tocht eerst naar het verlaten dorpje Blace, waarvan de ruïnes ver-
spreid liggen over de heuvel. Op het kerkhof zie ik grafstenen van christenen en moslims. Het pad naar Lukomir is nét niet overgroeid door bomen en struiken. Tot mijn verbazing ontmoet ik even verderop vier mannen met snoeischaren. Ze vertellen enthousiast over de trail race die ze hier jaarlijks organiseren en waarvoor ze het pad weer vrijmaken.
geraken stap je ofwel een paar uur over een sportief bergpad, ofwel rijd je twee uur met een 4X4 over een slechte rotsweg. In de winter is het onbewoond, want door de sneeuw is het weken of maanden onbereikbaar. Zelfs op deze mooie lentezondag is er weinig volk.
In een simpel eetcafé vraag ik naar water, waarop de uitbaatster vriendelijk naar een kraantje in de muur wijst. Het is gratis. Net als veel inwoners verkoopt ze zelfgebreide kousen in tal van felle kleuren. Ik koop twee paar voor het kindje van mijn neef. Wanneer ik wegga, geeft ze me nog een zakje met zelfgemaakte koekjes mee.
Het pad naar Umoljani is schilderachtig. Het rotsachtige karakter van de streek maakt plaats voor een vallei met de mooiste bloemenweiden die ik ooit heb gezien. Ook de typisch Bosnische watermolens – klein en volledig uit hout – zijn er te bewonderen.
In het dorp zelf, met zijn traditionele huizen, is de tijd blijven stilstaan. Op net geen 1.500 m hoogte ligt het zeer geïsoleerd in de bergen. Daardoor ontsnapte het aan het geweld van de burgeroorlog in de jaren 90. Om er te
In het dorp zelf is veel nieuwbouw, want Umoljani werd grotendeels verwoest tijdens de oorlog. De eeuwenoude moskee bleef gelukkig gespaard. Het pension is piekfijn en vanop het terras heb ik zicht op de bergen in het noorden.
Lukomir, een mythisch dorpje verloren in de bergen. Lentebloemen in de Bosnische bergen. Æ Tekst en foto’s Luc BarbéIn Lukomir is de tijd blijven stilstaan. Op net geen 1.500 m hoogte ligt het zeer geïsoleerd in de bergen, waardoor het ontsnapt is aan het geweld van de burgeroorlog.
Zicht ’s ochtends van bij de bivakhut
Om de bergkam te bewandelen tussen de pieken Drstva en Vito moet ik zo’n 800 m pijnlijk recht omhoog. Bosniërs houden niet van zigzagpaden.
Gelukkig is het pad opnieuw een pareltje, het loopt door een beukenbos dat me doet denken aan de fantasiewerelden van Tolkien. Op de hellingen ligt hier en daar nog sneeuw.
De afdaling naar de berghut Dom Vrela is lang, maar ik krijg een schitterend zicht op de berg Treskavica. Beneden in de vallei zie ik een vrouw koeien hoeden en wat verderop beent een man een pasgeslacht schaap uit.
Na drie dagen laat ik de Via Dinarica achter me om nog enkele andere tochten in de regio te maken. Mijn eerste bestemming is de nieuwe bivakhut Zoran Šimić. De honden van de vorige hut volgen me van bij de start. Ik probeer ze weg te jagen, maar dat lukt niet. Zou dit hun ochtendwandeling zijn? Sinds ik als kind gebeten ben door de hond van mijn oma, was ik nooit een fan. Maar deze keer is anders. Dit zijn schatjes, mijn engelbewaarders. Pas bovenop de Vito verlies ik hen uit het oog.
Het regent zachtjes. Wolken belemmeren het zicht en ik daal snel af naar de bivakhut. Ver in het dal stappen enkele wandelaars, die er wellicht hebben overnacht. De hut heeft matrassen voor acht mensen, maar ik ben er alleen. Twee brede ramen geven uit op de bergen. Er is geen water of elektriciteit. Ik ben nog niet geïnstalleerd of het begint hevig te hagelen. Na een kwartiertje ziet alles wit.
Wanneer het opklaart, verken ik de omgeving. In de wijde omtrek is geen dorp, huis of straat te bekennen. Wel vind ik er sleutelbloemen op een bed van hagel. Iets verderop staan ‘stecci’, eeuwenoude grafstenen. Zeer ‘Instagrammable’, zouden sommigen zeggen.
Uitgelaten of boos?
Het zicht op de bergen in de ochtendnevel is er eentje om in te lijsten. Ik daal verder af en waar het pad uitkomt op de asfaltweg zie ik plots ... mijn drie begeleiders! De honden springen om me heen. Ik weet niet of ze uitgelaten zijn omdat ik er opnieuw ben of dat ze boos zijn omdat we niet zijn samengebleven. Hoe konden ze zelfs weten dat ik langs dit pad zou afdalen?
Net als gisteren vergezellen ze me, helemaal tot aan de berghut Dom Vrela. Mijn mening over honden is definitief veranderd.
Krokusjes in de sneeuw
Te voet en al liftend keer ik terug naar Umoljani om van daaruit het noordwesten te verkennen. Het kleine dorpje Gradina ligt iets hogerop in de bergen en oogt 19de-eeuws. Vandaar stijgt het pad stevig tot aan een pas. Plots kijk ik uit over een van de mooiste valleien die ik ooit zag: Dugo Polje. Zo ver het oog reikt, is er enkel grasland te bespeuren: geen vee, geen bomen, één weg.
Het vlakke terrein in de brede vallei vormt een fijne afwisseling na het vele stijgen en dalen van de voorbije dagen. Terug hogerop groeien honderden paarse krokusjes waar de sneeuw pas gesmolten is.
Enkele hebben zich zelfs door het dunne sneeuwlaagje gewrongen en bloeien er middenin. Ik sta verwonderd te kijken. Hoewel ik houd van wandelen met kaart en kompas, moet ik erkennen dat er beperkingen aan zijn. Een vergissing levert me immers een stevige omweg op naar de berghut Dom Stanari Een stenen drinkbak voor vee kondigt de beschaving aan en even verderop zie ik inderdaad een chaotische verzameling van traditionele weekendhuisjes op een open plek in het woud. Er is geen kat te zien.
De hut is gesloten, ik had niet gereserveerd. Gelukkig is de deur van de hal open. Ik installeer me tussen de rommel. Heel de avond regent het, maar de veggie curry smaakt beter dan ooit.
In dit slechte weer wordt wandelen wel heel avontuurlijk. Ik besluit mijn laatste dag niet in de bergen door te brengen, maar af te dalen naar Sarajevo. Een paar uur stappen door het bos, een lift, bus en tram brengen me naar deze unieke stad.
De Ottomaanse gebouwen, de moskeeën en de bazaar met piepkleine winkeltjes, het Habsburgse erfgoed, de cafés uit vervlogen tijden en de hippe bars iets verderop: weinig steden zijn zo’n ‘melting pot’ met een sterke en open identiteit. Een aanrader is de kabelbaan: ze brengt je op tien minuten 800 m hoger naar de top van de Trebević met uitzonderlijke vergezichten.
Sarajevo werd in de jaren 90 bijna vier jaar lang belegerd door Servische nationalisten. Een tentoonstelling met foto’s en video’s over de genocide in Srebrenica haalt me emotioneel onderuit. Achtduizend mannen en tieners werden er
Om de bergkam te bewandelen tussen de pieken Drstva en Vito moet ik zo’n 800 m pijnlijk recht omhoog. Bosniërs houden niet van zigzagpaden.
De nieuwe bivakhut Zoran Šimić, met ramen die uitgeven op de bergen. Stecci in de Bosnische bergen.
systematisch afgeslacht. De meeste Serviërs erkennen vandaag nog steeds hun verantwoordelijkheid niet, wat het rouwproces des te zwaarder maakt. Misschien zit straks een van de daders naast mij op een terrasje. Ik neem deel aan een geleide wandeling met Neno, die de burgeroorlog als tiener meemaakte. Hij brengt een perfecte mix van historische feiten met anekdotes uit eigen leven en dat van vrienden en familie. Absolute aanrader.
In het hotel praat ik met de jobstudent aan de receptie over de Via Dinarica en Lukomir. Hij wil er met vrienden op verkenning. Ik raad hem aan te starten aan de brug over de Neretva. “Erger je niet aan het beton”, voeg ik er nog bij, “met wat geluk zie je daarna bijeneters.”
Op www.viadinarica.com vind je alle informatie die je als trekker nodig hebt. Het boekje Bosnien und Herzegowina van Rother beschrijft 50 wandelingen en bevat belangrijke informatie over bronnen.
Eind mei en begin juni vormen het ideale moment voor een bezoek, wanneer de bergweiden zich omtoveren tot bloemenweiden. In juli en augustus kan het in Bosnië heel warm zijn. De weinige berghutten zijn buiten het seizoen soms dicht. Reserveren is aangewezen. In Lukomir en Umoljani zijn er restaurants en pensions.
Geïnspireerd door een route uitgestippeld door Guy Raskin, springen we op 13 mei 2022 op de fiets in Rome. De volledige tocht naar huis zal 3 maanden duren. Ons eerste doel: de Dolomieten.
door en dan zitten we op de drukke baan naar Fiano. Italiaanse chauffeurs halen ons gelukkig bijna allemaal ruim in. Eens de stad voorbij, volgen we de Tiber door een natuurreservaat.
We naderen Umbrië: de dorpjes liggen onbereikbaar hoog, de valleien worden smaller en de wegen steiler. Af en toe moeten we in de kleinste versnelling zigzaggen. In Casperia ligt ons verblijf nog eens 700 m aan trapstraatjes omhoog. Onze beloning is een authentiek huisje met een adembenemend zicht op de vallei.
Mercedes door de parking en vertrekt weer met gierende banden. Vervolgens verschijnt een Fiat 500 ten tonele, waarop de Range Rover uit zijn schuilplaats komt en de bestuurster overstapt in de Fiat.
Door een brede vallei met akkers gaat het autoluw verder over het Assisi-Spoleto fietspad. ‘s Avonds verkennen we Bevagna. Het ononderbroken getater van de Italianen, de leuke terrasjes, de Fiat Panda 4X4’s en Piaggio Ape’s: ook dit is het Italië van de film.
We rijden door de vlakte recht op Assisi af en houden even voorbij de stad halt bij de Villa Fidelia, een 17de-eeuwse villa met terrastuin. We ontmoeten er Oostenrijkers die richting Rome fietsen en maar niet kunnen geloven niet dat wij niet elektrisch rijden.
We volgen de Tiber stroomopwaarts over een autovrije baan tot de gps ons plots een trap opstuurt. Italiaanse fietsers lijken dat normaal te vinden, dus wij doen mee. Een prachtig fietspad in rood asfalt voert ons verder langs de rivier, sportvelden en ander groen. Her en der zorgen pergola’s voor wat schaduw.
In Casale Prima Porta zijn de aanwijzingen van Guy Raskin hard nodig: verbindingsweg op en af, via een paadje de spoorweg onder-
Een rustige weg voert ons door het prachtige heuvelland van Umbrië. De klim uit Terni is zo stevig dat een wandelaar even snel loopt als wij fietsen: zo’n 7 km per uur.
In Carsulae bezoeken we het archeologisch park, waar onze picknick veel wegheeft van een filmscène. Een Range Rover stuift de parking op en verstopt zich. Vlak daarna toert een oude
In Bagnara stijgen we geleidelijk de stille vallei uit naar de Passo Cornello op 818 m, de grens tussen Umbrië en de Marken. We heuvelen op en af door de prachtige streek met zicht op de Apennijnen in de verte. Hier en daar golft de weg lelijk: een gevolg van de aardbeving van 2016.
