Portfolio ArtEZ FM MRynja 2008-2010

Page 1

PORTFOLIO MARIJ RYNJA

PORTFOLIO MARIJ RYNJA


MA Specialism Fashion Writing

MARIJ ELISABETH RYNJA

TA K E T H E B E S T O F B OT H WO R L D S .

De mannenmode lonkt naar een vrouwelijk modebeeld: sprake van een faux pas of vooruitgang in mannenmode?

‘[The] modern women's fashion has been the creative theft of the male wardrobe … Someday men’s fashion would rival its feminine equivalent … with unexpected glamour, colour and sexuality’ (Anne Hollander over ‘Girly men: revamping male couture’. Slate Magazine. 14 augustus 1996).

Hoe kan de man reageren op de vrouw die steeds meer het mannelijke domein binnentreedt, inclusief de mannenmode? Het antwoord: ‘If you can’t beat them, join them’. Hedendaagse ontwerpers van mannenmode integreren de fantasievolle vrouwenmode in de vastomlijnde mannenmode. Zal de mannelijke consument volgen of moet hij eerst zijn angst voor het vrouwelijke overwinnen?

Het afstudeerproject van Marij Elisabeth Rynja (Amsterdam, 1981) buigt zich over de wisselwerking in beleving & vormgeving van mannelijkheid en vrouwelijkheid in de mannenmode. Zij ziet een nieuw mannelijk archetype opkomen: de ‘neo-crossdresser’, een mantype dat zijn persoonlijke stijl niet laat leiden door de normen van mannelijkheid of vrouwelijkheid. Hij is bovenal een individu dat het beste van beide werelden consumeert.

In haar teksten gaat zij als schrijver in meerdere opzichten als het ware ‘under cover’: als detective, als onderzoeker, als voyeur, als nieuwsgierig aagje. Haar mode filosofie luidt dan ook: ‘Don’t judge a look by it’s cover; there is more to fashion than meets the eye’. Na haar MA Communicatiewetenschap aan de Universiteit van Amsterdam koos zij voor een vervolgstudie aan ArtEZ Fashion Masters om de wetenschappelijke kant van mode nader te ontdekken vanuit de communicatieve hoek. Zij koos voor Mode Journalsitiek als afstudeerrichting. Haar modevisies en -analysen communiceert zij in levendige, beeldende en kritische teksten met oog voor zowel theoretische verdieping als vermaak.

www.maryscupoftea.blogspot.com www.marijrynja.nl m.rynja@gmail.com 0031 6 24516877

T I E N J A A R K L AV E R S VAN ENGELEN

NO, WOW EN D R E A M O N : V I K TO R & RO L F T R E K K E N A A N D E TO U W T J E S IN HET LONDENSE BARBICAN MUSEUM M E T E I G E N TE NTO ONS TE L L ING .

HET GELOOF IN M O D E . E E N V E R S L AG VA N D E A R N H E M MODE BIENNALE 2009 — BLOGGEN E N M E E L O P E N AC H TER DE SCHERMEN.

FERMANISEER UZELF! MODERIDDERS AAN D E R O N D E TA F E L

MODE ILLUSTRATIES SCHIPPEREN TUSSEN DE WER E L D VA N K U N S T EN COMMERCIE.

QUOTE: Niels Klavers vertelt dat hij en Astrid zich laten leiden door intuitie en het toeval: ‘‘Ons werk tien jaar geleden was conceptueel veel strenger. Wij wilden op een gegeven moment weg uit die conceptuele hoek en meer toegepast denken, sexy kleding maken waar vrouwen blij van worden. Nu hebben we een balans gevonden tussen conceptueel, draagbaar en vrouwelijk.”

Overzichtstentoonstelling van het oeuvre van Viktor & Rolf in Londen, met 54 porseleinen poppen en een levensgroot poppenhuis.

QUOTE: “Centraal stond de vraag op welke manieren hedendaagse modeontwerpers tot hun vorm komen in hun werk. (Voormalig) artistiek directeur van de AMB Piet Paris doopte deze editie daarom om tot SHAPE. Piet Paris: “Wat een ontwerper ook bedenkt, hij heeft altijd te maken met de vormen van het lichaam“

Vier vrienden discussiëren over het de mode van Nederlandse mannen, over de ‘vervrouwelijking’ van mannen en over hun eigen kledingstijl.

Mode illustratie combineert kunst met mode. Zij is geen erkende kunstvorm, omdat zij in dienst staat van een opdrachtgever met commerciële doeleinden. Toch is het Kunst, net als dat Mode kunst kan zijn.

AANTAL WOORDEN: ca. 1600 T Y P E T E K S T: d i e p t e - i n t e r v i e w m e t modeontwerper DOEL: inzicht geven in de werkwijze, de carrière en de modevisie van Klavers van Engelen. RESULTAAT: Dit interview was mijn eerste publicatie en de eerste keer dat ik oog in oog stond met een bekend Nederlands ontwerpersduo, die een van mijn gote favorieten is. Ik heb me goed ingelezen en voorbereid om een waardevol en inhoudelijk interview af te leveren over dit krachtige Nederlandse modeduo.

QUOTE: “The House of Viktor & Rolf leidt de bezoeker door de gedachtetunnels en kamers van twee mode-visionairs, vanaf 1992 tot heden. De tentoonstelling verbeeldt de zoektocht die V&R heeft gebracht naar een eigenzinnige identiteit en een succesvol modehuis”. AANTAL WOORDEN: ca. 1300 TYPE TEKST: recensie artikel over mode tentoonstelling DOEL: de lezer laten ervaren hoe het is om door deze tentoonstelling te lopen, waarom het bijzonder is en wat het betekent voor de mode dat zij in een museum wordt geconserveerd. RESULTAAT: een eerste oefening in het beschrijven van een tentoonstelling. Inzicht gekregen in het tentoonstellen van het werk van modeontwerpers, hun identiteit en hun visie. Er zit een lange weg achter een kledingstuk: visie, concept, experimenten, tegenslagen en succesfactoren.

QUOTE: “Michiel legt uit: “Ja, het is nu veel meer geaccepteerd dan tien jaar geleden om je als man te onderscheiden met je kleding. Mannen dóen het nu gewoon”.”

AANTAL WOORDEN: ca. 8000

Quote: “Zou de erkenning van mode fotografie in de kunstwereld niet ook kunnen opgaan voor de toegepaste kunstvorm van de mode illustratie?”

AANTAL WOORDEN: ca. 2700 TYPE TEKST: bundeling blogs en persoonlijke ervaringen in een boekwerk DOEL: Als blogger had ik deels de taak om elke dag verslag te doen op de website wat er die dag plaatsvond, wie er waren, wat er te doen was etc. De blogs varieerden van korte krabbels tot langere artikelen. Er was veel vrijheid om de blog naar eigen inzicht te vullen. Na de stage zijn de tientallen blogs gebundeld en aan elkaar geschreven als een dagboekverslag. RESULTAAT: een zeer leerzame, leuke, inhoudelijke en unieke stage waar ik vanuit diverse hoeken heb kunnen zien hoe mode ‘werkt’: catwalk, productie, feesten, persvoorlichting, openingen, publieksparticipatie, haute couture tot straat couture, wie is wie in de mode, etc etc.

A A N TA L W O O R D E N :

ca.

4500

TYPE TEKST: groepsinterview, onderzoeksartikel DOEL: een actuele stelling voorleggen, toetsen en plaatsen in een maatschappelijk kader. De lezer inzichtelijk maken waarom het niet onmannelijk is om als man van mode te houden. RESULTAAT: het blijkt dat mannen ook in Nederland modebewust zijn. Dit heeft geen relatie met seksuele geaardheid, beroepsveld of met vrouwelijkheid, maar met de behoefte om je als man op een persoonlijke manier onderscheidend te kleden.

TYPE TEKST: essay, literatuuronderzoek, opinie onderbouwen DOEL: modetheoretische onderbouwing wanneer mode-illustratie wel of geen Kunst is. RESULTAAT: een mode-essayisch betoog dat de mode-illustratie nauwkeurig analyseert vanuit verschillende standpunten en tot de conclusie komt dat authentieke mode-illustraties een plek in een museum verdienen.


MARIJ ELISABETH RYNJA Marij Elisabeth Rynja — Specialisatie Fashion Journalism

PORTFOLIO ARTEZ FASHION MASTERS

! "#$%&#'(#!! )$%*+!&),-(#.! /),%*$,

!


! "##$%##$& !

Mijn naam is Marij Elisabeth Rynja (Amsterdam, 1981), modecriticus en modeanalyticus. Dit portfolio bevat uiteenlopend journalistiek werk van Marij Elisabeth Rynja, gemaakt van september 2008 tot mei 2010 aan de internationale opleiding Fashion Strategy, ArtEZ Fashion Masters Arnhem, specialisatie Fashion Journalism. Als eerste kunt u de onderdelen vinden geschreven tijdens de specialisatie Mode Journalistiek, die uiteenlopende oefeningen presenteert. Vervolgens zijn enkele onderzoeksartikelen gebundeld over de kop ‘Fashion Theory’, omdat het zwaartepunt ligt bij de wetenschappelijke benadering van mode. Onder ‘Diversen’ zijn enkele vaardigheden ondergebracht, die mode op een andere wijze laten beleven: via marketing (brand experience) en via beeld (visuele communicatie). Tot slot zijn gedurende mijn opleiding enkele artikelen geschreven in opdracht, resulterend in mijn eerste publicaties. NB. Dit portfolio is specifiek samengesteld voor de opleiding ArtEZ Fashion Masters en geeft een totaaloverzicht van het diverse werk dat gemaakt is tijdens de opleiding. Deze ArtEZ 1


portfolio staat los van mijn eigen portfolio, welke online komt te staan. Ik zal enkel een selectie uit deze bundeling op de website publiceren.

2


! )!/!2!+!)!&!)!/!5! !

Kleding en mode kunnen gelezen worden als ware het een tekst dat het verhaal van een identiteit, een cultuur, een tijdsgeest, of een artistieke expressie vertelt. De kunst is het verhaal te kunnen lezen en te vertalen naar een nieuwe tekst. Dit is het vak van de modeanalyticus en modecriticus.

