MO*magazine 103

Page 1

inhoud

APRIL 2013

nieuws

tendensen

mensen en verhalen

6-17

18-41

42-55

6 ❘ de wereld kort

18 ❘ in beeld

Brazilië, Libië, dumpingfraude, Mexico, coöperatieve bank, Wereldsolidariteit

Syrische vrouwen nemen de wapens op

20 ❘ interview

44 ❘ portretten

Harald Welzer wil de toekomst heroveren.

10 ❘ baanbreker Productdiensteneconomie

Filipijnse ondernemers

24 ❘ dossier

12 ❘ geopolitiek

48 ❘ documentairemaker

Vijf jaar crisis in de EU: de kloof neemt toe

Strijd om de Zuid-Chinese Zee

14 ❘ misdaad

Raoul Peck keert terug naar zijn geboorteland Haïti.

30 ❘ essay

De Georgische maffia is terug © eOne Belgium / detail uit de filmposter van Eastern Promises

42 ❘ in beeld

Istanboel

52 ❘ Kenia

Ongelijkheid bestrijden om armoede tegen te gaan

Paradise Lost

34 ❘ reportage

14

52

Zuid-Soedan: onafhankelijk maar hopeloos verdeeld

40 ❘ argentinië

© Griet Hendrickx

De inflatie achterna

34

moQservice

56-66 56 ❘ 58 ❘ 62 ❘ 64 ❘ 66 ❘

© Jeroen Van Loon

‘Het is een parallelle wereld. Eigenlijk zegt de Georgische maffia: wij zijn de wet en trekken ons niets aan van de rest.’ Q

debat recensies agenda opinie column bruksel

Misdaad pagina 24

MOQ • april 2013 • www.mo.be

3


COMMENTAAR

door Olivia Rutazibwa

VOORWOORD

door Gie Goris

Kenia beslist

Manifest

De recente film met de Mexicaanse superster Gael Garcia Bernal, No, gaat over het referendum in Chili dat bedoeld was om generaal Pinochet na zestien jaar dictatuur nog eens een termijn van acht jaar aan het hoofd van het land te geven. Dat plan mislukte, onder andere omdat de politieke partijen –tegen alle verwachtingen en historische ervaringen in- erin slaagden één front te vormen achter de neenstem. En omdat ze een creatieve campagne voerden die het verlangen naar geluk centraal stelde in plaats van de nadruk te leggen op de moorden, de verdwijningen en de onderdrukking onder de dictatuur. Links haalde het, met andere woorden, door zijn boodschap tijdelijk te depolitiseren. Het tegendeel heeft de voorbije jaren plaatsgevonden in het Westen. Het hele politieke centrum had een beweging van permanente depolitisering ingezet. Politiek was niet langer een zaak van maatschappelijke en ideologische keuzes, maar van pragmatisch goed bestuur. Managers en spindoctors zorgden voor de goednieuwsshow, terwijl het eigenlijke bestuur uit handen gegeven werd aan grensoverschrijdende privébelangen. Zowel Harald Welzer als Raoul Peck maken in dit nummer duidelijk dat die situatie onwenselijk en onhoudbaar was. In Vlaanderen waren het echter niet de linkse maar de rechtse partijen die de gezellige consensus doorbraken. Met hun polariserende boodschappen politiseerden zij de publieke ruimte opnieuw radicaal. Daardoor kan het gesprek weer over echte maatschappelijke keuzes gaan. Voorstanders van diversiteit, solidariteit en duurzame productie en consumptie, moeten van die opportuniteit gebruik maken en hun idealen ook opnieuw vertalen in grootse en meeslepende maatschappelijke projecten. Gold twintig jaar geleden de stelling dat de Grote Verhalen verleden tijd waren, dan is de vaststelling vandaag dat kleine stapjes en marginale aanpassingen niet meer volstaan. De crisis waarin de Europese samenlevingen zitten, is te diep en te veelvormig om aangepakt te worden met kleine lettertjes en geruststellende verklaringen. En de uitdagingen waar de internationale gemeenschap voor staat, zijn te belangrijk om over te laten aan technocraten en andere conferentienomaden. Om de toekomst te heroveren, zoals Welzer stelt, hebben we nood aan een Groot Verhaal waarin de belofte op geluk voor iedereen centraal staat. El pueblo unido jamas sera vencido.

Kenia heeft beslist. Met 50,07 procent van de stemmen wordt Uhuru Kenyatta, zoon van Kenia’s eerste president, de vierde president van de Oost-Afrikaanse economische grootmacht. De voorkeur van de nipte meerderheid van de Kenianen strookt allicht niet met die in het Westen, noch met die van de veranderingsgezinden in het land. De overwinning van vermeend oorlogsmisdadiger Kenyatta heeft onder andere te maken met de statistische tirannie van de etnische stem en met nationalistische proteststemmen tegen de westerse inmenging. MO*wereldblogger Jan Van den Broeck schrijft op de website www.MO.be dat in 2010 nog 68 procent van de Kenianen achter het Internationaal Strafhof in Den Haag stond terwijl dat in 2011 terugliep tot 38 procent. De recente verkiezingsuitslag doet vermoeden dat dat percentage vandaag nog lager ligt. Niettemin zijn er in Kenia heel wat redenen tot optimisme. Er zijn de progressieve grondwet en de grondige staatshervorming waar iedereen de mond van vol heeft. Er is het zelfvertrouwen dat de Kenianen in hun land injecteerden met de vredevolle stembusgang en een aarzelend groeiend vertrouwen in een juridisch systeem om geschillen te beslechten. Bovenal is er het activisme dat in alle uithoeken van het land opduikt om de vruchten van de economische groei eerlijker te verdelen. De plannen voor een nieuwe wereldhaven in Lamu, aan de noordkust van Kenia, worden met argusogen gevolgd door de lokale bevolking. Inspraak en consultatie worden met wisselend succes afgedwongen. De rol van buitenstaanders kan hier hoogstens ondersteunend en observerend zijn. De vraag is of de kiezers Uhuru Kenyatta –zelf een grootgrondbezitter– onder druk zullen zetten om iets te doen aan de ontwikkelings- en grondproblemen in zijn land. Daar ligt immers de sleutel tot duurzame vrede in Kenia. Niet in Den Haag.

4

MOQ • april 2013 • www.mo.be

door John Vandaele

Een Unie die rust op dynamiet ❱

Het MO*dossier van deze maand (blz. 24) toont aan dat de Europese Unie met haar crisisbeleid meer sociaal leed heeft veroorzaakt dan nodig was. Er was een route denkbaar die qua begrotings- en schuldcijfers wellicht even goed zou hebben gescoord maar tot minder economische krimp, werkloosheid en sociale problemen zou hebben geleid. Bovendien dreigt het huidige beleid de zuidelijke eurolanden jarenlang in een depressie te duwen. Daarnaast vertoont de Europese democratie ernstige gebreken, waardoor Duitsland bovenmatig kan wegen op de besluitvorming. Ten slotte zijn veel Europeanen zich niet bewust van hun onderlinge lotsverbondenheid, die er in de feiten wel degelijk is. Het is een giftig mengsel waaraan allerlei vreemde dampen ontsnappen: Engelse nationalisme (de razende Farage), Grieks nazisme, Italiaanse protestpartijen en als klap op de vuurpijl een Duitse anti-europartij. De EU stond al vaker voor grote problemen maar dit is de eerste keer dat Europees beleid zoveel mensen echt pijn doet: de Unie belandt in de emotionele vuurlijn. Kan de EU op deze manier overleven? Het klopt dat de Unie ons continent vrede bracht –Europees president Herman Van Rompuy sprak daarover ontroerende woorden toen hij in Oslo de Nobelprijs voor de vrede in ontvangst nam. Maar anno 2013 volstaat dat niet meer als bindmiddel. Er is meer nodig. Het idee van Frank Vandenbroucke over de EU als garant van de European way of life –zoals de Duitse filosoof Jürgen Habermas ons sociaal model omschrijft– geniet momenteel weinig steun. Om allerlei redenen willen vele politici niet dat de Unie zich met het sociale luik bemoeit. Toch moeten Europese politici zich realiseren dat een Unie die keihard economischfinanciële normen afdwingt, maar boterzacht is als het gaat om de strijd tegen armoede en ongelijkheid, evenmin de harten zal veroveren. Natuurlijk moet het oude continent, zolang het inzet op globalisering, competitief blijven. Het moet producten

kunnen slijten in het buitenland om de invoer van olie of iPads te betalen. Vraag is wat die competitiviteit veronderstelt. Globalisering, technologische verandering en deregulering duwen de rijke landen in de richting van meer ongelijkheid. Dat is nu niet langer omstreden. De Europese natiestaten verzetten zich tot nu toe beter tegen die druk dan de VS. Toch geeft de EU de indruk dat ze ons met haar beleid van besparing en flexibilisering onwillekeurig in de richting van de VS duwt. De Scandinavische landen bewijzen dat een sterke welvaartsstaat, weinig ongelijkheid én competitiviteit ook nu nog compatibel zijn: hun economie groeit en ze hebben weinig schulden. Hun geheim is een oordeelkundige mix van hoge belastingen, een efficiënte overheid, sociale investeringen, flexibiliteit en hervormingen van de welvaartstaat: pragmatisme om een sociaal doel. Zelfs het hyperliberale weekblad The Economist noemt deze landen –met een staatsbeslag van vijftig procent!– het nieuwe supermodel. De EU kan de nationale welvaartsstaten steunen als ze hen helpt rechtvaardiger belastingen te innen. De taks op financiële transacties is daar een voorbeeld van maar er zal meer nodig zijn om de bevolking ervan te overtuigen dat de EU ook staat voor sociale en fiscale rechtvaardigheid. Zolang multinationals en zeer rijke mensen amper belastingen betalen, heeft Europa nog veel werk. In de eurozone volstaat het overeind houden van de solidariteit binnen de lidstaten echter niet: meer solidariteit tussen de lidstaten lijkt onvermijdelijk. En daar wringt het schoentje. Enerzijds wil het noorden niet dat de EU transfers naar het zuiden organiseert. Anderzijds klopt het dat de zuidelijke eurolanden hun plaats moeten heroveren in de wereldeconomie. Zolang de EU niet kan zorgen voor de middenweg tussen solidariteit van het noorden en verantwoordelijkheidszin in het zuiden –en ook als de hoeder van dat evenwicht wordt gezien– rust de euro en met hem de Unie op politiek en sociaal dynamiet.

MOQ • april 2013 • www.mo.be

5


de wereld kort Oplossing voor Libische ontheemden blijft uit

De macht van de grootgrondbezitters in Brazilië blijft onaantastbaar. Volgens de Pastorale Commissie voor Landhervorming (CPT) wordt in het land om de twaalf dagen iemand vermoord in een conflict over grond. De meeste moorden en verdwijningen in grondconflicten blijven onbestraft, waardoor de schuldigen zich ongenaakbaar voelen. De harde realiteit kwam in januari nog eens in de internationale aandacht met de brutale moord op Cicero Guede. Hij werd vermoord in Campos, in het noordoosten van de deelstaat Rio de Janeiro. Guedes was een erg gemotiveerd leider van de Beweging voor Landloze Boeren (MST). In de deelstaat Acre werd de CPT zelf op twee jaar tijd zeven keer het slachtoffer van inbraken in het kantoor en doodsbedreigingen. Acre en Pará zijn deelstaten met veel mijnbouwprojecten, water en grond. Medewerkers van de CPT waren bedreigd omdat de Commissie zich kritisch had uitgelaten over de

6

Mei 2012. Pataxoindianen in de Braziliaanse deelstaat Bahia vieren het vonnis van het Hooggerechtshof dat hen grondrechten toekent.

Druk op grond in Brazilië concentratie van de natuurlijke rijkdommen in handen van enkelen. Grote bedrijven, grondspeculatie maar ook witwasoperaties van drugsgeld zorgen voor een toenemende druk op de grond, waardoor de nu al legendarische ongelijke verdeling in Brazilië nog problematischer wordt. Volgens een onderzoek van de Braziliaanse denktank CEBRAP is een derde van de landbouwgrond in eigendom van 0,8procent van de landeigenaars. 85procent van de beste landbouwgrond wordt gebruikt voor ggo-soja, maïs en suikerriet voor de export. Tegelijk wonen in Brazilië 150.000 boerenfamilies op bezet land. Vier miljoen armen leven op het platteland in mensonwaardige omstandigheden, worden onderbetaald en hebben een tegemoetkoming nodig van de Bolsa Familia, een subsidie die de Braziliaanse overheid toekent aan arme gezinnen. Volgens de Braziliaanse grondwet

moet grond die een aantal jaren braak ligt, herverdeeld worden onder landloze boeren. Onder de huidige regering van Dilma Rousseff is het areaal dat herverdeeld is echter tot een historisch minimum gezakt. In 2011 kregen 22.000 families land in eigendom, onder haar voorganger Lula waren dat er per jaar gemiddeld drie keer zo veel. Volgens Rousseff gaat het er niet alleen om boerengezinnen grond te geven. Ze vindt dat je hen ook moet begeleiden om die grond productief te maken, anders creëer je “rurale favelas”. Tussen 2011 en 2012 daalden de middelen van het Nationaal Instituut voor Kolonisering en Landhervorming (INCRA) om grond te kopen met 11,5 percent terwijl de middelen voor technische ondersteuning met 123procent stegen. Maar liefst 120miljoen hectare landbouwgrond ligt er onbewerkt bij, terwijl 800.000 families wachten op een stukje. (Alma De Walsche)

MOQ • april 2013 • www.mo.be

De Libische stad Tawergha werd slachtoffer van een wraakactie door revolutionaire milities uit het naburige Misrata.

© Jeroen Van Loon

© REUTERS/Lunae Parracho

Twee jaar na de Libische revolutie is er nog steeds geen terugkeeroplossing voor de Tawerghanen. Die Afrikaanse Libiërs werden tijdens de revolutie uit hun stad verdreven door anti-Khadaffi-brigades. Naar schatting 60.000 Libiërs die bestempeld worden als Khadaffigetrouwen zijn nog niet teruggekeerd naar hun oorspronkelijke woonplaats. Onder hen 30.000 Tawerghanen, die voornamelijk in twintig vluchtelingenkampen rond Tripoli en Benghazi wonen. Tegen juni 2013 willen de Tawerghanen –die in de 18de en 19de eeuw vanuit sub-Saharaans Afrika naar Libië werden gebracht en ingezet als slaven– terugkeren naar hun vernielde Tawergha, de stad waar de voormalige slaven zich massaal vestigden. In augustus 2011 werd Tawergha het slachtoffer van een wraakactie door revolutionaire milities uit de naburige stad Misrata. Die kwam er nadat een minderheid van Tawerghanen zich, aan de zijde van Khadaffi-troepen, schuldig had gemaakt aan systematische verkrachtingen en andere geweldacties in Misrata. De wraakactie door de Misrata-milities ging gepaard met grove mensenrechtenschendingen, zoals willekeurige arrestaties, foltering en moord. De mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch documenteerde de schendingen uitvoerig. Vanuit Misrata, nog steeds een bolwerk van gewapende groe-

pen, blijft er felle tegenkanting tegen een terugkeer naar Tawergha. Die houding wordt door nogal wat Libiërs, fout geïnformeerd over de rol van de Tawerghanen, op begrip onthaald. Georg Charpentie, de VN-afgevaardigde in Libië die onder meer verantwoordelijk is voor de ontheemden, noemt de leefsituatie in de kampen beter dan twee jaar geleden ‘maar nog steeds onaanvaardbaar’. Toch lijkt er hoop te zijn. Het voorbije jaar verminderden de aanvallen op de kampen en volgens internationale waarnemers werd de taboesfeer over het lot van de Tawerghanen deels doorbroken. Leiders van

de Tawergha-gemeenschap verontschuldigden zich officieel tegenover de inwoners van Misrata en toonden zich bereid om mee te werken aan de uitlevering en berechtiging van Tawerghanen die zich schuldig hebben gemaakt aan gewelddaden in Misrata. Maar een echt verzoeningsproces tussen Tawergha en Misrata blijft voorlopig uit. En dat hangt samen met de huidige toestand in Libië, dat er niet in slaagt om zijn veiligheidsdiensten te centraliseren, de vele gewapende milities in het land te ontbinden en de conflicten tussen lokale gemeenschappen te neutraliseren. (Tine Danckaers)

Dumpingfraude in de Antwerpse haven ❱

De nationale opsporingsdirectie van de douane heeft in 2012 verschillende onderzoeken gevoerd naar fraude inzake antidumpingrechten. Ze heeft aanwijzingen dat die taksen werden ontdoken bij de invoer van fietsen, aluminium wielen en bouten en moeren die vermoedelijk afkomstig zijn uit China. ‘Er is sprake van dumping wanneer een bedrijf aan Europese lidstaten producten verkoopt aan een lagere prijs dan in zijn thuisland’, zegt Paul De Coensel van de nationale opsporingsdirectie. ‘Dat vormt een ernstige bedreiging voor de Europese economie. Om Europese producenten te beschermen, heeft de EU dan ook antidumpingrechten ingesteld voor een aantal goederen. Die gelden telkens voor vijf jaar en kunnen oplopen tot zelfs 85procent van de prijs van de import. Met fraude valt dan

ook veel geld te verdienen.’ Het schema is eenvoudig: exporteer een product niet rechtstreeks vanuit China naar Europa, maar voorzie een tussenstop in een ander land en pas het certificaat van oorsprong aan. De Coensel: ‘Zo hebben we in een onderzoek naar de correcte aangifte van aluminium autowielen uit China acht vaststellingen gedaan in de haven van Antwerpen. Het verschuldigde bedrag antidumpingrechten loopt op tot 1.018.623 euro. Die wielen komen toe in containers vanuit Maleisië, Indonesië of Bangladesh, of ze worden aangegeven als stalen velgen –waarop geen dumpingrechten verschuldigd zijn. Een ander onderzoek, dat al een hele tijd loopt, focust op fietsen. De kaders en andere onderdelen komen uit China maar er gebeurt nog een kleine bewerking in Sri

MOQ • april 2013 • www.mo.be

Lanka. Volstaat dat om het product aan Sri Lanka toe te wijzen? Het is niet altijd een makkelijk verhaal. Olaf, de antifraudedienst van de EU, is twee keer in Sri Lanka terplekke geweest om dat uit te zoeken.’ De douane voert ook een onderzoek naar bouten en moeren die vermoedelijk afkomstig zijn uit China. Een Belgische douanier is in februari samen met Olaf op missie geweest in Indonesië om de zaak verder uit te zoeken. Vorig jaar kwam nog aan het licht dat een Amerikaans bedrijf tussen oktober 2009 en november 2011 biodiesel naar Europa had geëxporteerd via een tussenstop in India. Zo probeerde het voor 8.432.891 euro antidumpingrechten te ontwijken. De vier schepen met biodiesel aan boord kwamen toe in de haven van Antwerpen. (Kristof Clerix)

7


Het werk van mutualiteiten in Benin is vergelijkbaar met wat Kind en Gezin in België doet: baby’s wegen, vaccinaties toedienen, advies geven.

de wereld kort

‘ Het Zuiden kan ons model redden’ ❱

Het windmolenpark in La Ventosa is sinds 2009 in gebruik. Mexico wil een derde van zijn energie opwekken uit hernieuwbare bronnen.

Tegen 2024 wil Mexico ruim een derde van zijn energie halen uit hernieuwbare bronnen. Het zuiden van het land is een goudmijn voor windenergie en vooral Oaxaca is de place to be. Tegen 2020mikt Mexico op twaalf gigawatt elektriciteitsproductie uit windenergie, waarvan een groot deel afkomstig uit Oaxaca. Momenteel zijn er in die deelstaat al vijftien windenergieprojecten in werking. Daarnaast is er ook een in Baja California en een in Chiapas. Zestien projecten zitten in de pijplijn (negen in Oaxaca, vijf in Baja California en twee in Jalisco). Maar al die installaties worden overschaduwd door het megaproject van de landengte van Tehuantepec. In die regio is het grootste windpark van Mexico gepland –en tevens een van de grootste van LatijnsAmerika. Het gaat om 132 turbines en

een transmissielijn van 52kilometer om het park te verbinden met het elektriciteitsnet. Het windpark is een onderdeel van het Mesoamerica-project, vroeger Plan Puebla Panama genoemd, een immens infrastructuurproject voor Midden-Amerika. Het project van de landengte zou uitgevoerd worden door het Spaanse bedrijf Mareña Renovables. Doel is elk jaar een miljoen ton CO2 te besparen –een immense stap vooruit voor het klimaat. Probleem is dat de lokale gemeenschappen zo’n park helemaal niet zien zitten. Zij stellen dat alle voordelen naar de anderen gaan (elektriciteit voor de stad Ixtepec en voor bedrijven als Heineken, Coca-Cola en andere) terwijl zij zelf met de nadelen opgezadeld worden: geluidshinder, verlies van flora en fauna, en waterverontreiniging. Sommige gemeen-

schappen worden zelfs van hun grond verdreven. De strijd gaat hard tegen hard. Leiders van het verzet werden benaderd in pogingen tot omkoperij. Sommigen ontvingen doodsbedreigingen van huurmoordenaars. Toch willen de inwoners niet wijken. In opdracht van het Spaanse bedrijf Mareña en op bevel van de gouverneur Gabino Cué omsingelde de politie de gemeenschappen van Alvaro Obregón en San Dionisio del Mar, nadat die op 31 januari een gedwongen overleg met het bedrijf geweigerd hadden. Omwille van al die weerstand heeft het bedrijf er al mee gedreigd een nieuwe locatie te zoeken. Voorlopig voelen de georganiseerde gemeenschappen zich overwinnaars, al is de strijd nog lang niet gestreden. De belangen die op spel staan, zijn immers groot. (Alma De Walsche)

Coöperatieve bank zoekt

© Reuters/Jorge Luis Plata

8

MOQ • april 2013 • www.mo.be

Het uur van de waarheid nadert stilaan voor NewB, de coöperatie die onderzoekt of er in België ruimte is voor een nieuwe coöperatieve bank. Vijftig organisaties van het ruime Belgische middenveld hebben zich al achter het project geschaard, van grote vakbondscentrales over milieuorganisaties en de Gezinsbond tot lokale (Kringwinkel Antwerpen) en kleinere initiatieven (Pala). Met de campagne ikbankmee willen de initiatiefnemers nagaan of ook het grote publiek er oren naar heeft. Vanaf eind maart trekken ze op roadshow door –voorlopig– 51Belgische steden om hun verhaal te doen en leden/vennoten voor de nieuwe coöperatieve bank te werven. Coördinator Marc Bontemps: ‘We willen tienduizend mensen vinden die een aandeel van twintig euro kopen. Als dat lukt, beslissen we in juli of we de volgende stappen in dit verhaal zetten.’ De nieuwe bank zal zeker zeven miljoen euro startkapitaal moeten bijeenbrengen. Volgens Bontemps zijn naast de vele middenveldorganisaties ook investeerders geïnteresseerd in een nieuwe coöperatieve bank.

De ngo Wereldsolidariteit startte zijn jaarlijkse campagne met de voorstelling van een nieuwe visietekst. Centraal daarin staat dat Wereldsolidariteit gelooft dat de organisaties van het maatschappelijk middenveld –zoals vakbonden en mutualiteiten– er mee kunnen en moeten voor zorgen dat een globale economie die vele mensen uitsluit inclusiever wordt. ‘Dat is niet nieuw’, erkent directeur André Kiekens. ‘Dat sociale bewegingen een motor van verandering zijn, is inderdaad altijd onze filosofie geweest. Het verschil is dat die visie nu meer wind in de zeilen krijgt. Belangrijke officiële documenten verwijzen ernaar.’ Kiekens vindt ook dat ngo’s zich niet uit de middeninkomenslanden mogen laten manoeuvreren. ‘Het is daar dat het model van de toekomst wordt gemaakt en dus moeten we daar aanwezig zijn.’ Wereldsolidariteit, dat zelf deel uitmaakt van de christelijke arbeidersbeweging, ondervindt concreet hoe mutualiteiten in

Benin en een onafhankelijke textielvakbond in Cambodja mee de bakens verzetten. Het is een visie die ook Luc Cortebeeck deelt. De voormalige ACV-voorzitter is momenteel de zegsman van de werknemers in het bestuur van de Internationale Arbeidsorganisatie. Cortebeeck: ‘Ik stel daar vast dat de roep om meer sociale ontwikkeling dezer dagen niet langer van Europa uitgaat, maar veeleer van de Zuid-Amerikanen komt, en in mindere mate van China.’ Kiekens verwoordt het als volgt: ‘Wat ze hier in Europa aan het afbouwen zijn, bouwen we op in het Zuiden. Ons concept van een mutualiteit zal je moeilijk overeind kunnen houden als wij de enige in de wereld zijn die dat hebben. In die zin kan ons werk in het Zuiden ook bijdragen tot het overeind houden van ons eigen model.’ Wereldsolidariteit nodigde enkele buiten© Wereldsolidariteit

Mexico: vechten tegen windmolens

10.000 vennoten Tijdens de voorbereidingsperiode hebben de initiatiefnemers in het buitenland hun licht opgestoken. Besluit is, onder meer, dat het Belgische bankenlandschap door de kaalslag van de voorbije twintig jaar –met de uitverkoop van openbare en coöperatieve banken aan de grootbanken– zeer monotoon is geworden. Bontemps: ‘Er zijn eigenlijk bijna alleen nog beursgenoteerde banken. Die beloven meer dan tien procent rendement. Wij doen dat niet. Dat is het grote verschil. Wij moeten dus ook die risico’s niet nemen. België heeft een zeer sterk middenveld en amper nog een banksector die gericht is op dat middenveld en zijn doelstellingen.’ Toch zijn er in België ook VDK en Triodos, twee banken die geen tien procent rendement beloven en op hun manier “ethisch” proberen te handelen. Bontemps: ‘Die twee vullen voor een stuk wel de leemte in die door de kaalslag is ontstaan. Maar elk heeft zijn specialiteit; zij kunnen niet alles doen.’

Nogal wat bankbedienden zagen destijds de uitverkoop van de openbare en coöperatieve banken met lede ogen aan. Een aantal onder hen verleent graag zijn medewerking aan NewB. Bontemps: ‘Die mensen helpen ons enorm. Juist de scheikunde tussen bankiers en het middenveld maakt dit proces zo interessant.’ Vraag is natuurlijk of de timing –denk aan het Dexiadebacle waarin de ACW-coöperanten zijn beland– niet barslecht is om een nieuwe coöperatieve bank op te starten. Bontemps: ‘Er is in elk geval belangstelling voor de thematiek. Een positief verhaal brengen, is een signaal dat door velen wordt gewaardeerd. Want uiteraard hebben wij onze lessen getrokken: van bij de start hebben we een echte participatieve werking in onze statuten verankerd. De open en pluralistisch samengestelde groep van oprichters vormt gezamenlijk de bewaker van de waarden die niet compatibel zijn met naar de beurs trekken of hefboomconstructies.’ (John Vandaele)

MOQ • april 2013 • www.mo.be

staanders uit om hun mening te geven over hun visietekst. Langs werkgeverskant was er bijvoorbeeld Christl Joris, voorzitster van Agoria, de koepel van technologiebedrijven in België. Zij vond dat Wereldsolidariteit te negatief is over globalisering (‘jullie stellen het voor als een soort monster’) en te weinig de rol van individuen erkent. Anderzijds is Joris het er wel mee eens dat té grote inkomensverschillen negatief zijn voor iedereen, ‘ook voor werkgevers’. Joris ziet dus zeker ruimte voor herverdeling en sociale dialoog, maar wijst erop dat ondernemen de basis is van welvaartscreatie. Hans Bruyninckx, professor internationale milieupolitiek aan de KU Leuven en binnenkort directeur van het Europese Milieuagentschap, vond dat de tekst te weinig het belang van milieu erkent. ‘Men plaatst het sociale, het economische en het ecologische op hetzelfde niveau. De tekst vat nog te weinig dat de planeet het kader is, de voorwaarde die de economie en het sociale mogelijk maakt.’ Bruyninckx en Joris vonden tevens dat Wereldsolidariteit nogal naïef optimistisch is over de rol van de overheid. (John Vandaele) www.wereldsolidariteit.be

9


BAANBREKER

3

Gebruiken in plaats van verbruiken door Alma De Walsche

Om goed te kunnen leven, willen we toegang tot allerlei comfort. Misschien hoeven we alle producten die daarvoor nodig zijn niet zelf te bezitten. Dat is het uitgangspunt van de productdiensteneconomie, die meer en meer opgang maakt.

