Mmm305

Page 1

MEET MUSIC MAGAZINE - AFGIFTE KANTOOR VOOR BELGIE / Turnhout P509335

Nr.305

27e jaargang - Mei 2014 27ième année - Mai 2014

GRATIS

GRATUIT MAANDBLAD VOOR DE BENELUX MUZIKANT - MENSUEL POUR LE MUSICIEN BENELUX

KawaiAlvarez ES-100 AD60

Mapex Saturn

DV Mark

Mini Pedals

Stagg SBJ-50

Yamaha

MoXF8



INHOUD - SOMMAIRE 6

GUITAR Alvarez AD60 acoustic guitar........................................................... 4

DV Mark Mini Boost & Mini Drive

effect pedals ............................................................. 9

BASS Stagg SBJ-50 12 9

bass guitar .............................................................. 12

DRUMS & PERCUSSION Mapex Saturn acoustic drums ....................................................... 15

KEYBOARD INSTRUMENTS Yamaha MoXF8

15

synthesizer................................................................ 18

18

HILITES ............................................................. 23

MAANDBLAD VOOR DE BENELUX MUZIKANT - MENSUEL POUR LE MUSICIEN BENELUX Meet Music Magazine is een uitgave van/est une édition de: Meet Music bvba/sprl Vierhuizen 44 - 2250 Olen Tel: 014/28 29 49 Fax: 014/28 29 40 Vanuit Nederland: Postbus 323 NL-4560 AH Hulst Tel: +32 14 28 29 49 Fax: +32 14 28 29 40 Bladmanager/Magazine Manager Dirk De Paepe dirk@meetmusic.com Druk/Impression: De Cuyper, Zele

13

De auteursrechten van deze uitgave en van alle artikelen, die erin verschijnen, worden door de uitgever voorbehouden. La reproduction, même partielle, de ce numéro est strictement interdite sans l’autorisation écrite de l’éditeur. Verantwoordelijke Uitgever Editeur responsable Dirk De Paepe Vierhuizen 44 2250 Olen Hoofdredactie/Rédacteur en chef: Dirk De Paepe dirk@meetmusic.com

Redactie-coörd./Coörd. de rédaction: Isabelle Bernaerts editor@meetmusic.com

Redactie/Rédaction: Diederik Van Lembergen Jean-Philippe Komac Luc Henrion Stijn Deldaele Tim Van Roy

Vormgeving/Mise en page: Meet Music layout@meetmusic.com Administratie/Administration: Krista Vercammen administrator@meetmusic.com

Vertalingen/Traductions: Jean-Pierre Irgel Etienne Lambert Michel Van den Bosch

www.meetmusic.com

ADVERTEERDERSLIJST - LISTE DES ANNONCEURS Firma/Firme..................... blz/page

Firma/Firme..................... blz/page

Firma/Firme..................... blz/page

Firma/Firme..................... blz/page

MEET MUSIC MAGAZINE

Peavey........................... 7

Cymatic Audio ............ 12

Sound 7 ....................... 25

Adam Hall ...................... 5

The Roadhouse ............. 8

Heremans AV .............. 25

Studio Factasy............. 25

EMD............................. 11

Voerman ........................ 2

Highlite International. 2,16

Sound Service ............... 5

EMP ............................. 10

PRO SOUND & LIGHT

M-Works ........................ 7

Viladco ......................... 15

Fentex.......................... 14

ADJ .............................. 21

Mafico .......................... 11

.........................................

Kawai ........................... 19

Beglec.......................... 23

Mills Audio ..................... 7

.........................................

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/05

www.meetmusic.com

3


GUITAR

Alvarez AD60

Alvarez AD60 ACOUSTIC GUITAR

Akoestische gitaristen bekijken hun collega’s uit het elektrische kamp dikwijls met behoorlijk wat argwaan. De hopen mogelijkheden qua gitaren schrikken hen dikwijls af, net als de technische kant die bij de elektrische gitaar onvermijdelijk naar boven komt. Kabels, pedaaltjes, voedingen, nog meer kabels,… Voor de meeste akoestische gitaristen is dat allemaal niet nodig. Een enkele goede gitaar en ze zijn vertrokken. Zeker als die gitaar een “klassieker” is, zoals de dreadnought. De Alvarez AD60 is een dreadnought van het zuiverste water, dus voor de puristen onder ons zou dit wel eens een interessante bespreking kunnen worden.

ALGEMEEN

Concept Alvarez heeft een ruim aanbod aan gitaren, van beginnersinstrumenten tot zeer exlcusieve handgemaakte modellen. In dit ge v a l gaat het om een gitaar die qua prijs net boven de beginnersklasse zit, maar qua geluid en bouw ver boven de kwaliteit van die klasse wil mikken. Je krijgt een aantal aantrekkelijke features, zoals een massieve top, die de deal aantrekkelijk moeten maken. We hebben deze belofte natuurlijk al erg dikwijls gehoord, dus we beginnen met een kritisch oog aan deze test. Toebehoren/ Opties We hadden niet anders verwacht in deze prijsklasse: de Alvarez AD60 wordt geleverd in een kartonnen doos. Geen gigbag of draagtas te bespeuren dus, maar zoals reeds gezegd, valt dat voor deze prijs wel te verwachten. Je krijgt (om de hals bij te wat klein gereedschap regelen) en wat losse papieren met basisinformatie over de gitaar en het merk, maar daar houdt men het dan ook bij! Imago In Amerika is Alvarez al jarenlang een gevestigde naam. Hier bij ons is het merk ook al een tijdje aanwezig, maar laat de grote doorbraak een beetje op zich wachten. Voor mij was het zelf ook rassing te moeten vaststellen dat dit de eerste Aleen aardige vervarez was die ik ooit in mijn handen heb gehad! Een eerste kendus en die is, zoals men altijd zegt, toch zeer bepanismaking lend voor je visie op het merk! Afwerking Op de afwerking valt alvast niets aan te merken. Alle kritieke p u n ten, zoals het aanbrengen van de bindingen, zijn prima zorgd en de gitaar laat een zeer stabiele en stevige eerste v e r indruk na. Ook kleine details, zoals de parelmoeren inleg rond het klankgat, springen meteen in het oog. Zulke karakteristieken vind je niet snel terug bij gitaren uit deze prijsklassen. Garantie Eén jaar garantie onder de gekende en alom geldende voorwaarden.

BOUW

Kop/Hals De AD60 is een dreadnought, wat één van de meest traditionele modellen is die er bestaan (op het parlor-model na misschien). Het is dus ook niet meer dan logisch dat we veel traditionele methodes zullen tegenkomen. Zo is het al meteen prijs bij de kop en de hals. Die bestaan uit hetzelfde driedelige laminaat dat we vaker tegenkomen.

4

www.meetmusic.com

TIM VAN ROY Les guitaristes acoustiques regardent souvent leurs collègues partisans de l’électrification avec une certaine dose d e méfiance. En effet, les tonnes de possibilités offertes à ces guitares leur donnent souvent froid dans le dos, tout comme le côté technique de la chose, qui occupe inévitablement une place importante pour les guitares électriques: des câbles, des pédales, des alimentations, encore des câbles,... Bref, pour la plupart des guitaristes acoustiques, rien de tout cela n’est nécessaire. Il leur faut juste une bonne guitare, et c’est parti, mon kiki! C’est d’autant plus vrai quand cette guitare est un grand “classique”, comme une dreadnought. Et l’Alvarez AD60 est une dreadnought de la plus pure espèce! Donc, pour les puristes parmi nous, voici un banc d’essai qui promet d’être intéressant...

GÉNÉRALITÉS

Concept Alvarez propose un large choix de guides instruments pour débutants vers des modè- les excluDa n s le

tares, en partant et pour “culminer” sifs, faits à la main. cas qui nous occupe, il s’agit d’une guitare dont le prix est un peu au dessus de la catégorie pour débutants, mais au niveau du son et de la constr uction, l ’o b j e c t i f e s t d’atteindre une qualité nettement au dessus de cette catégorie. La firme propose une série de caractéristiques intéressantes, comme une table d’harmonie massive, afin que l’offre soit attrayante. Une telle promesse, nous l’avons évidemment très souvent entendue, il va donc de soi que nous allons aborder ce test avec un œil des plus critiques... Accessoires / Options Nous n’attendions rien d’autre dans cette catégorie de prix: l’Alvarez AD60 est livrée dans une boîte en carton. Pas de trace de coffre, ni même de housse, donc, mais comme cela a déjà été dit, pour un tel prix, il fallait s’y attendre. Il y a aussi un peu de petit matériel (pour régler le manche), et quelques feuilles “volantes” contenant des informations de base sur la guitare et la marque, mais ça s’arrête là! Image Aux Etats-Unis, depuis déjà bon nombre d’années, Alvarez est un nom confirmé. Chez nous, la marque est déjà présente depuis un petit temps, mais sa “percée” décisive se fait encore quelque peu attendre... Moi-même, je dois avouer que c’était une surprise de taille de me rendre compte que j’avais une Alvarez entre les mains pour la toute première fois! C’était donc un premier contact, et, comme on dit toujours dans ces cas là, cela détermine fortement l’opinion que l’on se fait d’une marque. Finition Au niveau de la finition, il n’y a pratiquement rien à signaler. Tous les postes “difficiles”, comme la pose des filets, sont parfaitement réalisés, et la guitare donne une première impression de stabilité et de force. Et même, certains petits détails sautent aux yeux, comme les incrustations en nacre de la rosace. De telles caractéristiques ne se retrouvent pas souvent sur des guitares de ce prix... Garantie Un an de garantie suivant les conditions généralement reconnues et en vigueur partout.

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/05


MEET MUSIC MAGAZINE 2014/05

www.meetmusic.com

5


Alvarez AD60

GUITAR

De hals is een enkel stuk hout waar de stemkop en de nekhiel aan vast worden gekleefd. De hals heeft een stevig C-profiel gekregen, iets dikker dan normaal, maar nog ruim verwijderd van “baseball-bat”-afmetingen. Een aardig detail: men voorziet als topkam een exemplaar uit been! Geen composietmaterialen of andere vervangende producten, maar het echte spul! Toets De toets is een fraaie strook rosewood. Blijkbaar vond men dat bij Alvarez ook, want er is bijzonder weinig aan de toets gehakt en geslepen. Je krijgt enkel een inlay op de twaalfde fret, en verder werd de toets volledig ongemoeid gelaten. De zijkanten zijn wel afgezoomd met een kunststoffen binding, met daarin alle positiemarkeringen op de gekende plaatsen. Op deze gitaar zal je dus je weg niet verliezen, integendeel. Het contrast tussen de ivoorkleurige binding en de zwarte stippen is perfect, zelfs voor een slecht verlicht podium. Body Het is op het vlak van de body dat Alvarez de meeste troeven uit de kast haalt. We beginnen met de houtsoorten. De zij- en achterkanten van de AD60 zijn gemaakt uit een laminaat van mahonie. Maar voor de top word je aardig verwend: je krijgt een massieve A+ Sitka sparren top. We willen nog niet te ver vooruit lopen, maar we kunnen niet aan de verleiding weerstaan om te vermelden dat dat voor deze prijs wel heel erg uitzonderlijk is. Ook binnen de klankkast neemt Alvarez aardig wat extra stappen om ervoor te zorgen dat de gitaar zo goed mogelijk klinkt. Zo werd de standaard X-bracing opgeschoven en extra mogelijk verstevigd om te zorgen dat de gitaar zo open maar een resoneert. Er wordt bij Alvarez dus niet zogoed ko hoop onderdelen bij elkaar gegooid: ook bij de pere modellen wordt er aardig nagedacht over hoe men een goed klinkende gitaar kan bouwen.

CONSTRUCTION

Tête / Manche L’AD60 est une dreadnought, un des modèles les plus traditionnels qui existent, avec peut être le modèle ‘parlor’. Il n’est donc que logique de rencontrer beaucoup de méthodes de construction traditionnelles. Et c’est déjà le cas dans ce premier chapitre, consacré à la tête et au manche: ces deux éléments sont semblables, et il s’agit d’une pièce laminée en trois parties, une conception que l’on rencontre très souvent. Le manche proprement dit est en une seule pièce, et à ses extrémités viennent se coller la tête et le talon. Le manche a un profil en C affirmé, un peu plus épais que la normale, mais quand même encore très éloigné des mensurations... d’une batte de base ball! Détail intéressant: le sillet de tête est en os véritable! Bref, pas de matériau composite ou d’autres produits de remplacement, juste le “vrai truc”! Touche La touche est une belle pièce de palissandre. Et il semble qu’Alvarez ait pensé de même, car la touche a été très peu “travaillée”: il y a juste une seule incrustation au niveau de la douzième case, sinon, la touche reste vierge de toute autre ornementation. La finition des bords est bien nette, avec un filet en matière synthétique, et les repères de positions y sont également implantés, aux endroits habituels. Cette guitare ne vous dépaysera donc en aucune façon. Le contraste entre les filets de couleur ivoire et les petits points noirs est parfait, même si on se trouve sur un podium mal éclairé. Corps C’est au niveau du corps de l’instrument qu’Alvarez dévoile ses atouts majeurs, à commencer par les essences de bois choisies. Les éclisses et le fond de l’AD60 sont en acajou laminé. Mais pour la table d’harmonie, on est par-

HARDWARE & ELEKTRONICA

Stemmechanieken De tuners van de AD60 zijn afkomstig van bij Alvarez zelf. Ze doen hun job aardig, maar hebben een nogal genereuze actie. Dat wil zeggen dat je wat meer moet draaien aan de tuners om een bepaalde toonhoogte te overbruggen. Het is allicht gewoon even aanpassen naargelang hetgeen je gewend bent. Verder houdt de gitaar z’n toon aardig, al moesten we af en toe toch eens bijstemmen. De lichte snaren

zitten daar voor meer tussen dan de rest. Een dreadnought profiteert op alle vlakken van een zwaardere snarenset, dus niet twijfelen eenmaal je de AD60 in handen krijgt! Brug Ook de brug is een onderdeel waar Alvarez extra aandacht aan het heeft besteed. Ze gebruiken een eigen ontwerp, dat ze de “bi-level rosewood” brug noemen. Zoals de naam al doet vermoeden, heeft de brug 2 niveau’s: het laagste niveau is waar je de snaren moet vastzetten met de brugpinnetjes. De geïntoneerde kam staat op een verhoog, waardoor de hoek naar de brugpinnetjes een stuk groter wordt. Dit moet zorgen voor een optimale overdracht van de trillingen van de snaren naar het bovenblad. Helaas heeft het ook een klein nadeel: dit niveauverschil zorgt ervoor dat de brugpinnetjes net wat sneller uit de brug springen als je snaren moet wisselen. Extra aandachtig zijn bij het herbesnaren dus!

