Fotografie Eindscriptie "Schuif aan"

Page 1

Schuif aan.


Dit buffet van eten, teksten en foto’s is een zoektocht naar interessante eetfotografie in een veranderende eetcultuur.

Afstudeerscriptie Mariska van Zutven Deeltijd opleiding Fotografie AKV St.Joost 2008


inhoudsopgave:

Voorwoord 5 Inleiding 17 deel1: Neem en eet ; religie 23 deel 2: Verschil moet er wezen; de wereld 45 deel 3: Eten wat de pot schaft; Nederland 60 deel 4: Wat de boer wel en niet kent; anders eten in Nederland 71 Deel 5: ‘Broodje Jantje’; eten op straat. 95 Deel 6: Wisselende contacten; eten met die en die en die. 123 Deel 7: Moeder dekt de tafel; familie 144 Deel 8: Ontbijtje op zondag; gezin 163 Deel 9: Samen uit en thuis; eten in familiealbums 175 Deel 10: Ieder het zijne; eten met je dierbaren 181 Deel 11: Ik en die van mij; mijn album 201 Deel 12: Een prutje; alleen eten 213 conclusie 222



Voorwoord

Jarenlang heb ik aan tafel gegeten. Vroeger bij mijn ouders en later in mijn tweede thuis, bij mijn vriend en kinderen. Met hem wilde ik een huis om in samen te wonen en ik wilde een baan die bij me paste. Hij wilde kinderen, een huis, een goed inkomen en zijn als anderen. Dus werkten we hard en aten zoveel mogelijk samen met onze kinderen. In het weekend gingen we uit en aten samen met vrienden. Wij deden normaal. Ik werd er uiteindelijk, met soms momenten van geluk, doodongelukkig van. Tegenwoordig eet ik overal; nog steeds thuis, maar dan alleen of met mijn kinderen. Soms eet ik bij het handjevol overgebleven vrienden, soms eet ik bij mijn moeder, soms op het station uit de hand en heel soms eet ik in een restaurant. In het weekend eet ik meestal aan een afhaalbalie. Wat heb ik gedaan? Terwijl ik me dit af vraag, ben ik met af en toe momenten van ongeluk, gelukkiger dan toen.

Foto links: Julien, januari 2006



Eten is mijn dagelijkse confrontatie met mijn werkelijkheid, ofwel mijn context. Het is ook mijn confrontatie met het verleden, omdat ik me steeds weer herinner dat het ooit anders is geweest. Ik herinner me sferen, geuren en mensen. Ik mis de mensen met wie ik niet meer aan tafel zit omdat het niet meer kan. Eten is net als een foto, een herinnering aan een moment. Ik roep een gerecht op, ooit gemaakt toen we bezoek kregen en heb vanaf dat gerecht de hele avond weer in mijn hoofd. Ik kan je vertellen wanneer ik het recept heb gekregen en van wie; ik kan je vertellen voor wie ik het gemaakt heb en voor wie zelfs meerdere keren; ik kan je vertellen wie er het meeste van heeft gehad, waar we over spraken en hoe lang de mensen nog zijn gebleven. Een gerecht opent een databank aan informatie in mijn hoofd. Informatie over mijn context. Zo gaat het ook met de foto’s in mijn familiealbum en zelfs met de foto’s die ik tijdens mijn studie heb gemaakt.



Ik maak foto’s om me te herinneren hoe het was, waar ik was, met wie ik was; een foto als een geur, het begin van een levendige herinnering. Ik heb foto’s, net als geuren van een gerecht nodig om mijn herinneringen op te roepen. Zonder het beeld of de geur lukt het me minder goed. Neem de foto hiernaast. 9 jaar geleden. Ik woonde net een half jaar samen in ons nieuwe huis en vierde daar voor het eerst kerst met mijn vriend, ouders en schoonouders, mijn broer en schoonzus. Mijn vriend en ik hadden bedacht een kalkoen te braden. Hij had er een dag eerder een uur lang voor bij de slager gestaan. Toen hij binnenkwam was nummertje 107 pas aan de beurt. Hij trok nummertje 195 en kocht na lang wachten onze gereserveerde megakalkoen. De ingewanden werden in een plastic zakje, verstopt in de buik van het beest meegegeven. Een kalkoen vullen hadden we allebei nog nooit gedaan. Mijn vriend begon ’s middags om één uur met de voorbereiding van de kalkoen.

Foto links: 25 december 1998, met mijn vader in de keuken.


10


Het recept hadden we toen voor het eerst van het nog in verhouding trage internet gehaald. We vonden uiteindelijk een vulling met pistachenoten en gehakt. Mijn ex begon, tijdens het koken, ook meteen met zijn eerste glaasje witte wijn. Iedere gast zou iets meebrengen. Mijn schoonouders zorgden voor het voorgerecht, zalmmousse. Mijn ouders voor het tussengerecht, een kleine pasta met gorgonzola en kerstomaatjes. Wij voor de kalkoen, bijgerechten en de drank. Mijn broer en zijn vriendin voor het nagerecht, flensjes met ijs en likeur. Wij regelden trouwens ook de Irish coffee om het af te ronden. Het kerstdiner smaakte geweldig. De zalmmousse, de bijgerechten en zelfs de kalkoen lukte perfect. Maar de avond zelf werd een ramp. Mijn vaders pastasaus brandde aan omdat hij het allemaal te goed wilde doen en mijn schoonvader was niet helemaal fit. Daar werd hij voortdurend aan herinnerd door mijn schoonmoeder. Tot zijn grote frustratie en die stak hij nooit, ook niet tijdens een kerstdiner, voor anderen onder stoelen of banken. Maar het ergste was toch wel mijn dronken ex, al laveloos voordat het eten begon. Om de tien minuten riep ik hem met een smoes naar de keuken en dwong hem daar alsmaar water te drinken. Foto links: 25 december 1998

11


12


“Als hij het maar volhoudt tot het einde van het eten.� Dacht ik nog voor het hoofdgerecht begonnen was. Ook was ik aan het bedenken hoe ik hem van die Irish coffee af kon houden want daarna was er waarschijnlijk helemaal geen land meer mee te bezeilen. Uiteindelijk kwam de kalkoen op tafel en zou mijn ex hem wel eens even aansnijden. Dronken en tollend op zijn benen begon hij in het beest te snijden maar schoot steeds uit. De kalkoen schoot bij de derde poging van de schaal. Nog net op tijd konden we mijn ex tegenhouden anders had hij de kalkoen met zijn handen verscheurd en in stukken verdeeld. Om de nog warme kalkoen ook warm op het bord te krijgen waren mijn schoonvader, mijn broer en ik ons alle drie met het aansnijden gaan bemoeien. Het beest werd uiteindelijk vanuit alle kanten aangevallen. Ik herinner me het eten, de smaken, de vormen, mijn tafel maar ook de voorvallen en de spanning, en mijn eigen ongeloof natuurlijk evenals mijn verwachtingen en de enorme teleurstelling.

Foto links: 25 december 1998

13


14


Ik herinner me mijn vader, steeds opnieuw proberend een goed gesprek te starten, stiekem ook genietend van al die taferelen. En mijn broer, lacherig ook enigszins verrast door de dronkenschap van mijn ex. En dan mijn moeder; onopvallend fotograferend wat er zo mooi uit had moeten zien. Ze bleef vooral knippen toen het fout ging met die kalkoen. Het moet een soort leedvermaak zijn geweest, want ze kwam de volgende dag aan de telefoon niet meer bij van het lachen, terwijl ik die ochtend nog had zitten janken van schaamte. Het was niet alleen de dronkenschap die het kerstdiner vergalde, maar ook onze verwachtingen waardoor er eigenlijk niets fout mocht gaan. Wij waren toch een goed begin?

Foto links: 25 december 1998

15


16


Inleiding

Ik maakte vaak foto’s van het eten met mijn kinderen, of van momenten met familie en vrienden. Foto’s die ik vandaag niet meer maak omdat de omstandigheden anders zijn. In plaats daarvan, zou ik, als ik eerlijk ben, zou ik nu, foto’s moeten maken van de afhaalbalies, van mijn bank waar ik mijn bakje opgewarmd eten uit de magnetron op eet tijdens het acht uur journaal, of van mijn broodjes op het perron. En daar sta ik dan, tussen al die andere mensen, met diezelfde broodjes, van diezelfde balies, op doorreis in de tijd die ik overhoud tussen twee afspraken. Er zijn bij elk plaats die ik ontdek steeds weer nieuwe dingen die ik kan zien. Soms ben ik moe en verlang maar naar een ding; aardappelen, vlees, groente aan dezelfde tafel, met dezelfde mensen, die ook hetzelfde willen. Sinds kort vraag ik me af of het samen, als gezin, eten aan tafel zijn langste tijd heeft gehad? Of komt het door mijn eigen situatie en projecteer ik dit op mijn omgeving? Misschien. Toch valt me op dat iedereen op straat eet. We eten op stations, winkelcentra, pretparken en bij het tankstation.

links: Spits 9 december 2008

17


Etende mensen op straat vind ik onsmakelijk maar ook interessant om naar te kijken. Zoals ik alles wat op straat gebeurt, in de publieke ruimte, interessant vind. Ik ga daarover nadenken. Eten we meer buiten? Eten we minder samen? Waarom eten we minder samen? Samen eten is toch fijner? Willen we echt variatie? Ook in mensen? Wat is er mis met een zakje boterhammen van thuis? Zijn we niet meer gewend voor een ding te kiezen? Zijn we zo ongeduldig dat we nemen wat binnen handbereik is? Hamburgertje, snickers, hotdog, rolletje winegums. Moet honger, welke honger dan ook, direct gestild worden? Hoe komt dat? Wat als ik zelf vijf dagen lang alleen maar hetzelfde eet en volgens strak regime leef? Wat als ik elke dag alleen maar buiten de deur eet? Zo spring ik in gedachte van de ene vraag naar de andere. Ik houd van duiden en maak mijn eigen conclusies op basis van kleine constateringen. Ik trek parallellen en vergelijkingen. Ook in eten.

18


Geïnspireerd door het project Hungry Planet van fotograaf Peter Menzel, over de eetgewoontes van gezinnen in verschillende landen, begin ik aan dit beeldonderzoek over eten. Omdat ik, eigenlijk, eten op foto’s nooit werkelijk interessant vind, maar bij Peter Menzel heb gezien dat eten wel degelijk interessant in beeld gebracht kan worden. Wat is het dan wat eetfoto’s interessant maakt vraag ik me af? Welke conclusies kan ik trekken voor mijn eigen werk? In mijn eigen werk heb ik een voorkeur voor thema’s als; het dagelijkse, ‘gewoon zijn’ en zoek ik naar de menselijkheid in een individu. In mijn onderzoek van verschillende eetfoto’s wil ik zo veel mogelijk selecteren op deze aspecten. Indirect kom ik daarmee in het privéleven van gefotografeerde mensen terecht, het gebied waar ik me graag beweeg. Omdat eten zo’n belangrijke rol in mijn sociale leven speelt begrijp ik niet waarom ik een groot verschil ervaar tussen de foto’s van mensen die eten en het eten zelf. Schijnbaar dekt een foto over eten de lading niet.

19


20


De andere kant alleen, is ook waar. Op elke hoek van de straat, in elk huis kan ik een interessant etend mens tegenkomen. Graag wil ik weten wie het thema eten, en daarmee het privÊleven even interessant weergeeft en hoe? In deze scriptie kom ik foto’s tegen en kijk, zoals je langs een koud en warm buffet loopt, wat het is dat mensen, hun eten of eetfotografie me te bieden heeft. Deze scriptie is eigenlijk een leeg bordje dat ik lopend langs de schalen vul met kleine hapjes. Ik schep op wat ik interessant vind.

Foto links: Otto Snoek

21


22


Deel 1: Neem en eet; Religie “Neemt en eet, dit is mijn lichaam, dat voor u zal overgeleverd worden; doet dit tot mijn gedachtenis.” (Bijbelsche geschiedenis 1888)

Gezamenlijk eten aan tafel, vooraf gegaan door een gebed. Mijn ouders deden daar niet meer aan, mijn opa’s en oma’s nog wel. Ik herinner me mijn opa nog biddend, aan een lange tafel. Mijn vader was de oudste van tien kinderen, mijn broertje en ik toen nog de enige kleinkinderen. Elke dag werd drie keer een weesgegroetje en drie keer het onze vader opgezegd. Mijn opa bad voor. Omdat hij dat meer als twintig jaar deed konden we hem niet meer verstaan. Er kwam zoiets uit als “vadde- vrees-schoot”, weer een hoop gemurmel en dan weer die “vadde-vrees-schoot”. Ik begreep niet wat hij zei, terwijl ik de twee gebeden wel kende. Ze werden in één minuut afgewerkt en daarna mochten we eten. Opa aan de kop, 12 kinderen aan tafel, 6 tegenover elkaar. Mijn broer en ik als laatste in de rij en dan mijn oma aan de andere kop van de tafel. Met zijn allen zaten we, met de ogen gesloten, tegenover elkaar. Ik keek stiekem door mijn wimpers naar de anderen. Foto links: Opa, Oma en André in de keuken van ’t Goor.

23


24


Ik vond het interessant om te zien hoe mijn tantes en ooms eruit zagen met hun ogen dicht. De dampende pannen stonden in het midden van de tafel. Die ene minuut rust was ook meteen de overgang tussen het harde werken en de tijd die je voor eten moest nemen.Ik was even vergeten waar we mee bezig waren. Na de stilte kon ik me beter concentreren op de kleur, smaak en vorm van het eten. Later heb ik het nog wel eens geprobeerd, gewoon voor het eten even mijn ogen dicht doen en het werkt nog steeds. Binnen tien minuten waren bijna alle pannen leeg. Er werd gegeten in hoog tempo en er werd veel gegeten! Als toetje kregen we saroma uit een pakje. Mooi detail is misschien dat alles wat we daar aten uit hetzelfde bord gegeten werd. Je kreeg maar ĂŠĂŠn diep bord. Eerst ging er de soep in, daarna de warme maaltijd en tot slot het toetje. Het varkensvlees kwam van eigen beest. De runderen werden gehouden voor de melk. Om een pan aardappels te schillen voor 14 mensen was je al snel anderhalf uur bezig, daarna moesten de boontjes nog gedopt worden en de groente voor de soep nog gesneden. Afwassen deden mijn nog jonge tantes samen. Er werd wat geklierd en gelachen. Na het afwassen werd koffie gezet en gedronken in de huiskamer. De meesten vertrokken na de koffie weer. Opa zakte in zijn luie stoel. Het had iets veiligs.

25


26


In het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam vind ik een aandoenlijke zwart-wit foto van Nico Jesse. Aan tafel zitten een vader, een moeder en hun vijf kinderen te bidden. Ik zie de samenstelling van het gezin en het interieur. Ik zie kleding, kapsels, gebed, eten en sociale codes, zoals; “niet met je ellebogen op tafel”, maar waarschijnlijk kan ik er wel honderd noemen als ik goed ga zoeken. Alles wijst op een foto van een Nederlands gezin uit de jaren vijftig, gefotografeerd zoals ze graag gezien willen worden. Ik herken de veiligheid die het tafereel uitstraalt. In eerste instantie ben ik niet erg onder de indruk van de foto. De keurigheid van het gezin schrikt een beetje af. Nico Jesse was arts en fotograaf en koos bij het fotograferen niet voor het vastleggen van bijzondere gebeurtenissen in het leven, maar voor het vastleggen van het alledaagse. Juist als huisarts kwam hij veel bij mensen thuis en had de eigenschap mensen snel voor zich te winnen. Ergens in de boeken lees ik dat Jesse als arts bij mensen binnenkwam en als fotograaf weer naar buiten ging. Er wordt geschreven dat hij een candid-achtige manier van fotograferen had waardoor hij nooit op zoek was naar foto’s. Hij kwam ze gewoon tegen.

Foto links: Het gezin Agterbosch-Vorgers in gebed voor de dis door Nico Jesse (1956)

27


28


Toch mooi bedenk ik me. Het is precies de wijze waarop ik zelf graag fotografeer. De dagelijkse werkelijkheid vind ik mooi genoeg. Mensen vind ik mooi genoeg. Ik vraag me alleen regelmatig af wat de toekomst van deze werkwijze is, tussen al het visuele geweld van mijn tijd. Wie zit er nog te wachten op een simpel beeld wat je ook in een familiealbum had kunnen plakken? Kijk ook naar Nico Jesse. Jaren later, na de expositie The Family of man (1955) wordt hij vooral gezien als een oppervlakkige fotograaf. Hij verdiept zich, zeggen critici, niet in de problematiek van bijvoorbeeld een zwerver, hij fotografeert iemand alleen maar om zijn esthetische vorm . Waar Jesse jaren daarvoor succesvol was als human interest fotograaf en geroemd werd als een fotograaf die het leven bij de lurven pakt, wordt hem na 1955 verweten dat hij zich niet verdiept. Men vindt hem saai en nietszeggend. Wellicht hebben de critici van Jesse gelijk. Deze foto bijvoorbeeld roert geen problematiek aan. Vader loopt niet uit de pas, is geen excentriekeling of oproerkraaier met een politiek statement. Waarschijnlijk heeft hij een goede functie en zal hij er alles aan doen om een respectabel beeld van zijn gezin naar buiten te brengen. Min of meer benoemen de critici ook mijn twijfel. Vind ik een gezin aan tafel interessant genoeg. Foto links: Gezin Agterbosch-Vorgers

29


30


Mag een foto van mij zo ‘rustig’ en vertrouwd zijn? Eten en geloof. Ik ken het samengaan van deze dingen nog wel maar ken het niet in een afbeelding. Mijn oma had zo’n zelfde schouw met gordijntjes, ook in de linkerhoek van de keuken. Zij had ook altijd een schort aan. De opstelling van de tafel in het midden van de keuken is dezelfde als die in mijn herinnering even als de ruwe vloertegels en het dampende al opgeschepte eten in de borden tijdens het bidden. Het zijn allemaal herkenbare dingen. Ik kom ze niet meer tegen sinds het begin van de tachtiger jaren, toen mijn jongste oom en tante het huis uit gingen en mijn opa en oma kleiner gingen wonen. Voor Jesse moet dit dagelijkse kost geweest zijn. Vanmorgen nog bekeek ik een foto van een Amerikaanse shoppingmall en realiseerde me dat ik een dergelijke foto nooit kan maken, simpelweg omdat ik daar niet ben. Ik kan alleen maar fotograferen wat ik met mijn ogen kan vinden. Soms bevliegt de armoede van mijn mogelijkheden me wel eens. Dan denk ik dat dit nooit genoeg kan zijn voor een interessant verhaal. Wie zit er nou te wachten op een streep zon op een tafelkleedje? Of op een hap eten bij de mond van een kind? Voor wie is dat genoeg? Foto links: Gezin Agterbosch-Vorgers

31


32


Soms, op andere dagen, kijk ik rond en bedenk me dat ik de belangrijkste dingen kan laten zien vanuit mijn eigen eetkamertafel. Dan is wat ik binnen oogbereik heb mooi genoeg voor de hele wereld. Neem daarna de andere foto’s van het eten: Alsof je bij het gezin hoort en een van de etende kinderen bent. Jesse moet het gezin goed gekend hebben om het eten zo dicht bij en als gebeurtenis te kunnen fotograferen. Hij is hier een intieme vriend of vertrouwenspersoon. Kijk de vader bukt om een hap te nemen. Het zoontje heeft zijn mond vol. Het zijn niet meer de keurige mensen aan tafel. Die vader wordt van ambtenaar en statige vader ineens een gewoon mens met trek in eten en een kalend hoofd. Alles lijkt te bewegen en wordt toegankelijk. De foto’s worden vrijer van vorm. Het gezin verbeeld rust, veiligheid en ‘gewoon zijn’ op een ouderwetse manier. En, omdat ik kinderen heb en wel van ritme ben gaan houden, gaan ze ook over de drie R’s uit de jaren vijftig; Rust, Regelmaat, Reinheid. Niet echt spannend misschien, maar oh zo prettig.

