De Boomklever December 2005

Page 4

�� ����j� ���������������� NA nu mo

Europese natuur in het Dijleland Habitats en soorten van de Habitatrichtlijn 'Vogelrichtlijn', 'Habitatrichtlijn' en 'Natura 2000' klinken menigeen vertrouwd in de oren. Het zijn de voornaamste instrumenten waarmee de Europese Unie het beleid inzake

N A T U R A 2000

natuurbehoud en biodiversiteit in z'n lidstaten mee vorm geeft. Om planten, dieren en habitats van Europees belang te beschermen, dient iedere lidstaat een netwerk van Speciale

Beschermingszones (de zogenaamde Vogel- en Habitatrichtlijngebieden) te installeren. Samen vormen deze gebieden het Europees ecologisch netwerk 'Natura 2000'. Aanzienlijke delen van het Dijleland maken deel uit van dit Natura-2000-netwerk. Onder het motto 'ongekende Europese natuur in je achtertuin' hebben we in deze Boom.klever een reeks bijdragen over de habitats en de soorten van de Habitatrichtlijn samengebracht.

De Vogelrichtlijn (79/409/EEG}, die in 1979 van kracht werd en daarmee de eerste Europese natuurbehoudswet is, heeft tot doel de instandhouding van alle natuurlijke in het wild levende vogelsoorten op het Europese grondgebied te bevorderen. Om de leefgebieden van een reeks zeldzame en bedreigde soorten (de 'Bijlage 1-soorten'} te beschermen moeten de lidstaten de meest geschikte gebieden voor de instandhouding van deze vogelsoorten aanwijzen als 'Speciale Beschermingszone'. Dit zijn de zogenaamde Vogelrichtlijngebieden. Naast het creeëren van Vogelrichtlijngebieden, moeten de lidstaten er ook voor zorgen dat vervuiling en achteruitgang van de leefgebieden van deze soorten wordt voorkomen. In V laanderen werden 23 vogelrichtlijngebieden aangeduid met een totale oppervlakte van 97.745 ha. Dertien jaar later (in 1992) engageerde Europa zich op een nog veel grotere schaal door het goedkeuren van een tweede richtlijn: de Habitatrichtlijn (92/43/EEG}. Deze beoogt op haar beurt het behoud van alle natuurlijke habitats en soorten (zowel planten als dieren, behalve vogels} van 'communautair belang'. Dit zijn leefgebieden en soorten die in beperkte oppervlakte of aantallen voorkomen of waarvan de aanwezigheid in de wereld en/of de Europese Unie sterk verminderd is. De habitats in kwestie zijn opgenomen in Bijlage 1 van de Habitatrichtlijn, de soorten van communautair belang in Bijlage ll. Ook voor deze habitats en soorten moeten de lidstaten Speciale beschermingszones, d e zogenaamde Habitatrichtlijngebieden, aanduiden.

Voor deze gebieden geldt een hoge mate van

bescherming. Activiteiten die de gebieden zouden kunnen beïnvloeden, dienen getoetst te worden aan geformaliseerde instandhoudingsdoelstellingen. V laanderen telt 38 Habitatrichtlijngebieden met een totale oppervlakte van 101.892 ha.

Behalve door het

aanwijzen van Speciale Beschermingszones biedt de Habitatrichtlijn ook bescherming aan een aantal planten- en diersoorten (vermeld in Bijlagen IV en V }. Dit betreft ondermeer een verbod op het verstoren en het vernietigen van genoemde soorten en hun leefgebieden. Soorten waarvoor dit geldt, zijn bijvoorbeeld de Hamster

(Cricetus cricetus), de Hazelmuis (Muscardinus avellanarius) en de V roedmeesterpad (Alytes obstefricans}. Enkele soorten worden zowel in Bijlage Il als in Bijlage IV genoemd, waaronder de Meervleermuis (Myotis dasycneme) en de Kamsalamander ( Trifurus crisfatus} (zie verder). 130


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
De Boomklever December 2005 by Natuurstudiegroep Dijleland - Issuu