' # ( ) " * ( ) + ! ' * ! , * - . ) # /! 0 # 1 $ / * 2 ) - ' 3! * $( + 4 Als afronding van mijn vorige opleiding Communicatiewetenschap aan de Universiteit van Amsterdam schreef ik een scriptie over ‘Kleding & Identiteit: hoe stedelijke jongemannen met kleding hun zelfbeeld communiceren’. Het enthousiasme voor modegerelateerd onderzoek werd hierdoor versterkt. Ik miste echter de essentiĂŤle modetheoretische kennis. Dit bracht mij in 2008 bij ArtEZ en haar unieke modemaster programma, waar ik Communicatiewetenschap en Mode heb kunnen integreren in de specialisatie Mode Journalistiek. 3


MODE

X COMMUNICATIE

CONTEXT

' ) 0 / ! - ( ) 0 2 6 ! ' # & + 3! 7 # ' ' 1 / ) 7 * ( ) + ! + /! 7 # / ( + 8 (3! + + / ! 5 + 9 / ( + : 5$++$&+! '#&+;+/*&+$)/5< De afgelopen twee jaar heb ik een brug kunnen slaan tussen Communicatiewetenschap en Mode, twee vakgebieden die m.i. perfect op elkaar aansluiten. Communicatie is altijd circulair; het is een wisselwerking met omgeving, subject en object. Mode is ook circulair. Afhankelijk van een context krijgt mode een wisselende betekenis. Zo is mode een interdisciplinaire vorm van communicatie, voor mij een onuitputtelijke bron van inspiratie: mode in de context van architectuur maakt mode als een huis dat het lichaam beschermd en karakter geeft; in de context van de mannelijke sekse wordt mode zakelijker, functioneler etc. en geeft betekenis aan de man zijn mannelijkheid; in de context van de dans wordt mode een onderdeel van een performance; mode in de context van een museum wordt een kunstobject, dat niet dient om gedragen of aangeraakt te worden, etc. Dit zijn slechts enkele voorbeelden hoe wisselend 4


mode kan zijn. Mode als hip en trendy cultuurverschijnsel is eveneens een van haar vele karakters en contexten. X = het overlappinggebied. De kern van de drie disciplines vormen het resultaat, mijn geschreven product.

')0/!.#1&)/56!&1)=+/!*7.(+$! &+!#>>+$"2*=(+!"*/!&+!'#&+ Na deze opleiding ben ik erachter: ik houd van de achterkant van de mode. Er is meer te beleven aan mode dan het oog in eerste instantie ziet. Ik beschrijf dit als mijn ‘under cover’ houding in het benaderen van mode onderwerpen: wat schuilt achter het kleedgedrag van een subcultuur of persoon? Wat is kenmerkend voor het modehandschrift van een ontwerper? Wat is de gedachte achter een modetentoonstelling? Etc. Mijn mode filosofie luidt dan ook: ‘Don’t judge a look by it’s cover; there is more to fashion than meets the eye’. In mijn teksten ga ik als modekriticus en -analyticus in meerdere opzichten ‘under cover’: als detective, als onderzoeker, als voyeur, als nieuwsgierig aagje. Door de onderwerpen in een maatschappelijke context ) of in een andere context) te plaatsen, worden nieuwe inzichten verkregen. Mijn schrijfstijl is levendige, beeldend en kritisch, met oog voor zowel theoretische verdieping (vanuit mode en communicatie) als vermaak. De onderwerpen waarover ik schrijf kenmerken zich door hun transgressieve karakter: de aanleg om tegen de stroom in te gaan en grenzen in mode te verleggen. Met name modes die zich op spanningsvelden begeven, hebben mijn interesse. Ik houdt van onderwerpen met een antinormatief, recalcitrant, eigenwijs, avant-garde modekarakters. Juist deze modes zijn vaak vooruitstrevend en visionair. Daarnaast ben ik in hoge mate geïnteresseerd in mode als object van artistieke expressie. Mode als autonoom kunstwerk: 5


de haute couture en de beeldende modekunsten zoals fotografie en illustratie. Heb een bewondering voor individual dressers & dedicated followers of fashion. En heb tot doel om trangressies op te sporen (subversie, onderliggende transformaties onder de laag van mode, dus kijken naar ontwikkelingen/ signalen die de mode zullen veranderen of inspireren). In de toekomst wil ik mij meer scholen in schrijfvaardigheid op het gebied van betoog, essay en onderzoeksjournalistiek. Ik hoop te werken in de culturele sector, in het bijzonder in de contexten van het initiĂŤren van mode exposities, symposia organiseren, freelance journalistiek en mode-educatie. MARIJ RYNJA www.maryscupoftea.blogspot.com www.marijrynja.nl m.rynja@gmail.com mobile: 0031 6 24516877

6


! #!"!+!$!4!)!7!.!(! !

& + + 2 ! * 6 ! # > 2 + ) & ) / 5! ! 5+;#/&+/! *7()")(+)(+/ 1

SPECIALISATIE JOURNALISTIEK o.l.v. Nanda van den Berg

13

1.1

DAGBOEKVERSLAG ‘HET GELOOF IN MODE’, bundeling van de blogs geschreven voor de website Arnhem Mode Biënnale 2009.

51

1.2

GROEPSINTERVIEW ‘MODERIDDERS AAN TAFEL’, in gesprek met vier modebewuste mannen.

65

1.3

K R I T I S C H E T E N TO O N S T E L L I N G S RECENSIE ‘GEJAAGD DOOR DE WIND’, Zuiderzee Museum, o.l.v. Job Crayton

7


75

1.4

PRADA IN TRANSFORMATIE — fictief artikel voor ELLE over de Prada Transformer van modehuis Prada en de integratie van mode en architectuur, o.l.v. Marie-Lou Witmer (brands & trends strateeg)

83

1.5

BOEKRECENSIE & PERSOONLIJKE MODEBOEKEN TOP 5

2

M O D E T H E O R I E o. l . v. D r s . Jo s e Te u n i s s e n (modelector ArtEZ, Arcci) en Drs. Nanda van den Berg (mode-essayist)

93

2.1

TENTOONSTELLINGSREVIEW ‘THE HOUSE OF VIKTOR & ROLF’, Barbican Museum, Londen.

103

2.2

ONDERZOEKSARTIKEL ‘THE NEW NERD IN FASHION’. o.l.v. Nanda van den Berg

133

2.3

ONDERZOEKSPAPER OVER ‘MODE ILLUSTRATIE’ IN DE CONTEXT VAN MODE IS KUNST, o.l.v. Jose Teunissen.

3

DIVERSEN

153

3.1

FOTOREPORTAGE ‘BEN IK DIT?’, OVER PUBLIEKSBEGELEIDING IN HET M U Z I E K T H E AT E R A M S T E R D A M , VO O R E N N A H E T O M K L E D E N , o.l.v. resp. Jasper Groen (fotograaf)

157

3.2

B O E K W E R K M E T N A D RU K O P H E T VISUALISEREN VAN DE TEKSTUELE INHOUD, FRAGMENTEN, o.l.v. Gabrielle Marks (graphic & online media design) 8


161

3.3

CATWALK REPORT MANNENMODE S/S2009, o.l.v. Bregje Lampe (modejournaliste Het Parool)

& + + 2 ! ; 6 ! 4 + 2 , - ( * / & ) 5! ! 1)(5+"#+$&+! *7()"): ( + ) ( + / ! 5 + = # > > + 2 & ! * * /! * $ ( + 4 ! ? > 1 ; 2 ) 7 * ( ) + - @! 167

1

INTERVIEW KLAVERS VAN ENGELEN VOOR JAARBOEK ARTEZ FASHION MASTERS 2009.

177

2

VERSLAG SYMPOSIUM BEYOND GREEN 2009, voor website Beyond Green/ AMFI.

185

3

AS YOU SOW, SO SHALL YOU REAP — Artikel over ArtEZ Fashion Design Alumni winnaars op de Dutch Fashion Awards, voor website ArtEZ Fashion Masters.

195

4

BIJSCHRIFTEN / HAND-OUTS GESCHREVEN BIJ TENTOONSTELLING ARTEZ PLUS/ ROYAL ARTEZ, curatoren Jose Teunissen & Piet Paris. (niet in portflio)

9


10


!

De Arnhem Mode BiĂŤnnale 2009 predikt de vormreligie van de hede n da ag se m ode .

)! /! 2! +! )! &! )! /! 5 5 Juli 2009: het einde van de derde editie van de Mode BiĂŤnnale in Arnhem (AMB) is aangebroken. Een maand lang nodigde Arnhem de wereld uit om aan de hand van het thema SHAPE de laatste stand van zaken van de hedendaagse modevormgeving te bezichtigen en te beleven. Ruim honderdvijftig toonaangevende modevormgevers uit binnen en buitenland, bekend en onbekend, exposeerden recent werk dat hun kenmerkende vormentaal representeerden. Ruim 31.000 bezoekers bezochten het ruim opgezette BiĂŤnnaleprogramma met haar tientallen modepaviljoens in en om de Eusebiuskerk, haar speciale tentoonstellingen in de musea van Arnhem, haar lezingen, workshops, voorstellingen en vele andere modieuze nevenactiviteiten. 11

Datum: September 2009/ April 2010 Type tekst: Terugblik / dagboek/ verslag in de vorm van een boekje. Woorden: 9.000

.+(!5+2##,!)/!'#&+

Naam: Marij Elisabeth Rynja, Project: 2e deel eindopdracht Specialisatie Fashion Journalism, eerste jaar. Begeleiding: Nanda van der Berg,

!


Vanaf de eerste dag heb ik voor de officiële website van de biënnale dagelijks geblogd: wie waren er, wat was er op een dag te zien en te doen, wat viel op, wat was speciaal en opmerkelijk, etc. Samen met mijn collega Vivian Sneep hebben wij als aspirant modejournalisten ons verdiept in dit evenement en ons laten vormen naar wat de mode van vandaag behelst. De losse blogs zijn in dit verslag gebundeld en aangevuld met relevante en persoonlijke invalshoeken en ervaringen.

= + / / ) - ' * = ) / 5 ! ' + ( ! & + !"# $ '! "* / ! + + / ! ' # & + ; ) A / / * 2 + Wat moest ik me voorstellen bij een Biënnale over mode? Nog niet eerder bezocht ik een eerdere editie van de Arnhem Mode Biënnale (AMB), laat staan een biënnale in het algemeen. Een biënnale is een tweejaarlijks kunstevenement dat een overzicht geeft van de huidige stand van zaken van een kunstdiscipline, zo lees ik op het internet. De meeste biënnales in de wereld richten zich op kunsten als architectuur, dans of de schone kunsten. De Arnhemse modebiënnale wil zich profileren als plek waar nationaal en internationaal toptalent, de modebranche, het vakpubliek en het brede publiek elkaar kunnen treffen. Arnhem is dusver de enige in de wereld die een biënnale over de stand van hedendaagse mode en mode-innovaties organiseert. Bijzonder dat een kleine en onbekende stad als Arnhem de gastvrouw is voor een wereldwijd mode-evenement. De 30 biënnaledagen stonden vol gepland. Elke dag was iets bijzonders te zien of te beleven. Gelukkig kreeg ik een schema mee van voorgeselecteerde dagen en happenings waarover een verslag geschreven moest worden. Ik zag meteen een paar leuke dingen tussen de lijst staan: een modebazaar, besloten openingen, speciale persvoorlichtingen, feestelijke avonden en veel, veel, veel mode. Maar een echte modeliefhebber keek uit naar de 12


