5 minute read
Nieuwe inzichten dankzij VrouwenCursusweken: ‘We waren onze tijd ver vooruit’
De VrouwenCursusweken zijn elk jaar gevuld met een zeer gevarieerd programma. En telkens met een actueel maatschappelijk thema. De ervaringen uit de cursusweken van 2022 zijn nog nauwelijks verwerkt of er worden alweer voorbereidingen getroffen voor de volgende editie.
De werkgroep die de VrouwenCursusweken (VCW) organiseert, gaat naar huis met een opdracht, zegt commissielid Leni de Jager. “Lees de kranten, kijk en luister. Wat hoor en zie je? Met elkaar bespreken we al in de winter welk onderwerp we straks, in het najaar, centraal kunnen stellen. Het thema groeit dan gaandeweg. Welke sprekers kunnen we krijgen? Het is een kwestie van passen en meten. Per onderdeel is er een beperkt budget waarmee we moeten uitkomen.” Leni draait acht jaar mee bij de voorbereiding. “Die hele week maak je met elkaar. Het geeft veel positieve energie.”
Een vakantieweek voor vermoeide huisvrouwen, om even los te komen van de dagelijkse beslommeringen in het gezin. Zo begon het in 1948. Een Amsterdamse afdeling van het Instituut voor Arbeidersontwikkeling (IvAO, de voorloper van Nivon) nam het initiatief. Tegen geringe vergoeding konden vrouwen een aantal dagen in een natuurvriendenhuis doorbrengen. Na enkele jaren gaven de deelneemsters aan dat het ontspannen karakter gerust met een inhoudelijk thema mocht worden aangevuld. Zo ontstonden de Ontwikkelingsweken, later omgevormd tot VrouwenCursusweken.
Koffer vol suikerklontjes
De thema’s mochten best stevig zijn. Al in 1972 werd over euthana sie en orgaandonatie gesproken, “een heel zwaar onderwerp”. De wereldorde kwam gaandeweg ook in zicht. Een indringend debat over kernbewapening, de verhouding tot ontwikkelingslanden (zoals dat toen nog genoemd werd), internationale samenwerking werd niet uit de weg gegaan. Pittig was ook het onderwerp van het afgelopen jaar: klimaat en duurzaamheid. “Alles wat je tijdens deze week meemaakt, neem je mee naar huis”, zegt een deelneemster. “Het programma verrijkt je.“
In een bundel vol herinneringen bij de vijftigste VrouwenCursusweken (1998) zei Jeanne van Velse-Hoogland: “Ik heb veel dingen geleerd waar ik nog steeds dankbaar voor ben.” Zo noemt zij de weken waarin gesproken werd over verslaving aan alcohol, tabak, medicijnen en drugs. “Ik zie nog Koos Zwart [promotor van drugs-gedoogbeleid] binnenkomen met zijn slappe hoed op en een koffertje met suikerklontjes, gedrenkt in lsd. Dat was dertig jaar geleden. We waren onze tijd ver vooruit.”
Bij ditzelfde gouden jubileum vertelde Annie Nicolaas, die lang bij de organisatie betrokken was: “Scholing en vorming moesten de kennis van de arbeiders vergroten, zo stond in de doelstellingen van het Instituut. Ook kunst en cultuur verruimden de geestelijke horizon.” Truus Rijpma, actief vanaf de jaren ‘90: “Wat deze weken voor mij betekenen? De accu bijladen, je wordt weer strijdbaarder.”
Nog veel te winnen
Veel vrouwen meldden zich via-via aan, dankzij een vriendin die al aan een cursusweek meedeed. Er is ruimte voor tachtig deelnemers, ieder jaar is er plek voor zestien ‘nieuwelingen’.
Met deze haiku, in het voorgeschreven stramien van 5-7-5 lettergrepen, geeft Gerda Dillerop uit Roosendaal de sfeer treffend weer. “Ik heb nu drie keer mogen meedoen. Het is boeiend zoals binnen de gekozen thema’s de rol van vrouwen wordt belicht”, Zelfbeschikkingsrecht, ontplooiing en gelijke behandeling keren vaak terug in de programma’s. “In 2019 stond de positie van de vrouw in de kunst centraal. Toen werd voor mij duidelijk dat er ook op het gebied van cultuur en literatuur nog veel te winnen valt.”.
Al vijf keer is Rixt Hovenkamp uit Edam van de partij: “Het programma geeft mij telkens menswijsheid, nieuw inzicht.” De Utrechtse Liedeke Steenhuisen: “De lezingen en workshops brengen je op nieuwe ideeën. Er worden problemen besproken en oplossingen geboden. Dingen waar je naderhand bij stil blijft staan.”
Het zijn niet de minsten die al hebben opgetreden. De politici Hedy d‘Ancona en Lutz Jacobi, schrijfster Nelleke Noordervliet, de sociologe Hilda Verwey-Jonker, schrijver-arts Ivan Wolffers. Hoe krijgt de werkgroep het telkens voor elkaar? Truus Rijpma legt uit hoe zij de schrijfster Anja Meulenbelt wilde binnenhalen. “Nou Truus, zo werd er gezegd, ga er maar achteraan. Anja vroeg eerst veel geld voor een optreden. Maar ik heb haar kunnen overtuigen: ‘Anja, lees op de website wat Nivon is. We hebben een ideële achtergrond en zijn geen vermogende club. Dit past echt bij jou.’ Soms moet je uitleggen wat er schuilgaat achter Nivon en de VCW. Niet alle vrouwen zijn hoger opgeleid, maar ze zijn wel heel erg geïnteresseerd, en met een bijzonder verleden. Anja ging vervolgens akkoord met een paar honderd gulden. Voor Hedy hoefden we minder moeite te doen. Die kent Nivon wel.”
Huidig werkgroepslid Hanneke Leeuwerink: “Soms zie ik op tv of hoor ik op de radio iemand een interessant verhaal vertellen. Of ik zit te googelen. Dan denk ik: die wil ik hebben! Zo vind je je sprekers. René ten Bos, de Denker des Vaderlands, trad bij ons op. Hij zei na afloop: ‘Meiden, wat zou mijn moeder dit mooi gevonden hebben!’”
Saamhorigheid
Naast het inhoudelijke is de gezelligheid belangrijk. Leni de Jager: “We streven naar een mix van zwaardere onderwerpen en ontspanning, zoals zang, dans en creativiteit. En een dagje uit, met z’n allen op schoolreisje…” Volgens Truus Rijpma wegen de saamhorigheid en mooie ontmoetingen even zwaar mee. “Dingen met elkaar delen, de mooie gesprekken, het geeft een heerlijk buurvrouwen-met-elkaar-gevoel.”
Tot slot: De verzorging door de vrijwillige kookploeg vindt iedereen geweldig! •
Tekst: Henk Schaaf, foto’s: Nel van Kooij en Leni de Jager