We kennen het fenomeen: we kopen een nieuw koffiezetapparaat en na twee jaar en een paar weken (net na het einde van de garantietermijn) gaat dat stuk. Het laten herstellen kost ons, jammer maar helaas, meer dan een nieuw en dus rest ons niets anders dan een vervanger te kopen. De schroothoop van koffieapparaten stapelt zich inmiddels op bij de producent. Die heeft dat “zelf gezocht”, want heel wat toestellen zijn opzettelijk zo ontworpen dat ze niet lang mee gaan – de zogenaamde “ingebouwde slijtage” – opdat de markt nooit verzadigd raakt, want dan gaat het bedrijf op de fles. In tijden van grondstoffenschaarste is dat een onverantwoord productieprincipe.

© Brecht Goris

oplossingen in plaats van problemen

10

Het kan ook anders. We zouden de producent kunnen vragen om ons de dienst “koffiezetten” te verkopen. Als het apparaat stukgaat, vervangt de producent dat door een nieuw, dat is inbegrepen in het contract. Misschien levert die producent ook de dienst “strijken”, waarbij de firma ons een handig en energiezuinig strijkijzer bezorgt. En wie weet wil die tegelijk ook wel de dienst “vaatwassen” leveren. Als grote producent kan hij dan afspreken met de elektriciteitsleverancier

MOQ • april 2013 • www.mo.be

dat hij voor dat pakket huishoudenergie zal inslaan. Op die manier zal de producent erover waken dat die toestellen niet alleen zo lang mogelijk meegaan, maar dat ze ook zo zuinig mogelijk zijn in energieverbruik. En wij hoeven niet voortdurend naar de winkel of op zoek naar een hersteller. Het voorbeeld is niet uit de lucht gegrepen. In het Engels heet het product service systems of ook wel solutions economy, waarbij de producent garant staat voor een bepaalde “dienst”. Hij levert niet alleen een product, maar neemt ook alles wat bij dat product komt kijken voor zijn rekening, zoals energieverbruik, slijtage en afval. Futureproofed, het bedrijf van Serge De Gheldere (zie foto), begeleidt bedrijven om te innoveren met het oog op een lagere CO2uitstoot. Voor De Gheldere is die oplossingsgerichte economie een win-winaanpak om de ecologische impact van onze economie te verkleinen. Een van de pioniers is het Amerikaanse bedrijf Carrier, dat een bepaalde temperatuur voor woningen levert, via airco of verwarming, tegen een vaste prijs per maand. Dichter bij huis is er Econation, een bedrijf uit Gent dat verlichting voor bedrijfsruimten regelt via een LightCatcher. Dat is een ingenieus systeem dat met behulp van een aantal spiegels het licht van de zon opvangt en naar binnen reflecteert, filtert en versterkt in een lichtschacht. Een motortje op zonne-energie draait de spiegels zodat die de zon volgen. Een koepel van 1,6m² kan met zo’n lichtvanger een ruimte van 60 tot 120m² verlichten zonder externe energie. Of neem Dow Chemicals, dat zijn klanten “oplossingen op maat” biedt: oplosmiddelen worden niet meer per kilo of per liter gekocht, maar de klant specificeert welke toepassing hij nodig heeft, en Dow levert het geschikte product en neemt de reststroom weer terug. Het Nederlandse Athlon Car Lease gaat nog een stapje verder dan ons Cambio. Het bedrijf stelt niet alleen auto’s ter beschikking

maar ook elektrische fietsen en scooters, in wat heet een full service lease-constructie: leasen zonder zorgen en zonder risico. De Gheldere: ‘Hetzelfde zou je kunnen doen met de bedrijfswagens die elke dag tijdens de kantooruren in de parkeerkelder van dit gebouw stilstaan.’

huur een stoel De Duits-Nederlandse architect Thomas Rau probeert met zijn project Turntoo dit soort economische oplossingen te stimuleren en te faciliteren. Onder het motto Laat de auto staan en huur een stoel kwam hij in oktober vorig jaar met een bijzonder initiatief in samenwerking met Steelcase Solutions. Werkgevers krijgen maximaal 2012 ‘Think’-stoelen in bruikleen aangeboden. Voor tien euro per maand over een gebruiksperiode van vijf jaar kunnen werkgevers hun werknemers thuiswerkcomfort aanbieden met een cradle2cradle-designstoel, waarop iedereen ergonomisch verantwoord kan werken. De stoel behoudt zijn grondstofwaarde en kost nieuw 900 euro. De werkgever betaalt alleen voor het gebruik van de stoel en Steelcase Solutions blijft eigenaar van de grondstoffen, en neemt na de gebruiksperiode de stoel weer terug om die te verwerken tot een nieuw product. In een cultuur waarin mensen hun status ontlenen aan het hebben van iets, veel meer dan aan het gebruiken van iets, zijn productdiensten revolutionair. Volgens De Gheldere is er ook op dit gebied een verschuiving aan de gang. ‘Mensen uit de rijke buurt van Antwerpen die tot voor kort met een Porsche Cayenne gingen werken, nemen nu de fiets, omdat het kán. Omdat ze weten dat hun status niet meer afhangt van wat ze kunnen tonen, maar van de vrijheid die ze hebben om keuzes te maken. Kijk hoe Bill Gates er soms bijloopt, of herinner je de sobere outfit van Steve Jobs. In ruil voor een status op basis van bezittingen, krijg je een soort zorgeloze vrijheid.’

© Reporters / Tim Dirven

nieuws

vragen aan... Jean-Pascal Labille, minister van Ontwikkelingssamenwerking

‘DE OORZAKEN, NIET DE SYMPTOMEN’ U benadrukt net als uw voorganger Paul Magnette het belang van een coherent beleid voor ontwikkeling. Hebt u voldoende ruimte en gewicht binnen de regering om “in te breken” in andere beleidsdomeinen of beleidsniveaus? Jean-Pascal Labille: De OESO stelt in haar internationale aanbevelingen dat coherentie ten gunste van ontwikkeling een zaak van de hele regering is, en dat de minister van Ontwikkelingssamenwerking daarin een belangrijke rol dient te spelen. Het zou dus de eerste minister moeten zijn die het voortouw neemt, terwijl ik, als minister van Ontwikkelingssamenwerking, daarbij mijn verantwoordelijkheid opneem. Een dergelijk ideaal scenario wordt echter bemoeilijkt door de specifieke Belgische institutionele context. Ik zal de gewesten en gemeenschappen niet kunnen verplichten deel te nemen aan zo’n overleg, maar ik hoop in elk geval dat ze interesse zullen tonen. Coherentie betekent ook dat de overheid meer moet doen dan hulp geven. Jean-Pascal Labille: Overheden moeten hun privésector voldoende kunnen reguleren om zo bepaalde excessen, die kunnen uitmonden in sociale catastrofes, te voorkomen. Denk maar aan overdreven speculatie en het zwarte circuit. De “ongeoorloofde financiële stromen” worden geraamd op meer dan 990 miljard euro per jaar: geld dat voortkomt uit corruptie, opbrengsten uit criminaliteit en belastingontduiking via de zogenaamde fiscale paradijzen. Daardoor verdwijnt een massa geld uit de ontwikkelingslanden, waardoor het veel moeilijker wordt een echt ontwikkelingsbeleid te voeren. De strijd tegen de ongelijkheid in elk domein van de duurzame ontwikkeling moet de rode draad zijn van het nieuwe denk- en actiekader, omdat de uitdaging van de armoede veel verder reikt dan zorgen voor een basislevensniveau alleen. We moeten ons allemaal richten op de oorzaken en niet op de symptomen van de armoede. In 2012 mocht 420 miljoen euro die gereserveerd was voor Ontwikkelingssamenwerking niet uitgegeven worden. Daarbovenop komt in 2013 nog zeker 100 miljoen euro besparing op uw begroting. Jean-Pascal Labille: Je mag niet vergeten dat België in relatieve en zelfs in absolute termen een van de belangrijkste donoren blijft. We hebben in verhouding tot de bevolking de zesde of zevende begroting voor Ontwikkelingssamenwerking. In de begroting voor 2013 is 0,51 procent ingeschreven voor ontwikkelingssamenwerking. Maar de achteruitgang, van 0,63 procent in 2010 over 0,54 procent in 2011 tot misschien 0,47 procent in 2012 is inderdaad alarmerend. De verdeling van de besparing van 100 miljoen euro zal in de praktijk grosso modo neerkomen op een besparing van 40 miljoen euro voor de bilaterale activiteiten, de overige 60 miljoen zullen worden verdeeld tussen de multilaterale en humanitaire projecten – al mogen er zeker geen specifieke crisisdossiers in gevaar komen. (Gie Goris) Een uitgebreid interview met Jean-Pascal Labille kan u lezen op www.mo.be/opinie/een-paternalistischelogica-werkt-niet.

MOQ • april 2013 • www.mo.be

11


DE NIEUWE WERELD nieuws

Tussen vriend en vijand: nationalisme in Aziës meest begeerde water door Tess Vonck

Reuters / CDIC

De Filipijnen slepen China voor het internationaal gerechtshof. Het is een van de vele recente provocaties tussen rivaliserende staten, die een eeuwenoud geschil over grondgebied in de Zuid-Chinese Zee veranderen in een kruitvat met verregaande mondiale gevolgen. ‘Als de betrokken landen olie op het vuur blijven gieten, kon dit wel eens het Palestina van Azië worden’, vreest Aziës topdiplomaat Surin Pitsuwan.

‘Als onze buren in Zuid-Azië geen andere houding aannemen, moeten ze zich voorbereiden op het geluid van kanonnen’, stond een jaar geleden nog te lezen in een editoriaal commentaar van een van China’s populairste kranten naar aanleiding van een territoriumconflict in de Zuid-Chinese Zee. Harde taal, die weinig zegt over politieke beslissingen, maar wel een glimp laat zien van de vijandige sfeer in de schaduw van de reus. De inzet van het conflict is de soevereiniteit over 2,5miljoen km2 oceaangebied, waarin een dozijn zandbanken, riffen en twee onbewoonde eilandengroepen, de Paracellen en de Spratly-eilanden. China, Taiwan, Vietnam, de Filipijnen, en in mindere mate ook Indonesië, Maleisië en Brunei maken elk aanspraak op delen van het gebied op basis van historische of geografische argumenten. Beijing claimt de grootste hap van het begeerde water. Een territorium van honderden kilometers oceaangebied behoort volgens China al 2000jaar tot het rijk. In 1947, twee jaar voor de communistische machtsivername, bezegelde China deze historische claim met een controversiële kaart, de zogenaamde “negenstrepenkaart”. Vooral dat deze kaart recent ook officieel in nieuwe Chinese paspoorten wordt gedrukt, werkt op de buurlanden als een rode lap op een stier.

rijk water

Tess Vonck is sinologe en werkt als freelancejournaliste.

12

De Maritieme Veiligheidsadministratie van Hainan. Het eiland in de ZuidChinese Zee is de kleinste provincie van China.

Sinds China economisch en militair machtiger wordt, stelt het zich steeds assertiever op in zijn territoriale aanspraken op de Zuid-Chinese zee. ‘De recente machtswissel in het Politbureau leidt tot interne druk om de Chinese positie van ’s werelds tweede economie te rijmen met een sterk buitenlands beleid’, zegt Stephanie Kleine-Ahlbrandt, China-adviseur bij de denktank International Crisis Group. Honger naar olie, gas en vis drijven China en zijn buurlanden letterlijk steeds dieper in elkaars vaarwater. De Paracellen en de Spratly-eilanden barsten van natuurlijke rijkdommen, een gegeerd goed in een Azië dat als demografische koploper van de wereld steeds meer energie nodig heeft. Volgens Chinese schattingen zou de zeebodem rond de eilandengroep tot 213miljard vaten olie bevatten, tien keer zoveel als de hoeveelheid zwart goud in de Amerikaanse bodem, en evenveel gas als in Qatar. ‘Die schat aan

MOQ • april 2013 • www.mo.be

natuurlijke grondstoffen maakt de ZuidChinese Zee een bepalende factor voor economische groei en stabiliteit in de regio’, waarschuwt Ahlbrandt. De zee telt daarnaast de rijkste visgronden van Azië en fungeert als een trechter voor ‘s werelds drukste handelsroutes: een derde van alle maritieme verkeer ter wereld en meer dan zes keer zoveel olie als in het Suezkanaal passeert hier.

gevaarlijk water ‘De Zuid-Chinese zee is het oorlogsfront van de toekomst’, schrijft Robert Kaplan in zijn boek Moesson. De Indische Oceaan en de toekomstige wereldmachten. ‘Omgeven door zwakke buurstaten is het een logische arena voor Chinees machtsvertoon. Multipolariteit bestaat nu nog in diplomatieke en economische abstractie, maar hier zullen we zien wat het op militair vlak betekent.’ Eén blik op de regionale defensie-uitgaven zegt voldoende: Zuid-Azië bereidt zich voor op een worstcasescenario. Het spierballenvertoon van de Chinese militairen is niet nieuw, maar ook in de buurlanden namen de defensiebudgetten de laatste tien jaar met een derde toe. Het grootste deel werd besteed aan oorlogsschepen, bewapende onderzeeërs en lange-afstandsgevechtsvliegtuigen. De vraag is of een Zuid-Chinese Zee vol met oorlogsschepen het veelbelovende tijdperk van groei in Azië zal afremmen.

Volgens Frans-Paul van der Putten, onderzoeker Internationale Veiligheid bij het Nederlandse Instituut Clingendael, is de relatie tussen China en zijn buurlanden een constante evenwichtsoefening tussen nationalisme en economische belangen. ‘Vietnam en de Filipijnen worden steeds assertiever in hun relatie met China. Een gevaarlijk spel, want ze hebben er alle belang bij om hun belangrijkste handelspartner niet te schofferen.’ Een conflicthaard in Zuidoost-Azië treft het economische hart van de wereld. In totaal dragen de opkomende economieën in Azië immers bij tot zestig procent van de mondiale groei.

stijd tussen grootmachten Historisch gegroeid nationalisme is volgens Van der Putten de hoofdschuldige voor de recente expansiezucht in de ZuidChinese Zee. ‘Nationalisme is in Azië de drijvende kracht achter politieke beslissingen, een restant van een collectief koloniaal trauma.’ Het virus heeft ook de diplomatieke mechanismen in de regio besmet. ‘ASEAN, de tienkoppige organisatie van Zuid-Aziatische staten, is een politiek forum voor tegenstrijdige nationale belangen geworden. Bij de laatste jaarlijkse top kwamen de afgevaardigde ministers niet eens tot een gezamenlijk communiqué, een bewijs hoe ernstig de situatie is.’ ‘Nu alle diplomatieke oplossingen uitgeput

MOQ • april 2013 • www.mo.be

raken, trekken de buurlanden alsmaar meer de kaart van de internationalisering. Dat maakt hen ook afhankelijker van Amerikaanse militaire en diplomatieke steun’, legt Van der Putten uit. ‘De Filipijnen willen via internationaal recht vooral een morele reactie uitlokken, eerder dan echt juridische maatregelen.’ Met een sterker China en minder middelen die naar de war on terror in het MiddenOosten gaan, focust de Amerikaanse buitenlandse politiek zich opnieuw meer op Azië. Kaplan: ‘De Amerikaanse aanwezigheid heeft niets te maken met democratische deugd, maar met machtsvertoon. Het perkt China’s expansiedrang in tot abstracte kaarten en dient als internationale controle.’ ‘De buurlanden zitten gevangen in een open rivaliteit tussen twee grootmachten waarin kleinere incidenten meegezogen worden’, waarschuwt Van der Putten. ‘Er heerst bij de buurlanden veel onzekerheid of Washington zijn traditionele leidersrol op langere termijn kan behouden. Als de VS en China zich niet transparanter opstellen, dreigt de Zuid-Chinese Zee het slachtoffer te worden, met verregaande gevolgen voor de regionale stabiliteit en de wereldeconomie.’ Aftredend Asean-secretaris-generaal Surin Putsiwan klinkt weinig hoopvol: ‘Het geschil dreigt het Palestina van Azië te worden, een gewelddadig conflict dat staten verdeelt en een hele regio vergiftigt.’

13


BELGIË nieuws

© eOne Belgium / still uit de film Eastern Promises

De Georgische maffia is terug Elke dag vinden in België honderden kleine winkeldiefstallen plaats. Volgens de Federale Politie zitten daar in een aantal gevallen criminele structuren achter. Die staan onder leiding van de vory v zakone, Russisch voor ‘Dieven binnen de wet’. Terug van weggeweest: de Georgische maffia in België.

Net zoals de maffiosi uit de Hollywoodprent Eastern Promises kan je de vory v zakone herkennen aan hun stoere tatoeages.

Comeos, de Belgische federatie voor handel en diensten, registreerde in 2011 ruim 24.000 diefstallen in Belgische supermarkten. ‘Dat cijfer slaat op feiten die bij de politie zijn aangegeven’, zegt Dominique Michel, gedelegeerd bestuurder van Comeos. ‘We gaan ervan uit dat het werkelijke aantal winkeldiefstallen minstens dubbel zo hoog ligt, en dat is nog een voorzichtige schatting. Vast staat dat er een stijgende trend is. In 2005 ging het nog om 18.300 geregistreerde diefstallen. Vooral kleine goederen met een relatief hoge waarde worden gestolen: sigaretten, alcohol, scheermesjes, geheugenkaarten voor gsm’s en kleren. Als je gsm-kaartjes begint te stelen, heeft dat niets met armoede te maken. Dat is business. We hebben al langer de indruk dat het om georganiseerde operaties gaat.’ De federale politie bevestigt dat in een aantal gevallen een criminele organisatie de kleine winkeldiefstallen aanstuurt. Een lid van de directie van de Bestrijding van de Georganiseerde Criminaliteit (DJC): ‘Met name wanneer de diefstallen worden gepleegd door personen afkomstig uit landen zoals Georgië of Armenië. Die kleine pionnen, het voetvolk, werkt in opdracht van de zogenaamde vory v zakone, de elitaire criminele kaste van de voormalige Sovjetunie.’ De organisaties die onder leiding staan van die “dieven binnen de wet” zijn hiërarchisch strikt georganiseerd. Boven aan de piramide staat de vor, de dief dus letterlijk: de peetvader. Daaronder heb je zijn regionale verantwoordelijken of luitenanten (polozjenetsi), vervolgens de ploegchefs (smotrjasjtsji) en ten slotte de soldaten of pionnen (sjestjorki). Onder druk moeten die kleine winkeldieven een deel van hun opbrengst afstaan. DJC: ‘Dat is de zogenaamde obsjtsjak, de criminele belasting, die onder andere gebruikt wordt om de criminele organisatie te financieren en familieleden van gevangengenomen vory te onderhouden. De pionnen – sommigen verblijven illegaal in België – kunnen daar moei-

lijk onderuit, want iedereen kent iedereen binnen de gemeenschap. En wie niet horen wil, moet voelen. Al gebruiken de vory v zakone meestal enkel binnen de gemeenschap geweld. Naar buiten toe zou dat alleen maar onnodig aandacht trekken.’ Dat is ook de reden waarom de Georgische maffia zich inlaat met zoiets onbenulligs als scheermesjes of opzetstukjes voor elektronische tandenborstels. Niet alleen is de pakkans gering, de diefstallen blijven ook onder de radar. DJC: ‘De gestolen goederen worden vervolgens gedeeltelijk doorverkocht aan nachtwinkels, of geëxporteerd naar Georgië. Als je de opbrengsten van al die honderden diefstallen samenlegt, kom je aan een grote buit.’

strikte erecode Net zoals de maffiosi uit Eastern Promises, een Hollywoodprent van David Cronenberg uit 2007, kan je de vory v zakone herkennen aan hun stoere tatoeages. Vory zijn iconen, ze worden binnen hun gemeenschap alom gerespecteerd. ‘De vory v zakone zijn de topfiguren van de georganiseerde misdaad uit de voormalige Sovjetunie. Al sinds het tsarentijdperk domineren ze de Russische criminele organisaties’, zegt DJC. ‘In de goelags waren zij de baas. Ze vormden een macht naast de officiële macht.’ De vory v zakone hanteren een strikte erecode, die onder meer stelt dat een vor gekroond moet worden door twee andere vory. DJC: ‘Ze mogen geen eigen familie stichten en niet voor de overheid werken. Bovendien mogen ze niet ontkennen dat ze een vor zijn. Al is dat laatste in een land als Georgië wel problematisch, aangezien president Michaïl Saakasjvili het vor-zijn op zich strafbaar heeft gesteld. Wat mede verklaart waarom ze de laatste jaren zijn uitgeweken naar andere landen.’ De federale politie heeft weet van een aantal vory die in België verblijven. Twee van hen zitten achter de tralies. In 2009 veroordeelde het Antwerpse hof van Beroep Jeiran K. en mededaders tot lange gevangenisstraffen. Ze hadden tweedehandswagens ver❱

door Kristof Clerix

14

MOQ • april 2013 • www.mo.be

MOQ • april 2013 • www.mo.be

15


BELGIË nieuws

Poti in Georgië. In de koffers van de auto’s waren gestolen kleren en elektronische apparaten verstopt. Eerder werd Paata P. wegens zware feiten door Belgische rechtbanken veroordeeld. Opmerkelijk: vanuit de gevangenis bleven P. en K. hun business gewoon verder runnen. Via binnengesmokkelde gsm’s onderhielden ze contacten met personen in meer dan dertig landen. Dat stelde de politie vast via telefoontap. Bij de federale gerechtelijke politie van Antwerpen werkte van 2009 tot 2011 een gespecialiseerd team op georganiseerde misdaad binnen de Georgische en Armeense gemeenschap. Verder telt ook de directie Bestrijding van de Georganiseerde Criminaliteit van de federale politie een handvol specialisten ter zake. Tot voor kort volgden ze dadergroepen uit de voormalige Sovjetunie. In het kader van het nieuwe nationale veiligheidsplan zijn de Georgische dadergroepen echter uit de prioriteitenlijst verdwenen. Het team, dat zijn expertise ter beschikking stelde van lokale afdelingen en internationale contacten met zusterdiensten onderhield, is nu met andere taken belast.

interpol Voor Interpol, het samenwerkingsverband van politiediensten uit 190 landen, vormen de vory v zakone een prioriteit. Interpol gaat ervan uit dat er wereldwijd een duizendtal vory actief zijn. Het gaat achtereenvolgens om Georgiërs, Russen, Armeniërs, Azeri’s en Oekraïners. In juni 2012 nam de Federale Politie in Madrid deel aan een Interpol-werkgroep over de vory v zakone. Negentien landen stuurden deelnemers, die in het kader van het zogenaamde Millenniumproject inlichtingen uitwisselden en recente trends bespraken. In West-Europa blijken de vory v zakone erg mobiel en steeds actiever. De Spaanse politie heeft de voorbije jaren grote strafonderzoeken gedaan naar witwassen door Georgische criminelen, die riante villa’s

16

© eOne Belgium / detail uit de filmposter van Eastern Promises

❱ scheept van Antwerpen naar de haven van

‘De vory hanteren een strikte erecode. Ze mogen geen eigen gezin stichten en niet voor de overheid werken.’

van de topfiguren, zozeer dat hij de vorige morele gezagsdragers kon uitdagen en zijn deel van de koek opeiste.’ De Tbilisi-clan is dan weer de organisatie van de onlangs vermoorde Oesojan. ‘De man was grootgrondbezitter in Sotsji, waar in 2014 de olympische winterspelen plaatsvinden. Hij kon makkelijk bouwbedrijven onder druk zetten om met hem in zee te gaan of zich juist terug te trekken. Als je hoort dat Oesojan Sotsji in zijn macht had, dan mag je dat letterlijk nemen. Het is een parallelle wereld. Eigenlijk zeggen de vory: wij zijn de wet en trekken ons niets aan van de rest.’ Volgens misdaadexperts vormen de olympische winterspelen Sotsji mee de inzet van de clanstrijd binnen de vory v zakone. De Staatsveiligheid: ‘En die strijd kan ook repercussies hebben in West-Europa. In een aantal landen zijn er al afrekeningen geweest. Dat kan ook in België gebeuren. We houden ons hart vast.’

falconplein hadden gekocht aan de Spaanse costa’s. De Franse collega’s legden in 2012 een netwerk van vory v zakone bloot dat verantwoordelijk was voor meer dan 300 inbraken. De gestolen goederen werden onder meer in België geheeld.

clanoorlog Januari 2013. De Georgische Aslan Oesojan, bijgenaamd “grootvader Chasan”, schatbewaarder van de Russische onderwereld en een van de machtigste vory ter wereld, wordt in Moskou neergeknald door

Staatsveiligheid. ‘Al sinds midden jaren 2000 zit er iets grondig scheef. In de organisatie is tweespalt ontstaan. Nadat bepaalde figuren aan de top waren verdwenen – achter de tralies of vermoord – barstte een machtsstrijd los. De moord op Oesojan is daar een gevolg van.’ Eenvoudig geschetst gaat het om een conflict tussen twee clans: die van Tbilisi (de hoofdstad van Georgië) en die van Koetaisi (een stad in het westen van het land). De Staatsveiligheid: ‘De Koetaisi-clan is de organisatie van Tariel Oniani. De man was

‘Het is een parallelle wereld. Eigenlijk zeggen de vory: wij zijn de wet en trekken ons niets aan van de rest.’ een sluipschutter. ‘Binnen de vory v zakone bestaat een ceremonieel genootschap dat een pax criminalis probeert na te streven, maar dat lukt momenteel niet goed’, zegt de

MOQ • april 2013 • www.mo.be

in de jaren negentig nog in België actief. Hij heeft hier een tijdlang in de gevangenis gezeten, vervolgens belandde hij ook in Frankrijk achter de tralies en vandaag zit hij in Moskou opgesloten. Oniani is een

Sinds 2010 is de Staatsveiligheid zich opnieuw gaan interesseren voor de Georgische georganiseerde misdaad. ‘Na de problemen rond het Antwerpse Falconplein in de jaren negentig stelden we in de jaren 2000 een teruggang van die maffia vast. Sinds enkele jaren duiken een aantal louche figuren uit de jaren negentig, of mensen uit hun omgeving, plots weer op.’ Maar er is een belangrijk verschil met toen. De gangsters van de jaren negentig begonnen als straatcriminelen en eindigden als gerespecteerde burgers in de high society van Antwerpen. De nieuwe generatie blijft buiten beeld. Ze zijn soms wel sterren in Rusland, maar in West-Europa lopen ze niet in de kijker. De Staatsveiligheid heeft op basis van observaties en tips uit het buitenland een aantal verdachte personen geïdentificeerd en zoekt momenteel uit wat hun precieze rol is in de hiërarchie van de vory v zakone. ‘We weten nog niet hoe hoog ze op de piramide staan. Al is wel duidelijk dat van alle

niveaus – behalve van het allerhoogste – Georgische misdadigers in België actief zijn. België is als crimineel wingewest toegevoegd aan andere territoria in WestEuropa.’ Behalve op pakweg garagehouders of juweliers doen de vory v zakone hier ook een beroep op specialisten zoals juristen, boekhouders en financieel experts. De Staatsveiligheid: ‘Bepaalde figuren die in de Russische onderwereld bekend zijn, zien we van tijd tot tijd terugkeren, als deel van de organisatie of als freelancer. Dat kunnen best brave Belgische huisvaders zijn, die in ruil voor een riante vergoeding hun expertise aanbieden.’ De inlichtingendienst roept op tot waakzaamheid. ‘De vory v zakone breiden hun territorium uit en worden steeds belangrijker. Spanje en Frankrijk treden hard op tegen de Georgische maffia, maar in België staat de strijd tegen de georganiseerde misdaad niet meer zo hoog op de agenda. Het risico bestaat dat de vory v zakone in België gaan investeren in de onroerendgoedmarkt of de commerciële sector. Met alle gevolgen van dien: de grijze economie groeit, je krijgt oneerlijke concurrentie, corruptie… Onze hypothese is dat de GeorgischArmeense groepen opnieuw voet aan de grond proberen te krijgen in België. Echt machtig zijn ze nog niet, maar ze proberen hun invloed wel uit te breiden. De grote kracht van de vory v zakone is dat zoiets banaals als een winkeldiefstal deel uitmaakt van een crimineel imperium dat zich ook bezighoudt met grootschalige drugshandel, afpersing én zelfs met de olympische spelen.’

bedrag van in totaal meer dan een miljard euro. CFI-voorzitter Jean-Claude Delepière: ‘Banken maakten melding van grote cashtransacties door een aantal goudsmelters. De goudhandel wordt soms gebruikt om geld wit te wassen. Er gaat veel baar geld in om, er is weinig controle op.’ Een aantal kleine goudwinkeltjes in Antwerpen zijn in handen van Georgiërs. Volgens goed geïnformeerde bronnen had onder andere Abraham Melichov, de vroegere keizer van het Falconplein, zo’n winkeltje. Melichov werd eind 2012 op verzoek van de Franse gerechtelijke autoriteiten aangehouden in België. Delepière: ‘We hebben de verdachte dossiers inzake goudhandel gemeld aan het parket. Het ging om opmerkelijk grote bedragen.’ Volgens Delepière is er een band met de Georgische georganiseerde misdaad en mogelijk de vory v zakone. ‘Dit jaar gaan we een dreigingsanalyse maken over de Georgische maffia, omdat we denken dat die onderschat wordt. Wat in België nog ontbreekt, is overzicht over de problematiek. De betrokken overheidsdiensten delen nog te weinig informatie. Al werken we in het veld wel al goed samen met de Federale Politie en de Staatsveiligheid. Eerstdaags zullen we ook met de militaire inlichtingendienst ADIV een samenwerkingsakkoord ondertekenen. Maar een structurele coördinatie, wat het antiterreurorgaan OCAD bijvoorbeeld doet voor de strijd tegen het terrorisme, ontbreekt nog voor de georganiseerde misdaad. Daarvoor is het enthousiasme in de politieke wereld niet groot.’

goudsmelters Ook de antiwitwascel merkt dat de Georgische georganiseerde misdaad zich opnieuw in België aan het nestelen is. De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) kreeg in 2012 een tiental meldingen binnen van banken die verdachte transacties inzake goudhandel hebben vastgesteld, voor een

MOQ • april 2013 • www.mo.be

Lees op

www.MO.be een uitgebreid interview met Jean-Claude Delepière van de antiwitwascel – onder meer over de banden tussen de Russische georganiseerde misdaad en de zakenwereld, en over een Russische oligarch die in Ukkel een villa kocht van 20miljoen euro.