SPEELCOMFORT

Ergonomie Zoals reeds gezegd: de dreadnought is één van de meest authentieke (of traditionele) modellen onder de akoestische gitaren. De modernere concert-modellen zijn op verschillende vlakken aangepakt om een zo ergonomisch mogelijk instrument te bekomen. Maar de dreadnought is nog steeds wat hij altijd geweest is: een beetje een ongelikte beer tussen al die fijnzinnige soortgenoten. Maar voor de sound die een dreadnought produceert, moet je nu eenmaal wat over hebben! Actie Qua actie moet de AD60, recht uit de doos, zowat de best bespeelbare gitaar zijn die ik ooit in handen heb gehad. De kam staat nog steeds op volle hoogte, maar toch liggen de snaren lekker dicht bij de hals. Tokkelen en arrangementen spelen gaat zeer vlot, en voor stevige akkoordenpartijen is het zelfs net een tikje té laag. We gaan natuurlijk niet klagen: als alle gitaren zo van de haak komen in de

6

www.meetmusic.com

ticulièrement gâté: il s’agit d’une pièce massive d’épicéa de Sitka, de qualité A+. Sans vouloir mettre la charrue avant les bœufs, nous ne pouvons pas résister à la tentation de déjà vous dire que pour un tel prix, il s’agit d’une caractéristique exceptionnelle. Mais même à l’intérieur du corps, Alvarez va aussi un pas plus loin afin de s’assurer que la guitare ait le meilleur son possible. C’est ainsi que le barrage standard en X a été modifié et renforcé afin que le son de la guitare soit le plus “ouvert” possible. Chez Alvarez, on n’a donc pas fait l’impasse sur la qualité des composants: même pour les modèles bon marché, on a mûrement réfléchi pour savoir comment arriver à construire une guitare qui ait un bon son.

ACCASTILLAGE ET ÉLECTRONIQUE

Mécaniques Les mécaniques de l’AD60 proviennent de la firme elle-même. Elles fonctionnent correctement, mais leur action est assez généreuse: je veux dire par là qu’il faut tourner un peu plus les clefs afin d’arriver à la note désirée. Cela demande un peu d’adaptation quand on n’y est pas habitué. La guitare reste relativement bien accordée, nous avons juste dû la réaccorder de temps à autre. Mais ce sont avant tout les cordes, très légères, qui sont impliquées: une dreadnought fonctionne beaucoup mieux, à tous niveaux, quand on y installe un set de cordes plus “dures”. Donc, dès que vous avez cette AD60 en main, n’hésitez pas à opérer ce changement! Chevalet Le chevalet est lui aussi une pièce à laquelle Alvarez a réservé une attention toute particulière: la firme a recours à une conception qui lui est propre et qu’elle appelle ‘bi-level rosewood’. Comme le nom permet de le deviner, le chevalet comporte donc deux niveaux: le niveau bas se situe à l’endroit où les cordes sont fixées au moyen des chevilles du chevalet. Quand au sillet de tête à intonation compensée, il se situe plus haut; de ce fait, l’angle que font les cordes vers les chevilles est nettement plus marqué. Cette approche est censée optimaliser le transfert des vibrations des cordes vers la table d’harmonie. Hélas, cela occasionne aussi un petit inconvénient: cette différence de niveau a pour conséquence que les chevilles ont tendance à sortir un peu plus vite de leur logement quand on change les cordes. Il faut donc être extrêmement attentif quand on recorde l’instrument.

CONFORT DE JEU

Ergonomie Comme cela a déjà été dit: la dreadnought est un des modèles les plus authentiques (ou traditionnels, si vous préférez) dans l’assortiment des guitares acous-

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/05


MEET MUSIC MAGAZINE 2014/03

www.meetmusic.com

7


Alvarez AD60

GUITAR

pro • Massieve top! • Prijs • Bespeelbaarheid

contra • Brugdesign zorgt voor wat extra zorgen bij het herbesnaren • Zwaarder setje snaren is een must!

• La table d’harmonie en bois massif! • Le prix • Le confort de jeu

• La conception du chevalet demande un peu plus d’attention quand on change les cordes • Un set de cordes plus “dures” est une nécessité absolue!

winkel, gaan er aardig wat AD60 modellen verkocht worden, al was het voor de bespeelbaarheid alleen.

KLANKKWALITEIT

Kleur We hebben nu al zo veel in het voordeel van de klank van de dreadnought gepleit, maar maakt de AD60 dat ook waar? Wel, in de huidige vorm niet helemaal. De lichte snaren waarmee de gitaar geleverd wordt, beperken het potentiëel van de gitaar een beetje. Je hoort wel dat het allemaal aanwezig is, maar eenmaal je een zwaardere snarenset voorziet, komt de gitaar volledig tot leven! Stevige akkoordenpartijen galmen door de kamer met een ruim overschot aan hoge en lage tonen, en de gitaar gaat vlotjes om met een stevige slagritmiek of een subtiel tokkelpatroon. Solostukjes en arrangementen zijn ook mogelijk, maar je merkt heel duidelijk dat de sterkte van de AD60 in het stevig strummen ligt. We gaan niet beweren dat het een gitaar is van professionele kwaliteit, maar de massieve top geeft het instrument een aanzienlijk voordeel tegenover de concurrentie binnen deze prijsklasse. Respons Op de website van Alvarez vermeldt men dat de respons van de gitaar moet reageren op de hardste strum én de allerzachtste aanraking. Op zich is dat waar, maar zoals we al vermeld hebben: het is in het stevige werk dat de AD60 zich het beste thuis voelt. Dit is een perfecte kampvuurgitaar. Je zal gehoord worden over de (al dan niet nuchtere) zangpartijen van je medereizigers. Volume en projectie staat in zekere mate gelijk aan een stevige aanslag, en dat is bij de AD60 niet anders.

BUDGET

Men beloofde een goede prijs, en die krijgen we ook. Voor €329 (bruto adviesprijs) kan de AD60 al de jouwe zijn. In deze prijsklasse is de aanwezigheid van de massieve top een ongekende troef. Alle andere zaken, zoals de uitstekende bouw, zijn extra bonuspunten. De klank is in orde en de bespeelbaarheid is top. Maar er is niets dat een even grote invloed uitoefent op de gitaar als die massieve top.

CONCLUSIE

De concurrentie in dit segment is zonder enige twijfel moordend. Zowat elk merk smijt met ontelbare modellen naar je hoofd, en elke bouwer probeert wel iets te doen om op te vallen. Alvarez neemt de koe bij de horens en biedt meteen de min of meer heilige graal van de akoestische gitaarbouw: een massieve top. Elke winkelier zal hier doodgraag mee uitpakken, en je moet er deze keer niet aan twijfelen: het is niet enkel en alleen een verkoopstrucje, het maakt effectief een groot verschil! MMM

8

www.meetmusic.com

tiques. Les modèles plus modernes, de type ‘concert’, bénéficient à plusieurs niveaux d’une approche destinée à ce que l’instrument soit le plus ergonomique possible. Tandis que la dreadnought reste ce qu’elle a toujours été: une sorte d’ours un rien mal léché parmi tous ses collègues de nature nettement plus délicate. Mais en ce qui concerne le son produit par une dreadnought, il faudra que nous en parlions sérieusement! Action Au niveau de l’action, cette AD60 doit sans doute être, quand on la sort telle quelle de sa boîte, la guitare la plus agréable à jouer que j’aie jamais eu en main. Le sillet était encore réglé au plus haut, et pourtant, les cordes étaient à une distance très proche - en fait, idéale! - du manche. Les suites de notes et les arrangements se jouent très vite, et pour jouer énergiquement en accords, l’action est même un rien trop basse. Mais naturellement, pas question de se plaindre: si toutes les guitares sortent d’usine pour venir ainsi réglées dans les magasins, il va y avoir pas mal d’AD60 qui vont se vendre, et ce, rien que pour leur confort de jeu.

QUALITÉ DES SONORITÉS

Couleur Nous avons déjà souvent plaidé en faveur du son de la dreadnought. Mais est-ce également le cas de l’AD60? Eh bien telle qu’elle est livrée, pas tout à fait. En effet, les cordes, trop légères, brident un peu le potentiel de la guitare: on entend que tout ce qu’il faut est présent, mais c’est seulement une fois qu’on a installé un set de cordes plus dures que la guitare donne toute sa mesure! Les accords joués à pleine puissance se propagent dans la pièce avec un surplus d’aiguës et de basses, et la guitare s’adapte très vite, qu’il s’agisse d’une rythmique “à l’arraché” ou de suites de notes tout en subtilité. Le jeu en solo et les arrangements sont aussi possibles, mais on remarque très clairement que la force de l’AD60 se révèle être le jeu en accords, et à volume élevé. Nous n’allons pas prétendre qu’il s’agit là d’une guitare de qualité professionnelle, mais, dans cette catégorie de prix, la table d’harmonie en bois massif confère à cet instrument un avantage appréciable sur la concurrence. Réponse Sur le site d’Alvarez, on lit que la réponse de cette guitare est capable de réagir adéquatement, que l’on frappe un accord sans réserve, ou que l’on joue tout en douceur. En soi, c’est vrai, mais comme cela a déjà été dit: c’est dans les techniques tout en puissance que l’AD60 se sent le mieux. C’est la guitare parfaite pour un feu de camp: le son de la guitare sera bien audible face aux parties chantées par vos compagnons de camp, même s’ils s’en donnent à cœur joie! Le volume et la projection d’un tel instrument est lié à la “violence” de l’attaque des cordes, et cette AD60 ne fait pas exception à la règle.

PRIX

Nous avions promis un bon prix, et nous tenons parole: l’AD60 ne coûte que 329 euros, ceci étant un prix brut conseillé. Dans cette catégorie de prix, la présence d’une table d’harmonie en bois massif est un énorme atout, et même, du jamais vu! Tous les autres points de repère, comme l’excellente construction, sont des points positifs en plus. Le son est bon et le confort de jeu est imbattable. Mais, répétons-le, rien n’influence autant le son de cette guitare que sa table d’harmonie massive.

CONCLUSION

Il ne fait aucun doute que dans ce segment, la concurrence peut être qualifiée de... meurtrière! Presque chaque marque y produit une profusion de modèles, et chaque constructeur essaie de trouver le “truc” pour se distinguer. Alvarez prend donc le taureau par les cornes et propose tout de go ce qui représente l’équivalent du Saint Graal en matière de guitare acoustique: une table d’harmonie en bois massif. Chaque vendeur vous vantera cet avantage, mais ici, ne doutez pas de sa bonne foi: ce n’est pas seulement un argument de vente, cela fait, vraiment, une grande différence! MMM

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/05


DV Mark Mini Boost & Mini Drive

GUITAR

DV Mark Mini Boost & Mini Drive EFFECT PEDALS

TIM VAN ROY

Enkele jaren nadat de vloedgolf aan “mini heads” ons heeft overspoeld, is er een nieuwe trend op komst. Meer en meer merken gaan zich immers ook bezig houden met het maken van mini-pedalen. Gitaristen zijn immers geen experts op het gebied van zelfbeheersing, en al helemaal niet als het op nieuwe spullen aankomt! Zowat elk pedalboard dat je tegenkomt, heeft wel ergens een pedaaltje dat er aan de zijkant half uithangt, want “het kon er nog net bij”! Met de nieuwe lichting mini-pedalen kan je nog meer exemplaren op je pedalboard plaatsen of, andersom, dezelfde mogelijkheden behouden terwijl je je pedalenplank compacter kan maken. Het is volledig aan jou welke kant het uitgaat. De DV Mark Mini Series volgt mee in deze lijn. We bekijken vandaag twee pedaaltjes uit hun gamma, namelijk de DV Mini Drive en DV Mini Boost. Het con- cept is, net zoals bij de mini-versterkers, kinderlijk eenvoudig: je neemt de standaard effectpedalen en herschikt alles aan de binnenkant zodat je de behuizing zo klein mogelijk kan maken. En “zo klein mogelijk” is in de meeste gevallen wel heel erg klein: de behuizing van deze pedaaltjes valt ruim de helft kleiner uit dan een standaard effectpedaaltje. Je houdt nog net genoeg plaats over om twee of drie draaiknoppen en een voetschakelaar te installeren. Het grootste slachtoffer van deze operatie is het batterijcompartiment: je kan de pedaaltjes uit de DV Mini Series enkel gebruiken met een adaptor. De pedaaltjes zijn simpelweg te klein om een batterij toe te laten. Maar geen paniek, DV Mark laat je geen twee keer betalen: de adaptor wordt netjes bij elk pedaal meegeleverd. Ook als je een andere voeding wil gebruiken, doen deze pedalen niet moeilijk: je kan van 9 tot 12 Volt gaan zonder de pedalen te beschadigen. Verder kunnen we melden dat de pedalen uitermate stevig zijn gebouwd: de twee millimeter dikke metalen gebogen wanden kunnen een stuk meer misbruik verdragen dan de “schattige” afmetingen van het pedaaltje doen vermoeden. Verder zijn beide pedalen voorzien van een “true bypass” schakeling, waarbij je gitaargeluid geen kwaliteitsverlies oploopt wanneer je het effect uitschakelt. Tijd om wat meer in detail te gaan!

MINI BOOST

De DV Mini Boost is een “clean boost” pedaal. Technisch gezien wil dit zeggen dat je met dit pedaal je geluidsniveau kan opdrijven zonder dat dit voor extra oversturing of distortion zorgt. Dit soort pedaal kan je gebruiken om je solovolume in te stellen, of om bijvoorbeeld andere pedalen harder te laten oversturen (want meer volume in een distortionpe-

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/05

Quelques années après que le raz-de-marée des “minitêtes” nous ait inondé, voici venir une nouvelle tendance “lourde”: de plus en plus de marques se mettent à construire des mini-pédales. Les guitaristes ne sont pas vraiment des experts dans le domaine du contrôle de soi, et encore moins quand on parle de nouveau matériel! Pratiquement sur chaque pédalier que l’on examine, il y a un endroit où une pédale ou l’autre “pendouille” à moitié, car “il y a moyen de la mettre aussi”, dit-on! Avec cette nouvelle génération de mini-pédales, on peut encore en mettre plus sur son pédalier, ou, vu dans l’autre sens, garder les mêmes possibilités tout en réduisant la taille de son pédalier. Tout cela dépend de ce que vous voulez... La ‘DV Mark Mini Series’ prend donc ce “train en marche”, et dans cet article, nous allons examiner deux mini-pédales de la gamme, à savoir: la DV Mini Drive et la DV Mini Boost. Tout comme pour les mini-amplis, le concept est simple, voire... enfantin: on prend une pédale standard et on revoit le tout à la baisse... on parle ici de la taille, évidemment, l’objectif étant d’arriver au boîtier le plus petit possible! Et ‘le plus petit possible’, dans la plupart des cas, c’est VRAIMENT très petit: le boîtier de ces pédales est largement réduit de moitié par rapport à une pédale d’effet de taille normale. Du coup, on a juste place pour y mettre deux ou trois boutons rotatifs et un inverseur, et puis basta! La victime la plus touchée par ces mesures, c’est le compartiment pour la pile: il disparaît, purement et simplement, et par conséquent, la série DV Mini ne peut fonctionner que via adaptateur. En effet, les pédales sont tout simplement trop petites pour laisser place à une pile... mais pas de panique, DV Mark n’a pas l’intention de vous faire payer deux fois: chaque pédale est livrée avec son propre adaptateur. Et si vous voulez utiliser une autre alimentation, ces pédales ne sont pas difficiles: on peut aller de 9 à 12 volts sans risquer de les abîmer. Signalons aussi que ces pédales sont construites avec un souci de très grande solidité: les parois en métal cintré, épaisses de deux millimètres, sont manifestement capables “d’encaisser” des coups que ne laissent pas supposer la petitesse de leur taille. A noter également que les deux pédales sont équipées d’un ‘true bypass’, ce qui garantit au signal de la guitare de ne rien perdre en qualité quand l’effet ne fonctionne pas. Bien, il est temps d’entrer dans les détails...

