
4 minute read
Vitaal bedreigde neonaat in beeld
Vitaal bedreigde neonaat in beeld Verpleegkundige met onderzoeksambities
“Hoe gaaf zou het zijn om straks te kunnen zeggen dat ik heb bijgedragen aan een instrument dat landelijk gebruikt wordt?” Verpleegkundige Maroeska Soeteman werkt aan de validatie van de door haar ontwikkelde Neonatale Vitaal Score.
Soms krijgt Maroeska Soeteman een e-mail of telefoontje uit een ander ziekenhuis. “Hoe staat het ervoor?”, luidt dan de vraag. “Wanneer verwacht je de Neonatale Vitaal Score te hebben gevalideerd? Dan kunnen wij die ook gaan toepassen.” Maroeska werkt tien jaar in het Maasstad Ziekenhuis. Ze begon als verpleegkundige op de afdelingen Kindergeneeskunde en Neonatologie. “Vijf jaar geleden besloot ik me toe te leggen op neonaten (pasgeborenen). Daarvoor ging ik de opleiding tot neonatologieverpleegkundige volgen: theorie en stage in het Erasmus MC, het bijbehorende onderzoek in het Maasstad Ziekenhuis. Voor het onderzoek kwam het goed uit dat binnen onze afdeling al een tijdje een vraag op de plank lag. Vanwege tijdsgebrek was nog niemand eraan toegekomen, waarop ik besloot ermee aan de slag te gaan.”
Gemis
Waar ging het om? Maroeska: “Het is belangrijk om bij een patiënt de mate van ziekte te kunnen vaststellen en deze ook te monitoren. Zo kan tijdig een vitaal bedreigde patiënt worden herkend en behandeld. Ons land heeft hiervoor de Early Warning Score (EWS). Máár: die was er alleen voor volwassenen en kinderen, niet voor neonaten. Een gemis, want neonaten zijn een uitermate kwetsbare groep. Voor het onderzoeksgedeelte van mijn opleiding heb ik daarom bekeken of ook een EWS kon worden ontwikkeld voor neonaten.” Maroeska slaagde in haar opzet (zie kadertekst ‘Meten’). Ze vertelt: ”De Neonatale Vitaal Score is tot stand gekomen op basis van literatuuronderzoek. Op PubMed en andere openbare digitale databases heb ik gezocht naar studies over vitaliteitsscores. Dat doe je met steekwoorden die je steeds specifieker maakt om bij de juiste bronnen te komen. Uiteindelijk bleven ongeveer twintig onderzoeken over. Stappen uit die studies heb ik verwerkt in het nieuwe instrument. Ze zijn besproken met kinderarts Martin Baartmans en verpleegkundig specialist neonatologie Richard Willemsen. Hun feedback was belangrijk, want de afdeling moest achter het instrument staan en het werkbaar vinden in de praktijk.” Sinds 2018 hanteren de 45 verpleegkundigen op de afdeling Neonatologie de Neonatale Vitaal Score. Maroeska: “Ik heb de collega’s destijds een korte scholing gegeven. Het uitgangspunt is dat een verpleegkundige drie keer per etmaal de score van de neonaat meet: tijdens de dag-, avond- en nachtdienst. Bij verslechtering van de situatie gebeurt het vaker. Je verwerkt de gegevens in het EPD. Tijdens de artsenvisite bekijkt de specialist de score en bespreekt die eventueel met de verpleegkundige. I s de score te hoog, dan zoekt de verpleegkundige onmiddellijk contact met de arts, want dan moet er binnen een half uur een nieuw behandelbeleid zijn.”
BIJDRAGEN AAN BETERE EN
VEILIGERE ZORG”
Filmpjes
Nu is voor Maroeska een nieuwe onderzoeksepisode aangebroken: validatie. “Ik wil weten: meet de Neonatale Vitaal Score wat we willen? Is het een betrouwbaar middel om tijdig vitaal bedreigde patiëntjes te herkennen? Als we dat aantonen, zouden ook andere ziekenhuizen er gebruik van willen maken – vandaar die e-mails en telefoontjes. In de ideale situatie is de Neonatale Vitaal Score straks onderdeel van het Veiligheidsprogramma van het ministerie van VWS.”
Maroeska Soeteman
Maroeska trekt een jaar uit voor het onderzoek. “Ik ga filmpjes maken van neonaten. Vervolgens vraag ik 25 collega-verpleegkundigen telkens van hetzelfde kind de score vast te stellen. Als ze tot dezelfde score komen, duidt dat op betrouwbaarheid van het instrument. Wijken de metingen af van elkaar, dan zal het moeten worden aangepast. Ook ga ik terugkijken in het EPD. Werden de kinderen met een hoge waarde ook echt allemaal vitaal bedreigd, bijvoorbeeld door een infectie?” Maroeska, die de opleiding tot verpleegkundig specialist ambieert, moedigt verpleegkundigen aan onderzoek te doen. “Want dat is niet voorbehouden aan artsen. Verpleegkundigen kunnen óók bijdragen leveren aan betere en veiligere zorg. Mijn advies is: begin gewoon. Vraag een arts of andere zorgverlener met onderzoekservaring jou te helpen én klop aan bij de Maasstad Academie of het Wetenschapsbureau. Ik heb ervaren dat ze je daar precies kunnen vertellen welke stappen je moet zetten en wat je daarbij nodig hebt. Denk bijvoorbeeld aan het opstellen van een onderzoeksprotocol.” Meten
Wat meet de verpleegkundige om tot de Neonatale Vitaal Score te komen? • Ademfrequentie • Ademarbeid • Saturatie: wat is het zuurstofgehalte in het bloed met en zonder zuurstoftoediening? • Respiratoire ondersteuning • Hartslag • Huidskleur bij de capillair refill. Dit is een maat voor de doorbloeding van huidweefsel. • Mentale status. Is het kind alert? Reageert het op de handelingen van de verpleegkundige? • Lichaamstemperatuur • Incidenten. Is er een hartslag- of zuurstofdaling of een incident met het gastro-intestinaal systeem, zoals spugen of een bolle buik?
De verpleegkundige maakt tijdens de metingen onderscheid tussen prematuren en baby’s die op tijd zijn geboren. Er gelden verschillende grenzen.