Foto links: Gezin Agterbosch-Vorgers

33


Ineens begrijp ik ook weer waar ik eigenlijk vandaan kom. Als ik naar zo’n gezin kijk, staat de tijd stil. “Het gaat al generaties zo!” Bedenk ik me. ”Relativeer toch eens wat!” Waarom kan zo’n foto voor mij niet? Waarom boeit hij me in eerste instantie niet? Schreeuwt hij niet genoeg zoals een reclame dat doet? Ben ik gevoelloos geworden voor burgerlijkheid op een foto? Feitelijk een foto waarin niets uitzonderlijks gebeurt. Een tijdloos beeld moet toch sterker zijn dan de gejaagdheid van de mensen om mij heen. Het troost me een beetje. Natuurlijk zitten er nog heel erg veel mensen bij elkaar aan tafel

34


Eten, ik ben er al een tijdje mee bezig en ik vind het een complex onderwerp omdat het zoveel lagen heeft. Eten wordt in de media en reclame weergegeven met veel clichÊs. Eten is altijd gezellig. Moeder zorgt voor het eten en kiest producten met zorg uit. Moeder zorgt voor de gezonde snack. Moeder ziet er altijd leuk uit en Vader maakt op zondagochtend een ontbijtje. Iedereen weet hoe zo’n ontbijtje eruit ziet. Ons gedrag rondom eten heeft veel onuitgesproken afspraken. Zo mag er niet geboerd worden aan tafel en schep je niet meer op dan je kunt eten. Je gebruikt mes en vork en eet niet van andermans bord. Eten is veelzijdig. Het kan namelijk gaan over mooie kleuren en geuren maar ook over ranzigheid. Eten met elkaar gaat over beleefdheidsvormen maar ook over sociale lagen en sexualiteit. Eten gaat over wat wel en niet kan in een cultuur maar ook over wat niet en wel kan in een gezin. Het gaat over gezondheid, mager of slank zijn en over leefstijl. Ook gaat eten over geven en nemen, iets met elkaar delen en overleven.

35


36


Eten gaat eigenlijk over alles wat menselijk is en dat maakt het groot. Ik begon te zoeken naar foto’s van eten in de beeldende kunst, in reclame, in kookboeken en in de fotografieboeken van de kunstacademie. Peter Menzel, die ik verderop in dit hoofdstuk bespreek, had me op het idee gebracht dat eten heel erg veel informatie over mensen kan bevatten. Na heel veel weken lezen en zoeken bedacht ik me dat eetgewoonten zijn opgebouwd uit allerlei lagen; van groot naar klein. Of misschien moet ik het vergelijken met het afpellen van een ui. Een ui heeft schillen van buiten naar binnen. Hoe meer schillen je van de ui af pelt, hoe meer je tot de kern van de zaak komt. De buitenste moet dan de schil van religie zijn, het grotere systeem wat onze levenshouding bepaalt en kaders aanbrengt. Het bepaalt of je bidt voor het eten, of je dankt voor de spijzen, of je vast, of en wanneer je snoept, of je respect hebt voor eten als geschenken van het Hogere en hoe je met de producten en het eetmoment omgaat. Religie bepaalt volgens mij, van oudsher, wanneer, waar en hoe je eet. Tweede schil, dacht ik, moet mijn land en mijn cultuur zijn. Hoe je leeft en eet, heeft alles te maken met wat er in dat gebied beschikbaar is.

37


38


Naast religieuze gebruiken, leer ik in deze schil de leefstijl van het land. En dan die derde schil, wat mij betreft een van al die schillen die de tussenruimte overbrugt naar de schil van het gezin. Ik kan de derde schil die van de publieke ruimte noemen, waarin wij allemaal de baas zijn. De publieke ruimte is eigenlijk de vergaarbak van sporen van al die andere schillen. Dan, had ik bedacht, kan ik het in de vierde laag hebben over groepen; de eetgewoonten van de subgroep waar je je in beweegt. Schil vijf, verder naar binnen toe, zou dan mijn familie zijn, gevolgd door schil zes, het kleinere verband, mijn gezin. En tot slot, als zevende en laatste schil, het individu. Eten in je eentje. Hoe zorg je voor jezelf. Je bent wat je eet, zowel vrij als eenzaam. De afgelopen maanden heb ik, parallel aan het schrijven van deze scriptie, een aantal mensen tijdens hun avondeten gefotografeerd. Het moest een fotografisch onderzoek worden ter voorbereiding van mijn afstudeerwerk.

Foto links; ik eet ongezond april 2006

39


40


Tegelijkertijd kon het mijn scriptieonderzoek aanvullen vanuit de praktijk. Mij interesseerde vooral dat ik met een excuus bij mensen binnen mocht komen om hun gezinsleven, hun onderlinge relatie en gewoontes te bekijken. Ik begon bij goede vrienden van me maar wilde uiteindelijk graag via via bij vreemden terecht komen. Ik startte bij Marjolijn met haar kinderen, een week later was ik bij Jan en Angelien. Nog een week later bij Pieter en Ingrid, mijn tante. Daarna volgden Toon en Marlies, Zerline en Lieve, Alphons en een groep alleenstaanden in de Mensa. Tijdens elke bezoek heb ik de mensen, voor zover mogelijk, kokend, tijdens het eten en na het eten tot aan het koffie drinken, gefotografeerd.

41


42


Eerste dinsdag: Marjolijn, Loekie en Sterre Van Marjolijn mocht ik ook mee om haar ‘boodschappen doen’ te fotograferen. Meestal doet ze die in een gewone supermarkt, maar deze dag wilde zij nog wat halen bij de natuurvoedingswinkel. Hoewel ik het niet helemaal representatief vond besloot ik toch met haar mee te gaan. De hele ervaring, als een paparazzi achter mijn goede vriendin aan de natuurvoedingswinkel door, was de moeite waard. Bijna niemand in de winkel kijkt raar op. De foto’s van het eten die avond zijn voorspelbaar. Misschien verwacht ik teveel. Ik ken de situatie goed omdat ik er vaker mee-eet waardoor ze me niet verrassen. Marjolijn heeft een lamp boven haar eetkamertafel die het beeld verstoort en een vreemde kleur licht geeft. Ik krijg het nauwelijks gefilterd. Bovendien moet ik flitsen. Het flitslicht verstoort mijn beeld en maakt het eten sfeerloos. Marjolijn en haar kinderen lijken er niet veel zin in te hebben die avond. Ze zijn moe. De soep is snel gemaakt, gezond want boordevol gepureerde groentes, maar geen feest voor mijn oog. We mogen speciaal brood in de soep dopen en krijgen een smartiestoetje na. Mijn foto’s bevestigen het terloopse karakter van het eten die avond.

Foto links Marjolijn en Sterre

43


44


Deel 2: Verschil moet er wezen; de wereld Twee jaar geleden kon ik op de academie meedoen met het minor project ‘aan tafel’. Een inspirerende titel. Ik dacht aan mooie tafels, groot, van ruw hout. Ik dacht aan geuren, kleuren en kruiden, zoals ik ze een jaar eerder op vakantie in Tunesië had gezien. Ik dacht aan kasten, trommels, bakjes en dozen om eten in op te bergen en te bewaren. Tijdens de minor is veel gesproken over eten en onze eetcultuur, soms brachten we eten mee om aan elkaar te laten zien, soms werd er geproefd. Een leerzame periode met een klein groepje van zes studenten. Daar kwam ik de foto’s van Peter Menzel tegen uit Hungry Planet, in het tijdschrift Ode. Echt fascinerende foto’s. Menzel had al eerder fotoboeken gepubliceerd over levenstijlen in verschillende landen. Zijn eerdere boek heet Material World: an family portrait en verscheen in 1994. Erin staan familieportretten van gezinnen gefotografeerd met het huisraad buiten hun huis. Op verzoek van Ruth Eichhorn, fotodirector van GEO, fotografeerde Menzel daar opnieuw. Nu statistisch gezien gemiddelde gezinnen met een week aan eten voor zich op tafel. De foto’s wilde Ruth Eichhorn gebruiken voor een uitgave over voeding. Schrijfster Faith d’Aluisio vond de foto’s erg interessant en haalde Menzel over het aantal foto’s en landen uit te breiden voor de publicatie van een boek. Vanaf 1996 reisde beiden de wereld door. 45


46


Voor het project werd aan gezinnen gevraagd het totale verbruik van één week eten en drinken voor zich op tafels uit te stallen en er bij te gaan staan. Het eten van de gezinnen werd trouwens door het project betaald. Ik vind het prachtige gedetailleerde kijkplaatjes over gezinnen, hun samenstelling, over de ruimtes waar ze in wonen en over het voedsel dat ze eten. In het boek staan bijvoorbeeld een Europees gezin met een enorme en moderne keuken maar ook een Zuid Amerikaans gezin zittend op de grond in hun hut in Peru. De keuken is hier hetzelfde als de slaapkamer en de woonkamer. Zij leven maar in één ruimte. Een aantal foto’s verder vind ik een gezin in Australië. De keuken is niet luxe. Het mensen kampen met overgewicht. De tafel achter het gezin ligt vol met verpakkingen. Ze gebruiken weinig verse producten. Rechts op de tafel liggen grootverpakkingen gehakt vlees. Enorme roze hompen gewikkeld in folie. Weer een foto verder leer ik iets over een Chinees gezin en zijn eetgewoonten; veel vis en rijst, noodles en groenten, maar ook hamburgers en kartonnen bekers cola van McDonalds horen bij het weekmenu. In feite kan ik per land zien in hoeverre bewerkte voeding de cultuur van dat land heeft verdrongen.

Foto links: Australië

47


48


Hetzelfde geldt voor de vorm waarin mensen met elkaar wonen en leven. Ook hierin zijn nationale verschillen en nieuwe overeenkomsten te vinden. Eten Japanners nog steeds op de grond of hebben ook zij een keukentafel? Menzel fotografeert in feite een culturele encyclopedie van deze tijd. Misschien kan ik dezelfde gegevens terug vinden in een wetenschappelijk onderzoek maar dan zegt het me minder. Deze foto’s vertellen me hoe de cijfers eruit zien in de dagelijkse werkelijkheid . Leg een foto van een gezin uit Frankrijk naast een foto van een gezin uit Honduras of twee gezinnen uit de Verenigde Staten naast elkaar en je gaat vergelijken. Menzel wees mij toen ook op het idee dat eten een groot onderdeel is in het totaalplaatje van het menselijke leven. Wil ik mensen in hun context bekijken dan is eetgewoonten onderzoeken nog niet zo’n verkeerde keuze. Van de Amerikanen heb ik twee foto’s. Één van een gekleurd gezin, één van een blank gezin. Het is een mooie manier om twee verschillende gezinnen in die Amerikaanse samenleving met elkaar te vergelijken. Vergelijk bijvoorbeeld hoeveelheden vlees, hoeveelheden groenten en fruit, hoeveelheden frisdrank, McDonalds ja of nee? Ontbijten, hoe doen Amerikanen dat? Kopen ze nog wel eens een normaal brood? Foto links: Verenigde Staten 1

49


50


Vijf grote wortels zijn rechtop in the ‘Big Hug Mug’ gezet. Ik zie zó veel verpakkingen dat het opvalt dat de wortels niet verpakt zijn. Overal op tafel, in beide gezinnen, ligt bewerkt voedsel. Ik vind het bizar. Beide gezinnen lachen in de camera. Geen schaamte hier. Bewerkt voedsel is volledig geaccepteerd. Ik vind dat ik zit te kijken naar weinig variatie in hun eetgewoonten. Hoeveel keuzevrijheid heeft de gemiddelde Amerikaan eigenlijk? Een aantal maanden geleden was ik in Brussel om daar volkstuinen te fotograferen. We logeerden in een bed & breakfast in de binnenstad. Het ontbijt werd geserveerd in een grote keuken aan een lange tafel. De tweede en de derde ochtend zitten we naast een Amerikaans echtpaar op doorreis in Europa. De Amerikanen vertellen, op nasale toon, over de voedingsgewoonten van hun land. De vrouw bleek een allergie voor gluten te hebben en vertelde hoe lang ze er in de VS over had gedaan om winkels te vinden waar ze glutenvrij kon kopen. Het aanbod van de malls is eenzijdig en toegesneden op de wensen van de grote massa. In de winkel waren geen mensen met voedselkennis meer aanwezig. Scholieren en studenten vulden de vakken voor een laag salaris. Je kon vrijwel niemand aanspreken op de kwaliteit en beschikbaarheid van het eten. Foto links: Verenigde Staten 2

51


52


Fascinerend vind ik de Australiërs. Ze zijn allemaal enorm. Op de keukentafel zoek ik naar een oorzaak van het overgewicht. Weer zie ik de enorme hoeveelheden vlees. Folieverpakte vormeloze roze massa’s. Op de verwarming staat een lange rij met flessen frisdrank, links in beeld ontbijtgranen ketchup en mayonaise en als je goed kijkt zie je weer een paar McDonalds menu’s. Ik zie veel koolhydraten, suikers en vetten. Omdat hoeveelheden voedingstoffen op verpakkingsmiddelen actueel zijn en ik in de loop van de jaren geleerd heb producten op die manier te duiden. Moeder is op dieet omdat ze onlangs een hartoperatie gehad heeft. Vader bakt dagelijks voor zichzelf een flinke omelet. De Groenlanders van Menzel vind ik intrigerend omdat ik er weinig van weet. Door deze foto weet ik tenminste dat sommige Eskimo’s niet meer in iglo’s leven en televisie kijken. Dat ze soms pinguïns, cornflakes of ketchup eten. De Eskimo’s waren in mijn beleving nog een authentieke gemeenschap omdat ik dacht dat het koude klimaat de globalisering in dit gebied wel tegen zou houden. Ik ging er, misschien naïef, vanuit dat Eskimo’s altijd Eskimo’s in iglo’s zouden blijven. Een ander beeld van hun leefgewoonten had ik ook niet eerder gezien.

Foto links: Groenland

53


54


Toevallig dat ik een tijd geleden in de NRC next een artikel over de bewoners van Groenland gelezen. Het artikel heet ‘moreel kompas’ “Het smeltende poolijs wordt algemeen erkend als een van de meest merkbare gevolgen van de opwarming van de aarde. Het ijs in de Noordelijke IJszee is de afgelopen decennia gestaag geslonken. Uit recent onderzoek komt naar voren dat het Noordpoolgebied al in de tweede helft van deze eeuw ’s zomers geheel ijsvrij kan zijn. Voor de Inuit (spreek uit Inuwiet, synoniem voor Eskimo’s) gaat de verandering van het weer verder dan dooiend poolijs. Zij tast de basis aan van hun traditionele bestaan. Het grootste deel van het jaar is het poolijs voor de Eskimo’s een bron van voedsel en een middel van vervoer. Verdwijning van die wereld ervaren zij als een aanslag op hun traditionele cultuur, die toch al sterk onder druk staat door beïnvloeding vanuit het zuiden- ze zijn van de ene generatie op de andere overgestapt van een nomadisch jagersbestaan op een leven in gevestigde gemeenschappen met supermarkten en satelliet-tv. “We hebben meer materiële dingen dan vroeger, maar het leven is veel chaotischer”, vertelt Nattaq aan een tafel in zijn keuken met magnetron. Zijn vrouw kijkt met een van de kleinkinderen naar een tekenfilm op de tv; op een bureautje in een hoek staat een computer met webcam. “we zijn gaan leven als de qallunaat (blanken), maar we missen wat we het hardste nodig hebben’’, zegt hij. “Vroeger hadden de Inuit een eigen, unieke manier van leven. Foto links: Detail Groenland

55


Foto boven: Groenland At breakfast, Emil’s 10 year old nephew Julian, who is visiting for a week, plays air guitar and eats sugar-drenched muesli while watching MTV in the Madsens’ livingroom. Sleepily curled on the couch, his cousin Belissa ponders the antics of the rock stars while waiting for her mother to serve breakfast.

56


” De oudere Inuit streven ernaar die manier van leven, met zijn sterke band met het land en het ijs, over te dragen op hun jongerenbij wijze van moreel kompas. Training in hun traditionele overlevingstechnieken, zoals jacht, moet hun zelfrespect en identiteitsgevoel bijbrengen in een snel veranderende wereld, en kracht geven om weerstand te bieden tegen sociale kwalen als depressie en alcoholisme. Meeka Mike (41) is een ervaren begeleidster van expedities per hondenslee of sneeuwmobiel. Ze ontleent haar eigen kracht aan haar vermogen te overleven in het poolgebied. Maar dat staat als gevolg van de klimaatsverandering op losse schroeven. “We zijn niet altijd meer in staat om onze jongeren te leren hoe ze het ijs moeten ‘lezen’.” zegt Meeka Mike. “Vroeger konden we zeggen: ‘Dit is veilig, dat is niet veilig’. Nu moeten we zeggen: ‘Dit is veilig, dat lijkt veilig maar we weten het niet zeker’.” (….) Groenlanders zijn bewoners van de global village geworden, net als wij. Jammer. Als ook zij ergens anders geproduceerde en verpakte producten gebruiken betekent dit, dat de diversiteit van levenstijlen sneller afneemt dan ik dacht. Als bewijs van het verdwijnen van diversiteit zie ik vaak dezelfde producten verschijnen in Menzels foto’s van verschillende andere landen. In het nawoord lees ik dat ook Menzel en zijn vrouw heel graag naar Groenland wilden, omdat onbekend was wat ze daar aan zouden treffen. Het was nieuw en daarom spannend.

57


58


Tweede dinsdag: Angelien, Jan, Lucas en Isa Na Marjolijn en haar kinderen ga ik eten en fotograferen bij Angelien en Jan. Daar kom ik als fotograaf in de problemen omdat ik Angelien, een oude schoolvriendin van me, erg weinig zie. Ik heb door de gesprekjes tussendoor me niet kan concentreren. Tijdens de maaltijd weet ik niet of ik nu mee zal eten of eerst ga fotograferen. Jan en Angelien voelen zich nogal opgelaten als ik steeds, tussen de happen mie met satĂŠ door, verder fotografeer. Wat wil ik nu eigenlijk van eten vraag ik me steeds af?

Foto links: Jan en Lucas

59


Deel 3: Eten wat de pot schaft; eten in Nederland “Ook plukt men geen citroenen hier, Noch perst men druiven uit. Maar de akker geeft er kost’lijk graan, De boomgaard heerlijk fruit. Mijn vaderland al is het klein, Door vrijheid is het groot. Ik ruil het voor geen land op aard Ik min het tot mijn dood. “

Ik vind meer fotografen in het Nederlands Fotomuseum die zich net als Menzel bezig hebben gehouden met het eten in een land. In de bibliotheek stuit ik op een boekje uit 1995 van de Franse fotografe Anne Testut, het boekje heet ‘Europe a table’. In opdracht van het Franse ministerie van Landbouw is Testut drie jaar in Europa op pad geweest om eetgewoontes van de verschillende landen vast te leggen. Testut wilde niet alleen de verschillende nationaliteiten in beeld brengen. Ze wilde ook nog diversiteit op andere manieren. Bijvoorbeeld door verschillende gezinssamenstellingen als alleenstaanden, gezinnen of ouderen te fotograferen.

60


“Disturb an Italian family at dinner, and the chances are you will find them eating pasta while they watch television. In France, they are more likely to be having escalopes as they watch television.” How do we know this? Because a French woman spent three years travelling in Europe, approaching complete strangers in launderettes, bars and garages, and asking to photograph them as they ate a family meal at home. “It was difficult at first,” says Anne Testut, “but easier when I had examples to show them”. The authors preface states that “all the people in these photographs were met by chance”. It is people, and the element of chance, that interest Testut: “I am not really interested in the food. What I am interested in is families when they are all together at home - which is usually over a meal.” De foto’s van Testut zijn behoorlijk truttig door de afstand die Testut neemt tot aan de tafel. Wat zij fotografeert gebeurt ver weg. Testut heeft bovendien ‘nette’ mensen uitgekozen voor haar project. Geen krakers of oude hippies te vinden in haar Europa. Lichtelijk irritant vind ik haar belichting, die over de verlichting in de kamer heen gaat. Nieuwsgierig zoek ik naar de Nederlandse bladzijde in het losbladige systeem.