MINI BOOST

La DV Mini Boost est une pédale de “gain propre” (‘clean boost’). D’un

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/05 www.meetmusic.com 9


DV Mark Mini Boost & Mini Drive

GUITAR

daal sturen, wil zeggen dat die ook harder gaat oversturen). De DV Mini Boost is voorzien van een “Level Boost” draaiknop waarmee je kan instellen hoeveel extra volume je wil toevoegen. Via de “VPF” (ofwel Variable Pre-Shape Filter) draaiknop kan je de EQ van je geluid nog bijstellen. Deze functie versterkt de hoge en lage frequenties, terwijl de middentonen wat worden weggenomen. Eenmaal ingeplugd, doet de DV Mini Boost wat hij moet doen: je gitaargeluid wordt zonder de minste kleuring opgepompt naar het ingestelde niveau. Wil je je gewat bijsturen, is dat via de VPF-functie luid toch nog een fluitje van een cent. Het zal misschien niet m e t e e n een veelgebruikt effect zijn bij memaar bluesgitaristen zullen zonder talheads, tig gebruik maken van deze booster. twijfel gre-

point de vue technique, cela veut dire que cette pédale va augmenter votre niveau de sortie sans que cela ne provoque la moindre distorsion. On peut avoir recours à ce type de pédale - entre autres - pour régler le volume des solos, mais aussi pour augmenter le niveau de saturation d’autres pédales en aval dans la chaîne sonore: en effet, engager plus de puissance à l’entrée d’une pédale de distorsion aura pour conséquence d’augmenter le taux de distorsion. Cette DV Mini Boost est équipée d’un bouton de ‘Level Boost’ qui permet de régler le volume supplémentaire dont on estime avoir besoin. Quant au bouton ‘VPF’ (ou ‘Variable Pre-Shape Filter’),

MINI DRIVE

il permet de régler l’égalisation du signal: de fait, cette fonction amplifie à la fois les hautes et les basses fréquences, tandis qu’au contraire, les médiums sont bridés. Une fois branchée, la DV Mini Boost... remplit son “contrat”: le son de votre guitare est amplifié jusqu’au niveau désiré, et ce, sans la moindre coloration. Mais si vous désirez adapter quelque peu le son, c’est très facile, avec la fonction VPF. Cet effet ne sera sans doute pas très utilisé par les amateurs de métal, mais les guitaristes de blues seront sans aucun doute très intéressés par un tel booster.

DV Mini Drive overstuurt wél op zichzelf. Dit overdrive-pedaal biedt drie draaiknoppen: drive, level en tone. Voor gitaristen die reeds ervaring hebben met pedaaltjes klinkt dat alvast heel eenvoudig, maar we leggen het nog snel uit. Met “drive” regel je je hoeveelheid oversturing en met “level” bepaal je vervolgens hoe luid je gaat spelen. De “tone”regeling heeft in dit geval enkel invloed op de hoge frequenties. Wat duidelijk mag zijn: dit overdrive-pedaal is wederom eerder gericht op de meer gematigde gitarist. Je krijg geen onuitputbaar gainreservoir, maar wel een pallet aan licht tot medium overstuurde klanken. Als we de gain helemaal tot het uiteinde draaien krijgen we een aardige sustain en rondzingende noten, maar dat is volgens ons niet de sterkte van de DV Mini Drive. We kunnen slechts één ding opmerken: de voicing van de “tone”-knop is eerder aan de donkere kant. Als we onze single coils willen kunnen herkennen, moeten we deze functie bijna volledig open draaien. Maar verder zijn de resultaten zeer goed. De licht overstuurde klanken zijn zeer aangenaam om naar te luisteren, en bij middelmatig overstuurde klanken is de respons op je plectrumaanslag uitzonderlijk goed. Stevig doorspelen en de klank overstuurd, terwijl bij minder hard spelen de klank weer netjes clean wordt.

BUDGET

De prijs is voor beide pedalen dezelfde: €139 (bruto adviesprijs). Wat ons betreft is dit een zeer scherpe prijs voor de geboden kwaliteit, zowel qua bouw als qua functies. Niet veel pedaaltjes van deze prijs bieden bijvoorbeeld een true bypass schakeling! MMM

10

www.meetmusic.com

MINI DRIVE

La DV Mini Drive, quant à elle, n’a besoin d’aucune aide pour saturer le son! Ici, il s’agit bel bien d’une pédale d’overdrive, et elle dispose de trois boutons: Drive, Level et Tone. Pour les guitaristes qui ont déjà un peu d’expérience dans le domaine des pédales, cela paraît tout simple, mais nous allons quand même donner quelques explications. Le bouton Drive règle la quantité de distorsion, et le bouton Level détermine le niveau sonore de sortie. Sur la présente pédale, le bouton Tone n’a d’influence que sur les fréquences aiguës. De nouveau, ce sera une évidence pour certain: cette pédale d’overdrive est destinée avant tout aux guitaristes “modérés”. Il ne s’agit pas d’un réservoir de gain inépuisable, mais bien d’une palette de sons dont la saturation va du léger au moyen. Si on pousse le gain à fond, on obtient un bien joli sustain et des notes qui “tiennent”... mais selon moi, ce n’est pas là que se situe la force ce cette DV Mini Drive! A ce stade, une remarque doit être émise: la sonorité du bouton de tonalité “tire” plutôt vers une sonorité “sombre”. Si l’on veut rendre justice à des micros à simple bobinage, il faut “ouvrir” cette fonction presqu’à fond! Mais ceci dit, les résultats obtenus sont très bons! Les sons légèrement saturés sont très agréables à l’oreille, et pour ceux à saturation moyenne, la réponse aux attaques de cordes, surtout quand on joue au médiator, est exceptionnellement bonne: si on “durcit” le jeu, la disto augmente, et si on “l’adoucit”, le son redevient presque “propre”.

BUDGET

Le prix des deux pédales est identique: 139 euros (prix brut conseillé). A mon avis, il s’agit d’un prix très étudié par rapport au degré de qualité offert, tant pour la construction que pour les fonctions en présence. Par exemple, très peu de pédales de cette gamme de prix proposent un ‘true bypass’! MMM

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/05


MEET MUSIC MAGAZINE 2014/05

www.meetmusic.com

13


BASS

Stagg SBJ-50

Stagg SBJ-50 BASS GUITAR

Veel opstartende merken zijn ooit begonnen als budgetmerken om daarna hogerop te klimmen. Sommige van die budgetmerken verdwijnen van het toneel, maar andere slagen er in te blijven bestaan en stelselmatig betere producten op de markt te brengen. Stagg is daar één van. Sommigen zullen hierbij nog de wenkbrauwen fronsen, maar we kunnen duidelijk zien dat Stagg op dat vlak aan het groeien is. Neem bijvoorbeeld hun elektrische contrabas, die was een schot in de roos en heb ik zien pronken in winkels in Engeland, Frankrijk, Duitsland,… noem maar op. Hoog tijd dus om één van hun bassen onder de loep te nemen. Is deze custom basgitaar misschien wel Stagg’s volgende voltreffer? We komen het zo te weten!

CONCEPT

Stagg maakt instrumenten en accessoires die vrij goedkoop en betaalbaar zijn. En hier mogen we toch fier op zijn, gezien hun producten worden ontworpen in ons kleine Belgenland. De fabricatie gebeurt in het verre Oosten, zodat de kostprijs stevig wordt gedrukt. Stagg ontwerpt eigenlijk best originele instrumenten, en komt dus niet op de proppen met klakkeloze kopieën van gekende modellen. Deze basgitaar lijkt op het eerste zicht misschien wel wat op een Jazz Bass, maar toch kreeg dit model een heel eigen “touch”. Op die manier onderscheidt de SBJ-50 zich toch van veel andere merken!

BOUW

De bas ziet er vrij eenvoudig uit, maar helemaal trouw aan de look van een Fender Jazz Bass is hij dus niet. Door de lakkleur en de vorm van de slagplaat kreeg hij eerder een sixties surflook. Deze basgitaar is trouwens ook verkrijgbaar in andere kleuren, én er is een linkshandig model in het zwart. De body is gemaa k t van alder (elzenhout), traditioneel de vaakst gebruikte houtsoort bij Fender basgitaren. Alder staat bekend voor z’n warme, vintage klank. De body kreeg een “metallic grey” laklaag: hier geen slordigheden te bespeuren. Zowel de hals als het toetsenbord zijn vervaardigd uit maple. Dit resulteert in een iets scherpere en actieve klank met meer attack. Het toetsenbord telt 20 frets. De hals werd met vier bouten en een bevestigingsplaatje stevig vastgemaakt aan de body. De hardware en de pick-ups zijn van eigen makelij en voelen zeer kwalitatief aan. De stemsleutels werken naar behoren en blijven goed gestemd. De traditionele brug heeft aparte zadeltjes en een instelschroef, zoals we standaard gewend zijn bij basgitaren. De r e ge l k nopp e n zitten vooraan op de body en zijn aan de achterzijde bereikbaar via een afdekplaatje. Ook dit is weer een verschil met de gewone Jazz Bass die vooraan een metalen plaatje heeft met de regelknoppen erop bevestigd. De hals heeft een D-vorm, zoals de oude Fender bassen. De SBJ-50 heeft een passieve toonregeling met twee volumeknoppen, een toonregelaar en, als leuk extraatje, een serie/parallel switch. Kortom, een rechttoe rechtaan basgitaar, waarbij Stagg geen steekjes liet vallen op vlak van de afwerking.

STIJN DELDAELE Au moment de leur création, beaucoup de marques se sont profilées comme des constructeurs d’articles bon marché, pour revoir ensuite leurs ambitions à la hausse. Certaines de ces marques orientées vers les petits prix disparaissent, mais d’autres réussissent à se maintenir la tête hors de l’eau et à produire méthodiquement de meilleurs produits. Stagg appartient à cette catégorie. Une telle aff i r m ation va faire froncer les sourcils de certains d’entre vous, mais il est évident que Stagg est en train de se bonifier en la matière. Prenez par exemple sa contrebasse électrique: c’est un véritable coup de maître, et je l’ai vue trôner fièrement dans divers étalages, en Angleterre, en France, en Allemagne... et en bien d’autres endroits. Il était donc grand temps de se pencher en profondeur sur l’une de leurs basses. La question est la suivante: cette basse custom est-elle un nouveau coup en plein dans le mille pour Stagg? Vous allez le savoir sous peu...

CONCEPT

Stagg construit des instruments et des accessoires qui sont très bon marché, et ainsi, accessibles à tous. Et c’est une chose dont nous pouvons nous enorgueillir, puisque leurs produits sont conçus dans notre chère petite Belgique! Quant à la construction, elle est réalisée en Extrême-Orient, ce qui permet de comprimer fortement les prix de revient. En fait, un des meilleurs atouts de Stagg, c’est qu’il conçoit des instruments originaux: la marque ne fabrique donc pas de pâles copies de marques connues “à la pelle”. Ceci dit, à première vue, cette guitare basse ressemble bien un peu à une Jazz Bass, mais néanmoins, ce modèle bénéficie d’une “touche” tout à fait particulière: c’est de cette manière que la SBJ-50 arrive à se distinguer de bien d’autres marques.

CONSTRUCTION

De SBJ-50 heeft eigenlijk een standaard Jazz Bass passieve toonregeling, waarbij je met de ene volumeknop de

En apparence, cette basse semble particulièrement simple, mais elle n’est pas tout à fait fidèle au look d’une Fender Jazz Bass classique: grâce à sa couleur et la forme de sa plaque de protection, elle dégage plutôt une tendance “surf Sixties”. Cette basse est également disponible dans d’autres couleurs, et il y a un modèle pour gauchers en noir. Le corps est en aulne, qui est, traditionnellement, l’essence de bois la plus souvent utilisée par Fender pour ses basses. L’aulne est connu pour sa sonorité chaude et ‘vintage’. Le corps est recouvert d’une couleur nommée ‘metallic grey’: à ce niveau, aucune impureté à signaler. Le manche, tout comme la touche, est en érable, ce qui débouche sur un son un peu plus tranchant et nerveux, avec plus d’attaque. Cette touche comporte 20 frettes. Le manche est solidement fixé au corps via quatre boulons et une petite plaquette de fixation. L’accastillage et les micros sont produits par la firme et semblent de très bonne qualité. Les mécaniques réagissent suivant la demande et l’instrument reste bien accordé. Le chevalet traditionnel possède des pontets et des vis de réglages séparés, le ‘standard’ habituel pour les guitares basses. Les potentiomètres de réglages sont - évidemment! - situés sur la face avant du corps,

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/05 www.meetmusic.com

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/05

REGELMOGELIJKHEDEN

12


Stagg SBJ-50 nek pick-up bedient en met de andere de brug pick-up. Daarmee kan je al drie verschillende sounds creëren. Verder kan je door de toonregelaar meer open te draaien meer hoog aan je signaal toevoegen en, andersom, meer bas toevoegen. Maar wat je dus niet hebt bij een standaard Jazz Bass en wel bij beide de SBJ-50, is die serie/parallel switch. Hiermee kan je menlijke pick-ups elk in een gesloten of gezakring laten functioneren. Doet dit iets met je sound? Daar mag je z e ker v a n zijn! Hier komen we zo mete e n op terug.