hoofdtentoonstelling ‘Shape’ in de grote Eusebiuskerk, gevestigd in het centrum van de stad Arnhem. Dit Huis van God werd grondig onder handen genomen door interieurarchitecten, stylisten en artdirectors.Voor een maand woonden de modegoden in de kerk.Verleiding, bloot, luxe, decadentie en andere aardse heerlijkheden werden rondom en binnenin deze heilige plek uitgestald om bewonderd en aanbeden te worden door de gelovigen van de religie der mode. De heilige gralen van de hedendaagse mode waren bijna allemaal aanwezig: Lanvin, Raf Simons, Hussein Chalayan, Jil Sander, Comme des Garcons, Rick Owens, Maison Martin Margiela, Rodarte en Viktor & Rolf. Maar ook jong en onbekend modetalent en toegepaste modedisciplines vonden een plek binnen de muren van de Eusebiuskerk. Drie dagen voor de opening bezocht ik de kerk. Er werd nog zeer hard gewerkt aan de paviljoens, de catwalk, de belichting, de decoratie … het leek alsof ze nog zeker een week nodig hadden. Vele vrijwilligers, klusjesmannen en hier en daar een modeontwerpers zelf gaven vorm aan de realisatie van de SHAPE tentoonstelling. Iedere ontwerper kreeg een houten huisjes toegewezen om naar eigen identiteit en visie van binnen in te richten en te stylen. B L O G 2 J U N I 2 0 0 9 : … Vandaag is het drie dagen voordat alle deelnemende ontwerpers hun paviljoen kunnen inrichten. Van buitenaf is nog niet veel te zien van het moois dat komen gaat, want steigers, hekwerken, bouwvakkers en kale houten huisjes zijn dusver het enige dat te zien is. Maar binnenin de kerk is dat anders, daar zijn modeontwerpers en stylisten druk in de weer. Ik praat even met Natasja Martens van het label G+N. Zij is samen met compagnon Gerrit Uittenbogaard aan het uitproberen hoe hun houten pre-fab huisje eruit zal gaan zien.“Wij gaan een uniek design 13


laten zien, dat speciaal voor deze Biënnale is ontworpen, genaamd naar de film ‘Bonfire of the Vanities’; een kledingstuk met goud-epoxy gietsel. Alleen de belichting is met dat goud op dit moment nog een cruciaal punt.” … Ik was nog niet bijster enthousiast bij het zien van de eenvoudige houten huisjes van spaanplaat die elk vijf meter hoog op steigerpalen en met steigerplanken de internationale haute couture zal gaan huisvesten. En wat te denken van minder validen bezoekers, meegerekend de modedames op hun acrobatisch hoge schoeisel? Het kwam op het eerste gezicht wat gekunsteld en rauw op mij over. Eigenlijk heel Hollands: steigers en ruw hout, niks verhullen en mooier maken maar functioneel en praktisch houden. Zou de artistiek directeur met deze ‘hout’ couture soms het puriteinse en Calvijnse Holland hebben willen verbeelden, zodat de glamour en finesse van de haute couture nog beter tot haar recht zou komen? Ik zou het zien op de opening. Nog even afwachten.

5 # + & ! / * * $ !

5 + = 2 + + &! & + ! = + $ =

!

Na de eerste twee edities van de AMB in 2005 en 2007, die nog wat experimenteel en bescheiden van opzet waren, is de derde AMB uitgegroeid tot een volwassen mode-evenement dat langzamerhand door de internationale modewereld wordt erkent en geroemd. In ruim anderhalf jaar tijd wordt de modemanifestatie voorbereid door de Stichting Arnhem Mode Biënnale, die inmiddels is uitgegroeid tot een permanent gevestigd bedrijf. Een vaste staf van 22 mensen en honderden vrijwilligers en stagiaires tijdens de biënnale zelf, leven uit naar een dag: de officiële opening van de Biënnale. 14


Voor een strikt besloten gezelschap van pers en genodigden werd op 5 juni 2009 de Biënnale geopend door een zeer hoge gast: Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Maxima. Helaas konden stagiaires als Vivian en ikzelf onmogelijk naar binnen de hoofdtentoonstelling voor de pers. Toch net zo spannend voor ons, want te midden van de Nederlandse modepers en redactieleden van de bekende modebladen stonden wij toch ook maar even met een perskaart! En ook met een missie: spreken met modejournalisten en mode-autoriteiteiten voor leuke quotes voor de blog. Onze openingsvraag was natuurlijk al snel bedacht: “Are you In Shape?” Met deze one-liner maakte ik kennis met de mode clique die ik later op andere evenementen altijd zal zien staan, als een clubje vriendinnen die een hechte innercicle vormen en wat verveeld komen opdraven op ‘alweer’ een mode-evenement: Cecile Narinx, Antoinette Degens en Esther Capoolse van ELLE, van de kranten herkende ik Bregje Lampe, Michou Basu, en Milou van Rossum en van de Glamour-dames Karin Swerink en Fiona Hering. Zou ik ooit hun collega’s gaan worden? En licht verveeld aan een sapje nippen op nieuwe torenhoge Prada hakken? En met corrigerend ondergoed mijn lichaam gestoken in een zeer dure — en dus geleende — jurk van een groot modehuis? B L O G 1 , 5 J U N I 2 0 0 9 : … De modewereld is ontwaakt. Het is vrijdagochtend, 5 juni, de dag van de opening van Arnhem Mode Biënnale 2009, en de eerste dag van een maand die menig internationale modeweek in verlegenheid brengt. Voor het stadhuis van Arnhem staat de binnen- en buitenlandse mode pers te trappelen in opvallende creaties en designer shoes. [...] Uit het buitenland is er pers van onder andere Dazed & Confused, ID Magazine en Interview. De pers heeft de eer als eerste te zien waar 15


Piet Paris en zijn team de afgelopen jaren aan heeft gewerkt. Het wachten is op artistiek directeur van de Arnhem Mode Biënnale Pieter ’t Hoen, beter bekend als mode-illustrator Piet Paris. De modewereld draagt hem een enorm warm hart toe en de opkomst is dan ook hoog te noemen voor Nederlandse begrippen, begreep ik van een bezoeker. Piet opent de tentoonstelling: “Hello everybody, hello fashion friends”. Het lijkt een gelukkig weerzien. En wat zenuwachtig en stotterend leidt hij zijn visie en realisatie van zijn SHAPE toe’. Centraal stond de vraag op welke manieren hedendaagse modeontwerpers tot hun vorm komen in hun werk. (Voormalig) artistiek directeur van de AMB Piet Paris doopte deze editie daarom om tot SHAPE. Piet Paris: “Wat een ontwerper ook bedenkt, hij heeft altijd te maken met de vormen van het lichaam. Daarom moet hij nadenken over de voorkant van zijn ontwerp, de achterkant en de zijkant. Deze driedimensionaliteit waarin modeontwerpers moeten denken en werken speelt een grote rol in de tentoonstellingen en het programma van deze derde editie”. … luisterend naar de woorden van Paris, merk ik dat ik vooral geboeid ben door zijn kledingkeuze. Paris’ outfit is bijzonder te noemen. Het is een gedurfde creatie van ontwerper Francisco van Benthum: een smalle donkerblauwe pantalon met daarover een donkerblauwe plooirok, een lichtblauwe blouse met open rug en t-shirt, afgemaakt met een opvallende mannencorsage van blauw met witte 16


rozen op de rug.Wauw! Couture voor de man! Nog niet eerder zag ik een man er zo origineel en hedendaags gekleed bijlopen. Na de opening konden wij als eersten de tentoonstelling in, beginnend buiten de kerk. Om zowel bezoekers met weinig modekennis als de modevakmensen in te leiden in het thema Shape, heeft Piet Paris in drie categorieën visueel uitgelegd hoe de tentoonstelling is ingedeeld en moet worden begrepen: de eerste categorie bestaat uit de traditionele modevormgevers die werken met patronen en moulage. De volgende categorie zijn de zogenaamde ‘ongrijpbare’ modevormgevers, die zich ontdoen van gebruikelijke vormen van ontwerpen en innovatief tot hun vorm komen. De derde categorie zijn de conceptuele modevormgevers, die vanuit een vastomlijnd plan of concept ontwerpen. Na dit startpaviljoen liepen we de kerk binnen naar kleinere paviljoens en andere omliggende mode-installaties. … In de kerk verwelkomen de tientallen paviljoens je en je voelt, ziet, hoort, ruikt meteen wat er met mode bedoeld wordt. Mode is allesbehalve oppervlakkig; zij is tijdloos, blijvend, prikkelend en vooral bijzonder en prachtig. SHAPE is voor ieder wat wils: voor leken en voor kenners, voor groot en klein. Om de pers te woord te staan zijn de meeste modeontwerpers in eigen persoon naar de opening gekomen. Zij zien ook voor het eerst de hele tentoonstelling, waar tot middernacht nog hard aan doorgewerkt is. Een van de deelnemers is de beroemde Britse hoedenontwerper Stephen Jones. Zijn hoeden zijn vakmanschap. Wat modeontwerpers met kleding doen, doet Jones met zijn hoeden: het 17


zijn stuk voor stuk unieke creaties met een eigen identiteit en vorm. Noem het hoofd couture, in het Engels milliner genoemd. Jones zit inmiddels 30 jaar in het vak en siert de hoofden van koninginnen en popartiesten tot catwalkmodellen voor de grote modehuizen als Vivienne Westwood, Rei Kawakubo, Jean Paul Gaultier en John Galliano. In zijn glazen huis sprak ik Stephen Jones in hoogst eigen persoon. B L O G 2 , 5 J U N I 2 0 0 9 : Niet alleen mode als kleding is te zien tijdens Shape. Hoedenontwerper Stephen Jones (1957) laat in zijn glazen paviljoen in de Eusebiuskerk zien hoe divers een hoed kan, en mag zijn, want hoeden van Jones zijn alles behalve ouderwets of saai. Hij is controversieel in zijn vormgeving, maar stopt in zijn ontwerpen een goede dosis Britse humor. Zijn hoeden hebben een knipoog, een bepaalde ‘wittiness’, die de harten van vele beroemdheden, artiesten en modeontwerpers heeft gestolen. [...] In zijn glazen kas zijn een tiental vrouwenhoeden uitgestald als fantasierijke botanische bloemen en planten. Elke hoed staat op een bloemstengel. Stephen Jones licht zijn paviljoenkeuze toe: “For us, and Holland, it’s all about green houses you know. And if you have a green house, you need to have plants in it!”. De kas is in vier thema’s ingedeeld: ‘Floral’, ‘Organic’, ‘Leaves’ en ‘Conceptual’, waar de laatste vooral geometrische en abstracte hoeden toont. De hoeden beslaan een periode van 1990 tot 2009 en komen uit zijn archief. “With hats, it’s a great way of making a fun expression. Hats have to be spontaneous. Of course, it’s a traditional thing, you wear it for special occasions like a wedding, but with a hat 18


you can really express yourself. You see that every single musician is wearing a hat, because it became a part of their look and identity.You can really recognize a person by the hat he or she is wearing.” Stephen Jones ontwerpt hoofdzakelijk voor grote modeontwerpers, waaronder John Galliano van Dior. Galliano is gek op zijn designs, vertelt hij: “Its funny, last week I was talking to John Galliano and I asked him: ‘Why are you so interested in hats? Then he said: Stephen, that is such a crazy question, why would I stop being interested in how a woman looks and stop at their necks! Its above the neck that get’s interesting!" Volgens Jones is het leuke aan de Arnhem Mode Biënnale dat mode naar de gewone mens wordt gebracht, in plaats van enkel een elite te dienen. Hij grapt dat hij vooral nieuwsgierig is wat bezoekers tegen elkaar zullen zeggen over zijn hoeden, en imiteert deze met een hoge stem: ‘Are people really wearing that?’, ‘Oh please, let’s get some coffee, my feet are killing me’. Op de vraag of hoeden meer zullen opduiken in het straatbeeld, antwoord de hoedenontwerper natuurlijk bevestigend: “Hats will come back, yes! People always want to put something on their head. And if you buy one, let it be a fun ride”. Misschien dat het hielp dat ik hem niet in eerste instantie niet kende en ik hem daarom durfde aan te spreken. Na afloop van het korte gesprek heb ik hem natuurlijk direct gegoogled en concludeerde ik dat ik met een zeer bijzondere man uit de modewereld heb gesproken! Dit smaakte naar meer. En meer zou komen. Misschien niet de allergrootste der modeaarde, omdat de meeste deelnemers er zelf niet naartoe zijn 19


gekomen, maar ik heb wel met veel Nederlandse ontwerpers kunnen spreken.Voor mij is dat net zo spannend, omdat ik de Nederlandse mode toonaangevend vind in de huidige modevormgeving: Klavers van Engelen, Spijkers en Spijkers, Lucas Ossendrijver, Alexander van Slobbe en Sjaak Hullekes. Okey, toegegeven, lange gesprekken waren het niet, maar toch durfde ik ze aan te spreken. Haleluja!