61


62


“Gitty, 46 ans et Wim J., 46 ans, Marie B., 74 ans, Thys, 15 ans, Jochem 11 ans. Pays Bas. On dine tous les soirs á 18 heures, chez les J.: charcuterie, fromage, oeuf dur, pain Blanc, noir et aux raisin, lait et lait battu, margarine light et harengs de la Baltique. Le repas chaud, cést á midi qu’ils le prennent. Gitty et Wim connaissent très bien Paris pour y avoir vécu alors que Wim était encore étudiant aux beaux-Arts. Il enseigne maintenant la lithographie à lúniversité.” Wat zou het zijn? Een vader, een moeder, twee kinderen? Een tafel zonder televisie? Drie pannen op de tafel met daarin de aardappels, het vlees en de groenten? Een tafelkleed? Misschien een vader met wat langer haar en de moeder eens een keer geen schort? Ik kan nog net de kaas herkennen. DE Nederlanders, hadden net zo goed Fransen kunnen zijn. Hoewel ik haar foto’s bruikbaar vind om een nationale eetcultuur te duiden -sommige Nederlanders eten ’s avonds brood- vind ik het hele fotoboekje niet werkelijk interessant gefotografeerd. Ik herken geen Nederlandse gezichtskenmerken of culturele kenmerken, zoals ik die eerder bij de Groenlanders en Australiërs wel kon vinden. De foto zegt me eigenlijk niets bijzonders. Hij vertelt me alleen dat alle Europeanen aan tafel eten en lampen hebben, maar dat wist ik al. Foto links: Pays Bas, Europe a table door Anne Testut

63


64


Er schiet me iets anders binnen wat me aan Testuts foto doet denken. In mijn boekenkast staat een kleine wit boekje met familiefoto’s uit de jaren zestig en zeventig; het L.P. Polhuisarchief. Ik heb het gekocht na mijn eerste bezoek aan het Foam. Leo Polhuis heeft zijn gezin, wanneer zij samen waren of iets te vieren hadden, jarenlang gefotografeerd. De foto’s zijn daarom altijd herkenbaar en vriendelijk. Ik kijk er graag en vaak in vanwege de rust en word er weemoedig van. Kennissen van mijn ouders woonden vroeger ook zo. Eens in de zoveel zondagen belden mijn ouders met deze mensen om te vragen of ze het leuk vonden als we langs kwamen. Mijn broer en ik kreunden dan een beetje op de achtergrond want het was er zo stijf. Die kennissen woonden in een rijtjeshuis met vitrages in een lus en hadden twee ‘degelijke’ dochters. Als we gingen moest ik netter gekleed zijn dan op andere zondagen. We gingen op bezoek bij Hollandse degelijkheid. Degelijkheid; het moet heerlijk zijn om dingen te willen die iedereen wil, denk ik bij de foto’s uit het Polhuisarchief. Je slaapt, je eet, je werkt, je koopt, je trouwt één keer, krijgt kinderen, je hebt feestjes, soms wordt er iemand ziek of gaat dood, (niet te vroeg), je gaat drie weken per jaar op vakantie, zet een kerstboom in de winter, drinkt koffie na het avondeten en krijgt bloemen op je trouwdag. Gewoon. foto links: polhuisarchief Pa en Ma bij Oma Polhuis in Goes – 1980 - 7

65


66


Thuis, als puber en later, mocht ik van alles zijn, maar liever niet degelijk, alleen als het niet anders kon en ik had laten merken dat ik had nagedacht. Toen ik het boekje van Polhuis voor de eerste keer zag dacht ik dat de foto’s geënsceneerd waren. Maar de foto’s zijn origineel en echt. Mooi vind ik de strakke composities. De foto’s zijn nooit rommelig. Je weet meteen waar het over gaat. De negatieven zijn perfect belicht en helemaal in balans. Hoe krijg je die balans voor elkaar in het normale dagelijkse leven? In mijn eigen albums vind ik ook alleen maar mooie momenten; verjaardagen, feesten, kerstmis, vakanties, dagjes weg, spelen in de tuin, lezend op de bank, soms een portretje, maar dan alles op kleinbeeld, bewogen, korrelig of met rode ogen. Daar zit toch een wezenlijk andere kwaliteit in! Onze foto’s roepen persoonlijke herinneringen op, net als kookgeurtjes, maar reiken niet veel verder als dat. Polhuis maakt zijn foto’s ook nog eens voor een ander interessant, voor de mensen zonder zijn herinneringen en daar zit hem de kwaliteit. Ik herken er een stukje van mijn eigen verleden in. Dit betekent dat hij ook onderdelen in zijn foto’s ‘niet invult’ anders kan ik daar met mijn persoonlijke herinneringen niet op aansluiten.

Foto links: Polhuisarchief. 4 mei –Hanneke wordt 15 jaar, met ma aan het ontbijt – 1974-33

67


In de foto’s van het Polhuisarchief komt een ‘Nederlands’ karakter wel tot zijn recht. Mogelijk komt het door de periode waarin is gefotografeerd- de jaren ’60/’70- beter herkenbaar in zijn sfeer dan het Nederland van Testut uit 1995. Het is een combinatie van kleding, kleuren, materialen en licht. En natuurlijk aan het schilderij aan de muur. Het Polhuisarchief is interessant als geheel. Foto’s over eten in de verzameling zijn aandoenlijk of vertederend maar hebben de rest van de context nodig om me te boeien.

68


69


70


Deel 4: Wat de boer wel en niet kent; anders eten in Nederland ajam = kip asin = zout babi = varkensvlees daging = rundvlees ikan = vis kambimg = geit / lam pedis = scherp sop = soep

Hoe vreemder iets me is, des te interessanter ik het vind. Het zijn ontdekkingstochten in het klein wanneer ik voedsel van een andere cultuur mag uitproberen. Maanden geleden fotografeerde ik in Rotterdam en vond ik een Chinese toko. Bij elk bezoek aan die buurt moest ik even in die toko gaan kijken wat ze hadden. Chinese snoepjes, Chinese koekjes, Chinese kruiden, Chinese gedroogde paddenstoelen, Chinese groenten, Chinese blikjes drinken, Gember en grote vacu端mverpakte bevroren vissen met namen die ik niet kan schrijven. Vissen met mooie kleuren en vormen. Van mijn eerste bezoek aan de toko in Rotterdam nam ik een zak vol groene, gedroogde kleine bonen mee naar huis. De toko had een hele hoek ingericht met zakken groene kleine bonen. Foto links: mung beans uit Katendrecht

71


72


Het leek me daarom wel een populair product onder de Chinezen. Op de verpakking stond ook nog eens “superhealthy full off anti-oxidants”. “ Anti-oxidanten, die ken ik, goed voor mijn bloedvaten” dacht ik met die bonen in mijn handen. Thuis gekomen bleek ik de bonen minstens vierentwintig uur te moeten wellen voordat ik ze mocht koken. Vol spanning heb ik boven het pannetje groen gehangen toen het eenmaal zover was. Als anti-globalist in de dop vind ik het toch wel bijzonder als je weer eens ergens op moet wachten, niet weet wat het is en het niet zomaar uit een magnetron kunt halen. De bonen waren een leuk experiment maar echt niet te vreten, zo verschrikkelijk vies. Alsof ik gepureerd gras at. Geïnspireerd door Peter Menzels foto’s ben ik vrienden en kennissen gaan fotograferen met het eten van één dag voor zich. Volgens een bekende van me, en uitgever van kookboeken, is eten in Nederland geen gespreksonderwerp, zoals het dat in andere culturen wel is. Kom bij een Surinamer, Antiliaan of Indonesiër op bezoek en je wordt verwelkomd met enorme hoeveelheden eten. Het is een hoofdzaak waar veel over gesproken wordt. Door het fotograferen van mijn vrienden en kennissen kwam ik erachter wat zij, op één dag, aten en we spraken samen over het ‘waarom’. Foto links: Chris Maart 2005

73


74


k leerde mijn kennissen in feite op een andere manier kennen. Ineens sprak ik met hen over hun dagelijkse eten. Dat, op zich, vond ik al bijzonder. Iedereen, zo bleek, heeft bepaalde redenen waarom hij eet, zoals hij eet. Die redenen kunnen praktisch zijn; bijvoorbeeld geen tijd om een goede maaltijd te maken of geen goede supermarkt in de buurt om biologisch in te kopen of geen (of juist teveel) geld. Soms was de reden een bepaalde visie op eten; veel groenten en fruit voor de gezondheid of veel vis want dit is goed voor de bloedvaten. Géén suiker want daar word je hyper van, geen varkensvlees want dat smaakt niet. Ook kwam ik bij mensen die in een serieus gevecht zijn met hun eetgewoonten en gewicht. Dagelijks werd daar veel gesnoept, een frietje gehaald of een zak chips opengetrokken. Dit kreeg ik alleen niet te zien op de foto’s. Het werd me verteld na het nemen van de ‘eerlijke’ eetfoto van die dag. Het gesprek bleef interessanter dan mijn foto’s; vertellen is gemakkelijker dan tonen.

Foto links: Hermi, Één dag eten 2006

75


76


Tijdens het fotograferen van mijn vrienden en kennissen met één dag eten, in maart 2006, had ik gemerkt dat het heel erg moeilijk is om buiten mijn eigen kringetje mensen te vinden die mee wilden werken aan zoiets. Ik had alleen blanke, afgestudeerde, samenwonende, politiek correcte dertigers bereid gekregen om zich met hun eten te laten fotograferen. Wat ik ook probeerde met mijn eigen eetfoto’s van mensen, ik kwam niet bij een andere subcultuur binnen. Ik heb gemerkt dat veel mensen een vreemde niet zomaar mee laten kijken tijdens het eten. Frustrerend vond ik dit. Ik wil graag zien wat anderen doen en dit vergelijken met mijn eigen gewoonte.

Foto links: Mart, één dag eten 2006

77


78


Derde dinsdag: Ingrid, Pieter, Karim en Keenen Ik heb een drukke periode en merk daar aangekomen, dat ik niet goed voorbereid ben en nog niet heb nagedacht over het doel. Ingrids gezin eet snel. Mijn neef is alweer klaar en vertrekt om te gaan trainen. Mijn nichtje wil graag van tafel om televisie te kijken en vriendinnen te bellen. Hun broer eet ergens anders. Terwijl ik, vanaf een keukentrapje, het korte samenzijn van dit gezin van boven fotografeer, vraag ik me nogmaals af wat ik zoek. Er is contact tussen de gezinsleden. Ik merk ook de aandacht voor elkaar. “Wat wil ik in beeld brengen?� Bonkt het door mijn hoofd? Ik besluit te stoppen en mijn bordje Hollandse kost wordt in de magnetron gezet. Terwijl zij hun koffie drinken, eet ik mijn opgewarmde rode kool met aardappel. Saai, wat ik aan het doen ben is ronduit saai!

Foto links: Ingrid, Pieter, Karim en Keenen van bovenaf

79


80


Na mijn ontdekking van de Hungry Planet foto’s hield ik fotografie waarin meerdere nationaliteiten aan bod komen beter in de gaten. Op een bepaald moment vond ik ‘het Rotterdamse kookboek’. Geschreven door Linda Roodenburg en met foto’s van Carel van Hees. De eerste keer dat ik het Rotterdamse kookboek vond keek ik eindelijk eens binnen bij al die nationaliteiten thuis. Het boek zit vol verhalen en foto’s gemaakt bij mensen aan tafel, met hun eigen eetgewoontes, familie en vrienden en recepten. Weer zo’n ontdekkingstochten in het klein. De bijna ‘gewone’ schoonheid van de foto’s op het ruwe papier is om van te smullen. De kleuren zijn prachtig. In het kookboek kan ik zien waar verschillende nationaliteiten zoals de Chinezen, Surinamers, Antillianen en nog veel meer groepen, woonachtig in Rotterdam, hun boodschappen doen, hoe ze koken en hoe ze gezamenlijk eten. In de teksten lees ik waarom de familie naar Nederland is gekomen. Het boek bevredigd, net als Hungry Planet, de nieuwsgierigheid die ik heb naar de cultuur en de gewoonten van een ander. De foto’s zijn wederom, net als bij Nico Jesse, candid-achtig. Dat de foto’s interessant blijven zoals de avond zelf interessant moet zijn geweest, komt volgens mij doordat zij in series, per nationaliteit, door het boek geplaatst zijn. De foto’s lezen als een film en ik blijf betrokken bij het hele gebeuren rondom het eten. Foto’s links: Rotterdams kookboek

81


82


83


84


Nog een ander boek waarin verschillende mensen binnenshuis, aan tafel gefotografeerd zijn: ‘Domestic Landscapes’ van fotograaf Bert Teunissen. De foto’s zijn vanaf 1996 tot nu gemaakt in o.a. Nederland, België, Duitsland, Portugal, Spanje, Italië en Frankrijk. Bert Teunissen fotografeert de oudere Europeanen, de generatie die Europa na de tweede wereldoorlog heeft opgebouwd, in hun oorspronkelijke en eigen omgeving. Het zijn Europeanen die nog in het huis wonen waarin zij geboren zijn. Hij wilde zo zijn eigen ‘unroothedness’ tot uitdrukking brengen, schrijft Saskia Asser in het voorwoord. Teunissen fotografeerde wat hij aantrof. Prachtig vind ik het natuurlijke invallende licht in zijn foto’s die de mensen en hun omgeving nog een extra eerlijkheid geeft. In het voorwoord lees ik: “With a sense of loss Bert Teunissen seeks the light and atmosphere of his childhood home. When he was nine that house had to make way for a more comfortable modern one, that did not feel like home to the young Teunissen.” De oorspronkelijke Europeanen zijn door hem gefotografeerd in de kamer waarin ze hun meeste tijd doorbrengen. Dit is ook de reden waarom ik voor Bert Teunissen kies. Een aantal van zijn foto’s gaan, hoewel zijdelings, over eten. Enkele foto’s zijn genomen in de keuken, tussen voedsel. Ook in een aantal huiskamers vind ik op de tafel nog resten van een ontbijt of middagmaal. Foto links: Ruurlo #2 07/06/1999 12:25

85


86


Ze geven de sfeer weer waarin mensen met elkaar leven en eten. Elk tafereel straalt een bepaalde rust en vertrouwdheid uit die versterkt wordt door dat natuurlijke licht. Het leven van deze mensen draait om wat zich afspeelt in het huis en in die kamer. Media lijkt geen invloed te hebben op het leven van alle dag. De foto’s zijn een pleidooi tegen de globalisering en voor de goede oude tijd. Net als bij Menzels foto’s kom ik onwillekeurig de globalisering tegen. Met spijt constateert Teunissen dat door de globalisering authentieke manieren van leven verdwijnen en dat mensen die een sterke band met hun geboortegrond hebben, dreigen uit te sterven. “Globalization may benefit the economy at large, but often at the expense of valuable traditions and regional diversity. On his wanderings Teunissen has occasionally come across individuals who resist this trend and attempt to build a new life in the old way. Like the Spanish man, in the picture Monterroso #2 16/2/2005 13:33, who left a good job in Switzerland to set up a traditional butchery in his birthplace. He sits proudly with his family around the kitchen stove, the heart of the business, at his feet are large colored buckets filled with meat. “

Foto links: Montorosso #2 16/2/2005 13:33

87


88


In het voorwoord van het boek Domestic Landscapes schrijft Saskia Asser, curator van Huis Marseille, dat “Teunissen een fotograaf is die past in de Nederlandse traditie”. Een traditie die volgens haar de nadruk legt op het leven van alle dag en op de lichtval in een beeld zoals eerder bijvoorbeeld Jozef Israëls voor hem deed. Israëls schilderde boeren en vissers en bestudeerde de lichtval door deuren en ramen om de atmosfeer in een interieur te bepalen. Zijn schilderijen waren vervolgens weer een voorbeeld voor Van Gogh (1853-1890) die Asser verderop in het voorwoord noemt. “Van Gogh bestudeerde boerenvrouwen en wevers in schaars verlichte interieurs met als uitgesproken meesterwerk het schilderij de aardappeleters (1885).Uit van Goghs brieven kun je opmaken dat hij lang en zorgvuldig op zoek is geweest naar een goed beeld van de Brabantse boer in zijn omgeving. Hij experimenteerde voortdurend door de mensen anders te groeperen en te zoeken naar het juiste licht. Meer als honderd jaar later fotografeert Teunissen zijn mensen met een zelfde oog voor licht en positie”.

Foto links: La Alberca 13/06/2005 12:56

89


90


Ik ben blij ergens een keer de aardappeleters te kunnen noemen. Al eerder heb ik aan de aardappeleters gedacht. ‘Het’ beeld met etende mensen aan tafel uit mijn eigen ‘sub’cultuur. Ik vind het geen mooi schilderij, zelfs niet qua licht- dan wint Teunissen. Toch doet dit schilderij me veel. Wellicht omdat ik het een aantal malen heb gezien en me bekend voorkomt, of misschien omdat het door van Gogh gemaakt is en er arme hardwerkende Brabantse boerenmensen op staan, waar ik me soms verwant mee voel. Ik hoef alleen maar aan die oude keuken met mijn ooms en tantes te denken, het licht iets te dimmen en ik herken de setting. Vaag, geeft het me iets herkenbaars van mijzelf terug Net als een politieke partij of club, maar toch anders, minder duidelijk. Het werkt als een symbool voor mijn herkomst. In mijn geval voor hard werken, sober leven, niet zeuren en ook voor gezin en familie, ‘er wat van maken’. Die aardappeletende mensen passen wel bij mijn beeld van de Brabantse boer, die ik mis. Een beetje nostalgie is me niet vreemd. Vincent van van Goghs ‘De aardappeleters’ gaat niet meer alleen over eten in armoede maar over waar ik ooit vandaan ben gekomen voor de term globalisering überhaupt bestond.

Afbeelding links: De aardappeleters

91


92


Vierde dinsdag: ik 2 Oktober 2007 kom ik thuis in een leeg huis. Ik trek een prutje uit de vriezer, ontdooi het in de magnetron en bak er champignons bij. Alles in een grote pan. Ik gooi er nog wat parmezaanse kaas over want dan smaakt alles beter. Deze dinsdag had ik eigenlijk een afspraak om te fotograferen bij een gezin in Oisterwijk. Maar nooit eerder ben ik tijdens een onderwerp zo vaak door mijn modellen afgebeld. Gemiddeld duurt het 2 á 3 afspraken voordat er één werkelijk doorgaat. Of omdat de mensen het te druk hebben en zich vergist hebben in de drukte van de dag en een fotograaf tijdens het eten er eigenlijk niet meer bij kan. Of omdat ze het misschien toch, maar dat is speculeren, niet zo zien zitten. Hoe dan ook, vanavond eet ik thuis. Dinsdag is ook de dag dat mijn kinderen bij mijn ex eten en slapen. Het komt me meestal goed uit als ik op die dinsdag kan fotograferen want dan hoef ik geen extra oppas te regelen. Ook ontloop ik zo mijn stille huis. Ik heb geen kinderen gekregen om ze vervolgens een deel van de week te moeten missen. Liever ontloop ik daarom hun afwezigheid, die van mijn normaal bruisende en warme huis nu een koud hok maakt met een bank, een tafel en een televisie. Terwijl ik mijn prutje aan het eten ben, bedenk ik me dat ik vanavond bij mijn familie aan het eten ben.

Foto links: zelfportret met bord etend op de bank

93


Tenminste bij het gedeelte wat thuis is; ik! Waarom deze dinsdag niet ook fotograferen? Ik zet mijn dampende bord op de bank en pak mijn camera. Snel haal ik mijn statief en flitser. Ik stel scherp op het achterste kussen van de bank, daar moet mijn hoofd ongeveer komen te zitten. Ik stel de zelfontspanner in en het lampje begint te knipperen. Ik schuif op de bank, duw een lauwe hap in mijn mond en begin duidelijk te kauwen. Zo maak ik 4 foto’s. Na het eten kijk ik de foto’s terug. Ik lig in een scheur van het lachen op de bank. Zo dom heb ik mezelf nog nooit op de foto gezet. Steeds als ik uitgelachen ben zet ik het beeldschermpje weer aan en begin weer helemaal opnieuw te lachen. Hij kan op mijn blog, besluit ik. Hij is interessant vanwege het onderwerp en humoristisch.