We verlaten Sassoferrato en genieten van het mooie landschap en de geuren van bloemen en bossen die beginnen te stoven onder de zon. Twintig kilometer verderop verblijven we op een ‘agriturismo’, een boerderij mét zwembad. Na het eten krijgen we zelfgemaakte limoncello voorgeschoteld bij de jachtverhalen van gastheer Marino.
De gps stuurt ons plots een trap op. Italiaanse fietsers lijken dat normaal te vinden, dus wij doen mee.
In San Lorenzo zijn de winkels gesloten. “Nationale feestdag”, legt de bakker uit, terwijl hij ons zijn laatste brood van gisteren voor 80 cent verkoopt. Daarna klimmen we de heuvels in met mooie panorama’s en middeleeuwse dorpjes alom.
In Mondavio kuieren we door de verlaten straatjes van het historisch centrum en maken in de B&B ons noodpakket klaar in de microgolf. Onze gastheer schenkt ons gelukkig een glas gekoelde rode wijn en drie dikke appelsienen uit eigen tuin. Hoog tijd om de mooie zonsondergang te fotograferen.
In Mondolfo zien we de Adriatische Zee eindelijk verschijnen. Autovrij fietsen we onder de snelweg en de sporen door tot aan de zee. Een druk kustfietspad brengt ons tenslotte tot in Pesaro. Tientallen fietsers hijsen zich in de warme, vochtige zeelucht omhoog op de Strada Panoramica. Gemotoriseerd verkeer is hier op zondagvoormiddag verboden. We zoeven naar beneden en belanden in Gabicce Mare plots weer tussen strandgangers in teenslippers en zwalpende fietsers.
Na Cesenatico hobbelen we over boomwortels door een heerlijk geurend dennenbos. Even verderop gaat het de polders in, onverhard en rustig, een volledig ander landschap. Aan het water staan hutten met grote netten ervoor. Op wat zouden ze hier vissen?
Aan een prachtige kerk met het 5de-eeuwse graf van Sint-Apollinaris rijden we het bos weer uit vlak voor Ravenna. We verlaten de stad op een lange rechte baan door een vlakke landbouwstreek met fruit- en wijngaarden. Net na Sant’Alberto nemen we het veer. Op weg naar Comacchio ontvouwt de Valle Campo zich met uitgestrekte lagunes en flamingo’s. Fotogeniek! Van bovenop een dijk genieten we van zon, water en snaterende vogels.
weer rechts, nu eens 30 en dan weer 60 cm breed. Langsheen de Brenta komen we ogen tekort voor de pareltjes van villa’s uit de 17de en 18de eeuw. Uiteindelijk leiden een aparte fietsbrug en -tunnel ons recht Venetië in.
De perfecte bewegwijzering gidst ons Venetië vlot uit. Langs de oever van de Sille fietsen we tot in Treviso. Groen wisselt af met chique villa’s en kasteeltjes langs de waterkant. We passeren zelfs een kerkhof voor houten boten. Na de klim richting San Pietro Treviso nemen we bovenop de col een kleinere asfaltweg met mooie haarspeldbochten naar beneden. Op het einde moeten we even het verstand op nul zetten op een drukke weg met assertievelingen. ‘s Avonds laten we ons verleiden tot het heerlijke vegetarische viergangenmenu op het sfeervolle terras van een molenrestaurant aan het water.
De fietswegwijzers sturen ons een mooi boswegje op, waar het heerlijk fietsen is in de schaduw. In Volano gaat het verder door een natuurpark. We picknicken aan een kerkhof met vissersboten afgebeeld op de graven. Soms liggen vader en zoon in één graf. Met bootpontons steken we de rivierarmen over in Gorino. We fietsen door polders met een enkele boerderij en door de Po-delta met poelen, reigers en riet.
Rond Padova wordt het steeds drukker. Af en toe is er een fietspad: nu eens links, dan
Na het Lago Morto fietsen we onder een spaghetti van autosnelwegen door. Het gaat gezapig omhoog tot we écht tussen de bergen
Na het eten krijgen we zelfgemaakte limoncello voorgeschoteld bij de jachtverhalen van gastheer Marino.
zitten. Bij Soverzene heeft de waterkrachtcentrale het fietspad tegen de rotswand gehangen en zelfs een tunneltje voorzien. Watervallen storten naar beneden.
In Cortina d’Ampezzo eten we bij Dolom’eats (heb je hem?). Daarna gaat het aan 7 km per uur omhoog door tunnels en diepe kloven tot op de Passa Cimabancha. Bergaf halen we plots 20 km per uur. We houden even halt bij het zicht op de Tre Cime di Lavaredo, de meest iconische bergtoppen van de Dolomieten.
Na Toblach is het landschap plots anders: ronde bergen met bossen, alpenweiden, koeien met bellen en Tiroolse kerken. Een lange grindafdaling leidt ons tot in Brixen
De Brenner over
Met de regenjas aan fietsen we verder. Langs boerderijtjes en mooie gehuchtjes gaat het op en af met de file op de autosnelweg ver onder ons. Een overdekte picknickplaats kan op geen beter moment komen.
Even buiten Sterzing schotelt een rustige groene weg ons een pittige klim voor op een oude spoorweg, speciaal heraangelegd voor fietsers. Donkere wolken duiken de vallei in. De regen motiveert ons om stevig verder te peddelen. We tellen af naar de Brennerpas, wanneer we parallel rijden aan druk verkeer, gelukkig op een apart fietspad. Nog even lunchen op het marktje en dan gaat het de grens over. Fietsen in Italië was ‘bellissimo’!
Onze tocht was geïnspireerd op een route samengesteld door Guy Raskin. Meer info: op-de-fiets-naar-venetië-assisi-rome. weebly.com. De zoektocht naar vervoer richting Rome was intensief. Flixbus maakte het uiteindelijk eenvoudig en goedkoop. Van Brussel namen we de bus naar Düsseldorf, gevolgd door een nachtbus naar Milaan en een dag later een bus naar Rome. Opgelet: enkel gewone fietsen kunnen mee, elektrische fietsen niet.
Besneeuwde toppen, ontelbare bergmeertjes en -rivieren, dennenbossen en weiden, uitgesleten gletsjerwanden en ruige granietterreinen. Dit alles biedt de Carros de Foc, een indrukwekkende luswandeling door het gekende nationale park Aigüestortes I Estany de Sant Maurici.
We laten de auto achter in Arties en beginnen meteen aan een klim van 600 m naar de Refugi Restanca, waar we de nacht doorbrengen. De locatie is adembenemend, maar de vriendelijkheid van het personeel laat te wensen over.
Hoewel we ’s ochtends heel wat wandelaars zien vertrekken, zijn wij de enigen op het pad dat via de Coll de Tumeneia gaat. Vreemd. Het is eind juni en onderweg ligt er nog behoorlijk wat sneeuw. Gelukkig nemen we altijd onze crampons mee in het hooggebergte en regent het niet.
Waar de naam Carros de Foc (letterlijk ‘Strijdwagens van Vuur’) vandaan komt, is een mysterie. Het zou om een uitdaging kunnen gaan tussen huttenwaarden om op één dag alle hutten aan te doen. Misschien kort nadat ‘Chariots of Fire’ de Oscar voor Beste Film kreeg in 1982?
In het dal is net een hittegolf gepasseerd. Toch is het ijskoud bij het op handen en voeten beklimmen van de steile rotsen richting de top. De sneeuw maakt het extra moeilijk om de markeringen – gele stippen of steenhopen – te spotten. De afdaling verloopt dan weer gezwind door prachtige weilanden met meren en koeien.
De laatste honderd meter moeten we bijna verticaal omhoog: twee
stappen naar boven, één stap naar beneden glijdend. Echternach in het hooggebergte.
Bij aankomst in de Refugi Ventosa vertelt de opzichter ons dat we deze route niet hadden mogen nemen omwille van de sneeuw. De
norse huttenwaard in Restanca had ons hiervoor moeten waarschuwen! Het lekkere eten en de goede wijnselectie in de spectaculair gelegen hut doen ons echter snel bijdraaien.
In tegenstelling tot de ‘ruwe afdaling’ waar de topogids voor waarschuwt, begint de dag idyllisch en gemakkelijk. Dan volgt een eerste stuk klauteren richting het meer Estany Gran de Colieto. Wanneer we op 2.500 m denken dat we de top hebben bereikt, krijgen we pas het volle zicht op de bergpas waar we nog overheen moeten …
Op het menu staan nog meer rotsen die we op handen en voeten beklimmen en nog enkele sneeuwvelden. De laatste honderd meter moeten we bijna verticaal omhoog: twee stappen naar boven, één stap naar beneden glijdend. Echternach in het hooggebergte. De miserie is nog niet voorbij na de top: er wacht nog heel wat klauterwerk tot na Estany de Contraix. Het terrein blijft ruig tot we weilanden bereiken. Een grindpad leidt ons naar de Refugi Llong. Een eenvoudige berghut, maar het is er zalig buiten zitten in de zon!
Onze favoriete hut was de Rifugi di JM Blanc.Een prachtige etappe op aangelegde paden langs wel 1.000 meertjes komt als een verademing na het harde werk van gisteren. De huid op onze vingers kan opnieuw beginnen groeien! We volgen ook enkele oude spoorlijnen die werden gebruikt voor de bouw van dammen.
De GR-tekens leiden ons helemaal tot aan de gloednieuwe Refugi Colomina. Die ligt er mooi bij met een verbluffend uitzicht op het Spaanse hinterland. Heavy metal pompt uit de keuken, waar de vriendelijke jongens die de hut runnen in de weer zijn.
De dag begint met twee kuitenbijters die ons eerst naar 2.542 m en dan naar 2.668 m brengen op de Collada de Saburo. De boomgrens ligt lager in de Spaanse Pyreneeën dan in de Franse
Alpen en er is weinig fauna te bespeuren, behalve dan wat gieren … Het valt ons op dat we ook amper marmotten zien of horen. Zelfs voor hen is dit terrein te onherbergzaam.
Aan het meer Estany de la Llastra slaan we linksaf naar de Coll de Monestero. De afdaling doet ons bij elke stap diep wegzinken in het zand: het laatste dat je hier zou verwachten!
We ledigen onze schoenen en wandelen verder tot de Refugi Mallafré, de minst vrolijke van alle hutten op onze tocht, zeker wanneer slecht weer ons dwingt om binnen te zitten.
De route volgt een tijdje de GR 11 over aangelegde paden en tussen allerlei bouwsels die blijkbaar voor toeristen een must zijn rond Estany de Sant Maurici en langs de Cascades de Ratera. Dan sluiten we aan op een grindweg (eerder rotsweg) die 4X4 taxi’s volgen naar de Refugi Amitges
de enorme Refugi de Colomers in zicht komt. We mogen echter pas om 16u naar boven. In de bemande hut heerst wel een plezante chaos. Wanneer we ‘s avonds naar de slaapzalen gaan, begeleiden exotische en geestverruimende walmen ons.
Een blauwe hemel in de ochtend laat ons de indrukwekkende locatie van de hut zien. We besluiten een alternatief pad terug te nemen naar onze auto en volgen de GR 11. Dan wijken we even af om naar de piramidevormige Tuc de Salana te klimmen. Het pad biedt ons een voortreffelijk uitzicht over de prachtige Tedrosvallei.