# " + $ & * * & ! ' # & + ! ) / ! & + !

* * /! - (* &

De Shape tentoonstelling was danwel het kloppende hart van deze biënnale, maar verspreid over de stad waren veel meer activiteiten, soms te veel om op een dag te kunnen bezoeken of überhaupt kennis van te hebben. Door middel van informatiepunten, gele plakkaten op de straat als route, vlaggen, jonge vrijwilligers in speciale kostuums en diverse programmaboekjes konden de bezoekers wijzer worden van het reilen en zeilen van de overdaad aan mode in deze stad. Helaas was niet alles even duidelijk of in trek. Soms bevond een officiële opening twee weken na de start van de Biënnale, maar was de tentoonstelling natuurlijk al open op de eerste dag. Of het programma had dubbele agenda’s, omdat er diverse openingen en happenings op eenzelfde moment plaats vonden. Of in sommige gevallen was het hopen of mensen de locatie wel zouden kunnen vinden in het voor velen onbekende Arnhem. Dat kon resulteren in lage bezoekersaantallen, zo bleek bijvoorbeeld bij de opening van ArtEZ Plus in het Provinciehuis of de opening van de mode-illustratie expositie van Piet Paris in cafe Dudok. BLOG 8 JUNI 2009 (herschreven): Vandaag zijn we in Café Dudok, gelegen aan de voet van de Eusebiuskerk. Het is de 20


ontmoetingsplek voor bezoekers van de Mode Biënnale, maar ook een plek om in de wereld van Nederlands bekendste mode-illustrator Piet Paris te duiken: “We staan hier in de modewereld van Piet, een wereld die hij zelf durft te creëren: kinderlijk, grenzeloos en zonder geouwehoer”.Voor een uiterst klein gezelschap bestaande uit enkele vrienden van Piet, een paar mensen van de organisatie en twee fanatieke blogsters – wij - verklaart modeontwerper Antoine Peters deze expositie officieel voor geopend. Het is wat schijnend om de toegewijde artistiek directeur van de Biënnale op zijn eigen opening nauwelijks aandacht te krijgen. Lag het aan het mooie weer? Het tijdstip? De locatie? De promotie? Ach, Piet vind het niet erg. Het is voor hem druk genoeg, omdat zijn functie vraagt overal bij aanwezig te zijn. Dudok is ter gelegenheid van de AMB omgeshaped tot een Piet Paris installatie. Op de muren hangt het mode-illustratieve werk dat hij onder meer in opdracht heeft gemaakt voor Vogue, Elle,W Magazine, warenhuis Saks Fifth Avenue in New York, de Bijenkorf en het Amsterdamse project Red Light Fashion District. Maar het gaat verder dan werk aan de muur. Niets in het interieur van Dudok lijkt onaangeraakt door de creatieve hand van Piet Paris: placemats, bierviltjes, sjablonen op muren en pilaren met de kenmerkende voetjes en handjes van Piets werk, uitgeknipte figuren die tussen de lampen van Dudok in hangen. Zelfs de kruidenboter is verpakt met zijn creatie. Alles is Piet Paris!. Op de vraag of Paris 21


niet zijn ziel verkocht heeft aan de commercie, antwoordt hij vrolijk: “ Ach ja, alles voor de mode, alles voor de Biënnale!”. Hij is in een goed humor, ondanks dat hij moeite heeft om constant een groep journalisten en camera’s om zich heen te hebben ,die hem volgens voor een lokaal tv en radiostation. De keuze voor Dudok is niet voor niets geweest om zijn werk op te hangen. Naast het feit dat Piet Paris vaste klant is bij Dudok, wil hij met name op deze manier de ondernemers van Arnhem betrekken bij dit grote mode festival. Zonder het betrekken van winkels en horeca kan dit grote mode-evenement volgens hem niet bestaan. Opvallend was hoeveel ruimte en mogelijkheden er was geboden aan beginnende ontwerpers, educatieve samenwerkingsprojecten met hogescholen en academies en integratie van de ondernemers van Arnhem zelf bij dit evenement. Uiteraard kan een evenement als deze niet zonder veel sponsors, subsidies en toestemming van de inwoners mogelijk zijn. Als sponsor kan je natuurlijk aan de zijlijn blijven staan en hier en daar een privé feest meepikken, maar je er ook volledig in meegaan. De stad en haar ondernemers hebben gekozen voor het laatste en op hun eigen manier kunnen profiteren van de hoge bezoekersaantallen en mogelijkheden om wat extra’s te verdienen of bij te dragen.

' # & + !

) - !

- . # %

Met de opening achter de rug en een nog volle Biënnale agenda in het vooruitzicht, is het bloggen begonnen. Elke tentoonstelling, lezing, beurs of gebeurtenis wordt op een eigen manier en 22


op een eigen dag geopend. Als een estafette race loopt iedereen van de ene naar de andere opening toe. Je wilt natuurlijk die leuke feestjes en bijbehorende goodie-bags niet missen. Want dat hoort bij mode: je bezoekers in de watten leggen, om zo een binding met het publiek of de pers op te bouwen. Met name bij modeshows liggen deze cadeautjes klaar op de zitplaatsen van genodigden. Erg indrukwekkend is dit echter niet in Nederland, het blijft allemaal ingetogen, goedkoop en commercieel. Maar wij Nederlanders blijken niet vies van gratis, dus alles wordt gretig meegenomen. Mode komt tot leven op het bewegende lichaam, dat zelfverzekerd over een catwalk loopt. Het model laat de creatie ‘werken’ door deze in een ferme pose op het puntje van de catwalk voor de klikkende fotograven te tonen. Catwalkfoto’s zijn een van de belangrijkste presentatiemiddelen om mode aan het grote publiek te tonen, in het bijzonder aan modevakmensen, inkopers en potentiële geldschieters. Het nadeel is echter de vluchtigheid en de snelheid van deze wijze van presentatie. De ene creatie is nog niet weg, of de volgende neemt haar positie over. Dat is weer het voordeel van modecreaties die zijn geëxposeerd, zoals in de Eusebiuskerk, in het Provinciehuis of het Museum voor de Moderne Kunsten Arnhem, en de ander locaties tijdens de Biënnale. Men kan de tijd nemen de vormen van de creaties te observeren met achtergrondinformatie over ontwerper en collectie. Toch blijft een echte modeshow een magisch moment. De Biënnale had een dozijn aan shows op het programma staan. Het bijzondere was dat veel van de shows open voor publiek waren, wat in de dagelijkse praktijk nooit het geval is. Zoals Stephen Jones hierboven al zei, is dat het leuke aan de Biënnale: mode wordt hier zichtbaar gemaakt voor een breed publiek. Voor de blog van de Biënnale heb ik drie grote shows verslaan: mode met een missie, awaerness fair fashion en de laatste en zeer populaire modeshow op de agenda: 23


de afstudeershow van de bacheloropleiding Modevormgeving ArtEZ.

' # & + ! ' + ( ! + + /! ' * *( - 7 . * > > + 2 ) 0 = + !"# $ ' ) / 5

!

De AMB bestede niet alleen aandacht aan het vormen van een platform voor de professionele modevormgeving, ook was er ruimte voor enkele maatschappelijk betrokken projecten opgenomen, waaronder Mode Met een Missie. B L O G 1 1 J U N I 2 0 0 9 : … Stichting Mode met een Missie geeft vrouwen met persoonlijke problemen, zoals verslaving of dakloos, een nieuwe betekenis aan hun leven. In diverse ateliers werken zij aan het kledinglabel Ami-e-toi van Mode met een Missie. Het schint goed te werken, omdat deze dames weer het gevoel terugkrijgen een zinvolle dagbesteding te hebben, wat hen meer zelfverzekerdheid meegeeft. De collectie van Ami-e-toi is met behulp van modeontwerper Claes Iversen tot stand gekomen. Iversen: “Eerst hebben we gebrainstormd hoe we het verhaal van deze vrouwen konden symboliseren in een sterk concept. Dat zijn de jaren 1920 en 1930 geworden, omdat deze tijd zich kenmerkt met sterke vrouwen. Denk aan Marlene Dietrich en Coco Chanel. Vrouwen werden na de Eerste Wereldoorlog steeds zelfstandiger en konden zich vrijer bewegen, wat een klassiek-moderne en elegantie kledingstijl opleverde ”. Claes Iversen vertaalt dit gegeven naar sterke silhouetten als openvallende 24


jasjes, stoere pantalons en opbollende jurken met subtiel geplooide snit. De rug en nek van deze jurkjes vormen in de collectie een sensuele erogene zone, zoals bij de kimono’s van Japanse geisha’s. De stoffen zijn soepel vallend en met een lichte glans. Ook de kleuren zijn geïnspireerd op de jaren 1920 en 1930: aubergine, bruinbeige, champagne en diepe blauwtinten. Kenmerkend voor Claes Iversen zijn bloemvormen die ook in deze collectie terugkomen in verschillende uitvoeringen. Bloemen zijn voor hem een metafoor voor de vrouwen van Mode met een Missie die door deze samenwerking weer tot bloei komen. De collectie is te koop in de winkel van Ami-et-toi, Weverstraat 24 - 25 in Arnhem.’

# > ! 4 # + = ! / * * $ ! . + $"# $ ' ) / 5 Als afwisseling van het bloggen voor de Biënnale stond voor ons een ander onderdeel op de agenda. De studenten van de modemaster Fashion, Design & Strategy van ArtEZ hebben een week samengewerkt met studenten modevormgeving uit Madrid. Vijf intensieve dagen hebben zij in groepen gewerkt aan het ‘re-shapen’ van acht klassieke mannenpakken. Aan de hand van zelf te bedenken concepten met als inspiratie het verhaal Orlando van Viginia Woolf, kwamen zij tot verassende couture creaties. De mannenpakken waren onherkenbaar omgetoverd tot museumwaardige mode-installaties, welke net als de personage Orlando verschillende gedaantewisselingen kon aannemen.Vivian en ik hebben deze workshop op de voet gevolgd. Met filmpjes, fotomateriaal, interviews en stukjes tekst hebben wij het project als website vereeuwigd.

