Kempens roodbont rund of Galloway? Onderzoek naar lokale Belgische rassen voor de begrazing van natuurgebieden in Vlaams-Brabant en de Dijlevallei Inleiding
Methode
Sinds 1975 wint het gebruik van begrazing
Het onderzoek is gebaseerd op 374 ingevulde
als beheersmaatregel in natuurgebieden aan
enquêtes. Voor Vlaams-Brabant ontvingen we 119 ingevulde enquêtes, waarvan 17
populariteit. Met behulp van grote grazers bestrijdt men verruiging en verbossing. Ook zorgen grote grazers voor verschraling van natuurgebieden.
Veel
groeien
nauwelijks
niet tot
zeldzame
planten
op een
rijke
ondergrond (veel voedingsstoffen), daarom is
verschraling belangrijk.
Begrazing
van
natuurgebieden groeit de laatste jaren uit tot één van de belangrijkste beheersmaatregelen in natuurgebieden in Vlaanderen (Cosyns & Hoffmann, in Hermy et al.,
2004). Tot op
heden gebeurt dit vooral door inzet van buitenlandse rassen (bv. Galloway, Limousin, koniks) (Piek, 1991). Lokale Belgische rassen (bv.
Ardense
rund)
zijn
voskop,
Kempens
tegenwoordig
roodbont
zeldzaam:
hun
voortbestaan wordt bedreigd door de sterke industrialisering
(Van
den
Bergh,
1999).
Lokale rassen inzetten in de begrazing zou een nieuw fokdoel voor deze rassen kunnen creëren. Voor
een
onderzoek
aan
de
KULeuven
(Tilkin, 2014) werd de inzetbaarheid van grote grazers in het natuurbeheer in Vlaanderen geëvalueerd.
We onderzochten of er een
maatschappelijk draagvlak is voor de inzet van lokale rassen en of ze buitenlandse rassen effectief zouden kunnen vervangen. Daarnaast bekeken we welke soort grote grazer het meest geschikt is voor een bepaald natuurtype en een bepaalde beheersvorm. Voor dit artikel focussen we op de provincie Vlaams-Brabant,
met
inbegrip
van
de
Dijlevallei. We gaan na hoe de beheerders, bezoekers van natuugebieden en fokkers in Vlaams-Brabant denken over de inzet van lokale Belgische rassen in de begrazing.
fokkers van lokale rassen, 79 bezoekers van natuurgebieden en 23 beheerders van natuurgebieden in Vlaams-Brabant. De fokkers en de natuurbeheerders werden persoonlijk via email gecontacteerd. De bezoekersenquête werd via sociale media verspreid. De bevraging
liep van 20 december 2013 tot 1 maart 2014. De belangrijkste vragen betroffen de mening van de drie doelgroepen omtrent: • inzet van buitenlandse rassen versus lokale Belgische rassen; • de aantrekkelijkheid van grote grazers voor publiek; • de geschiktheid van lokale Belgische rassen voor de begrazing; • gebruik van diverse beheersvormen: rasters versus herder, jaarrond begrazing versus seizoensbegrazing; • de verschillende natuurtypes die het beheerde natuurgebied bevat en eventueel positief/ negatief verband met bepaalde grote grazers; • de herintroductie van grote grazers die historisch in ons land voorkwamen (Eland, Wisent). In dit artikel focussen we ons vooral op het thema van de inzet van buitenlandse rassen versus de inzet van lokale Belgische rassen. De enquête-resultaten werden verwerkt via het programm a SPSS. Daarnaast werd een literatuuranalyse uitgevoerd in de vorm van een kenrnerkentabel. Deze tabel somt 24 relevante kenmerken voor het natuurbeheer van 44 soorten/ rassen grote grazers op en vergelijkt ze onderling ten opzichte van vijf bepaalde natuurtypes (grasland, bos, heide & landduinen, slik & schor, kustduin). De kenrnerkentabel werd geanalyseerd via SPSS, Clustan Graphics en PC ORD (met behulp "van clustering).
De Boomklever
-
december 2014
1 13