17


in beeld

beeld Nick Hannes – tekst Tine Danckaers

ISTANBOEL: bouwen op sociale ruïnes ❱

Wie Istanboel bezoekt, kan er niet omheen: de stad bouwt. Nieuwe kantoorruimten, hotels, winkelcentra, woonunits in neo-Ottomaanse stijl en beschermde woonwijken, een derde Bosporusbrug, een nieuwe ondergrondse onder de Gouden Hoorn. De transformatie van de Turkse steden, en vooral Istanboel als nieuwe wereldstad, staat al tien jaar hoog op de agenda van de regerende Turkse AK-Partij. Het hoofd van Toki, de Turkse huisvestingsmaatschappij zeg maar, riep 2011 uit tot het jaar van de stadsvernieuwing. De vele illegale woningen, achtergestelde buurten en de woningen die niet “aardbevingbestendig” zijn, moeten plaats maken voor opgewaardeerde wijken. De armere klasse krijgt nieuwe behuizing. Maar, aldus stadsplanologen en architecten, de vele projectontwikkelaars lopen met een boog om de “moeilijke groepen” of de onbemiddelde klasse. Een centraal bouwplan voor de stad ontbreekt. Projecten worden gelanceerd zonder enige afstemming of ernstig vooronderzoek naar duurzaamheid. Ook de gevolgen voor milieu en transport in de stad zijn nefast, klinkt het bij milieudeskundigen. Zo zou de bouw van de derde Bosporusbrug leiden tot meer verkeersopstoppingen en tot de teloorgang van belangrijke natuurlijke waterreservoirs en van het toch al schaarse bosbestand. Gentrificatie is schering en inslag in Istanboel. Verpauperde wijken worden ontruimd, de inwoners verhuizen naar sociale woonbuurten en megaflats ver van de stadskernen. Een van de eerste slachtoffers was de duizend jaar oude wijk Sukulele. In 2006 werden de bewoners, voornamelijk Roma, uit hun huizen gedreven en door Toki hervestigd in Tasoluk, veertig kilometer van hun wijk. Vandaag is Sukulele de woonplaats voor tweeverdieners, met huizen met neo-Ottomaanse gevels. Ook de inwoners van de Koerdische wijk Tarlabasi moet wijken voor de stadsvernieuwing. Deze door projectontwikkelaars gegeerde wijk in Beyoglu ligt op nauwelijks vijf minuten lopen van Taksim en de druk bezochte winkelstraat Istiklal. ‘Tarlabasi moet het Turkse Champs Elysées worden’, kondigde de burgemeester van Beyoglu aan. De voorbije jaren groeiden, samen met de bouwwoede, de protestgroepen. Steeds meer inwoners van Istanboel hebben het gehad met de ongebreidelde stadsvernieuwing, gentrificatie en het totale gebrek aan transparantie, laat staan inspraak van de bevolking. ‘Ook Taksim wordt helemaal herbouwd, maar niemand is op de hoogte van de plannen, we weten niet wie de architecten zijn of wat het totale kostenplaatje is. Dit kan niet’, aldus de vele protestsites die werden opgericht. Vooral Toki, in 1984 opgericht als een sociale huisvestingsmaatschappij, maar in 2002 hervormd tot nationale vastgoedmakelaar, ligt onder vuur. Toki laat stedelijke, publieke grond over aan rijke makelaars die geen interesse hebben in het culturele of sociale karakter van een regio. Terwijl Toki zich beroept op het behoud van het architecturale karakter van de stad, spreken critici van Disneyficatie, met Sukulele als sprekend voorbeeld.

18

MOQ • april 2013 • www.mo.be

MOQ • april 2013 • www.mo.be

19


INTERVIEW tendensen

Harald Welzer

‘We moeten de toekomst heroveren’ De sociaal psycholoog Harald Welzer is directeur van Futurzwei, een stichting voor toekomstgeschiktheid (Zukunftfähigkeit) en hoogleraar transformatiedesign aan de Universiteit van Flensburg. Hij doceert ook sociale psychologie aan de Universiteit van Sankt Gallen in Zwitserland. Bij ons kreeg hij bekendheid met zijn boek De klimaatoorlogen. Waarom in de 21ste eeuw gevochten wordt.

door Alma De Walsche 28 april Het Groene Boek Auteurs uit binnen- en buitenland gaan in het Brusselse Kaaitheater in gesprek over de transitie naar een sociaalecologische samenleving. Gasten zijn onder meer Harald Welzer, Paul Verhaeghe, Marcel Möring en Jan Blommaert. Info en tickets: www.hetgroeneboek.be

20

Futurzwei (Toekomst 2.0) is de titel van het vorige boek van Harald Welzer, maar het is ook de naam van de stichting waarvoor hij onder andere werkt. Futurzwei inventariseert ‘verhalen voor de toekomst’ en prijst zichzelf aan als ‘het promotiebureau voor een sociale beweging die nog niet weet dat ze bestaat’. MO* is altijd nieuwsgierig naar de toekomst en begaf zich daarom naar Berlijn voor een blik in het onbekende. Maar voor Harald Welzer begint de herovering van de toekomst in onze eigen geest en in ons concrete dagelijkse handelen. Daar ligt een veel groter potentieel dan we zelf denken, zegt hij.

MOQ • april 2013 • www.mo.be

Na uw vorige boek Klimaatoorlogen gooit u het met Futurzwei over een andere boeg. Waarom? Harald Welzer: De ernst van het klimaatprobleem neemt steeds toe, maar de communicatie erover werkt niet meer en daar zijn verschillende redenen voor. Ten eerste is de boodschap dat het slecht gaat met de wereld al veertig jaar oud. Mensen die nu veertig zijn en jonger, hebben nooit anders gehoord dan dat de wereld om zeep is. En toch draait die door, dus geen paniek. Ten tweede gaat het over heel abstracte en grote dingen die op geen enkele manier teruggekoppeld worden naar het dagelijkse

gedrag van mensen. Je verwacht dat de onheilscommunicatie ook iets zegt over de oorzaken van de rampen en dat vervolgens het gedrag wordt aangepast. Nooit wordt de vraag gesteld: waarom gaan mensen gewoon door, ook al is dat schadelijk? Waarom gaan mensen gewoon door? Harald Welzer: Omdat iedereen voordeel heeft bij de huidige manier van doen. BP bestaat niet zonder mij die met de auto rijdt. Dat is een belangrijke blinde vlek. Men gaat

uit van het voor mij totaal absurde idee dat mensen hun handelen in overeenstemming zouden brengen met hun denken. Dat doen ze niet. Het is niet zo dat we, door de informatie te veranderen, ook het handelen veranderen. Vijfennegentig procent van wat we doen, is ook ingebed in de infrastructuur van onze dagelijkse gewoonten en routines, we denken daar niet meer bij na. Mensen kunnen heel veel lezen over CO2, maar tegelijk de routine aanhouden om met de auto de kinderen naar school te brengen,

MOQ • april 2013 • www.mo.be

naar het werk te gaan en boodschappen te doen. En zelfs wanneer we de verbanden zien, hebben we tal van argumenten om uit te leggen waarom we anders handelden dan onze overtuiging. We doen dat constant, en dat komt omdat we nu eenmaal niet in een ideale wereld leven. Er zijn niet steeds de omstandigheden om ons te gedragen in overeenstemming met onze overtuiging, omdat we verschillende functies te vervullen hebben. Ik moet aan verschillende vereisten ❱

21

Alma De Walsche

De Duitse sociaal psycholoog Harald Welzer pleit ervoor om uit de ratrace te stappen van wat hij de totalitaire consumptiemaatschappij noemt. We moeten de toekomst heroveren, aldus Welzer, die op 28 april tijdens Het Groene Boek in Brussel zijn stelling toelicht.


INTERVIEW

❱ beantwoorden voor mijn beroep, aan ande-

re voor mijn privéleven, aan nog weer andere voor mijn ontspanning. Onze samenleving is een functioneel zeer gedifferentieerde samenleving. U verwijst naar die maatschappelijke infrastructuur. Maar u stelt dat die ook in ons hoofd verankerd zit. Harald Welzer: Dat heeft met onderwijs en opleiding te maken. De functionele dimensie van een samenleving – ideeën zoals groei, accumulatie, vooruitgang – vindt ook zijn weerslag in de manier van denken van mensen. Die elementen bepalen niet alleen de buitenwereld, maar ook onze socialisatie, hoe we onszelf zien, onze identiteit. Door dat socialisatieproces worden een heleboel factoren en criteria aangenomen als de vooraf vastgelegde werkelijkheid, de wereld-waarwe-van-uitgaan. In een moderne kapitalistische samenleving bestaat die erin dat er vastgelegde tijdschema’s zijn, dat er bepaalde etappes zijn in je leven of momenten waarop je dit of dat bereikt moet hebben, dat er wordt uitgegaan van bepaalde waarden die absoluut niet ter discussie gesteld kunnen worden. Geen enkel kind dat opgroeit in een samenleving als de onze heeft het idee dat de opdracht af kan zijn, in de zin van onze taak hier, wat we uiteindelijk moeten worden, tot wat we willen uitgroeien. We worden voortgestuwd door het idee van permanent leren en onafgebroken getwitter. Een houding als ‘Oké, ik kan nu schrijven, lezen en rekenen. Dat is fijn en dat is genoeg’ is totaal onvoorstelbaar in onze samenleving. Je wordt gemarginaliseerd als je afhaakt. Harald Welzer: Of heel ongelukkig. ‘Zelfvertrouwen’ in onze samenleving spruit voort uit een concept van het zelf dat wordt gezien als een identiteit die constant ‘bewerkt’ moet worden, op alle gebied. Je moet voortdurend meer accumuleren, in termen van materiële groei. Grotere huizen, verre reizen. Je moet zeer flexibel zijn en in staat zijn om je constant weer aan te passen aan de nieuwste iPods en iPads en compu-

22

terprogramma’s en al die stupide dingen. Je bent nooit ‘bij’ en je bent voortdurend in de positie dat je ‘onaf’ bent. Sinds wanneer is die ontwikkeling zo op hol geslagen? Harald Welzer: Tot de jaren zestig kan je zeggen dat de ontwikkeling van het kapitalisme in de westerse samenleving oké was. Er was een groeiende welstand, waarvan alle mensen, ook de arbeiders, konden profiteren. Iedereen had een comfortabel huis, voedsel, kleding, kon vakantie nemen. De groeieconomie was belangrijk om dit stadium te bereiken. Maar zodra die behoeften voldaan zijn, heeft de groei-economie een ernstig probleem. Dan moet men niet alleen producten gaan uitvinden, maar ook subjecten die de diepe noodzaak voelen om zich die nieuwe producten aan te schaffen. Dan kantelt dat proces en krijg je die consumptiedrang naar producten die niet ontworpen zijn omdat jij ze nodig hebt, maar die jij wilt hebben omdat je geconditioneerd bent om ze te willen. Zelfs al heb je daar niet het geringste besef van. We worden een speelbal van de reclamewereld? Harald Welzer: Het gaat niet alleen over advertenties en reclamespots, het gaat ook over het design van onze wereld en hoe we onze omgeving vorm willen geven. Het is de wereld-waar-we-van-uitgaan, de geassumeerde wereld, de infrastructuur van wat ons omringt, die in nagenoeg elke dimensie zo is opgevat dat je alleen maar gelukkig kan zijn als je de imperatief volgt van steeds meer te kopen en te hebben. Je krijgt dan het gevoel dat je een heel ongelukkig iemand bent als je niet het laatste nieuwe model hebt van die iPad. Het is verbijsterend hoe dat werkt. Die spullen interfereren in ons bestaan op een manier dat je ervan afhankelijk wordt. U gebruikt zelfs de term ‘consumptietotalitarisme’. Harald Welzer: Het is een totalitair systeem, het dringt zich zo op dat er daarnaast

MOQ • april 2013 • www.mo.be

niets anders meer is. Elk aspect van de samenleving wordt door de economische logica gekoloniseerd. Het is niet alleen dat je ertoe wordt aangezet om steeds meer goederen te kopen, zelfs als je ze nadien gewoon moet wegwerpen zonder ze te gebruiken, bijvoorbeeld voedsel. Het is ook dat haast elk domein van de samenleving moet werken volgens die wetmatigheden. Het schoolsysteem is vandaag geëconomiseerd, de kinderopvang, zelfs de emissies. Hoe dwaas, of liever, hoe intelligent! Werkelijk een briljante aanpak, waarmee we terechtkomen in een volgend stadium, namelijk van het economiseren van ecosysteemdiensten. Hoe stappen we uit dat door de groei-economie opgelegde denkraam? Harald Welzer: Dat was de vraag die ik mezelf ook stelde na het boek over de klimaatoorlogen. Hoe kun je jezelf een andere richting uit krijgen? Waar vindt je elementen die je de kracht geven om iets anders te doen? In eerste instantie moet je die dingen die men je voortdurend wil opdringen als noodzakelijk, stupide vinden en er persoonlijk verontwaardigd over zijn dat mensen denken dat jij er alleen bent om hun goederen te kopen. Dat je alleen daarom voor hen belangrijk bent. Je moet ook verontwaardigd zijn over het feit dat politici aannemen dat jij hun argumenten zomaar slikt. Je moet dus het punt vinden waar je kan zeggen: ‘Ohne mich. Ik doe niet mee.’ En anderzijds moet je afstandelijk kunnen kijken naar dit gebeuren als een hele industrie die zich heeft doorgezet. Als ik beslis die producten en dat discours niet meer te “kopen”, vermindert hun kans op succes. Dat is jezelf ernstig nemen en je handelen in een andere richting sturen. Het is belangrijk individueel een vorm van verzet te ontwikkelen. Wat bedoelt u met ‘verzet’? Harald Welzer: Verzet is een heel belangrijk concept, waarbij je jezelf verplaatst in een positie waarin je nagaat wat je is overkomen. Namelijk dat je een deel geworden bent van

een industrie die individuen zo ontwerpt en programmeert dat de enige reden van hun bestaan is dat ze behoeften hebben en telkens nieuwe behoeften. Mijn nieuwste boek, Selbst Denken, gaat daarover. Ik noem dat ‘jezelf ernstig nemen’. Uiteraard is het soms wel zinvol om te participeren in het systeem, maar heel vaak ook niet. En we beseffen te weinig dat er geen bevel is van een regime dat ons verplicht om de nieuwste hebbedingen te kopen. We laten ons verleiden en dat gedrag kunnen we veranderen. U pleit voor een herpolitisering. Wat houdt dat in? Harald Welzer: In de rijke wereld hebben mensen op dit ogenblik een heel sterk gevoel van onzekerheid. Het vertrouwen dat dit spoor naar iets goeds leidt, is weg. Tegelijk is er een openheid voor nieuwe dingen. We hebben echter geen groot plan voor de goede samenleving, geen schema voor de revolutie. Een groot manco van de ecologische beweging is dat die totaal technocratisch, apolitiek en asociaal is geworden. In die context is het belangrijk om opnieuw politieke demarcatielijnen te trekken. Niet meer langs de rechts-linkslijn, die logica heeft afgedaan. De rode lijn loopt vandaag tussen de vernielers van de wereld en hen die willen bouwen aan toekomstkansen. Het gaat om Zukunftfähigkeit, toekomstgeschiktheid, tegenover Zukunftfeindlichkeit, afkeer van de toekomst. Het zijn nieuwe politieke concepten die nog vaag zijn, maar het begrip ‘toekomstgeschiktheid’ opent wel een totaal nieuw perspectief van mogelijke coalities met wie we in de toekomst kunnen samenwerken. In onze Stichting was het een verrassing hoe we radicaal ecologisch geïnspireerde mensen konden samenbrengen met gewezen bedrijfsleiders. Zulke coalities zouden twintig jaar geleden ondenkbaar geweest zijn, vandaag worden die belangrijk omdat je gedeelde belangen en gedeelde strategieën vindt. U benadrukt het belang van democratie, om te kunnen experimenteren met het oog op verandering.

Alma De Walsche

tendensen

‘Een groot manco van de ecologische beweging is dat die totaal technocratisch, apolitiek en asociaal is geworden.’

Harald Welzer: We leven hier in een democratische en rijke samenleving en dat biedt enorme kansen om dingen te veranderen, veel meer dan in het Zuiden of in nietdemocratische landen. Totalitaire systemen hebben mensen hun vrijheid ontnomen via dwang, geweld en illegale praktijken. In het consumptietotalitarisme zijn we op een punt gekomen dat mensen hun vrijheid zomaar te grabbel gooien. Ze zeggen: ‘Oké, ik hoef niet voor mezelf te zorgen, zolang Apple voor mij zorgt.’ Dat is een beangstigende evolutie. Als sociaal psycholoog ben ik zeer getroffen door het gemak waarmee mensen hun vrijheid afstaan. Want vrijheid heeft twee kanten: het betekent de openheid om te doen wat je wilt doen, maar het betekent ook verantwoordelijkheid om keuzes te maken. Het valt mensen soms zwaar om die verantwoordelijkheid te nemen en dus geven ze die vrijheid weg. In ruil daarvoor krijgen ze fantastische producten die het leven comfortabel maken. Het doel van Futurzwei is de samenleving positieve ‘toekomstbestendige’ voorbeelden te laten zien. Harald Welzer: Futurzwei wil positieve voorbeelden en succesverhalen zichtbaar

MOQ • april 2013 • www.mo.be

maken om het aanvoelen tegen te gaan dat we er toch niks aan kunnen doen. We willen tonen dat heel wat mensen intussen interessante dingen doen die afwijken van business as usual. En we willen dat doorgeven door concrete verhalen van concrete mensen te vertellen. De verhalen zijn ook een weg naar politiek empowerment: je helpt mensen om hun bestaan weer zelf in handen te nemen. Met al die verhalen maken we een lappendeken van initiatieven en groeien er nieuwe verbindingen. Voorlopig zijn het nog kleine initiatieven in de marge. Hoe kunnen die een veranderingsproces inzetten? Harald Welzer: We willen het idee ingang doen vinden dat dingen op een heel andere manier gedaan kunnen worden. Ik verwoordde de opzet van Futurzwei als: ‘Wij zijn het promotiebureau voor een sociale beweging die nog niet weet dat ze bestaat.’ Het is belangrijk een instantie te hebben die deze positieve verhalen bundelt en ze ook weer uitstuurt, als boodschappen in een fles. En zo willen we mensen verrassen en prikkelen, zodat ze zeggen: ‘Hé, geweldig!’ En het is echt leuk.

Q

23


DOSSIER tendensen

Vijf jaar crisis in de EU: de kloof neemt toe

Gebrek aan Unie schept meer leed dan nodig

© Reuters/Juan Medina

de kloof tussen de lidstaten groeit weer

door John Vandaele

Doet de crisis ongelijkheid en armoede in de Europese Unie toenemen? Zo ja, hoe en waarom? John Vandaele bekeek de cijfers en de analyses. Hij stelt vast dat we nu, na meer dan vijf jaar in crisis, wéten dat het gebrek aan vertrouwen en samenhang tussen de lidstaten heeft gezorgd voor meer sociaal leed dan nodig was. Dat roept vragen op over de toekomst van de EU.

24

MOQ • april 2013 • www.mo.be

Zeker is dat de crisis een abrupt einde heeft gemaakt aan een lange periode waarin de inkomens in de rijkere lidstaten in het noorden van de Europese Unie en die in de armere lidstaten in het zuiden naar elkaar toegroeiden. Of het nu gaat om de groei van de economie of de gezinsinkomens: sinds 2008 groeien Noord en Zuid weer uit elkaar (zie kaart 1 en 2). Voor de recenter toegetreden landen uit Oost- en Midden-Europa is de situatie diverser. Polen en Slovakije zetten hun inhaalbeweging voort, maar de Baltische staten zagen de kloof weer groeien. De ongelijkheden tussen de regio’s van de EU nemen dus weer toe. Die waren al aanzienlijk. De Amerikaanse econoom James Galbraith noemt de ongelijkheid in de EU groter dan in de Verenigde Staten (VS). ‘Het soort ongelijkheid dat je nu tussen Duitsland en Portugal hebt, had je tot de jaren dertig tussen Mississippi en Californië. Wij hebben die bestreden met federale solidariteitsmechanismen zoals een federale werkloosheidsverzekering.’ Om een idee te geven van de verschillen: het hoogste minimumloon is, na correctie voor de kosten van levensonderhoud, dat van Luxemburg, 1477 euro per maand; het laagste is het Bulgaarse minimumloon van 270 euro.

binnenlandse ongelijkheid: divers beeld

Van Lapland tot de Algarve, van Cork tot Nicosia, het oude continent laat alweer een winter achter zich. Toch heerst niet overal een lentegevoel. Sinds 2008 heet het Avondland in crisis te zijn, maar wat betekent dat?

Leidt de crisis ook tot een toename van de inkomensongelijkheid binnen de lidstaten? Het antwoord op die vraag is minder eenduidig. In sommige landen is de Gini-coëfficient, maatstaf van inkomensongelijkheid, toegenomen tussen 2005 en 2011: Bulgarije en Duitsland lopen daar voorop. In Polen, Portugal maar ook België daalde de inkomensongelijkheid lichtjes (zie grafiek 1). Wel zeker is dat de inkomensongelijkheid sinds 1990 in bijna alle lidstaten is toegenomen

MOQ • april 2013 • www.mo.be

– dat is het gevolg van globalisering, technologie en deregulering op allerlei niveaus. Ook het risico om slachtoffer te worden van armoede en uitsluiting is in sommige landen toegenomen, erkent de Europese Commissie in haar rapport over werkgelegenheid en sociale ontwikkelingen in Europa van november 2012. Armoede wordt gedefinieerd als een inkomen dat onder de zestig procent van het middelste of mediane inkomen ligt. Het ietwat moeilijke begrip uitsluiting benadert de Commissie van twee zijden: leven in een huishouden met weinig of geen werk en lijden onder ernstige materiële tekorten. Dat laatste betekent dat je niet die dingen kunt kopen die nodig zijn om erbij te horen in Europa: telefoon, wasmachine, tv, auto, eiwitrijk voedsel, in staat zijn huur of leningen te betalen. In Bulgarije steeg dat risico van 38procent naar bijna de helft van de bevolking (zie grafiek 2). Maar ook in Letland, Litouwen, Hongarije, Griekenland, Ierland en Spanje nam het risico op armoede en uitsluiting sterk toe. In heel wat landen bleef het risico min of meer stabiel, terwijl het in Polen afnam. De zogenaamde armoedekloof – hoe arm zijn de armen? – werd in de meeste landen wijder: gemiddeld ligt het inkomen van diegenen die als arm worden bestempeld nu 23procent onder het middelste inkomen, een toename met 1,2procent sinds 2008. In twee derde van de lidstaten is het gemiddelde gezinsinkomen gedaald. Tussen 2007 en 2009 wisten overheden door middel van sociale uitkeringen en belastinghervormingen de inkomensdaling nog goeddeels tegen te gaan. Tussen 2009 en 2011 gebeurt in een aantal staten het omgekeerde: door de besparingen op sociale uitkeringen en/of de hogere belastingen daalde het gezinsinkomen nog meer (zie grafiek 3). Omdat de crisis aanhoudt, neemt onder aan de ❱

25


DOSSIER tendensen

❱ inkomenspiramide de financiële stress toe:

het aantal mensen dat toegeeft zich in de schulden te moeten steken, dan wel op zijn spaargeld te moeten teren, nam het voorbije jaar toe in de meeste lidstaten. De werkloosheid is gestegen tot het in de EU nooit geziene niveau van bijna 11 procent van de beroepsbevolking. Langdurige werkloosheid (meer dan een jaar werkloos) is tijdens de crisis in de EU van 2008 tot 2012 haast verdubbeld van 2,5 naar 4,6procent van de actieve bevolking: van 13,5 naar 25 miljoen mensen. Meer dan tien miljoen mensen zijn langer dan twee jaar werkloos. Het aantal mensen dat ontmoedigd is en het zoeken naar werk heeft opgegeven, steeg van 7,3 naar 8,6miljoen. Gezinnen met lager geschoolde ouders, alleenstaande moeders of immigranten worden meer getroffen door langdurige werkloosheid. Ook inzake werkloosheid zijn er grote verschillen: in Duitsland nam de werkloosheid

Athene naar kleinere steden. Verder ook in het rapport: ‘Door de besparingen moest de daklozenstichting van Athene 61 van zijn 85 personeelsleden ontslaan. Een nieuw tehuis dat de twee bestaande en overbelaste nachtverblijven van Athene moest ontlasten, kon daardoor niet geopend word.’

af, in Spanje en Griekenland ging ze door het dak (meer dan twintig procent). Cijfers, veel cijfers die niet altijd in staat zijn om het lijden dat met deze crisis gepaard gaat weer te geven. Commissaris voor Sociale Zaken László Andor kwam al wat dichter in de buurt toen hij erkende dat elke dag 400.000 mensen buiten slapen in de EU, een cijfer dat hoger ligt dan ooit. Zeker in de zuidelijke landen is de toename van de dakloosheid direct aan de crisis te wijten, volgens FEANTSA, de Europese Federatie van Nationale Organisaties die werken met Daklozen. ‘In Spanje en Portugal is de vraag naar de diensten voor daklozen sinds 2008 met een kwart tot dertig procent gestegen’, zegt FEANTSA in een rapport van eind 2012. In Griekenland was het niet anders: daar heeft het verschijnsel zich verspreid van de twee grote steden Piraeus en Kaart 1

nooit meer een behoorlijke baan vinden: de crisis wordt dan een litteken voor de rest van hun leven. Voor de samenleving is het een groot verlies aan economisch potentieel. Die wisselwerking tussen het sociale en het economische speelt eigenlijk voortdurend in beide richtingen en op alle niveaus.

te lang wachten op supermario de keerzijde van olli Deze gegevens over ongelijkheid, armoede en werkloosheid zijn het menselijke gezicht van de crisis. De vraag is of het financieeleconomische beleid van de Europese Unie, zoals dat belichaamd wordt door commissaris Olli Rehn, het sociale lijden heeft vergroot dan wel verminderd. Dat is een sociale en morele vraag, maar uiteindelijk is het ook een economische kwestie. Mensen die langer werkloos blijven, verliezen dikwijls een deel van hun vaardigheden. Dat kan ertoe leiden dat sommigen

Laten we beginnen bij het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB). De Belgische econoom Paul De Grauwe was een der eersten die opmerkten dat de eurolanden in deze crisis met een handicap streden. Spanje moest een hogere rente betalen op zijn staatsleningen dan de VS of het Verenigd Koninkrijk (VK), ook al had het minder schulden en een kleiner begrotingstekort. De reden, aldus De Grauwe, is dat in andere landen de centrale bank er garant voor staat dat er altijd geld zal zijn om wie geld leent aan de staat ook terug te betalen: de centrale

Kaart 2

Grafiek 1

Verandering van het bruto beschikbaar huishoudinkomen tussen 2008 en 2011

Verandering van het bnp tussen het tweede kwartaal van 2007 en het tweede kwartaal van 2012

In procent ten opzichte van 2008

In procent van 2007

<-5

<-5

- 0 tot - 5

- 0 tot - 5

Verandering van de ginicoëfficiënt tussen 2005 en 2011 Hoe hoger de coëfficiënt, hoe hoger de inkomensongelijkheid (bij een coëfficiënt van 0 ontvangt iedereen hetzelfde inkomen, bij 1 ontvangt 1 persoon al het inkomen).