25


; 2 # 5 ! B C ! 0 1 / ) ! D E E F Orlando workshop: ‘Wat krijg je als je 12 Nederlandse Conceptdenkers en 8 Spaanse Vormdenkers met elkaar laat werken? Dat zal vrijdag 19 juni duidelijk worden, als de studenten de workshop Orlando hebben afgerond. In slechts drie dagen zullen de masterstudenten van Fashion, Design & Strategy ArtEZ en de modestudenten van het Instituto Europeo de Design uit Madrid mannenpakken transformeren in een ontwerp dat op drie verschillende manieren kan worden gedragen. Een hele uitdaging dus! Zij worden hierbij begeleid door het modeduo Klavers en Van Engelen. De workshop is van start gegaan met de introductie van het thema Orlando, naar het boek van Virginia Woolf. Orlando experimenteert in zijn leven met meerdere identiteiten. Hij zoekt naar de kern, het moment dat hij tevreden is met zijn ‘zijn’. Dat is ook wat de studenten deze week gaan doen. Zoeken naar de kern van het ontwerp, the ‘final-cut’ aan hun concept. De uiteindelijke creaties zijn te bezichtigen in het bovenste gedeelte van het Stadhuis. Dagelijkse update http://orlando.studiodv.nl’ De website is nog altijd ‘in de lucht’. Onlangs keek ik de filmpjes terug. Op het moment van het maken van de ‘video-podcasts’ realiseerde ik me niet hoe leuk het materiaal eigenlijk was. Vivian en ik hebben op ene eigenwijze manier verslag gedaan van deze ‘lost in translation’ modevormen. Zo bleek maar hoe divers het thema Shape van de Biënnale vorm kon krijgen.

26


' * & + !

) / !

* $ / . + '

Een andere opening, waar ik zelf naar uitkeek omdat ik er deels aan heb meegewerkt, vond halverwege de maand plaats. Een kleine groep mensen – kennissen en geïnteresseerden van de organiserende partijen- hadden de moeite genomen om te zien wat modelector Jose Teunissen en Piet Paris samen hadden gecureerd. In het provinciehuis, niet eens ver verwijderd van de hoofdtentoonstelling, werd speciaal aandacht gegeven aan de Hogeschool voor de Kunsten ArtEZ Arnhem. Arnhem is voor de mode design wat Eindhoven is voor industrieel design. Elk jaar studeren op diverse kunstdisciplines talenten af, welke het later ver geschopt hebben. Zowel van de bachelors als de masteropleidingen van de school zijn diverse grote namen afkomstig, variërend van product en fotografie tot mode en interieur. B L O G 1 7 J U N I 2 0 0 9 : Opening Artez Alumni en Royal ArtEZ: ‘Op de 12de dag van de Arnhem Mode Biënnale is officieel de tentoonstelling ‘ArtEZ Plus/ Royal ArtEZ’ geopend in het Provinciehuis. Centraal staan in deze overzichtstentoonstelling de alumni’s afkomstig van ArtEZ, zoals Saskia Van Drimmelen, Marcel Wanders, Alexander van Slobbe en Spijkers&Spijkers. De jongere alumni’s als Levi van Veluw, Marielle van de Ven, Claes Iversen en Marloes ten Bhömer tonen recent werk. ArtEZ levert jaarlijks een scala aan talent af en verdient daarom een eigen plek op de Arnhem Mode Biënnale. In het oog springt de wijze waarop het materiaal van ArtEZ Plus is uitgestald. Curator Jose Teunissen: “Piet (Paris, red.) had een boek liggen met foto’s van oude displays van 27


kledingwinkels uit de jaren 50.Toen hing alles aan draadjes of lag de kleding liggend in de etalage in plaats van op poppen. Dat idee heeft Piet hier toegepast, omdat je nu anders kijkt naar de vormentaal en het materiaal van het getoonde werk”. Elk werk lijkt op een kunstwerkje, zorgvuldig neergelegd op diverse spiegeltafels. Een alumnitentoonstelling is volgens Teunissen hard nodig, omdat de oud-studenten van ArtEZ meer gepromoot en gesteund mogen worden door ArtEZ zelf. Een voorbeeld stelt zij aan de Eindhovense Design Academy en haar manier van presentatie en promotie op internationaal niveau. Dat niveau moet ArtEZ ook gaan behalen de komende tijd en deze expositie is een eerste stap in deze richting. Naast de Alumnitentoonstelling is op de eerste verdieping van het Provinciehuis nog een andere tentoonstelling te zien: Royal Artez. ‘Royal’, omdat het werk afkomstig is van oudstudenten van ArtEZ die tevens aan de Royal College of Art in Londen hebben gestudeerd. Deze items zijn wat abstracter en conceptueler dan ArtEZ Plus, maar zeker de moeite waard om even langs te lopen. Zoals het werk van Pieke Bergmans, die de kunst installatie ‘Light Blub’ presenteert. Toch valt de het mooie werk van de ArtEZ-alumni’s wat in het niet in deze imposante en bontgekleurde ruimte van het Provinciehuis. Maar laat u niet afleiden, neem even de tijd om met de hand-outs langs elk item te lopen en je te verplaatsen in de visie van elke ontwerper.’ 28


' # & + ! ) / ! + + /! + + $ 2 ) 0 = + ! " # $ '

!

Naast deze en andere maatschappelijk betrokken projecten, heeft de AMB dit keer extra ruimte geboden aan duurzame, mens- en milieuvriendelijke mode met het programma A-Wear-ness Fair Fashion Event (AFFE).Vanaf 28 juni, aan de staart van de Biënnale, was de Biënnale in het teken van ‘groen’ en ‘goed’, met als kick-off een duurzame modeshow met diverse Nederlandse modelabels en mode-initiatieven met oog voor mens en milieu. B L O G 2 8 J U N I 2 0 0 9 : Kledingzaken en modewinkels maken dat wij ons in een rap tempo het hele jaar door kunnen kleden volgens de laatste mode grillen. Lang leve Zara en de H&M. Maar er zit een keerzijde aan de mode industrie en haar ‘fast fashion’ benadering. Door de voortdurende drang naar het nieuwe, vergeten wij soms het oude te waarderen. En ook het verhaal achter de kleding wordt vergeten: een verhaal van uitbuiting van lage lonen in arme landen, slechte werkomstandigheden, chemicaliën ter verfraaiing van de kleding die in de loopbaan van het milieu terecht komen en de aarde vergiftigen. Ik wist bijvoorbeeld niet dat er per spijkerbroek een halve kilo chemicaliën gebruikt wordt en dat 2500 liter water gebruikt wordt ter vervaardiging van een t-shirt. Dat is niet niets. What you see is not always what you get. Dit jaar besteedt de Arnhem Mode Biënnale extra aandacht aan de eerlijke & groene SHAPE van mode met het programma Aware Fair Fashion Event (AFFE). Het AFFE 29


is een initiatief van Stoere Vrouwen, het wereldverbeterende vrouwenleger. Zij hebben de missie om zowel bij consumenten als modeontwerpers door te laten dringen dat mode ook anders kan, zonder sweat shops, vervuilende chemicaliën, uitbuiting of een slecht geweten. En wat ook niet onbelangrijk is: eerlijke mode is niet perse saai! Eerlijke mode is vaak net zo ‘in’ en ‘modern’ als de mode in de reguliere winkels. Dat laten het AFFE en de Stoere Vrouwen tijdens deze biënnale zien. Het AFFE opende haar programma met een drukbezochte catwalk-show vol eerlijke labels uit eigen land. Het label Studio Jux uit Amsterdam mocht de show openen en is een rolmodel hoe ‘fair fashion’ zou moeten zijn: hip, eerlijk en vooral leuk. ‘Jux’ betekent dan ook ‘plezier’ en creëert vrolijke, elegante mode. Naast goede basics van zacht bamboevezel, tonen zij speelse vrouwelijke pofbroeken en –rokken in roze en zachte grijstinten. Alles is gemaakt in Nepal, onder toezicht van de toegewijde modeontwerpster Jitske Lundgren. Het label Mud Jeans toonde spijkerrokjes van ecologisch textiel als bamboe, soja, katoen en eucalyptus. Dit label had voor een wel heel duurzame manier van showen gekozen: alle modellen droegen hetzelfde! Een zwart shirtje, een spijkerrokje en een ecologische tas van Dweezelsfriend. Rianne de Witte daarentegen showde een volwassen collectie met als duidelijke inspiratie het leven op en aan zee: gestreepte visserstruitjes en matrozenbroeken, jurkjes voor in St. 30


Tropez, afgetopt met strohoedjes tot over de ogen. Alles van duurzaam materiaal. Brennels laat zien dat onkruid een ecologisch en verantwoord alternatief is voor katoen: brandnetels kunnen ook zacht zijn. Accurate Loesje teksten over biologisch textiel vertaalde dit concept naar:‘Prikkelend, zo’n bh’tje van brandnetel’ en ‘Als mijn henneptruitje uit de mode is, rook ik ‘m op’. Speciale aandacht ging uit naar het eco fashion label Van Markovic van de NederlandsPoolse meiden Kasia Markowska (ontwerpster) en Zuzia Andziak (bioloog). Dat moet wel een goede samenwerking zijn. Zij zoeken voordurend naar nieuwe ecologische technieken voor textiel. Van Markovic showde op het AFFE jurken, smokingjasjes en pofbroeken in circuskleuren geel, groen en blauw. Hun talent is opgemerkt en zij zullen tijdens de New York Fashion Week hun collectie voor het eerst aan het buitenland showen op een speciale Green Fashion Show! Vanaf 28 maart hebben zij hun deuren geopend van hun eigen winkel in Arnhem op de Sonsbeeksingel 106. Na een lange en wat fantasieloze modeshowcyclus was er gelegenheid voor een interactie tussen publiek en ontwerpers om onder begeleiding van tv-presentator Jort Kelder te discussiëren hoe ‘groen en duurzaam’ mode kan zijn. Ondanks dat veel bezoekers de catwalk inmiddels hadden verlaten, bleef een kleine kern zitten om meer te weten te komen over fair fashion, met diverse interessante gastsprekers op het programma 31


als Rank-a-Brand, Schone Kleren Campagne, Christine del Haye en Bob Crebas.’ Er hangt nog altijd een muffe sfeer rondom eco, duurzaam en groen, terwijl er wereldwijd vele ontwerpers actief zijn op het vervaardigen van couture mode met een wereldverbeterende inslag. Goed dat de AMB aandacht geeft aan dit belangrijke topic. De bedoeling van een Biënnale is aandacht te geven aan de huidige stand van zaken in de modewereld. Mensenrechten en milieuproblematiek zijn grote zorgen op het moment. Helaas is de mode-industrie een significante vervuiler van mens en milieu. Echter, ik hoop dat in de komende biënnales deze mode op een gelijksoortige wijze wordt gepresenteerd als de andere modevormgeving, elders in het programma. De AFFE was wat gekunsteld in haar presentatie en profilering. Het zat niet overtuigend in elkaar, terwijl dit wel een van de ontwikkelingen zijn in de modewereld waar zeer veel progressie wordt geboekt. Duurzaamheid spreidt zich uit als een olievlek en ieder jaar studeren modestudenten af van gerenommeerde modeacademies met een collectie met oog voor mens en milieu. De kunst is denk ik om het accent niet te veel te leggen op het materiaal of de vervaardiging, omdat het uiteindelijk gaat om de modevormgeving, de creatie. Het blijft een zaak van ‘het moet er mooi uitzien, groen of niet’. Hopelijk zien we in de volgende modebiënnale in de context van ‘Haute Nature’ modevormgeving van onder meer Stella McCartney, Maison Martin Margiela, en andere meer high fashion labels, omdat nu lijkt alsof ecologische en duurzame mode zich alleen op het niveau van de confectie bevind. En dat is misleidend. Deze kleine en lokale initiatieven die zich presenteerden op de AMB 2009 zullen niet voldoende zijn om een wereldwijde industrie te veranderen, zolang de grote spelers en namen niet aanwezig zijn. Hopelijk zal de Biënnale in 2011 deze kant van modevormgeving beter aanpakken en representeren.