94


Deel 5: ‘Broodje Jantje’; Eten op straat. “Jammer dat je zo’n zwaar aanzwellende boer niet kan fotograferen.” Otto Snoek Eind november stuur ik een mail naar Otto Snoek, een Nederlandse fotograaf die zich bezig houdt met het fotograferen van mensen in de publieke ruimte. In zijn foto’s komt eten op straat regelmatig voor. Al eerder heb ik gezegd dat ik op straat etende mensen interessant vind, maar ook ontzettend onsmakelijk. De foto’s van Snoek brengen me daarom in verwarring. Ik vind zijn gefotografeerde mensen grauw en vaak niet mooi met hun foute kleding en poses. De kleuren van zijn foto’s zijn grijzig gehouden en zien er niet ‘lekker’ uit. Het grijs van de straat lijkt te weerkaatsen op de passanten. Ook heeft Snoek zomerse foto’s van winkelstraten en pretparken met veel etende mensen die de fotograaf passeren gekleed in hun eigen vlees met hier en daar wat textiel in de vorm van een hemdje of een korte broek. In hun handen een hamburger of frietje. Het is eigenlijk té erg. Ik twijfel over de manier waarop ik naar zijn foto’s moet kijken: Sarcastisch en spottend? Ik moet er soms om lachen. Misschien toch alledaags realistisch? Of moet ik ze als aandoenlijk interpreteren?

95


96


Die etende mensen confronteren me met het gedrag van een soort waar ik ook toe hoor. Wat ik, eerlijk gezegd, helemaal niet wil weten. Niet voor niets vermijd ik de binnenstad op een koopzondag. Meestal voel ik me ‘simpeler’ in een drukke binnenstad omdat ik, mier in een mierenhoop, bij consumerende mensen ga horen. Op straat ben ik geglobaliseerd. Thuis nog niet. Daar voel ik me weer authentiek individu zonder afwasmachine, open keuken en air milespasje. Otto Snoek kiest er niet voor de schoonheid van de massa te laten zien, zat ik me te bedenken toen ik zijn site voor de eerste keer bekeek. Hij zoekt iets anders. Een documentaire fotograaf zo heb ik gezien de afgelopen jaren fotografeert toch vaak de schoonheid van het lelijke, of het lelijke van de schoonheid? Wie weet zit er toch een schoonheid in voor de fotograaf? Vandaar die mail, om Otto Snoek te vragen wat hem aantrekt in die publieke ruimtes en die mensenmassa’s. Wellicht ontdek ik iets nieuws.

Foto links: Otto Snoek, uit Eat this! (nog plaatsen)

97


98


Beste Otto, Na mijn vorige mailtje heb ik nog wat dingen nagezocht. Terwijl ik naar je site keek viel me, wederom, het enorme contrast op tussen jouw foto’s in de serie Neighbours en de overige foto’s die je gemaakt hebt van mensen in het publieke domein. Ik heb al een aantal uitspraken van je kunnen vinden over de huidige maatschappij en jouw ambivalente houding ten opzichte van bijvoorbeeld een veranderende stad als Rotterdam. Op je in-public pagina las ik: “the promise and the letdown of our modern way of urban life.” Mooie zin en zeker van toepassing op jouw fotografie. Een onderdeel van die veranderende cultuur is de manier waarop wij met eten omgaan, dat is meteen het onderdeel waar ik me voornamelijk mee bezig houdt. Het is voor mij gemakkelijker als ik eerst een beetje een idee heb hoe je werkt, vandaar deze eerste vragen: MVZ: Heb je van te voren een beeld in je hoofd? OS: Het is ‘gevonden vreten’. Ik ben de mening toegedaan dat de realiteit de fantasie overtreft. MVZ: Kun je iets vertellen over hoe je jouw locaties kiest? Foto links: Eat this! (nog plaatsen)

99


100


OS: Van de locaties moet ik het vermoeden hebben dat er wat te vinden is voor mijn gading. Daar waar veel mensen samenkomen; het liefst openbare ruimtes. MVZ: Hoe ga je ter plekke te werk? OS: Veel kijken, standpunten vinden waar ik vaker naar terug kan keren. MVZ: Kun je benoemen waar tijdens het fotograferen van mensen jouw voorkeur naar uit gaat? OS: Binnen het kader moet er zich een complexe samenkomst van elementen voordoen. Deze houdt zelden lang stand. Het is dan hopen dat deze zich ontwikkeld tot een climax, een climax die ik alleen kan zien. Vervolgens is het afwachten of mijn vinger aan de ontspanknop mee werkt. MVZ: Nu m.b.t. eten op straat: Mocht het nodig zijn wil je dan kort voorbeelden geven? Is eten vanaf het begin dat je de openbare ruimte ging fotograferen een onderdeel in je foto’s geweest of is dit er meer en meer ingekomen doordat buiten eten, consumeren, een onderdeel is geworden van de straat en jouw onderwerpen? OS: Zoals hier bovenstaand gebeurt er niet zoveel met voorbedachten rade. Wel waak ik voor een overdoses aan vreten, maar dan nog blijft het evident aanwezig. Foto links: Otto Snoek uit Eat This! (nog plaatsen)

101


MVZ: Het eten op straat lijkt door een bepaalde laag van de bevolking gedaan te worden, afgaande op kleding, kapsel, stijlen. Is dit ook zo? Wat is jouw ervaring? OS: Onze maatschappij is er één die aanstuurt op een voortschrijdende ontremming. Nu is het zo dat ik voortkom uit een grotere stad met een vrij homogene samenstelling waar dit soort ontwikkelingen weinig weerstand ondervinden. Het categoriseren naar voorkomen is verraderlijk, maar wel leuk. MVZ: Of heeft deze groep jouw voorkeur en kom ik andere lagen ook zo tegen, weliswaar op andere locaties OS: De zogenaamde volkse types stralen overal hier in Rotterdam. Ik heb een voorkeur voor tronies met een zweem van authenticiteit, soms vind ik een hoofdprijs, onversneden. MVZ: Eten op straat lijkt te suggereren dat we op straat “leven”. Hoe denk jij daar over? OS: De publieke ruimte is veroverd. MVZ: Wat vind je van eten op straat OS: Ik laat mij graag verbazen. Jammer dat je zo’n zwaar aanzwellende boer niet kan fotograferen. Gisteren mocht ik als passant de akoestiek ervaren van een naargeestig overdekt winkelcentrum in Capelle aan den IJssel.

102


Het is beter mijn moralistische standpunten buiten mijn fotografie te houden. MVZ: M.b.t. eten in de serie Neighbours: Kun je me uitleggen waar de serie vandaan komt? OS: Dit is in opdracht gemaakt van een Amsterdamse woningbouwcorporatie die de onderlinge religieuze verschillen van hun huurders zichtbaar wilden maken in een gratis verspreid boekje. Hiervoor bezocht ik een aantal gezinnen, soms verscheidene malen. Foto uit Eat this! MVZ: De serie is in contrast met je overige werk. Wat was de reden hiervan? OS: De foto’s zijn op de wijze gemaakt zoals ik de foto’s voor mijn familiealbum maak. Het fotowerk op mijn site is samengesteld uit vrij werk en opdrachtwerk. Deze alternatieve werk- en zienswijze waarbij ik mij meer conformeer naar mijn medemens heb ik voor mogelijke opdrachtgevers ook te bieden. MVZ: Misschien moet ik iets toelichten: Ik vind het een totale andere serie, veel warmer. OS: Het zijn de foto’s van het binnen. Gemaakt met dezelfde camera, met een andere voorkeur voor diafragmering en materiaal maar met een zachte verlichting.

103


104


MVZ: In de serie lijkt ook ruimte gemaakt voor gezin, gezinsverbanden, familiefeesten en religie. De foto’s ademen rust en tijd. De wereld draait door, maar binnen de vier muren van elk huis komt alles weer goed… OS: Oh, daar ben ik blij mee. Ik vind mijn familiefoto’s zelf inderdaad soms heel fijn. MVZ: Het lijkt een positief commentaar, terwijl de straatfotografie vaak veroordeeld. Wil je daar op reageren? OS: Die verdeeldheid vind ik terug in onze biotoop. Het zich binnen of buiten de privésfeer begeven is in verband te brengen met ons gedrag. De burenserie is bijna eenduidig van gesteldheid. Met de buitenruimte is dat toch complexer gesteld, een wereld op zich met ook onvoorspelbare en dubbelzinnige factoren. Mijn zienswijze hierop heeft een kant die de ruimte geeft deze als ontluisterend op te vatten. Deze lijkt veelal vergezeld te worden met het component humor. Dat moet ervoor zorgen dat het alles dragelijk blijft.

Foto links: Eat this! (nog plaatsen)

105


106


MVZ: In 2006 is het boek Eat this! uitgegeven, met hierin 22 door jou gemaakte kleurenfoto’s. Over Eat this! staat bij bol.com geschreven: “Iedereen moet naar buiten om aan voedsel te komen. Buiten als publiek domein, wordt gedefinieerd “als die plaatsen waar een uitwisseling tussen verschillende maatschappelijke groepen kan plaatsvinden en ook daadwerkelijk plaatsvindt”. In Eat this! worden aanbevelingen, ideeën en visies ontwikkeld die voor beleidsmakers, exploitanten, retailconsulenten, ontwerpers en architecten een inspiratie kunnen zijn.” Kun jij in je eigen woorden vertellen wat jouw bedoeling bij dit project is geweest en hoe je dit gedaan hebt? OS: Het betreft een willekeurige reeks beelden uit archief die een plaats hebben toegewezen gekregen door architect Maurice Nio & kornuiten. Van zijn straatfoto’s word ik onrustig. In de trein, in de stad, ik herken mijzelf nooit in mijn stadsgenoten. Ik herken al die shoppende mensen ook niet op foto’s als onderdeel van mijn subcultuur of groep. Ik voel me een vreemde wanneer ik naar consumenten of foto’s van consumenten kijk. Alsof ik eigenlijk wil dat het niet bestaat. Maar, zit ik me nu lezend af te vragen, wat zit ik te zeuren over mensen die buiten op straat eten? Foto links: Neighbours (nog plaatsen)

107


108


Otto Snoek bevestigt een beetje wat me al een tijdje opvalt; de voortschrijdende ontremming in onze maatschappij. Met dit verschil dat hij het schijnbaar een fascinerend schouwspel vindt en zich maar wat graag laat vermaken. Ook valt me op hoe hij een duidelijke scheiding aanbrengt tussen het publieke domein en het privé terrein, waarbij hij het publieke domein beschrijft als iets wat je draaglijk moet maken. Ergens doet het me denken aan een uitspraak van thuis; “De dingen zijn zoals ze zijn.” Ik had het alleen nog niet zo bekeken. Dat kan ik natuurlijk ook nog doen? Niet te bang zijn. Als het dan toch zo is, kunnen we ons zelf maar beter vermaken? Misschien is dat het? De serie Neighbours, op zijn site aangeduid met “nine different religions orientated families in Amsterdam” vergelijkt hij met zijn eigen familiealbumfoto’s. Ik word schijnbaar ‘getriggerd’ door dit soort beelden; mensen in huis bij elkaar met binnenvallend of warm licht. En geen flits. Opvallend vind ik zijn uitspraak over die serie. Hij noemt het ‘Een alternatieve werk- en zienswijze waarbij hij zich meer conformeer naar zijn medemens.’ Interessant dat hij zich, in opdracht, binnenshuis conformeert en buitenshuis niet. Dat zegt iets over hoe hij privé terittorium van de ander ervaart en hoe hij buiten, ieders territorium, ervaart. Ik herken het. Foto links: Neighbours (nog plaasen)

109


110


Ook Otto Snoek is een candid-achtige fotograaf. Hij fotografeert wat hij ziet en laat zich graag verrassen door de omgeving. De Neighbour-foto’s zijn, net als bij Polhuis, duidelijke en geordende foto’s geworden. Helemaal anders dan zijn straatfotografie waarin veel in één en hetzelfde beeld gebeurt. Bijna alles in de twee fotografievormen is in conflict met elkaar. Het individuele staat tegenover het massale. Het grote tegenover het kleine. Druk tegenover rustig. Langzaam staat tegenover snel. Hedonisme tegenover religie. Tederheid tegenover ruwheid. Het gaat alleen allemaal over dezelfde mensen. We moeten allemaal eten en allemaal de stad wel eens in. Nu had ik een paar weken geleden een bijzondere ontmoeting op straat. Om nog iets meer materiaal voor deze scriptie te zoeken wandelde ik, tussen pauzerende studenten door naar een ander gebouw. Op straat liep een etende man van ongeveer mijn leeftijd. Omdat ik mijn camera bij me had vroeg ik hem of ik hem etend en lopend mocht fotograferen. De man lachte enigszins verlegen maar vond het goed. Lopend naast hem, keek ik door mijn lens naar het etende gezicht van een vreemde man. Dit was de eerste keer dat ik zoiets deed.

Foto links: etende man op straat, onderwijsboulevard oktober 2007

111


De man liep nogal snel en het was moeilijk scherp stellen. Ik nam twee foto’s. Door het fotograferen van die etende man, voelde het even alsof ik hem al jaren kende. Het voelde zowaar ‘intiem’. Ik werd op straat diegene die zich verlegen voelde en ik stopte met kijken door de camera. ‘Dank je wel’ zei ik tegen de man. ‘Als het iets is moet je het me maar mailen?’ ‘Oké.’ De man noemt zijn achternaam zodat ik zijn mailadres kan opzoeken. Ik vind de twee foto’s niets, omdat ze rommelig zijn. Wel vind ik interessant, wat ik voelde toen ik door mijn camera naar een vreemde etende man keek. Ik realiseer me vanaf dat moment dat ik alleen goede bekenden heb mogen fotograferen aan tafel en dan meestal tijdens een bijzondere gelegenheid. Kerst, oud en nieuw of een verjaardag. Door de week fotografeert iemand zijn partner niet boven een bordje eten. Er moet een reden zijn. Eten en fotograferen is op de een of andere manier dubbel intiem.

112


113


114


Van Jan mag ik het enorme boek getiteld ‘Martin Parr’ van Vall Williams lenen. Samen met mijn kinderen heb ik me doodgelachen om de kostelijke foto’s van de Engelsen en hun gewoontes. Ik lees: “He has made a comedy about the food we eat, the clothes we wear, the places we go.” Het boek begint met sfeervolle zwart wit foto’s van Yorkshire. Zijn eerste nog vriendelijke foto’s worden door kleur en onderwerp verderop in het boek ruwer en platter. Parr fotografeert in kleur wat hij vies, lelijk, komisch, aandoenlijk of verbazingwekkend vindt; dus eigenlijk alles wat menselijk is. Zijn Engelsen herken ik, hier in Nederlandse als ik ‘s middags op de trein wacht of als ik in de stad loop. Mensen op straat, etend, lopend en kijkend. Zich niet bewust van hoe hun gedrag er op een foto uit ziet. “Throughout his photographic career, Parr has returned to the portrayal of the British eating in public, creating a comedy of manners and social exposure. From the finger food at a conservative party fête, to the consumption of fast food on the move. He has sensed and exploited the Britsh uneasiness with food (....)” Foto links: New Brighton, Merseyside, from ‘The Last Resort’, 1983-6

115


116


Martin Parr geniet evenals Otto Snoek van de situaties die hij tegenkomt. Een stukje verder in het voorwoord lees ik; “Parr attacks what demeans us by making fun of it. (...) Ordinary British people began to demand higher standards in catering, and realized that eating out could be an affordable, relatively classless part of everyday life. Photographing there, Parr learned some important cultural and photographic lessons. He learned that people in restaurants have a certain vulnerability. They are choosing, waiting, expecting. They are performing a private function in a public space.” Vaak schrik ik van zijn foto’s. Hoe is het mogelijk dat mensen zich zo gedragen? Eigenlijk ook té erg. Neem de ijssalon vol met Engelsen. Aan de andere kant van de provisorische balie wachten kinderen en pubers op hun ijsje. Een jongen staat, met in zijn handen twee hoorntjes gevuld met groen ijs, te wachten tot hij af mag rekenen bij de verkoopster. Het gaat ze niet om de verkoopster. Het gaat ze om het ijs, en wel zo snel mogelijk. Aan de uitstraling van de verkoopster kun je zien dat ijsverkoop lopende band werk is, waar je schouders van gaan hangen. Er is geen eer aan te behalen. De vrouw is gefrustreerd. De foto is sneu, herkenbaar en komisch tegelijk. Ook ik ga op een warme dag in de rij staan voor ijs, en graag zo snel als mogelijk. Het maakt me niet uit wie het verkoopt. Foto links: New Brighton, Merseyside, from ‘The Last Resort’, 1983-6

117


118


Ik herken wat Parr fascineert als hij tussen vreemde mensen in de publieke ruimte fotografeert. Een aantal jaren geleden fotografeerde ik voor een tweedejaars opdracht op straat. Vlak naast een winkelcentrum, tijdens een koopzondag, zie ik een frietboer bijkomen in zijn frietkar terwijl zijn vrouw nog hard staat te werken. Onverstoorbaar blijft hij zitten met zijn sigaar in de hand. Voor de frietkar staan etende mensen. Ik fotografeer de man tussen de etende mensen. Die onderuitgezakte man achter die etende mensen met inderdaad hun mond open, had echt iets hilarisch.

Foto links: koopzondag op de westermarkt

119


120


Vijfde dinsdag: Toon en Marlies. Een stel wat ik nauwelijks ken heeft toestemming gegeven te fotograferen. Ze wonen samen in een appartement, hartje Tilburg. Het is een sfeervol appartement met een heel simpel keukenblokje in de ruimte. Het keukenblokje staat vol met pannen. Toon heeft verse erwtensoep voor Marlies en mij gemaakt. Ik besluit naderhand te eten en vraag hen ook om niet voor mij te dekken zodat ik kan fotograferen hoe zij samen eten. Tijdens het eten vraag ik, terwijl Toon en Marlies in gesprek zijn over hun werk, of ik op de plaats van Toon mag gaan zitten. Ik schuif op zijn plaats recht tegenover Marlies. Ze moet zo min mogelijk van haar houding en gezichtsuitdrukking veranderen, zodat de camera in feite haar gesprekspartner en tafelgenoot wordt. Dit lukt aardig.

Foto links: Toon en Marlies aan tafel in hun appartement

121


122


Deel 6: Wisselende contacten; eten met die en die en die. Met Peter Menzels foto’s in het achterhoofd scharrel ik door een bibliotheek vol fotoboeken. Ik zoek naar subculturen, of in ieder geval naar fotografie van etende mensen die iets meer met elkaar verbonden zijn. Ik moet zoeken naar wat meer intimiteit. Verschillende afbeeldingen ben ik tegengekomen van mensen, etend, maar geen van de gevonden eetfoto’s bleek genoeg intimiteit te bevatten. Ook tijdens het wekelijks fotograferen van mijn etende kennissen, kon ik hen niet betrappen op enige intimiteit. Er was niets kleins, niets ontwapenends in de verschillende gezinnen of groepen. Ik zag geen persoonlijke en onderscheidende momenten bij hen aan tafel. Het was alledaags, vertrouwd wellicht en daarom voor hen intiem misschien? Maar voor mij als fotograaf waren er geen intieme kenmerken die de moeite van het vastleggen waard waren. De intimiteit zit hem dus meer in de samenstelling aan tafel, dan in het gedrag rondom eten, veronderstelde ik. Mijn foto’s vond ik interessant omdat ik erbij was geweest en contact had gemaakt. Maar zoals in een doorsnee familiealbum, niet interessant als beeld. Het bleef saai.

123


124


Ik besloot meer algemeen zoeken naar datgene wat intimiteit overbrengt in fotografie, want dat was wat ik miste. Ik kom terecht bij Bertien van Manen. In het voorwoord van haar boek ‘A hundred summers, a hundred winters’ (1994) schrijft Ryszard Kapuciski over van Manens tocht door Rusland: “She has taken her own personal route by which she has arrived at the most inaccessible of places-the homes of ordinary people- in order to show us how millions of Russians live and sleep, what they eat, what they look like in their everyday life; in their flats, at their tables, in their beds (...) In these cluttered, dark and simple interiors live people, who rarely smile, who lack confidence, satisfaction and optimism.(...) Through her excellent photographs and her inquiring and humanistic temperament, Bertien van Manen shows that there exist at least two Russias. There is the official, imperial and external Russia, and the one within, the hidden, the poor Russia of the anonymous, ordinary people of whose existence Bertien van Manen’s moving and revealing album tells.” Bertien van Maanen fotografeert weliswaar in een ander land maar fotografeert bij mensen thuis, in hun privé situatie en komt eetmomenten tegen. Ze blijft niet bij één familie of gezin, maar reist langs families en groepen. In haar boek staan prachtige foto’s van gewone Russen. Foto links lappendeken van snapshots die aan de binnenflap van haar boek te vinden is.