SOUND

Indien ik tot nu toe misschien niet enorm enthousiast klonk, dan komt daar nu verandering in! Op het moment dat ik deze bas voor de eerste keer vastnam, was ik bezig met de transcriptie van een slapsolo in de stijl van Marcus Miller. Met de twee volumeknoppen vol open, kreeg ik een vertrouwde slapsound die in de buurt kwam van die van Marcus Miller - en dat is een groot compliment. Dankzij de maple toets heeft deze bas een leuke snappy slapsound met genoeg laag. En dat is nog niet alles: als je de achterste pick-up (brug) meer opendraait, bekom je een lekker knorrende Jaco sound met karakter. De voorste pick-up geeft een diepere sound met meer bas, die dan weer geschikter is voor o.a. reggae en old school rock. Alleen al met de twee volumeknoppen bekom je reeds geslaagde sounds, die je dan verder kan fijnstellen met de toonregelknop om meer bass of treble toe te voegen. Ook dit werkt allemaal naar behoren. En dan nu de serie/parallel switch. Wat doet die nu juist met je sound? Wel, wanneer je de pick-ups parallel schakelt, bekom je iets meer warmte en diepte, en is ook de output wat zachter. In serie-stand krijg je een iets agressievere klank met een hoge output. Ik ben helemaal fan van wat er hier door mijn speakers knalt!

BESPEELBAARHEID

Zoals ik reeds heb vermeld, heeft de hals aan de achterzijde meer een D- dan een moderne C-vorm (waar ik persoonlijk iets meer van hou). Je krijgt dus wel het gevoel dat je een stevig stuk hout in je handen hebt. De actie staat eigenlijk al op een goede hoogte, al mag hij voor mij persoonlijk nog iets lager afgesteld worden. Ook de hals staat goed en de bas blijft mooi in balans hangen wanneer je met een draagriem speelt. Na even wennen aan de D-vormige hals, voelt het bespelen van deze bas al vrij snel natuurlijk aan.

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/05

BASS

et leur partie cachée est accessible en face arrière, quand on démonte la plaque de protection qui s’y trouve. Ce qui est une nouvelle différence par rapport à la Jazz Bass traditionnelle, qui comporte une plaque de protection en face avant et sur laquelle les potentiomètres sont fixés. Le manche accuse une forme en ‘D’, comme celle des vieilles basses Fender. La SBJ-50 possède des réglages passifs: deux boutons de volume, un réglage de tonalité, et - petit extra bienvenu! - un inverseur série / parallèle. Bref, voici une guitare basse sans chichis, mais où Stagg n’a rien négligé au niveau de la finition.

POSSIBILITÉS DE RÉGLAGE

En fait, la SBJ-50 possède les réglages passifs du ‘standard’ établi par la Jazz Bass: un bouton de volume règle le micro manche, et l’autre, le micro chevalet. Rien qu’avec cela,

on est déjà en mesure de créer trois sons. Après, via le potentiomètre de tonalité, on peut ajouter ou retrancher les aiguës dans le signal. Mais surtout, il y a une chose dont on ne dispose pas sur une Jazz Bass standard, mais bien sur cette SBJ-50, et c’est l’inverseur série / parallèle: grâce à cet ajout, les micros peuvent fonctionner dans une sorte de “cercle fermé ou ouvert”, c’est selon. Mais cela va-t-il affecter le son? Absolument, on peut en être sûr! Mais nous y reviendrons plus loin dans ce banc d’essai.

SON

Si jusqu’à présent, ma prose n’a pas brillé par un caractère très enthousiaste, voici le moment où tout a changé! Au moment où j’ai pris cette basse en main pour la première fois, j’étais occupé à transcrire un solo en slap de Marcus Miller. Avec les deux boutons de volume ouverts au même niveau, j’ai obtenu un son familier, et justement, assez proche de celui de Marcus Miller... ce qui, bien entendu, est un compliment de tailGrâce à sa touche en érable, quand on joue en slap, cette basse l e ! émet un son agréablement “claquant”, tout en conservant assez de graves. Et ce n’est pas encore tout: quand on augmente le volume du micro chevalet, on est gratifié par u n son qui ronronne à souhait, proche de celui de notre regretté Jaco Pastorius. Le micro manche donne un son p l u s p r o fond, a v e c plus de basses, qui est plus indiqué pour, entre autres, du reggae et/ou du rock “vieille école”. Donc, déjà rien qu’avec ces deux boutons de volume, on arrive à produire des sons réussis, que l’on peut modeler ensuite via le réglage de tonalité, afin d’avoir plus de basses ou d’aiguës. Ici aussi, tout fonctionne correctement. Et puis, voici l’inverseur série / parallèle: de quelle manière affecte-t-il au juste le son? Eh bien, quand on fonctionne en mode parallèle, on entend un peu plus de chaleur et de profondeur, alors que la puissance de sortie est quelque peu amoindrie. En mode série, le son est un peu plus agressif et un peu plus puissant. En tout cas, je suis tout à fait conquis par ce que j’entends “sortir” de mes haut-parleurs!

CONFORT DE JEU

Comme cela a déjà été dit, l’arrière du manche se rapproche plus d’un D que d’un profil plus moderne en C, que je préfère d’ailleurs. On a donc le sentiment de se retrouver avec une fameuse “bûche” entre les mains! En fait, l’action se trouve à bonne hauteur, mais pour moi, elle pourrait être encore plus basse. Le manche est stable et la basse reste bien en équilibre quand on la joue avec une bandoulière. Il faut juste un peu s’adapter à ce manche en forme de D, et par après, jouer sur cette basse devient assez vite très naturel.

CHAMP D’APPLICATION

La SBJ-50 est une guitare bon marché qui “sonne” bien, sur laquelle on peut jouer très vite, et elle est très simple d’utilisation. De ce fait, son champ d’application est très large: et notamment pour un débutant qui veut commencer immédiatement avec une basse convenable. Indubi-

www.meetmusic.com

13


Stagg SBJ-50

BASS TOEPASSING

De SBJ-50 is een goedkope basgitaar die goed klinkt, vlot speelt en eenvoudig te bedienen is. Tegelijkertijd heeft ze een vrij uitgebreid toepassingsgebied. Een beginner die meteen wil starten met een goede en degelijke basgitaar, is hier aan het juiste adres. Dankzij de goed gekozen regelmogelijkheden kan je zowel gaan voor een knorrende funksound, als een snappy slapsound, of een warmere bluesy, jazzy sound. De serie-stand zal waarschijnlijk de bassisten aanspreken die houden van een agressievere sound - een sound die zelfs z’n mannetje kan staan bij de zware jongens onder ons. Naast beginners, zullen ook de “serieuzere” amateurs en zelfs pro bassisten in de SBJ-50 vinden wat ze nodig hebben.

BUDGET

Voor slechts €190 incl. BTW is de SBJ-50 de jouwe. We weten dat Stagg niet behoort tot de exclusieve, dure merken die onbereikbaar zijn voor de meesten onder ons. Maar gezien de kwaliteit van deze bas, is de prijs een echte meevaller! De kwaliteit van dergelijke budgetinstrumenten ligt de laatste jaren hoog en blijft steeds verbeteren. Waar ikzelf pakweg 16 jaar geleden begon met een rammelende basgitaar, kunnen beginnende bassisten nu met een veel beter instrument starten!

CONCLUSIE

Een gerestylede Jazz Bass, zo kan je de custom SBJ-50 het best beknopt omschrijven. Qua afwerking is er niets op aan te merken en de regelmogelijkheden werken naar behoren. Als je op zoek bent naar een goede passieve bas met een lekker knorrende brugklank of snappy slapsound, zit je goed. Enkel de hals is iets dikker dan ik gewend ben, maar dat is zeker geen struikelblok. Ook mijn studenten waren onder de indruk van de sound die deze Stagg bass produceerde. Ook de eigenzinnige sixties surflook springt in het oog. Naast Stagg’s elektrische contrabas, is de custom SBJ-50 zeker een bas om in de gaten te houden. En met die prijs kan het al helemaal niet misgaan! Wie nog vooroordelen heeft, mag die dus aan de kant schuiven. Eenvoudig, effectief en vrij ruim qua toepassingsgebied. De SBJ-50 is zeker het proberen waard! MMM

tablement, il se trouve à la bonne adresse... Grâce aux possibilités de réglage bien pensées, on peut tout aussi bien opter pour un son funk qui ronronne un maximum, ou un son en slap bien sec, ou encore, pour des sons plus chauds, allant vers le blues et le jazz. Le mode série conviendra sans doute aux bassistes qui apprécient un son plus agressif: et ce son est capable de “faire le job” même pour ceux parmi nous qui jouons plus “hard”! Mais indépendamment des débutants, les amateurs plus avancés - voire les bassistes professionnels! - trouveront dans cette SBJ-50 ce dont ils ont besoin.

PRIX

Pour seulement 190 euros TVA comprise, vous pouvez vous offrir cette SBJ-50! Bien sûr, nous savons que Stagg ne fait pas partie des marques exclusives - et donc chères! - qui sont inabordables pour la plupart d’entre nous. Mais au vu de la qualité de cette basse, un prix pareil, c’est tout simplement incroyable! Ces dernières années, la qualité de ces instruments à bas prix s’est mise à “grimper”, et cette tendance ne fléchit pas... Il y a seize ans, j’ai dû moi-même commencer avec une guitare basse aux innombrables bruits parasites, alors que de nos jours, les bassistes débutants peuvent démarrer avec un instrument bien meilleur!

CONCLUSION

Une Jazz Bass “relookée”: voilà comment on pourrait décrire très brièvement cette Custom SBJ-50. Au niveau de la finition, rien à signaler, et les possibilités de réglage fonctionnent bien. Si vous êtes en quête d’une bonne basse passive, avec un bon son bien ronflant, mais aussi capable de “slapper ferme”, voilà ce qu’il vous faut. Seul le manche est un peu épais par rapport à mes habitudes, mais ce n’est pas un véritable handicap. Même mes étudiants étaient impressionnés par le son que produit cette basse Stagg! Et le look ‘surf’ des années soixante, très personnel, est un régal pour les yeux. Après avoir vu la contrebasse électrique de Stagg, voici donc cette Custom SBJ-50, qui est, sans conteste possible, une réussite. Et avec un tel prix, impossible d’être lésé! Pour ceux qui auraient encore des préjugés, cette basse les fera disparaître: elle est simple, efficace, et peut tirer son épingle du jeu dans une foule de situations! La SBJ-50... Ne pas l’essayer n’aurait aucun sens! MMM

pro • le prix • le look • la finition • le son • la facilité d’utilisation

• budget • look • afwerking • sound • bediening

contra • (onterecht) vooroordeel merknaam

14

• le préjugé (injuste!) lié à la marque

www.meetmusic.com

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/05


Mapex Saturn ACOUSTIC DRUMS

Mapex Saturn

DRUMS & PERCUSSION

JEAN-PHILIPPE KOMAC

gelijke accessoires worden steeds meegeleverd, zoals een tweede n y l o n kamwiel met andere vorm, een ketting- of strap-aandrijving, en een verhoogstuk voor het voetblad om de ‘sweet spot’ (plaats halverwege het pedaal waar je het soepelst ‘heel up’ speelt) te benadrukken. Verder nog een verlengstuk voor het hielgedeelte, een opzetstuk voor de voetplaat met spikes of klittenband (tegen het wegschuiven), een dvd met uitleg over alle mogelijkheden en een instructiefilm voor de uitbreiding naar het dubbelpedaal. En dit alles in een handige draagzak voor het dubbelpedaal. Kortom, geen compromissen. We zijn dan ook zeer benieuwd naar de vernieuwde Saturn reeks, die nu al aan zijn vierde editie toe is!

Mapex n’est pas très connu chez nous, bien que ce constructeur ait gagné ses galons depuis belle lurette dans le petit monde de la batterie. Et nous en voulons pour preuve les nombreux batteurs sous contrat de la marque, comme Chris Adler ou Russ Miller (American Idol, Sessions, Andrea Bocelli,...), Glen Sobel (Alice Cooper), ainsi que notre compatriote Bruno Meeus. Bien avant que d’autres constructeurs ne s’y mettent, Mapex construisait déjà des sets Deep Forest en noyer et en merisier, des essences de bois qui sont encore très prisées aujourd’hui dans la série des caisses claires Black Panther. Mapex peut paraître un peu plus cher que d’autres productions chinoises, mais c’est parce que la marque ne s’autorise aucun compromis: la finition est toujours de tout premier ordre, et l’équipement très complet. Mapex est aussi un champion de l’innovation: après avoir eu recours à certaines nouvelles essences de bois dans le passé, la marque a créé plus récemment les pédales Janus, carrément révolutionnaires! Dans ce créneau, le statif du charley est combiné avec une double pédale de grosse caisse où la pédale de gauche peut facilement se déplacer et ainsi, changer de fonction entre faire entendre le charley ou la grosse caisse. Les pédales de grosse caisse Janus sont aussi très innovantes. Dans ce registre, la pédale simple est déjà conçue au départ pour être transformée, via un kit ad hoc, en double pédale. Mais ce n’est pas tout: tous les accessoires font toujours partie de la livraison, comme une seconde roue dentée d’une autre forme, une transmission par chaine ou par mécanisme tant de en nylon, et un rehausseur permetrégler la frappe pour atteindre le ‘sweet spot’, l’endroit idéal où la pédale se trouve à michemin de sa course. Citons également un prolongateur pour le talon, une pièce avec des picots ou du scratch pour éviter les glissements, un DVD expliquant toutes ces possibilités et un film didactique sur le passage à une double pédale. Et tout cela, dans un sac bien pratique destiné à la double pédale. Bref: aucun compromis! Nous sommes donc très curieux d’approcher cette innovante série Saturn, qui en est déjà à sa quatrième édition!

