Burgermeester Leerboek

Page 97

Hoe herkennen we transities? Als we preciezer kijken naar de dynamiek van transitieprocessen vallen een aantal zaken op: ◆◆ de genoemde opbouw van spanning totdat deze op een bepaald moment leidt tot de structurele verandering; ◆◆ de verandering leidt tot een nieuwe toestand die even stabiel lijkt als voorafgaand; ◆◆ dat de transitie een resultaat lijkt van op elkaar inwerkende krachten, zowel van binnen als van buiten. We kunnen stellen dat transities een lange voorontwikkeling kennen, terwijl onder de oppervlakte en van buitenaf de druk op de bestaande toestand langzaam wordt vergroot. Op een bepaald moment wordt een kritische grens overschreden, waarna de bestaande structuur wegvalt en er in snel tempo een nieuwe structuur wordt opgebouwd. Dit proces kunnen we op twee manieren beschrijven: aan de hand van de S-curve, die het verloop in de tijd schematisch weergeeft, en middels een multi-level model dat de verschillende typen verandering benoemt. Juist omdat het regime zo goed is georganiseerd in de uitoefening van bepaalde functies, is de ruimte voor verandering beperkt. Een groot aantal partijen heeft belangen bij het voortbestaan van de bestaande structuur. Feitelijk en fysiek is een groot aantal zaken ‘dichtgetimmerd’. In transitiejargon noemen we dit ‘lock-in’. Een regime dat jarenlang goed heeft gefunctioneerd omdat het goed was georganiseerd, kan juist daarom een blokkade voor fun-

Systeem indicatoren

Stabilisatie

Macro niveau (landschap)

Versnelling

Meso niveau (regimes) Take off

Micro niveau (niches)

Tijd

Het S-curve model (Rotmans, 2001) en het multilevel model (Rip en Kemp, 2000).

95


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.