125


De Russen zijn in hun huis- en slaapkamers gefotografeerd.Ik zie een wereld die ik totaal niet ken. Het is wel Europees, maar anders. Ik kom niet veel in slaapkamers van anderen. In Rusland word je wellicht vaker met andermans bed geconfronteerd door de kleine behuizing en de armoede. Op de foto’s staan behoorlijk wat tafels met eten, drinken, glazen, rotzooi. Het lijken op foto’s van een leuke avond met die en die en die. Je voelt de verledentijd er door heen druppelen. De foto’s zijn gemaakt als bewijs dat je met die en die en die was. Omdat jij je die avond, met die mensen, zo graag wil blijven herinneren. Doordat een aantal foto’s binnen zijn gemaakt en er geflitst is lijken het familiealbum foto’s. Bertien van Manen heeft in deze foto’s de Russen gefotografeerd alsof ze één van hen is. Ze heeft bijvoorbeeld intieme momenten vastgelegd zoals omhelzingen, tederheid, kameraadschap, eenzaamheid, samenzijn en dronkenschap. Ze heeft op de juiste afstand zoals familie’s en vrienden elkaar fotograferen; als een herinnering aan een moment, niet als esthetische objecten. Ze heeft geflitst net als wij doen tijdens het kerstmaal. Ze heeft geposeerde foto’s, zoals deze Russen zijn, klaar voor een feestje. Zulke foto’s hebben we allemaal.

126


Met mijn tafelgenoot deel ik wellicht mijn dagelijkse beslommeringen, mijn gedachten, mijn gepeins voordat ik een nieuwe beslissing neem. In elke periode trek ik op met vrienden die op dat moment het beste passen bij wie ik dan ben. Er zijn overeenkomsten tussen mij en mijn intieme vrienden. Met wie ik op een foto aan tafel zit, zegt daarom iets over wie ik ben op dat moment.

127


128


Zesde dinsdag: Zerline en Lieve, Weer een week later ga ik bij Zerline eten, een meisje van 19 met een dochtertje van 1 jaar . Zerline woont alleen met haar dochtertje in een appartement aan de rand van Tilburg. Ze vraagt me of ik mee boodschappen wil doen. We moeten ons wel haasten want haar dochtertje Lieve moet snel eten. Samen rijden we op de fiets naar de supermarkt, in het donker. Zerline praat over het opvoeden van haar dochtertje, haar opleiding en haar leven alsof ze jaren ouder is dan 19. Vrij snel na onze kennismaking ga ik fotograferen. Haar levensloop en visie vind ik fascinerend en ik probeer te weten te komen hoe ze het hoofd boven water houdt, hoe ze met de biologische vader van haar dochtertje om gaat, hoe ze haar leven verder ziet en wat ze voor haar dochter Lieve later wil. We eten de kikkererwten soep tegelijkertijd. Af en toe pak ik mijn camera om een foto te maken. Het lijken dezelfde foto’s als ik bij Toon en Marlies alleen zit ik werkelijk tegenover haar. Ik heb geen andere standpunten geprobeerd en ben ik niet van mijn stoel af geweest. Het had een interview kunnen wezen, waarbij ik zowel interviewer als fotograaf ben.

Foto links: Zerline geeft Lieve een hap

129


130


De keuze om alleenstaanden en hun eten te gaan fotograferen, iets waar ik in de weken hiervoor stevig over heb nagedacht, blijkt misschien een hele goede te zijn. We worden niet afgeleid door een derde partij in de ruimte. Zowel het gesprek als het fotograferen gaan goed omdat ik me kan concentreren. Zerlines dochter Lieve krijgt af en toe een hap en wat aandacht maar zit tijdens ons gesprek rustig te eten. Deze rust en concentratie blijkt voor mij beter te werken dan al die gezinsverbanden.

Foto links: Zerline

131


132


Maar hoe zit het met eten en intimiteit? Het boek van Bertien van Manen opent met een foto van een oudere man, alleen, aan een gedekte tafel. Er moet nog gegeten worden. De tafel is gedekt voor negen mensen. Hoe lang zit opa al te wachten? Op tafel staan twee mandjes met brood en drie borden gevuld met iets anders. Het lijkt me allemaal wat weinig. Of is de rest nog in de keuken bezig en komt de grote pan met vlees nog binnen? Onder de foto lees ik “Tbilisi, Georgia 1993 Grandfather” Opa zit in gedachten aan het hoofd van de gedekte tafel. Hij staart het beeld uit. De grootvader kijkt niet vrolijk, eerder ongelukkig. Ik voel een enorme eenzaamheid. Rechts in de hoek hangt een foto van een wat oudere vrouw. Deze vrouw kijkt je wel aan. Van Manen schrijft; “Leila, also an architect, lives with her husband, parents-in-law, great-ant and young son in a large aristocratic house in the middle of town. There is no central heating, and it gets bitterly cold in winter. We sit around a big oval table in the dinning room for tea and patato cakes. Grandfather, at the head of the table is served first.” Schrijnend zo’n gedekte tafel met maar één mens wat wacht op zijn tafelgenoten.

Foto links : Tbilisi, Georgia 1993 Grandfather (nog plaatsen)

133


Ik stel me zo voor wat er op de foto had gestaan een kwartiertje later: Iedereen zit aan tafel, iedereen eet. Het brood wordt doorgegeven. Opa was bezig geweest met zijn eten en niet met zijn gedachten. Van Manen heeft er voor gekozen de man alleen aan tafel te fotograferen, en niet omringd door zijn familie. Mijn opa en oma, ouders van mijn moeder, zijn twee jaar geleden overleden. De laatste jaren van hun leven hebben zij doorgebracht in een serviceappartement in Maastricht. Ze keken uit op de Sint Pietersberg. Mijn opa keek elke dag, vanuit zijn stoel naar de berg. Mijn oma maakte af en toe een koffie voor hen allebei, maar lag meestal op de bank te lezen of te puzzelen. Het ontbijt maakten ze nog zelf, ook de boterhammen ’s avonds maakten ze zelf. Maar hÊt moment van de dag was het warme middageten. Klokslag twaalf uur stonden de mensen van de keuken met dienbladen warm eten voor de deur. Allebei keken ze hier naar uit; het warme eten. Opa zat om tien voor twaalf klaar aan de eetkamertafel, tien minuten te vroeg, om zijn dienblad in ontvangst te nemen. Rond de middag hoefden we niet te bellen. Eten werd een hoofdzaak.

134


Hoe lang heeft Bertien van Maanens ‘opa’ daar gewacht? Ik bedenk me hoe het moet zijn als het leven zijn energie heeft verloren, als je oud en moe bent, niet meer gelooft in nieuwe dingen en je elke dag opnieuw moet ondergaan. Je wordt oud, je doet niet meer echt mee, de taak zit erop. Je schuift aan want je hebt honger. Eindelijk mag je dan gaan eten, een vreugdevol moment in de kleurloze dag. Op tafel twee mandjes brood en drie bordjes met wat anders. Je hebt hoe dan ook je familie nog. Verderop in het boek vind ik een foto van drie jonge mensen aan een tafel. “Shachunia 1993, Eva, Sasha and Alosha.” De mensen eten iets roods uit kleine glazen schaaltjes. Bij het vierde schaaltje zit even niemand. Het meisje Eva en de jongen Alosha schijnen wat overvallen door de camera. Beiden kijken op. Sasha, in het midden eet, onverstoord door; zijn duim in een zwachtel. Alosha is gestopt met eten. Hij rookt een sigaret. Eva kijkt, met open mond op vanuit haar glazen bakje. Haar wangen zijn duidelijk roze van de rouge. Haar ogen zijn glimmend blauw opgemaakt. Het gezicht is erg wit. Haar mond glimt. Het heeft iets ordinairs. Weer zo’n foto die we allemaal wel in ons album hebben.

135


136


De foto als herinnering aan toen met die en die; de avond met Sasha en Alosha. Weet je nog. Alosha dronk altijd wodka, meestal deden Sasha en ik gewoon mee. We hielden van de rode bessen compote met appel. Soms was hij op, dan namen we iets anders. Op zolder, heb ik ook een verzameling foto’s met mensen die eten en drinken waar ik tussen zit. Die foto’s vertellen dat ik met deze mensen meer gedeeld heb dan zomaar wat gesprekjes of een snel moment. Ik vond het toen belangrijk die foto’s bij te bestellen en mijzelf in die groep terug te zien. Herinnering aan die tijd en context, zodat ik kan laten zien met wie ik omgegaan ben. Eigenlijk een bevestiging van mijn eigen sociale positie. De ene foto van Bertien van Maanen bevestigt de eenzaamheid, de andere de kameraadschap. De foto van ‘Opa’ blijft me intrigeren en heeft de andere foto’s in het boek niet nodig. Hij stemt tot nadenken. Een foto als van Eva, Sasha en Alosha herken ik, vind ik interessant omdat ik gezichtsuitdrukkingen kan bekijken, maar liever had ik daar aan tafel gezeten. Eenzaamheid aan tafel communiceert ook over intimiteit, zie ik. Over verlies ervan.

Foto links: Shachunia 1993, Eva, Sasha and Alosha (nog plaatsen)

137


138


Ik kom opnieuw bij Martin Parr terecht omdat ik enig inzicht wil krijgen in sociale posities en wat daarvan zichtbaar is in gedrag en eten. De ene groep hanteert andere etiquette als de andere. Parr fotografeert verschillende Britse sociale lagen in de jaren ’80 en ‘90. In zijn reeks “The cost of living” uit 1986 kiest hij voor de Engelse middelklasse in de periode van Tatcher. In “The last resort” fotografeert hij de Engelse onderklasse. Over de ‘upper-middleclass ‘ staat in zijn boek ‘Martin Parr’; “the upper-middleclasses there were easy to read: they were mostly white, mostly of the same generation as Parr himself. (…) The people Parr sets out to photograph in this great satire of English life, were the professionals, the man and women with solid jobs in the National health service or in the top ranks of education, who holidayed in Tuscany or the Dordogne; careful, thoughtful people who usually voted Labour. While in New Brighton (‘the last resort’) Parr had looked for children, groups of women, cigarettes, litter, burger bars, crowds, concrete and decay.” Interessant vind ik dat je in zijn foto’s een groot verschil van klassencultuur ervaart. Waar in de ene laag een gezin friet eet aan het vervuilde strand van New Brighton, staan in de andere sociale laag mannen en vrouwen welgemanierd met elkaar te praten tijdens een party in de tuin. Foto links: Martin Parr uit the cost of living; the party

139


140


De kleding, kapsels, het servies en de wijnglazen met pootjes suggereren een totaal andere maatschappelijke status. Fascinerend vind ik hoe de omgeving van deze mensen het beeld van die klasse ondersteunt. De omgeving als een jas die een bepaalde klasse aantrekt. Beide klassen zijn me vreemd, maar Parrs foto’s fascineren me enorm. Ik kan me een beetje voor stellen hoe het is om in die klasse te leven. Parrs foto’s tonen een hele gebeurtenis en zijn interessant juist omdat het vreemd voor me is. Een laag bepaalt wat je eet vermoed ik. ‘Mijn’ laag eet, zoals je hebt kunnen zien in een paar van die eetfoto’s; ’s ochtends ontbijtgranen, ’s middags een broodmaaltijd, ’s avonds warme maaltijd. Waarschijnlijk als je doorvraagt kom je uit op één keer in de week friet en elke dag een stuk fruit, want daar denken we nog gemakkelijk aan omdat onze kinderen klein zijn. Op brood eten we kaas, vleeswaren, pindakaas of hagelslag. Sandwichspread is uit. Op feestjes serveer je niet alleen toast met Franse kaasjes, nee, ook koop je bijzonder stokbrood of brochetta’s, goede olijven, tapenade en pepadews gevuld met roomkaas.

141


142


Eiersalade kan echt niet meer, ook niet als je hem zelf hebt gemaakt. De warme maaltijd kan een eenpansmaaltijd zijn zoals nasi, spaghetti of macaroni. Een enkeling experimenteert met een Indiaas gerecht. Andere warme maaltijden zijn een paar keer in de week aardappelen vlees groenten. Favoriete groenten zijn sperziebonen, broccoli en spinazie. Één keer in de week vis en in de winter vaker een stamppot. Iets halen als je geen tijd meer hebt om te koken mag wel, maar dan friet of pizza. Chinees kan wel maar gebeurt minder, ook weer vanwege de kinderen. Uit eten als je moe bent mag trouwens ook. Tijdens de schoolvakanties mag het allemaal wat gemakkelijker en wordt er vaker friet of pannenkoeken gegeten. Kinderen mogen als het warm weer is elke dag een ijsje. Kant en klaar maaltijden kopen kan in mijn laag overigens echt niet, dat doe je alleen als je single bent en geen kinderen hebt. Kant en klaarmaaltijden hebben een verschrikkelijke reputatie. Volgens ons zit er geen smaak aan en zit er alleen maar troep in. Mocht je wel kant en klaar kopen dan laat je eigenlijk zien dat je niet alleen geen tijd, maar ook geen geld, geen creativiteit en geen eigenwaarde hebt. Snoepen mag, een beetje. Koffie en alcohol mogen, met name de alcohol pas als de kinderen in bed liggen. Sigaretten roken doe je alleen maar op een feestje.

Foto links: Mariska één dagje gezond

143


Deel 7: Moeder dekt de tafel; familie Een warme maaltijd Een boerderij, afgelegen van het dorp Geel, blauw en roze, maïs en schemering Een groot raam met vitrages kijkt uit naar de achterkant Een laag aanrecht met vies groene kastjes, metalen werkblad Tapijttegels, donkerdennennaaldgroen, prikken in mijn sokken Een ouderwetse schouw waar een wit gasfornuis onderstaat, gordijntjes aan de schouw Een klein leeslampje boven de gaspitjes. Boven de tafel hangt er een Grote pannen, oranje afzuigkap, aardappeldamp Het is druk bij het aanrecht, een paar tantes helpen oma mee. In het midden van de grote keuken een witte keukentafel die elke avond uitgetrokken wordt aan beide kanten Overallen, stinkend naar de stal. Een onverstaanbaar gebed, 2 minuten tik.. tik.. tik.. tik.. tik.. tik.. tik.. Melkmeisje van Johannes Vermeer, in kruissteekjes. Één bord, één vork, een lepel, één mes per persoon.

144


12 diepe borden in totaal Overal familieleden met gesloten ogen en gevouwen handen Ik snap eigenlijk niet zo goed wat bidden is? Ssssst. Soep, elke dag vers, aardappelen, vlees, groente, appelmoes, saroma of pap uit glazen flessen. Jus met room . ssssst! Naast me twee grote ooms die in snel tempo hun bord leeg eten; eten met één lepel. Lege gedeukte pannen. Een lange onsmakelijke boer. Sporen van de jus, aardappels, appelmoes en saroma in m’n bord. Een oom prikt steeds met zijn kromme vinger in mijn zij, aan de andere kant van de tafel schiet ook mijn broertje wel eens van zijn stoel omdat ze hem aan het plagen zijn. Na het eten ruimen de tantes op. Ze schuiven stoelen aan. Ze doen de afwas.

145


146


Op het internet vind ik de fotoalbums van Amerikaans fotografe en winnaar van de Aperture Portofolio Prize 2007, Jessamyn Lovell. Haar site opent met een confronterende foto van haar familie; haar moeder, haar broer, haar twee zussen en Jessamyn zelf. Na deze homepagina heeft elk familielid een eigen album met foto’s gemaakt door zus Jessamyn. Jessamyn Lovell begon met het fotograferen van haar familie rond 1999. Zelf zegt ze: “My passion for photography drives me to take what chaos surrounds me and make art. My family has been a source of stress, frustration, anxiety, and guilt for many years. As much as I love all of them dearly, they each have their own ways of contributing to those emotions. Through photographing the chaotic crisis of their everyday life, I feel somehow closer to them. The dynamic is strange: I love them, they love me, yet we can not live with each other. My family has consistently, without pause, experienced physical strife and emotional turmoil from the moment my father left. For me to go back, willingly, into that atmosphere from which I fled and to witness what I will never be able to change or help, is not only frustrating but overwhelms me with a feeling of helplessness.

Foto links: familiefoto Jessamyn Lovell

147


148


This work is a poem of sorts in the form of a photographed journal. It is a description of not only what my eye sees, but what my senses feel before, during and after I take each picture. I smell the mildew, hear my sisters screaming at each other and the animals crying, and taste the gritty well water when I look into the images. I feel myself returning to the farm I came from, and the life I lived before growing away from that place that was so traumatic but which molded me into who I have become.� Ik vind haar hele site bijzonder. Kijkend naar haar familiefoto kan ik me voorstellen dat de fotografe worstelt met haar herkomst. Lovell heeft een wat volkse bagage. Geen pianolessen, geen talenknobbel, een vader die ooit vertrokken is. Zijn vertrek bepaalt nog steeds de sfeer in huis. Ze heeft een overlevingsmechanisme gevonden; fotograferen en ze verbindt zich met haar familie door tegelijkertijd afstand nemen. Bij Lovell is ook nog onmiddellijk zichtbaar dat er vraagtekens zijn; het gezin leeft op de grens van armoede, kampt met overgewicht en gezondheidsproblemen. De familiefoto straalt weinig levensvreugde uit, de lelijkheid fascineert. Ik kijk, niet op RTL 4 dit keer, maar via familiefoto’s mee met een reality-slide-show van de Lovell clan. Soms een klein drama, soms mooie momenten.

Foto links: Klare with eggs

149


150


Lovell fotografeert eerlijk door die afwisseling. Ze werkt candidachtig en maakt gebruik van natuurlijk licht. Ze dramatiseert niet maar registreert en die registraties zijn soms confronterend en schaamteloos. Misschien gaat ze toch wat grenzen over. Ik weet het niet. Het is ineens zo’n machtsmiddel, die camera. In een interview vertelt ze dat haar moeder haar altijd gesteund heeft tijdens het project, omdat ze schijnbaar begreep hoe belangrijk het voor de dochter was deze foto’s te maken. De interviewer vraagt Lovell hoe vreemden reageren op haar beelden. Lovell vertelt dat ze pas sinds kort in de gaten heeft hoe kwetsbaar de beelden haar maken, doordat de beelden zo gedetailleerd zijn en toegankelijk via internet. De meeste reacties zijn positief. Mensen herkennen aspecten van haar worsteling en daar gaat het haar om. Ik twijfel een beetje. Veel foto’s had ik, in haar positie, niet zomaar gepubliceerd, juist vanwege schaamte, of soms gewoon omdat je iemand van wie je houdt tegen de buitenwereld wilt beschermen. Haar foto’s grijpen me wel aan en raken me dieper dan bijvoorbeeld de foto’s in het familiearchief van Polhuis.

Foto rechts: Klare with cereal

151


Lovell fotografeert eerlijk door die afwisseling. Ze werkt candidachtig en maakt gebruik van natuurlijk licht. Ze dramatiseert niet maar registreert en die registraties zijn soms confronterend en schaamteloos. Misschien gaat ze toch wat grenzen over. Ik weet het niet. Het is ineens zo’n machtsmiddel, die camera. In een interview vertelt ze dat haar moeder haar altijd gesteund heeft tijdens het project, omdat ze schijnbaar begreep hoe belangrijk het voor de dochter was deze foto’s te maken. De interviewer vraagt Lovell hoe vreemden reageren op haar beelden. Lovell vertelt dat ze pas sinds kort in de gaten heeft hoe kwetsbaar de beelden haar maken, doordat de beelden zo gedetailleerd zijn en toegankelijk via internet. De meeste reacties zijn positief. Mensen herkennen aspecten van haar worsteling en daar gaat het haar om. Ik twijfel een beetje. Veel foto’s had ik, in haar positie, niet zomaar gepubliceerd, juist vanwege schaamte, of soms gewoon omdat je iemand van wie je houdt tegen de buitenwereld wilt beschermen. Haar foto’s grijpen me wel aan en raken me dieper dan bijvoorbeeld de foto’s in het familiearchief van Polhuis.