Een felle wind stuwt ons omhoog naar Port de Ratera. Afdalen doen we door een schitterend landschap naar de Refugi Saboredo. Vanuit de slaapzaal hebben we een uniek zicht op de bergen die we eerder op de dag overwonnen. Het sanitair doet ons ’s nachts wel eerst van de sterrenhemel genieten …
Ondanks de vele regen, voelt de route gemakkelijk aan. Het is ijskoud, dus zijn we blij wanneer
De Carros de Foc was meer dan de moeite waard. Het is een prachtige lus, maar waarschijnlijk wel de meest uitdagende wandeling die we ooit hebben gedaan. Zeker de etappes van Restanca naar Ventosa en verder naar Llong zijn best “technisch”: heel wat rotsen beklimmen, jezelf omhoog duwen en trekken, op handen en voeten klauteren. Niet gevaarlijk, maar je moet er de tijd voor nemen.
Na onze tocht nemen we ook nog even de tijd om een nachtje in de Refugi JM Blanc te spenderen. Die lieten we eerder deze week links liggen, maar we hoorden er zoveel goeds over dat we er toch heen willen. Het blijkt onze favoriete hut te zijn op heel de route. De moeite!
We zien of horen maar weinig marmotten. Zelfs voor hen lijkt dit terrein te onherbergzaam.
“Luister, dan brengt het bos je stilte!” had een filosofische passant op de planken van de schuilhut geschreven. Meestal is de inhoud van schuilhutgraffiti van het laagste allooi, maar deze quote viel op door de kalligrafisch gevormde letters. De schrijver had de tijd genomen om zijn boodschap met stijl te vereeuwigen op het hout.
Een boshut is meestal een ‘pitstopplek’: snel wat eten en drinken en hop, terug op weg. Zelden verpoos ik wat langer in die brakke bouwsels. Maar deze keer lijk ik getriggerd door die gekke quote. Ik zet me op een boomstronk voor de hut en sluit mijn ogen. Ik hoor de klassieke kakofonie van bosgeluiden: het gekwetter van allerlei vogels, het zacht geritsel van de blaadjes in de wind en het getik van de regendruppels op de grond. Hoe langer ik luister, hoe intenser alles klinkt. Het bos bulkt
van de geluidjes: heel fijn, maar wel allesbehalve stil. Wat bedoelt die hutfilosoof dan toch?
De tijd vervaagt en ik weet niet hoe lang ik zit te genieten van die zachte mix van gekwetter, geritsel en getik. De eindeloze variaties van bosgeluidjes wiegen me in een diepe rust. Luisteren naar het bos is een vorm van akoestisch onthaasten in een overprikkelde wereld. Maar plots slaat iemand beneden in het dal een kettingzaag aan en door het snerpend geluid knapt de intieme bubbel. Meteen weet ik wat de schrijver van de hutpoëzie bedoelt. Luisteren naar het bos, is luisteren naar een wereld zonder menselijk geluid. Pas als dat wegebt, hoor je een ander soort stilte. Het zachte geroezemoes van het bos opent een deur naar de stilte in jezelf. “Nou, ik heb hem”, meneer de hutfilosoof, “ik heb de clou!”
De Carros de Foc verbindt 9 berghutten in een lus van zo’n 70 km, met als hoogste punt de Coll de Contraix op 2.745 m. De wandeling wordt meestal in 5 tot 7 dagen gedaan. Wij gebruikten de Cicerone gids ‘Shorter Treks in the Pyrenees’ van Brian Johnson. Een gedetailleerde kaart kan je bestellen via www.editorialalpina.com
Mochten we het opnieuw doen, dan zouden we onszelf wat ‘opwarmtijd’ gunnen voor de zwaarste etappes. Suggestie: Espot – Refugi
Amitges (dag 1) – Refugi Colomers (dag
2) – Refugi Ventosa (dag 3) – Refugi Llong (dag 4) – Refugi Colomina (dag 5) – Refugi
JM Blanc (dag 6) – via Mallafré naar Espot (dag 7). Boek je plaats in de hutten goed op voorhand via www.carrosdefoc.com. Een uitgebreider verslag en meer foto’s vind je op jknotathome.com
Zo’n wijsheid verdient terecht kalligrafische letters, zelfs in een brakke boshut vol graffiti.
Bart VermeyenOnderweg in de trein zien we de Ardennen opdoemen. Als beginnende fietstrekker vind ik die heuvels best imposant, maar gelukkig zullen we meteen de Maas opzoeken en richting Nederland draaien. Daarom gooi ik graag enkele stellingen over fietsen bij onze noorderburen in de lezersgroep. Eens zien of ze ontkracht of bevestigd werden!
Æ Tekst en foto’s Ilse Van Humbeeck
De trein is altijd een beetje reizen
Omwille van werken zijn alle treinen naar Luik afgeleid naar Angleur. Het kleine stationnetje ziet eruit alsof er vlakbij een mega-event op til is. We hebben maar weinig plaats om onze fietsen uit te laden en banen ons een weg door de massa. Vier politieagenten helpen ons om onze tweewielers en bagage de trappen af te dragen. In het station krijgen we gelukkig wat
ademruimte en kunnen we op zoek naar ‘La Meuse à Vélo’ richting Maastricht. Stelling bevestigd.
Meteen worden we een hobbelig kasseipad opgestuurd, zigzaggend tussen bomen die met hun wortels de weg omhoog duwen. Ik heb de neiging om me uitvoerig te excuseren bij elke voetganger, terwijl locals gewoon op straat fietsen. Maar waar RAVeL rijdt, is wet voor ons vandaag … Af en toe zorgen de bordjes met
de bewegwijzering voor verwarring, maar we rijden te kort door Wallonië om het systeem helemaal te doorgronden. Bovendien zit de route als gpx in Guru. Voorbij Luik wordt het aangenamer fietsen op de brede dijk langs de Maas. We passeren Visé en houden middagpauze aan het haventje. Bij enkele bruggen en hellingen moeten we al stevig op de trappers staan, maar die uitdaging kunnen we wel aan. En we zijn bijna in Nederland!
Nederland is een vlak land
Plots staan we voor de klim naar de SintPietersberg. Twee haarspeldbochten houd ik het vol, daarna versperren auto’s in de file naar de parking van de ENCI-groeve de weg en moet ik afstappen. De gewezen kalksteengroeve is duidelijk een toeristische hotspot. Voorbij de parking stappen we terug op en blijft het naar boven gaan. Ooit heb ik ergens gelezen dat het gewicht goed verdeeld moet zijn om te klimmen. Al onze bagage zit op de achterdrager, dus ga ik spontaan naar voor hangen om tegengewicht te bieden. Eén troost: vlak voor ons zijn al verschillende fietsers afgestapt. Zonder bagage! Ook wij geven ons gewonnen, dit is enkel voor getrainde klimmers en ik heb er geen enkele zien passeren. Gelukkig is het uitkijkpunt op de groeve de moeite waard!
Na de afdaling komen we in het echte Nederland terecht, al is het eerste deel in NederlandsLimburg niet echt volledig vlak. Stelling meteen ontkracht (maar later op de tocht bevestigd).
We rijden Maastricht binnen en zetten koers naar Geulle, waar we met 50 km in de benen onze tent opzetten op een mooie plek naast het Bunderbos. We hebben een vierpersoonstrekkerstent bij voor twee, dus dat voelt aan als een balzaal. De voorzieningen op de camping zijn ruimschoots in orde.
Stelling voorlopig bevestigd.
Op de camping wordt pas om 9u brood geleverd en wij zijn vroege vogels, dus gaan we op pad met een restje boterham in de maag. Het is nog rustig en de ochtendstond heeft goud in de mond: de maretakken in de bomen zien er prachtig uit in het ochtendlicht. Bij de eerste bakker stoppen we voor een koffiekoek. Het gevarieerde rivierlandschap dat
van Linne. In Roermond fietsen we even de verkeerde richting uit, omdat de weg heen en terug door de stad op een compleet andere manier verloopt. En ook daarna blijft het water de rode draad door ons fietsverhaal.
Stelling voorlopig bevestigd.
Onverhard fietsen is not done
Terwijl we op onze vorige fietstochten (de Zuiderzeeroute, Zeeland en een stukje Kustroute) de indruk hadden dat Nederlanders niet op grind- of boswegen willen rijden, zijn we nu aangenaam verrast door het aandeel onverhard dat we onder de wielen krijgen. Ook in Natuurpark de Maasduinen rijd je steeds op zandwegen. Daar houd ik wel van! Ik voel me dichter bij de natuur dan op de Zeeuwse betonwegels. We houden pauze op het dorpsplein van Beesel, waar een muziekoptreden bezig is. Daar mogen we ook de eerste keer op een veer de Maas over naar Kessel. Na 85 fietskilometers brengen we de nacht door op een camping in Baarlo.
Stelling ontkracht (joepie).
volgt, kenmerkt zich door een wirwar van oude rivierarmen, stroomgeulen en grindplassen. Van oudsher probeerde de mens de rivier te temmen met dijken en stuwen, maar dat bleek averechts te werken en na verschillende overstromingen is besloten de rivier terug ruimte te geven. Ergens onderweg zien we kuddes konikpaarden. Vandaag treffen we ook onze eerste molen, de Hompesche Molen van Stevensweert. Picknicken doen we bij de waterkrachtcentrale
‘s Morgens blijkt dat we ons beleg vergeten zijn op het dorpsplein van Beesel, zo onder de indruk waren we van de muziek. We brengen dan maar water aan de kook voor Minute Soup met droog brood. Gelukkig zijn we snel in Venlo en daar verwennen we onszelf met een kersenflap en koffie of latte. Een volgend veer brengt ons naar Steyl en we gluren even binnen
Van oudsher probeerde de mens de rivier te temmen, maar na verschillende overstromingen is besloten de Maas terug ruimte te geven.Joepie, onverhard!
in de kasteeltuin in Arcen. In Gassel wacht ons eerste natuurkampeerterrein. We moeten eerst een lidkaart van de Stichting De Groene Koepel kopen en dat zint ons niet echt, maar we geven toe dat het een heel rustige, mooie en natuurlijke camping is. Aangezien we dan toch waar voor ons geld willen, kiezen we voor de volgende stopplaatsen voor meer van hetzelfde. En dat blijkt een goede beslissing. In Nederhemert-Zuid roepen we het natuurkampeerterrein uit tot beste camping van onze tocht, na een prachtige zonsondergang boven een zijarm van de Afgedamde Maas. Stelling bevestigd.
Nederlanders zijn krenterig
Onderweg naar Nederhemert-Zuid mogen we viermaal een veer gebruiken om de Maas over te steken of om van Brabant naar Gelderland te hoppen. Inmiddels hebben we al drie verschil-
lende prijzen gehad: eerst € 1 per persoon, dan € 1,2 en plots € 1,3. Wanneer ik vraag of dat komt omdat de Maas breder wordt, kan er bij de ticketverkoper geen lachje af. Blijkbaar is het gewoon een andere maatschappij. Vandaag fietsen we veel op verhoogde dijken,
maar het uitzicht is steeds verschillend. Soms natuurgebied of weiden, soms landbouwgebied, boerderijen, dorpjes of gehuchten. We zagen al heel wat ooievaars op de net gemaaide velden naar lekkers speuren, maar vandaag zien we drie schattige donzige kopjes boven de rand van een nest uitsteken.
Op de camping blijken we niet genoeg cash bij te hebben. Payconiq kan ook, maar wij hebben geen 4G en er is geen wifi op het terrein – zo hoort het op een natuurkampeerterrein natuurlijk. Bijgevolg krijgen we korting. “Blij dat ik de naam van krenterige Nederlanders kan zuiveren met zo’n genereuze korting”, lacht de campingverantwoordelijke. De volgende ochtend staan we als eersten bij een klein veerpontje. “Contant betalen”, staat er. Oeps, al ons cashgeld gisteren voor de camping gebruikt. Het pont is al onderweg en onze vraag of we met kaart kunnen betalen krijgt een nee.
