3 CONTINENTEN, 150 WEDSTRIJDEN EN 1 HELE HOGE ROTSWAND
DE DORPSGEK VAN YOSEMITE ‘Na de laatste moeilijke passage ging er in mijn hoofd een knop om. Ik dacht: nu gaat het dus gebeuren.’ Jorg Verhoeven (29) schreef in november geschiedenis met de vierde vrije beklimming van The Nose, een legendarische duizend meter hoge bigwall in Yosemite. Hoewel hij vooral bekend is als wedstrijdklimmer, laat hij zich maar moeilijk in een hokje plaatsen. ‘Ik doe eigenlijk gewoon waar ik zin in heb.’
“T
oevallig heb ik het laatst geteld: ik heb nu vijfentachtig lead World Cups geklommen, plus nog een stuk of vijftig boulder World Cups, plus NK’s en jeugdwedstrijden. Er zijn seizoenen geweest waarin ik 25 wedstrijden klom, verspreid over de hele wereld.” Jorg Verhoeven zit in de huiskamer van zijn appartement in Innsbruck. Op tafel staat een groot bord met chocoladekoekjes, achter het raam hangen grijze wolken laag tegen de bergen. Hij schuift even op zijn stoel: “Ik ben van nature nogal competitief. Ik denk dat ik dat van mijn moeder heb.”
Van boulderen tot extreem alpinisme
Verhoeven draait al meer dan vijftien jaar mee in de nationale en internationale top van het wedstrijdklimmen. Van zijn eerste NK in 2000, waar hij als vijftienjarige alle volwassen deelnemers achter zich liet, via het wereldkampioenschap bij de jeugd tot de winst in het World Cup-klassement in 2008. Daarnaast klom hij ruim driehonderd 8a-routes, bedwong hij boulders tot 8b+ en klom hij als eerste, en voorlopig enige, Nederlander een handvol 9a’s en maakte hij in 2013 een
46 |
zesdaagse solo-overschrijding van de Zillertaler Hauptkamm, een 50 kilometer lange alpiene tocht met twintig toppen boven de 3000 meter. “Daarna heb ik twee weken in bed gelegen. Ik was uitgeput; ik kon helemaal niks meer”, vertelt hij. “Als je het per se wilt definiëren, ben ik een wedstrijdklimmer of een sportklimmer, maar ik vind heel veel dingen interessant, van boulderen tot extreem alpinisme. Klimmen is een hele brede sport en ik doe eigenlijk gewoon maar waar ik zin in heb.”
Trainingsgroepje
Op twaalfjarige leeftijd begon Verhoeven met klimmen. Eerst in Klimmuur Centraal, later in THEA. Zo belandde hij vrij snel in een trainingsgroepje rond Bart Korff en Mirjam Verbeek, in die tijd beeldbepa-
HOOGTELIJN 1-2015 | TEKST ERNST ARBOUW | FOTO’S LAURENS AAIJ
lende klimmers. “Ik denk dat ik met twaalf jaar niet eens de jongste was. Als ik het me goed herinner, zaten er een of twee ukkies bij die nog een stuk jonger waren”, vertelt hij. “Op een bepaald moment zei Bart: ‘Joh, het gaat zo lekker, ga eens naar een wedstrijd. Dan kijken we wel wat er gebeurt.’ Ik weet niet eens meer wat voor wedstrijd het was, een regionale jeugdwedstrijd denk ik, maar ze zeiden direct: ‘Hier hoor je niet te zijn. Je moet naar het Nederlands Jeugdkampioenschap’.” In 1999, na twee jaar klimmen, werd Verhoeven Nederlands kampioen bij de jeugd. Een jaar later won hij bij de senioren. “Ik was heel gemotiveerd en in onze groep zaten een paar echt sterke klimmers aan wie ik me kon optrekken.