2005

2011

bank kan immers dat geld gewoon drukken. Die garantie is er niet in de eurozone en dus sloeg de paniek op de markten toe. De ECB weigerde immers onbeperkt staatsobligaties van de zwakkere landen te kopen, zoals in de VS of het VK gebeurt. Dat dreef de rente van de zwakkere lidstaten op, en zo ook de spreads, het verschil in rente tussen een bepaald land en Duitsland. De Grauwes visie was omstreden, maar met recent onderzoek toont hij zijn gelijk aan. Ten eerste blijkt nu dat die grote spreads vooral gebaseerd waren op de angst dat er door het ECB-beleid geen geld zou zijn om de kredietverschaffers van de zwakkere eurolanden te betalen of dat de euro uit elkaar zou vallen. Immers, sinds ECB-voorzitter Mario Draghi halverwege 2012 heeft gezegd dat ‘hij zal doen wat nodig is’ (lees: staatsobligaties van de zwakkere landen onbeperkt opkopen), zijn de spreads enorm gedaald, terwijl de schuldratio’s overal nog

Grafiek 2

Grafiek 3

Verandering van het aandeel van de bevolking (%) dat risico loopt om slachtoffer te worden van armoede of uitsluiting tussen 2008 en 2011 2008

2011

38,1 + 0 tot 5

+ 0 tot 5

+ 5 tot 10

+ 5 tot 10 Zweden 12,5

> + 10

Verenigd Ierland Koninkrijk -13,3 1,8

Denemarken 10,7

Finland 11,2

49,1 Bulgarije

Zweden 6,7

> + 10

Estland -2,5 Letland -16,1 Litouwen -2,7

Verenigd Ierland Koninkrijk -7,5 -2,9

Polen 12,6

Denemarken -4,3

Bulgarije 11,5

35,6

Griekenland -13,3

Spanje -3,5

Spanje 2007 2009

2009 2011

Cyprus 3,1 >

0,7

2009 2011

2007 2009

2009 2011

Duitsland 2007 2009

-1,2

2009 2011

Griekenl. 2007 2009

2009 2011

3,9

2,6

1,1

1,1

-1,6 0,6

-0,5

-0,6

-0,8

-0,9 -3,1

-2,6

38,2

-3,1 -4,7

31,1 Polen 30,5 EU27

30,6

33,4 Litouwen 31,0 Griekenland Hongarije 30,5 EU27 29,9 Ierland 27,2 Polen 27,0 Spanje

30,6 30,5 29,0 Duitsland 27,6 28,2

28,0

27,8 Denemarken

-8,1

LEGENDE 1

26,3 België

26,1

-7,2

-9,2

23,7 22,9

Verandering van het beschikbaar gezinsinkomen tussen 2007-2009 en 2009-2011, in %

21,0 België

20,8

Netto-invloed van wijzigingen in belastingen en uitkeringen

25,0

Cyprus 2,1 >

2007 2009

1,0

-0,5 EU27

23,9

Bron: Eurostat, SILC Bron: Eurostat

2009 2011

Verenigd Koninkrijk

3,0

-1 Bron: Eurostat

2007 2009

België

3,4

40,3 Roemenië 33,2 Bulgarije

Griekenland -17,1

Frankrijk

34,2 Portugal

Italië -6,6 Portugal -5,6

Veranderingen in beschikbaar gezinsinkomen en de invloed van het veranderende belastings- en uitkeringsbeleid daarin voor enkele Europese landen

44,2

-0,8 Japan

Bulgarije 3,7

Italië 0,4 Spanje -2,8

Estland -7,0 Letland -13,8 Litouwen -2,7

-0,8 Eurozone

Polen Nederland 3,0 19,2 1,3 VS Duitsland Tsjechië België 4,0 2,8 2,5 Slowakije Luxemburg Oostenrijk 13,5 0,8 3,5 Hongarije Roemenië Frankrijk Slovenië -4,1 2,9 0,3 -4,3

Nederland 1,9 Duitsland Tsjechië België 5,9 4,2 Slowakije 5,2 Luxemburg Oostenrijk 8,6 7,1 4,8 Hongarije Roemenië Frankrijk Slovenië 8,5 -5,1 5,3 3,3

Portugal 1,8

Finland -2,4

zijn toegenomen: de spreads reageren dus kennelijk niet op de fundamentele kenmerken van een economie maar op angst. Vervolgens toont De Grauwe aan dat het de spread was – en dus de door het ECB-beleid aangewakkerde angst – die de omvang van de besparingen bepaalde. Die omvang van de besparingen op de overheidsbegroting staat dan weer in direct verband met de mate waarin de economie kromp (zie grafiek 4) en de werkloosheid en vaak ook de armoede toenamen, zo toonde het Internationaal Muntfonds (IMF) aan. Dat verklaart ook waarom de schuldratio het meest toeneemt in landen die het meest hebben bespaard (zie grafiek 5). Het besluit is dus dat het getalm bij de ECB het sociale lijden onnodig heeft vergroot. De Duitse rol daarin kan moeilijk overschat worden. Als de ECB zich anders opstelde dan zijn Amerikaanse tegenhanger, had dat alles te maken met het gebrek aan ❱

Wat deze verandering zou zijn geweest zonder wijziging van belastingen en uitkeringen

-20,1 -20,7

Bron: Eurostat, SILC Bron: AMECO

26

MOQ • april 2013 • www.mo.be

MOQ • april 2013 • www.mo.be

27


DOSSIER tendensen

besparen onder druk Het besparingsbeleid waarvoor de EU vanaf 2010 koos, werd dus voor een stuk door het ECB-beleid in de hand gewerkt, maar dat was niet de enige factor. Het communiqué van juni 2010 van de G20, de groep van twintig leidende economieën in de wereld, was duidelijk: ‘Geavanceerde economieën verbinden zich tot een halvering van hun begrotingstekorten tegen 2013 en een stabilisering van hun overheidsschuld tegen 2016.’ De mondiale vrees voor de markten speelde een rol – hoewel landen als de VS, het VK en Duitsland gratis geld konden lenen – maar ideologie evenzeer: de overtuiging dat men nu, meteen, de tering naar de nering moest zetten. De besparingsijver was het grootst in de EU omdat de rijke lidstaten vreesden dat ze zouden moeten betalen voor de landen met hoge spreads – het wantrouwen tegenover Griekenland was begrijpelijk omdat Athene jarenlang loog over zijn begroting. Door hun hoge spreads konden Griekenland, Portugal en Ierland geen geld meer lenen op de markt en hadden Duitsland en medestanders ook de macht om – in ruil voor hun financiële steun – drastische besparingen te eisen, vaak tegen de wil van de bevolking van de betrokken landen in. Ook landen die minder onder druk van de markten stonden, bespaarden. Op het eerste gezicht lijkt het logisch dat staten die al onder zware schuldenlasten kreunen, de broeksriem aanhalen. Maar in een crisissituatie – met buurlanden die allemaal tegelijk besparen en banken, ondernemin-

28

ook wat je niet doet, heeft gevolgen Dezelfde ketting van gevolgen geldt voor andere beslissingen die de Europese politici nemen of juist niet nemen. Als de sterkere eurolanden weigeren om hun kredietwaardigheid te delen met zwakkere landen, door samen schulden aan te gaan (de zogenaamde euro-obligaties), dan leidt dat ertoe dat zwakkere landen hogere rentes moeten betalen. Waardoor er minder overblijft voor sociaal beleid of het stimuleren van de economie. Dat geldt ook voor de manier waarop de inspanningen verdeeld worden om het economische onevenwicht dat is ontstaan in de eurozone weg te werken. Duitsland is het enige land waar de reële lonen daalden tussen 2001 en 2007 – daardoor slaagde het Grafiek 4

land erin zijn kosten zo laag te houden dat het internationaal erg competitief bleef. Zo bouwde het ook een groot handelsoverschot op tegenover een aantal vooral zuidelijke eurolanden. Vroeger kon zo’n situatie verholpen worden door muntdevaluatie in de zuidelijke landen. Sinds de euro kan dat enkel door de reële loon- en prijsverschillen weg te werken. Alle lidstaten maar vooral Portugal, Ierland, Italië, Griekenland, Spanje (PIIGS) zijn dus genoodzaakt hun reële lonen te laten dalen, tenzij Duitsland de teugels wat viert en zijn lonen wat laat stijgen. Als de inspanningen enkel van de PIIGS moeten komen, zullen deze landen langer in een krimpende markt en dus in een soort van depressie moeten leven. Met alle sociale en politieke gevolgen van dien. Frank Vandenbroucke, tegenwoordig hoogleraar aan de universiteiten van Leuven, Antwerpen en Amsterdam: ‘Als Duitsland daarop weinig toegeeft, is dat te wijten aan het wantrouwen tussen de lidstaten. In het Duitse politieke establishment is er geen meerderheid voor. Zij willen geen afspraken maken waarvoor vertrouwen in de ander nodig is.’ Het Europees vakverbond (EVV) stelt ook grote vragen bij het gevoerde arbeidsmarktbeleid. ‘De EU zegt dat ze inkomensongelijkheid wil tegengaan, maar overal stuurt ze aan op de afbouw van collectief onderhandelen of het makkelijker maken van ontslag en Grafiek 5

Hoe meer besparingen, hoe minder groei

Hoe meer besparingsijver, hoe hoger de schuldratio Groei van de schuldratio uitgedrukt in percent van het BNP

dat Duitsland een andere visie heeft op geld. Professor Europese politiek aan de UGent Hendrik Vos erkent dat De Grauwe gelijk heeft gekregen, maar relativeert die overwinning: ‘De eurocrisis is extreem complex. Van veel maatregelen wisten we gewoon niet vooraf of ze zouden werken, juist omdat de meningsverschillen onder economen zo groot waren. Daarom ploetert de politiek met voorzichtige stapjes voorwaarts.’

gen en gezinnen die evenzeer onder schulden gebukt gaan en dus niets uitgeven – is de positieve impact op de economie van overheidsuitgaven veel groter dan in normale omstandigheden, zo heeft het IMF in 2012 besloten aan de hand van cijfers over de besparende eurolanden. Een te sterk besparingsbeleid voeren in zo’n context wordt zelfs contraproductief: de economie krimpt sneller dan de schulden, waardoor je geen stap verder komt in de sanering van de overheidsfinanciën, maar wel zet druk op de economische activiteit, en knaagt aan banen en sociale uitkeringen.

8

Groei van het bruto nationaal product of inkomen

❱ vertrouwen tussen de lidstaten én het feit

6 4

Duitsland

2

Ierland

0

Spanje

- 2 Italië -4

Portugal

-6 -8 - 10 - 12

Griekenland

- 14 0

2

4

6

8

10

12

40

Griekenland

30

Portugal Ierland

25 20

Spanje

15 10

Italië

5 0

Duitsland

-5 0

2

4

6

8

10

12

Mate van besparingsijver (in procent van het BNP per hoofd)

Mate van besparingsijver (in procent van het BNP per hoofd)

Bron: Paul De Grauwe en Yuemei Ji op www.voxeu.org

Bron: Paul De Grauwe en Yuemei Ji op www.voxeu.org

MOQ • april 2013 • www.mo.be

atypische contracten’, zegt Stefaan Clauwaert van het onderzoeksinstituut van het EVV. In een recent rapport toont het instituut aan dat er een samenhang is tussen de collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) en inkomensongelijkheid: in landen waar een groter deel van de werkende bevolking onder cao’s valt, is er minder ongelijkheid. Zelfs de OESO erkent nu dat zo’n beleid wel leidt tot meer banen, maar mogelijk ook tot meer ongelijkheid en meer armoede.

democratisch manco Miljoenen mensen lijden dus meer dan ze zouden moeten lijden. Er is een Europees beleid mogelijk dat minder schade zou hebben aangericht in de zwakkere landen. Hoe moeten we dat verklaren? Ideologie en complexiteit passeerden al de revue, maar er is meer. ‘Er was geen draagvlak in de noordelijke landen voor een ander beleid’, aldus professor Vos. ‘Onze democratie zal zich moeten heruitvinden. Onze democratieën werken nog sterk nationaal. De visie van de Duitse kanselier heeft in heel de EU, en zeker heel de eurozone, invloed, maar alleen de Duitsers kunnen voor haar kiezen. Dat democratische tekort wordt niet helemaal opgevangen door een sterker Europees Parlement. In deze overgangsfase naar een echte Europese democratie wegen enkele machtige landen buitenproportioneel op het beleid.’

lotsverbonden in de feiten, niet in de hoofden

50 45

35

Het wantrouwen tegenover Griekenland was begrijpelijk omdat Athene jarenlang loog over zijn begroting.

Om een monetair, economisch en sociaal beleid te voeren dat oog heeft voor de belangen van alle lidstaten is er meer wederzijdse empathie en een groter besef van lotsverbondenheid nodig. Vos: ‘De lotsverbondenheid is er zeker, maar mensen beseffen die veel te weinig. Niemand realiseert zich dat de zuiderse lidstaten zich in de schulden staken om producten in het noorden te

kopen. Niemand beseft dat het wegzinken van die landen ook ons zwaar in de problemen kan brengen.’ Frank Vandenbroucke vindt dat die lotsverbondenheid in de eurozone ook tot het sociaal beleid reikt. ‘We weten dat kinderen die opgroeien in arme gezinnen waar niemand werk heeft, minder kans hebben op goed onderwijs. In Roemenië leeft een derde van de kinderen in zulke gezinnen. Dat heeft na verloop van tijd grote economische gevolgen. Alleen kijken naar begrotingscijfers is dus, óók uit economisch oogpunt, kortzichtig. Wie wil dat een Europees land op lange termijn mee kan, moet ook oog hebben voor sociale investeringen.’ Een sociale kaalslag zoals die zich nu in sommige PIIGS voltrekt, heeft op de duur ook negatieve economische gevolgen. Vandenbroucke pleit dus voor een Europese sociale investeringsagenda: hoogwaardige kinderopvang, investeren in opleiding en onderwijs, van migratie een succes maken door ervoor te zorgen dat immigranten naar school gaan en een baan krijgen, minimale inkomensbescherming.

sociaal boterzacht, economisch dwingend Beweren dat Europa daar geen oog voor heeft, klopt niet. De Commissie schrijft daar vuistdikke rapporten over en roept op om allerlei doelen te realiseren, maar het blijft zacht beleid. Universele en hoogwaardige kinderopvang, zo weten we, is dé manier om meer vrouwen aan het werk te krijgen. In 2002 werden daarover in Barcelona doelen afgesproken. Die zijn absoluut niet gehaald. Ander voorbeeld: een van de vijf Lissabondoelen is dat er tegen 2020 twintig miljoen minder armen zijn in de Unie. ‘Als de nationale doelstellingen van de lidstaten worden opgeteld, kom je aan twaalf, hooguit vijftien miljoen. Dat maakt het halen van dat doel heel uitdagend’, stelt DG Sociale Zaken

MOQ • april 2013 • www.mo.be

eufemistisch. Landen die sociale doelen niet halen, worden daarvoor niet beboet. Als Duitsland goede economische resultaten kan voorleggen, maar de armoede ziet toenemen, wordt het voor dat laatste amper bekritiseerd. Daar staat tegenover dat de economische sturing sinds de crisis almaar harder wordt: wie de normen niet haalt, wordt beboet. Vos: ‘Ik vind het al een succes dat de commissie daarover nog spreekt, want de meeste politici vinden, om allerlei redenen, dat de EU zich niet met het sociale moet bemoeien.’ Dat verklaart ook waarom een Europees systeem van werkloosheidsuitkeringen weinig kans maakt, zelfs al noemt DG Sociale Zaken het een voor de hand liggende maatregel om Europese economische crisissen op te vangen.

en nu? Het is de eerste keer, bevestigt Vos, dat Europees beleid zoveel mensen pijn doet. ‘Er zijn meer crisissen geweest, maar toen speelde de EU nog niet zo’n grote rol en kon je haar de schuld niet geven.’ Dat is nu dus anders en het is zeer de vraag wat het zal betekenen voor de EU. Hoe lang zullen de landen in het zuiden de door de EU opgelegde depressie aanvaarden? Niemand weet het, maar in Griekenland kreeg een ronduit nazistische partij tien procent van de stemmen. In Italië kreeg de protestpartij van Beppe Grillo zelfs een kwart van de kiezers achter zich. En in Duitsland wordt een anti-europartij opgericht. De crisis stelt de zaken in de EU op scherp. Kan de EU competitief blijven én haar sociale model behouden? Wil ze dat laatste? Kan de EU, nu het er echt om spant, beslissingen nemen die in alle lidstaten als legitiem worden ervaren? Zal Europa de solidariteit en empathie kunnen opbrengen die nodig is om een munt te delen? Grote vragen die de toekomst van ons continent zullen bepalen.

Q

Zie ook het voorwoord op bladzijde 5 voor een poging tot antwoord.

29


ESSAY tendensen

Armoede of ongelijkheid bestrijden?

Meer rijken betekent nog niet minder armen De focus op het bestrijden van extreme armoede heeft ons afgeleid van de oorzaak van die armoede, zegt de Uruguyaanse onderzoeker en activist Roberto Bissio, een van de centrale sprekers op Think Global Day van 19 april. ‘Als we de ongelijkheid niet bestrijden, zal de armoede nooit verdwijnen.’ door Roberto Bissio

Er was eens een excentrieke mollah in Anatolië, Nasreddin. Op een keer liep hij overduidelijk iets te zoeken op een plein. ‘Weet je zeker dat je je sleutel hier ergens verloren hebt?’, vroeg een van de mannen die spontaan hun hulp aangeboden hadden. ‘Nee’, zei Nasreddin. ‘Ik heb hem bij de voordeur van mijn huis verloren.’ ‘Maar waarom zoek je hem dan op het dorpsplein?’, vroeg de helper. ‘Omdat er hier tenminste licht is.’ Dat oude verhaaltje heeft zich het voorbije decennium op mondiale schaal voorgedaan. Sinds 2000 legde de wereldgemeenschap zichzelf acht Millenniumdoelstellingen (MDS) op, om concrete en meetbare ontwikkelingsresultaten te behalen. De eerste doelstelling is het halveren van het aantal

mensen dat in absolute armoede leeft en dus een inkomen per persoon heeft van minder dan een dollar per dag. De andere doelstellingen vullen die eerste aan op het gebied van onder andere gezondheid, onderwijs en gender. Het resultaat van deze aanpak is geweest dat iedereen die zich met ontwikkeling bezighield –VN-organisaties, overheden van ontvangende of donerende landen, nietgouvernementele organisaties – zich meer dan tien jaar geconcentreerd heeft op extreme armoede. Met de deadline van 2015 in het verschiet vraagt de internationale gemeenschap zich vandaag af waarop ze morgen de klemtoon moet leggen. Het eerste antwoord op die vraag lijkt te zijn: op meer van hetzelfde. John Podesta, voormalig kabinetschef onder Bill Clinton en lid

Klaas Verplancke

‘Ongelijkheid bedreigt in haar vele manifestaties de sociale cohesie van een samenleving. Daarom moet het beleid er op ingrijpen, want ongelijkheid corrigeert zichzelf niet’ 30

MOQ • maart 2013 • www.mo.be

MOQ • april 2013 • www.mo.be

van het deskundigenpanel dat een denkkader voor de periode na 2015 zal voorleggen, zegt dat de doelstelling voor de komende periode moet zijn extreme armoede integraal uit te bannen. En de Britse premier David Cameron, medevoorzitter van het panel, schreef in The Wall Street Journal dat ‘we nu de mogelijkheid binnen handbereik hebben om de generatie te worden die een einde maakt aan extreme armoede’. De sleutel naar een nieuwe ontwikkelingsagenda zou echter wel eens elders kunnen liggen, waar het licht van experts en internationaal debat minder fel schijnt. Uit bevragingen bij academici en middenveldorganisaties, die de VN-organisaties voor kinderen en vrouwen Unicef en UN Women vele maanden lang gehouden hebben, blijkt namelijk dat ongelijkheid onterecht in de schaduw is gebleven.

de theorie heeft ongelijk Het rapport van die bevraging werd formeel gepresenteerd op dinsdag 19 februari in Kopenhagen, door Jayati Ghosh, een econoom van de Nehru-universiteit in New ❱

31


ESSAY tendensen

19 APRIL, THINK GLOBAL DAY Al was er nooit eerder zoveel rijkdom in de wereld, toch zien we dat de kloof tussen arm en rijk sterk toeneemt. Hoe kan dat? Wat zijn de oorzaken? Hoe kunnen we dit onrecht aanpakken? Deze fundamentele vragen worden voorgelegd aan belangrijke denkers en doeners uit de verschillende continenten. Van 14u tot 18u modereren MO*journalisten Gie Goris en John Vandaele twee seminaries over ongelijkheid en ontwikkeling. Sprekers zijn Jos Geysels (11.11.11), Roberto Bissio (Social Watch Uruguay), Bea Cantillon (Universiteit Antwerpen), Karel Van Eetvelt (Unizo), Maria Espen (ETUI), Duncan Green (Oxfam UK, auteur From poverty to Power) en Jean Bossuyt (UA, Instituut voor Ontwikkelingsbeheer). Tussen 18u en 19u30 is er een pastabuffet en zijn er corners met een boekpresentatie van From Poverty to Power door Duncan Green, Why Poverty korte films, een literaire blik op ongelijkheid, fragmenten uit Radio Plettenberg van Wouter Deprez en een fototentoonstelling. Om 19 u. 30 is er een groot avonddebat met een intercontinentale blik op ongelijkheid. Sprekers zijn Duncan Green (UK), Roberto Bissio (Uruguay), Gauri Augustine (India) en Beverly Jansen (Zuid-Afrika).

Vrijdag 19 april vanaf 13 u. 30 in Area 42, Paleizenstraat 46A, Schaarbeek. Info en inschrijvingen: www.11.be/thinkglobalday. Organisatie: 11.11.11. met medewerking van MO*, UGent, Universiteit Antwerpen en Hiva-KULeuven.

❱ Delhi, en Sarah Cook, directeur van het VN-

Onderzoeksinstituut voor Sociale Ontwikkeling. De basisvaststelling van het rapport is dat de ongelijkheid in de periode sinds de invoering van de MDS in heel veel landen verergerd is. Dat blijkt zelfs het geval te zijn in landen waar de menselijke ontwikkeling als geheel snelle vooruitgang gemaakt heeft. De ontwikkelingstheorie is er lang van uitgegaan dat een zekere mate van ongelijkheid onvermijdelijk, of zelfs noodzakelijk was tijdens de industrialiseringsfase van een land. De economische groei zou in een eerste fase ook de ongelijkheid doen groeien, maar zodra een zeker niveau van ontwikkeling bereikt was, zou die ongelijkheid geleidelijk afnemen. Dat proces werd door de Russisch-Amerikaanse econoom Simon Kuznets grafisch voorgesteld als een omgekeerde U. Hij kreeg in 1971 de Nobelprijs voor zijn inzicht in economische groei en ontwikkeling. De realiteit heeft zich echter niet gehouden aan het voorspelde pad. ‘Oorspronkelijk volgde de inkomensongelijkheid de stijgende en dalende curve van Kuznets’, schreef

32

Branko Milanovic, hoofdeconoom bij de Wereldbank in het nummer van september 2011 van Finance & Development, het blad van het Internationaal Monetair Fonds. ‘Een lange en indrukwekkende daling zette in vanaf de piek van ongelijkheid aan het einde van de negentiende eeuw in GrootBrittannië en vanaf de jaren 1920 in de Verenigde Staten, tot ze haar laagste waarden bereikte in de jaren zeventig. Sindsdien zijn Groot-Brittannië en de VS, net zoals de meeste ontwikkelde economieën, véél rijker maar tegelijk ook véél ongelijker geworden’, aldus Milanovic. ‘Globaal genomen steeg de ongelijkheid tussen het midden van de jaren tachtig en het midden van vorig decennium in zestien van de twintig rijke OESO-landen (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, de club van rijkere landen). Kuznets zou, zoals de meeste economen, ongetwijfeld verrast geweest zijn door deze gelijktijdige stijging van rijkdom en ongelijkheid.’ Een soortgelijke ontwikkeling deed zich voor in de zogenaamde opkomende economieën. Nog steeds Milanovic: ‘De ongelijkheid steeg ook in China, een arm land met

MOQ • april 2013 • www.mo.be

een comparatief voordeel in de arbeidsintensieve, laaggeschoolde productie. China’s verhouding tussen handel en bruto nationaal product maakte een sprong van 20procent in de jaren negentig naar 60procent in 2008. Volgens de theorie zou de ongelijkheid hebben moeten dalen doordat de lonen van ongeschoolde arbeiders sneller zouden moeten stijgen dan die van geschoolde. In werkelijkheid steeg alleen de Gini-coëfficiënt, een maatstaf om de ongelijkheid van een samenleving te meten, van minder dan 30 in 1980 tot 45 vandaag. Ook in China spreken de feiten de theorie tegen.’

lessen uit het zuiden De meeste lidstaten van de OESO zijn min of meer opgehouden te groeien sinds het begin van de financiële crisis in 2008. De meeste ontwikkelingslanden zagen hun groei wel vertragen, maar zeker niet stilvallen. Daardoor is de ongelijkheid tussen landen nu al vijf jaar aan het afnemen. Sommige auteurs spreken daarom van wat zij “convergentie” noemen. Ze zien er de zegeningen van de mondialisering in en geloven dat deze beweging uiteindelijk tot

het verdwijnen van de kloof tussen arme en rijke landen zal leiden. Al weet niemand of en hoe lang de huidige trend zal aanhouden. Convergentie van nationale gemiddelden zegt echter weinig of niets over reële samenlevingen en echte mensenlevens. De inkomensongelijkheid stijgt immers zowel in arme als in rijke landen. Het resultaat daarvan is dat er steeds meer miljardairs uit India en Brazilië opduiken in Forbes’ lijst van superrijken – al blijven de zuidelijke leden nog altijd minder dan tien procent uitmaken van deze overwegend mannelijk club van een paar duizend miljardairs. Tegelijk stellen we vast dat die miljardairs meer rijkdom bezitten dan drie miljard mensen, bijna de helft van de mensheid, die elk minder dan 7500 euro bezitten. De zuidelijke kegel van LatijnsAmerika – Argentinië, Brazilië, Chili en Uruguay – is de enige regio in de wereld waar de ongelijkheid het voorbije decennium is afgenomen. Dat is het resultaat van een actief anti-armoedebeleid, zoals directe gel-

de versterking van de vakbonden, in tegenstelling tot wat de economische theorie voorspelt, voor meer, niet voor minder groei. Je kan, met andere woorden, het economisch beleid niet los zien van het sociale resultaat. Dat was ook de conclusie van Sarah Cook op de bijeenkomst in Kopenhagen. Volgens haar hebben we nood aan een echte omwenteling in plaats van langzame aanpassingen, althans, als we de ‘onderling verweven ongelijkheden’ van marginalisering, etniciteit, handicap of gewoon gender willen aanpakken. De directrice van UN Women en voormalig presidente van Chili, Michelle Bachelet, beklemtoonde dat laatste met een voorbeeld uit de gezondheidssector: ‘Hoe verklaren we dat de begrotingen voor gezondheidszorg stijgen, terwijl de middelen voor seksuele en reproductieve gezondheidszorg gelijk blijven?’ Volgens Bachelet moeten ongelijkheid en discriminatie bovenaan op de agenda komen. Al mag dat niet leiden tot het verwaarlozen van de ongelijkheid tussen landen, die het

De ongelijkheid is sinds de invoering van de Millenniumdoelstellingen in heel veel landen verergerd – zelfs in landen waar de menselijke ontwikkeling als geheel snelle vooruitgang gemaakt heeft. delijke steun aan arme gezinnen in Brazilië, de invoering van progressieve belastingen in bijvoorbeeld Uruguay en de vermindering van de regressieve btw, en de herverdelende effecten van een strakke overheidscontrole op het aanbieden van essentiële openbare diensten in Argentinië. In al deze landen zorgden de stijging van de minimumlonen en

resultaat is van ‘structurele bronnen van ongelijkheid’ die vervat zitten in de charters van mondiaal bestuur, waarvan de oneerlijke handelsregels volgens Bachelet een duidelijk voorbeeld zijn.

volg de tweet Paul Victor Obeng, minister van Ontwikkeling en Planning in

Ghana, liet hetzelfde geluid horen: ‘De MDS bestreden de symptomen. Na 2015 moeten we de oorzaken aanpakken.’ En ook Tony Lake, de directeur van Unicef, betoogde dat ‘ongelijkheid economische groei ondermijnt, terwijl sociale bescherming en universele sociale dienstverlening die groei juist ondersteunen’. Volgens hem is het bestrijden van ongelijkheid vandaag ‘zowel een praktische noodzaak als een morele plicht’. Tsikati Dzodzi, hoogleraar aan de University of Ghana, legde de nadruk op het feit dat ongelijkheid in haar vele manifestaties de sociale cohesie van een samenleving bedreigt. Daarom moet het beleid er op ingrijpen, zei ze, want ongelijkheid corrigeert zichzelf niet. De Deense minister van Ontwikkelingssamenwerking, Friis Bach, beklemtoonde het belang van het uitroeien van honger en extreme armoede, maar voegde daar wel aan toe dat die strijd universeel moet zijn. Met andere woorden: geldig voor alle landen, en dus uitgaande van het criterium van relatieve armoede in plaats van alleen absolute armoede. Bach stelde ook dat de strijd tegen armoede gebaseerd moet zijn op de mensenrechten en dat ‘ongelijkheid een onaanvaardbare ontkenning’ is van die mensenrechten. Olav Kjorven, een van de zes coördinatoren voor het formuleren van een nieuwe ontwikkelingsagenda en werkzaam voor de ontwikkelingsorganisatie van de VN (UNDP), vatte het in een tweet als volgt samen: ‘Eerlijke en herverdelende belastingen, en verantwoording voor het gebruik van middelen en rijkdommen.’ Het lijkt erop dat men de sleutel begint te zoeken waar hij ligt.