Na een prachtige zonsondergang boven een zijarm van de Afgedamde Maas roepen we het natuurkampeerterrein uit tot beste camping van onze tocht.Zalmschouwen in de haven van Woudrichem. De Maasvallei bij Broekhuizenvorst. Pauze aan de Bakkerskil.
“Nou ja, kom toch maar mee, we zijn hier nu toch al…” Stelling ontkracht (al gaan we toch maar snel op zoek naar een geldautomaat).
Met vier andere Maasroutefietsers staan we klaar voor het veertje over de Afgedamde Maas. Een gepensioneerd Frans koppel is vertrokken aan de bron van de Maas en heeft nog plannen richting Kopenhagen en Berlijn. Ik kan alvast niet wachten tot ik op pensioen ben! Het veer brengt ons naar Woudrichem, wat mij betreft het mooiste dorpje van de route. In het haventje liggen verschillende ‘zalmschouwen’, oude zeilbootjes die men vroeger gebruikte om te vissen. Samen met Gorinchem en Slot Loevestein vormt Woudrichem de zogenaamde Vestingdriehoek op de kruising van Waal, Afgedamde Maas en Merwede. Picknicken doen we op een boomstam naast kreek Bakkerskil. Op weg naar Nationaal Park De Biesbosch hebben voor de afwisseling nog maar eens een veer nodig. Stelling helemaal bevestigd.
het
Zelfs het natuurkampeerterrein is hier veel toeristischer en drukker. Iedereen wil blijkbaar in De Biesbosch wandelen of vogelspotten. Wij maken een tochtje op Jantjesplaat. Bij een strakblauwe hemel voelen we druppels vallen. Wat gebeurt er? Spookt het hier? De druppels blijken enkel te vallen onder de wilgenbomen. Die zijn ingepakt in een wit vlies met daarin zwarte rupsen en ook kaalgevreten. Dat vraagt enig opzoekwerk. Spook één blijken rupsen van de wilgenspinselmot te zijn, spook twee wilgenschuimcicades. De larven van die cicades maken een witte, schuimachtige substantie aan, als camouflage en om zich te beschermen tegen uitdrogen. Dat zorgt voor de druppels. Het inpakken door de rupsen van de wilgenspinselmot blijkt trouwens niet zo schadelijk te zijn. Wanneer de larves motten worden, groeien de blaadjes van de wilgenbomen snel opnieuw. Stelling ontkracht (maar het zag er toch een beetje angstaanjagend uit).
Tijd om afscheid te nemen van de Maasroute en af te buigen richting huis. Knooppunten brengen ons via het Leeuweveerke naar Lage Zwaluwe. Onze intussen traditionele latte drinken we dit keer in Hoge Zwaluwe in een kerk die is omgevormd tot restaurant. Onderweg hadden we weer donzige kuikens
en een reiger gespot en moesten we zigzaggen tussen de schapen. Door de bossen van Baronie van Breda en de Ulvenhoutse bossen belanden we op een laatste natuurkampeerterrein in Chaam. Het Bels Lijntje brengt ons terug naar België, maar pas aan het gewezen station van Weelde nemen we definitief afscheid van Nederland.
Conclusie: of de stellingen nu bevestigd of ontkracht zijn, wij gaan zeker en vast nog fietsen en kamperen in Nederland! Voor ons geen witte Franse D-wegen zoals voor de hoofdredacteur van dit blad …
Wij fietsten een flink stuk van het Nederlandse gedeelte van de Maasroute. Alle info en tracks vind je op www.lfmaasroute.nl. Campings zochten we onder meer via www.natuurkampeerterreinen.nl
Onze etappes: dag 1 Angleur – Geulle (50 km, Camping De Boskant), dag
2 Baarlo (85 km, Camping Heiderust), dag
3 Gassel (100 km, Natuurkampeerterrein
Gloeiend Groen), dag 4 Nederhemert-
Zuid (80 km, Natuurkampeerterrein Kasteel), dag 5 Werkendam (55 km, Natuurkampeerterrrein De Knotwilg), dag
6 Chaam (Natuurkampeerterrein ’t Beekdaal), dag 7 Vorselaar (Camping De Zeven Geitjes) en dag 8 Mortsel.
Juli 2015. Honderd meter onder de top van de Njulla. Vier personen kijken naar een stel hermelijnen dat speels een weg zoekt door een stenenveld. De sneeuwgrens ligt dat jaar nog uitzonderlijk laag en verspert de Tjäktjapas. Voor twee daarvan is de tocht tussen Abisko en Kebnekaise uitgedraaid op een serie koude nachten en een week natte voeten. “Maar het is niet erg”, zegt de oudste. “Dat geeft mij een goed excuus om hier op mijn 70ste terug te staan met mijn drie kleinzonen.”
Juli 2023. Een taxi voor zeven wacht aan de luchthaven van Kiruna. Drie uitgelaten elfjarigen stormen het gebouw uit, gevolgd door een 69-jarige en zijn drie kinderen. Bestemming is de camping van Gällivare. De anderhalf uur durende taxirit door een eentonig landschap krijgt een tropische toets wanneer de ramen één voor één aandampen. Het landschap verdwijnt in een waas. Verhalen komen naar boven: het Koningspad, het traject AbiskoKebnekaise in 2017, de koude nachten van 2015 en als eerst het stuk tussen Vakkotavare en Kebnekaise in 2011. Nu staat Saltoluokta naar Kvikkjokk op de planning. Na een uur beseft de taxichauffeur dat zijn ruitenwissers niet zijn opgewassen tegen de waas aan de binnenkant en schakelt hij de airco in. Het tropisch woud
verdwijnt en maakt terug plaats voor arctisch bos, vlakke meren en sporadisch een typisch Zweeds houten huis.
voor Scandinavië
Bij aankomst staan de twee tenten binnen een vijftiental minuten recht. Voor geen van de zeven is dit de eerste keer. Mats, de oudste kleinzoon en zoon van Arvid, mijmert soms wel over een all-in vakantie met zwembad, maar zijn ouders gaan bijna uitsluitend voor wandelvakanties met de tent. Bas, de zoon van Anke, doorkruiste op zijn zes maanden Zwitserland in een fietskar en heeft inmiddels een reispalmares dat blinkt van uiteenlopende bestemmingen. Finn, de jongste en zoon van Rutger is een fiets-wandel-allrounder, slapend
in een tent of een kleine VW-camper. De oudste van de bende is Opi (Geert). Hij heeft de nodige wandelkilometers op de teller, een gezonde voorkeur voor Scandinavië en een mindset die hem niet tegenhoudt om de komende negen dagen op een matje te slapen.
Eekhoorn met schaamte
De camping ligt naast het voetbalveld. Hier worden nog de laatste inkopen gedaan en een pizzeria ingepalmd voor wat culinaire luxe. Na een intrafamiliale voetbalwedstrijd zoekt iedereen zijn slaapzak op. De zon kruipt achter de wolken, maar zal haar taak opnieuw duchtig in handen nemen om drie uur ‘s nachts. De volgende ochtend trekt zich op gang met koffie, melk, muesli, yoghurt, vers brood, fruit
en kaas. Een waar buffet, en net zoals de voorafgaande warme douche zullen sommige van deze ingrediënten de komende dagen niet meer op het menu staan. Een vloek van Arvid doorbreekt de opruimroutine. Een eekhoorn spurt weg en zoekt met schuldige blik een veilige plek hogerop in een boom. Arvid is een appel armer, maar iedereen is klaar om te vertrekken naar de bus.
Kebnats is voor ons niet meer dan een bushalte met steiger. De veerpont ligt al klaar. In het gezelschap van een dertigtal andere passagiers varen we naar Saltoluakto. Het is een mix van klanten voor het berghotel en mensen voor wie de boottocht aanvoelt als het achterlaten van de bewoonde wereld. Saltoluakto is niet meer dan een tiental gebouwen. We kopen nog gas, versturen enkele postkaarten en als slecht idee
hangen we de rugzakken aan de weegschaal. De drie jongste klokken af op 7 à 9 kg. Opi en Anke zitten rond de 16 en de twee broers nemen het muilezelschap op zich met elk iets meer dan 30 kg. De eerste kilometers klimmen we tot aan het begin van een brede gletsjervallei die in het midden diep is uitgesleten door een rivier. Het
tempo ligt hoog, net zoals het enthousiasme. De zon doet haar best en zet de weidsheid van het landschap in de kijker. Een eerste schuilhut kruist ons pad, maar het is te vroeg om te stoppen. Hoger in de vallei stroomt de rivier terug dichter bij het pad. Water en vlakke grond zijn het enige wat we de komende nachten nodig hebben.
Wanneer de schouderbanden beginnen te snijden volgt de beloning. Een laatste klim brengt ons tot op een plateau met een meertje en een beek van smeltwater. Het zicht strekt zich uit tot aan het startpunt en de tenten vinden snel hun plek. Rutger tovert 1,2 kg droge tortellini’s uit zijn rugzak en de bijhorende gedroogde groenten worden te week gezet. En dan ‘Psshht’. Iedereen draait zich om. Anke houdt trots een blikje bier vast: “Ik heb er
Opi heeft de nodige wandelkilometers op de teller en een mindset die hem niet tegenhoudt om de komende negen dagen op een matje te slapen.Op de top van de Skierffe hebben we een verbazend zicht op de grootste zoetwaterdelta van Europa. 8 à 9 kg voor de jongsten, dat moet doenbaar zijn.
nog een paar extra. We moeten toch vieren dat we samen op vakantie zijn!” Een welgekomen lading van een verborgen muilezel. De volgende ochtend start wederom met luxe. Arvid serveert met trots een havermoutontbijt. Na meerdere trektochten heeft hij de mix van melkpoeder, havervlokken, honing en gedroogd fruit tot perfectie verheven.
De wandeldag start vlak. Weidsheid, lage begroeiing en stenen zijn het menu voor de eerste twee uur. We steken over van de vallei van Saltoluokta naar die van Sitojaure. De zon doet zijn best, het pad maakt een laatste klim en boven volgt plots … “Een sneeuwveld!” De drie neven zijn door het dolle heen en stormen erop af, een pauze dringt zich op. De afdaling naar de Sami-nederzetting en de volgende overzet duurt langer dan verwacht, maar Lasse, de ‘kapitein’, wacht ons met glimlach op. In zijn leven lijkt er geen haast te zijn. Zijn drie-
jarige zoon is vandaag schipper van dienst en toont ons de weg naar de motorboot. Het oude Zweedse systeem met drie roeiboten heeft men om veiligheidsredenen verlaten. De oversteek is vier kilometer lang en te vaak werden mensen verrast door de wind die plots kan opsteken boven het meer. Als Lasse de motor in toeren jaagt, blinken de ogen van de drie neven. Het komende uur wordt er maar over één ding gepraat. Ze willen ook een motorboot!
Ouderlijke vogelpaniek
De namiddag schotelt een klim voor. Het landschap wordt scherper en we kronkelen langs een sneeuwveld omhoog. Op twee kilometer van het pad liggen twee meertjes, het dichtstbijzijnde water op dit plateau. Het padloos wandelen gaat verbazend vlot. De grootste uitdaging is het tijdig ontwijken van de nestplaatsen op de grond. Aan ouderlijke vogelpaniek hebben we geen nood. Redelijk makkelijk vinden we een plek voor de tenten en begint de avondroutine, terwijl de drie neven op de nabijgelegen boulderblokken klimmen.
