Literatuur Meulenhoff Zomer 2010

Page 93

| l i t er at u u rgids | J.M. Meu l en hof f

92

Ge s p r e k s v r age n 1 In deze roman is de verteltoon licht terwijl de gebeur-

tenissen soms gruwelijk zijn. Hoe vindt u dat? En hoe krijgt Carolina Trujillo dit voor elkaar, denkt u?

2 “Wij hadden tenminste nog een vijand,’ hoorde ik

Anastasia nog zeggen, ‘jullie vechten alleen tegen jezelf’’ (p. 284). Heeft Cuba’s moeder gelijk met deze opmerking? Wat is het verschil tussen vechten tegen je land en tegen jezelf?

3 In de roman wordt duidelijk dat Gono zijn aanteke-

ningen over wat hij met Lupe en zijn vrienden meemaakt, door Lupe laat lezen. Hij voegt er op haar aandringen vaak nog iets aan toe. Wat heeft zij op zijn teksten aan te merken? In hoeverre is dit relevant voor de lezer?

4 Gono schrijft: ‘Dat je mensen had die er geen benul

van hadden dat ze liepen maar wel altijd op de juiste weg zaten, en dat ik tot het soort mensen behoorde dat constant verdwaalde maar dat altijd wel wist welke weg andere mensen moesten volgen. Lupe was ontspoord’ (p. 182). In hoeverre bent u het eens met het beeld dat Gono van zichzelf en van Lupe schetst? Tot welke van deze twee soorten mensen zou u zichzelf rekenen?


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.