CONCEPT, BOUW & AFWERKING

CONCEPT, CONSTRUCTION ET FINITION

Mapex is bij ons niet zo heel bekend, hoewel deze fabrikant z’n sporen reeds heeft verdiend in de drumwereld. Bewijs daarvan zijn de talrijke endorsers, zoals Chris Adler of Russ Miller (American Idol, Sessions, Andrea Bocelli,...), Glen Sobel (Alice Cooper), en onze eigen drummer Bruno Meeus. Lang voor andere fabrikanten ermee begonnen, maakte Mapex reeds Deep Forest drumsets in notelaar (walnut) en kerselaar (cherry) - houtsoorten die nog steeds zeer populair zijn in de Black Panther snaredrums. Misschien lijkt Mapex wel wat duurder dan andere Chinese sets, maar dat is omdat er geen enkel compromis wordt gesloten: de afwerking en tijd zeer hoogstaand en compleet. Ook was en is Mapex uitrusting zijn almet naast die nieuwe houtsoorten in zeer innovatief, het verleden, de revolutionaire Janus-pedalen. Bij die pedalen wordt de hihatstand gecombineerd met een dubbel basdr umpedaa l, waarbij je het linkerpedaal gewoon kan verschuiven en zo kan afwisselen tussen de hihat- en basdrumfunctie. Ook de basdrumpedalen van Janus waren vernieuwend. Hierbij was het enkelpedaal al voorzien, waarna het - met een kit uitgebreid kon worden naar een dubbelpedaal. Maar ook alle m o -

Aanvankelijk situeerde de Mapex Saturn zich net onder de Orion serie, met een ander ketelconcept: dunnere ketels moesten zorgen voor een betere sustain. Maar omdat de afwerking, ondanks het verschillende design, hetzelfde niveau had als de Orion, bleek met de jaren dat het concept van dunnere ketels meer en meer succes begon te krijgen. Resultaat: exit Orion serie, die plaats moest maken voor de nieuwe Black Panther serie, die al jarenlang veel succes had met zijn snaredrums. Hier dus ook dunne esdoornketels (maple, zoals de eerste Saturn), terwijl de Saturn nu dus reeds een tijdje met ‘hybride’ ketels werkt: vier lagen esdoorn met twee binnenlagen walnoot (walnut). Dit zijn twee houtsoorten die min of meer mekaars tegenpolen zijn, en dus elkaar goed kunnen aanvullen: esdoorn klinkt warm, maar ruilt die warmte bij luid spelen in voor snijkracht en volume. Terwijl blijft walnoot altijd warm klinken, zelfs bij luid spelen, hoewel je dan niet echt méér volume krijgt. Theoretisch gezien hebben we nu een ketel met een groot dynamisch bereik, maar steeds met een warme klank, zelfs bij luid spelen. Met de nieuwe uitrusting blijft ook de afwerking op niveau: Soniclear tomophanging en floortompoten, Memory Mark basdrumpoten, enzovoort. Wanneer we beide dozen openen, worden we al positief verrast: alle toms en de basdrum zitten zo goed als speelklaar verpakt, je hoeft zelf geen vellen meer te monteren of wat dan ook. Die vellen zijn zelfs al min of meer gestemd: een beetje fijnstemmen en je kan beginnen. Top! Zoals we gewoon zijn van Mapex, zitten er professionele Remo’s op de Saturn: onderaan op de toms zit Ambassador Clear (enkellaags), bovenaan dubbellaags Emperor Clear. De basdrum heeft een Powerstroke 3 slagvel en een Powerstroke 3 Ebony frontvel. Hier wordt ook een ruwe zelf-

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/05

Auparavant, la Mapex Saturn faisait partie de la série Orion, avec un autre concept pour les fûts: le fait d’avoir des parois plus fines était censé produire un meilleur sustain. Mais étant donné que la finition, malgré les différences de son design, était du même niveau que celle de l’Orion, il apparut avec les années que le concept des parois plus fines avait de plus en plus de succès. Résultat: la série Orion fut abandonnée au profit d’une nouvelle série du nom de Black Panther, dont les caisses claires ont un énorme succès depuis des années. Dans ce cas, il s’agit donc de parois fines en érable, comme les premières Saturn, alors que les Saturn actuelles sont donc, depuis un petit temps déjà, de nature “hybride”, à savoir: quatre couches d’érable “enserrent” deux couches intérieures de noyer. Il s’agit de deux essences de bois qui se situent pour ainsi dire aux antipodes l’une de l’autre, et qui se complètent donc à merveille: l’érable a un son chaud, mais cette chaleur se transforme en agressivité et en volume. Par contre, le son du noyer reste toujours empreint de chaleur, même quand on joue fort, sans que cela ne provoque pourtant une augmentation de volume sensible. D’un point de vue théorique, nous devrions donc avoir ainsi des fûts possédant une dynamique très large, mais qui conservent un son chaud, même quand on joue fort. Sur cette nouvelle version, la conception reste similaire: les suspensions de toms Soniclear, les pieds des toms au sol, les pieds de grosse caisse Memory Mark, etc. A l’ouverture des deux boîtes, on est déjà positivement surpris: tous les toms et la grosse caisse sont emballés de manière à être pratiquement déjà prêts à l’utilisation! On ne doit donc pas monter les peaux soi-même, ou des choses de ce genre. Les peaux sont même plus ou moins accordées: il faut juste un peu de réglage fin, et on

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/05 www.meetmusic.com 15


DRUMS & PERCUSSION

Mapex Saturn

klever voorzien om de spanring te beschermen tegen het basdrumpedaal. Verder krijg je de “Remo Impact Patch” versteviginspad voor het slagvel, én een verstevigingsring om een gat in het frontvel te snijden. Bij die ring hoort een kleine handleiding waarin beschreven staat op welke plaatsen je dat gat kunt maken, met een klankbeschrijving. Klasse! De Memory Mark basdrumpoten zijn overal voorzien van inkepingen om gemakkelijk je instellingen terug te vinden: als je de poten verlengt, heb je om de centibasdrum gemakkelijker waterpas kunt zetten. meter een ring zodat je de Dat is iets moeilijker wanneer je de poten uitklapt, gezien het vaste stuk op de basdrum over een halve cirkel om inkeping heeft (19 in de 3mm een totaal). Hierdoor weet je echt niet welke nu weer de juiste was: je moet al op de zijkant gaan zoeken naar die ene langere inkeping, die op een slecht verlicht podium niet goed zichtbaar is. Dan liever slechts vier of vijf inkepingen, zodat je een gemakkelijk referentiepunt hebt en van daaruit 1 of 2 klikken verder of terug gaat. De rubberdoppen hebben een veersysteem, zodat je met een kwartdraai kunt kiezen voor het rubber of lange spikes. Hier vinden we dan toch een klein foutje: als je voor de r ubberdop kiest, dan heeft die enorm veel speling, met het nodige metaal-tegen-metaal geluid, ook bij het spelen. De spanklauwen zijn nog steeds de gegoten (die cast) exemplaren, voorzien van een dikke rubberen beschermlaag, en alle spanblokken zijn ook slechts met een bout vastgezet voor minder contact met de ketel en een betere sound. De toms hebben Mapex Powerhoops in 2,3mm dik staal, maar vooral de nieuwe Soniclear tomophanging: in plaats van de ophanging tussen het spanblok en de ketel vast te maken (zoals bij het oude Isolated Tom Mounting System), wordt de ophanging nu aan de twee spanblokken vastgemaakt, geïsoleerd door een rubberdop. Een derde punt onderaan is een rubberdop waar de ketel tegen rust, zonder dat die er aan vast zit. Om de lak te beschermen (tegen rubber!) is er zelfs een klein plaatje, met het Mapexlogo, in de ketel gevezen. Perfectie tot in de details… Deze ophanging neemt ook niet veel plaats in, zodat je toms heel dicht tegen mekaar geplaatst kunnen worden, en ook je drumkoffers hoeven niet extra groot te zijn. De floortompoten hebben ook de nieuwe Soniclear rubberdoppen: het omvangrijke systeem van vroeger maakt nu plaats voor rubberdoppen die poten en floortom beter isoleren van de vloer. We konden de doppen er niet afhalen en dus kijken of er effectief een veersysteem in zit, dan wel dat het gewoon een mooi design is, maar daardoor toch ook wel efficiënt. Verder worden ook twee tomhouders en klemmen meegeleverd om de toms aan een cimbaalstatief te bevestigen. De Mapex Saturn IV is zowel verkrijgbaar in zes verschillende set-ups als in losse onderdelen, maar wordt nog eens verdeeld in MH of MH Exotic. De Exotic heeft één fineerlaagje extra aan de buitenkant, met een mooie tekening (vergelijkbaar met de Burl van de vroegere Orion) en verkrijgbaar in vijf kleuren. Wij hadden de ‘gewone’ MH in Transparent Expresso Walnut: wat me bij het uitpakken onmiddellijk opviel, was de diepte van de kleur. Als er een beetje licht opkomt, heb je het gevoel dat de ketel licht teruggeeft. Het is echt de ideale koffiekleur, met een mooie gloed erin, in tegenstelling tot meestal fletse walnootkleuren zoals we die altijd al gekend hebben. Het is jammer dat deze topkwaliteit lakkleuren niet op foto vast te leggen zijn (ook op de Mapex website zie je dat de kleur bijgewerkt is), je moet ze in het echt zien. Onze set was de SNM504X met een 20”x16” basdrum, 10”x8” en 12”x9” toms en 14”x14” floortom, maar je kan dus ook per onderdeel kiezen, waardoor voor elke diameter andere dieptes te verkrijgen zijn, zoals bij voorbeeld een 20”x18” basdrum of 10”x7” tom, enzovoort.

peut commencer à jouer. C’est le “top”! Comme Mapex nous y a habitués, la série Saturn est pourvue de peaux professionnelles de marque Remo: pour les dessous des toms, ce sont des Ambassador Clear (à simple couche), et pour les dessus, ce sont des Emperor Clear (à double couche). Quant à la grosse caisse, côté frappe, elle possède une peau Powerstroke 3, et la peau de résonance est une Powerstroke 3 Ebony. A cet endroit, un autocollant à surface rugueuse est prévu pour protéger les cercles vis-à-vis de la pédale de grosse caisse. Pour compléter le tout, il y a un pad de renfort (‘Remo Impact Patch’) pour la peau de frappe, et un anneau de renfort pour la peau de résonance si l’on désire y pratiquer un évent. Cet anneau est d’ailleurs accompagné d’une petite notice d’emploi où l’on décrit à quels endroits l’orifice peut être pratiqué, avec une description des sons obtenus. La clâââsse, quoi… Les pieds ‘Memory Mark’ de la grosse caisse sont tous pourvus d’encoches afin de retrouver facilement ses réglages de prédilection: quand on allonge ces pieds, il y a un repère en forme d’anneau à chaque centimètre afin de pouvoir régler la grosse caisse plus facilement en position horizontale. C’est un peu plus difficile quand on déploie les pieds, car la partie fixe sur la grosse caisse possède une encoche en forme de demi-cercle tous les 3 mm - 19 au total! De ce fait, on ne sait plus très bien quel est le “bon” repère: il faut se déplacer sur le côté pour repérer l’encoche plus haute, et ce n’est pas très visible sur un podium mal éclairé. Ce serait donc mieux de n’avoir que quatre ou cinq encoches, de manière à avoir une position de référence et, partant de là, de monter ou de descendre d’un ou deux repères. Les embouts en caoutchouc ont un système à ressort qui permet, via un quart de tour, de choisir entre les embouts en caoutchouc et les longues piques. A ce niveau, il faut signaler un petit défaut: si on opte pour les embouts en caoutchouc, il y a un jeu énorme, avec des bruits parasites inévitables - métal contre métal - et ce, même pendant que l’on joue. Les attelles de tension sont toujours des modèles moulés (‘die cast’), munis d’une épaisse couche de protection en caoutchouc, et tous les blocs de tensions sont aussi fixés via un seul boulon afin d’avoir le moins de contact possible avec le fût et aboutir ainsi à un meilleur son. Les cercles des toms sont des ‘Mapex Powerhoops’ en acier d’une épaisseur de 2.3 mm, mais la nouveauté se situe surtout au niveau du système ‘Soniclear’ de suspension des toms: les points de fixation ne se situent plus entre le bloc de tension et le fût - comme sur l’ancien ‘Isolated Tom Mounting System’-, mais bien entre les deux blocs de tension, isolés par une enveloppe en caoutchouc. En dessous, il y a un troisième point de contact, un petit bloc de caoutchouc sur lequel repose le fût, mais sans y être fixé. Et à cet endroit, pour protéger la couleur du contact avec ce bloc (pourtant en caoutchouc!), il y a même une petite plaquette vissée dans le fût et portant le logo Mapex! Bref, la perfection jusque dans les détails... Cette suspension ne prend pas beaucoup de place, de sorte que les toms peuvent être placés très près les uns des autres, et que les housses de fûts restent de dimensions raisonnables. Les pieds des toms au sol ont de nouveaux pieds en caoutchouc Soniclear: l’ancien système, très étoffé, a fait à présent place à des pieds en caoutchouc qui isolent mieux les pieds et les toms par rapport au sol. Nous ne sommes pas arrivés à enlever ces blocs et donc, nous n’avons pas eu l’occasion de voir s’il y avait un système à ressort à l’intérieur. Par contre, nous pouvons affirmer que le design est réussi, mais qu’i l est éga-

KLANK

Dunne ketels hebben het voordeel dat ze een breder stembereik hebben, en een betere sustain. Een andere eigenschap is dat de klank niet heel ver draagt. In een studio of op een groot podium met versterking is dit een voordeel, want je hebt weinig kans op overspraak (het drumgeluid dat door de microfoon van bij voorbeeld de zanger komt). In kleinere zaaltjes, waar je drums niet versterkt worden, kan dit dan weer een nadeel zijn, omdat je op een aantal meter afstand wat doffere klappen hoort i.p.v. een warme, volle drumsound. Alle toms en de basdrum komen laag gestemd uit de doos. Na wat fijnstemmen

16

www.meetmusic.com

lement efficace. Sont livrés en plus deux supports de toms et les fixations ad hoc: ils servent à fixer ces toms à des statifs de cymbales.

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/05


Mapex Saturn

vliegen we erin! De basdrum, met alle bouten net niet los, geeft een luide, agressieve blaf die veel luider is dan je van een 20”x16” basdrum zou verwachten. Stemmen we beide vellen een slag hoger, dan wordt het geluid iets levendiger, maar het blijft een blaf: je hebt dus echt wel een gat nodig in het frontvel om deze basdrum in toom te houden. De toms klinken warm en vol, maar toch zeer gedefinieerd, hoewel er toch klankverlies is door de Soniclear tomophanging. Vooral de onderste rubberdop is aan de harde kant. Wanneer je de tom dan lichtjes opheft zodat daar geen contact meer is, bekom je een veel voller geluid. Ook de Soniclear doppen van de floortompoten zijn van een harde rubbersoort, waardoor toch wel wat klankverlies optreedt. Onze conclusie is dat het voor alle merken vandaag de dag zeer moeilijk is om a) een doeltreffend alternatief te vinden voor de traditionele rims tomophanging, en vooral b) om zachte rubbersoorten te vinden die sterk genoeg zijn en slijtvast. Als we de toms wat hoger stemmen, beginnen ze nog rijker en voller te klinken. En bij hoge stemming (jazzy) krijg je een zeer helder, gedefinieerd geluid: hier zijn het de Remo Emperors Clear die de klank ietsje te veel oppeppen omdat ze niet echt geschikt zijn voor jazz. In dat geval kan je ze beter vervangen door Remo Ambassador Coated vellen. Kortom, de hybride ketels van esdoorn en walnoot zorgen dus effectief voor een rijk, warm geluid met de nodige snijkracht, zonder te agressief te worden. Knap!