Ouderlijke menspaniek
‘Verliefd ben je als je hartslag boven de 100 gaat’ is een van de interessante uitspraken wanneer we op een regenachtige ochtend in de tent het dobbelspel ‘Konijnenhokken’ spelen. Rond de middag klaart het op. Nog meer dan voldoende tijd voor een op en af naar de top van de Skierffe. Finn vindt al redelijk snel een stuk rendiergewei. Het klimmen gaat vlot zonder rugzakken, en voor we het goed en wel beseffen hebben we zicht op de grootste zoetwa-
terdelta van Europa. Deze stroomt langs de voet van de steile zuidwand van de Skierffe. Een portie ouderlijke menspaniek steekt op wanneer de drie neven de rand opzoeken. Maar het is onmogelijk om niet te genieten van deze plek. Het afdalen wordt nog even onderbroken door een intrafamiliaal sneeuwballengevecht en de zoektocht naar een groter rendiergewei. Zonder succes, maar op het einde van de dag hebben de drie neven wel bijna een heel skelet bijeengesprokkeld.
Driemaal roeien
Koffie, ontbijt, inpakken en afdalen naar Akse Het zicht op het meer en de rivierdelta blijft impressionant. Aangekomen bij de hut trakteert de waard op lingonsap. Met zicht op de bloemenweide wordt er gegeten en wijselijk beslist dat we niet te lang mogen blijven hangen. Er wacht ons nog een oversteek en een klim tot op het volgende plateau. Bij vertrek roept de waard: “Zie dat je het meer overroeit voor het donker wordt, je hebt nog tot september!” Bij het meer ligt er maar één boot. Er is dus geen ontkomen aan: het wordt driemaal roeien. De eerste oversteek is wat klunzig. Vier passagiers, een set oude roeispanen en een portie slechte oriëntatie maken dat het meer dan een uur duurt. Bij aankomst wordt er van boot gewisseld, gaat een tweede boot op sleeptouw en roeien Arvid en Rutger in 40 minuten terug om de rest op te halen. Vanop het meer is het zicht op de zuidwand van de Skierffe nog indrukwekkender. Het bevestigt dat de ouderlijke menspaniek van de dag voorheen niet onterecht was.
Heerlijk hoe het hier ruikt naar decennia- oud houtvuur. Stoelen waar reeds duizenden wandelaars op hebben uitgerust.
Luxe douche
Op de klim werkt iedereen zich in het zweet. Hartslagen gaan boven de 100. Het valt niet te ontkennen: we zijn allemaal wat verliefd op dit Zweedse landschap. Op het plateau is er geen drinkwater te vinden. Jammer, want het barst er van de mooie plekken om de tent op te zetten. We lopen nog een half uurtje door en komen bij een noodhut die water heeft. Finn, Rutger en Anke wagen zich aan een grondige wasbeurt onder een tot douche omgetoverde waterzak. Thuis zou het aanvoelen als een marteling. Maar hier, in ons blootje, midden op de Kungsleden, voelt het als luxe!
De volgende ochtend ontwaken we in de regen. De noodhut doet dienst als ontbijtruimte. Er wordt wat geschaakt op een oud spelbord. Tijdsdruk is er niet. Waarom zouden we ons haasten als de zon nooit ondergaat? De regen neemt af, en voor de middag zijn we weer op pad. Er volgt een knap stuk dat mooi boven de boomgrens loopt. Waar het pad begint te dalen en we een zicht krijgen op het immense bos dat de komende anderhalve dag onze habitat wordt, houden we halt. De lunch gaat gepaard met een muziekquiz, gelach en Anke die trots tonijn met perzik uit haar rugzak tovert.
16° Celsius
Met lichte angst gaan we verder. Schrik voor een eentonig bos gevuld met muggen, maar niets is minder waar. Het pad meandert door het bos dat telkens een ander facet van zich laat zien. Wanneer we Partestugan naderen, beginnen de wolken donkerder te kleuren. Opi stelt voor om bij de hut te slapen en versiert een binnenruimte in één van de bijgebouwen. Heerlijk hoe het hier ruikt naar decennia-oud houtvuur. Hoe de tijd hier is blijven stilstaan. Basic, maar kwalitatief comfort. Stoelen waar reeds duizenden wandelaars op hebben uitgerust en potten die al ontelbare liters water aan de kook brachten. Wanneer de waardin tijdens het eten even passeert, vertelt ze dat het een uitzonderlijke zomer is. Het meer is te warm: een volle 16°C. Aangenaam om in te zwemmen, maar toch een zoveelste teken dat de natuur deze zomer uit haar haak is. Maar de ogen van de kinderen zijn beginnen blinken en voor we het goed en wel beseffen, zwemmen we allemaal rond in het meer.
De laatste dag begint met een tweede duik. Er is maar matig enthousiasme om de laatste 15 km aan te vatten. Onbewust geeft iedereen met zijn getreuzel aan dat het nog langer zou mogen duren. Onderweg ziet elke open plek er ook uit als de ideale kampeerplek. Roepen de meren tot zwemmen en de beken tot drinken. Kvikjokk mag dan wel lonken. Maar wij willen nog meer Kungsleden.
PRAKTISCHE INFO
Kungsleden, het ‘Koningspad’, is de langste en bekendste wandelroute van Zweden. Het pad dateert van begin 20ste eeuw, is meer dan 400 km lang en doorkruist vier nationale parken. Het loopt dwars door Lapland, van lagergelegen berkenbossen tot alpien terrein met bergmeren. Dit keer wandelden we het bewegwijzerde traject tussen Saltoluokta en Kvikkjokk. Op dit stuk zijn er hutten, maar wij verkozen te kamperen. Meer info vind je op www.swedishtouristassociation.com/areas/kungsleden
Zo’n 25 jaar geleden zijn we onze traditie gestart: een driedaagse kampeerwandeltocht, mijn dochter en ik. We kampeerden in Luxemburg, zij was toen 7 jaar. Tot mijn grote plezier gaan we nog steeds af en toe voor een weekje samen op pad. In de herfst is het gebied ten noorden van Nice enkele keren onze bestemming geweest. Eind oktober en begin november spatten de herfstkleuren van het landschap en is het weer nog vaak heel aangenaam. De tent blijft dan thuis en we lopen dagtochten vanuit een vaste standplaats.
De bodem bij de Gorges de Daluis doet denken aan de rode rotsen in de nationale parken van Utah, maar verbleekt bij het intense rood van deze struik. Een prima, vrij korte wandeling voor een eerste dag.
De grote trekpleister van de regio is natuurlijk de Gorges du Verdon. In de zomer te mijden vanwege de drukte, in de herfst stil en verlaten.
In beide wanden liggen wandelpaden, waaronder het bekende Sentier Martel. Wij kiezen voor een naamloos pad aan de overzijde, al is dat volgens een bordje ‘fortement déconseillée’. Blijkt het onverantwoord, dan kunnen we altijd terugkeren. Maar het valt best mee. Het sportiefste deel is de klim omhoog uit de kloof.
Na de wandeling is een dorpje de ideale gelegenheid om even wat vers water te drinken, zo nodig de ergste modder van de schoenen te kloppen en natuurlijk even lekker in de zon uit te rusten.
Er liggen prachtige kleine plaatsjes tegen de bergwanden geplakt, zoals Sigale. Een groot deel van de inwoners is gepensioneerd en woont in de winter elders. Werkgelegenheid is er nauwelijks, jongeren trekken weg.
Wat langer rijden van onze standplaats ligt de Mont Pélat, een drieduizender die zonder hulpmiddelen met wat handenen voetenwerk kan worden beklommen. Parkeren kan op 2000 m hoogte op het einde van een smal weggetje, daarna is het nog 1000 m klimmen. In het eerste gedeelte staan prachtige, goudkleurige lariksen.
Het uitzicht vanop de top – waar net plaats is voor twee personen – is fenomenaal. We kunnen het niet beter treffen: het is zonnig en kraakhelder en een panorama van 360 graden strekt zich voor ons uit.
Een onverwachte ontmoeting maakt onze dag helemaal top: oog in oog met twee gemzen. Wat we op dat moment nog niet weten is, dat we er nog tientallen zullen zien.
In Entrevaux zijn we precies op het moment dat grote kuddes schapen door het stadje worden geleid. Tijdens deze jaarlijkse ‘transhumance’ wordt het vee van de zomerweiden in de bergen naar lagergelegen gebieden gebracht. Alle verkeer staat een halfuurtje stil, een enkeling stapt uit en gaat op het nabijgelegen pleintje een kop koffie drinken.
De hoogvlakte van Millevaches, doorkliefd door talrijke beekjes en rivieren en daarom de ‘watertoren’ van Frankrijk genoemd, vormt de westelijke flank van het Centraal Massief. Een prachtige streek om met de mountainebike te doorkruisen, ware er zomer 2022 niet die dekselse hittegolf. In vorig nummer van Op Weg waren we gestrand op een terras in de schaduw van de kerk van Gimel-les-Cascades.
Æ Tekst Willem Dhaenens Foto’s Eric De Voldre, Geert De Troyer, Eric De Cnuydt en Willem Dhaenens
Gelukkig kunnen we de bossen invluchten voor de laatste kilometers naar onze B&B in Corrèze. Maar daags nadien belooft het nog heter te worden en moeten we het Massif des Monédières doorkruisen. In de Tour had de
klim naar Suc-au-May de renners ook al danig afgemat, en dus besluiten de andere fietsers de geplande 80 km in te korten. Wegens een blessure aan mijn zitvlak beperk ik mijn eigen inspanningen tot een bezoek aan een apotheek, een ontspannend uurtje treinen en een ritje
van 8 km, zoveel mogelijk recht op de trappers. Voordat we ’s avonds onze benen onder tafel schuiven, moeten we eerst in de grote kelder uit meer dan 200 soorten de geschikte wijn zelf gaan uitkiezen. De eigenares van Brusselse origine heeft contracten met wijnboeren uit
diverse streken om aan inkoopprijs de flessen hier aan te bieden, ze vraagt enkel € 6 per fles voor het serveren. Waardoor onze nachtrust, ondanks alle leed, meteen gegarandeerd is.
Het zeer uitgebreide ontbijt legt een sterke fundering voor een nieuwe dag doorgedreven trappen, de eerste onder een dicht wolkendek. Het wordt een valse start omdat het pad doodloopt in de weide. Maar de vergezichten over de diepe vallei van de Vienne zijn oogstrelend. Wat verder staat Eric stil en wijst naar het struikgewas. Een ree laat zich makkelijk bewonderen en van heel dichtbij fotograferen. Ze lijkt oud en ziek, haar huid schilfert af.
In Menteix brengt een fotogenieke boomezel me tot stilstand: plaatje schieten voor de zoon die houtbewerking leert. Maar dan hapert plots de versnelling. De kabel is deels gerafeld en kan elk moment afbreken. We plaatsen een steen
tussen apparaat en frame, waardoor ik vooraan niet meer kan schakelen. Over de kam tussen het stuwmeer op de Maulde en de vallei van de Vienne kies ik om de track te verlaten en via de weg naar St-Leonard-Noblat te fietsen.
lunch, wachtend op de drie musketiers. En terwijl zij het kerkplein voor hun maaltijd kiezen, kan ik de voormalige kapittelkerk, het fraaiste pronkstuk van romaanse architectuur in de Limousin, van binnen en van buiten bewonderen. Richard Leeuwenhart zou nog bijgedragen hebben tot de bouw, als erkenning voor zijn vrijlating uit een Oostenrijkse gevangenis. Dat de H. Leonardus wordt aanroepen om paarden te beschermen heb ik in dank aangenomen om zijn zegen over onze stalen rossen af te smeken.
