5 minute read

Interview met Mister Maestro Frits Sissing

Het grote publiek op een laagdrempelige manier kennis laten maken met kunst en cultuur. Dat streeft Frits Sissing in zijn televisieprogramma’s na. Bijvoorbeeld als boegbeeld van Maestro, waarin BN’ers als dirigent een orkest begeleiden. Daar steekt de presentator ook zelf veel van op, want de wereld van de klassieke muziek was voor hem in het begin nog onontgonnen terrein.

Mister Maestro

Als jouw moeder vroeger klassieke muziek opzette, rende je gillend de kamer uit. Waar kwam die aversie vandaan?

‘Uit onbegrip. Mijn moeder was al wat verder in haar ervaringen, dus ze luisterde niet naar instapmodelnummers. Ze zette wat moeilijkere stukken op. Mijn vader hield van jazzmuziek. Daar voelde ik me meer bij thuis.’

Hoe reageerde je toen juist jij werd gevraagd voor Maestro?

‘Mijn eerste spontane reactie was: o jee, programma’s met klassieke muziek hebben het op de Nederlandse televisie niet makkelijk. Mijn baas zag mijn twijfel en gaf me een stapel dvd’s van het Britse format van Maestro. Ik zag meteen potentie, want het programma laat op een laagdrempelige manier zien dat klassieke muziek niet alleen maar strak en netjes hoeft te zijn. Het kan ook ontspannen en vrolijk zijn.’

Hoe heb je jezelf de kunst van de klassieke muziek eigen gemaakt?

‘Om meer gevoel te krijgen bij de componisten ben ik een aantal biografieën gaan lezen. Onder meer van Tsjaikovski: wie was hij, wat was zijn drijfveer, was hij saai of leuk? Ook vond ik een website waar de verschillende periodes in de klassieke muziek helder stonden beschreven. Op zondagochtend heb ik tijdens het ontbijt een klassieke zender opgezet en ben ik gaan raden uit welke tijd de nummers kwamen. Samen met mijn vrouw, als een soort spelletje. Dat ging best goed, waardoor ik er lol in kreeg en elke week meer herkende. Ik weet nog dat ik op een gegeven moment in de auto klassieke muziek ging opzetten. Niet omdat het moest, maar omdat ik er zin in had.’

Wat trekt je aan in klassieke muziek?

‘De aantrekkingskracht begint met bewondering voor de passie van de makers. Ik vind het knap dat je iets uit het niets kunt bedenken, maken en uitwerken. Dat je daar al je energie in stopt. Prachtig! Ik houd van mensen die hun hele ziel en zaligheid in een bepaald project stoppen. Er is niet één specifieke componist van wie ik kan zeggen dat hij de beste is. Ik ben zeker nog geen kenner, dus voordat je het weet ga ik de verkeerde dingen zeggen. Maar ik merk dat ik Mozart goed aankan.’

Jij bent er het levende voorbeeld van dat je klassieke muziek ook op latere leeftijd kunt leren waarderen. Zie je jezelf als een rolmodel?

‘Ja, want ik ben eigenlijk de doelgroep van Maestro. We maken het programma niet voor mensen die al helemaal into klassieke muziek zijn. Zij zijn eerder terughoudend en vinden dat we klassieke muziek niet met de juiste houding benaderen. Terwijl ik denk: als je voor het eerst koffie gaat drinken, dan begin je ook niet met de strafste espresso. Je neemt eerst rustig een cappuccino om aan de smaak te wennen en gaat na een tijdje eens kijken wat er nog meer is: een caffè macchiato, misschien een espresso. Zo doorloop je alle fases, waarbij ik nog redelijk in de cappuccinofase zit.’

Vind je het belangrijk dat een groot publiek kennismaakt met klassieke muziek, bijvoorbeeld door een programma als Maestro?

‘Zeker! Ik denk dat kunst en cultuur je leven verrijken, dus ik wil dat in al mijn programma’s overbrengen. Klassieke muziek en andere vormen van kunst helpen je om even te ontsnappen aan de werkelijkheid. Je bent uit de hectiek van alledag en kunt genieten van de schoonheid. Op drukke dagen zorgt dat voor balans en vreugde in je leven. Ik zie het als mijn taak, en die van de publieke omroep, om mensen in ieder geval te laten kennismaken met vormen van kunst en cultuur. Of ze er iets mee gaan doen, dat moeten ze zelf beslissen. Maar als het niet wordt aangereikt, dan is die kans sowieso klein.’

Wat doe je als je kinderen de benen nemen als je klassieke muziek opzet?

‘Inmiddels zijn ze het huis uit, maar we probeerden op zondag altijd gezamenlijk te ontbijten. Dat was toen ze pubers waren best lastig, maar dan kregen ze wel iets mee van de klassieke muziek die ik altijd opzet. We hebben ook ooit de afspraak gemaakt dat we elke vakantie minimaal naar één museum gaan met z’n vieren. Dat hebben we altijd gedaan, wat voor mijn gevoel toch wel z’n vruchten heeft afgeworpen. Soms moet je ergens bewust op worden geattendeerd om er een connectie mee te krijgen.’

Heb jij door Maestro ook meer gevoel gekregen bij de instrumenten van het orkest?

‘Ik vind het heel bijzonder dat sommige instrumenten eeuwenoud cultureel erfgoed zijn, wat dan ook weer een enorm effect heeft op het geluid dat ze maken. Zelf heb ik als kind slagwerk gespeeld, maar ik ben niet verder gekomen dan onder de trap een beetje meetikken op mijn drumstel. Het is voor mij dus een ver-van-mijn-bedshow, maar ik hoor Maestro-juryleden Isabelle van Keulen en Dominic Seldis vaak met zoveel liefde en vakmanschap over de instrumenten praten. Voor mij is een bas een bas, maar Dominic hoort iets heel anders dan wat ik hoor. Ik vind dat fascinerend.’

Tekst: Fleur Baxmeier Fotografie: Friso Keuris