152


Ze draagt een te felgekleurd t-shirt en een korte broek. Haar veel te grote buik kun je goed bekijken, dus dat doe ik. En ik kijk verder. Het is eigenlijk toch het moment die me het meeste aanspreekt. “Klare with eggs” heeft door het licht en haar gezicht schoonheid. Simpele, eenvoudige momenten, daar heb ik het wel mee. Dit stukje in mijn eigen werk maakt me het meest onzeker. Wie zit er nou te wachten op foto’s van mensen thuis, aan tafel of in hun keuken terwijl zij de meest simpele dagelijkse handelingen doen? Ik fotografeer geen oorlogen, wantoestanden, bruiloften of reclameobjecten of documentaires over uitstervende oerwouden. Ik zoek mensen die mij iets vertellen over hoe het is om gewoon te leven. Ik zoek iets aardigs, iets kwetsbaars, iets wat me verbaast. Eigenlijk iets nieuws in het doodgewone. Mijn familie Mensen die, alleen, op het station eten, vind ik het toppunt van eenzaamheid. Zij delen geen intimiteit. Niet alleen deel je het eten niet. Ook je tijd deel je niet. Een paar jaar geleden zag ik, tijdens het programma zomergasten een fragment van de documentaire “our daily bread”. Een film die laat zien hoe ons westerse voedsel geproduceerd en verwerkt wordt.

153


154


Eigenlijk is mijn fascinatie voor eerlijk eten, maar ook de afkeer voor zorgeloos consumerende mensen daar boven komen drijven. Ik vond de documentaire erg schokkend. Mijn eerste foto’s met als thema “Aan tafel” volgden een paar maanden later. Daar zag ik hoe mensen bewust en onbewust allerlei keuzes maken over hun eten. In die tijd veranderde ik zelf van eetpatroon. Ik wilde niet meer elke dag vlees eten. Ik wilde meer vis eten omdat dit gezond is. Ook wilde ik meer betrokkenheid bij mijn voedsel hebben door het zelf te verbouwen. Mijn voedsel mocht niet slecht, ongezond of oneerlijk zijn. Ik koos voor meer groen en minder plastic, niet meer met mijn bord op schoot en zo vaak als maar kan thuis eten. Met een vriendin schreef ik me in voor een volkstuin. Mijn opa was boer, mijn vader heeft altijd zijn eigen groenten verbouwd, zij waren altijd met het verbouwen en bereiden van voedsel bezig geweest.Het voelde goed het heft weer in eigen handen te nemen. We kregen een perceel toegewezen van honderd vierkante meter. In het begin gingen we elke zondag de hele dag naar de tuin. Als herboren kwam ik na zo een zondag weer thuis, vies van het donkere zand, met de frisse buitenlucht nog in mijn neus. Onze kennissen lachten ons uit. Wij waren idealistisch en soft, maar ook vertederend.

155


In het begin gingen we vaak, Eva en ik, en we hadden het veel over het eten, terwijl we de bonen in de grond stonden te duwen. Hoe meer ik met eten bezig was, hoe meer ik besefte dat wat ik met eten wilde me van alle kanten onmogelijk werd gemaakt omdat de wereld zo niet meer werkt. Mijn idealen isoleerden me. Ik stond er vaker alleen voor. Was ik een product in een supermarkt geweest dan was ik allang uit de schappen gehaald en vervangen door iets wat beter verkoopt. De Albert Heijn in Tilburg is een van de grootste en meest luxe van heel Nederland. In het midden van het filiaal staat een computer met touchscreen waar je op alfabet kunt zoeken naar het product dat je hebben wilt. Navigatie in de supermarkt. De computer verwijst je naar de juiste gang, want het zijn er heel erg veel. Dit scheelt je tijd in het doolhof. Bij binnenkomst moet ik eerst door de bekende metalen klaphekjes. Meteen rechts van me zie ik een enorme koelvitrine met vier lagen. Laag 1, laag 2, laag 3 en laag 4. Naast de vitrine hangen folders over “menu samen stellen”. ‘1+2+3+4 ‘ heet het. Wat je ook kiest uit laag 1, je kunt het altijd combineren met iets wat je kiest uit laag 2, vervolgens kies je iets uit laag 3 en tot slot kies je wat je maar lust uit laag 4. Je gooit alles bij elkaar in de pan en er komt altijd iets uit wat smaakt. Heerlijk. Op de folder prijkt een foto van een trendy gezin.

156


Zo’n mooie jeugdige moeder, lachend. Vader achter het kookeiland, met een koekenpan in de lucht alsof hij jongleert. Kinderen lachend van plezier bij hun ouders. De foto is prachtig van kleur. Ik heb zo’n kookeiland en zo’n vent niet. In laag 1 liggen de pasta’s die je kunt kiezen, in laag 2 de verschillende voorgesneden vullingen voor in een saus. In laag 3 de sauzen, in laag 4 de soorten vlees voor in de saus. Ik begin mij af te vragen hoe slim een consument nog wil zijn. Alsof ze het tegen een stel schapen hebben? Op een zaterdagavond sta ik met een tante ( ze is verschrikkelijk leuk, dus vol schaamte typ ik verder) te kletsen op een bruiloft. Mijn tante vertelt me dat ze die avond zó heerlijk hebben gegeten. “Van de Albert Heijn! Je weet wel, waar je uit vier lagen moet kiezen.” “Dat meen je niet!” laat ik me per ongeluk ontvallen. “Ja, dat doen wij heel vaak. Lekker en gemakkelijk joh!” “Hoe kan het?” Bedenk ik me. In die afgelopen maanden hield ik het vol om juist niet kant en klaar te kopen, maar steeds vers te blijven koken, ook al had ik weinig tijd. Ik ben een uitzondering waarschijnlijk. “Zeg Ingrid.” Vraag ik haar, “mag ik jouw avondeten eens fotograferen?”

157


158


Tijdens de bruiloft besef ik me maar al te goed dat ik degene ben die van een andere planeet komt en maar niet met al de trends mee wil. “Geloof me, als je zelf een stamppot maakt past er meer gezond spul in de pan dan de Albert Heijn je in zijn pakketjes mee geeft!� Nee, niet echt een geweldig gespreksonderwerp tijdens een bruiloft.

Foto links: ?

159


160


Zevende dinsdag: Alphons Nu ik weet hoe confronterend alleen eten kan zijn besef ik beter hoe moeilijk het is om iets leuks van je maaltijd te maken. Veel alleenstaanden eten elke dag alleen. Ik kom in contact met Alphons, een vrijgezelle man van begin 40. Hij is docent. Op de avond dat we een afspraak hebben belt hij ‘s middag af, omdat hij moet overwerken. In een sms-bericht maak ik hem duidelijk dat het erg belangrijk voor me is dat onze afspraak wel doorgaat. “Je moet toch eten?” sms ik hem. “Hoe doe je dat dan als je overwerkt? Zeg maar waar je eet en ik kom er wel naar toe!” Rond etenstijd krijg ik een berichtje terug dat hij om half negen in een Grieks cafetaria gaat eten. Ik maak die avond flitsfoto’s van een man die aan de bar friet met gyros, mayonaise en koolsalade eet. Ééns in de week eet hij hier in cafetaria “Rhodos”. Iedereen kent hem. Hij voelt zich thuis. Ik eet niet mee en zit naast hem op een kruk. Alphons houdt zich graag bezig met de overige klanten in het cafetaria en met het meisje achter de bar. “Leuk om naar te kijken.” Zegt hij erover. Na een aantal Griekse biertjes komen er wat gesprekken los over zijn vrijgezellenbestaan, over zijn leerlingen en over wat hij zoekt in een eventuele partner. Ik vraag Alphons of hij het ongemakkelijk had gevonden als ik hem thuis, alleen etend had gefotografeerd?” “Ja, dat moet ik echt niet!” knikt Alphons. Foto links: Alphons met twee andere mannen etend aan de bar.

161


162


Deel 8: Ontbijtje op zondag; gezin IngrediĂŤnten: Morgen, Een huis aan het kanaal Verlang om terug naar bed te gaan met mijn kleren aan Een gele tijdloze keuken. Keukenkampioen Kleine stekjes op de vensterbank van het keukenraam De keukenvloer is vies van frietvet Het aanrecht, fineer maar met een mooi kleurtje, opgeruimd, Een waterkoker, water. Philips 2 kinderen die, net wakker, wachten aan een ovale tafel, stoelen, precies op de goede hoogte, Gekoelde boter, smeerkaas, melk en yoghurt, onze Amerikaanse koelkast, Muesli uit een pak, huismerk, 1 kommetje, Italiaans design, 3 plastic bekers in verschillende kleuren, Ikea Een mes, een theelepeltje, een lepel, Ikea Een theezakje rooibosthee, 2 boterhammen, Weinig tijd eten, kammen, wassen, tanden poetsen met een sesamstraattandenborstel

163


164


Al aan het begin van mijn onderzoek vond ik het boek Märchenstüberl van de Duitse fotograaf Jeurgen Teller. Ik vond het een fascinerend boek, eigenzinnig, bijzonder, soms intiem en er zaten eetfoto’s in. Maar ik kon zijn fotografie op de een of andere manier niet in mijn verhaal passen. Tot vandaag. Lopend naar huis, hongerig en mijn hoofd nog vol van de tekst over Jessamyn Lovell schiet me ineens te binnen dat Teller ook zijn familie fotografeert en publiceert, maar dan in een boek. Ik herinner me ineens de foto van zijn moeder weer met een stuk worst in haar mond. Het portret is van dichtbij genomen. Met een hand verbergt zijn moeder haar mond, misschien zit er nog een hap in. De worst zit tussen haar duim en wijsvinger, tot de mond leeg is en de volgende hap erin kan. Tellers moeder kijkt het beeld uit; schaamte, in gedachte, of probeert ze de worst weg te slikken. De hand verbergt wat ik niet mag zien. Gek toch, hoe mensen niet mogen zien hoe je eet. De foto op zich heeft niets intiems. De kleuren zijn hard en het flitslicht heeft de lijnen hard gemaakt. Moeder kijkt weg. Geen contact. De worst geeft de hele foto nog wat extra ranzigheid. Het doet me een beetje denken aan het onteren van iemand. Tegelijkertijd is het enorm intiem als je een vrouw met een worst in haar mond mag fotograferen. Het is niet de foto, maar het feit dat je mag fotograferen wat intimiteit verleent. Foto links: Moeder met worst (nog plaatsen)

165


Helemaal in het begin van mijn onderzoek dacht ik nog dat ik etende mensen best kon fotograferen, terwijl zij een hap namen. Gewoon proberen. Misschien wordt het wat? Of misschien moeten kijkers er gewoon aan wennen en valt het na verloop van tijd wel mee met dat onaantrekkelijke? Of wie weet vinden we zoiets wel mooi als we er maar vaak genoeg naar gekeken hebben? Dat hoopte ik. Na een aantal weken fotograferen weet ik nu beter. Kijken naar een etend mens, dat niet je eigen kind is, went niet. Ook mijn etende moeder hoef ik niet in beeld. Tegenover haar eten vind ik geen probleem als ik zelf aan het eten ben. Het eten en kijken wisselt elkaar af en schept een band. Anders vind ik een stilstaand beeld van een dierbare die een hap neemt. Tijdens het nemen van een hap vervormt elk gezicht zich op een vreemde manier. Eten maakt een mens onaantrekkelijk. Een open mond bijvoorbeeld, waar nog een vork of lepel voor hangt, is geen feestje.

166


Op het internet lees ik een artikel over Juergen Teller. Ik ben nieuwsgierig geworden naar een andere foto in zijn boek. Het is een foto met daarop zijn levenspartner Venetia Scott en hun dochtertje Lolla aan de ontbijttafel. Het is een ontwapenende foto die bij een andere fotograaf vast in het familiealbum terecht was gekomen. Om deze foto’s heen staan nog meer privéfoto’s in het overzichtsboek. Zoals een foto van Venetia die hoogzwanger een wiegje in de buitenlucht schildert en een foto van blonde haartjes die boven de lakens uitsteken. Even verderop een foto van een in elkaar gezakte Venetia langs de rand van de weg. In het werk van Teller tellen zijn privé foto’s schijnbaar even hard mee als zijn opdrachtwerk. Ik google op de namen. Teller heeft de modefotografie in de jaren ’90 vernieuwd door ‘grunge-achtig’ te fotograferen. ‘Grunge’ betekent in zijn werk; geen perfecte schoonheden, geen perfecte belichting. De kleding is in ‘grunge’- modefotografie ondergeschikt aan het model en vaak is de kleding maar wat bij elkaar gezocht. Het draait om de persoonlijkheid en de kwetsbaarheid van het model. Het draait om instinct, thuis of op locatie. Bedenker van deze nieuwe stijl blijkt Venetia Scott, zijn partner. Zij zet Teller op dit spoor. Na een aantal jaren goed verdienen gaan de Tellers het rustiger aan doen en in een landhuisje wonen. Rustig werkt hij door aan zijn eigen fotografie. Werken in opdracht doet hij nog maar twee keer per jaar.

167


168


De interviewer van het internetartikel vraagt zich af; “Has he therefore mellowed?” “Well at first glance one would have to say yes. For a start, many of the pictures are taken in the country. Quite a bold move for a photographer who is very much, imbued with the chaos of urban living in the best tradition of some of Germany’s great artists. But also the subject matter; is there anything more cheesy than pictures of your pregnant partner? The subject may not be original but Teller’s approach certainly is, and in the image reproduced here, he is very much in his element. His partner Scott is not looking cutey-cute; she is looking quite vulnerable, but defiant and beautiful at the same time, possibly she doesn’t even want her picture taken at that particular moment; it is all quite ambivalent, maybe even somewhat voyeuristic. It also could be a fashion shot for knickers and even sandals and lends further credence to Teller’s assertion that he is first and foremost a photographer and therefore there is no strict demarcation between personal and commercial work and between fashion photography and any other type of image making. Teller: “‘I like to leave things to chance, if everything is planned just so then it becomes tedious for me and the models, it is all about instinct, smell and feeling.” Foto links: Venetia en lolla aan de ontbijttafel; uit märchenstüberl (nog plaatsen)

169


170


Ondertussen weet ik, ook door het internet, dat de relatie tussen Teller en Scott over is. De foto van de ontbijttafel is al die tijd in mijn hoofd blijven hangen, ik werd er steeds een beetje warm van. Hij komt mij bekend voor. Het is zo’n moderne tegenhanger van de foto die Nico Jesse heeft gemaakt, of in ieder geval een vakantievariant. Ik vind hem liefdevol en mooi. Tegelijkertijd vond ik hem, toen ik het boek voor de eerste keer bekeek, te gewoontjes voor mijn scriptie. Inderdaad het gaat hier over eten, maar de foto was me weken geleden nog te alledaags. Met zo’n foto in mijn scriptie kan ik het net zo goed over mijn eigen kinderen gaan hebben? Of over mijn moeder? Die tref ik het meeste aan mijn eettafel. Daar heb ik zelf ook nog een intimiteit bij. Ergens midden in Märchenstüberl, een snoepje van een foto, dit keer niet over eten; een overbelichte foto van een bosje kinderharen wat boven de lakens uitsteekt. Er zit een glans op deze haren van het licht. Het is een liefdevolle foto uit de categorie privé foto’s, wezenlijk anders intiem als het portret van zijn moeder. Licht op kinderhaartjes, zo’n foto heb ik thuis ook. Elke keer weer word ik warm van die goudblonde haren van mijn jongste dochter die door het zonlicht geraakt worden. Ik heb de foto in haar plakboek geplakt, omdat ik dacht dat hij tot ons privé domein behoorde.

Foto linksboven: blonde kinderharen uit mijn familiealbum Foto linksonder: blonde kinderharen uit Märchenstübler (nog plaatsen)

171


Teller brengt me aan het twijfelen waar mijn privĂŠ domein als fotograaf nog is. Misschien moet ik toch maar eens wat schuiven met mijn grenzen tussen privĂŠ en werk.

172


Intiem: = Lat. Intimus= het meest naar binnen gelegen, diepst, innigst, diep in iemands binnenste gelegen van strikt persoonlijke aard van strikt vertrouwelijke aard huiselijk, van vertrouwde personen, privĂŠ-leven gezellig, knus met iemand naar bed gaan Intiem in de vorm van sfeer Intiem in de vorm van onthullend Intiem was het moment dat ik deelde met de gefotogrfeerde

173


174


Deel 9: Samen uit en thuis; eten in familiealbums In 1990 ben ik op kamers gegaan. Ik was 20. Na een paar maanden vroeg ik aan mijn moeder of ze niet een foto had waar wij met zijn vieren opstonden. Ik wilde graag een familiefoto in mijn studentenkamer. Mijn vader, moeder en mijn broer moesten erop staan en als het even kon ik ook. Op een zondagmiddag heb ik al onze familiealbums doorzocht. De eerste gezinsfoto die ik tegen kom, blijkt uit 1978. Hij is gemaakt voor mijn eerste communie. De pastoor wilde een gezinsfoto. Mijn aardappelschillende oma kreeg een pocketcameraatje in haar hand geduwd en maakte een foto. Mijn vader, moeder, broer en ik vallen nog net niet van de foto af. Het is een beetje een portret van het behangetje geworden met vier mensen onder in de hoek. Ik vond bij het zoeken dat deze foto toch te lang geleden was gemaakt om in mijn studentenkamer te hangen en zocht verder, m.n. in onze vakantiefoto’s. We hebben albums vol blauwe zee, portretten in zomerkleding, natuurschoon en straatbeelden. Ook onze zelfgebouwde blauwe camperbus is vaak gefotografeerd. Uiteindelijk vind ik nog één foto waar mijn vader, moeder en broer samen op staan. Ik heb de foto zelf gemaakt tijdens een vakantie in Jugoslavië.

Foto links: eten op een terras in Jugoslavië

175


We eten buiten in een steegje een pizza op het terras. Mijn broer zit met zijn rug naar me toe. Mijn vader steekt net op dat moment een stuk pizza in zijn mond. Klik. Ik besluit dat dit mijn familiefoto dan maar moet worden en trek hem uit het album. “Mam, deze wordt het.” “Laat eens kijken...” “Nou, Maris.. moet dat nou...kun je geen andere foto zoeken... Aah nee... Hè jesses.” Al zou ik willen schuiven met mijn grenzen. Dan heb ik nog te maken met de grenzen die mijn familienormen me op leggen. Mijn familie, de mensen met wie ik eet, is mijn groep. Er bestaat een verschil tussen foto’s van een professionele fotograaf over zijn familie en de privé foto’s in een familiealbum. De vorm is anders. De keuzes en opmaak zijn anders. De kwaliteit van de familiefoto’s door professionals is beter dan de gemiddelde familiefoto en er zitten wederom foto’s in die in een normaal familiealbum zouden ontbreken omdat ze te confronterend, pijnlijk of onthullend zijn. Tot slot, zit er meestal een lijn in de foto’s; er zit een verhaal in de publicatie.

176


Nederlandse familiealbums hebben een bepaalde vaststaande vorm. In mijn album staan foto’s van mijn geboorte, babyfoto’s, mijn eerste verjaardag, eerste bezoekjes aan speeltuin, Efteling en strand, bij Sinterklaas op schoot, sneeuw of schaatsen, mijn eerste kinderfeestje, vakanties, klassenfoto’s, verhuizing, nieuwe klassenfoto’s groepsfoto’s bij een familiefeest, weer wat vrijetijdsfoto’s en af en toe een portretje. Kijk ik in het polhuisarchief dan kom ik ongeveer dezelfde momenten tegen. In het voorwoord geschreven door Frits Gierstberg vind ik ook meer informatie over onze familiealbums: “Immers, van ziekte, eenzaamheid, de dood en ander ongeluk maken wij vrijwel geen foto’s, laat staan dat we ze inplakken. Maar behalve dieptepunten in het leven, staan ook de hoogtepunten er vaak niet in. De momenten waarop we ons echt gelukkig of blij voelen zijn vaak ook de momenten dat er helemaal geen camera in de buurt is, of geen fotograferende vader, of ze zijn gewoonweg niet fotografeerbaar; de eerste zoen, het weerzien van een goede vriend of de ervaring van het lezen van een goed boek bijvoorbeeld. De foto’s in ons album, kortom, vertellen vaak maar het halve verhaal-of nog minder. (….) Vaak herkennen we in albums van anderen de situaties, momenten en rituelen uit ons eigen familieleven. Zoveel verschillen we immers niet van elkaar.