MOQ • april 2013 • www.mo.be

Q

Roberto Bissio is directeur van het Instituto del Tercer Mundo in Montevideo, Uruguay, en internationaal coördinator van Social Watch. Hij spreekt over internationale ongelijkheid op de Think Global Day op 19 april.

33


REPORTAGE tendensen

Om zich tegen malariamuggen te beschermen, smeren mannen en jongens in Jonglei (ZuidSoedan) zich in met een mengsel van koeienstront en as.

Een web van conflicten in Zuid-Soedan

Eindelijk onafhankelijk, maar hopeloos verdeeld In de zomer van 2011 werd Zuid-Soedan onafhankelijk. De nieuwe staat was echter niet de haven van vrede die in het vooruitzicht was gesteld, en zeker in de oostelijke provincie Jonglei is geweld een dagelijkse realiteit gebleven. Oorzaak? Een mengeling van oude etnische tegenstellingen, explosief gestegen prijzen voor een bruidsschat, rebellen en concurrerende overheden en verloren jongens die de weg naar huis terugvonden.

Jeroen Van Loon

door Andrea Dijkstra beeld Jeroen Van Loon

34

MOQ • april 2013 • www.mo.be

MOQ • april 2013 • www.mo.be

35


REPORTAGE

Lukt het een getrouwde vrouw niet om kinderen te krijgen, dan moet ze de bruidsschat terugbetalen aan haar echtgenoot.

tendensen

36

de Murle. Deze achterdocht is tijdens de burgeroorlog versterkt toen SPLA-commandanten van de twee grootste stammen zich ernstig misdroegen tegenover de Murle, en die groep steeds meer het gevoel kreeg onder de Arabische overheersing beter af te zijn dan onder de SPLA. Murleleider Ismail Kony begon een militie waarmee hij, met hulp van Khartoem, het gebied rond Pibor terugveroverde op de SPLA. Pas twee jaar na de in 2005 gesloten Soedanese vredesovereenkomst voegde hij zich bij de Zuid-Soedanese regering. Hoewel ook diverse Nuer-milities destijds met Khartoem hebben samengewerkt, worden vooral de Murle door veel Dinka en Nuer nog altijd als verraders gezien. De Britse antropoloog Jon Arendsen, die sinds 1975 in Jonglei onderzoek doet, verJeroen Van Loon

pagne begingen enkele van de 15.000 hiervoor ingezette militairen echter mensenrechtenschendingen, waaronder mishandelingen, verkrachtingen en zelfs een moord. De Zuid-Soedanese regering bagatelliseerde het geweld, stelde dat het om individuele incidenten ging en vond dat met de arrestatie van 32militairen de kous af was. De mensenrechtenschendingen zetten echter kwaad bloed bij de Murle, waar gretig gebruik van werd gemaakt door David Yau Yau, een vermoedelijk door Khartoem van wapens voorziene Murle-rebel die in april 2012 naar zijn geboorteplaats Pibor in het oosten van Jonglei was teruggekeerd. Teleurgesteld dat hij geen zetel voor de provinciale staten had weten te bemachtigen, rebelleerde de voormalige theologie-

Veeroven en stammentwisten vinden al eeuwenlang plaats in Jonglei, waar zes etnische groepen wonen. student in 2011 tegen de regering, accepteerde een jaar later amnestie en kreeg binnen de SPLA zelfs de rang van generaal. In april begon hij echter opnieuw een gewapende strijd tegen de Zuid-Soedanese regering en haar leger. Met het uitdelen van wapens wist hij binnen de kortste keren een rebellengroep van rond de drieduizend Murle-jongeren op te zetten, die bij diverse confrontaties tientallen SPLAmilitairen doodden.

verraders De vraag rijst waarom duizenden Murle jongeren zich in korte tijd bij deze, volgens velen niet erg charismatische, rebellenleider hebben aangesloten. Daarbij is het goed om stil te staan bij het historisch gegroeide wantrouwen tussen enerzijds de Dinka en de Nuer, de twee grootste stammen in Jonglei, wier taal en cultuur sterk op elkaar lijken, tegenover anderzijds de oorspronkelijk vanuit Ethiopië geëmigreer-

MOQ • april 2013 • www.mo.be

moedt zelfs dat er in 2009 een plan was om de Murle definitief van de kaart te vegen. Hij zegt in dat jaar een rapport onder ogen te hebben gekregen waarin Dinka- en Nuer-leiders vaststelden dat na de onafhankelijkheid van Zuid-Soedan ‘de vernietiging van de Murle en het innemen van hun land’ de eerstvolgende taak moest zijn. In maart 2009 verwoestten honderden goed bewapende en in nieuwe camouflagepakken gestoken Nuer het Murle-dorp Lukwangole en doodden er 200 burgers, onder wie vooral vrouwen en kinderen. Nog altijd vragen de Murle zich af hoe de Nuer destijds aan deze nieuwe uniformen en wapens kwamen. Met grote mitrailleurs, regeringswapens, kwamen de Nuer ons aanvallen’, vertelt James Malual (25), wiens gehele familie bij deze aanval werd uitgemoord. ‘Niemand deed iets, niet de regering, noch de SPLA.’ Sindsdien hebben aan beide zijden vele aanvallen en tegenaanvallen plaatsgevon-

den en durven tienduizenden mensen nog altijd niet naar hun dorpen terug. Deze onveiligheid vormt op haar beurt een voedingsbodem voor ontevredenheid bij de Murle-jeugd die daardoor weigert haar wapens in te leveren en zich ook nog eens ondervertegenwoordigd voelt in de Zuid-Soedanese overheid, waarin veel voormalige SPLA-commandanten zitting hebben genomen. Hetzelfde geldt voor de SPLA, die in de ogen van de Murle tijdens de ontwapening niet als het ZuidSoedanese leger maar als een losse partij tegenover hen stond. ‘Zouden meer Murle-soldaten aan de campagne hebben deelgenomen, dan hadden de verkrachtingen en mishandelingen mogelijk niet plaatsgevonden’, gelooft de 18-jarige Philip Koribuk.

Met de aanstelling in Pibor van een Murle-commandant hoopt de ZuidSoedanese regering deze scheve situatie te hebben rechtgezet. Veel Murle vrezen echter voor de nieuwe ontwapeningscampagne die vermoedelijk op korte termijn zal gaan plaatsvinden. ‘Met maar één Murle zullen overige officieren nog altijd andere orders blijven geven’, denkt de 30-jarige Lokohi Tindit, die van zijn dorp Kongor naar Pibor verhuisde nadat al zijn koeien tijdens Nuer-aanvallen waren gestolen. Voor de Zuid-Soedanese regering is een rustig Jonglei ook belangrijk om een andere reden. De grond zit er vol olie, goud en uranium. Hoewel Zuid-Soedan met de onafhankelijkheid het grootste deel van de Soedanese olievelden erfde, legde de regering in Juba in het voorjaar van 2012 de olieproductie ❱

Jeroen Van Loon

‘Elk moment kunnen we weer worden aangevallen’, zucht Daniel Akau Garang (32) terwijl hij een koe met imposante horens met een grijs mengsel van as en koeienmest insmeert. ‘Tegen de muggen en de teken’, verklaart de nog ongetrouwde Dinka in zwart hemd en korte broek. Achter hem kleurt de Nijl oranjerood. In het avondlicht ademt het op de oever gelegen veekamp in Pariak, even ten zuiden van de provinciehoofdstad Bor, een vreedzame, bijna mysterieuze sfeer. Mannen verzorgen de honderden van de grasvlakten teruggekeerde koeien, vrouwen zijn er in de weer met metalen potten en kinderen spelen tussen de rokerige vuurtjes. Weken terug werd dit vredige tafereel echter verstoord door bloedig geweld. Zeven in camouflagepakken geklede mannen vielen met geweren het kamp binnen, schoten één van de herders dood en gingen er met tientallen koeien vandoor. Zich verdedigen konden Garang en zijn mannen niet. Driekwartjaar terug waren ze door de Sudan People’s Liberation Army (SPLA), het hedendaagse Zuid-Soedanese leger, ontwapend. ‘Tig keer hebben we hen al gevraagd om bescherming, maar ze doen niets’, moppert hij. Volgens Garang zit de in het oosten van Jonglei wonende Murlestam achter de aanvallen. In het door zes etnische groepen bevolkte Jonglei vinden al eeuwenlang veeroven en onderlinge stammentwisten plaats. De dodelijkheid is echter drastisch toegenomen sinds speren en messen tijdens de meer dan twee decennia durende burgeroorlog werden ingeruild voor kalasjnikovs. Zo kwamen bij confrontaties tussen Nuer en Murle een jaar terug honderden mensen om, onder wie veel vrouwen en kinderen, werden duizenden koeien geroofd en sloegen tienduizenden burgers op de vlucht. Na eerder al de Dinka- en de Nuer-stammen te hebben ontwapend, besloot de Zuid-Soedanese regering dat het de beurt was aan de Murle, de derde grootste etnische groep van Jonglei. Tijdens deze cam-


Jeroen Van Loon

REPORTAGE tendensen

in mei met elkaar overeenkwamen niet langer vee, vrouwen en kinderen van elkaar te stelen, is het onwaarschijnlijk dat sindsdien de nog bijna wekelijks voorkomende veeroven enkel door Yau Yau worden begaan. In juli werden nog vier Dinka voor veeroven opgepakt; bovendien heeft de stam te maken met explosief gestegen bruidsschatten. Moest een man eerder dertig koeien betalen, tegenwoordig zijn dat er honderd, soms zelfs tweehonderd. Vermoedelijke oorzaak zijn uit Amerika met vele dollars teruggekeerde Lost Boys, jongeren die tijdens de burgeroorlog op jonge leeftijd het land ontvluchtten en van wie sommigen inmiddels wereldberoemd zijn. Ook schijnen hoge ambtenaren soms belastinggeld te gebruiken om de koeien voor hun zoons te betalen. Veel Dinka ont-

tors dat de jeugd niet langer naar de kerk komt of nog naar hen luistert. Philip vertelt hoe veel mensen in Pibor zwaar teleurgesteld zijn. ‘De Arabieren waren zakenmensen. Onder hen was het hier veel beter’, vindt de in spijkerbroek en T-shirt geklede tiener, sjokkend door de modderige straten. ‘We hadden elektriciteit, straatverlichting, goede prijzen op de markt en veiligheid, Ismail Kony hield de SPLA immers op afstand. Nu hebben we een eigen land maar lijden we. Er zijn geen wegen, geen elektriciteit, amper scholen, geen goede leraren, de producten op de markt zijn onbetaalbaar en het is hier gevaarlijker dan ooit.’ Verschillende Zuid-Soedanese burgers verwijten de SPLA-militairen dat ze lui zijn en na de jarenlange burgeroorlog

Bij rebellenleider Yau Yau kreeg hij weer een wapen, kon hij vee roven en zo alsnog een gezin stichten. Koeien zijn in ❱ stil vanwege een ruzie met Jonglei van Khartoem. Met de zes maanden levensbelang. Ze geven status, geleden in Addis Abeba gesloten melk, maar zijn overeenkomst tussen de Soedanese bovenal noodzakelijk om te president Al Bashir en zijn Zuidkunnen trouwen.

Soedanese collega Salva Kiir kan de olieproductie binnenkort echter worden hervat. Cruciaal voor de Zuid-Soedanese olieplannen, waaronder een alternatieve pijplijn via Kenia, is een grote olieconcessie die de regering vijf maanden terug met het Franse Total en twee andere buitenlandse oliemaatschappijen sloot over het grotendeels in Jonglei liggende Blok B. Nieuw geweld kan investeerders echter afschrikken en deze concessie in gevaar brengen. Dit verklaart wellicht de vermoedelijke betrokkenheid van Khartoem, dat vrijwel zeker rebellenleider David Yau Yau van wapens voorziet. Zo zag zelfs de VN zes maanden terug in het

38

gebied rond Pibor een illegale luchtdropping. ‘Khartoem lokt in Jonglei met opzet chaos en conflict uit om zo onze ontwikkeling te ondermijnen’, stelt Jodi Jonglei, één van de zeven Murle-vertegenwoordigers in de provinciale staten. Soedan zelf ontkent overigens elke betrokkenheid bij rebellenacties in Zuid-Soedan.

koeien Voor veel jongeren vormt ondertussen hun sociaal-economische situatie mogelijk ook een reden om zich bij Yau Yau te voegen. Philip bijvoorbeeld vertelt dat zijn 28-jarige oom zich twee maanden terug bij de rebellenleider aansloot. ‘Doordat hij geen koeien had, zag hij geen andere mogelijkheid. Bij Yau Yau kreeg hij weer een wapen, kon hij vee roven en zo alsnog trouwen en een gezin beginnen.’

MOQ • april 2013 • www.mo.be

Koeien zijn zowel voor de Dinka, de Nuer als de Murle van levensbelang. Ze geven status, melk, maar zijn bovenal noodzakelijk om te kunnen trouwen. Wat in alle drie de stammen nog altijd een bron van menig conflict is. Veel mannen hebben onvoldoende koeien en proberen die op een andere manier te verkrijgen. Ook wordt de bruidsschat voor de zoon meestal betaald met de koeien die een dochter de familie al heeft opgeleverd. Lukt het haar niet om kinderen te krijgen, dan moeten de koeien echter worden terugbetaald aan haar man, wat vaak niet meer kan doordat die al zijn gebruikt voor de bruidsschat van haar broer. Dit leidt niet alleen tot veeroven maar ook tot het ontvoeren van vrouwen en kinderen, die overigens dikwijls als volwaardig lid in hun nieuwe familie worden opgenomen. Hoewel leiders van de zes stammen

kennen echter een verband tussen de hogere prijzen en de veeroven, omdat enkel bij competitie en voor hoogopgeleide vrouwen een hogere prijs wordt betaald.

ontbrekend leiderschap Verschillende onderzoekers beschrijven daarnaast hoe lokale leiders tegenwoordig moeite hebben nog greep op de jongeren in hun stam te houden. Antropoloog Sharon Hutchinson, die sinds 1980 in Jonglei onderzoek doet, beschrijft hoe ouderen bij de Nuer en de Dinka hun leiderschap uitoefenden door controle over het vee. Toen SPLA-milities tijdens de burgeroorlog echter veel van hun koeien afpakten en de jongeren met wapens ook zelf koeien gingen opeisen, stortte dit systeem van lokaal leiderschap in elkaar. Ook bij de Murle, waar je wordt geboren in zogeheten ‘leeftijdsgroepen’ waar je de rest van je leven aan gebonden blijft, slagen leiders er niet meer in de jongere groepen onder controle te houden en klagen pas-

geen zin hebben om weer aan de bak te moeten. Jongleis loco-gouverneur Hussein Mar Nyout wijt het echter aan het gebrek aan auto’s en radioapparatuur en de onmogelijke omstandigheden in Jonglei. ‘Dagenlang moeten ze zich te voet door moerassig terrein bewegen, zeker tijdens de zes maanden regentijd als de meeste zandwegen overstroomd zijn. Hierdoor kunnen ze niet overal tegelijk zijn.’

wegen naar ontwikkeling Iedereen, van politici tot jongeren, lijkt het er dan ook over eens dat Pibor zo snel mogelijk moet worden ontwikkeld. ‘Door verharde wegen aan te leggen, kun je beter voor veiligheid zorgen, maak je economische bedrijvigheid mogelijk, kunnen we meer scholen openen en komen de Murle in aanraking met de buitenwereld’, stelt de loco-gouverneur. ‘Zo leven ze niet langer zes maanden per jaar op een eiland en leren ze dat er ook andere manieren zijn

MOQ • april 2013 • www.mo.be

om te overleven dan koeien te stelen.’ De 18-jarige Philip vindt zelfs dat de overheid jongeren ertoe moet overhalen om boer te worden. Met de buitenwereld in contact komen is voor de Murle nog eens van extra groot belang omdat ze door hun rol tijdens de burgeroorlog ook nauwelijks zijn vertegenwoordigd onder de in Amerika relatief goed opgeleide Lost Boys, die eenmaal terug in Zuid-Soedan vaak als spreekbuis fungeren voor hun stam. Politici in Jonglei proberen de lokale jongeren meer met elkaar in contact te brengen. Zo stimuleert Baba Medan, de minister van Jeugd en Sport, de in Zuid-Soedan zeer populaire worstelwedstrijden. ‘Daar kunnen jongeren van verschillende stammen elkaar beter leren kennen, waardoor het onderlinge wantrouwen afneemt.’ Commissaris Joshua Kony organiseert samen met lokale jeugdleiders in Pibor op zijn beurt traditionele dansen, waarbij hij in een toespraak de met indrukwekkende hoofdtooien en dierenvellen uitgedoste jongeren ervan probeert te overtuigen zich niet langer bij Yau Yau aan te sluiten. De tijd zal het echter leren of de ZuidSoedanese regering, die in haar korte bestaan al een imago van corruptie en nepotisme heeft opgebouwd, echt zal investeren in de verafgelegen, rebellerende regio van de Murle. Garang, de Dinka die bij de recente aanval op het veekamp in Pariak bijna al zijn koeien is kwijtgeraakt, piekert er zelf niet over bij de Murle vee te gaan stelen. Hij probeert op andere manieren aan geld te komen. Zo handelt hij in koeien en hoopt als leraar Engels genoeg geld te verdienen om de overige runderen voor een bruidsschat te kunnen aanschaffen. De 32-jarige Zuid-Soedanees glimlacht. ‘Wat van je buren is, kan jou in ieder geval nooit gelukkig maken.’

Q

Andrea Dijkstra en Jeroen Van Loon zijn Nederlandse freelance journalisten die actief zijn in Oost-Afrika en de Hoorn.

39


ACTUEEL tendensen

Argentinië holt de inflatie achterna

© Reuters/Marcos Brindicci

‘Kirchner drukt het geld dat ze te kort komt gewoon bij’ door Tom Dieusaert

De leraren kregen van de gouverneur van Buenos Aires 22procent loonopslag aangeboden, maar weigerden die. Ze kondigden aan de volgende vijf dagen ook te staken. De scholen zijn op 27 februari opnieuw geopend na de zomervakantie (zuidelijk halfrond), maar de schoolplichtige kinderen hebben nog maar drie dagen hun witte schort mogen aandoen. Zijn de leraren ongevoelig voor kinderleed of is er meer aan de hand? ‘De regering wil het minimumloon van een leraar op 2800 peso (400 euro) houden’, zegt Gabriela Albornoz van de nationale lerarenvakbond MUD. ‘En daar kan je vandaag niet van leven. De vorige jaren hadden we tegen half februari een akkoord met de regering, maar dat is er nog niet. En daardoor dwingen ze ons achter de inflatie aan te lopen.’ De inflatie, hét thema van Argentinië eind jaren tachtig, is weer helemaal terug. Niet het minst omdat de regering van Cristina Kirchner ervan beschuldigd wordt de inflatiecijfers op grove wijze te manipuleren. Het is inderdaad wel opvallend dat de voorbije jaren het officiële orgaan voor statistiek, de Indec, inflatiecijfers heeft gepubliceerd die allemaal schommelen tussen de 9,5 en 9,8procent op jaarbasis. Een hoge inflatie, dat wel, maar nog steeds netjes onder de tweecijfergrens. Louter toeval uiteraard. Volgens privéstudies zou de inflatie in Argentinië meer dan 35procent per jaar bedragen, waardoor de eisen om loonsverhogingen al een stuk redelijker lijken. Een klein voorbeeld: het klassieke glazen flesje cola, dat overal in de kioskos (winkeltjes) te krijgen is, kostte in 2003 nog 1 peso, in 2013 is dat 4,5 peso. Een verhoging met 450procent in tien jaar. Maar waarom zou de Indec, of IndeK (de K verwijst naar

40

Woensdag 6maart was het weer zover in Buenos Aires. Eindeloze files die veroorzaakt worden door grote werkzaamheden aan het openbaar vervoer (onder meer de Belgische metrowagons die vervangen werden) en de gebruikelijke betogingen van een ontevreden sector die loonsverhoging eist. Deze keer zijn het – ook klassiek aan het begin van het schooljaar – de leerkrachten van de openbare scholen.

Kirchner) dan foute informatie de wereld insturen? Economen wijzen verschillende redenen aan: Argentinië moet zo minder rente betalen op zijn schulden. En door de kosten van levensonderhoud te onderschatten, moeten er minder loonsverhogingen toegekend worden, waardoor men de inflatie aan de leiband houdt. Want alle prijsverhogingen, zoals die van een kaartje voor de metro of van privé-ziekteverzekeringen, zwengelen op hun beurt weer de inflatie aan. Een inflatiespiraal die het spook van de hyperinflatie van eind jaren tachtig oproept.

ghostbuster Guillermo Moreno Een ander spook van de jaren tachtig is de schaarste. In de supermarkten waren er begin 2013 bij momenten geen eieren,

MOQ • april 2013 • www.mo.be

geen kippen, geen melk en geen suiker te krijgen. Waarom? De regering probeert de stijgende kosten van levensonderhoud te bestrijden door prijscontroles in te voeren en de producenten vast te zetten met maximumprijzen. De laatsten reageren door niet meer te leveren, want ze komen niet meer uit de kosten. Cristina Kirchner wil het niet horen. Alle kritische stemmen, zoals econoom Roberto Lavagna of de gouverneur van de Nationale Bank Martin Redrado, zijn in het decennium dat de Kichners aan de macht zijn opzijgeschoven en vervangen door regimegetrouwe luitenanten als Guillermo Moreno, Minister van Handel. Moreno aarzelt om niet om een knokploeg naar de Indec te sturen wanneer de ambtenaren daar staken wegens ‘de inmenging van buitenaf en het knoeien met de inflatiecijfers’. Of hij belt persoonlijk naar bepaalde ondernemers om hun de huid vol te schelden als ze bepaalde prijzen verhogen. Kirchner zelf is ook vechtlustig en verbaal assertief. In september van vorig jaar hield de Argentijnse presidente

een toespraak aan de universiteit van Georgetown (Washington DC), en toen ze door een student werd geïnterpelleerd over mogelijk geknoei met inflatiecijfers, antwoordde ze: ‘Als de inflatie 25procent zou bedragen, zou het land ontploffen.’

hocus pocus peso’s Een ander met de inflatie verwant fenomeen dat terug is uit het recente verleden is de wisselcontrole. ‘In de jaren tachtig hebben we hetzelfde meegemaakt met de regeringAlfonsín’, zegt Osvaldo García, een zelfstandige met een autoverhuurbedrijf die daarvoor een wisselkantoor had. ‘Bij stijgende inflatie beginnen Argentijnen te investeren in de dollar als spaarmunt. Amerikaanse dollars worden massaal van rekeningen gehaald om ze in een sok te verstoppen of ze naar het buitenland te versluizen.’ ‘Dus voert de regering een wisselcontrole in en verbiedt ze het wisselen van geld buiten het officiële circuit’, aldus Garcia. ‘Wat erger is, is dat de regering ook aan de spaarrekeningen

MOQ • april 2013 • www.mo.be

begint te zitten. Vorig jaar vond een confiscatie plaats van spaarrekeningen, net als in 2002. Op last van Kirchner werden dollarrekeningen, hocus pocus pats, omgezet in peso, niet tegen de koers op de vrije markt, maar tegen een fictieve koers, door de regering-Kirchner opgelegd!’ vertelt García verontwaardigd. Het mag dan niet goed gaan met ’s lands economie, toch ziet men overal splinternieuwe auto’s rondrijden. Ook in de zaak van García. ‘De peso verliest dagelijks aan waarde en als ik die niet kan omzetten in dollars, investeer ik liever in een wagenpark. Alle Argentijnen doen hetzelfde. Voor zijn peso’s speelgoedgeld zijn geworden, wil hij zijn kapitaal op zijn minst omzetten in verbruiksgoederen. Een huis kopen is er voor velen niet bij – de hypotheekvoorwaarden zijn onbetaalbaar voor de gemiddelde burger –, dus maken ze hun geld liever op aan iets tastbaars.’ Terwijl de regering-Kirchner het alarmerende inflatiecijfer blijft ontkennen, vraagt men zich af wat de onderliggende oorzaak is. ‘De inflatie wordt veroorzaakt doordat de regering meer uitgeeft dan ze aan belasting int’, aldus voormalig wisselagent García. ‘En het geld dat ze nodig heeft om de gaten te vullen, wordt gewoon bijgedrukt. De grond van het probleem is dat de regering te veel uitgeeft met electorale doeleinden. De regering van Cristina Kirchner heeft bijvoorbeeld voor het programma Voetbal voor Iedereen 4 miljard peso betaald om alle voetbalwedstrijden gratis op televisie uit te zenden. Voetbal voor Iedereen zou zogezegd geld in het laatje brengen met de reclameblokken. Maar nu zie je alleen regeringspropaganda’, aldus García, een man die vast niet op Cristina gestemd heeft. ‘De inflatie is voor mij een synoniem voor populisme.’

Tom Dieusaert woont in Buenos Aires van waaruit hij freelancet voor verschillende media over de landen in de regio.

41


in beeld

door Lennart Hofman beeld Andreas Stahl

Gedreven door pijn en woede ❱

Steeds meer Syrische vrouwen nemen de wapens op. Vaak hebben ze alles wat ze liefhebben verloren in de oorlog en zien ze geen andere uitweg dan de gewapende strijd. ATMA – Am Ar’oa (37) spreekt op fluistertoon wanneer ze de woede beschrijft die ze voelt. Haar donkere ogen dwalen schichtig door de kamer, haar hand steunt losjes op een oude kalasjnikov, die met een blauw lint om haar nek hangt. ‘Wat kan ik anders doen dan vechten?’, vraagt ze zacht. ‘Demonstreren terwijl het leger gas, tanks en vliegtuigen inzet? Dat heeft geen zin meer. Mijn man is gemarteld en mijn zonen zitten gevangen. Ik heb niets meer te verliezen.’ Om haar heen zitten acht gesluierde vrouwen op dunne matrasjes voor een witte muur. Am Ar’oa, een pseudoniem dat verwijst naar de naam van haar eerstgeboren zoon, zit in het midden. Haar rode jurk komt nog net onder haar zwarte gewaad vandaan. Sinds vier maanden is ze de commandant van een groep van dertig vrouwen die zich de Ahfad Aisha M’omnin noemen, wat zoiets als ‘de kleindochters van Aisha, moeder der gelovigen’ betekent. Op dit moment zijn de vrouwen in training bij rebellen van het Vrije Syrische Leger om zich voor te bereiden op hun eerste gevechten. Daarnaast bewaken ze checkpoints in de regio en zetten ze zich in voor vrouwen in een nabijgelegen opvangkamp. Het is zover bekend de tweede groep strijders binnen het Vrije Syrische Leger die volledig uit vrouwen bestaat. Binnen de gelederen van het Vrije Syrische Leger zouden ruim driehonderd vrouwen actief zijn, maar hun aantal neemt toe. Het taboe binnen de samenleving om vrouwen mee te laten vechten lijkt daarmee –noodgedwongen– onder druk te komen staan. Zo dook in januari een video op van de 37-jarige moeder Givara die als sluipschutter werkzaam was in Aleppo. Op YouTube verscheen een Russische strijdster die de Russische steun aan het Syrische regime fel bekritiseerde en de vrouwen in Syrië opriep de wapens op te pakken. Ook de vrouwen van de Ahfad Aisha M’omnin ervaren tegenstand uit hun omgeving, maar vrezen vooral het Syrische leger. Om hun identiteit te verbergen, dragen ze zwarte gewaden en houden ze geheim in welke regio ze precies actief zijn. Sinds kort zouden zij ook vrouwen om hun identiteitspapieren vragen, en de strijdsters zeggen nog liever te sterven ze dan dat ze in handen vallen van hun aartsvijanden. Lennart Hofman en Andreas Stahl zijn freelancejournalisten die het conflict in Syrië actief volgen voor onder andere De Volkskrant en andere media.