Aan de voet (aan de poten) van het granieten beeld van een limousinkoe verorber ik mijn
Net buiten de stad loopt de spoorlijn naar Limoges over een immens viaduct. In en weer uit de vallei leiden kronkelende paden ons door bos en wei. Alweer een kudde limousins vraagt om een halte en een foto, terwijl ik een boer met T-shirt ‘fiers d’être paysan’ vraag om onze bidons te vullen. De boerin komt ook dag zeggen en ik wijs naar de zonnewijzer met
Dat de H. Leonardus wordt aanroepen om paarden te beschermen heb ik in dank aangenomen om zijn zegen over onze stalen rossen af te smeken.
opschrift: ‘Vulnerant omnes ultima necat’. Wij krijgen heerlijk fris water en boer en boerin krijgen voor het eerst te horen wat die zonnewijzer hen al gans hun leven probeert te zeggen: ‘Zij (= de uren die voorbijglijden) kwetsen alle, de laatste doodt’. We klimmen uit de Viennevallei om over de kam weer af te dalen in de Taurionvallei. Telkens we GR-tekens zien langs het pad, staan er ons zware stroken te wachten. Dat steil dalen over grote blokken kan al eens tot problemen leiden. Nu heeft de kar van Geert zijn derailleur scheef geslagen, dus is het alweer trekken en wringen om het rollend materieel rijklaar te krijgen. Verderop loopt de achterband van Eric leeg, maar met zijn moderne voetpomp is het euvel in een wip en een stamp verholpen.
Wat een trekpleister in een voortuin: een als kunstwerk bedoelde, gigantische, ijzeren haan kraait over de vallei, op zoek naar zijn echo. Bij St-Martin-Terresus steken we de sierlijke Pont
du Dognon over, gebouwd in 1929 en opvallend geel geschilderd. Zullen we dan nóg maar eens stoppen om de elfendertigste foto te nemen van een kudde limousins? Sint-Jan-de-Doper is de patroonheilige van de 12de-eeuwse versterkte kerk in Les Billanges. Het fraai geëmailleerde reliekschrijn kunnen we helaas niet bewonderen, daarvoor moet je drie dagen op voorhand een bezoek aanvragen op het gemeentehuis. Onopgemerkt hebben we de grens van het natuurpark overschreden. De heuvelruggen liggen krommer en dichter bij elkaar, nóg meer snelle afwisseling van weiden en bossen. Een holle weg werd lang niet meer gebruikt en groeide dicht. We klimmen dus beter door het weiland bovenaan en fietsen verder tussen de koeien. Helaas verspert aan het einde een hoge prikkeldraad de terugkeer naar de veldweg. Er rest ons geen andere optie dan de kar los te haken en alles stuk per stuk over de omheining te hijsen. Waar de Vige in de Taurion vloeit, ligt bovenop een heuveltop het charmante dubbeldorpje St-Martin-St-Cathérine. Wij omcirkelen het en
moeten bijna het loodje leggen. Zoals elke avond stoempen en slepen we ons de laatste kilometers tot het eindpunt, op het erf van ‘Bon Chez Nous’ in St-Amand-Jartoudeix. De Nederlanders Dominique en Fred hebben de B&B pas enkele dagen geleden overgenomen van landgenoten en wij zijn hun allereerste gasten.
Op en neer doorheen de groene heuvels boven de vallei van de Vige pedaleren wij door een warme ochtendgloed met het gemoed op oneindig. De hitte zijn we op deze zesde fietsdag nu wel gewoon. In St-Junien-la-Bregère laten we de fietsen achter tegen de hoge muur van de robuuste kerk St-Genest. Eerst wandel ik nieuwsgierig de tuin in van wat ooit de pastorie was. Er hangt een voorpoot van een everzwijn aan de houten poort van een werkhuis. Binnen zit een oude man (zowat mijn leeftijd dus) aan een propaanfles te prutsen. Er ontspint zich een lang gesprek met Robert over zijn hobby: met oud ijzer kinderlijk naïeve figuurtjes in elkaar flansen en die in zijn tuin tentoonstellen. Uiteindelijk diept Robert de sleutel van de romaanse kerk op. “Faites pénitence car le royaume des cieux est proche”, roept een glasraam ons kleurrijk toe. Nou, wij rijden al zes dagen door de hemelen en van boetedoe-
ning hebben we ons handelsmerk gemaakt. Bijzonder merkwaardig is het zeer hoge portaal, waarin een lange ladder staat, om naar het houten balkon te klimmen, vanwaar je de klokken kan luiden. De onderste treden zijn met een plank afgesloten, zodat kinderen niet zomaar naar boven kunnen klauteren. Op 4 m hoogte in de zijmuur heeft een kerkuil haar nest gemaakt en elke dag komt Robert de uitwerpselen van de jongen opruimen.
Buiten het dorp vatten we de lange klim aan door het uitgestrekte woud, zó steil dat we een paar honderd meter te voet sleuren aan de fiets, de arm rond de zadelpen gekromd. In de afdaling passeren we de resten van de Moulin d’Age, de zoveelste watermolen. We houden een rustpauze op de brug over de Maulde. Plots schiet me het gedicht ‘Het Kruisken’ van Guido Gezelle door het hoofd: de woorden rollen over mijn lippen en zweven over het kabbelende water. De kompanen staan aan de grond genageld. Een heilig moment als een hallucinatie. In het gehucht La Seauve raak ik de groep even kwijt, maar na de lange klim naar Saint-MartinChâteau zijn we weer verenigd. Tijd voor lunch op dit intieme dorpsplein. We kunnen vers water tappen aan de fontein en een blik werpen in de
romaanse kerk met enkele mooie kapitelen en een gebeeldhouwde graftombe uit de 15de eeuw. Om de balustrade te omzeilen bij de ingang van een GR-pad moeten we voet aan grond zetten. Maar één man zet z’n voet te ver in de struiken en stort 2 m diep tussen netels en bramen, fiets erbovenop. Met bloedende bovenarm peddelt hij verder: “Het zal vanzelf wel stoppen.”
Een warm welkom wacht ons in het dorpscafé van Royère-de-Vassivière, waar net een groot feest op zijn einde loopt. Met vier Westmalle
Tripels voor onze neus gaan we duidelijk over de tongen. Daarna blijven we doortrappen over departementale wegen rondom het Lac de la Vaud Gelade, het stuwmeer op de Taurion. Een stevige portie braambessen plukken helpt ons de trappist verteren. De laatste 5 km stuiven we als jockeys met op hol geslagen paarden in de vallei van de Beauze naar beneden tot de samenvloeiing met de Creuse in Aubusson Deze zesdaagse trektocht over het plateau des Millevaches heeft ons fysiek tot aan en voorbij de eigen grenzen gebracht. Maar bovenal heeft die diepe duik in deze eindeloos gevarieerde streek vol bossen, weiden, heidevelden, rivieren en meren ons zó weldadig gelouterd, dat we de volgende winter zonder kleerscheuren denken door te komen.
Na Les Bordes verlaten we de D51 om via het mountainbikepad, tevens de GRP 65, 200 m hoogte te winnen aan gemiddeld 13%. Dat betekent alweer veel trekken en sleuren te voet om de Puy de la Gane te bereiken. De afdaling is zo mogelijk nog spectaculairder, met onpeilbaar diepe uitgeloogde sleuven die het fietsen nagenoeg onmogelijk maken.
Onze mountainbiketour door het Regionaal Natuurpark Millevaches in de Limousin telde 6 etappes: dag 1 van Aubusson naar Merlines (74 km), dag 2 naar Lontrade, Meymac (76 km), dag 3 naar Corrèze (79 km), dag 4 naar Vervialle, Augne (69 km), dag 5 over St-Léonard-Noblat naar Beauvais, St-Amand-Jartoudeix (70 km) en dag 6 terug naar Aubusson (70 km). Elke dag telde 1200 tot 1500 hoogtemeters. Een kaartje vond je al in vorig nummer van Op Weg en een uitgebreider verslag kan je lezen op op2wielen2voeten.wordpress.com
ARTIKELDATABANK TRACK
Nou, wij rijden al zes dagen door de hemelen en van boetedoening hebben we ons handelsmerk gemaakt.De romaanse kerk in St-Martin-Château. Door de vallei van de Taurion.
Om in het meest zuidwestelijke punt van Engeland te geraken, moet ik een volle dag ‘boten en treinen’. Na een halfuurtje wachten word ik in Oostende in de mond van de ferry toegelaten. Ik zoek meteen een knus plaatsje aan het raam van de ruime living. Half twaalf, ik verwacht elk ogenblik het wegglijden van de boot te voelen. Maar dan galmt de stem van
“Hé, je fietst weer aan de verkeerde kant!” roept mijn vrouw lachend. Sinds ik terug ben uit Engeland blijft het mij achtervolgen. Gelukkig vooral in straten met weinig verkeer! Het bewijst dat mijn hoofd nog vol zit van mijn tocht op de West Country Way. Al begon die niet vlekkeloos.
de kapitein uit de luidsprekers en verontschuldigt hij zich voor een grote vertraging. Voor mij betekent dat ongetwijfeld het missen van mijn treinaansluitingen naar Londen en naar Penzance. Dat wordt een middernachtelijke aankomst …
In mijn eerste trein vraag ik de treinbegeleider naar een andere optie. Die is er, en dus stap ik af in Waterloo East voor een trein naar Exeter. In
afwachting ijsbeer ik heen en weer met de fiets aan de hand tussen de stalletjes met broodjes en snoepjes. Het duurt (veel te) lang voor het juiste perron wordt geafficheerd. Wanneer ik aan de treinbegeleider vraag waar ik mijn fiets kwijt kan, wil hij prompt mijn reservatieticket zien. “I haven’t any”, zeg ik met een onschuldig gezicht. Gelukkig is hij grootmoedig: als ik hem 3 pond in de hand leg, zal hij iets voor mij
regelen. Hij wijst me in een van de coupés een smalle uitsparing voor enkele fietsen aan. De treinreis duurt drie uur en de ongerustheid blijft: zal ik in Exeter de rechtstreekse trein naar Penzance, die ondertussen een omweg langs Bristol gemaakt heeft, kunnen onderscheppen? Ik stel me alvast in op een noodscenario met overnachting in Exeter. Bij het uitstappen zoeken mijn ogen meteen het scherm en kan ik opgelucht ademhalen. Bovendien heeft de trein 10 minuten vertraging en heb ik nog tijd om een telefooncel op te zoeken. Gelukkig is de gastheer van mijn B&B bereid zo laat op te blijven. Opeens valt al de spanning van die dag als een zwaar deken van me af.