177


De foto’s die Leo Polhuis van zijn gezin maakte zijn wat de onderwerpen betreft ook niet veel anders dan die andere vaders doorgaans net de camera vastlegden; verjaardagen en andere feestdagen, de vakantie, de barbecue, opa en oma op bezoek, de hond en de nieuwe auto. Maar Polhuis, die werkzaam was in een kartonnage fabriek, had een meer dan gemiddeld oog voor de compositie, lichtval en kadrering. Zijn fraaie kleurenfoto’s zijn buitengewoon aantrekkelijk qua opbouw en kleur. De taferelen lijken échter dan écht. Of preciezer nog; het lijken schouwspelen. Polhuis creëerde voor de lens van zijn camera een geïdealiseerde wereld, waar alles een even opgeruimde indruk maakt. Toeval schijnt er niet te bestaan. Foto’s uit een familiealbum worden vaak geassocieerd met de snapshot met de niet artistieke, vaak zelfs wat klungelige opnamen van de van welke esthetische ambitie dan ook gespeende amateur, die niet meer wenst dan dat het door hem gekozen onderwerp (zoontje-lief aan het voetballen) erop staat – ongeacht of het resultaat onscherp is, of scheef, er een vinger half voor de lens zit of dat de buurman net het beeld in komt lopen. Die snapshotstijl associëren we behalve met onschuld en spontaniteit ook met echtheid, intimiteit, persoonlijke ervaringen en herinnering. Maar hoe vaak is niet al gebleken dat de dingen die ons het meest ‘natuurlijk’ en vanzelfsprekend voorkomen, vaak het sterkst gecodeerd zijn, dat wil zeggen: bepaald door cultuur en traditie.

178


Binnen het ‘genre’ van de familiefotografie komt een professionele aanpak zoals bij Polhuis zelden voor. Professionele fotografen aan de andere kant, laten maar zelden de foto’s zien die zij van hun gezin maken. Ook bij hen gaat het per slot van rekening om privébeelden, dus waarom zouden ze daarmee naar buiten treden?” Waar denk ik aan bij het begrip eten? Aan thuis. Eten doe je thuis. Linda Roodenburg, schrijfster van het Rotterdams kookboek zegt hier over: “Wat we al lang wisten werd bevestigd: samen eten is de beste manier om vriendschappen te sluiten, familiebanden te verstevigen en het leven te vieren. Niet door op te scheppen (...) maar goed en lekker te koken voor dierbaren, eettradities in ere te houden en nieuwe uit te vinden.” Eten hoort bij je persoonlijke ervaringen en herinneringen en is daarom het meest natuurlijke en tevens sterk gecodeerd zegt Gierstberg. Is dat wellicht waarom foto’s van etende mensen me vaak oninteressant voorkomen?

179


180


Deel 10: ieder zijn keuze; eten met je dierbaren De band met jezelf is de band met je voedsel. Samen eten versterkt mijn relatie met anderen. Ik kan niet met eten omgaan zoals ik wil zonder relaties met anderen te verliezen. Tierney Gearon kwam ik tegen tijdens Paris Photo 2006. Ik heb er een uur over gedaan om het hele boek, “Daddy where are you” - over het samenleven van de fotografe met haar psychisch zieke moeder en kinderen - door te nemen. Nog steeds vraag ik me af waarom ik het boek niet gekocht heb. Haar boek raakt me omdat ik mee mag kijken in haar privéleven. De scheiding tussen familiealbum en een publicatie lijkt klein in haar werk. Het brengt me ook weer op andere, nieuwe gedachten; alles en iedereen is, ook weer voor iedereen, interessant. Privé is toegankelijk geworden; privé is feitelijk geen privé meer. Gearon zegt hier over: “Yes, but if you’re proud of yourself, whether it’s a stranger or a friend, what difference does it make? You’re not baring your soul, they’re just photographs. They’re not of your first kiss with your boyfriend.”

181


182


In het voorwoord lees ik dat Gearon het fotograferen nodig had om met haar pijn en frustraties om te kunnen gaan. Haar hele leven had ze een moeder willen hebben die voor haar zou zorgen. Zij zorgde echter, al van jongs af aan, voor haar moeder. Door de relatie met haar moeder te fotograferen werd ze, schrijft ze, opnieuw volwassen en kon ze haar eigen ontwikkeling beter begrijpen. In bijna elke foto in het boek zie ik de psychisch zieke moeder, op veel manieren gefotografeerd. Altijd vreemd gekleed, soms ook naakt. Haar moeders blik verraad een bepaalde waanzin. Het boek vertelt mij iets over de vrijheid van deze vrouwen, omdat moeder zich niet bewust is van de vreemdheid van haar gedrag en dochter de vrijheid neemt het te fotograferen. De moeder wordt een heel bijzonder mens in dit boek. Het huis, de omgeving en het huishouden hebben een enorme inspirerende energie en prachtige kleuren. Gearon kreeg een aantal jaren geleden veel publiciteit omdat zij beelden van haar naakte kinderen exposeerde. Je zou kunnen zeggen dat ze lak heeft aan wat kan en mag. Zelf noemt ze zich “out of the box”; altijd opererend buiten de gestelde kaders. Rondom de expositie van haar foto’s ontstond een hele heisa. Uiteindelijk kon ze haar werk toch exposeren.

Foto links: Tierney Gearon, uit Daddy where are you.

183


184


Gearon schrijft dat haar foto’s vooral een levenshouding zijn en daarom geen familiefoto’s zijn. Tot mijn verbazing blijkt dat Gearon, anders dan bijvoorbeeld Lovell en Teller, haar foto’s wel eens ensceneert. Haar ideeën, zegt ze, komen uit de dagelijkse werkelijkheid, maar voor ze gaat fotograferen zorgt ze ervoor dat het ‘decor’ en zijn ‘attributen’ zoveel mogelijk in orde zijn. Omdat ze weet waar haar moeder en kinderen gevoelig voor zijn, gaat de rest vanzelf. Het hele boek ‘Daddy where are you’ zorgde in Parijs voor een knoop in mijn buik. De foto’s vertellen me hoe zij is en hoe haar moeder is, of in ieder geval hoe ik denk dat ze beiden zijn. Net als bij Polhuis heb ik wat ruimte voor een eigen interpretatie. Anders dan bij Martin Parr komen sommige zaken me bekend voor, als uit mijn klasse, maar zijn andere zaken ook nieuw. Er ontstaat een voor mij interessante mix. En het licht is prachtig. De foto’s zijn buiten gemaakt en ook dat geeft een foto ‘lucht’. Elke foto afzonderlijk, ook degene waarop moeder eet vind ik intiem en open en integer. Elke foto, eetfoto of niet, kan ik daarom omarmen.

Foto links: Tierney Gearon, uit ‘daddy where are you?’

185


186


Er ligt een enorm vertrouwen tussen moeder en dochter in de foto. Het legt nadruk op de familiebanden die er bestaan, ontdaan van alles, en de invloed die generaties op elkaar hebben. Één jaar geleden kreeg ik van Ingrid, mijn gemakkelijk kokende tante, een boek te leen over systeemtherapie. Een methode die de samenhang en invloed van verschillende generaties op elkaar onderzoekt. “Iván Böszörménayi-Nagy grondlegger van de ‘contextuele systeemtherapie’beschouwt de relatie van de mens met anderen als een relatie over verschillende generaties, die lasten en mogelijkheden aan elkaar overgeven. Hij spreekt vaak over de balans van geven en nemen. Therapie is volgens Nagy zich bewust worden van de (verstoorde) loyaliteit en het proberen een zeker evenwicht te herstellen. Ook de term ‘destructief recht’ is voor Nagy belangrijk. Ouders hebben volgens Nagy de neiging hun eigen onrecht (wat hen aangedaan is tijdens hun jeugd) op hun kinderen te verhalen. Men poogt door therapie dit destructief recht om te buigen tot het verdienen van recht..” (wikepedia) Een foto als die van Gearon, waarbij een kleinkind gevoed wordt door haar grootmoeder laat me daar weer over nadenken.

Foto links: Tierney Gearon, uit ‘daddy where are you?’

187


Ik realiseer me dat het privÊ leven fotograferen, op een andere manier als doorgaans voor een familiealbum gebeurt, moeilijk is en dat ik me als fotograaf, mocht ik me daar meer mee bezig gaan houden, moet afvragen wat ik daar dan in naar voren wil laat komen. Moet het klein? Moet het gaan over mijn jongste dochter die zich steeds weer opmaakt en vlucht in haar eigen wereldje, of over mijn oudste dochter die vaak boos is om kleine dingen en zelf niet goed snapt waarom. Moet het gaan over de context waarin zij opgroeien en waar zij vandaan komen? Een persoonlijk verhaal grijpt mij meer aan dan een algemeen verhaal over tendensen. Nog beter wordt het, vind ik, als een tendens zich uitdrukt in de foto’s van iemands leven waardoor het persoonlijke en de tijdsgeest bij elkaar komen. Zoiets als die gebroken gezinnen. Dat is geloof ik wel tijdsgeest. Nog een tijdsgeest. Uit onderzoek blijkt dat 52% van de Nederlandse gezinnen met het bord op schoot voor de televisie eet. Heb ik dit verschijnselen al in beeld gezien vroeg ik me af? Er zijn veel reclames te bedenken waarbij buiten en niet aan tafel wordt gegeten. Meestal gaat het dan om tussendoortjes en ijs, nog niet om warm eten.

188


Bij de warme maaltijd overheerst toch dat klassieke beeld; een gezin zit aan tafel en eet. Vader, moeder, kinderen, tafel met een lamp er boven. Gezellig! In de volkskrant magazine van 27 oktober jl. verschijnt tijdens het schrijven van mijn scriptie, een fotoreportage van fotografe Marijn Scheeres. Over mensen die voor de televisie eten. De fotoreportage heet “Happen en zappen”. In de begeleidende tekst staat; “Twee op de drie Nederlanders eet regelmatig met het bord op schoot, het liefst tijdens het zes uur journaal. Bron: TV kijkonderzoek door televizier, eind augustus 2007.” Bij elke foto staan gegevens die op de foto slaan. 17.37 uur, Wie? Vader Jan Bultman(46), dochter Denise (16), dochter Kimberly (14), moeder Jolanda (41), dochter Dominique(6), pleegzoon Marco(7), buurjongen Tommie (5) en pleegzoon Joshua (6) Wat eten ze? Hutspot met worst. Hoe vaak eten ze voor de tv? Meestal één keer per week op zaterdag. Wat kijken ze? Als de kinderen het voor het zeggen hebben de tekenfilm totally spies, als het aan vader Jan ligt ‘eigen huis en tuin’, gevolgd door het nieuws.” 8 pagina’s gevuld met etende mensen. Ik baal wel. Ik dacht er de laatste week over alleenstaanden te fotograferen met hun eten op de bank voor de televisie. Dit leek erop.

189


190


Als alleenstaande eet je vaker voor de televisie dan wanneer je met meer mensen bent, leek me. Als wij met meer mensen eten zet ik de televisie uit. Wat me in de foto het eerste opvalt, is de jongen rechtsvoor die net in een stuk rookworst bijt. Links nog een kind wat aan een stuk worst hangt. De vader zit achteraan, op de bank en kijkt wat duf naar beneden. Moeder en de zusjes zijn niet goed zichtbaar omdat ze allemaal achter een ander kind zitten of afgesneden zijn. Volgens mij heeft de fotografe een stevige lamp meegenomen bij deze klus en de lamp steeds achter de televisie gezet zodat het licht altijd in de gezichten van de televisiekijkers schijnt. Jammer, geen candid. Alle pannen staan nog op de salontafel. De afstandsbediening ligt ertussen. Veel informatie over de context krijg ik niet van de foto omdat de omgeving nauwelijks een rol speelt. Het draait om de gezinsleden. Het gezin lijkt compleet. Omdat de jongen zo duidelijk eet en het licht zo fel en koud is, krijgt het eten voor de televisie in dit gezin iets onaantrekkelijks. Na Testut en Polhuis een nieuwe visie op de onze eetcultuur.

Foto links: Happen en zappen, familie Bultman door Marijn Scheeres (nog plaatsen)

191


Aan tafel gebeurt iets Ik woon samen met mijn twee kinderen. Voor de geboorte van mijn oudste dochter had ik mijn buurvrouw vaak ‘s middags aan tafel zien zitten met haar dochtertje. Altijd, rond het middaguur zaten die twee, in mijn ogen heel gezellig aan tafel, een boterhammetje te eten. “Dat wil ik ook.” Dacht ik. En dat heb ik ook altijd gedaan. Tot grote frustratie van mijn kinderen want zij zitten liever voor de televisie, met hun bord op schoot. Toch geloof ik in dat samen eten. Gisteren hadden we het nog over hoe alle mannetjes- en alle vrouwtjes dieren heten, vanmorgen over hoe de zon opkomt. Met mijn handen als vuisten heb ik laten zien hoe de aarde om de zon draait. Een week geleden had mijn oudste vragen over Anne Frank. Leg maar eens uit wat het jodendom betekent, dan moet je van al die andere religies ook iets uit leggen. En wie is Hitler eigenlijk? Wie heeft er dan geklikt en gezorgd dat Anne Frank gevangen werd genomen? Zelf heb ik het meeste geleerd aan tafel. Het sociale beleid van onze regering werd besproken, nieuws, achtergronden, familieroddels en discussies over of ik nu wel, of niet, mijn kamer netjes had opgeruimd.

192


De laatste tijd hebben we het met zijn drieën, ik en mijn dochters, over ons nieuwe huis, waar het staat, wat ze graag in hun kamer willen, welke kleur die kamer moet worden en meer van die dingen. En ze mogen pas van tafel als we alle drie klaar zijn. Terug bij de foto van de familie Bultman eet ik bijna mee met deze vreemde mensen op de opengeslagen spread voor me. Nee, niet mijn sfeertje. Ik stoor me, niet alleen aan de etende jongen rechtsvoor, maar ook aan het licht in de foto. Hoewel deze mensen ‘voor de televisie eten’ misschien als gezellig ervaren, zie ik geen band tussen de mensen onderling. Net als bij Otto Snoeks ‘Eat this!’ foto’s ervaar ik een geen contact met de mensen in beeld. In de overige foto’s in de reeks valt ook het licht bij de mensen op het gezicht. Erg fel licht. Nu weet ik ondertussen dat etende mensen mooi of sfeervol fotograferen niet gemakkelijk is. Die moeilijke omstandigheden ben ik ook tegengekomen. We eten tegenwoordig allemaal ’s avonds warm. Nu, in de winter betekent dit binnen warm eten. Voor een goede foto van etende mensen heb ik steeds nog extra licht nodig gehad om geen bewogen foto’s te krijgen. Ik had Scheerers foto’s graag mooi willen vinden, maar kan er nu niet zoveel mee. Het blijft een beetje plat. Wat eten voor de televisie misschien ook wel is; een beetje plat.

193


194


Zevende dinsdag: Alleenstaanden in de Mensa. Twee keer rijd ik naar de Mensa van de Universiteit in Tilburg. Door Alphons ben ik gaan nadenken over de soort plekken waar alleenstaanden eten. De eerste plek is thuis natuurlijk. Een andere mogelijkheid is aanschuiven bij vrienden. Nog een andere mogelijkheid is onderweg eten, bijvoorbeeld bij een pompstation, dan heb je dat eenzame eetmoment onderweg al gehad. Ook kun je eten bij zoiets als een mensa, het zelfbedieningsrestaurant van de universiteit; goedkoop uit eten in een grote kantine. In de mensa ontmoet ik studenten die boven hun boeken en laptop, met hun bord ernaast, snel een maaltijd gebruiken om geen tijd te verliezen. Een paar tafels verderop kom ik iemand tegen die er heel nadrukkelijk voor kiest alleen te eten. Het blijkt een verzorgd geklede dakloze zonder duidelijke verslavingen met een bord spaghetti. In recordtempo eet hij zijn bord leeg. De man kijkt links van hem wat in een krant die is blijven liggen en vertrekt weer. “Ik houd niet van samen eten.”

foto links± `Ik houd niet van samen eten.`

195


196


Een paar tafels in de ruimte vallen op omdat daar oudere mensen dan studenten met elkaar eten. Een vrouw uit een van die groepjes staat op en vraagt wat ik doe. Ik vertel haar dat ik eetgewoontes van mensen fotografeer. De kleine, stevige en wat onhandige vrouw vindt het interessant en ik krijg haar visitekaartje. Ze is fiscaal juriste. “En wat doen jullie hier?” Vraag ik haar. “Wij eten twee keer in de week met elkaar want dat is fijner dan alleen eten.” Zegt de vrouw. Ze neemt me mee naar haar tafelgenoten en ik stel me aan hen voor. Het zijn vier mannen en nog een vrouw. In het gezelschap in ieder geval een econoom, een filosoof en een theoloog. Dit groepje eet al jaren samen, elke dinsdag en elke donderdag. Allemaal vrijgezel. “Vroeger was het groepje groter.” Vertelt de econoom. “Maar door een woordenwisseling is er een splitsing ontstaan en zijn er nu twee groepjes. Elke dinsdag en donderdag sms-en wij elkaar of we er zijn. Als we met zijn vieren zijn gaan we aan een rechthoekige tafel zitten, als we met meer zijn nemen we zo’n ronde.” “Eten jullie altijd hier?” vraag ik. De borden zijn leeg waardoor ik niet kan zien wat ze gegeten hebben. “Heel soms spreken ze wel eens af bij ‘de Pollepel’ (een soort gaarkeuken voor daklozen). De kwaliteit van het eten daar is veel beter. Er wordt ook minder gefrituurd, maar de mensen die daar eten vinden we onverzorgd, waardoor we bij de mensa blijven komen. Maar het eten is hier slecht hoor!” foro links: Eten in de Menza

197


198


Een week later vind ik nog een clubje. Dit keer met maar twee mannen. Het zijn waarschijnlijk niet de types die snel een vrouw vinden, maar ze zijn vriendelijk. Een van de mannen blijkt al in de zeventig te zijn en komt, sinds zijn vrouw is overleden zo’n acht jaar geleden, hier. Hoewel ze het naar hun zin lijken te hebben, heeft het samen eten in die grote mensa toch iets triests.

foro links: Eten in de Menza

199


200


Deel 11: eten met mijn dierbaren; mijn album Een moment, verleden tijd, mooie kleuren, lucht, lelijkheid, een afbeelding Nee, niet meer dierbaar Echt dierbaar is verleden tijd

Ik twijfel tussen het fotograferen van alleenstaanden en het fotograferen van mijn privÊ leven. In mijn eigen archief zoek ik wat ik nog heb aan eetfoto’s. Ik wil weten wat wij etend op een foto waard zijn.

