Stepping up 5 en 6 docentenhandleiding

Page 28

9. How are you? =

Hoe gaat het met u/je/jou?

10. to look =

kijken

Let op de uitspraak van child-children

Opdracht 42 Bedek opdracht 41 en luister naar de woorden die nu door elkaar opgelezen worden. Welk woord hoor je? Zet een 1 bij het woord dat je het eerst hoort, een 2 bij het woord dat je daarna hoort enz.

oma

3

1

tante

2

4

9 8

kijken

neef/nicht

oom

auto

5

Hoe gaat het met u/je?

10

6

ouders

opa

7

kind

21


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.