In de avondschemering spoort de trein langs de baai van River Exe. Zandstranden, schorren en slikken schuiven voorbij, met hier en daar aanlegplaatsen vol witte bootjes die hel oplichten in de vallende duisternis. Daarna trekt de trein het binnenland in. Passagiers weerspiegelen in de ruiten. Het schommelen van de rijtuigen wordt op den duur irriterend. Lezen gaat moeilijk, door de trillingen dansen de regels voor mijn ogen. En dan moet ik nog voortdurend in het oog houden dat mijn fiets niet omvalt. Bovendien ben ik in Exeter drank vergeten inslaan. Ik hoop op een trolleyservice maar die komt er niet. Plots hoor ik een rollend geluid aan mijn voeten: een halfvol flesje water schuift langzaam naar mij toe. Mijn verzoek is aanhoord en ik drink het dankbaar leeg. Het is nu aardedonker en het lijkt alsof de denderende trein naar nergens snelt. De snelheid lijkt nog toe te nemen en de wagons kriepen en piepen in elke bocht. Het is lang geleden dat we nog een station gepasseerd zijn en ik word
ongerust. Aan de ingang van de coupé loopt een man onrustig heen en weer. Hij kijkt steeds met zijn hand aan zijn ogen door de ruiten en blaast zijn ongedurigheid weg. Maar dan, op een ogenblik dat we het niet verwachten, vertraagt de trein en schuiven rangeersporen en stilstaande wagons voorbij. Alsof er niks gebeurd is, lopen we om 23u45 het station van Penzance binnen. Wanneer ik de straat afdaal waar volgens mijn berekeningen de B&B zou moeten liggen, zie ik een man rommelen in zijn voortuintje. Hij heeft alle lichten laten branden en de voordeur opengelaten …
Van het meest zuidwestelijke punt van Engeland herinner ik me alleen de dikke mist en een groepje Japanse jongeren. De waarschuwing ‘Dangerous cliffs’ op een rots inspireert een van hen om er wijdbeens op te gaan zitten zodat de tekst pal in zijn kruis staat. De meisjes van de groep wenden giechelend het hoofd af. Ik volg de kustlijn tot Padstow. In het haventje liggen tientallen jachten en vissersboten aangemeerd. De stad was tot 1967 het eindpunt van een spoorlijn die liep tot Bodmin. Die Cameltrail volgt de gelijknamige rivier gedurende 27 km en sluit in Bodmin aan op het Tarkatrail, ook een oude spoorweg die omgevormd werd tot fietspad. In Bude, een kleine badplaats, volg ik het Bude Canal naar het binnenland en wissel Cornwall voor het graafschap Devon.
Ik heb al 30 km in de benen, het is 14u15 en krijg honger. The Molesworth Arms is de plaatselijke pub, ‘Food served lunchtimes and evenings from 12 till 14 and 19 till 21h’. Dat komt
me goed uit want ik wil mijn boterhammetjes opeten. En ze hebben er Romboutskoffie! Aan de bar zit een boer met besmeurde broek terwijl de barkeeper op tv naar tennis kijkt. Voor hen ben ik een welkome afwisseling in hun dagelijkse routine.
“Jij bent dus een fietser?” vragen ze verwonderd, hopend op een interessante uitleg.
“Ja, ik ben bezig aan een gids over jullie West Country en ik zoek ook naar interessante plekken zoals pubs om daarin te vermelden”, voeg ik er slim aan toe. Het is een zin die al vele deuren heeft doen opengaan. Ze blijven nieuwsgierig vragen stellen, terwijl ik mijn koffie besteld.
“Kan ik hier mijn boterhammetjes opeten?” vraag ik beleefd aan de barman.
“Normaal gezien niet”, reageert hij. Maar dan kijkt hij op zijn klok: “Het is al voorbij twee uur, dus het kan wel.” De koffie smaakt overheerlijk in dit ‘land of teas’.
De boer heeft intussen zijn glas uitgedronken en maakt aanstalten om weg te gaan: “Bijna halfdrie, tijd om terug aan het werk te gaan.”
Ik bestel nog een tweede koffie en wil hem snel uitdrinken omdat het sluitingsuur nadert.
“Je moet je niet haasten”, zegt de barman, “je bestelde immers voor sluitingstijd”.
Prettige kennismaking met de Engelse pubgewoontes.
Wordt vervolgd.
Langeafstandsroute 3 verbindt ook vandaag nog Lands’ End met Bristol, door het landelijke zuidwesten van Engeland en de graafschappen Cornwall, Devon en Somerset.
Alle info op www.sustrans.org.uk
Jaren geleden kampeerden we met onze (toen nog jonge) kinderen in Bech. We genoten er van mooie wandelingen in de valleien met talrijke bruggetjes en rotsen. Tijdens de herfstvakantie wilden we er opnieuw naartoe, dus stippelde onze zoon een driedaagse tocht uit.
’s Ochtends brengt de gratis lijnbus ons van de jeugdherberg in Larochette naar Blumenthal. Vandaar begint onze klim door een open beukenbos om aan te sluiten op de Müllerthaltrail. Het aanlooppad wordt blijkbaar niet meer gebruikt: overal hinderen omgevallen bomen de doorgang. We banen ons een weg hogerop en uiteindelijk verschijnt het eerste Müllerthalteken op een beukenboom. Een breed pad, bezaaid met knisperende bladeren, leidt ons naar een open veld. Middenin het weiland staat een alleenstaande boom met een picknicktafel eromheen. Niet getwijfeld: etenstijd!
Eens in het bos stijgt de weg opnieuw en brengt ons naar de rotsformatie Kuelscheier. Hier slingert het pad tussen de rotsen, over stenen
trappen en door rotsspleten. Soms is de doorgang zó smal dat de rugzak uit moet. Dit is het avontuur waar onze tieners op gewacht hebben. Na een laatste fikse klim bereiken we de camping van Consdorf. Wat een (vakantie) drukte hier!
’s Avonds eten we overheerlijke pizza’s in het dorp. Overnachten doen we in twee krappe campinghutjes.
De volgende ochtend picknicken we in een zaaltje op de camping. Het belooft weer een zonovergoten dag te worden. Na een stevige afdaling tussen rotsen en door loofbos bereiken we het dorp Müllerthal
Vandaar volgen we het riviertje Schwarze Ernz. Het bos is prachtig: wat een kleuren in dat gefilterde zonlicht. Het is heerlijk wandelen naast dit klaterende beekje. Tegen de middag opent
de vallei zich. In Vugelsmillen wacht alweer een picknicktafel op ons.
We volgen de Hallerbaach stroomopwaarts tot aan de formaties van Brenschenterlay en de Reimerkapp, een rots in de vorm van een gehelmde Romeinse soldaat. Hier kunnen onze tieners weer naar hartenlust klauteren.
Æ Tekst en foto’s Herman MerckxSoms is de doorgang zó
smal dat de rugzak uit moet. Dit is het avontuur waar onze tieners op gewacht hebben.
Niet veel later staan we voor het kasteel van Beaufort. Nog een laatste stevige klim en daar ligt onze verzorgde en moderne jeugdherberg op een groen plateau. Onze tieners zijn nog niet moe, het is immers Halloween! Ze hadden schmink weggestopt in hun rugzakken en gaan nu nog even de nachtelijke straten ‘onveilig’ maken.
Herfsttinten
Hoewel ook onze laatste stapdag heel zonnig is, waait er een venijnig koud windje. We klimmen opnieuw de prachtige bossen in tot we plots voor een diepe vallei staan: daarbeneden ligt de Schwarze Ernz weer. Een volgende
klim leidt ons naar het uitzichtpunt Teufelsinsel Hierboven lijkt het landschap wel een schilderij: alle herfsttinten tegen een groene achtergrond. Twee kilometer verderop staan we opnieuw tussen de rotsformaties. Avontuur gegarandeerd! We stappen door de Totenkammer, dalen langs ladders af in het Raubershöhle en flaneren over de Felsenbrücke, een heuse hangbrug tussen de rotsen.
In Berdorf is het genoeg geweest voor onze pubers. Een autobus brengt ons naar Echternach, waar het nog een eindje stappen is naar de jeugdherberg, die buiten het stadje ligt. ’s Avonds blikken we tevreden terug op een mooie stapervaring samen!
De Müllerthaltrail bestaat uit drie lusvormige routes (in totaal 112 km) en vier ‘extra-touren’. Mogelijkheden genoeg dus, en alle info en tracks vind je op www.mullerthal-trail.lu. Wij kozen voor drie dagetappes: Blumenthal
– Consdorf (11,5 km) – Beaufort (13 km) –Echternach (10 km). We overnachtten 3 keer in een jeugdherberg en 1 keer op een camping. Het openbaar vervoer is gratis in het Groothertogdom.
1/10: Mheer – Kanne – Lijnwandeling 19 km
Het laatste traject van de Dutch Mountain Trail
1/10: Diepenbeek – Hasselt – Treinstapper 23 km
Vijvers, vijvers en nog eens vijvers in het oostelijke deel van de Limburgse Wijers!
5/10: Zillebeke – Luswandeling 22 km
Het Zoniënwoud is niet zomaar een bos: een deel van dit woud staat op de Unesco Werelderfgoedlijst, als onderdeel van een groep van in totaal 94 uitzonderlijke beukenwouden in 18 Europese landen. En er lopen zomaar een aantal GR’s doorheen, zoals de Streek-GR’s Groene Gordel en Dijleland of de GR 126 Bruxelles-Semois.
Tijdens de dag van het Zoniënwoud kan je al dat moois ontdekken via geleide wandelingen, workshops of activiteiten voor kinderen. Grote Routepaden zal er net als vorig jaar van de partij zijn met een informatiestand. Op onze website www.groteroutepaden.be en in onze nieuwsbrief kom je meer te weten over de exacte locatie en het programma.
De GR 129 is één van onze populairste routes, niet in het minst dankzij de mooie serie die Arnout Hauben erover maakte. Sentiers GR heeft nu twee volledig vernieuwde topogidsen klaar over het Waalse gedeelte van de route. GR 129 La Belgique en diagonale, Tome 1 beschrijft het traject van Ellezelles naar Dinant (192 km). In Tome 2 gaat het verder van Dinant naar Arlon, een traject van maar liefst 263 km. Onze gids GR 129 –deel Vlaanderen is helaas niet meer up-to-date en uitverkocht. Maar er is natuurlijk nog het boek van Arnout Hauben, dus geen excuus om niet het volledige traject van Brugge tot Arlon te stappen!
De topogidsen zijn verkrijgbaar in onze webshop: www.groteroutepaden.be > webshop.
Zin om eens in groep te gaan wandelen, nieuwe mensen te leren kennen en onbekende paden te ontdekken? Onze provinciale teams organiseren elke maand een aantal dagwandelingen langs GR-paden. Vaak zijn de wandelingen ook met het openbaar vervoer bereikbaar of wordt er carpooling georganiseerd. Daarnaast worden vanuit een aantal provincies ook bustochten georganiseerd.
Wandeling vanuit provinciedomein de Palingbeek
15/10: Luik – Luswandeling 19km
Ronde van de Luikse Heuvels
20/10: Lierde – Luswandeling 22 km
Een mooie lus op de Streek-GR Vlaamse Ardennen
5/11: Kattevennen (Genk) – Luswandeling 11 km
Door het Nationaal Park Hoge Kempen
5/11: Lier – Nijlen – Treinstapper
Langs de Netevallei, de Kesselse Hei en het Viersels
Gebroekt
11/11: Neerijse – Luswandeling 16 km
Door de vallei van de Dijle en haar zijriviertjes Laan en IJse
11/11: Westouter – Lijnwandeling 23 km
Eerste Piet Hardeman-wandeling, van Westouter naar Dranouter
17/11: Waasmunster – Luswandeling 23 km
Langs Streek-GR Waas- en Reynaertland
18/11: Dutch Mountain Trail – Tweedaagse
Van Gulpen tot Kerkrade
Vanuit Vlaams-Brabant:
15/10: Wandeling langs de Dutch Mountain Trail
19/11: Wandeling van Nieuwpoort naar De Panne
Vanuit West-Vlaanderen:
22/10: Langs de moerassen, vijvers, dolmen en menhirs van de Vallée de la Sensée
Inspiratie nodig voor een wandeltocht? Van kustpaden tot vulkanen of Alpentoppen, bij onze zuiderburen vind je ongetwijfeld wat je zoekt. Van onze Franse collega’s ontvingen wij recent heel wat nieuwe gidsen of herdrukken.
www.groteroutepaden.be
We kennen het fenomeen allemaal. Op de vraag ‘Hoe was je tocht?’ volgt doorgaans een verhaal waarin de positieve ervaringen bovendrijven en de minder positieve wegzinken naar de bodem. Of hoogstens even worden geminimaliseerd. In Op Weg is dat niet anders. Net daarom had de digitale zomernieuwsbrief van de Sultans Trail een opmerkelijke insteek.