201


202


Ik herinner me een foto van mijn vader op kerstavond. We zitten met zijn allen te gourmetten. Mijn moeder had receptjes gemaakt die op kaartjes geplakt naast de borden lagen. Zo voorkwam ze dat vlees veel te snel in de pannetjes gekwakt werd en de gourmetavond maar een half uurtje duurde. Mijn vader bleef eten en schoof, terwijl mijn moeder, mijn broer en ik, voldaan en onderuitgezakt aan tafel bleven zitten, als grap het tafelkleed als servet in zijn trui. Het was zijn manier om te laten zien, dat hij zich werkelijk op het eten stortte tot hij niet meer kon. Hard lachend hebben we een foto gemaakt die nu nog symbool staat voor die enorme vreetpartij uit 1986. Min of meer doen mijn moeder en ik dit nog steeds. Zij zet mij graag te kakken op een foto. Ik, op mijn beurt, lach me dood als ik haar niet op haar aller-charmanst fotografeer. Het is een uit de hand aan het lopen grap. Ik kan ook heel hard om stomme foto’s van mezelf lachen en heb weinig last van schaamte. Voor mijn eigen plezier vergroot ik soms persoonlijke situaties uit om ze vervolgens te fotograferen. Voor een buitenstaander lijkt het de waarheid. Het vertelt er maar een fractie van. Een fractie zet me aan het denken over de menselijke verhoudingen en de invloed van de ene generatie op de volgende. Het is mijn kweekvijver. Foto links: Pa aan het kerstdiner 1986

203


204


Nog een eigen foto. Toen ik deze foto maakte wist ik dat hij bij wijze van spreken in een reisbrochure zou kunnen. Wie wil er nu niet zo op vakantie, omgeven door vrienden, aan een lange tafel met prachtig weer en heerlijk eten? Ik. Dit is een foto van toen, met die en die en die en die. Enkele mensen zie ik nog, een aantal niet meer. De laatste jaren heb ik dit soort foto´s niet meer nodig om te weten wie er bij me hoort en wie niet. Ik zoek andere foto´s, die me andere dingen vertellen.

Foto links: Frejus juli 2001

205


206


Mijn oudste dochter Manouk. In die tijd begon ik weer vaker en bewuster te fotograferen. Ik fotografeerde met diarolletjes die ik als negatieven liet afdrukken omdat ik smulde van die groengele kleuren die dat proces aan de foto’s geeft. In dit huis had ik rond de middag van verschillende kanten mooi invallend daglicht en het middageten geeft ook een moment van rust waardoor me, meer dan anders, mooie licht of mooie momenten opvallen. Manouk was toen 2½ jaar oud en zo bijzonder voor me. Ik genoot elke keer van het eten met haar. Foto´s van mijn kinderen, waarin ik hun ontwikkeling kan volgen, hun wezen mag bekijken en van het licht mag genieten, verblinden me nog steeds.

Foto links: Manouk eet een boterham maart 2003

207


208


Of deze. Voor een buitenstaander is het niet zichtbaar, maar dit is een pijnlijke foto. Mijn moeder aan het kerstdiner in het huis van mijn broer. Mijn vader is een jaar daarvoor overleden en zit niet meer naast haar. Omdat mijn moeder er zo trots bij zit heb ik een kerstboodschap onder de foto gezet die haar officiĂŤle houding wat moet verklaren. De foto is nooit verstuurd als kerstkaart. De tekst was een grap om de aandacht weg te leiden van de lege stoel naast haar. Het is moeilijk mijn familie te fotograferen met hun werkelijke beslommeringen. Die krijg je niet te zien. Ook niet thuis aan tafel.

Foto links: Marga wenst je prettige kerstdagen en een gelukkig 2006!

209


210


Tot slot een recente foto van mijn kinderen die eten voor de televisie. Zij eten graag voor de televisie. Het laatste jaar is een druk jaar geweest en onlangs ben ik met mijn kinderen verhuisd. Als zij voor de televisie eten kan ik iets anders doen wat nog wacht. Ik zie de overeenkomst met de kinderen in Groenland uit Menzels Hungry Planet. Het gedrag is hetzelfde. Ook ik houd het niet tegen. Ik wil die cultuur niet. Eten in mijn privéfoto’s. Voor mij zijn ze interessant. Ik heb er mijn herinneringen bij. Met mijn herinneringen erbij zijn ze wellicht voor een ander interessant. Je kunt op basis van vijf foto’s best een beeld vormen van een leven. Maar wat blijft er overeind zonder de teksten?

Foto links: Voor de televisie december 2007

211


212


Deel 12: Een prutje; alleen eten

“Hebben we alles?”Vraagt mijn dochter Manouk, met haar handen roerend in de picknickmand, als we allemaal in de auto zitten. “Nee…” “We hebben wat verloren.”

Al jaren heb ik Nicholas Barker, ‘unmade beds’, in de kast staan. Zijn boek heet “unmade beds” en gaat over vrijgezellen in New York. Ik heb het boek gekocht vanwege de fascinerende foto’s waarbij je van buiten naar binnen kijkt; in appartementen via slaapkamer-, keuken- en badkamerramen. De camera bevindt zich buiten het appartement waar op dat moment een man, vrouw of stel iets doet. Buiten is het donker, binnen is het verlicht. Door het standpunt voel ik me een voyeur. Ik kijk met Barker mee in het leven van de vrijgezellen. Het lijkt erop dat de vrijgezel van niets weet. Unmade beds heeft liggende pagina’s. Elk hoofdstuk heet naar zijn hoofdpersoon. Eerst volgen een aantal foto’s van de hoofdpersoon in zijn/haar appartement, van buitenaf gefotografeerd. Daarna volgt een pagina met negen kleine fotootjes.

213


214


Op de pagina ernaast staat getypt wat de hoofdpersoon bij elk van de negen afbeelding zegt over zijn situatie. Het hoofdstuk sluit af met een foto van de vrijgezel aan een tafeltje in een lunchroom of restaurant. Weer van buitenaf gefotografeerd. De negen kleine fotootjes en de uitspraken er tussen in verduidelijken de diversiteit tussen de mensen en de manier waarop zij zoeken naar een andere partner. Fascinerend vind ik de teksten die de verlangens van de mannen en vrouwen benadrukken in combinatie met die gefotografeerde eenzaamheid in een grote stad. Één dame in het boek valt me op. Zij adverteert met “220 LBS blond looking for a long term relationship with employed professional who is very funny, adventurous and eclectic.” In de bijschriften vertelt zij hoeveel moeite het haar kost om zich te verzorgen, en zodoende mooi te blijven om aan een man te komen. Echt schrijnend vind ik de foto van die bak fruit voor haar ontplofte kapsel of de foto met haar gelakte nagels aan haar enorme been. Ik vraag me af of ze zonder haar mannenwens ook fruit zou showen. Ik heb in het boek unmade beds gezocht naar foto’s van eetmomenten en kom uit bij Michael.

Foto links: negen kleine afbeeldingen van 220 LBS blond

215


216


Hij wordt gefotografeerd tijdens zijn ritten in de taxi en tijdens zijn lunch in de stad. Aandoenlijk is de foto in het restaurant. Ik wordt niet betrokken bij de man. Hij is in zichzelf gekeerd en staart zonder belangstelling voor zijn eten de straat in. Even verderop in het boek bezoekt Michael een datingcoach. Het is voor hem zijn laatste hoop. Het gesprek lijkt bijna komisch en legt pijnlijk bloot dat de man niet (meer) in staat is werkelijk met een ander mens om te gaan. MICHAEL: The other day I went on a date and heard the four most terrible, horrible words in the world “Can we be friends?”. When a woman tells you that, it is basically negating your existence. It is pretty much castrating you. Frankly I don’t want to be your friend. I want what everyone else seems to have out there. I want the whole ball of wax. I want the girlfriend who eventually becomes a wife. DATING COACH: Do you think you have the right attitude or do you think negativity is shining through? And even though you are going out there as much as you do, you’re giving off these negative vibes that are not making you seem very attractive to people. MICHEAL: I honestly don’t know. I tried theatre groups. I’ve tried my skating group. I’ve gone to winetastings. I’ve done artgallery openings. I’ve tried fencing. Foto links: Michael in het restaurant

217


218


DATING COACH: What about dog walking? Do you have a dog? Do you enjoy pets at all? Because dogs are people magnets, you know. And the park in general is a great thing to do. MICHAEL: I’ve done that, and some dogs come by and you say “Hey, how are you?” And you scratch them and pet them. But I am not a smooth operator. I can’t just pet some attractive woman’s dog and have a good time. Zonder gezelschap ziet het eten er maar kaal uit. Ook al zet ik kaarsen op tafel en een glas wijn naast mijn bord. Lege stoelen om je heen blijven lege stoelen om je heen. Een foto, zoals die van Michael communiceert meer dan een foto van een tafel vol met mensen. Ik leef mee met de man of vrouw die alleen aan tafel zit. Ik kan me verplaatsen. Tegelijkertijd hoop ik dat het mij nooit zal overkomen. Het is een foto waar ik bij denk ; “Maar dat nooit.”

Foto links: Michael in zijn appartement

219


220


Dinsdagavond 2 oktober 2007 kom ik thuis in een leeg huis. Je kent het verhaal al van dat prutje uit de vriezer. “Wie wil dit zien?” Vraag ik me af als ik de tekst typ. Die avond eet ik thuis. Mijn kinderen eten en slapen bij mijn ex. Meestal ben ik weg. Dan ontloop ik mijn stille huis. Nu stel ik de zelfontspanner van mijn camera in en maak 4 foto’s. Daarna eet ik mijn bord rustig leeg. Tijdens het televisie kijken heb ik lol om de meest maffe foto van de vier. Hij kan op mijn blog, besluit ik. Hij is interessant vanwege het onderwerp en humoristisch. De volgende middag bewerk ik hem en snijd ik hem bij. Terwijl ik de foto aan het uploaden ben, gebeurd er iets met me. Ik begin me ongemakkelijk te voelen, misschien is het schaamte. Eigenlijk wil ik helemaal niet dat iemand me zo ziet, alleen met mijn bordje voor de televisie, etend. Alleen etend. Waarom ervaar ik alleen eten als pijnlijk? Waarom deel ik het met de buitenwereld? Liever houd ik het voor mezelf.

221


Conclusie Eten is eigenlijk maar een kapstok; wel een kapstok met veel mogelijkheden. Ik ontdekte dat ik, met de vraag iemands eten te mogen fotograferen het leven van een bekende mag binnen stappen op een relatief gemakkelijke manier. Eten klinkt namelijk onschuldig. Na een eerste onderzoek in foto’s van mensen en hun eetgewoontes begon ik meer te zoeken naar de vorm waarin ik al deze informatie m.b.t. eten, leven, leefgewoontes en levensstijlen kon fotograferen in een manier die voor mij even veelzeggend is als het eten zelf. Twee jaar gelden zag ik eten en eetgewoonten nog als persoonlijke uitspraak over de zorg die iemand aan zichzelf besteed. Die eetfoto’s gaven me informatie over voedingsgewoonten en menselijke proporties. Nu zie ik eten als een sociale gebeurtenis waar je wel of niet aan mee mag, kunt of wil doen. Soms ook zie ik eten als bewijs van een verbond dat je als mens hebt met de aarde.

222


In mijn onderzoek heb ik ontdekt dat de meeste niet-geënsceneerde, vertrouwelijke, eetfoto’s, nogal logisch, in familiealbums te vinden zijn. Op zich niet erg. Ik houd wel van familiealbums en privéfoto’s. Een aantal fotografen echter heeft de grens wat opgerekt en familiefoto’s aan professioneel werk toegevoegd in een publicatie. Ook interessant en misschien nog boeiender vind ik werk waarin een fotograaf professionele elementen toevoegt aan zijn familiefoto’s, of andersom privé-elementen toevoegt aan professioneel werk. Het geeft een verwarrende mix tussen feit en fictie. Een familiegeschiedenis wordt boeiender als ik ook foto’s te zien krijg waarin meer gebeurd dan alleen verjaardagen, vakanties en bruiloften. Er mag in een familiegeschiedenis wel eens iets niet helemaal oké zijn. Er mag wat spanning of een vraag in zitten zoals Tierney Gearon doet in haar “The mother project”. In die zin zeggen fotografen in hun gemixte werkelijkheid iets over waar zij en hun gezinnen aan mee mogen en kunnen doen, maar vooral denk ik waar ze aan mee willen doen; waar ze voor staan.

223


Een fotograaf fotografeert altijd zichzelf. Ook in het beeldmateriaal wat door een ander gemaakt is bekijk ik het eerste de foto waarin ik mijzelf, of mijn fascinatie van dat moment het meeste ‘herken’. Ik had aan het begin van deze scriptie niet verwacht hier, bij alleenstaande etende mensen uit te komen. Ik ben vertrokken bij beelden van eten in een ouderwets gezin. Ik heb me door de tijd heen verplaatst naar beelden van andere culturen en moderne gezinnen en ben uitgekomen bij beelden van gebroken gezinnen en alleenstaande mensen. Beelden die meer bij mijn eigen omstandigheden horen en me meer over mijn dagelijkse realiteit vertellen: over verlies van gezinsverbanden en religie, verlies van eigen traditionele cultuur, over het verliezen van een werkelijke verbintenis met een partner, betrokkenheid bij anderen en verlies van contact met de voedselbron. Ik vond eenzame eetmomenten, consumptiegedrag in de stad, tussen grijze muren en reclameborden, globalisering en onverschilligheid. Bij Tierney Gearons foto van haar moeder, langs de kant van de weg, bedacht ik me voor het eerst dat het weg vallen van traditionele cultuur, evenals het hebben van eenzame eetmomenten, een enorme vrijheid verschaft in het maken en weergeven van mijn eigen nieuwe eetcultuur. Ik sluit bovendien aan bij een realiteit die aan het veranderen is.

224


“De komende twintig jaar neemt het aantal alleenstaanden naar verwachting met 800 duizend toe tot 3,3 miljoen. Op dit moment wonen alleenstaanden vooral in de grote steden. Meer dan 40 procent van alle huishoudens in de grote stad bestaat uit alleenstaanden. De groei van het aandeel alleenstaanden doet zich niet alleen rondom de stad voor. In veel plattelandsgemeenten in het land stijgt het aandeel van onder de 25 naar boven de 30 procent. De toename van het aantal alleenstaanden wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door de vergrijzing. Een ander deel van de groei komt doordat steeds meer mensen uit elkaar gaan en daarna alleen gaan wonen. (bron: Ruimtelijk Plan Bureau 2005) Eetcultuur is aan het veranderen. We eten niet altijd meer aan een tafel en gaan losser om met ons dagelijkse eten. Bij Tierney Gearon zag ik dat je die vrijheid kunt invullen zoals je zelf wilt. Ik hoef niet op een kookzondag naar de binnenstad. Ik wil geen frietje mĂŠt. Er zijn andere opties. Daarmee ontrek ik me aan het algemeen gangbare en draai me om. Liever ga ik tegen de stroom in.

225


De fotografen die ik heb genoemd in deze scriptie geven stuk voor stuk een visie op onze cultuur. Zij fotografeerden voornamelijk op een candid-achtige wijze. Een enkeling ensceneert zijn foto’s enigszins, maar hun beelden blijven dicht bij de waarheid. Alle fotografen lukt het om een cultuur interessant weer te geven. Er zijn er, helaas, maar een paar bij wie het gelukt is om eten, en alles wat daar omheen gebeurt, voor mij interessant te fotograferen. Het wordt ook pas interessant als foto’s eetmomenten weergeven waar ik deelgenoot van word. Zelden zag ik dat in één beeld. Fotografen hebben meestal meer foto’s nodig van een maaltijd om dat voor elkaar te krijgen. De serie lijkt m.b.t. eten een betere optie. Interessant vind ik de rol van intimiteit. Bijvoorbeeld de bevestiging van intimiteit zoals bij Jeurgen Teller, of de afwezigheid ervan, zoals in de foto die Bertien van Manens grootvader. Contact wat er niet meer is wordt schrijnend duidelijk in een huiskamer, aan een tafel. Ik heb drie beelden in mijn hoofd die over eten gaan, waar ik mee verder moet; Opa alleen aan tafel;” Tbilisi, Georgia 1993 Grandfather”, de Groenlandse kinderen van Menzel en Gearons moeder met een wegwerpschotel in de buitenlucht.

226


Het is typisch dat ik, aan het einde van mijn onderzoek, nadat ik door alle lagen van de ui ben gegaan, ten slotte uit kom bij een ‘ruïne’ van onze ‘oude’ en traditionele eetcultuur; een man eenzaam aan tafel. Alles in het beeld is traditioneel, maar de tafel wordt verlaten. De Groenlandse kinderen confronteren me met de dagelijkse werkelijkheid waarin mijn oorspronkelijke cultuur is vervangen door iets waar ik ongelukkig van word. De andere foto, de vrouw op leeftijd met eigenzinnige kleding en ander –niet traditioneel- gedrag is gefotografeerd in de ochtend, langs de kant van een weg . Het verwijst naar iets nieuws. Iets vrij’s, iets heerlijks. Verleden, heden, toekomst Wat doe je als je alleen moet eten? En waar doe je dat? De hele wereld ligt open. Ik pak mijn bord op en kijk even wat er nog op ligt. Een stuk overgebleven kerstkalkoen, opgewarmd in de magnetron. Ik word er niet echt vrolijk van maar heb wel besloten het, gewoon, aan tafel op te eten. De volgende keer kook ik hélemaal zelf.

227


Literatuurlijst Nikko Amandonico, La Pizza. (2005) Uitgeverij Trion, Baarn ISBN 904390-779-0 Nicholas Barker, Unmade beds. (1998) Dewi Lewis Publishing. ISBN 1899235-26-4 A.D. Davidson, Food en Culture jaarboek (2003)uitgeverij Praemium Erasmianum ISBN 90 80395676 Ed van der Elsken, Eye love you.(1977) uitgeverij Unieboek BV - Van Holkema & Warendorf ISBN 90 269 4977 4 Design Academy, Eet smakelijk. project uitgave. Tierney Gearon, Daddy wher are you. (2006) uitgeverij Steidl/ Dangin ISBN. 3-86521-309-X Ammy van Heusden en Else-Marie van den Eerenbeemt, Balans in beweging: Ivan Boszormenyi-Nagy en zijn visie op individuele en gezinstherapie (1983) uitgeverij De Toorts B.V. ISBN 90-60206-509 Bertien van Manen, A hundred summers, a hundred winters. (1994) uitgeverij de Verbeelding ISBN 90-74159-08-7 Bertien van Manen, Vrouwen te gast. (1979) Feministische uitgeverij Sara ISBN 90-63280-29-7 Peter Menzel, Hungry Planet; what the world eats. (2005) uitgeverij Ten Speed Press. ISBN 1-580086-81-0

228


Nederlands fotomuseum, Het L.P. Polhuis archief; een gewoon familiealbum. (2004) Uitgeverij Artimo. ISBN 90-8546-005-0 NIO Architecten, Eat this! (2006) Uitgeverij Duizend en een. ISBN 9071346-36-6 Ewa Maria Runquist, La Pizza . Linda Roodenburg, Rotterdams kookboek. (2004) Kosmos-Z&K Uitgevers ISBN : 90-215-4196-3 Susan Sontag, Over fotografen. Vertaling door Henny Scheepmaker. (1977) Uitgeverij Bruna. ISBN 90-6074-922-7 Juergen Teller, Märchenstüberl. (2003) Uitgeverij Steidl ISBN 3-88243853-3 Anne Testut, Europe a Table. (1995) Les Editions de l’Imprimeur ISBN 2-910682-11-0 Bert Teunissen, Domestic landscapes- A portrait of Europeans at home. (2007) Uitgeverij Aperture Foundation. ISBN 978-1-59711-040-2 Vall Williams, Martin Parr. (2002) Uitgeverij Phaidon. ISBN 0714839906 Laura Zavan, ‘mijn little Italy’. (2007) Uitgeverij Terra Lannoo ISBN 9058977-005

229


Artikelen: Kunstforum mei 2002; Paul Kubelka Kunstforum Essen und Trincken teil 1, Gert von Paczensky over “Kulturgeschichte des Essens und Trinckens” Kunstforum April 2002, Daniel Spoerri, cyclus van het leven. Kunstforum over Essen und Trincken teil 1. Herman Nitsch Kunstschrift 2001/2 Hans den Hartog Jager over Rirkrit Tiravanija Kunstschrift 2001, nummer 3, geheel gewijd aan thema picknick Volkskrant magazine; happen en zappen door Marijn Scheeres Sites: www.artnet.com/lehmann-maupin/JuergenTeller/JuergenTeller-TellItLikeItIs.asp www.themotherproject.com www.tearneygearon.com www.jessamynlovell.com (album Klare) Anne Testut: http://findarticles.com/p/articles/mi_qn4158/is_ 19950624/ai_n13990565 ‘Relational esthetics’ van Nicolas Bourriaud: http://place.unm.edu/relational_art.html

230


231


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.