De geur van Spanje (1) (Sierra de Andújar, 2-2-2013)
Tussen de heuvels hangen nog wat flarden mist, maar het belooft een prachtige dag te worden. Vandaag gaat het gebeuren: ik voél het gewoon. Ik heb het ook al aan Oscar gezegd, maar hij is er nuchter onder gebleven. “Misschien vandaag, misschien morgen, gewoon blijven wachten en rondkijken, rondkijken en nog eens rondkijken” was zijn antwoord. Deze ochtend heeft dit rondkijken vooral Kleine zwartkoppen, één keer een Provençaalse grasmus en een zingende (Mediterrane) klapekster opgeleverd. Een gansachtig “gak-gak-gak” weerklinkt nu uit de lucht. Ik aarzel even, maar dan valt mijn eurocent. Meer nog: ik weet plots terug heel goed waar en wanneer ik dit geluid voor de eerste keer gehoord heb, je eerste waarneming van baltsende Spaanse keizerarenden vergeet je immers nooit. Ik kijk dus op en begin gespannen de blauwe lucht af te speuren … maar het levert niks op … ?!? Word ik dan toch bedrogen door mijn geheugen? Oscar, een boswachter uit Navarra, merkt mijn verwarring op en kijkt mij vragend aan. “Creo que he oido un imperial … pero no lo veo” leg ik hem de tegenstrijdigheid uit. “Si, si, aguila imperial” veegt hij mijn laatste twijfels weg. “Ah, alli” wijst hij naar een donker stipje, vlak boven de heuvelrand. De keizerarend komt nu beter in zicht en met omhooggeheven vleugels komt hij plots schuin omlaag, recht op ons af: de sneeuwwitte vleugelvoorranden spatten er nu zowat af. Plots trekt hij op uit zijn neerwaartse baan waarbij zijn bijna pekzwarte onderdelen zichtbaar worden. “Gak-gak-gak”: de arend vindt deze idyllische lentedag kennelijk 28
De boomklever I maart 2016 I de eerste keer
een ideale gelegenheid om een partner te versieren. Nog 2 keer herneemt hij zijn “rollercoaster-duikvlucht”. De goudgele kop, het donkerder “voorhoofdspetje”: je kan er letterlijk alles van zien. Op een goeie 20 m boven ons hoofd komt hij tenslotte over. Ik slik even, ik heb zelden of nooit zo een keizerarend gezien... Het is niet het doel van deze reis, maar toch: wat een fenomenale ervaring.
Het is nu al de derde dag op rij dat ik hier op de uitkijk sta, langs een godverlaten weg in een uithoek van Andalucia. Het landschap bestaat uit redelijk hoge granietheuvels, doorsneden door diepe beekvalleitjes. De “weg” is eigenlijk wat de Spanjaarden een “pista forestal” noemen: een onverharde grintweg die halfweg de helling langs de contouren van de heuvels slingert. Het