32


7 2 ) / ) 7 - ! + / ! 2 + 4 ) / 5 + /! )/!&+!(1)/!"*/!7#')/5!-##/ Modestudenten, professionals maar ook de liefhebber konden uit diverse educatieve en inhoudelijke onderdelen kiezen, zoals modecolleges in de kerk, symposia over Dutch design in het stadhuis en diverse lezingen en clinics in de tuin van de conceptuele winkel Arnhem Coming Soon. Als modestudent was ik met name in dergelijke programmaonderdelen geïnteresseerd, omdat ik op deze manier in contact kon komen met de mensen die al jaren in het vak zitten en op hun eigen manier autoriteiten zijn in de Nederlandse modewereld. Ik kom nog maar net kijken en ik weet nog niet voldoende over hoe het modevakgebied in Nederland is georganiseerd. Onderstaande blog is niet geplaatst, maar wil ik graag alsnog een plek geven vanwege een paar interessante discussies die ontstonden na afloop van de clinics. Het zou kunnen dat de blog te lang was — zoals wel vaker bleek uit de verhalen van Vief en ik — of dat het onderwerp te ver afstond van de gemiddelde lezer van de website van de Biënnale. BLOG 1 JULI (niet geplaatst): Op de hoek van de Kerkstraat en de Pastoorstraat in Arnhem zit sinds 2007 de schakel tussen de academie ArtEZ en de beroepspraktijk gevestigd: de winkel Coming Soon. Zij is een unicum in Nederland en een voorbeeld voor andere kunstacademies hoe Nederlandse en met name ArtEZ talenten een plek krijgen om zich te verkopen. Maar inkoper en mede-eigenaresse Judith ter Haar wil meer laten zien dan jonge ontwerpers. Kwaliteit en betekenis staan voorop. Coming Soon heeft dan ook die ontwerpers in petto die zo kenmerkend zijn voor het 33


‘Dutch Modernism’ waar ArtEZ om geroemd wordt: Spijkers&Spijkers,Viktor&Rolf, Lanvin Homme (Lucas Ossendrijver), Collectie Arnhem, Klavers Van Engelen, And Beyond, Mattijs, Iris van Herpen … modelabels voor de liefhebber van Dutch Fashion Design. Maar niet alleen mode, ook veel product design is ruimschoots aanwezig, artistieke boeken en magazine titels, textiel en sieraden. Als Judith ter Haar erin gelooft, zal het product en haar maker voldoende aandacht krijgen in haar winkel. Tijdens de Arnhem Mode Biënnale is Coming Soon wederom zeer betrokken. Dit jaar organiseerde Ter Haar een viertal mode clinics en lezingen in de achtertuin van de winkel, inclusief verzorgde lunch. Het is een gemiste kans als je als student of modeprofessional niet naar een van deze ‘colleges’ bent geweest, want de namen van de sprekers op het programma bleken niet de minste te zijn. Om maar een paar te noemen: Hans Ubbink (Modeontwerper), Ineke Hans (Industrieelvormgever), Frans Kooymans (Interieurarchitect) en Liesbeth Cloosterman (Directrice B32 Groep B.V.). Ikzelf ben op 1 juli naar de clinics gegaan van Georgette Koning (freelance mode journalist) over het maken van het AMB Magazine, met aansluitend de lezing van James Veenhoff, (bedenker en voormalig directeur van de Amsterdam International Fashion Week, AIFW). Hieronder een kort verslag van beide clinics:

34


D E E L I : H OW TO S H A P E T H E ARNHEM MODE BIENNALE MAGAZINE? — GEORGETTE KO N I N G : Ja, hoe doe je dat, met weinig middelen en beperkte tijd een modemagazine maken dat het thema SHAPE weergeeft? Het idee was om een ‘modelogue’ te maken: een mix van een modemagazine en een catalogus, welke zou aansluiten bij de hoofdtentoonstelling in de Eusebiuskerk en het contrast belichamen tussen arm en rijk, low en high fashion. Daarom is gekozen voor het glanzende goud op het doffe papier van de cover bijvoorbeeld, maar ook inhoudelijk is contrast doorgevoerd. Georgette Koning, freelancer voor o.a. NRC Next, Elsevier en Diane Pernet’s blog, had de taak dit magazine tot stand te brengen en te coördineren. Een hele klus, omdat je maar net geluk moet hebben of de grote namen op je interview-wenslijst zullen reageren, vertelde ze. Enkele namen zouden kosten wat het kost, met of zonder interview, in dit nulnummer terecht komen: Lanvin (p.50), Martin Margiela (p.40), de Rodarte zusjes (p.30) en Rick Owens (p.34) uit Amerika, want Amerika scoort sinds lange tijd hoge ogen op modegebied. “Dat is zo nieuw!” licht ze toe ”de komende tijd zal Amerika veel impact hebben op de mode” (zie ook p.44). Ook gaf Koning de opdracht om een artikel te wijden aan de vormgeving van het mannenkruis, wat een leuk stuk is geworden door Gert Jonkers op p.38. Zij geeft toe dat er ook een paar dingen minder goed hebben uitgepakt in het magazine. Veel kritiek was er op het onderdeel ‘Shape 35


Shift Focus’ (p.80) waar een jurk van Proenza Schouler over 9 pagina’s werd uitgelegd hoe het was vormgegeven. “Slechte foto en te veel pagina’s. Modemensen vonden het afschuwelijk!” Ik vroeg haar hoe zij de prijs van €5,00 heeft vastgesteld, omdat mij dat een laag bedrag leek voor zo’n exclusief blad. “Vijf euro is een glossy-prijs, maar ook de oplage van 20.000 maakt dat de prijs laag kon blijven. Persoonlijk had ik 2.000 a 3.000 stuks ook goed gevonden, want tja, zie er maar vanaf te komen! De distributie is echt een soort maffia, wie op welke plek mag liggen in het schap en waar.We hebben zelf adressen gezocht en studenten door het land laten rijden.” De advertenties, een ander onderdeel wat van levensbelang is voor een blad en voor de kostprijs, heeft Koning via haar eigen netwerk kunnen lobbyen. In deze tijdens leiden alle magazines onder terugtrekkende adverteerders en komen in de problemen, dus moest Koning heel creatief zijn met een tijdschrift wat maar een keer werd uitgegeven. Maar het is dus allemaal gelukt. Persoonlijk vind ik het een prachtig blad en het geeft mij een ‘eye opener’ wat er op dit moment speelt in de modewereld in binnen en buitenland. Het wijkt af van wat we al in andere modebladen kunnen lezen. En nog belangrijker, het geeft plek om mode te bespreken in plaats van te verslaan. Zo veel inspirerender dan plaatjes kijken. Hopelijk volgen de reguliere bladen dit voorbeeld. Het blad zal nog het hele jaar te koop zijn of is te bestellen via www.elsevier.nl/amb voor € 5,00. 36


D E E L I I : H O W TO C R E AT E T H E A M S T E R D A M I N T E R N AT I O N A L F A S H I O N WEEK? — JAMES VEENHOFF: Nederland kent inmiddels meerdere modeevenementen. Maar een van de bekendste is toch wel de Amsterdam International Fashion Week (AIFW), die twee keer per jaar wordt georganiseerd. De Biënnale in Arnhem is meer een artistiek overzicht en een ode aan wat er momenteel speelt in de modewereld. De Amsterdamse AIFW is gericht op handel, op ‘doing business’, aldus James Veenhoff. Hij bedacht met een paar andere slimme marketingmannen dat Amsterdam een modeweek miste , terwijl er genoeg aanbod was. En bovenaan hun lijst stond dat het vooral leuk en een feest moest zijn, want saaie vakbeurzen zijn er al genoeg. Er was nooit eens een leuk ‘neven programma’. Dus in 2004 heeft Amsterdam haar eerste modeweek zien opbloeien. James vertelt: “We zagen in New York een gat in de markt: een vakbeurs voor nieuwe luxe merken, dat hadden we hier nog niet, een vakbeurs dat zich tussen ‘high en low’ in bevond. Een Landbouw-RAI voor de mode dus!” Of landbouw nou met mode vergeleken mag worden, laat ik in het midden, maar de AIFW blijkt voor Nederlandse mode een hoogtepunt in het jaar. De mode-industrie heeft een ritme nodig, om zich op twee momenten te presenteren: de wintercollectie in Juli en de zomercollectie in November. Ja, klinkt tegenstrijdig! Maar zo werkt het in de mode, want modeweken draaien om inkopers en om 37


media aandacht. ‘Wat gaat er komen? Wat moeten we inkopen? Wat is de nieuwe mode?’. James Veenhoff: “Nieuw aan de AIFW was bovendien dat wij in tegenstelling tot andere modeweken, de stad erbij betrekken en een publiekelijk programma aanbieden naast de besloten modeshows. De AIFW is ‘all about connection’. we willen alles en iedereen met elkaar verbinden weet je wel, dat maakt het leuk”. D E E L I I I : D I S C U S S I E OV E R H E T N E D E R L A N D S E M O D E K L I M A AT: Na afloop van de lezingen draaide dit promotiepraatje van Veenhoff uit tot een interessante discussie tussen hem en Judith ter Haar over de problemen met het samenwerken tussen verschillende mode-instellingen in Nederland: die wil niet met die, en de ander krijgt wel geld van de overheid en de ander daarom weer niet. ‘Het moet gebundeld worden’, stelt Judith ter Haar. ‘Maar iedereen heeft verschillende belangen. Dus waar zitten dan wel de overlappende belangen? Precies. In het buitenland en haar pers’. Er is blijkbaar een grote behoefte aan een beter samenwerkende mode-industrie in Nederland, omdat het industriële er juist in Nederland aan ontbreekt. Nederland zit nog te veel in de kunstenaarshoek: ‘Mode is een soort hobby industrie hier. Zo kijkt de overheid er ook naar en dat moet veranderen’. James Veenhoff geeft een illustratief voorbeeld: “Iemand van de Rietveld Academie bijvoorbeeld krijgt pas in het laatste jaar bezoek van de Kamer van 38


