Samen zorgen voor EEN GOEDE START

Opvoeden en opgroeien gaat niet altijd vanzelf. Iedereen heeft weleens twijfels. Dan is het goed te weten dat je er niet alleen voor staat en op een makkelijke manier mee kunt doen aan verschillende projecten. Onlangs is de gemeente gestart met het programma Kansrijke Start. Hiermee versterken we de samenwerking met partijen die een rol spelen tijdens en na de zwangerschap. Vanuit Kansrijke Start bieden we bijvoorbeeld laagdrempelige hulp aan gezinnen in de eerste twee levensjaren van hun kinderen.

Als een kind twee jaar is stopt het natuurlijk niet. Ook voor opvoeders van oudere kinderen zijn er verschillende mogelijkheden om een steuntje in de rug te krijgen. Niet zozeer door problemen op te lossen, maar door naast hen te gaan staan. Samen te werken aan manieren om weer zelf verder te kunnen. Zo kunnen ouders bijvoorbeeld een gesprek aanvragen met de praktijkondersteuner jeugd die verbonden is aan alle huisartsenpraktijken in onze gemeente. Of in gesprek met één van de schoolmaatschappelijk werkers die op alle scholen beschikbaar zijn. Maar we organiseren bijvoorbeeld ook drie keer per jaar de ouderavond ‘Eerste Hulp Bij Opvoeden’. Deze avonden zijn gratis voor alle ouders in Neder-Betuwe. Voor meer informatie hierover kunt u terecht bij de school van uw kind of het Kernpunt Neder-Betuwe. Eén ding hebben de verschillende initiatieven gemeen: ze laten zien dat het heel normaal is dat het soms niet allemaal vanzelf gaat.

Moedergroepen

Op elkaar terug kunnen vallen en ontdekken dat het bij andere ouders soms ook niet allemaal vanzelf gaat, is ook één van de krachten van de Moedergroepen. Dit initiatief is bedoeld voor moeders die net hun eerste kind hebben gekregen. Vanuit de Verloskundige Praktijk Ochten krijgen zij een uitnodiging voor drie bijeenkomsten. De moeders komen voor het eerst bij elkaar wanneer de kinderen rond de zes weken zijn. Dit is meteen de nacontrole van de verloskundige. Daarnaast gaat de jeugdverpleegkundige in gesprek met de moeders over hoe zij het moederschap ervaren en maken de moeders kennis met de Dunstan babytaal. Hiermee leren ze signalen van hun baby beter te begrijpen. De tweede bijeenkomst is wanneer de kinderen rond de tien weken oud zijn. De moeders krijgen dan een workshop shantala babymassage.

Verbinding

Jeugdverpleegkundige Chrisje Herweijer van GGD Gelderland-Zuid ziet dat moeders het heel fijn vinden om hun ervaringen te delen. “Er komt veel op de moeders af wanneer zij hun eerste kind krijgen”, zegt zij. “De moedergroepen zorgen voor verbinding tussen de moeders. Het is mooi dat zij erkenning vinden en op elkaar kunnen terugvallen. De roze wolk is er niet altijd en dat is heel normaal.” De moeders kunnen elkaar, als zij dat willen, blijven zien. De derde bijeenkomst is namelijk een koffieochtend van Bakkie Kroost.

Bakkie Kroost

Bakkie Kroost is een activiteit voor alle opvoeders. “Ook opa’s en oma’s zijn welkom en het maakt niet uit of je ouder van een baby of puber bent”, zegt Froukje van Haut, een van de initiatiefnemers van Bakkie Kroost.

De groep is in september 2021 van start gegaan en komt een keer in de twee weken bij elkaar. De ene keer in Kesteren, de andere keer in Opheusden. “De kracht van deze groep is vooral het samenkomen en het delen van ervaringen”, zegt Froukje. “Vaak helpt het al enorm om te zien dat iedereen het weleens moeilijk heeft en tegen dingen aanloopt.”