BUDGET

Nu wordt het spannend, want we spraken al over Chinese sets die tot in de details verzorgd zijn, maar welk prijskaartje staat daar tegenover? Wel, deze Mapex Saturn IV set kost €1.784 inclusief BTW. Dit is ongehoord weinig, gezien de afwerking nagenoeg perfect is en bijna op niveau van de exotische topmerken. Je krijgt ook alles mee: overal professionele vellen (en niet alleen voor de slagkant), een verstevigingspad en snij-sjabloon voor de basdrum, tomhouders met verschuifbare klemmen, gegoten spanklauwen op de basdrum, chroomwerk van de beste kwaliteit, en vooral ook zeer mooie en topkwaliteit lakkleuren.

BESLUIT

Deze Mapex Saturn IV is echt wel een buitenbeentje in de drumwereld: een afwerking van topkwaliteit zonder compromissen, een volledige uitrusting en - het belangrijkste - een mooie, evenwichtige sound die mooi balanceert tussen warmte, definitie en snijkracht. Je moet hem gehoord (en gezien!) hebben om deze set naar waarde te kunnen schatten, en te beseffen dat je enorm veel krijgt in een prijscategorie waar de concurrentie moordend is. Het klankverlies door de Soniclear tomophanging en floortomdoppen is slechts een detail, en kan eventueel voor weinig geld opgelost worden. Een aanrader! MMM

pro • Topkwaliteit afwerking: rijke lakkleuren, chroomwerk, standaard alle benodigdheden • Hybride ketels esdoornwalnoot voor een volle, warme sound met definitie en snijkracht • Professionele Removellen, zowel aan de slag- als resonantiekant

• La finition de toute première qualité: la richesse des couleurs, des chromes et de tout l’accastillage standard • Les fûts “hybrides” (érable + noyer) qui donnent un son plein et chaud, bien défini et puissant • Les peaux professionnelles de marque Remo, tant pour les surface de frappe que pour les peaux de résonance

contra • Soniclear tomophanging en floortomdoppen geven wat klankverlies

• Les supports de tom Soniclear et les fûts des toms au sol entraînent une petite perte de son

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/05

DRUMS & PERCUSSION

La Mapex Saturn IV est disponible aussi bien sous forme d’ensembles - six variantes - qu’en tant que pièces séparées, mais il y a encore une subdivision entre les variétés MH et MH Exotic. La variante ‘Exotic’ possède un placage supplémentaire du côté extérieur, caractérisée par de jolies nervures comparables au ‘Burl’ des anciennes Orion, et elle est disponible en cinq couleurs. Nous avions en test la “simple” MH en version ‘Transparent Expresso Walnut’: et ce qui m’est apparu immédiatement à l’ouverture des caisses, c’est la profondeur de la couleur. Dès qu’il y a un peu de clarté, on a le sentiment que les fûts “renvoient” la lumière! Cette couleur “café” est parfaite, avec une sorte de “rougeoiement interne”, en opposition complète avec la plupart des couleurs blafardes que nous rencontrons souvent sur les modèles en noyer. Il est dommage que les “vraies” couleurs de ces peintures de qualité exceptionnelle ne soient pas visibles sur photo: il faut les voir “en chair et en os”, car même sur le site de Mapex, on remarque que les couleurs ont été retravaillées. Notre set de test était un SNM504X, avec une grosse caisse de 20”x16”, des toms de 10”x8” et de 12”x9”, et un tom au sol de 14”x14”. Mais on peut donc choisir à la pièce, et chaque diamètre possède d’autres profondeurs, comme par exemple une grosse caisse de 20”x18” et un tom de 10”x7”, etc.

SON

Les parois fines comportent des avantages, notamment d’avoir une dynamique plus large et un meilleur sustain. Une autre caractéristique, c’est que le son ne porte pas très loin. Dans un studio ou sur une scène avec amplification, c’est un avantage, car on a peu de chance de batte“repiquage indésirable”, par exemple, le fait que le bruit de la rie “repasse” par le micro du chanteur. Par contre, dans les petites salles, là où on n’amplifie pas la batterie, cela peut devenir un handicap, car dès qu’on s’éloigne de quelques mètres, on ne perçoit plus que des battements plus sourds au lieu du son de proximité, plein et chaud. Quand on les sort de la boîte, on constate que les toms et la grosse caisse sont accordés très bas. Mais après quelques réglages fins, on “décolle” véritablement! La grosse caisse, avec tous ses boulons presque pas desserrés, envoie une “baffe” aussi sonore qu’agressive dont le volume est nettement supérieur à ce que l’on attend d’une grosse caisse de 20”x16”. Dès que nous réglons les deux peaux un peu plus haut, le son devient un peu plus vif, mais cela reste la “grosse baffe” quand même: il est donc conseillé, voire nécessaire de pratiquer un évent dans la peau de résonance afin de garder le contrôle de cette grosse caisse! Les toms ont un son chaud et plein, mais néanmoins bien défini, et ce, bien qu’il y ait des pertes de son à cause des suspensions Soniclear. Les blocs de caoutchouc du dessous sont assez durs: quand on relève un peu le tom de manière à ce qu’il n’y ait plus contact, on est immédiatement gratifié par un son beaucoup plus plein. Les blocs de caoutchouc Soniclear des pieds du tom au sol sont faits dans une variété de caoutchouc très dur, ce qui occasionne quand même également quelques pertes dans le son. Notre conclusion est la suivante: quelle que soit le marque, il est, de nos jours, très difficile: A - de trouver une alternative efficace aux suspensions traditionnelles des toms; B - et surtout, de trouver des types de caoutchouc assez souples qui soient néanmoins assez robustes et résistants à l’usure. Quand on accorde les toms un peu plus haut, leur son commence à être plus riche et plus plein. Et quand l’accordage est carrément très haut (comme en jazz), le son devient très clair et très bien défini: ici, ce sont les peaux Remo Emperors Clear qui “gonflent” un peu trop le son, car elles ne sont pas vraiment prévues pour le jazz. Dans ce cas, il vaut mieux les changer et préférer des peaux ‘Remo Ambassador Coated’. Bref, ces fûts hybrides d’érable et de noyer produisent effectivement un son riche et chaud, avec l’agressivité nécessaire, mais sans qu’elle soit exagérée. C’est super!

PRIX

Voilà un moment de suspense intense! Nous avons parlé de ces sets chinois comme étant soignés dans leurs moindres détails, mais où cela nous mène-t-il au niveau des prix? Eh bien, ce set Mapex Saturn IV coûte 1.784 euros TVA comprise. C’est peu, c’est même inouï, étant donné que la finition est pratiquement parfaite et pratiquement du même niveau que celui des marques exotiques du top niveau! Et puis, tout est compris: partout, des peaux professionnelles, pas seulement les peaux de frappe; un pad de renfort et un kit pour pratiquer un évent sur la grosse caisse; des supports de toms avec des pinces coulissantes; des attelles moulées sur la grosse caisse; des chromes de la meilleure qualité; et avant tout, de très belles couleurs, de qualité supérieure.

CONCLUSION

Cette Mapex Saturn IV est vraiment un phénomène à part dans le monde de la batterie: une finition de qualité irréprochable, sans le moindre compromis, un équipement complet, et - chose la plus importante! - un son magnifique, équilibré, qui oscille avec bonheur entre chaleur, définition et agressivité. Cette batterie, il faut l’avoir entendue - et vue! - pour pouvoir l’estimer à sa juste valeur, et constater que ce qui est proposé est tout simplement exceptionnel dans une catégorie de prix où la concurrence est impitoyable. La perte de son occasionnée par les suspensions de toms Soniclear et les pieds des toms au sol n’est qu’un détail, et on peut éventuellement y remédier pour une somme modique. A conseiller sans la moindre réserve! MMM

www.meetmusic.com

17


KEYBOARD INSTRUMENTS

Yamaha MoXF8

Yamaha MoXF8 SYNTHESIZER

Mijn Japans gaat er met rasse schreden op vooruit. Zo heb ik nu ontdekt dat “sampling” in het Japans “tif” is. Jazeker! Het bewijs? Neem bijvoorbeeld een Yamaha Motif XF8 synthesizer, neem de sampling-sectie weg en je krijgt een “MoXF8”. OK, ‘t is misschien wat kort door de bocht. Maar goed, alle gekheid op een stokje, je krijgt al wel een beetje een idee van wat er zal volgen. De MoXF8 is inderdaad een “light” versie van de Motif XF8. Maar, net zoals bij de meeste caloriearme maaltijden, is er ook hier geen gebrek aan smaak en charme, integendeel!

BOUW

Dit is het soort klavier dat, zelfs na z’n “vermageringskuur”, toch niet onopgemerkt blijft. Zoals de naam al doet vermoeden, telt de MoXF8 88 toetsen (er bestaat ook nog een versie met 61 toetsen). Op de bovenkant zitten heel wat knoppen, en toch weegt hij slechts 16 kilo. Dit is een stuk minder dan zijn voorganger, die rond de 29 kilo weegt. Ik moet toegeven dat ik aangenaam verrast was toen ik hem uit de doos haalde. Ondanks het lichte gewicht lijkt hij helemaal niet goedkoop. Het zwart, rood en bordeaux aan de zijkanten ziet er zelfs heel chique uit. OK, het frontpaneel is wat minder uitgebreid en minder goed gevuld dan dat van zijn voorganger, maar het is nog s te e d s

z e er fatsoenlijk. De twee modeling wieltjes zitten deze keer op het controlepaneel, wat in de breedte toch algauw een paar centimeter winst oplevert. Ondanks het GHS-klavier (Graded Hammer Standard) van 88 toetsen is dit een instrument dat je net wél op de achterbank van je auto kwijt kan. Dit model meet 132 cm, terwijl de Motif XF8 toch al snel twaalf centimeter langer is. Nu we het toch over het controlepaneel hebben: er zijn twee sliders voor het volume (master volume en DAW level). Dit vraagt eigenlijk om wat meer uitleg, maar daar komen we zo dadelijk op terug. Verder vinden we daarboven een roterende potentiometer (in combinatie met een on/offschakelaar) die de naam “A/D input” draagt. Die wordt vergezeld van een scherm dat het niveau weergeeft en een schakelaar waarmee je kiest voor “A/D Input” of “Mixed”. Ook hier is wel wat meer uitleg gewenst! Kort gezegd, beschikt de MoXF8 niet over een samplesectie, maar heeft hij wel toegang tot externe geluidsbronnen (analoge/digitale conversie) en werkt hij samen met een PC of Mac om zo een volledig “workstation”, of zelfs een echte multitrackstudio te vormen. Maar, laten we eerst even verdergaan met onze rondleiding: twee rijen van vier draaiknoppen met bijbehorende schakelaars geven je controle over de meest gebruikte parameters, zoals de filters (cutoff, resonance, etc.), envelope (ADSR), effecten, EQ, arpeggio, enz. Hetzelfde geldt voor de transpositie-, octaaf-, en andere toewijsbare functies. En zo komen we bij het “transport”-paneel naar de interne sequencer of “DAW” op uw computer. Nog verder naar rechts zit een verlichte LCD van 240x64 karakters, met twee rijen van zes knoppen op het scherm. De rest is vrij conventioneel: datawieltje, navigatietoetsen en enkele andere toetsen zoals “enter”, “exit”, enz. En dan ook nog een toets “performance”, “bank select”, “part select”, “part mute”, … Enfin, mogelijkheden zat. Het achterpaneel moet niet onderdoen. Een stereo-uitgang over twee jacks, een identieke stereo-ingang, een hoofdtelefoonaansluiting, drie jacks voor pedalen en verder drie conventionele MIDI-aansluitingen en twee USB-poorten “to host” en “to device”. Voor de voeding is er een externe adapter. De on/off-switch zit zeer logisch naast de aansluiting voor die adapter. Opmerking: na een bepaalde periode inactiviteit (instelbaar tussen 5 en 120 minuten) wordt de synthesizer automatisch uitgeschakeld. Gelukkig kan deze functie desgewenst uitgezet worden. Stel je voor dat je na de soundcheck de synthesizer niet meer aanraakt

18

www.meetmusic.com

LUC HENRION Je viens de faire des progrès considérables en japonais. “Sampling” se dit “tif” en japonais. Si, si! La preuve? Prenez un synthétiseur Yamaha Motif XF8, retirez-en la section échantillonnage, et vous obtenez un “MoXF8”. D’accord, d’accord je simplifie un peu! Mais, blague à part, vous avez déjà une idée de ce qui va suivre: le MoXF8 est bel et bien un Motif XF8 en version “light”; mais de même que certains repas pauvres en calories ne manquent pas de saveur, de même ce MoXF8 ne manque vraiment pas de charmes non plus, bien au contraire!