42

MOQ • april 2013 • www.mo.be

MOQ • april 2013 • www.mo.be

43


REPORTAGE tendensen

Reese

Ondernemen in de Filipijnen

‘Investeren in grondbezit en werkgelegenheid’ Het enthousiasme over de economische groeikansen van de Filipijnen is niet algemeen. De bereidheid om de handen uit de mouwen steken wel. De uitdagingen voor een ondernemend land in twee portretten.

Tony Een boer met eigen grond investeert

door Gie Goris

6,6 procent.’ Het nieuws leidde begin februari tot enthousiaste voorspellingen over de toekomst van de Filipijnen als de nieuwe Aziatische tijger, die eindelijk aansluiting zou vinden bij de succesrijkere buurlanden als Thailand, Indonesië, Maleisië en Vietnam. Maar niet iedereen liep zo hard van stapel en verschillende commentatoren wezen erop dat sterke groei weinig betekent in een land met een zo uitgesproken ongelijkheid. President Benigno Aquino III erkent het probleem. ‘De kloof tussen rijk en arm, tussen de machtigen en de machtelozen, is te groot geworden. Er zijn te veel mensen die niet mee kunnen komen’, zei hij op 31 januari tijdens een toe-

44

Tony stuurt zijn bestelwagen zo behendig mogelijk over het zijweggetje dat tussen de rijstvelden slingert. De wagen stuitert over de gaten in de weg, terwijl de chauffeur van

spraak in Manilla. Een kwart van de bevolking leeft onder de absolute armoedegrens, 79procent van de Filipino’s behoort tot de lage-inkomenscategorie en maar 5 procent tot de bovenklasse. Ongeveer 66procent van de 95miljoen Filipino’s woont in steden en de bevolkingsaangroei in het land bedraagt meer dan het dubbele van het regionale gemiddelde. Samen betekent dat, volgens de Wereldbank, dat er tussen nu en 2016 minstens veertien miljoen banen moeten bijkomen om het werkloosheidsprobleem aan te pakken. Volgens de krant Business World steunt de economische groei vooral op de steevast stijgende sommen geld die de ongeveer tien miljoen Filipijnse migrantenwerkers naar huis

MOQ • april 2013 • www.mo.be

Veejay Villafranca

❱ ‘Filipijnse economie groeide in 2012 met

grote afstand zijn mahoniebomen aanwijst. Antonio “Tony” Badong plantte zijn bomen twintig jaar geleden, het duurt dus nog zeker tien jaar eer hij zijn kleine plantage kan “oogsten”, maar dan rekent hij wel op een mooie opbrengst. Intussen plantte hij tussen en rond de mahoniebomen ook mangobomen, cacaostruiken en zwartepeperstruiken. Langetermijninvesteringen zijn immers wel verstandig, maar intussen moet een mens ook eten en leven, en moeten de kinderen naar school. Joshua en Jennifer, respectievelijk 13 en 21 jaar, wonen niet op de boerderij. Zij verblijven, samen met hun moeder, in een flatje in Naga City, de administratieve hoofdstad van de provincie Camarines Sur. Joshua gaat daar naar de middelbare school, Jennifer maakt er haar opleiding tot leerkracht af. Tony hoopt zijn zoon er later van te overtuigen de boerderij over te nemen. Maar voorlopig moet de jongen zich nog concentreren op zijn leerstof en examens. Tony heeft zelf ook gestudeerd, industriële technologie, maar moest die studie na een jaar voortgezet onderwijs stopzetten. Hij was daarna vijftien jaar aan de slag als verkoper, maar intussen was hij ook lid van de coöperatie van boeren en landarbeiders die door de landhervormingsautoriteiten erkend werd als rechtmatige ontvanger van het landgoed Pecuaria. De vroegere eigenaar van Pecuaria, don Sibero Duazon, deed vrijwillig afstand van zijn haciënda met haar 817hectare vruchtbare landbouwgrond, die voor een deel

Gie Goris

Tony

sturen. Volgens de jongste cijfers groeiden die stortingen in 2012 met 6procent (tot 14,8 miljard euro over de eerste elf maanden van het jaar). ‘Als een overheid wil dat haar interventie in de economie betekenisvol en duurzaam is, dan moet ze zich richten op de twee dingen waarvan de armen afhankelijk zijn: grond en werk’, zegt Joel Rocamora, hoofd van de National Anti-Poverty Commission binnen de Filipijnse regering. ‘Dertig procent van de Filipino’s en zeventig procent van de armen wonen op het platteland. De landhervorming die in 1986 aangevat werd, is over zo’n lange tijd gespreid dat de maatschappelijke winst voor een groot deel verdwenen is.’ Volgens Rocamora moet het economisch beleid van de regering zich minder richten op de export en meer op binnenlandse investeringen, betere lonen en ondersteuning van de landbouw. ‘Het toerisme en het outsourcen van diensten doen het wel goed, maar blijven afhankelijk van de buitenlandse vraag.’ (Lees het hele interview met Joel Rocamora op www.MO.be.)

gebruikt werd als suikerrietplantage. Dat wil zeggen: mijnheer Duazon kreeg van de Filipijnse Landbank een eerlijke vergoeding voor zijn grootgrondbezit, waarmee hij onder andere een fastfoodketen opzette, terwijl de boeren die compensatie terugbetalen aan de bank over een periode van dertig jaar. De 426 leden van de Pecuaria Development Cooperative Inc. (PDCI) kregen daardoor de kans om aan een heel nieuw leven, en vooral ook een toekomst voor hun kinderen, te werken. Tony kreeg, net als de andere leden van de coöperatie, een stuk landbouwgrond van 1,7hectare toegewezen via een loterijsysteem. Het lot was hem die dag niet echt gunstig gezind, want “zijn” grond lag net te hoog om er geïrrigeerde rijst op te gaan telen. Vandaar de mahonie, de mango’s, de zwarte peper. Sinds enkele jaren waagt hij zich ook aan de contractkweek van kippen. Het huis waar hij me op een zachte avond in februari mee naartoe neemt, is een grote bamboeschuur waar zijn 9000 kweekkuikens twintig uur per dag gevoed en verzorgd worden. Vooraan werden een slaaphutje en een kleine keukentje ingebouwd. Het gesprek bij het avondeten en de oploskoffie daarna bestaat uit evenveel stiltes als woorden. Een boer denkt en doet, maar houdt zelden redevoeringen. Dat geldt zelfs voor een ondernemende boer als Tony, die behalve in zijn gemengd bedrijf ook tijd investeert in de coöperatie. Hij is ondervoorzitter van de PDCI en die taak neemt hij heel ernstig. Hij wéét immers hoe ❱


REPORTAGE tendensen

Veejay Villafranca

eigenaar zijn van hun grond en zelf kunnen beslissen wat ze verbouwen en waarin ze investeren. PDCI is een van de weinige producenten van gecertificeerde biologische rijst in de Filipijnen, zegt Tony trots. ‘Bio kost minder aan input, en al helemaal omdat we zelf een groot deel van de benodigde organische meststoffen produceren sinds we met enkele boeren ook grote kippenstallen hebben geïnstalleerd.’ De kuikens, die tot één uur ’s nachts onder de neonlampen rond gele voeder- en drinkbakken scharrelen, leveren niet alleen een beetje snelle winst op – een kweekcyclus duurt maar 33 dagen –, ze zorgen vooral voor indrukwekkende hoeveelheden mest, die gemengd wordt met rijstvliezen en suikerrietafval. ‘De verkoopprijs van biorijst is ook iets hoger’, voegt Tony eraan toe. En aangezien de arbeidstijd nauwelijks in rekening gebracht wordt, eindigt de optelling van voor- en nadelen duidelijk in het voordeel van de bioproductie. Bovendien zijn de leden van de Pecuariacoöperatie er stellig van overtuigd dat allerlei kankers en vervuiling voorkomen kunnen worden door pesticiden en chemische meststoffen te mijden. Toch kan er niet van de ene dag op de andere naar biologische rijst worden overgeschakeld: 160 hectare is momenteel gecertificeerd bio-areaal, 600 hectare is in conversie. De grote droom van de Pecuaria-rijstboeren is dat hun rode, zwarte en bruine biorijst op de Europese markt terechtkomt. Op dit

moment geldt er echter grotendeels een exportverbod op rijst, omdat de Filipijnen er alles aan willen doen zelfvoorzienend te worden. Enkele jaren geleden was het land nog een van de grootste rijstimporteurs ter wereld, in 2013 hoopt de overheid een evenwicht tussen interne productie en consumptie te bereiken. Als het aan Tony ligt, moet de coöperatie zich echter niet alleen toeleggen op voedselproductie. ‘Deze regio is door de overheid uitgekozen voor een proefproject met agrotoerisme’, zegt hij. ‘Voor stadskinderen kan deze uitgestrekte en diverse landbouwcoöperatie een fantastische leerervaring zijn. En volwassen toeristen kunnen wandeltochten of paardenritten combineren met enkele uren meewerken op het rijstveld of in de bosbouw.’ Buiten is intussen een volkomen landelijke rust ingetreden. De krekels, het verre geblaf, de ritselende bladeren en de miljoenen sterren aan de hemel: het is er allemaal. Het bed dat Tony en Maria Josefina voor mij hebben klaargelegd op een verhoogje in de kippenstal, biedt iets minder exotische uitzichten en geuren. Het leven op het platteland is hard labeur, ondanks de postkaartpotentie van de omgeving.

Reese Fashionistas en slum mama’s

Je weet dat je in de moderepubliek gearriveerd bent, als het niet duidelijk is of het een jongen of een meisje is die binnen-

Gie Goris

❱ bijzonder het is dat hij en zijn collega’s nu

komt om de nieuwe handtas met ooh’s en aah’s te laten ontvangen. Waarna de jonge fashionistas opgewonden beginnen te discussiëren over kleurentinten, afwerking en de verhouding tussen lengte en hoogte. De eerste verdieping van het kantoorgebouw van Rags to Riches wordt duidelijk bevolkt door het tweede deel uit de naam van de onderneming. De lompen verwijzen naar het basismateriaal waarvan de modeaccessoires gemaakt worden. Vandaag is dat textielafval dat in grote rollen aangekocht wordt van de fabrieken die er niets meer mee aanvangen, maar oorspronkelijk waren het vodden die gerecupereerd werden uit een gigantische afvalberg in de wijk Payatas van Quezon City, de grootste gemeente van Metro Manilla. Het stinkende, giftige stort van Payatas is zo’n veertig voetbalvelden groot, en er leeft ongeveer een half miljoen mensen op en rond het vuilnis. Toen Reese Fernandez-Ruiz – mode-ontwerpster van opleiding – en enkele andere geëngageerde studenten Payatas leerden kennen, stelden ze vast dat een aantal jonge moeders aan een inkomen probeerde te komen door deurmatten te weven van de vodden die afvaljutters op de vuilnisberg verzamelden. ‘Dat bracht na een dag hard werken uiteindelijk nog geen kwartje op, want de tussenhandelaars gingen met alle winst strijken’, zegt Reese. Om daar wat aan te doen, wilden de jonge activisten mooiere matten laten produceren om hogere prijzen te kunnen

vragen, en die producten zelf gaan verkopen. ‘De grootste drempel tussen dat plan en de realisatie ervan was het gebrek aan vertrouwen. De vrouwen van Payatas hadden immers al zo vaak goedbedoelende organisaties of activisten zien komen en gaan, dat ze erg terughoudend reageerden. We begonnen uiteindelijk met een beginkapitaal van 150 euro en drie vrouwen die besloten het er met ons op te wagen. Enkele weken later waren dat er al dertig. En toen we begonnen te verkopen op kerkelijke bazaars en in chique

Payatas die voor R2R werken vandaag verdienen, zegt Reese. Dat hangt af van het aantal uren dat ze kunnen werken, van de kwaliteit die ze aankunnen, van het product waaraan ze werken. Maar als ze dan toch een gemiddelde moet geven, dan schat ze dat op 7,5 tot 9 euro voor een volle werkdag. Dat komt ongeveer overeen met het officieel opgelegde minimumloon voor formele arbeid in de hoofdstedelijke regio (456 peso of 8,5 euro per dag). Daarbovenop biedt R2R ook opleiding en een ziekteverzekering. Het

De grote droom van de Pecuaria-rijstboeren is dat hun rode, zwarte en bruine biorijst op de Europese markt terechtkomt. hotels, stuurden we de eerste drie medewerksters als verkoopsters. Zij belichaamden tenslotte het verhaal achter het product.’ Fast forward naar 2013. Rags to Riches is geen initiatief meer, maar een bedrijf met dertien vaste medewerkers op het kantoor en vier ontwerpers, onder wie de Filipijnse topdesigner Rajo Laurel, die auteursrechten krijgen op hun ontwerpen. Het was de geslaagde samenwerking met de grote namen uit de modewereld die R2R optilde van goedbedoeld handwerk tot gewaardeerd modemerk. ‘Je kan er goed uitzien en je daar tegelijk goed bij voelen’, vat Reese de bedrijfsfilosofie samen. In vijf jaar kregen 800 vrouwen een opleiding en op dit moment zijn er tientallen actief verbonden met R2R. De productietijd voor het maken van kleine en grote tassen, matten en andere accessoires werd getimed, zodat een objectief systeem voor vergoedingen uitgedokterd kon worden. Het is moeilijk om te antwoorden op de vraag hoeveel de vrouwen uit

secretariaat heeft ook wekelijks contact met de gemeenschappen waarin de productie plaatsvindt, om te weten welke behoeften er zijn. ‘Ik zou nog steeds lopen jutten, als ik niet had kunnen werken voor Rags to Riches’, zegt Nhing Estabillo, die me het atelier en de opslagruimte op de benedenverdieping toont. Ze woont nog steeds in Payatas, maar ze heeft geen moeite meer om het schoolgeld voor de kinderen te betalen of om elke dag driemaal daags rijst op de tafel te zetten. R2R had oorspronkelijk de bedoeling het kunnen van Filipijnse ambachtslui te tonen en te versterken, hen direct toegang tot de markt te verschaffen en hen daardoor uit de armoede te halen. Dat is voor honderden vrouwen gelukt, bevestigt Nhing. En Reese voegt er nog aan toe dat zij, als “sociale ondernemer”, niet alleen het verschil maakt in lonen en arbeidsvoorwaarden, maar vooral door de gemeenschappen niet op te geven, ook niet als het even moeilijk gaat op de markt.

Q

MOQ • april 2013 • www.mo.be

‘INTERNATIONALE SOLIDARITEIT IS GEEN VRIJBLIJVENDE NEVENACTIVITEIT’ Piet Vantemsche (voorzitter van de Belgische Boerenbond) en Karel Van Eetvelt (gedelegeerd bestuurder van Unizo) leerden de Filipijnen kennen tijdens een reis die georganiseerd werd door Trias, de ngo die vooral mikt op het versterken van organisaties van boeren en kleine ondernemers. Onder andere de Pecuaria Development Cooperative Inc. (PDCI) is een partnerorganisatie van Trias. Op het einde van hun reis langs Manilla, Camarines Sur en Antique vroeg MO* hen wat ze in de Filipijnen geleerd hadden. Karel Van Eetvelt: ‘We hebben mensen ontmoet die door het werk van de organisaties waarmee we werken echt uit de armoede geraakt zijn. Dat is geen maatschappelijke omwenteling, maar voor elk gezin waarvoor dat geldt, ben ik blij. Het bestrijden van armoede en de ongelijkheid tussen mensen is een echte must als we stabiele en prettige samenlevingen willen. Wie niet terecht wil komen in een wereld waarin meer geld aan beveiliging besteed wordt dan aan onderwijs, moet mee zorgen voor een minder ongelijke wereld.’ Piet Vantemsche: ‘Dat onze inzet voor internationale solidariteit geen vrijblijvende nevenactiviteit mag zijn. Zelfs als we in Europa in een crisis zitten, moeten we internationaal blijven handelen en werken. Natuurlijk is niet iedereen in Vlaanderen daarvan overtuigd, maar door de inzet van topmensen uit grote middenveldorganisaties kunnen we misschien toch een verschil maken. We moeten tonen wat we doen en wat we kunnen betekenen door onze schouders onder ledenbewegingen en lokale economische ontwikkeling te zetten. En vanuit de Boerenbond kunnen we die strategie versterken door het internationale netwerk van boerenorganisaties in te zetten.

Lees het hele gesprek met Vantemsche en Van Eetvelt op

www.MO.be Meer informatie: ww.triasngo.be

47


Marie Baronnet

PORTRET mensen & verhalen

Raoul Peck Regisseur

De regisseur van Lumumba en Sometimes in April wordt zestig dit jaar en dat viert hij met een kritische documentaire over de falende hulp aan zijn geboorteland Haïti. Net als zijn speelfilms is Assistance fatale uitgesproken politiek. ‘Dat komt doordat het leven zo doordesemd is van politiek’, zegt hij. door Gie Goris

Assistance Fatale (Raoul Peck) wordt vertoond op 22 april (14u in Utopolis Turnhout; 22u in Lumière Brugge), 25 april (19u in Utopolis Turnhout) en 27 april (14u in Lumière Brugge) in het kader van MOOOV. Zie ook blz. 62 en www.mooov.be

48

Zijn persoonlijke geschiedenis is het materiaal waaruit regisseurs zoals hijzelf met vreugde een biopic zouden puren. Toen Raoul Peck (1953) acht was, verhuisde zijn familie uit Haïti naar Kinshasa, omdat zijn vader al enkele keren gearresteerd en gevangen gezet was door het steeds repressiever wordende regime van François Duvalier, alias ‘Papa Doc’. Vijfendertig jaar later, in 1996, werd Raoul Peck zelf minister van Cultuur in Haïti. Intussen had hij gewoond en gestudeerd in Congo, Frankrijk, Duitsland en de Verenigde Staten, en een carrière als industrieel ingenieur laten staan voor een onzeker bestaan als filmmaker.

in de jaren zeventig sympathiseerde meestal nationalistische bewegingen. Hoe groot is het verschil tussen het patria libre o morir-nationalisme dat zo populair was tijdens zijn studentenjaren in Berlijn, en het hedendaagse nationalisme in veel Europese landen of regio’s, dat hij lijkt af te wijzen? ‘In de jaren zestig en zeventig was het formuleren van een eigen nationale identiteit veeleer een zoektocht naar bevrijding van koloniale bezetting of neokoloniale dictatuur. Het nationalisme van vandaag is eerder geworteld in een gevoel van bedreiging en angst voor het verlies van een volkszuiverheid die nooit bestaan heeft.’ En die angst moet je bestrijden, vindt Peck, niet voeden met een ideologie die haar legitimeert.

niet de rode loper Die keuze had niets te maken met de glamour die aan film verbonden is. Voor Raoul Peck ging het om de mogelijkheid het woord te nemen en noodzakelijke verhalen te vertellen. Het was, met andere woorden, niet zozeer de rode loper, maar de rode vlag. Peck was vijftien in 1968 en leefde in de jaren daarna in een wereld die bol stond van de Zuid-Afrikaanse anti-apartheidsactivisten, Centraal-Amerikaanse revolutionairen en Haïtiaanse rebellen. Raoul Peck groeide op als een onvervalste kosmopoliet. De wereld was een huis met telkens andere kamers, maar zonder vastgelegd vaderland – al blijft de band met Haïti altijd reëel en innig. ‘Ik begrijp de taal, de grappen, de gedragsregels en de cultuur in alle landen waar ik het leven van mensen gedeeld heb’, zegt Peck. ‘De afwezigheid van een duidelijk afgelijnde nationale identiteit beschermt mij tegen elk chauvinisme en tegen elke simplificatie van wat mensen zijn of willen.’ Nochtans waren de bewegingen waarmee hij

MOQ • april 2013 • www.mo.be

de verborgen helden Pecks vader was hoogleraar landbouwkunde, tot hij onder politieke druk ontslagen werd. Het was in die functie dat hij door de Verenigde Naties werd aangenomen om in Congo de massale uittocht van de Belgen na 1960 op te vangen. Hij bleef er vijfentwintig jaar actief. Pecks moeder werkte jarenlang voor de burgemeesters van Kinshasa. Mensen die een dictatuur ontvluchten en daarna deel uitmaken van de politieke entourage van een andere dictator, is dat niet ironisch? ‘Mobutu was een complex personage’, antwoordt Peck. ‘In de jaren zestig en zeventig gold hij als een van de betere voorbeelden van bestuur in Afrika. De man die het land verenigd had en het communisme buiten de deur hield, de leider ook die zijn volk trots liet zijn op zijn Afrikaanse cultuur en waarden.’ Toch wist zijn vader sneller dan de westerse kranten dat de coterie rond Mobutu en de maarschalk zelf het land te gronde richtte, zegt Peck.

‘Het monopolie moet doorbroken worden’ De Congolese, later Zaïrese en dan weer Congolese jaren van Peck leverden geen film op over Mobutu Sese Seko, wel over de charismatische eerste premier van het onafhankelijke Congo, Patrice Lumumba. Twee films zelfs: Lumumba. La mort du prophète (1992) en Lumumba (2000). Een experimentele documentaire en een mainstream biografische speelfilm. Vanwaar die interesse voor een politicus die al van de scène verwijderd was voor Peck als kind

in Kin arriveerde? In het verhaal dat Peck vertelt over de vrij toevallige ontstaansgeschiedenis van het idee om het leven van Lumumba te verfilmen, klinkt op de eerste plaats fascinatie voor de periode en de context, en pas dan voor de politicus en de man. ‘De helden van de zwarte ontvoogding worden weggestopt onder een dikke deken van historische vergetelheid. Dat geldt zowel voor de Haïtiaanse vrijheidsstrijders als voor de

MOQ • april 2013 • www.mo.be

voortrekkers van de Afrikaanse onafhankelijkheidsstrijd. Zelfs de linkse media van die tijd berichtten over de onafhankelijkheid van de Afrikaanse staten met een paternalistische – en vaak ronduit racistische – ondertoon. En zij hadden toen nog bijna het monopolie van de berichtgeving in handen.’

mensen en macht Het westerse monopolie op het begrijpen ❱

49


PORTRET mensen & verhalen

❱ van de wereld doorbreken, dat is de belang-

rijkste drijfveer in het leven en het werk van Raoul Peck. Dat blijkt ook nog eens als we het over de K2 van Centraal-Afrika hebben: Kabila en Kagame. Rwanda, zegt Peck, is een land dat grote sprongen voorwaarts heeft gemaakt sinds, en ondanks, de genocide. Congo daarentegen heeft een leider die zijn land naar de haaien laat gaan of helpt, terwijl de internationale gemeenschap hem blijft behandelen als een groot staatsman. Het argument dat de onbestuurbaarheid van Congo deels veroorzaakt wordt door de inmenging van Rwanda en Oeganda brengt Peck niet van de wijs. ‘Er wordt een spelletje bluffen en liegen gespeeld over het geweld in Congo. Als Rwanda en

beklemtoont echter dat de film niet alleen over tropische dictaturen en bananenrepublieken gaat. ‘Dit proces speelt zich ook af in het Europa van Berlusconi of Sarkozy, in het Rusland van Poetin, in de VS van Clinton en Bush. Het bijzondere aan de president uit Moloch was dat hij democratisch verkozen en van veeleer linkse signatuur was. Ook in Europa zie je vandaag dat de macht wel democratisch verkozen wordt, maar daarna op autoritaire wijze een agenda uitvoert die allesbehalve die van de meerderheid van de bevolking is.’ De realiteit van wat macht met mensen doet, leerde Raoul Peck van heel nabij kennen toen hij minister van Cultuur was, van februari 1996 tot midden 1997. ‘Ik zag de

De helden van de zwarte ontvoogding worden weggestopt onder een dikke deken van historische vergetelheid. Oeganda al zorgen voor problemen in Oost-Congo, dan kunnen ze dat alleen doen indien en omdat grotere –westerse – machten hen de hand boven het hoofd houden. Als je een analyse maakt, mag je nooit de ruimere context of de chronologie van de gebeurtenissen uit het oog verliezen. Als het over de dictators in Haïti gaat, weigert men ook altijd de zetbazen te benoemen, waarna men zich blind staart op de man die het feitelijke geweld pleegt. Dat is toch al te gemakkelijk?’ Toch zoomt Raoul Peck in op de figuur van de dictator in Moloch Tropical. Het is zijn parabel over de ontsporingen van de macht en de kuiperijen van adviseurs, troonpretendenten en buitenlandse belangenbehartigers. Haïtianen herkennen in het verhaal van Moloch de tragische neergang van Jean-Bertrand Aristide, de priester-redder die na de vlucht van JeanClaude Duvalier, alias ‘Baby Doc’, in 1986 de macht in handen kreeg in Haïti. Peck

50

achterkant van het podium en leerde hoe beslissingen al dan niet genomen worden, hoe beperkt de impact van ethiek is op de macht, maar ook dat er geen sluipwegen naar een oplossing bestaan. Wat de mensen ook mogen geloven, de oplossing voor een land als Haïti ligt niet in een sterke leider, maar in een stevig bestel dat kan bogen op een actief betrokken bevolking.’

dodelijke hulp De realiteit verandert langzaam, weet Raoul Peck sinds zijn deelname aan de macht. En dat geldt nog meer voor staten, overheden en machtsverhoudingen. Alleen grote schokken of crisissen kunnen die algemeen geldende wet doorbreken. En dan nog. Zelfs de aardbeving van 12 januari 2010, die tot 222.650 doden, 300.000 gewonden en 1,5miljoen daklozen leidde, kon geen fundamentele ommekeer teweegbrengen in Haïti. ‘De eerste weken na de ramp was er een enorme solidariteit

MOQ • april 2013 • www.mo.be

en bereidheid in het land om iets te doen, maar de regering heeft die energie niet aangeboord. En de tsunami aan internationale hulp die volgde, heeft de kans op breed gedragen verandering volledig van de kaart geveegd.’ Over de destructieve gevolgen van de internationale hulp aan Haïti gaat Pecks jongste film: Assistance mortelle. Peck schetst een beeld van een massale hulpactie die volkomen om haar eigen logica en belangen gaat draaien, en waarbij de altijd al broze Haïtiaanse overheid genegeerd of zelfs tegengewerkt wordt. Peck pleit niet voor het stopzetten van humanitaire hulp of ontwikkelingssamenwerking, maar hij vraagt wel dat het hele internationale hulpsysteem zich minstens aan zijn eigen regels, afspraken en discours zou houden. En daarbij moeten twee principes centraal staan. Eén, het voorzorgsprincipe: zorg ervoor dat wat je doet niet meer schade berokkent dan het probleem dat je wil oplossen. Twee, autonomie: het land dat hulp ontvangt, moet in staat zijn of in staat gesteld worden om zelf keuzes te maken en zelf sterker te worden van de hulp. ‘Als een internationale hulpoperatie te maken krijgt met een zwakke regering, dan zou ze er alles aan moeten doen die te versterken. In Haïti gebeurde precies het tegenovergestelde. Minder dan één procent van de hulp die echt is uitgegeven, liep via de Haïtiaanse regering. Na twee weken was iedereen – de Amerikanen, de Fransen, de Verenigde Naties, CNN – goed georganiseerd en goed uitgerust, terwijl de Haïtiaanse regering zich nog steeds in haar verwoeste gebouwen bevond, zonder telefoon en zonder middelen om te functioneren. De prioriteit ging naar het verplaatsen en coördineren van de eigen staf, de eigen dokters en vooral: de eigen journalisten, want die moesten die dokters en hulpverleners uit eigen land in beeld kunnen brengen.’ Als antwoord daarop brengt Raoul Peck zijn eigen camera in stelling. In de hoop dat het helpt.