Vaste gezichten en nieuwe mensen

Volgens Froukje bestaat de groep die bij elkaar komt voor Bakkie Kroost uit een aantal vaste gezichten, maar zijn er ook steeds nieuwe mensen. Zij komen om verschillende redenen naar de ochtenden. “Soms hebben mensen niet veel contacten”, vertelt ze. “Anderen komen omdat zij nieuw zijn in de gemeente en mensen willen leren kennen. Soms komen vriendinnen samen. Een ding hebben ze gemeen: ze vinden het heel fijn om erachter te komen dat meer mensen opvoeden knap lastig vinden en het heel normaal is om daarover te praten.”

Buurtgezinnen

Voor sommige ouders is er meer nodig dan samenkomen met anderen en ervaringen delen. Als het niet lekker loopt in een gezin en het nodig is om ouders te ontlasten, kunnen zij een beroep doen op Buurtgezinnen. Onder het motto ‘opvoeden doen we samen’ krijgen gezinnen die steun kunnen gebruiken hulp van een warm en stabiel gezin in de buurt. Op een vaste tijd gaat een kind naar een ander gezin en krijgt daar wat extra liefde en aandacht. “Zo zorgen we ervoor dat problemen in een gezin niet groter worden”, zegt Froukje van Haut die ook coördinator is van Buurtgezinnen in Neder-Betuwe. “Het mooie is dat Buurtgezinnen heel laagdrempelig is. Er zijn geen hulpverleners bij betrokken. Alle gezinnen doen het vanuit ervaring. Ze staan schouder aan schouder met de gezinnen die ondersteuning nodig hebben.”

Naar elkaar omzien

Sinds de start in 2020 zijn al 64 gezinnen gekoppeld in Neder-Betuwe. “Alleen al dit jaar hebben we 14 gezinnen blij kunnen maken. Het is mooi om te zien dat mensen zich inzetten en naar elkaar omzien. We horen goede verhalen. De gezinnen die ondersteuning krijgen zijn hier heel blij mee en laten ons weten dat het door de hulp van een Buurtgezin veel beter met hen gaat. Dat is natuurlijk ❱ vooral waar we het voor doen, er met elkaar voor zorgen dat de problemen niet groter worden.”

Bewell

Ook Stichting Bewell speelt een belangrijke rol in het aanbod voor jonge kinderen in Neder-Betuwe. Alle kinderen zijn welkom en als er extra aandacht nodig is voor kinderen die lichte zorg nodig hebben, dan kunnen de begeleiders die bieden. “Die mix is heel goed gelukt”, zegt Hanjo van Rees. Hij is een van de begeleiders van de zaterdagactiviteiten van Bewell. In twee groepen gaan de kinderen buiten aan de slag met bijvoorbeeld sport en spel, survival, samenwerkings- en creatieve opdrachten. De ene week komen de kinderen van 7 tot en met 10 jaar naar het terrein van Dekker in IJzendoorn, de andere week de kinderen van 11 jaar en ouder. Ze zijn van tien uur ’s morgens tot vier uur in de middag onder de pannen op een leuke manier.

Preventief

Sommige kinderen komen vanuit het Sociaal Team naar de zaterdagactiviteiten, anderen via thuiszorgorganisaties of via de buurtsportcoaches. “Voor deze kinderen werkt Bewell vooral preventief. “Zij zouden anders aangewezen zijn op een vorm van hulpverlening”, zegt Hanjo. “Bij ons zijn ze in goede handen. De meeste begeleiders hebben een pedagogische achtergrond in de zorg of het onderwijs. Wij leggen niet de nadruk op het negatieve gedrag. De kinderen moeten zoveel mogelijk meedraaien met het programma. Maar als het even te veel wordt of iemand is boos, weten we ook dat we het kind ruimte moeten geven.”

Meerwaarde

De zaterdagactiviteiten hebben een grote meerwaarde volgens Hanjo:

“Kinderen zijn lekker buiten en dat zorgt voor een andere dynamiek dan wanneer zij in bijvoorbeeld een zaaltje of kamer binnen zitten. Vooral