CONSTRUCTION

Voici le genre de clavier qui, tout “allégé” qu’il soit, ne passe pas inaperçu. Clavier 88 touches comme sa référence le laisse supposer (une version XF6 de 61 touches est également disponible), plein de boutons sur la face avant et pourtant… le MoXF8 ne pèse même pas 16 kilos, contre près de 29 pour son aîné le Motif XF8!!! J’avoue avoir été très – heureusement surpris en le sortant de sa boîte. Et pourtant, la finition ne fait pas “cheap” du tout. Noir, flancs rouge bordeaux, très chic. Bon, évidemment, le panneau avant est tout de même moins profond et moins bien garni que celui du grand frère, mais ça reste très convenable. Les deux molettes de modulation ont été déportées sur le panneau de commandes, ce qui permet de gagner quelques centimètres en largeur, malgré les 88 touches du clavier de type “GHS” (Graded Hammer Standard): le genre de détail qui fait que tel instrument rentrera sans problème sur la banquette arrière de la voiture, et l’autre pas! Celui-ci, avec 132 cm rentrera probablement (Motif XF8: 144 cm… tout de même 12 cm de différence donc). Puisqu’on est au panneau de commandes, continuons: deux curseurs de volume, un “master volume” et un “DAW level”. Voilà qui méritera déjà quelques explications, mais nous y reviendrons plus loin. Au-dessus, un potentiomètre rotatif (doublé d’un switch “on/off”), intitulé “A/D input”, et accompagné d’une visualisation de niveau et d’un switch “A/D input” ou “Mixed”. Voilà qui méritera encore quelques explications!!! En bref, le MoXF8 ne possède pas de section échantillonnage mais il a tout de même un accès aux sources sonores extérieures (conversion analogique/numérique) et travaillera conjointement avec un PC/mac pour former une “workstation” complète, voire un vrai studio multipiste. Mais continuons le tour du propriétaire: deux rangées de 4 contrôles rotatifs, avec leurs commutateurs associés, vous donneront le contrôle sur les paramètres les plus couramment sollicités: filtre (cutoff, resonance, etc…), enveloppe (ADSR), effets, EQ, arpeggio, etc, etc. Idem pour les fonctions de transposition, d’octave ou d’autres fonctions assignables. On arrive ensuite à un panneau de commandes de “transport” pour le séquenceur interne ou le “DAW” de votre ordinateur. Toujours plus à droite, un écran LCD rétro-éclairé de 240 x 64 caractères surplombe 2 rangées de 6 touches d’appel des fonctions affichées à l’écran. La suite est assez conventionnelle: molette de “data”, touches de navigation, et quelques autres touches genre “enter”, “exit”, etc. Et puis encore et encore des touches de “performance”, “bank select”, “part select”, “part mute” et j’en passe. Vous l’aurez compris: c’est l’abondance. Le panneau arrière n’est pas en reste. On trouve, sans surprise, une sortie stéréo sur 2 jacks, mais aussi une entrée stéréo identique, une sortie écouteurs, trois jacks pour pédales (deux pour switches et un pour pédale continue), les trois prises MIDI conventionnelles et deux prises USB: “to host” et “to device”. L’alimentation est confiée à un transfo externe, le commutateur “on/off” est placé, très logiquement, juste à côté de la prise d’alimentation. Remarque: après une durée déterminée (ajustable entre 5 et 120 minutes) d’inactivité, le synthétiseur se coupe automatiquement; cette fonction peut – heureusement - être désactivée si on le souhaite: imaginez qu’après le “sound check”, lorsque vous remontez sur scène pour le show, votre synthé soit éteint… ouch, le stress!!! Et ne riez pas, ça m’est arrivé récemment avec un piano numérique! Ce qui, dans mon cas,

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/05


MEET MUSIC MAGAZINE 2014/03

www.meetmusic.com

23


KEYBOARD INSTRUMENTS

Yamaha MoXF8

en na enkele uren aan je optreden wil beginnen… Stress! En lach niet, het overkwam me onlangs met een digitale piano. En dat was niet erg grappig, want ik moest de computer waarop hij was aangesloten herstarten. Koud zweet. OK, het is allemaal om energie te sparen, maar als je naar mijn mening vraagt: dit is hiervoor niet de geschikte plaats. Het goede nieuws is dat je keuze (automatisch uitschakelen of niet) opgeslagen blijft, zelfs na het loskoppelen van de stroom. Oef. Bedankt Yamaha! Een voorbeeld om te volgen! Een opmerking: naast de meegeleverde handleiding, kun je online nog meerdere andere handleidingen raadplegen: o.a. een referentiehandleiding van 80 pagina’s, één betreffende de parameters van de synth, en een lijst gegevens (stemmen, golfvormen, enz.). Pittig detail: op de Amerikaanse site moet je je registreren via Facebook of Twitter om iets te kunnen downloaden, maar op de Franse site is dat niet nodig!

MOGELIJKHEDEN

Waar zullen we beginnen? Meer dan 740 MB aan golfvormen (bijna 4000 samples), meer dan 1150 voicepresets en 384 opslagmogelijkheden, 72 drumkits en 256 “performances” naast een “General MIDI”-modus geven je onmiddellijk een idee, met welk soort beest we hier te maken hebben. De sequencer blijft niet achter: een capaciteit van 226.000 noten (16 sporen natuurlijk), en de effecten al evenmin: er moeten er ongeveer zo’n 100-tal zijn, onderverdeeld in algemene effecten (reverb, chorus, …), insertion effects, vocoder, master effects, enz. Interessant: sommige van deze effecten maken gebruik van Yamaha’s VCM (Virtual Circuitry Modeling) technologie, die we ook in hun digitale mixers terugvinden, een mooie kwaliteitsgarantie. De MoFX8 bezit dus geen samplingsectie, maar voor de rest beschikt hij grosso mode over dezelfde “synthesizer motor” als die van de Motif. De presets van de grote broer zijn zelfs compatibel met deze nieuwste telg, waaronder, en dit is niet te verwaarlozen: de re-creatie van de Yamaha concertpiano CFFIIIS en hun S6-model. De MoXF8 biedt ook verdere uitbreidingsmogelijkheden met o.a. Flashkaart.

20

www.meetmusic.com

çais ce n’est pas nécessaire!

était encore beaucoup moins drôle c’est que, du coup, il m’a fallu redémarrer l’ordinateur auquel il était raccordé. Sueurs froides. D’accord, il faut faire des économies d ’é n e r g i e , mais si vous voulez mon avis, ce n’est pas le bon endroit! La bonne nouvelle c’est que ce réglage (activation ou non de la coupure automatique) est mémorisé même après la mise hors tension, ouf, merci Yamaha, voilà un exemple à suivre! A signaler: outre le mode d’emploi fourni avec l’appareil, il vous est possible de consulter plusieurs autres modes d’emploi, téléchargeables sur le site Yamaha: entre autres un manuel de référence (80 pages), un manuel des paramètres du synthétiseur et une liste des données (voix, formes d’ondes etc.). Petite anecdote: sur le site américain, il faut soit s’enregistrer, soit être sur Facebook ou Twitter pour pouvoir télécharger un document, sur le site fran-

POSSIBILITÉS

Par où commencer?! Avec plus de 740 MB de formes d’ondes (près de 4000 échantillons!), plus de 1150 “voices” preset et 384 mémorisables par l’utilisateur, 72 kits de percussions et 256 “performances”, sans compter un mode compatible “General MIDI”, on voit tout de suite à quel genre de bestiole on a à faire ! Le séquenceur n’est pas en reste : environ 226.000 notes de capacité (16 pistes bien sûr), ni les effets: au total il doit y en avoir environ une centaine, répartis en effets généraux (reverb, chorus), effets d’insertion, vocoder, effets master, etc. A noter: certains de ces effets font appel à la technologie “VCM” propre à Yamaha (Virtual Circuitry Modeling), qu’on retrouve dans leurs tables de mixage numériques; une belle garantie de qualité. Le MoXF8 n’a donc pas de section “sampling”, mais pour le reste il reprend dans les grandes lignes le moteur de synthèse du Motif. Les presets du grand frère sont même compatibles avec le “petit dernier”. Y compris, et c’est non négligeable: la recréation du piano de concert Yamaha CFIIIS et de leur modèle S6. Le MoXF8 partage également les possibilités d’extension de la gamme Motif par carte Flash, entre autres aménités. Mais, à mon avis, c’est quand on l’utilise conjointement avec un ordinateur que le MoXF8 se démarque le plus de la concurrence. L’intégration est en effet extrêmement poussée, tout en conservant au MoXF8 son statut de “workstation” autonome à part entière. Jugez plutôt: via un seul simple câble USB, le MoXF8 se métamorphose en interface MIDI et audio à 4 entrées et 2 sorties: deux entrées pour les sons du synthé lui-même et les deux entrées “A/D”, tandis que, en sens inverse, il peut également lire le son en provenance de n’importe quel logiciel audio sur l’ordinateur. Enfin, pas nécessairement n’importe lequel puisqu’il est livré avec une version “AI 7” de Cubase… depuis le rachat de Steinberg par Yamaha, l’intégration est vraiment exemplaire. Au point, par exemple, que le MoXF8 est livré avec des plug-in’s VST signés Steinberg! Et

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/05


Yamaha MoXF8

Maar, naar mijn mening onderscheidt de MoXF8 zich het meest van de concurrentie, als je hem in combinatie met een computer gebruikt. De integratie is inderdaad erg geavanceerd, desalniettemin met volledig behoud van zijn functie als autonoom “work station”. Oordeel zelf: met een eenvoudige USB-kabel verandert de MoXF8 in een MIDI-en audiointerface, met vier ingangen en twee uitgangen: twee ingangen voor het geluid van de synth zelf en twee “A/D” inputs. Omgekeerd kan hij ook de files lezen van gelijk welke audio-software op de computer. Enfin, niet echt “eender welke”, want de “AI 7” van Cubase zit erbij. Sinds Yamaha Steinberg heeft opgekocht, is de integratie echt voorbeeldig. Zo wordt de MoXF8 geleverd met Steinberg VST plug-in’s. En bijzonder interessant: “Prologue” is een welbekende, goed geconstrueerde, virtuele analoge synthesizer en de YC-3B is, zoals de naam al suggereert, gebaseerd op de Hammond B3. Er belet u eigenlijk niets om alle gewenste VST plug-in’s te gebruiken - er zijn er bij de vleet - waaronder de gesamplede. En voilà, het probleem van de sampling is hiermee meteen opgelost! Bij de MoFX8 zit ook nog andere software dan Cubase. Denk maar aan de MoFX Editor, waarmee je de interne parameters makkelijk kan editen, en “Remote Editor” voor VST. Hij is ook compatibel met Logic, Sonar en andere. Nog een opmerking voordat we naar de geluiden overgaan: de A/Dingang maakt ook het gebruik van een rechtstreekse microfoon mogelijk (alleen dynamisch, geen fantoomvoeding). De MoXF8 beschikt ook over een “vocoder” effect. Erg vintage!

RESPONS EN GELUIDSKWALITEIT

Ik vergat nog te vermelden dat de MoXF8 beschikt over een polyfonie van 128 noten. je hoeft dus niets te vrezen, ook al doorloop je het klavier in alle mogelijke richtingen. En die mooie pianogeluiden zouden je wel eens in verleiding kunnen brengen! Ben je op zoek naar een goede stage piano, dan wil ik je zelfs aanraden, om deze synthesizer eens te proberen, die overigens over hetzelfde klavier beschikt als sommige Yamaha piano’s (P105 of P35 bijvoorbeeld) en de klank van de CFIIIS is echt opmerkelijk. De S6 maakte minder indruk op me, maar da’s een kwestie van smaak, het is nog steeds een uitstekende pianoklank. En voor de rest? Ik heb eens snel wat “voices” doorlopen, en de “performances” bekeken. In twee woorden: overvloed en kwaliteit. Er is voor ieder wat wils en we weten dat we Yamaha niet moeten leren om goede klanken te maken. Voeg daar nog de ruim 7000 arpeggio’s bij en een oversized sequencer - met zelfs een nog grotere capaciteit dan die van de Motif XF8! Geweldig, tot nu toe, maar toch niet echt revolutionair. Misschien is dat het enige minpuntje - ik moet toch nog iéts vinden om over te klagen, nietwaar. De MoXF8 biedt geen FM-synthese, noch modeling (analoog noch physical). Het is zo dat ik persoonlijk altijd een beetje gefrustreerd raak, wanneer ik een preset als “DX Legend” of “DX Celesta AP” of “GS Tines” op een Yamaha kies, en ik dan nooit de echte FM synthese bekom, maar een reproductie die gebruik maakt van de traditionele AWM2techniek. Je moet weten dat Yamaha deze techniek al gebruikte in de vroege jaren negentig, in de periode van de SY77 en SY99 toen ze de FM technologie met ongeëvenaard succes exploiteerde. Yamaha heeft dit pad ondertussen verlaten, ongetwijfeld ontmoedigd door het geringe succes van deze toch wel vrij complexe technologie. En hey, waarom een goed recept (AWM2) dumpen als het zo lekker is, zelfs wanneer men de calorieën beperkt?! Maar zoveel calorieën zijn er nu ook niet kwijtge-

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/05

KEYBOARD INSTRUMENTS

qui ne manquent pas d’intérêt: “Prologue” est un synthétiseur analogue virtuel bien connu, de belle facture et YC-3B, comme son nom le laisse supposer, est une émulation d’orgue Hammond B3. En fait, rien ne vous empêche d’utiliser tous les “plug-in’s” VST que vous voulez – et ils sont légion -, y compris ceux de sampling d’ailleurs, et du coup… voilà! Le manque est comblé! Le MoXF8 est également livré avec d’autres logiciels que Cubase, notamment un “moXF Editor”, un éditeur des paramètres internes, et “Remote Editor” pour les VST. Sans compter les boutons de contrôle susmentionnés, compatibles avec Cubase, mais pas seulement: Logic, Sonar, et d’autres sont également compatibles. Encore une remarque avant de passer aux sonorités: l’entrée A/D permet aussi l’utilisation directe d’un micro (dynamique uniquement, pas d’alimentation fantôme) et le MoXF8 est doté d’un effet “vocoder”. Très vintage!

RÉPONSE ET SONORITÉS

J’avais oublié de préciser que la polyphonie du MoXF8 est de 128 notes: pas de souci en vue donc, même en parcourant le clavier en tous sens. Et avec les sons de piano, qui sont magnifiques, on se laisserait bien tenter! J’irais jusqu’à dire que ceux d’entre vous qui sont à la recherche d’un “stage piano” auraient tort de passer à côté de ce synthétiseur… qui reprend bel et bien le même clavier que certains modèles de pianos Yamaha (le P105 ou le P35 par exemple), et le son du CFIIIs est remarquable. Le S6 m’a moins impressionné mais c’est affaire de goût, c’est tout de même un excellent son de piano également. Et le reste des sonorités? J’ai survolé les “voices” d’abord, puis les “performances”. En un mot comme en mille: abondance et qualité à la fois. Il y en a, vraiment, pour tous les goûts, et on ne va pas apprendre à Yamaha comment faire du beau son! Ajoutez à cela des milliers (plus de 7000!) d’arpeggio’s et un séquenceur surdimensionné – plus de capacité même que sur le Motif XF8! Mais rien de révolutionnaire non plus, et ce sera peut-être le seul point faible (il faut tout de même que je trouve quelque chose à redire!) du MoXF8, c’est qu’il ne propose pas grand-chose d’innovant. Pas de synthèse FM, ni de modélisation (analogique ou physique), ni quoi que ce soit d’autre. C’est vrai que, personnellement, j’ai toujours une petite frustration quand je sélectionne un preset du genre “DX Legend” ou “DX Celesta EP” ou encore “GS Tines” sur un appareil Yamaha et que je n’ai pas droit à de la vraie synthèse FM, juste une reproduction qui utilise la traditionnelle technique “AWM2”. Il faut savoir tout de même que Yamaha utilisait déjà cette technologie AWM2 au tout début des années ’90, à l’époque du SY77 et du SY99… ou elle côtoyait avec un succès inégalé la technologie FM. Mais Yamaha n’a pas poursuivi dans cette voie, découragé sans doute par le peu de succès de cette technologie, assez complexe il est vrai. Et puis, bon, pourquoi se priver d’utiliser une recette éprouvée (AWM2), si elle reste aussi savoureuse même quand on restreint les calories?! Surtout que des calories, on n’en a pas perdu tellement: la mémoire ROM du MoXF8 est aussi « grasse » que celle du Motif! Mis à part le tableau de bord épuré, où la différence est flagrante, il faut vraiment un peu chercher pour trouver les différences. J’en ai épinglé quelques-unes pour vous (mais il doit y en avoir d’autres): pas de “aftertouch” sur le clavier, clavier différent par ailleurs, 256 “performances” au lieu de 512, possibilité d’extension RAM de 1 GB au lieu de 2 GB, 4 zones de clavier au lieu de 8, et, comme annoncé en début d’article, pas de “tif”, pardon, pas de “sampling”. A une autre époque, j’aurais sans doute considéré cela comme un inconvénient majeur. Mais à l’heure actuelle, plusieurs facteurs ont changé la donne: primo, la quantité et la qualité des sons d’origine est tellement énorme que, pour reproduire des instruments traditionnels, et mis à part des projets très spécifiques, le sampling est de moins en moins indispensable. Se-

www.meetmusic.com

21


KEYBOARD INSTRUMENTS

Yamaha MoXF8

pro

speeld, want het ROM-geheugen van de MoXF8 is even “vet” als dat van de Motif! Los van het uitgepuurde bedieningspaneel, waar het verschil duidelijks, moet je echt gaan zoeken naar de verschillen. Ik som er enkele voor u op (al moeten er nog wel enkele meer zijn): geen “aftertouch” op het klavier, verschillend klavier overigens, 256 “performances” in plaats van 512, mogelijkheid tot uitbreiding van de RAM is 1GB in plaats van 2GB, vier toetsenbordzones in plaats van acht en, zoals aangekondigd bij het begin, geen “tif”, sorry, geen “sampling”. Vroeger zou ik dat waarschijnlijk als een groot nadeel hebben beschouwd, maar tegenwoordig zijn er verschillende factoren die dat hebben veranderd: ten eerste de hoeveelheid en de kwaliteit van de originele geluiden is zo groot dat sampling minder essentieel lijkt om traditionele instrumenten te reproduceren. Ten twee kan de hoge mate van integratie met een computer dit euvel makkelijk verhelpen, mocht dit al ooit nodig zijn, en is er een 1GB optionele geheugenuitbreiding mogelijk. En ten derde is er dan nog de factor “budget”. Ik beken dat ik niet weet in hoeverre het ontbreken van de sampling verantwoordelijk is voor de lage prijs, maar geloof me, die prijs is écht interessant! Oordeel zelf!

