
3 minute read
Ik kan uren lezen aan een guinguette op een dekentje, met een glaasje rosé en m’n hoofdtelefoon op. Heerlijk!
by Muntpunt
Nina Neyrinck (32) groeide op in Overijse en studeerde geschiedenis aan de KU Leuven. Ze ontdekte Brussel zo’n zes jaar geleden toen ze vanuit Leuven naar Koekelberg verhuisde en kwam werken in gemeenschapscentrum Op-Weule. Eerst als sociaal-cultureel werker en sinds kort als centrumverantwoordelijke.

Advertisement
Nina is een enthousiaste lezer en loopt regelmatig binnen in de kelderbibliotheek van Sint-LambrechtsWoluwe, gevestigd in datzelfde gemeenschapscentrum. Vaak voor nieuw leesvoer, maar nog vaker voor fijne samenwerkingen zoals lezingen, oefenkansen Nederlands en activiteiten rond poëzie en digitale geletterdheid.
zich zo’n 30 jaar later af in Amerika en gaat meer over de auteur als persoon en haar werk in het ziekenhuis, minder over het land zelf. Naar het einde toe vond ik het verhaal iets minder goed. Er werden nog veel extra facetten en evenementen toegevoegd waardoor het naar mijn gevoel wat te vol werd.
Wat is voor jou een goed boek?
Het moet in eerste plaats een goed, meeslepend verhaal zijn dat je wil blijven lezen. Ik ben ook fan van mooi en sprekend taalgebruik, van zinnen die je graag wil onthouden. Maar het moet ook niet te ingewikkeld worden, daar knap ik dan weer op af. Ik wil een bladzijde niet meermaals moeten lezen om het verhaal te begrijpen. Het taalgebruik mag zeker verfijnd zijn, maar moet toch steeds bevattelijk en meeslepend blijven.
Dag Nina! Waarom koos je voor het boek ‘Het vonkenpaleis’ van Nadia Hashimi?
Al snuisterend in Passa Porta zag ik dit recente boek liggen en de achterflap overtuigde me. Historische fictie is een genre met ingrediënten die me aanspreken: een intrigerende plot gecombineerd met spannende elementen en een inkijk in de geschiedenis en cultuur van een land. Ook de inspirerende biografie van de auteur op de achterflap trok meteen mijn aandacht.
Heb je het boek graag gelezen?
Ja, vooral het eerste gedeelte dat zich afspeelt in het Afghanistan van de jaren 70 vond ik sterk geschreven. Ik was volledig in de ban van het mooie en bruisende land. Er waren veel details waardoor ik als lezer een duidelijke inkijk kreeg in hoe het land er toen moet hebben uitgezien. Je merkt ook dat het geschreven is door iemand met Afghaanse roots die de lokale cultuur en verhalen door en door kent via haar ouders. Ik las het boek bovendien op vakantie, dus ik kon blijven doorlezen. Het tweede deel van het verhaal speelt
Wie heeft jouw leeshonger gevoed?
Vroeger kon ik niet zo goed lezen. Als kind droeg ik een leesbril en ik herinner me dat ik vaak op schoot zat bij m’n opa om te oefenen. De vriendin van m’n opa, Madeleine, sponsorde mijn boekencollectie. Ik mocht haar altijd bellen wanneer ik een boek uitgelezen had en dan kocht ze steeds nieuw leesvoer voor mij. Of toch meestal, want ik herinner me nog een grappige anekdote: ooit gaf ze mij een nieuw boek van Marc de Bel dat ik diezelfde dag al uitlas. Toen ik Madeleine opbelde om dit te verkondigen en naar een volgend boek te vragen, vond ze dat ik het toch nog een tweede keer moest lezen. Wat ik dan ook gedaan heb. Een groot deel van mijn collectie jeugdboeken bestaat dankzij haar sponsoring.
Recent werd je lid van een nieuwe boekenclub. Hoe ben je daarin terechtgekomen? En welke boeken worden er zoal gelezen?
Hij is opgestart door een vriendin van mij. We bespreken er ook gewoon boeken onder vriendinnen, het is niets officieels. De drijvende kracht is momenteel in het buitenland, dus we moeten nog een moment vinden om samen te komen en ‘Americanah’ van Chimamanda Ngozi Adichie te bespreken. Voordat ik me aansloot, werd ‘Ik ben een eiland’ van Tamsin Calidas als eerste boek besproken. Een ander boek op het lijstje is ‘Een verzwegen leven’ van Eva Kamanda (ook één van de 19 boeken, meer info p. 30-31, n.v.d.r.).
Wanneer en waar lees je het meest?
Op het openbaar vervoer. Ik ben 30 à 40 minuten onderweg naar het werk en die tijd vul ik graag op met lezen. Bij mooi weer lees ik het liefst buiten en dan wil ik de tijd kunnen nemen om lang te lezen. Ik kan uren lezen aan een guinguette (een zomerbar, vooral te vinden in Brusselse parken, n.v.d.r.) op een dekentje, met een glaasje rosé en m’n hoofdtelefoon op. Heerlijk! Toen ik in Schaarbeek woonde, ging ik ook vaak lezen in het Josaphatpark, op de helling van de Brusiliatoren.
Wat is jouw band met Brussel? Hoe ben je er terechtgekomen?
Ik groeide op in Overijse en Brussel werd als gevaarlijk aanzien. Als we naar een stad gingen, was het altijd Leuven. Daar ben ik ook blijven plakken na mijn studies. Door in Brussel te komen werken, in gemeenschapscentrum Op-Weule, moest ik pendelen. Ook mijn toenmalig lief pendelde en daarom besloten we de stap naar Brussel te zetten. In het begin moest ik wennen en vond ik het hier niet plezant, maar achteraf gezien ben ik heel blij dat ik naar Brussel ben verhuisd. Er is altijd iets te doen en er zijn zoveel verschillende buurten, leuke cafés en winkeltjes.

Nina tipt:
Het vonkenpaleis • Nadia Hashimi
(meer info p. 30-31)