Koophandel, wie iemand zonder verstand van mode is en met een standaard praatje daar komt vertellen, verder niet! Daar zak je broek toch vanaf!”. Mode blijft op deze wijze een toegepaste kunstvorm in plaats van een professionele industrie die Nederland zou kunnen hebben, naast klompen en tulpen. Verder zou er een grote scheiding zijn tussen cultuur en economie, vervolgt James, die op dreef is. De frustratie van zowel Judith en James lijkt duidelijk. Er is blijkbaar een grote behoefte aan debat. Een debat hoe mode in Nederland uit het knutselhoekje gehaald kan worden en door kan groeien naar de ‘hogere kaste’ om een erkend vak te worden. Het grootste urgentiepunt was toch wel het transparanter maken van de overheidsfinanciering voor de kunsten en voor de mode. Het debat ging zo nog een tijdje door. Ik ben van mening dat het belangrijk is dat ergens notie wordt gemaakt van dergelijke onderwerpen, omdat de reguliere media hieraan geen aandacht zullen besteden. Het heeft geen nieuwswaarde, lijkt het. Maar er zit een hele machine achter. En die moet wel gestroomlijnd blijven. Zo zie je maar, Judith ter Haar draagt een groot hart toe aan Nederlandse mode en design. Wie weet wat de volgende modebiënnale ons zal brengen. Coming Soon en Judith ter Haar zullen er in ieder geval weer op het programma staan zijn om ons wijze lessen in de mode te geven.

39


* , - ( 1 & + $ + / ! # >! ' ! # ! & ! + !" ! # ! $ ! ' ! 5 ! + !" ! ) ! / ! 5 Studenten die afstuderen tijdens een modebiënnale hebben geluk. Zij kunnen zich presenteren tijdens dit internationale mode-evenement, waar de concentratie van modeautoriteiten hoger is dan op een ander moment. Als afsluiter van de Biënnale staan de shows van de Arnhemse modeacademie ArtEZ op het programma. Ik begreep van de organisatie van de AMB dat deze show altijd in rap tempo zijn uitverkocht. Arnhem staat nog altijd bekend als een bakermat van modetalent. Samen met Vivian bezocht ik de uitverkochte ‘Graduationshow ArtEZ Mode’, op zoek naar nieuw talent achter de schermen van de show. Backstage is namelijk altijd een heerlijke chaos gaande, waar meer interessants gebeurd dan wanneer je netjes op een stoel zit te kijken naar de voorbij paraderende modellen. Achter de schermen zie je hoe de laatste touwtjes aan elkaar worden geknoopt, een zoom snel wordt vastgelijmd bij gebrek aan een naald en draad, en waar de passie van de studenten vandaan komt. BLOG 3 JULI 2009, I.S.M. VIVIAN S N E E P : … Geen modeshow begint zonder paniek achter de schermen. Backstage bij de ArtEZ Fashion Graduation Show was het een letterlijke klerenbende! Rekken vol met kleding, schema’s aan de muur en tafels vol candybars en drinken.Wachtende modellen, visagisten die de finishing touch aanbrengen en de modeontwerpers die de laatste check doen. Het is niet verwonderlijk dat het hier ontzettend druk is, aangezien naast de 19 afstudeercollecties ook het eindwerk van de eerste drie jaren van de modeopleiding worden 40


geshowd. Tussen de geur van haarlak, repen chocola en energiedrankjes door, wachtten de vele jonge modellenmeisjes op hun ’ten minutes of fame in the spotlight’. Ook dit jaar is de eindexamenshow van ArtEZ Mode weer in razend tempo uitverkocht. Er is zelfs een extra show ingelast om alle modeliefhebbers een plekje naast de catwalk te kunnen geven om te zien wat de toekomst ons brengt op modegebied.Wat zagen we voorbij komen? Wie moeten we in de gaten gaan houden? ' W O V E N B U I L D I N G S ' VA N D E E E R S T E J A A R S : Nog even geduld, want voordat we dat konden zien, startte de grote modeshow met het project ‘Woven Buildings’ van de 1e jaars modestudenten. [...] Geïnspireerd door de hedendaagse architectuur en afgeleid collagemateriaal werden experimentele creaties geshowd, allen uitgevoerd in rauwe donkerblauw denim. De nadruk lag op het ‘weven’ van verschillende modetechnieken om zo nieuwe volume en vormen te creëren. Een eerste jaars, Yoram Tomasowd, vertelt ons dat zij driedimensionaal leren te denken en te ontwerpen, omdat een ontwerp van alle kanten interessant moet zijn, het hele model rond. NIET B ANG ZIJN VOOR PRIMAIRE KLEUREN IN HET TWEED E J A A R : Voortbordurend op dit experimentele vormonderzoek, presenteerden de tweedejaars het project ‘Who’s afraid of Red, 41


Yellow & Blue’. Dit jaar gaat om het ontdekken van nieuwe ontwerpvoorwaarden, out-of-thecomfort-zone denken en je eerste signaturen als ontwerper ontwikkelen. Het kleurpallet spatte letterlijk van de modellen af, dus bang waren deze 2e jaars niet. IN HET DERDE JAAR WERKEN AAN COLLECTIE ARNHEM: Collectie Arnhem is de gezamenlijke kledingcollectie waar derdejaars modestudenten aan werken. Deze collectie wordt daadwerkelijk geproduceerd en vervolgens bij de winkel Coming Soon verkocht. De collectie bestond uit lichte, huidskleurige stoffen met hier en daar zwart/ wit contrasten. In het oog sprongen de vele bodystockings, niet alleen voor de vrouw! Onder de creaties werden stoere Doctor Martins-kisten gedragen, die het geheel een ruig randje gaven aan de ingetogen en enigszins ‘softe’ kledingcollectie. EN DAN AFSTUDEREN … Negentien eindexamenstudenten van de bacheloropleiding Modevormgeving van de Hogeschool voor de Kunsten ArtEZ Arnhem presenteerden aan het grote publiek voor het eerst hun afstudeercollecties. De nieuwe generatie koos unaniem voor jumpsuits, body’s, brede schouders, draperieën of moulage en zijde, en andere luchtige stoffen. Een enkeling week af van dit pad. Onze persoonlijke favorieten waren Ratna Ho, Hellen van Rees en Mirthe Engelhard, welke wij kort spraken voorafgaande aan de show backstage: 42


T R I B A L TAT O E A G E S E N M Y L I T T L E P O N Y A L S I N S P I R AT I E ( R AT N A H O ) : De stijl van Ratna Ho is kenmerkend. Ratna laat zich graag inspireren door inheemse culturen zoals de Azteken, Maya’s of het oude China. Haar eindcollectie ‘Tribals’ was gebaseerd op de stoere tribal tatoeage patronen en zoete ‘my little pony’ kleuren. In het oog sprongen haar bewerkelijke panty constructies, welke haar werk tot een soort ‘panty couture’ verheven. Ook heeft zij samengewerkt met tassenontwerpster Pascal Mulder. Elke outfit had een eigen tasje of bewerkte schoen. Het was duidelijk zichtbaar dat zij met veel zorg en hard werken aan elk detail heeft gedacht. Zelf zei ze ons dat ze het zichzelf niet altijd makkelijk maakt. Haar volgende stap is Milaan, waar zij in september 2009 kans maakt om de Triumph Inspiration Award te winnen. We houden haar in de gaten. STERRENHEMEL EN VLOEIEND W AT E R ( H E L L E N V A N R E E S ) : Ooit het grillige van water vertaald zien worden naar een collectie? Hellen van Rees vertaalde het concept ‘Floating Figures’ naar de vloeibaarheid en transparantie van water.Water als het ware tastbaar maken door de glans en de vorm te vertalen naar zelfgemaakt textiel. Wat een monnikenwerk moet dat zijn geweest.Alles heeft Van Rees met de hand gemaakt. De kleur geel speelde de hoofdrol.Waarom? Dat wist ze zelf ook niet, maar het is een felle, opvallende kleur en het deed haar denken aan de maan, de zon 43


en de sterren, zoals in kindertekeningen. Met plastic-coatings bracht zij de glans van water aan en met ledlampjes in de mouwen en in de oren de schittering van sterren en licht in het water. Haar creaties bevinden zich tussen kunst en mode. Een sterk concept dat mooi vertaald was naar de catwalk. / # ' * & + / ! ) / ! + + /! ' # & + $ / + ! - 2 1 ) + $ 6 ! G - ) / & . H! ? ' ) $( + ! + / 5 + 2 . * $ & @ Open en dicht. Verhullen en onthullen. Bloot en bedekt. Modern en traditioneel. Mirte Engelhard liet met haar eindcollectie ‘Sindh’ zien dat nomaden stijlvol, elegant en ‘cutting-edge' zijn. Ook hoofddoeken gaan met hun tijd mee. Engelhart vertelt: “Het beeld van de sluier intrigeert mij, maar heeft soms een geladen betekenis. Maar zodra ik de sluier een capuchon noem, is die lading er af. Vandaar dat je in mijn collectie capuchons ziet die zich vervormen naar sluiers”. Haar collectie toont gelaagdheid, soepel vallende stoffen die de beweging van haar drager volgen en harmonie in kleurgebruik. Heerlijke gewaden om in te paraderen op een zomerse dag in verre landen. Prachtig en elegant. Engelhart heeft nog geen concrete toekomstplannen. Na een lange zit vol indrukken, verschil in talent en presentatie, gingen wij tevreden naar huis. Onze conclusie is dan ook dat er zeker talent zit tussen deze nieuwe lichting modeontwerpers, maar dat het echte werk voor hen nog moet beginnen. Stuk voor stuk zijn het ruwe diamanten die door 44

!


de praktijk gepolijst gaan worden.We zijn reuze benieuwd wat deze ArtEZtique studenten de toekomst gaan brengen. Een nieuwe Francisco van Benthum of een Claes Iversen? Een Viktor&Rolf of een Spijkers en Spijkers? Een goede en gebruikelijke stap na het afstuderen aan de bachelors Modevormgeving is toelating te doen tot een modemaster om te leren hoe zij een eigen label moeten organiseren en hun modevormgeving leren verfijnen, bijvoorbeeld bij Central Saint Martins College of Art and Design in Londen of een van de Fashion Masters bij ArtEZ zelf. Maar de meesten van hen willen eerst even kijken in de keukens van gevestigde modeontwerpers, zodat na genoeg ervaring wellicht hun eigen diamant kan schitteren.Wij wensen ze alle 19 veel succes!’ Met het bloggen voor de Biënnale waren Vivian en ik vrij om te schrijven wat we wilden. Normaal zijn blogs korte stukjes tekst, die een sfeer, een gedachte of een gebeurtenis in maximaal 200 woorden beschrijven. Maar van deze vorm is meerdere malen afgeweken, omdat wij graag langere artikels wilden schrijven met ruimte voor uitleg en achtergrondinformatie. Er kwamen bovendien zoveel indrukken op ons af. En op een dag gebeurde veel tegelijkertijd.Vandaar dat we langere stukken hebben geschreven, zoals blijkt uit bovenstaand catwalk verslag. Om te oefenen met schrijven, maar ook om onze gedachtes de vrijheid te geven.