cundo, l’intégration très poussée à l’ordinateur permet assez facilement de pallier à ce manque si jamais c’était absolument nécessaire, et une extension mémoire de 1GB est proposée en option. Enfin, tertio, le facteur “budget”. J’avoue ne pas savoir dans quelles proportions la section “sampling” est responsable des économies, mais, croyez-moi, celles-ci sont de taille! Jugez plutôt.

PRIJS

PRIX

Een tip: ga zitten. Ken je de prijs van de Motif XF8? Die zit rond de €3500. En nu wil je die van de MoFX8 weten? Zit je goed? Rond de €1500, €1499 om precies te zijn (incl. BTW)!! Excuseer? Niet duwen, ik was eerst! Maar wees gerust, er is er een voor iedereen!

BESLUIT

Het is duidelijk, de MoFX8 is een compleet geslaagde synth. Als je wilt muggenziften, kunnen we hier en daar wel iets vinden om over te klagen. Maar als we kijken naar de mogelijkheden en de prijs en dan het superieure geluid in acht neemt, kunnen we Yamaha alleen maar feliciteren met hun jongste telg. In feite hebben we hier met een dubbel instrument te maken: enerzijds een workstation dat volledig autonoom kan werken, én anderzijds, van zodra je het op een computer aansluit, het hart van een studio, waarbij het tevens de rol van MIDI- en audiointerface op zich neemt. Tip: voeg in dat geval een microfoonpreamp toe, die je toelaat om studio/condensatormicro’s te gebruiken. De standaardingang laat enkel dynamische microfoons toe en het zou jammer zijn om in je studio enkel hiervan gebruik te maken. MMM

• “Lichte” prijs en gewicht • “Zwaar” in kwaliteit en mogelijkheden

• Léger de prix et de poids • Lourd de sonorités, de qualité, de possibilités

contra • niet echt innovatief qua klanksynthese

• Synthèse sonore pas réellement innovante

Un conseil: asseyez-vous. Vous connaissiez le prix du Motif XF8? Environ €3500. Vous voulez savoir celui du MoXF8? Vous êtes bien assis? Environ €1500!!! €1499 (TAV incluse), pour être précis. Pardon? Ne poussez pas là derrière, j’étais avant vous et il y en aura pour tout le monde!

CONCLUSION

C’est une évidence, le MoXF8 est une réussite totale. Si on veut chercher la petite bête on peut regretter ceci ou cela, mais si on regarde l’équation possibilités/prix, avec une qualité sonore au-dessus de tout soupçon, on ne peut que féliciter Yamaha pour leur “petit” dernier. A dire vrai, c’est même un instrument à deux facettes: à la fois un “workstation” complète et autonome, et à la fois le centre d’un studio dès qu’on lui adjoint un ordinateur, auquel cas il joue également le rôle d’interface MIDI et audio. Un conseil: ajoutez-y tout de même, dans ce cas, un préampli micro qui vous permette d’utiliser des micros de studio, à condensateur: l’entrée jack du MoXF8 ne le permet évidemment pas, et ce serait dommage de vous contenter en studio d’un micro dynamique. MMM

HILITES

Hilites

Carl Martin 6Pack

CARL MARTIN

De nieuwe 6Pack is een kwalitatief, volledig analoog en volledig programmeerbaar multi-effect voor gitaar. Je kan één van de vier presets gebruiken in één van de 99 Banks, gebruik makend van de zes verschillende ingebouwde effecten. Daarnaast zijn er nog drie verschillende, eveneens programmeerbare, externe amp switching opties. De gebruiksvriendelijke 6Pack werkt enorm intuïtief en heeft geen midi, menu’s of submenu’s waar je door moet scrollen wanneer je veranderingen wil aanbrengen aan je sound. Voor elke preset selecteer je simpelweg het nodige pedaal, pas je de parameters aan en sla je deze op! www.carlmartin.com

CORT

De populaire Luce reeks van Cort wordt uitgebreid met twee nieuwe modellen: de L300V en L300VF. De L300V heeft een top van Adirondack sparrenhout, een rug van massief mahonie en mahoniehouten zijkanten. De gitaar kreeg een natuurlijke finish met vintage toner. De mahoniehouten nek kreeg een rosewood fretboard en vintage Grover tuners. Het model is uitgerust met D’Addario EXP16 snaren voor akoestische gitaar. De L300VF heeft al het bovenstaande, maar bevat ook de Fishman Sonitone EQ en het Sonicore Pickup systeem. www. cortguitars.com

Cort L300V

EISENBERG

Sinds kort is de EINKLANG Extended beschikbaar. Hiervoor werd de EINKLANG software synthesizer (voor Mac en PC) gecombineerd met Eisenberg’s RED, GREEN en BLUE Tone Packs, én de recent gelanceerde WHITE en BLACK Tone Packs. Op deze manier bevat de soft synth een enorm uitgebreide reeks klankkleuren. De EINKLANG maakt gebruik van instrumentmodellen die gebaseerd zijn op Eisenberg’s Articial Intelligen-

22

www.meetmusic.com

CARL MARTIN

Le 6Pack est un nouveau multi-effet pour guitare de haute qualité, 100 % analogique et 100 % programmable. L’utilisateur a le choix entre 99 banques qui contiennent chacune quatre présélections. Chacune d’entre elles a accès aux six effets présents dans l’appareil. De plus, il y a également trois options de branchement différentes, également programmables, pour se diriger vers des amplis externes. Ce 6Pack, très convivial, s’utilise de manière essentiellement intuitive, ce qui explique l’absence de fonctions MIDI, de menus et autres sous-menus dans lesquels il faut naviguer quand on veut modifier le son. Ici, tout est simple: pour configurer une présélection, on sélectionne le ou les effets voulus, on adapte les paramètres, et on met tout cela en mémoire! www.carlmartin.com

CORT

La série Luce de Cort, très populaire, s’agrandit via deux nouveaux modèles: la L300V et la L300VF. La L300V bénéficie d’une table d’harmonie en épicéa d’Adirondack, d’un fond en acajou massif, et d’éclisses en acajou elles aussi. Ce modèle est proposé en finition naturelle, avec des colorations ‘vintage’. Le manche en acajou est surmonté d’une touche en palissandre et la tête est équipée de mécaniques Grover. L’instrument est livré avec des cordes D’Addario EXP16 pour guitare acoustique. Quant à la L300VF, toutes ses caractéristiques sont identiques, mais en plus, elle possède à son bord un système d’amplification (Fishman Sonitone EQ et Sonicore Pickup). www.cortguitars.com

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/05


EISENBERG

ce Studio Technology (AIST). Wie de EINKLANG Extended aankoopt, is bovendien goedkoper af dan wanneer hij alle packs apart zou aankopen. www. eisenberg-audio.de

FENDER

de Master Design Series, d i e

MAXON

Maxon lanceert met de Fuzz Elements zeven nieuwe effectpedaaltjes die de klassieke klank van de populairste vintage fuzz pedalen moeten reproduceren. Gebruik makend van moderne softwaretechnologie, bracht Maxon de complexe elementen in kaart die de klank van deze legendarische effecten bepalen. Die klanken worden geproduceerd d.m.v. een accuraat en stabiel analoog circuit. Eén van deze modellen is bijvoorbeeld de FA10 Fuzz Elements Air, die de klassieke octaaf-fuzz van de Univox Super Fuzz repliceert. Verder zijn er nog de FEA10, FE10, FF10, FWA10, FW10 en FV10. Voor meer info surf je naar www.maxonfx.com

YAMAHA

niet op de Musikmesse gen we o.a. te zien welke

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/05

projecteurs. Le polissage final des guitares se fait à la main et la finition est de type brillant. La série comporte les modèles suivants: Quilt Maple-Top Stratocaster, Spalted MapleTop Stratocaster et Walnut-Top Stratocaster. La deuxième série a pour nom la ‘Master Design Series’, et elle se concentre sur ce que feraient les maîtres-luthiers s’ils avaient l’occasion de concevoir des instruments pour eux-mêmes. Dans cette série, John Cruz et Todd Krause ont conçu la guitare de leurs rêves. www.fender.com

MAXON

A travers ses ‘Fuzz Elements’, Maxon ne lance rien moins que ... sept nouvelles pédales d’effets qui ont pour tâche de reproduire les sonorités classiques, de type ‘vintage fuzz’, des anciennes pédales les plus populaires. En ayant recours à la technologie des softwares modernes, Maxon rassemble les éléments complexes qui déterminent le son de ces effets légendaires. Mais les sons eux-mêmes sont élaborés grâce à un circuit analogique, aussi stable que précis. A titre d’exemple, l’un de ces modèles est le FA10 Fuzz Elements Air, qui se veut la réplique d’un grand classique, mélange de fuzz et d’octave: l’Univox Super Fuzz. Citons aussi les six autres pédales: FEA10, FE10, FF10, FWA10, FW10 et FV10. Pour plus d’infos, surfez sur le site: www.maxonfx.com

YAMAHA

Bien entendu, Yamaha était lui aussi présent à la foire musicale de Francfort cette année. Nous y avons vu làbas, entre autres, quels changements avaient affecté la nouvelle génération des modèles Stage Custom Birch. La plupart des modifications de cette batterie sont subtiles, mais néanmoins importantes. Ainsi, les fûts ont été équipés d’une couche plus épaisse, semblable à celle des Live Custom. Ensuite, les bords ont été arrondis afin de garantir un meilleur contact entre la peau et le fût, ce qui génère un son plus gras. Par ailleurs, Yamaha a aussi présenté son modèle ‘Absolute Hybrid Maple’. Cette batterie acoustique a une couche centrale plus dure en wengé, entourée par des couches extérieures d’érable nord-américain. Cette association génère un son extrêmement expressif, avec une dynamique très large qui reproduit parfaitement les moindres nuances dans le jeu du batteur. www.yamaha. com MMM

www.meetmusic.com

23

Yamaha Absolute Hybrid Maple

Uiteraard ontbrak ook Yamaha dit jaar in Frankfurt. Daar kreupdates hun nieuwe generatie Stage Custom Birch heeft gekregen. De meeste veranderingen aan deze drum set zijn subtiel, maar toch belangrijk. Zo werden de shells u i t gerust met een gelijkaardige dikkere laag als bij de Live Custom. Daarnaast werden de draagranden afgerond voor meer contact tussen de head en de shell, wat zorgt voor een vettere sound. Verder stelde Yamaha nog de Absolute Hybrid Maple drum set voor. Deze akoestische drums hebben een kernlaag van harder wengehout, met buitenlagen van N-Amerikaanse esdoorn. Deze combinatie zorgt voor een enorm expressieve klank en een breed dynamisch bereik dat elke nuance van de drummer in de verf zet. www. yamaha.com MMM

Le Custom Shop de Fender lance deux nouvelles séries de guitares “faites main”. Dans la série Artisan, ce sont les bois précieux qui sont mis sous les

Maxon FA10 Fuzz Air

focust op wat bouwmeesters zouden ontwerpen voor zichzelf als ze die kans zouden krijgen. Voor deze reeks stelden John Cruz en Todd Krause hun droomgitaar samen. www.fender.com

FENDER

Fender Spalted Maple-Top Stratocaster

De Fender Custom Shop lanceert twee nieuwe reeksen handgemaakte gitaren. Met de Artisan Series worden fijne houtsoorten in de schijnwerpers gezet. De gitaren zijn afgewerkt met handgewreven vlekken en een glanzende finish. De reeks bevat de Quilt Maple-Top Stratocaster, de Spalted Maple-Top Stratocaster en de Walnut-Top Stratocaster. Daarnaast is er nog

Depuis peu, le software EINKLANG Extended est disponible. Il s’agit en fait d’une combinaison entre le software du synthé EINKLANG (pour Mac et PC) et des ‘Tone Packs’ Einsenberg RED, GREEN et BLUE, ainsi que des ‘tone packs’ WHITE et BLACK, lancés récemment. Au final, ce software pour synthé renferme une quantité énorme de couleurs sonores. EINKLANG utilise des modèles d’instruments qui sont basés sur l’AIST d’Eisenberg - en entier: Articial Intelligence Studio Technology. De plus, le fait d’acheter EINKLANG Extended revient moins cher que d’acheter tous les modules séparément. www.eisenberg-audio.de

Eisenberg Einklang Extended

HILITES


SOUND

MEET MUSIC MAGAZINE AFGIFTE KANTOOR VOOR BELGIE Turnhout P509335

PRO

&.L.I.G.H.T maandblad voor de klankingenieur, DJ, LJ, VJ mensuel pour l’ingénieur du son, DJ, LJ, VJ

Mei 2014 Mai 2014

GRATIS

GRATUIT From chandelier to DMX

Zoom

Q4

Master Audio Key 8 & Key 12

Cakewalk SONAR X3 Producer

Numark

NS7II


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.