Q


REPORTAGE tendensen

Kenia

Paradise lost In het uiterste noorden van de Keniaanse kust ligt het idyllische eiland Lamu. Parelwitte stranden, wuivende palmbomen, een zwoele zeebries. Maar dat is niet het hele plaatje. Sinds een jaar staat op Lamu een wereldhaven in de steigers en wordt er geboord naar gas en olie. MO* nam er de temperatuur aan de vooravond van het einde van een tijdperk.

ecotoerisme Iedereen in Lamu heeft intussen van het havenproject gehoord, maar ooit was dat anders. De mensenrechtenorganisatie

Muslims for Human Rights (MUHURI), die kantoor houdt in Mombasa, kaart in een filmpje de klachten aan van Lamu-inwoners die hun grond kwijtspeelden. Hun gewassen werden platgewalst, begraafplaatsen vernield en bossen verbrand omdat de bouw van de haven plots was begonnen. ‘De overheid hield ons opzettelijk in het duister over de plannen’, zegt Monsoon. Officieel heet hij Kassim Muhsin, maar ‘omdat veel moslims dezelfde namen hebben, hebben we bijnamen om te weten wie precies bedoelt wordt. De mijne is Monsoon’, zegt hij glimlachend, ‘zoals de wind.’ Monsoon heeft een boot en organiseert snorkeltrips en rondvaarten. Na zijn studies in Mombasa en Nairobi stapte hij met zijn oom in het ecotoerisme. Door het electoraal geweld in 2007 en 2008 viel het toerisme echter stil. Monsoon en zijn oom zagen zich genoodzaakt hun business af te bouwen. De kidnappings in 2011 deden hen helemaal de das om. Ook aan de luwte voor de verkiezingen van maart 2013 zagen ze

heel wat inkomsten verloren gaan. Nochtans zagen hun toeristische plannen er een tijdlang veelbelovend uit. In 2009 richtten de bootvaarders een beroepsvereniging op om hun krachten te bundelen, Monsoon werd secretaris. Het legde hen geen windeieren maar de tegenvallende inkomsten van de laatste twee jaar hebben de zuurstof uit het initiatief gehaald. Tot de effecten van de havenplannen zich duidelijk lieten gevoelen. Samen met een veertigtal andere organisaties sloot de bootvaardersvereniging zich aan bij Save Lamu, een lokale koepelorganisatie die de vinger aan de pols houdt van de overheidsplannen voor hun regio.

olie en gas De haven is niet het enige dat het aangezicht van Lamu voor altijd dreigt te veranderen. Op het naburige eiland Paté voert een Chinese onderneming in opdracht van een Brits bedrijf proefboringen uit naar olie en gas. Kilometers mangroves, een eenzame richtingaanwijzer en een verkiezingsaffiche ❱

© Griet Hendrickx

door Olivia Rutazibwa

In het paradijs geraken is geen sinecure. Kenia’s grootste havenstad Mombasa ligt op nog geen 350kilometer, maar er vertrekken geen rechtstreekse vluchten naar Lamu. Een vlucht vanuit de hoofdstad Nairobi is dan weer erg prijzig. Voor de gewone sterveling is de enige optie dus over land, in een stoffige bus die er vanuit Mombasa maar liefst acht uur over doet op een weg die naam niet waardig. Tijdens de trip ervaar je de jarenlange achteruitstelling van de Keniaanse kustregio aan den lijve. De bus brengt je tot Mokowe, het vasteland vlak tegenover het eiland Lamu, waarna je de tocht per boot verderzet. In Lamu stad maken de smalle zanderige straatjes auto’s geheel overbodig. Ezels, trekkarren en hier en daar een motorfiets zijn de enige vervoermiddelen in het straatbeeld.

52

MOQ • april 2013 • www.mo.be

MOQ • april 2013 • www.mo.be

53


REPORTAGE tendensen

haven in zicht Op 2maart 2012 zakten Salva Kiir, de president van Zuid-Soedan, zijn Keniaanse ambtsgenoot Mwai Kibaki en de toenmalige Ethiopische premier Meles Zenawi af naar Mokowe om de eerstesteenlegging van het Lamu-havengebouw bij te wonen. Dat gebouw is slechts een schakel in het miljardenproject Lamu Port South Sudan Ethiopia Transport Corridor (LAPSSET). Dat moet via spoorwegen, pijplijnen en snelwegen de drie landen met elkaar verbinden om de regio een economische impuls te geven. Het havengebouw, een imposante betonnen constructie, is intussen bijna afgewerkt. Aan de lopende band worden elektriciteitspalen gezet, wegen aangelegd en omheiningen opgetrokken. De wegen nemen de Chinezen voor hun rekening, het gebouw wordt door een Indiase firma opgetrokken en de omheining wordt geplaatst door de National Youth Service (NYS). ‘NYS is een overheidsprogramma van drie jaar voor jongeren die bij het leger of de politie willen’, zegt Swaleh. ‘Zij werken gratis maar krijgen wel kost en inwoning.’ Swaleh komt uit de regio. Zijn familiebedrijf levert brandstof en

54

materialen aan de overheid voor de bouw van de omheining. Dat de haven uitgerekend in Lamu wordt aangelegd, komt omdat het water er diep is, in tegenstelling tot de meeste andere kusten. De haven is ingeschreven in het overheidsplan Vision 2030. Tegen 2016moet de eerste aanlegsteiger klaar zijn. Ook die werken zijn al van start gegaan. Wat verderop wordt de weg afgezoomd door zwartgeblakerde mangrove, die gestaag weggekapt wordt om plaats te maken voor zandzakjes die de twee oevers verbinden. In de verte zijn de Keniaanse en Amerikaanse marinebasissen zichtbaar. Op de bouwwerf heeft de bewaking er al veel zien passeren, buitenlanders die lucht hebben gekregen van het grootse havenproject en zelf eens een kijkje komen nemen. ‘Het havenproject is bekender in het buitenland dan hier in Kenia’, grinnikt een gepensioneerde militair die door de Keniaanse overheid is aangesteld om de bouwsite te bewaken. Met de Indiase bouwheer heeft hij niets te maken. ‘Die ziet me hier niet graag staan, denk ik. Hij vermoedt allicht dat ik hier ben om hem te controleren.’ In de buurt van de tijdelijk opgetrokken kantoorgebouwen komt de bewaker niet. Als Luo uit het binnenland heeft de man maar weinig goede woorden voor de overheid, die sinds de onafhankelijkheid voorna-

melijk in handen van de Kikuyu’s was. Volgens hem hebben die alle macht en postjes in handen. Hij heeft trouwens de indruk dat de Kenianen er niet in geloven dat de haven er echt komt. De Keniaanse overheid heeft er het geld niet voor, Zuid-Soedan en Ethiopië hebben intussen een afwachtende observatorrol opgenomen en potentiële geldschieters zoals China, Qatar en Singapore lijken ook terughoudend gezien de onzekere politieke situatie en onduidelijkheid over grondrechten in het land.

graaicultuur ‘De mensen uit de buurt maken te veel problemen’, vindt de bewaker. ‘Ze ruiken geld en vragen astronomische bedragen als compensatie voor hun grond.’ Zelf is hij niet van de kustregio, maar hij is er niettemin van overtuigd dat de komst van de haven een stap vooruit zal betekenen voor de ontwikkeling van Afrika. De bewoners die op een blauwe maandag de bulldozers zagen opdoemen en pardoes van hun land werden verjaagd, denken er anders over. Sommigen daagden de Keniaanse staat voor de rechter voor het onwettig gebruik van de grond. Ze klagen over gebrekkige communicatie en stellen dat de overheid heeft nagelaten om de resultaten van een impactstudie af te wachten vooraleer met de aanleg van de haven te

starten. De achteruitstelling van de kustregio dateert nog van de koloniale tijden. Met de komst van de Britten werd al het land overheidsbezit. Na de onafhankelijkheid zette de Keniaanse overheid dat beleid verder. Als een van de weinige regio’s in het land was alle grond in Lamu overheidsgrond –terwijl er elders wel officieel gemeenschapsgrond werd voorzien. De lokale bevolking van Lamu maakte jarenlang gebruik van grond die ze op papier niet bezat, terwijl buitenlanders en Kenianen uit het binnenland gestaag stukken grond konden opkopen. De nieuwe grondwet van 2010 brengt hierin verandering door voortaan drie types grond te voorzien: publieke percelen, gemeenschapsgrond en privégrond. De recent opgerichte nationale landcommissie moet een systeem opzetten om de historische onrechtvaardigheden recht te trekken. De landeigendomscertificaten worden voortaan door lokale overheden uitgevaardigd, niet langer door de administratie in de hoofdstad. ‘Uhuru Kenyatta heeft hier onlangs nog grond gekocht’, zegt Swaleh tijdenso onze rit door de velden in de havenbuurt. Hij bevestigt dat er de afgelopen jaren een ratrace was naar grond. Vooral gegoede Kikuyu’s uit het binnenland toonden zich geïntersseerd; zij kunnen veel gemakkelij-

ker aan de nodige papieren geraken. Zelfs als lokale en goedgeïnformeerde zakenman is het voor Swaleh niet evident om de registratieprocedure succesvol en vlot af te handelen. Toch heeft hij –zoals vele anderen– zijn kans gewaagd en een procedure gestart om 1,2hectare op zijn naam te laten zetten. Ondertussen passen ze het krakersprincipe toe. Swaleh: ‘In afwachting van de papieren zetten mensen alvast een hutje of beginnen de grond te verbouwen –in de hoop dat alles na een tijdje officieel wordt.’ De havenweg maakt een flauwe bocht rond een van de weinige boerderijen die nog rechtop staan. Benneth Kwase, zoon van de eigenaar, vertelt gelaten hoe zijn familie wacht op een compensatie- en verhuisplan. ‘Alleen de overheid weet wat ze doet. Wij kunnen niets anders dan wachten’, klinkt het gelaten. ‘Hier leven is onmogelijk geworden. Er rijden constant auto’s en vrachtwagen af en aan. Onlangs werd nog een geit aangereden. Voor kinderen is het dus ook veel te gevaarlijk geworden.’ Niettemin geeft hij toe dat de haven werkgelegenheid kan scheppen voor de jongeren in de regio. En dat is broodnodig.

inspraak Ook Monsoon en de andere activisten van Save Lamu hebben zich intussen neergelegd bij de komst van de haven. ‘We zijn er

niet tegen’, preciseert Monsoon. ‘We komen gewoon op voor onze grondrechten en inspraak.’ Monsoon weet wel dat de haven een antwoord kan bieden op de grote werkloosheid en achteruitstelling in deze regio, maar hij is niet blind voor de grote offers die gebracht moeten worden. ‘Het leven zal niet meer hetzelfde zijn. Een deel van onze cultuur zal verloren gaan.’ Hij maakt zich het meeste zorgen om de milieuvervuiling en de teloorgang van de unieke ecosystemen in Lamu. ‘Er komen allicht ook een hele boel regels bij, onder meer over plekken waar we niet meer mogen komen. Vooral het leven van de vissers zal daardoor aangetast worden.’ Via juridische stappen hebben de activisten al enkele dingen uit de brand kunnen slepen. Zo is er een officieel erkende stuurgroep gekomen, samengesteld uit mensen van de regio om als liaison op te treden tussen de overheid en de lokale gemeenschappen. President Kibaki vaardigde duizend studiebeurzen uit voor de inwoners van Lamu die in in Mombasa een opleiding willen volgen om later in de haven te kunnen werken. Monsoon stelde zich kandidaat en wacht nog op het resultaat van de intakegesprekken. Heel wat inwoners van Lamu vestigen hun hoop op de nieuwe grondwet. Daarin staat letterlijk dat er iets aan de landdisputen moet worden gedaan. Niet iedereen vertrouwt er echter op dat de nieuwe machthebbers de progressieve grondwet zullen implementeren. In Lamu zijn ze alvast van plan om hun rechten verder af te dwingen. Raya Famau Ahmed is actief in een vrouwenbeweging in Lamu, die bij Save Lamu is aangesloten. Net zoals Monsoon heeft ze zich kandidaat gesteld voor een van de duizend studiebeurzen. ‘Als je als vrouw niet bent opgeleid, wordt er niet naar je geluisterd.’ Zij schat de toekomst alvast positief in. Famau Ahmed: ‘Wie er ook aan de macht komt, ze zullen zich gedwongen zien om de grondwet te implementeren.’

Q

Het gloednieuwe havengebouw op het eiland Lamu is slechts een schakel in een ambitieus en internationaal miljardenproject.

© Griet Hendrickx

45 minuten zijn in de verte enkele lila tentjes te zien. Daar slapen de arbeiders van de olie- en gasindustrie. ‘Driekwart komt uit de buurt’, zegt een van hen. Hij is zelf een lokale inwoner van Paté en greep de kans om hier te werken met beiden handen. Vroeger moest hij naar verafgelegen steden op zoek naar een baan. ‘Wij hier op Paté zijn de eersten die voordeel halen uit de zoektocht naar olie en gas.’ De man werkt nu al acht maanden onder contract, zonder al te veel vrije dagen. De Chinese projectleiders, die zich niet onder de lokale bevolking mengen, verwachten noeste arbeid maar betalen goed. Ze staan niet te springen om tekst en uitleg te geven. ‘Wij zijn hier gewoon om te werken’, klinkt het droogweg. ‘Het kan ons echt niet schelen wat de wereld van ons denkt.’

© Griet Hendrickx

❱ midden in het water. Na een boottrip van

Bekijk een uitgebreide fotoreportage over Lamu op www.griethendrickx.com.

55


29maart Naar een systeemverandering

Debat over de duurzaamheidstransitie van de Universiteit Gent met Prof. Dr. Rietje van Dam-Mieras (chemicus, doceert duurzame ontwikkeling Univ Leiden), Em. Prof. Dr. Hans van Ginkel (sociaal geograaf, historicus en cultuur antropoloog), Prof. Dr. Koen Goethals (academisch beheerder UGent), Dhr. Jeroen Vanden Berghe (logistiek beheerder UGent) en Indra Van Sanda (vertegenwoordiger Stad Gent). Moderator is John Vandaele (MO*).

 Vrijdag 29 maart, 16u., Aula Universiteit Gent, Volderstraat 9, Gent.

16 april De crisis

MO*journalist John Vandaele spreekt over de crisis: van de bankencrisis van 2008 over de eurocrisis tot de sociale en politieke crisis. Ondertussen presteren de opkomende landen vrij goed: het lijkt er dus op dat de machtsverhoudingen in de wereld grondig aan het verschuiven zijn. Hoe is het zo ver kunnen komen? En hoe geraken we hier weer uit?

Dinsdag 16 april, 19u.30, CC De Werf, Molenstraat 51, Aalst.

17 april Kan energie goedkoper in Gent?

Debat met Bert De Wel (energiespecialist ACV), Tom Demeester (energiespecialist PVDA) en Dirk Vansintjan (Ecopower). Moderator is John Vandaele (MO*).

Woensdag 17 april, 19u.30, Zaal Torrepoort, Poel 7, Gent.

17-29 april MOOOV-docs

Olivia Rutazibwa (MO*) en Stefaan Anrys (voormalig journalist MO*) presenteren op Filmfestival MOOOV in Turnhout en Brugge een selectie van de strafste documentaires uit binnen- en buitenland: A World Not Ours (leven in Palestijnse vluchtelingenkampen), Fatal Assistance (zie Portret op blz. 48), More Than Honey (over het verdwijnen van de honingbij), Snake Dance (over technologische vernuft en massavernietiging), The Act Of Killing (over de genocide in Indonesië), The Gatekeepers (zes voormalige leiders van de Israëlische geheime dienst) en Rafea: Solar Mama (over een Jordaanse vrouw die een nieuw bestaan probeert op te bouwen).

Meer info op www.mooov.be en op www.mo.be/ modebat. Voor elke documentaire geven we 25 duotickets weg op www.MO.be/wedstrijd.

56

18 april Islam in het heetst van de strijd

In Iran, Afghanistan, Pakistan, India, Indonesië, Maleisië, de CentraalAziatische republieken, de Filipijnen en Thailand zijn conflicten dagelijkse realiteit. De dominante religie in die landen is daar mee voor verantwoordelijk voor en speelt tegelijk een matigende rol. Lezing door Gie Goris (MO*).

Donderdag 18 april, 10 uur, VUB Campus Etterbeek. Organisatie: UPV. Info: http://UPV.vub.ac.be

23 april Voedselzekerheid voor 1miljard mensen

Steeds meer mensen hebben een tekort aan voedsel of specifieke voedselelementen. Tegelijk is de prijs van basisvoeding de speelbal van klimaatfactoren, speculatie en ongelijke productieverhoudingen. Kan in die context gesproken worden over “recht op voedsel”? Alma De Walsche (MO*) leidt het thema in en modereert het debat met Olivier De Schutter (speciaal VN-rapporteur voor het recht op voedsel), Bart Staes (Europarlementslid), Piet Vanthemsche (Boerenbond) en Thierry Kesteloot (Oxfam Solidariteit).

 Dinsdag 23 april om 19.30u. in het auditorium van het Forum-Katho, Doorniksesteenweg 145, 8500 Kortrijk. Organisatie: Noord-Zuidoverleg West-Vlaanderen en de provincie West-Vlaanderen in samenwerking met het postgraduaat Noord-Zuid, Katho, Howest en de stad Kortrijk. Toegang is gratis maar graag vooraf inschrijven via pnzc@west-vlaanderen.be. Meer info: 051.265050.

23 april Is Brussel een superdiverse stad?

Debat over de complexiteit van Brussel, interculturele pluraliteit en superdiversiteit. Sprekers: Stijn Oosterlynck (Universiteit Antwerpen) en Eric Corijn (VUB). Moderator: Samira Bendadi (MO*).

Dinsdag 23 april, 20u., Pianofabriek, Fortstraat 35, 1060 Sint-Gillis (Brussel). Organisatie: Masereelfonds, MO*, Kif Kif en Pianofabriek.

28 april Klimaat voor vrede?

Naar aanleiding van de eerste editie van het MOOOV filmfestival in SintNiklaas wordt op zondag 28 april om 12u. een panelgesprek georganiseerd over de impact van klimaatverandering op conflictsituaties. Voorafgaand aan het gesprek kan je terecht in De Casino voor een (bio- en fairtrade!) brunch. Sprekers: Georges Spriet (Vrede vzw), Wim Vreecken (verantwoordelijke regio West-Afrika, ngo Bevrijde Wereld), Jeroen Adam (Conflict Research Group UGent) en een vertegenwoordiger van Greenpeace. Moderator: Alma De Walsche (MO*).

 Zondag 28 april, 12u., De Casino, Stationsstraat 104, 9100 SintNiklaas. Info en inschrijvingen (brunch): www.solidairsintniklaas.be of 03.7783842

MOQ • april 2013 • www.mo.be


recensies Pleidooi voor subjectief nieuws ‘Nieuws is voor het brein wat suiker is voor het lichaam. Gemakkelijk te verteren stukjes informatie, vol lege calorieën, die je eventjes bezighouden, maar nooit echt een bevredigend gevoel geven. Je kunt zonder, maar als je er eventjes van snoept, wil je er steeds meer van. Uiteindelijk maakt het je vooral “dik” in plaats van wijzer.’ Dit soort mediakritiek komt al te vaak van vroeggepensioneerde journalisten, die dan weggezet worden als out of touch en verbitterd. Bovenstaand citaat is echter van Rob Wijnberg, geboren in 1982 en van 2010 tot 2012 hoofdredacteur van nrc.next, de succesvolle krant voor jong, urbaan Nederland. Wijnberg is dus bij uitstek goed geplaatst om de media vanuit een jong perspectief tegen het licht te houden, niet in vergelijking met een zogenaamd gouden verleden, maar tegenover de maatstaf van de noodzakelijke opdracht van media. De vaststellingen die Wijnberg doet zijn niet spectaculair of nieuw, maar het is wél relevant dat ook hij die vaststellingen maakt. Samengevat zegt De nieuwsfabriek: nieuws gaat niet over de realiteit, maar over de negatieve uitzonderingen op de regel en daardoor functioneert het nieuws als een conservatieve maatschappelijke kracht die de roep voor meer politie en minder diversiteit versterkt. Daarnaast zorgt de extreme bondigheid van het meeste nieuws ervoor dat alternatieve stemmen niet aan bod komen of overkomen als buitenaardse dromers. Wijnberg bespreekt ook twee trends die samen verantwoordelijk zijn voor het ondermijnen van het vertrouwen in nieuwsmedia. Eén: de verwording van berichtgeving en duiding tot wat hij de ‘aandachtseconomie’ noemt, die niet langer inzicht beoogt maar beroering, en die samenhangt met de opinie- en ontknopingsdwang. Twee: de dominantie van infotainment over informatie. Over dat laatste: ‘Serieus nieuws wordt niet toegankelijk gemaakt door een luchtige ondertoon, nee, non-nieuws wordt door serieuze nieuwskanalen zo belangrijk gemaakt dat het in sommige gevallen zelfs tot de hoogste rangen van het Binnenhof doordringt.’ In het slothoofdstuk van zijn uitgebreide essay zegt Wijnberg onder andere: ‘Mijn ideale krant is onafhankelijk maar ook subjectief: slechts twee kanten van het verhaal laten zien is niet voldoende, de journalist moet ook uitzoeken welke kant het geloofwaardigst is en waarom.’ Alleen al die stelling maakt van De nieuwsfabriek verplichte lectuur voor al wie zich dagelijks stoort aan de vele ziekten waaraan de media lijden. (gg)

Naakte optekening

Afghaanse crimi

Somalië-Kenia-Nederland

De Israëlische organisatie Breaking the Silence is in 2004 opgericht door veteranen van het Israëlische leger. Met het gelijknamige boek, nu ook vertaald in het Nederlands, verzilvert ze haar mission statement: getuigenissen vastleggen van Israëlische soldaten die in de Bezette Palestijnse Gebieden hun legerdienst hebben gedaan. Het wijdverbreide idee in de Israëlische samenleving dat de controle op de bezette gebieden uitsluitend is gericht op het beschermen van de burgerbevolking, is in strijd met de informatie die honderden Israëlische soldaten hier geven. De auteurs ontmantelen het verdedigingsmechanisme waarmee Israël zijn militaire strategie tegenover de Palestijnen rechtvaardigt. Ze leggen bloot hoe Israël alles –ook mishandeling en collectieve straffen– onder de noemer ‘preventie’ plaatst, waarbij men veronderstelt dat letterlijk elke Palestijn een gevaar is voor Israël. Ze laten ook zien dat de kolonisten bij het handhaven van het militaire bewind een actieve rol spelen via openbare functies en een stem in de militaire beraadslagingen. 145 letterlijk overgenomen getuigenissen van 106 ex-soldaten: lezen als een trein doet het niet echt. De makers waarschuwen zelf voor de naakte optekening, spreektaal en het militaire jargon, een keuze om zo trouw mogelijk te blijven aan het origineel. Maar het valt best mee, ook omdat je hier een zeer precieze inzage krijgt in een systeem dat met verstomming slaat. (td)

Dawud Pirzad blikt terug op het recente verleden van Afghanistan in de vorm van een roman, waarin met name ingezoomd wordt op de periode van de Sovjetbezetting en de het verzet van de moedjahedien. Umied, het hoofdpersonage, komt door toeval en gruwelijk ongeluk terecht aan de Russische kant van deze strijd, wat de verteller de kans biedt om eerst wat nuance aan te brengen in het dominante beeld van de Sovjetbezetter, om daarna de degeneratie van Rusland tot een maffiastaat te beschrijven. Het kerninzicht van deze roman –dat de oorlogen in Afghanistan in feite conflicten zijn tussen grootmachten– klopt. Maar de Afghaanse geschiedenis wordt ook gemaakt en gedreven door interne tegenstellingen, en dat komt te weinig aan bod. Dawud Pirzad levert met deze Prins een verdienstelijke poging af om een Afghaans verhaal te schrijven dat geen doorslagje wil zijn van de Vliegeraar. Als lezer leer je daardoor zaken die in de stroom verhalen over en uit Afghanistan minder aan bod komen, zoals bijvoorbeeld dat de huidige provincie Nuristan pas heel laat tot de islam bekeerd werd en dat mensen daar –clandestien weliswaar– vasthouden aan hun “heidense” tradities. Dat aspect had veel meer aandacht verdiend dan de vluchtige laatste bladzijden van het boek, terwijl de Russische jaren van Umied misschien minder gewicht verdienden. (gg)

In Verloren vader schetst Sayadin Hersi een veellagige, aangrijpende maar ook grappige en nuchtere kroniek van een oorlog, een gezin, verlies en migratie. Het hoofdpersonage Bille trekt de lezer mee in zijn avonturen als vluchteling in Nederland, als opgroeiende jongen in Mogadishu en in de bijna willekeurige toevalligheid waarmee hij gewapenderhand in de Somalische burgeroorlog tuimelt. Het verhaal begint in Nederland, waar door de ogen van Bille een haarscherpe maar ook gelaten en grappige blik wordt geworpen op het vluchtelingensysteem en de samenleving in het algemeen. Later neemt de auteur de lezer mee naar Somalië, waar Billes zoektocht naar zijn verdwenen vader de rode draad wordt van een verhaal dat soms alle verbeelding tart. Hersi weeft met veel zin voor detail, humor en empathie een bijzonder, haast universeel relaas dat in de meest verschrikkelijke en vernederende situaties hardnekkig vasthoudt aan de menselijkheid van de personages. Het resultaat is een boek vol wijsheden en herkenbare situaties, niet enkel wat betreft het subtiele racisme van alledag in Nederland, maar evengoed aangaande de verschrikkingen van de loopgraven van Kismayo of in Billes gekibbel met zijn zusje in Mogadishu. Met Verloren Vader brengt Hersi op meesterlijke wijze de wereld even bij elkaar. (or)

De nieuwsfabriek. Hoe media ons wereldbeeld vervormen door Rob Wijnberg is uitgegeven door De Bezige Bij. 155 blzn. ISBN 97890234 77587

58

MOQ • april 2013 • www.mo.be

Breaking the silence is uitgegeven door De Arbeiderspers. 414blzn. ISBN 9789029586023

De laatste prins van Kafiristan door Dawud Pirzad uit uitgegeven door Uitgeverij Boekscout. 239blzn. ISBN 97890462060234

Verloren vader door Sayadin Hersi is uitgegeven door Nieuw Amsterdam. 284blzn. ISBN 9789046808757

Meisjesbeelden met een legerbroek Het eeuwige volk kent geen angst, het bejubelde debuut van de Israëlische schrijfster Shani Boianjiu, vertelt de verhalen van drie achttienjarige Israëlische meisjes, voor, tijdens en even na hun tweejarige diensttijd. Centraal staat het tergend trage verstrijken van de gewone tijd in het ongewone perspectief van een legerdienst. Boianjiu slaagt er in om die paradox op een sublieme manier, heel gewoontjes en tegelijk surrealistisch, op papier te zetten: verveling en meisjesbeelden versus de rauwe, bijna genormaliseerde, abnormaliteiten van checkpoints, grensafsluitingen met de Sinaï, oorlog. De Amerikaanse schrijfster Nicole Krauss, haar mentor, schreef over Boianjiu: ‘Haar onderwerp is ernstig. Maar voor ik haar werk als zwaar bestempel: laat me even aanstippen hoe geestig ze is, hoe ontwapenend en vol van leven.’ Origineel is de meisjesblik op de verplichte legerdienst in Israël. Zoals Boianjiu zelf zegt: ‘Wanneer je als jongen naar het leger gaat, kan je doodgaan. De andere mogelijkheid is dat je blijft leven. Als je als meisje naar het leger gaat, zal je waarschijnlijk niet sterven. Je stuurt misschien wel reservisten de dood in tijdens een oorlogsoperatie. Je onderdrukt misschien wel demonstraties aan checkpoints. Maar je zal waarschijnlijk niet sterven.’ (td)

Het eeuwige volk kent geen angst, door Shani Boianjiu Is uitgegeven door Anthos, 286blzn. ISBN 978-9041421-036

MOQ • april 2013 • www.mo.be

Exclusieve korting voor MO*lezers MO*lezers krijgen een exclusieve korting van € 2,5 bij aankoop van elk gerecenseerd boek in volgende boekhandels: De Groene Waterman (Antwerpen), De Reyghere (Brugge) en de Acco boekhandels van Gent, Antwerpen en Leuven. Knip deze bon uit en geef hem af bij aankoop van het boek. De korting is 2 maanden geldig na publicatie van dit MO*nummer (27/03/2013).

