Het geheim van de notenkraker
Breinbreker In het Zwitsers Nationaal Park leeft een vernuftig vogeltje: de notenkraker. Met een spanwijdte van 50 centimeter is hij lang niet zo imponerend als de lammergier of steenarend, maar minstens zo intrigerend! We maakten een driedaagse wandeltocht in het nationaal park en leerden stap voor stap het gespikkelde vogeltje steeds beter kennen. Tekst Femke Welvaart Beeld Joris Lugtigheid
W
e trappen onze wandeltocht af in Zernez, in het bezoekerscentrum van het Zwitsers Nationaal Park. Het is een bijzonder gebouw: een betonnen blokkendoos van architect Valerio Olgiati dat als je eenmaal binnen bent de Zwitserse natuur vol in je schoot werpt. Je kunt er niet omheen: beneden vind je boeken, spelletjes en een mooie maquette van het berglandschap met een laserlichtje dat de verschillende routes volgt die je er kunt lopen. Op de eerste verdieping is een enorme kubus gebouwd met aan alle kanten prachtige filmbeelden van alle dieren in het park, in alle seizoenen, in het bos, op de berg en in het water. Weer een verdieping hoger is een interactieve tentoonstelling over de dieren en planten in het nationaal park. Voor kinderen een groot feest, omdat ze op allerlei knopjes mogen drukken, spelletjes kunnen doen, geweien mogen passen en met een adelaar mee kunnen vliegen. Maar ook voor ons volwassenen is het leuk om op zo’n laagdrempelige manier meer te leren over sedimenten, bomen, dieren en natuurgeweld. Bij de informatiebalie leren we Florence kennen: een wandelende encyclopedie die de eerste twee dagen met ons meeloopt. Onderweg wijst ze ons op het pad waarop we lopen: het is een droge zomer geweest en de afgelopen drie maanden is er geen
druppel regen gevallen. De grond is nu zo aangestampt, dat je moet oppassen bij de eerste regen: het pad zal dan veranderen in een rivier, omdat het water niet in de harde laag kan wegzinken. De dennenbomen in het bos krijgen daardoor onvoldoende water, omdat het regenwater er langs stroomt en de wortels dus niet bereikt. Gelukkig zijn ze sterk; zij overleven de droogte wel. In een van de bomen zien we een holletje: hier woont een uil, legt Florence uit. Oorspronkelijk was het de specht die het holletje maakte om er een jaar in te wonen, maar de specht is een proper beestje dat elk jaar een vers en fris huis wil. De uil is minder kieskeurig en gaat met al zijn rommel en insecten graag in het oude hol wonen.
Chamanna Cluozza We wandelen onder de boomgrens langs de rand van het nationaal park. Soms lopen we net een meter buiten het park, gemarkeerd met paaltjes. Jagers weten zo ook precies waar het park ophoudt en vanaf waar ze mogen jagen. Ze wachten aan de rand van het nationaal park tot een ree zich buiten de zone waagt. Maar die dieren zijn niet gek: kennelijk weten ze heel goed wanneer ze gevaar lopen. Daarom wagen ze zich pas ’s nachts buiten het park en keren ze bijtijds terug.
22 | HOOGTELIJN 2-2019
22_HL0219_R32_Vogelen_Zwitserland.indd 22
25-03-19 15:02