Æ Tekst en foto Sultans Trail
Lang geleden stelden we de Sultans Trail al voor in Op Weg, zowel de wandel- als de fietsversie. Het pelgrimspad volgt de historische route die het Ottomaanse leger van Sultan Suleyman in 1529 aflegde van Istanbul naar Wenen. Maar in tegenstelling tot dat verleden van verovering en oorlog, beogen de initiatiefnemers vandaag te werken aan een pad van vrede en ontmoeting, een Europese Culturele Route door een landschap vol Ottomaans, Habsburgs, Byzantijns, Romeins en communistisch erfgoed. Kortom, een tocht op de Sultans Trail is een tocht vol geschiedenis, natuur en cultuur.
Maar …
“Van mei tot september kom je onvermijdelijk muggen tegen. Zeker vlakbij de Donau en andere waterwegen kan je ze niet ontlopen. Waar in Nederland 75% van de insecten inmiddels verdwenen zijn, is het in Oost-Europa veel beter gesteld met het insectenbestand. Dus als je fietst: bril op en mond dicht!
Vooral wandelaars dienen zich bewust te zijn van het gevaar van teken. Zijn ze bij ons soms besmet met de bacterie die de ziekte van Lyme kan veroorzaken, dan kunnen de Oost-Europese teken dragers zijn van een virus
waar je hersenvliesontsteking van kan krijgen. Gelukkig is er een vaccin ter verdediging. Dus ofwel altijd dichte broeken aan als je in het bos of hoge gras loopt, ofwel van tevoren inenten.
Pelgrims die de Sultans Trail lopen of fietsen zijn geneigd om op sociale media enthousiast foto’s met markeringen te posten die ze onderweg tegenkomen. Maar eerlijk is eerlijk: de wandelroute is nauwelijks gemarkeerd en de fietsroute alleen daar waar iemand van de organisatie de laatste jaren is langsgefietst. Gebruik dus altijd de gidsen of de actuele gpx-bestanden.
De fietsroute bestaat voor 70% uit asfalt. Soms zonder, maar vaak ook met gaten. En die andere 30% kan vanalles zijn. Je hebt stukken gravel, of een schelpenpad, of een karrenpad of een diepe tractorgeul of een onverhard bospad met boomwortels. Daar moet je mentaal op voorbereid zijn.
Het kan ook gebeuren dat de weg ineens weg is, de brug waar je overheen moet in de lente is ingestort, het pad is overwoekerd of er is onaangekondigd een weg of een treinspoor aangelegd waardoor je zelf een omweg moet verzinnen. Goed te doen voor een beetje avonturier, maar na regen kan zo’n pad ook in een modderpoel
veranderen. Dan lopen je wielen in korte tijd vol met klei. En omdat die klei zo goed kleeft, bouwen ze er ook huizen mee. Neem dus altijd een lepel mee, om die klei weg te lepelen …
Fietsers komen weleens andere fietsers tegen, maar wandelaars moeten zich erop voorbereiden dat ze misschien geen andere wandelaars zullen tegenkomen. De Sultans Trail is een heel ander soort trail dan de camino’s. Er zijn geen refuges of auberges en de kerken zijn niet voorbereid op het huisvesten van pelgrims. Daar staat tegenover dat je de kans hebt om echt kennis te maken met de lokale bevolking en cultuur. Mensen staan klaar om je te helpen, om je wat tomaten of water toe te stoppen, thee met je te drinken en verhalen uit te wisselen.
En zo wordt de tocht ongetwijfeld toch weer een hartverwarmende ervaring.”
Meer info over de pelgrimstocht naar Istanbul of het vervolg naar Kona: www.sultainstrail.com en www.sufitrail.com
“Wil je aan je vrienden van GR laten weten dat er op het padje tussen Lobbes en Mons hoge netels staan, en dat het dringend onderhouden moet worden?” Met zes oud-scouts zijn we al een tijdje in etappes de GR 129 aan het stappen. Anders dan Arnout zijn we vertrokken in Aarlen en hopen we ergens volgend jaar in Brugge aan te komen.
Maar tussen Lobbes en Mons is de weg dus weg. Het is lastig stappen: we moeten ons letterlijk een weg banen door hoge netels en overhangende braamstruiken, terwijl we tegelijkertijd plassen en putten proberen te vermijden. De beste en snelste stapper van de groep is ook degene die meteen alle problemen wil aanpakken en oplossen, vandaar zijn vraag. Sinds mijn vrienden en familie weten dat ik af en toe meewerk aan Op Weg, ben ik in hun ogen meteen gepromoveerd tot expert bewegwijzering en onderhoud van de GR-paden in ons land. Niet alleen in Vlaanderen, ook in Wallonië :-)
In mijn beperkte tijd tussen redacteurs en GR-medewerkers heb ik wel iets ontdekt: dat het zowel organisatorisch als praktisch een hele klus is om dat ganse wandelnetwerk te onderhouden. En dat het werk nooit stopt. Tegen mijn vrienden heb ik het weleens vergeleken met het dagelijkse huishoudwerk: koken, afwassen, wassen, strijken ... Het houdt nooit op, en telkens wanneer je denkt klaar te zijn, begint het hele verhaal van voor af aan.
Intussen maken we ons zorgen over de vrijwilliger die dit stukje GR moet onderhouden? “Zou er iets gebeurd zijn met hem of haar? Ziek geworden? Gevallen? En weten ze bij de GR al dat dit pad er verwaarloosd bij ligt?”
Door hier over door te bomen, beslist mijn stapvriend dat hij klaar is om in zijn eigen buurt een stukje GR te onderhouden. Dit kwartiertje lopen langs een overwoekerd pad heeft onze blote benen schrammen en netelbulten opgeleverd. En GR een nieuwe vrijwilliger.
Ann Mulders
Volgend nummer
GR 122
GR 128
Apuseni
Pieterpad
roadtoathens
Schotland
Coverfoto
Bart Caers (icoonroute Groene Gordel)
Opmaak en druk
Bredero Graphics, www.brederographics.com
Op Weg is het tweemaandelijks magazine van Grote Routepaden vzw Grote Routepaden onderhoudt in Vlaanderen bijna 5000 km wit-rood en geel-rood bewegwijzerde GR-wandelpaden en 1.500 km met bordjes gemarkeerde LF-fietsroutes. Meer info op www.groteroutepaden.be
Contact
GR-medewerkersteam, Grasmarkt 61, 1000 Brussel, info@groteroutepaden.be, +32 487 20 82 01, Redactie Op Weg: opweg@groteroutepaden.be, + 32 496 606 553
Verantwoordelijke uitgever
Rik Röttger
Hoofdredacteur
Peter Cristiaensen
Eindredactie
Willem Dhaenens, Ann Mulders, Peter Cristiaensen
Redactie
Christina Bloem, Yanick Bos, Bart Caers, Christophe Deblaere, Karen De Pooter , Willem Dhaenens, Daan Duppen, Ignace Fermont, Isabel Hoogewijs, Tom Langmans, Johan Lauwerier, Hilde Leemans, Mieke Paulussen, Guy Raskin, Lien Santermans, Katrien Seynaeve, Wim Vandamme, Dominique Van De Casteele, Marc Vandoren, Guido Vandroemme, Ward Van Loock, Bart Van Santvliet en Steven Vermeylen
Cartografie
Marc Vandoren, Guy Raskin, Wim Vandamme, Jean-Pierre Tossyn, Stefaan Van wal Werkten mee aan dit nummer
Stefan Vandorpe & Ludo Vandamme, Katrien Will, Han Schutten, Hans Deseure, Herman Lootens, Yves De Baets, Steven Clays, Bart Cartuyvels, Hanne Govaerts, Luc Barbé, Leo Thielemans, Joost Ameye, Bart Vermeyen, Ilse Van Humbeeck, Anke, Arvid en Rutger Dujardin, Eric De Voldre, Geert De Troyer, Eric De Cnuydt, Herman Merckx, Sultans Trail
Reclameregie
Peter De Vester, peter@moizo.be, 03 326 18 92
Abonnement
Jaarabonnement (6 nummers): € 37 (€ 35 bij domiciliëring). Voor buitenland €45 (€40 bij domiciliëring).
Schrijf het lidgeld over op rekeningnummer BE 62 4111 0569 7161 BIC = KREDBEBB met als mededeling ‘lidmaatschap + naam + adres’. Registreer je via de website groteroutepaden.be/nl/registreren.
Als abonnee ben je ook lid van Grote Routepaden en heb je recht op tal van voordelen: 10% korting in de GR-webshop, korting in buitensportzaken, een bon van € 5 voor een overnachting in een Vlaamse jeugdherberg en toegang tot de artikeldatabank van Op Weg (gaat terug tot 2003). www.groteroutepaden.be
Overname van (delen van) artikels uit dit tijdschrift is toegestaan mits bronvermelding en schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur.
Deze publicatie wordt gedrukt op papier waarvan de oorsprong gecertificeerd wordt door FSC® (Forest Stewardship Council®). Dit label promoot verantwoord bosbeheer gekoppeld aan sociaal en ecologisch verantwoord ondernemerschap. Grote Routepaden vzw verzekert op deze manier dat het papier met respect voor het milieu werd geproduceerd.
HEREN: Cole Haan Karl Lagerfeld
Floris Van Bommel Tommy Hilfiger
Timberland Ambiorix Lloyd Greve
Rockport Clarks Geox Mephisto Ara
Ea7 Armani Sebago Xsensible Solidus
SNEAKERSHOP: Nike Adidas Karl Lagerfeld KARHU
Dr.Martens Diadora UsPolo Skechers Buffalo Fila
HoFF All-Star Asics Guess Bjorn Borg New Balance
Ea7 Armani Puma Reebok Vans Crocs Calvin Klein
SUN68 Faguo Champion Cerruti1881 TommyHilfiger
DAMES: Guess Shoes & Bags Valentino
Floris Van Bommel TommyHilfiger Mexx
NeroGiardini Gabor Mephisto Think!
Scotch&Soda Ara Geox Semler Solidus
Liu Jo HoFF SUN68 KAHRU Karl Lagerfeld
KIDS: Adidas-originals Skechers
Vans Munich Timberland Birki
All-Star Ricosta Stones & Bones
Fila Nike Crocs Kipling Giesswein
Mephisto-Mobils Allrounder Piesanto Berkemann
Ara Birkenstock Semler Gabor PiediNudi Remonte
CHROOM VRIJ: Think! Brako Mephisto Nature Vital
Clair de Lune Stuppy FinnComfort Wolky Oofos Crocs
DIABEET: Durea Varomed Xsensible Solicare FitFlop
SPECIALIST IN WANDEL- LOOP- & BALANCE-SCHOENEN
Mbt Kybun Joya Sano Xsensible Rollingsoft Skechers
TOPDEALER VAN: Mephisto Lowa Meindl Grisport
Rockport Allrounder Asics Teva Garmont Deuter
In Wallonië en de Ardennen liggen kastelen op prachtige plekken. Langs water, hoog op een klif, boven een rivier, midden op een vlakte en omringd door dichte bossen.
Verken de kastelen in de Ardennen, de Maasvallei, de Oostkantons of het voormalige hertogdom Limburg tijdens een prachtige wandeling. Elk kasteel is weer anders. Het aanbod varieert van sprookjeskastelen tot middeleeuwse forten en ruïnes.
Ontdek de wandelingen op VISITWallonia.be/wandelen
Beleef Wallonië en de Ardennen!