59


Anderstalige boeken EEN UITWEG NAAR DE TOEKOMST De Duitse socioloog Harald Welzer verbaast er zich over hoe makkelijk wij, geëmancipeerde burgers in een democratische samenleving, onze autonomie en onze vrijheid gewillig prijsgeven aan de markt en de merken, die voor ons bepalen wat geluk is. De consumptiemaatschappij werkt volgens Welzer als een totalitair systeem door alles aan haar controle te onderwerpen. Buiten de markt is er niets, zo wil het systeem. En we zijn dat ook zelf gaan geloven. Dit soort denken en die wetmatigheden zitten ook diep in onszelf verankerd. Niet alleen in de maatschappelijke en institutionele maar ook in onze mentale infrastructuur. Net omdat elk van ons het huidige groeimodel mee bestendigt, is het zo moeilijk om tot verandering te komen. Die begint volgens Welzer bij onszelf en bij het herpolitiseren van een ‘beweging voor het heroveren van de toekomst’. Elkeen heeft een zekere speelruimte om zelf te kiezen en zich niet te laten meedrijven. Om te zeggen ‘niet met mij’ en zo vrijheid te herwinnen. In zijn boek Selbst Denken. Eine Anleitung zum Wiederstand wil Welzer wat hij noemt “nooduitgangen” aanwijzen om uit het uniforme denken te treden, een ‘therapie om uit onze tunnelvisie te geraken’. Het doel is een ‘nieuwe geschiedenis van onszelf’ te vertellen en dat doe je best aan de hand van heel concrete verhalen. Daarover gaat Der Futurzwei Zukunftsalmanach 2013. Geschichten vom guten Umgang mit der Welt. Een bundeling ervaringen van mensen die de omkeer gemaakt hebben. Welzer noemt dit vormen van sociaal leren, om zo stappen te kunnen zetten op de nieuwe weg. ‘Het leven verloopt in de indicatief. Conjunctieven hebben nog nooit de wereld veranderd’, stelt Welzer. Of: ‘Een goede omgang met de wereld is niet een klimaatconferentie bijwonen, maar de ervaring van verandering van levensstijl, van andere vormen van ondernemen, andere culturele waarden.’ Helaas zijn deze boeken nog niet vertaald in het Nederlands, maar ze zijn een absolute aanrader voor wie hongert naar een inspirerende alternatieve kijk. (adw)

 Selbst Denken. Eine Anleitung zum Widerstand door Harald Welzer is uitgegeven door Fischer Verlag, 329 blzn. ISBN 978 3 10 0894359.  Der Futurzwei Zukunftsalmanach 2013 door Harald Welzer en Stephan Rammler is uitgegeven door Fischer Verlag, 464 blzn, ISBN 978 3 596 19420 9

60

ZWIJGEN OVER INDIA? De opdracht en het belang van Reconceptualizing India Studies wordt in de inleiding van het boek meteen duidelijk gemaakt: nu India, als een van de opkomende machten, op het punt staat de wereldgeschiedenis opnieuw mee te bepalen, is het belangrijker dan ooit om India goed te begrijpen. Die mondiale context wordt in de rest van het boek achterwege gelaten. En wie hoopt op het einde van de 243 bladzijden veeleisende tekst een antwoord te vinden op de vraag in de eerste regel (‘Wat heeft India te bieden aan de wereld van vandaag en morgen?’), kan zich de moeite besparen. S.N. Balagangadhara weigert namelijk in te gaan op de vragen die over India gesteld worden, omdat die vragen vooral iets zeggen over degene die ze stelt (het Westen), terwijl de antwoorden ook altijd gebruik maken van de kennis over India die volgens hem bijna exclusief Europees is. Er valt veel te zeggen voor de basisanalyse van Balagangadhara. De kennis van India, het hindoeïsme en de andere religieuze of maatschappelijke culturen maakt inderdaad –nog steeds– uitgebreid gebruik van het werk van oriëntalisten uit de achttiende en negentiende eeuw. Het opzet om die koloniale erfenis te ontmantelen, is dan ook een uitgesproken verdedigbaar project. De redeneringen die de auteur hierrond opbouwt, zijn soms heel verhelderend, soms al te retorisch. Het gevolg van dat laatste is dat al wie de absolute scepsis van de auteur tegenover hindoeïsme als religie of tegenover het kastesysteem als organiserend principe van de samenleving niet deelt, ongenadig weggezet wordt als iemand die nog met een koloniaal bewustzijn naar de dingen kijkt. Het is overigens tekenend voor dit soort post-koloniale analyses dat ze heel uitgebreid duidelijk maken dat de zaken die anderen zeggen onterecht zijn, maar dat een alternatief spreken en weten achterwege blijft. Het eindresultaat is de vaststelling dat spreken over India onmogelijk is, niet alleen voor westerse, maar ook voor Indiase intellectuelen. De enige positie die als authentiek overblijft, is die van een Indiase bevolking die haar Indiaas-zijn leert zonder er vragen over te stellen. Dat lijkt me ontoereikend en potentieel zelfs verlammend voor een land dat zichzelf terecht als wereldspeler van formaat presenteert. (gg)

Reconceptualizing India Studies door S.N. Balagangadhara is uitgegeven door Oxford University Press270blzn. ISBN 9780198082965

MOQ • april 2013 • www.mo.be


Dochouse Brussels presenteert:

Een fascinerende inkijk in de Latin Lesbian, Gay, Bisexual, Transgender community in L.A. film - documentaire

DONDERDAG

Wu Tsang (US) Wildness

25 APR 20:00

GREEKADELIA KRISTI STASSINOPOULOU & STATHIS KALYVIOTIS @DE CENTRALE APR 2013

beur ssch ouwb urg

US, 2012, 75’

02.04.2012 20:30

VR 05 | 04 RENATA ROSA UN SONHO BRASILEIRO ZA 13 | 04 ROMA DAY @ DE CENTRALE ft. ORKESTAR RAIM ZO 14 | 04 TÜRKÜ AYDIN ÖZTÜRK, SANİYE & SİNAN ZO 21 | 04 IMAM BAILDI BOUZOUKI MEETS ELECTRO SWING VR 26 | 04 TÜRKÜ VOLKSMUZIEK UIT ANATOLIË ZA 27 | 04 BEHDAD BABAI & NAVID AFGHAH IRAANS KLASSIEK’ DI 30 | 04 GRUP TINI ODE AAN DE TURKSE VOLKSMUZIEK DO 18 T/M 20 | 04 & DO 25 T/M 27 | 04 CHOKRI & ZOUZOU BEN CHIKHA

DE WAARHEIDSCOMMISSIE: EXPO ZOO HUMAIN (OUD-JUSTITIEPALEIS) MEER: WWW.DECENTRALE.BE DE CENTRALE GEEFT VOOR DE CONCERTEN EEN DUOTICKET WEG. WAAG JE KANS EN STUUR JE CONCERTVOORKEUR NAAR JAN.DECLERCK@GENT.BE MET VERMELDING MO*/APRIL_2013

foto: Karin Borghouts

beursschouwburg.be

TREFDAG LINX+ Vier mee 100 jaar vooruit!

APRIL 2013

05/04 0 5/04 LO LOCOMONDO LOCOMONDO L OMONDO N O +W Wahwahsda a wahs ah ah da d + dj d Bobalicious b ous o us 06/04 C CARMEN RME M NS SOUZA OUZA A 12/04 B BALKANBEATS AL AN ATS ANTWERP ALKANBE ANTWE W P VII: VI V

L C LA CARAVANE ARA RA AVANE N P PASSE ASS ASSE +W W.. V Vicktor ickt ktorr + dj R Robert ob obert Sok Soko o

z ondag 26 26 mei 2 013 zondag 2013 bootjes, met brood In rrode ode boo tjes, me et een snee br ood www.linxplus.be www w.linxplus.be Williams! en Nigel W illiams!

117/04 7/04 SHAKARA ARA A UNITED U + dj Muk amb bo Mukambo 18/04 MARIAN MARIANA AC CORNEJO ORNEJO

& MA MACARENA CARE ENA R RAMIREZ AMIREZ TICKETS: TICKET S: WWW.DEROMA.BE WWW W.DER .DEROMA.BBE + 03 03 292 9977 40 + FNA FNACC


agenda 30maart

Feest van de Filosofie

Al was er nooit eerder zoveel rijkdom in de wereld, toch zien we dat de kloof tussen arm en rijk sterk toeneemt. Hoe kan dat? Wat zijn de oorzaken? Hoe kunnen we dit onrecht aanpakken? Deze fundamentele vragen worden voorgelegd aan belangrijke denkers en doeners uit de verschillende continenten. In de namiddag zijn er twee seminaries. ‘s Avonds is er een buffet gevolgd door een boeiend debat met een intercontinentale blik op ongelijkheid.

Hét filosofie-evenement van Vlaanderen focust dit jaar op economie en waarde. Op het programma: lezingen, debatten, gesprekken en workshops met onder meer Giorgio Agamben, Paul Verhaeghe, Paul De Grauwe, Joris Luyendijk, Tom Hodgkinson en Bas Haring. 13u.30, 30CC/Schouwburg en Kunstencentrum STUK, Leuven. Info en tickets: www.feestvandefilosofie.be

19 april

Think Global Day

17-21 april

© RV

Balkan Trafik! Balkanfestival met optredens, dj-sets, filmvoorstellingen, workshops, wijnproeverijen, bazaar... Met ondermeer: Goran Bregovic, Fanfare Ciocarlia, Jericho, Klezmic Zirkus, New York Gipsy All Stars, Guta Family, Aka Balkan Moon en Barka Brass Band. Bozar, Ravensteinstraat 23, Brussel. Info en tickets: www.bozar.be

Gie Goris (MO*) en John Vandaele (MO*) modereren twee seminaries over ongelijkheid en ontwikkeling. Sprekers zijn Jos Geysels (11.11.11), Robert Bissio (Social Watch Uruguay), Bea Cantillon (Universiteit Antwerpen), Karel Van Eetvelt (Unizo), Maria Espen (ETUI), Duncan Green (Oxfam UK) en Jean Bossuyt (UA). Om 19u30: avonddebat over ongelijkheid, met Duncan Green (UK), Roberto Bissio (Uruguay), Gauri Augustine (India) en Beverly Jansen (Zuid-Afrika). Organisatie: 11.11.11. met medewerking van MO*, Universiteit Antwerpen, UGent en Hiva-KULeuven. 13u.30-22u.30, Area 42, Paleizenstraat 46A, Schaarbeek. Info en inschrijvingen: www.11.be/thinkglobalday

28 april

Het Groene Boek Auteurs uit binnen- en buitenland gaan in gesprek over de transitie naar een sociaal-ecologische samenleving. Gasten zijn onder meer Harald Welzer, Paul Verhaeghe, Marcel Möring en Jan Blommaert. (zie ook interview met Welzer blz 20) Kaaitheater, Saincetelettesquare 19, Brussel. Info en tickets: www.hetgroeneboek.be

INFORMATIEF 22 april

Van wie is de openbare ruimte? Hoe gaan we om met de publieke ruimte en hoe ver mag de privésector zich daar (niet) mee moeien? Debat met Christofe Grafe (directeur Vai), Manu Claeys (stRaten-generaal) en Dirk Barrez (DeWereldMorgen.be). 20u., Bourla, Komedieplaats 18, Antwerpen. Info en tickets: www.toneelhuis.be

17-29 april

Dag van de Filosofie

22 april

Filmfestival MOOOV

Lezingen, workshops, gesprekken, debat en een filocafé met als centraal thema ethiek en economie in onze samenleving. Met onder meer John Crombez, Ludo Abicht, Jean Paul Van Bendegem, Francine Mestrum, Matthias Lievens en Glenn Rayp. 9u.30, Geuzenhuis, Kantienberg 9, Gent. Info en inschrijvingen: www.dagvandefilosofie.ugent.be

China, traditie en moderiteit

MOOOV is niet alleen de optelsom van het Turnhoutse Open Doek en Cinema Novo uit Brugge maar wil in heel Vlaanderen een zichtbaar kwaliteitslabel zijn voor goede films met zicht op de wereld. MOOOV zet cineasten in de kijker die niet vanuit kortstondig winstbejag maar vanuit artistieke drang en met groot engagement hun film creëren, waarmee ze

Geld en duurzaamheid Surf naar www.MO.be/wedstrijd en maak kans op deze tickets.

* 25 duotickets voor elke documentaire op Filmfestival MOOOV in Brugge en Turnhout (zie ook MO*debat blz 56). * 5 duotickets voor de Belgische première van de documentaire Wildness op 2 april in de Beursschouwburg. * 5 duotickets voor de film Inch’Allah vanaf 3 april in de bioscoop. * 5 duotickets voor de cd-voorstelling van Shakara United op 17 april in De Roma. * 5 duotickets voor het concert van Kristi Stassinopoulou & Stathis Kalyviotis op 25 april in De Centrale.

62

Wildness Documentaire van Wu Tsang over de Latino LGBT-gemeenschap in Los Angeles. De film wordt voor het eerst in België getoond. 20u.30, Beursschouwburg, A. Ortsstraat 20-28, Brussel. Info en tickets: www.beursschouwburg.be

Lezing van geldspecialist Bernard Lietaer over de ecologie van het geld en over de noodzaak aan complementaire munten. 20u., STUK, Naamsestraat 96, Leuven. Info en tickets: www.stuk.be

Inch’Allah Een portret van een Canadese vrouw die in Jeruzalem samenwoont met een Israëlische vrijheidsstrijdster, maar elke dag de grens oversteekt om in Palestina gewonde Palestijnse burgers te verzorgen. Vanaf 3 april in de bioscoop. Info: www.cineart.be 17 april

Shakara United De Belgische afro-beatformatie Shakara United presenteert zijn nieuwste cd. Dj Mukambo zorgt achteraf voor zinderende world grooves. 20u.30, De Roma, Turnhoutsebaan 286, Borgerhout. Info en tickets: www.deroma.be

MOQ • april 2013 • www.mo.be

Raadpleeg de volledige agenda op MO.be/agenda

Eerste referentie: de Canadees-Franse film Inch’Allah won een prestigieuze filmprijs in Berlijn. Tweede referentie: achter de film zitten de producenten van twee filmparels, Incendies en Monsieur Lazhar. Rode draad is de confrontatie tussen verschillende werelden en tegengestelde visies: een Canadese arts geraakt mentaal gevangen tussen vriendschappen in twee werelden, die van de grauwe werkelijkheid van een Palestijns vluchtelingenkamp en de Israëlische –westerse– samenleving.

19-21 april

Woshkoor: Hoop Het Woshkoor brengt liederen uit alle hoeken van de wereld, over de gruwel van de oorlog, de wanhoop, het verdriet maar vooral over het geloof dat de vrede het uiteindelijk haalt. 19 en 20 april, telkens om 20u., 21 april om 15u., CC Zwaneberg, Cultuurplein 1, Heist-op-den-Berg. Info en tickets: May Dierckx – 015.241121 25 april

Greekadelia

© RV

MO trakteert

Schrijfster Lulu Wang schetst een beeld van haar geboorteland op de grens tussen traditie en moderniteit. Sopraanzangeres Xiaolan Ji zorgt voor een passende muzikale omlijsting. 20u.15, HETPALEIS, Theaterplein 2, Antwerpen. Info en tickets: www.hetpaleis.be 29 april

‘The Patience Stone’

2 april

Vanaf 3 april

20 april Stefaan Anrys (voormalig Afrika-redacteur MO*) en Olivia Rutazibwa (MO*) presenteren op MOOOV een selectie pakkende documentaires. Zo zijn er de intimistische prenten over de Nederlands-Turkse Norah Jones Karsu Dönmez en Mahdi Fleifels film over het leven tussen Denemarken en het Palestijns vluchtelingenkamp Leuke Lente. De actualiteit wordt ook rechttoe rechtaan behandeld zoals in Thierry Michels nieuwe docu over de Congolese politicus/magnaat Katumbi of Raoul Pecks haarfijne dissectie van de rampzalige hulp aan zijn Haïti.

CULTUUR

© RV

ons als kijker willen raken, beroeren en in beweging zetten. Festivallocaties: Turnhout, Brugge, Genk, Sint-Niklaas, Lier, Roeselare, Koersel-Beringen. Info en tickets: www.mooov.be

EVENEMENT

Gasten op Het Groene Boek zijn onder meer de Duitse sociaal-psycholoog Harald Welzer, Paul Verhaeghe, Marcel Möring, Stefan Hertmans, Jan Blommaert, Dorien Knockaert en vele anderen. Naast lezingen, interviews en debatten omvat Het Groene Boek ook een boekenbeurs rond ecologische boeken en informatiestanden van ngo’s actief op dit domein.

Concert van de Griekse singer-songwriter Kristi Stassinopoulou en multiinstrumentalist Stathis Kalyviotis. Ze stellen hun recentste cd Greekadelia voor en brengen ook enkele nummers uit vorige albums. 20u., De Centrale, Kraankindersstraat 2, Gent. Info en tickets: www.decentrale.be

‘In het Duitse taalgebied worden drieënzestig regionale munten gelanceerd’, zei geldspecialist Bernard Lietaer in 2009 in een interview met MO*. ‘In het Oostenrijkse Vorarlberg verbindt de Talente-Tauschkreis 1500 deelnemers die hun talenten aanbieden –auto’s herstellen, aardappelen telen, breien… Ze worden vergoed in de lokale munt die door honderd winkelzaken als betaalmiddel wordt aanvaard.’ De complementaire munten vormen als het ware een “monetair ecosysteem”. Zo daalt de kwetsbaarheid van het financieel-economisch systeem en wordt het beter mogelijk om sociale en ecologische doelstellingen te bereiken.

Shakara United

MOQ • april 2013 • www.mo.be

63


colofon

OPINIE

MOQ maakt de globalisering ervaarbaar, begrijpbaar en hanteerbaar.

door Thomas Leysen Naar aanleiding van het voorakkoord in het Europees Parlement over het beperken van bonussen in de financiële wereld vroeg MO* Thomas Leysen om een reactie.

© GF

Thomas Leysen is voorzitter van de raad van bestuur van de KBC Groep NV.

Sinds enige tijd heeft het idee ingang gevonden dat de zogenaamde “bonuscultuur” in de financiële wereld aan de basis ligt van de financiële crisis. Zoals de meeste oneliners over de financiële crisis, is dat wat simplistisch en vormt het een veralgemening die geen rekening houdt met de verscheidenheid aan situaties. Maar ten gronde is het inderdaad juist dat de overmatige focus op korte termijn, die effectief nefaste gevolgen heeft gehad, mede aangewakkerd werd door de verloningssystemen die in tal van banken werden gebruikt. Nu is het zo dat, zeker in continentaal Europa, de meeste raden van bestuur van grote financiële instellingen heel wat lessen hebben getrokken uit wat er allemaal is misgegaan. Die lessen hebben te maken met duidelijkere strategische keuzes, scherpere risicoanalyses en controlemechanismen, en ook met gewijzigde verloningssystemen. Bovendien zijn de nationale toezichthouders en regelgevers veel scherper gaan toezien op het verloningsbeleid.

64

Het middenveld weer in de touwen? door Ann Demeulemeester

Bijna 25jaar na het eerste Burgermanifest is opnieuw een frontale aanval ingezet tegen het middenveld. Toen ging het om strijd voor de burger en tegen de ongrijpbare belangengroepen. De inzet nu is van een andere orde. Was er destijds een maatschappelijk debat en een diepe politieke discussie die leidde tot maatschappelijke vernieuwing, dan lijkt vandaag enkel vernietiging de uitkomst. Is er dan geen plaats meer voor het middenveld in het toekomstige Vlaanderen? Zo ja, kan dit middenveld zijn democratische en politieke opdrachten blijven vervullen? Want vrijwilligerswerk en sociale cohesie zijn één zaak. Participatie, inspraak en een tegenmacht vormen, zijn evenzeer bestaansredenen van het middenveld.

MOQ • april 2013 • www.mo.be

Contact Vlasfabriekstraat 11 - 1060 Brussel Tel. 02.536 19 77 - info@MO.be - www.MO.be

© GF

Nevenverschijnsel

Bij KBC is er in de laatste twee jaar bijvoorbeeld reeds een grens van één op één in de verhouding vaste en variabele vergoeding voor alle medewerkers gebruikt, zoals het Europees Parlement die nu wil vastleggen. Voor de leden van het directiecomité van KBC was het zelfs zo dat zij gedurende drie van de laatste vijf jaar helemaal geen variabele vergoeding gekregen hebben. Als er variabele vergoeding uitbetaald wordt, wordt die dan ook nog eens gespreid uitbetaald over een periode van drie tot vijf jaar, en kan zij onderworpen worden aan een “malus” en aan een “claw-back” (terugvorderingsclausule bij onregelmatigheden). De “bonuscultuur” zoals zij nog steeds leeft bij tal van internationale zakenbanken, meestal gebaseerd in London en New York, staat dus heel ver van de realiteit bij een Belgische bankverzekeraar. “Dé bankiers” bestaan dan ook niet. Het cultuurverschil tussen Goldman Sachs en KBC is vandaag wellicht groter dan het cultuurverschil tussen KBC en pakweg Colruyt. Spijtig dat er in het publieke debat nog steeds zo weinig onderscheid wordt gemaakt tussen fundamenteel verschillende situaties. Het voorakkoord dat het Europees Parlement bereikt heeft, is voor ons dan ook een nevenverschijnsel. In London bekijkt men dat even anders.

De maatschappelijke en economische uitdagingen zijn in die kwarteeuw niet kleiner geworden. Enkele jaren geleden werkten de jeugdbewegingen gezamenlijk rond het thema De verdraaide wereld. Er zit nogal wat verdraaid in onze wereld: toenemende armoede en ongelijkheid, hardnekkige onrechtvaardigheden, blijvende onverdraagzaamheid, steeds minder draagvlak voor solidariteit en een gigantisch klimaatprobleem. Knap was het van die jongelui om tegen de grondstroom in te kiezen voor een moeilijk thema, een politiek thema. Zoals het knap is dat overal nieuwe initiatieven ontstaan voor armoedebestrijding, betaalbare energie, betaalbaar wonen, meer duurzaamheid… Steeds weer staan toch mensen op, verenigen zich, gaan aan de slag in hun omgeving, tegen de stroom in, op zoek naar verandering en verbetering voor iedereen. De inzet is dan ook groot: de economie van de toekomst zal duurzaam zijn en rechtvaardig, anders redt de mensheid het niet op deze planeet. Gaat de ultieme belangenstrijd dan niet vooral over deze kwestie: welk sociaal en economisch model wensen we voor onze samenleving? Niet dat van sociale afbraak en austerity –zoals de (economische) toekomst van Europa geborsteld wordt. De bevolking zal dit niet blijven dragen. Veel regimes in Europa kraken daarom in hun voegen, ze verliezen elk politiek draagvlak en dat alles leidt tot onbestuurbaarheid. Veel regimes zitten in een regelrecht conflict met hun burgermaatschappij, hun middenveld. Dat is een weinig hoopgevend perspectief. Daarom: verenigingen aller landen, verenigt u.

 Ann Demeulemeester is voormalig voorzitster van de Verenigde Verenigingen.

MOQ • april 2013 • www.mo.be

Hoofdredacteur Gie Goris Redactie Samira Bendadi, Kristof Clerix, Tine Danckaers, Alma De Walsche, Olivia Rutazibwa en John Vandaele Eindredactie Kristof Clerix en Herman Jacobs Webredactie Maarten Lambrechts en Kilian De Jager Stagiairs Malvina Poelvoorde, Pauline Vandenbussche en Manon Pauwels Aan dit nummer werkten mee: Roberto Bissio, Thomas Leysen, Ann Demeulemeester, Tess Vonck, Nick Hannes, Lennart Hofman, Andreas Stahl, Andrea Dijkstra, Jeroen Van Loon, Tom Dieusaert en Bie Vancreaynest. Creatie en vormgeving Chris Defossez en Inge D’haen Kaarten en grafieken Dirk Billen en Maarten Lambrechts Illustratie Klaas Verplancke Coverontwerp Darwin Druk Roularta Printing Marketing, communicatie en agenda Jan Buelinckx reclameregie ADeMAR - www.ademaronline.com - 03 448 07 57 Administratie Jan Vanhuysse Afgevaardigd bestuurder Jan Lamers Verantwoordelijke uitgever Frank Beke Abonnementen MO* Postbus 360 - 8800 Roeselare Tel 078 35 33 13 - Fax 078 35 33 14 mo@abonnementen.be www.abonnementen.be voor inschrijving, wijziging of info over uw abonnement

Prijs Jaarabonnement België: 36 euro. Jaarabonnement buitenland: vraag inlichtingen.

Betaling Ofwel gewoon uw naam en adres opgeven en wachten op ons bericht. Ofwel rechtstreeks op rekeningnummer IBAN: BE57 4721 0111 8135 en BIC: KREDBEBB met vermelding van het exacte afleveradres. Ofwel door opgave van nummer en vervaldag van uw kredietkaart

(American Express, Diners, Eurocard, Visa). • MO* is een uitgave van Roularta Publishing NV in opdracht van Wereldmediahuis vzw. De leden van Wereldmediahuis zijn 11.11.11, Broederlijk Delen, FOS, Oxfam Wereldwinkels, Plan België, Stichting Liedts, Trias, Vredeseilanden en Wereldsolidariteit. • MO* is aangesloten bij CeLT vzw, de vereniging van Culturele en Literaire Tijdschriften, www.detijdschriften.be. • MO* krijgt de steun van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking en de Vlaamse regering. Overname van artikels is toegestaan mits bronvermelding en toestemming van de hoofdredacteur.

65


BRUKSEL column door Bie Vancraeynest

© Dieter Telemans

Nomade

Om drie uur ‘s middags behoort Brussel een uur lang toe aan de tieners. Scholen lopen leeg en hangbankjes vol. De Kruidtuinserre is zo’n pleisterplaats waar hormonen broeien in de vooravond. Exotische planten vragen tropische temperaturen en het lijkt al gauw Temptation Island met schooltassen. Twee meisjes zijn stiekem aan hun huiswerk bezig, in deze baldadige omgeving lijkt dat een rebelse daad. De parkwachters slaan de premature paringsdansen rustig gade, en schuimen geduldig het jonge grut weer naar buiten. Er werd hier al eens een bronzen standbeeld van zijn sokkel gehaald, ze zijn op hun hoede. Iedereen wordt uiteindelijk de serre uitgejaagd, alleen de planten hebben het nog behaaglijk. Dan wacht ik Pitcho maar op naast de kassa van de Botanique. De cafetaria hier voorziet forenzen en bankklerken van een democratische lunch maar twee Brusselaars die een namiddagje weg willen praten moeten dat dus elders doen. In café De Zotten Ezel, bijvoorbeeld, want aan historisch staminee nooit gebrek in deze contreien. Van Pitcho verwacht ik een lange lofzang op Schaarbeek, want 1030 is een gemeente vol chauvinisten. Hun huizen het mooist, hun boulevards het breedst. Dat vond hij ook. In de jaren negentig althans,

66

tijdens de hoogdagen van de Brusselse hiphop. De Hallen van Schaarbeek, aan de overkant van de straat, herbergden toen een groots opgezet festival waar rappers en graffiteurs elkaar vonden. Iedereen in België die in baggy pants rondliep, droomde ervan om in de Schaarbeekse hood te wonen. CNN, Rival, Onde de Choc, het zijn namen die ogen van dertigers met een hiphopziel nog steeds doen blinken. Zelf speelde hij al in de jaren tachtig in die Hallen, toen die nog compleet vervallen waren; de kelders waren het speelterrein van de buurtkinderen. Op zijn achtste woonde hij in deze straat, meegekomen met zijn vader die het Mobutu-regime was ontvlucht. Onlangs stond hij in diezelfde Hallen opnieuw op de planken, ditmaal als acteur. De cirkel lijkt rond. Hij is terug in Brussel na enkele jaren Parijs, waar hij werkte bij de legendarische Britse regisseur Peter Brook. Maar er is iets veranderd. Gedaan is het eenzijdige liefdesverhaal. De afstand bracht inzicht. ‘Ik geloofde echt dat de dingen hier konden veranderen, mais ça reste petit.’ Hij ziet dezelfde mensen achter dezelfde knoppen. Gaan ze “de vreemde” hier ooit als een rijkdom zien? Hij weet het niet meer. Graag wil hij hier acteren, maar moet hij altijd de grappige Congolees spelen die niet zo goed Frans kan? ‘On met l’étranger dans le passé’. Ze houden ons in het verleden. Als deze stad twee culturele hemisferen heeft, een Nederlandstalige en een Franstalige, dan voelt hij zich duidelijk meer thuis in die eerste. KVS, Kaaitheater, Beursschouwburg, AB: zij vatten de ziel van deze stad. De Vlamingen in Brussel, die hebben zich moeten heruitvinden. Misschien schept dat een band met nieuwe Belgen? Zijn nieuwe album heet #rdvf (hashtag rendez vous avec le futur). Hij kiest voor de vlucht vooruit. Hij wil zijn eigen geschiedenis overstijgen en verhalen van nu vertellen. En vooral mee een nieuwe toekomst verzinnen. Die van hem ligt niet per se meer hier. New York is een optie. Of Kinshasa. Maar dan om andere redenen. ‘Ik heb meer hoop voor Kinshasa dan voor Brussel.’ Hier debiteert de acteur die de woorden laat nazinderen. Dan komt de nuance. ‘Het theater heeft me doen reizen: eerst in mijn hoofd, later in het echt. Ik ben niet meer zo verknocht aan deze stad. Ik wil vooral een nomade zijn.’

MOQ • april 2013 • www.mo.be


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.