7 # / 7 2 1 - ) + 6 ! & +! ' # & + ! ) - ! ) / ! "# $ '

!

James B.Twitchell (2004) schreef ‘Consuming fashion is consuming a feeling, maybe even, a religious one, an epiphany.’ Stel dat mode 45


een religie was, dan was de Eusebiuskerk haar huis, in ieder geval tijdens deze editie van de modebiënnale. Inmiddels is de kerk teruggeshaped tot haar oorspronkelijke vorm om weer functie te doen waarvoor zij is gebouwd. Gek om te bedenken dat deze religieuze plek een maand lang bescherming bood aan de heiligdommen en relikwieën van de hedendaagse mode: Lanvin, Raf Simons, Balenciaga, Calvin Klein, Christopher Kane, Hussein Chalayan, Comme des Garcons, Jil Sander, Rick Owens, Thom Browne, Martin Margiela, Rodarte en Viktor & Rolf. En niet te vergeten de Hollandse vormen van Klavers Van Engelen, Mattijs, Iris van Herpen, Antoine Peters, And Beyond en Monique van Heist, of minder bekende maar innovatieve ontwerpers en mode-installaties van Yuima Nakazato, WrittenAfterWards, en Manish Arora. De derde editie is door nationale en internationale pers lovend ontvangen. Ook de deelnemende ontwerpers waren onder de indruk van de verrassende en inhoudelijke presentaties. Bezoekers reageerden verrast op de paviljoens op vijf meter hoogte en de diversiteit van ontwerpers in en rondom de Eusebiuskerk. Gesteld kan worden dat deze biënnale de mode op een eigen wijze vorm heeft gegeven, verder reikend dan de vormentaal en het tot stand brengen van de modecreaties zelf. Ondanks het succes wil de organisatie de volgende editie in 2011 nog internationaler en professioneler maken, met een nieuw artistiek leider, een nieuw artistiek modethema en een wereldwijde reclamecampagne. Nu bleek het vaak een kwestie van geluk en een goed netwerk van de zittende artistiek directeur om grote namen naar de Biënnale te krijgen, zowel qua invloedrijke bezoekers als deelnemende modeontwerpers. Ikzelf kan teruglijken op een zeer leerzame en unieke ervaring tijdens mijn opleiding aan de Fashion Masters ArtEZ Arnhem.Tijdens een modebiënnale leren modestudenten zoals ik misschien wel meer dan tijdens een heel studiejaar. Eigenlijk zou elke modestudent een maand lang een kamer in Arnhem 46


moeten huren om het rijke aanbod aan modegerelateerde happenings — van ontspanning tot educatie — mee te krijgen. In het beste geval om stage te lopen bij de organisatie. Ikzelf heb in ieder geval heel veel geleerd en gezien. Doordat wij voor de organisatie zelf werkten, hadden wij toegang tot bijna alles. Bovendien kregen we vaak de krenten uit de pap toegespeeld, doordat wij bijvoorbeeld ‘front row’ mochten zitten of backstage werden voorgesteld aan de modeontwerpers en andere modeprofessionals die voor ons waardevolle contacten kunnen zijn in de toekomst. Volgens mij heeft de modebiënnale potentie nog groter te worden om zichzelf op de kaart van de mode te zetten. Wellicht dat dan de internationale modepers in 2011 deze biennale wel massaal zal bezoeken. Ik ben er in ieder geval weer bij, wie weet in wat voor rol. Hopelijk op een plekje vooraan bij de catwalk en gewapend met een all-access perskaart.

47


48


! '#&+$)&&+$-!! **/!&+!$#/&+! (*,+2 !

Media vertellen ons dat mannen aan het veranderen zijn: “mannen steeds modebewuster”, “een nieuw type man is opgestaan”, “mannen vervrouwelijken”. Maar wat zeggen Nederlandse mannen daar zelf over? Is dit een tendens die zij herkennen of betreft het slechts een kleine groep kosmopolieten die de grenzen van mannelijkheid aftasten? Vier moderidders zijn uitgenodigd om te discussiëren over mannenmode, jezelf onderscheiden, trendsetters en over emancipatie onder mannen. Het wachten is op Dirk. “Hij heeft zich verslapen”, zo laat leader of the pack Jeroen Visser weten. Aan tafel zitten Jeroen (1981 — project manager) en zijn vrienden Michiel Lancer (1982 — Evenement Manager en kunstenaar) en Eddy Carre (1984 49

groepsinterview met vier modebewuste mannen

) / ( + $ " ) + % ! ' + (! I ! / + & + $ 2 * / & - +! '! #! &! +! '! *! /! /! +! /


— student Auto Management). Al snel is Dirk ook present. Dirk Schmidt (1985 — student Bestuur & Organisatiewetenschappen) legt uit: “Ik ben te laat omdat mijn vriendin de wekker een uur verkeerd had gezet, en zij mijn kleren niet had klaargelegd!” De vrienden moeten allen hard lachen. Ik als vrouw frons even mijn wenkbrauwen omdat het mij verrast te horen dat een jongeman van vierentwintig zijn kleding lijkt klaar te leggen door zijn vriendinnetje. Dirk pakt rustig zijn stoffen tasje met Paisley motiefje uit en haalt een zeer zorgvuldig opgevouwen wit overhemd tevoorschijn, dat hij tegen het kreuken heeft ondersteund met een editie van het mannenblad Fantastic Man. Verslapen? Of houdt een man stilletjes verborgen dat hij toch iets te lang twijfelde over zijn kledingkeuze voor dit interview?

>*( $# / + / ! & # # $ ; $ + : = + / ! ' + ( ! + + / ! >* / ( + $ - 0 * * 2 In een café in het oude centrum van Utrecht, drinken de mannen allemaal koffie verkeerd met een glas water er naast. Jeroen bestelt echter een warme chocolademelk. Hij vertelt dat hij graag anders wilt zijn en plezier heeft in het doorbreken van vaste patronen. Jeroen Visser: “Dat is om bewuster te worden van de dagelijkse dingen die ik doe. Dat zie je dus ook terug in mijn kledingkeuzes. Wat ik nu aan heb, dat heb ik nog nooit eerder exact zo gecombineerd. Je probeert jezelf toch steeds wat te vernieuwen. Anders wordt je er afhankelijk van.” Jeroen ziet eruit als iemand die een eigen koers uitzet: een smalle lichtblauwe pantalon met glimmende zwarte Italiaanse puntschoenen, een witte tanktop met lage ronde hals die zijn borsthaar de ruimte geeft. Daarover een open hangend wit overhemd en een fijn gebreid lichtgrijs vestje. Nauw om zijn hals heeft hij een zwart zijden sjaaltje gestrikt en om zijn nek hangen ook twee lange dunne zilveren kettingen met een kruisje. Om zijn pols draagt hij leren armbandjes en een antiek 50


51


52


mannenhorloge. Zijn jas is een zwart colbert, waarvan hij de mouwen hoog heeft opgestroopt tot aan de ellebogen. Het opvallendst is eigenlijk zijn in het oog springende pantersjaal met lange zwarte franjes aan de uiteinden. Niet eerder zag ik een heteroman zo zelfverzekerd een pantersjaal dragen. Dirk zegt over Jeroen: “Ik vind dat sjaaltje echt supermooi en ik heb met dat idee geëxperimenteerd. Maar bij mij werkt een sjaaltje gewoon niet! Dat is heel erg Jeroen. Zijn kleding zegt echt wie hij is”. Jeroen stemt in: “Ik ben dit. Alles wat je over mij wilt weten, kan je zien door wat ik aanheb. Ik probeer er een verfijnde elegantie mee uit te dragen”.

( $ + / & - + ( ( + / ! ' + ( ! 5 + ) ( + / :! % # 2 2 + / ! - # = = + / ! ) /! ! 0 + ! ; ) $ = + / - ( # 7 = Het zijn alle vier mannen die van mooie en bijzondere kleding houden. Zij laten zich inspireren via websites als Men.Style. com, TheFacehunter.com, DazedDigital.com of kopen af en toe een modetijdschrift als Vogue Homme en Fantastic Man. Eddy: “Ik draag graag gekleurde sokken, met name onder een korte broek in mijn Birkenstocks”. Mijn oren beginnen nu even te klapperen. Ik vraag of hij mij nu voor de gek houdt. Maar dat is niet het geval. Eddy: “Ja, serieus! Dat is Prada!” Dirk vult hem aan: “Ja, klopt, Prada zomercollectie 2002 geloof ik, is het niet? Wacht, dan zoek ik het even op” en pakt zijn iPhone erbij. Jeroen vervolgt:“Ik zal je vertellen, ik was in Vlaanderen geweest van het weekend, en daar was een oude vrouw sokken aan het breien. Dus ik zeg: Zo! Supervet!. Het deed mij denken aan mijn oma. Dus ik een zielig verhaal tegen dat vrouwtje ophangen, dat mijn oma ziek is. Vijf minuten later was ik een paar originele geitenwollen sokken rijker! Een man die erbij stond, vroeg: Oh, ga je die dan in je sandalen dragen? Nou, toevallig wel, in mijn Birkenstocks!”. Inmiddels heeft moderidder Dirk een foto van 53


de bewuste Prada collectie gevonden: “Ja, dat is hem, het is de Prada 2007 collectie”. De mannelijke modellen op de foto zien er minder gek uit dan ik voor ogen had. Het kan ermee door, al moet ik er even aan wennen. Echter, deze modellen hebben geschoren benen. Hoort dat dan ook bij deze trend? “Nee, nee! Juist niet! Dat vinden we te ver gaan!” roepen Dirk, Eddy en Jeroen snel. “Maar je moet er wel het lichaam voor hebben hoor, of de benen in dit geval. Maar dit kan je bijna niet dragen zonder in elkaar geslagen te worden”, verwacht Dirk. In de modestad Amsterdam heb ik deze modetrend echter nog niet gespot. “Ja maar wat is mode, weet je wel? Is dat wat iedereen draagt, of is het een ideaalbeeld van een kleine voorhoede? Want deze look is het ideaal van een hele kleine voorhoede, hoor” verduidelijkt Dirk. Deze Utrechtse mannen zijn dus voorlopers, de trendsetters van een nieuw modebeeld. Jeroen:“Joh, ik had dat vorig jaar al aan. Het is gewoon extréém nerd, het is de nerd-look! De biologische nerd-look! Ja, het straalt op een bepaalde manier intellect uit. En daardoor seks. Maar niet iedereen zal dat zo vinden, hoor.” Aandacht besteden aan uiterlijk, modetijdschriften kopen, sieraden dragen en veel geld uitgeven aan exclusieve kleding heeft een vrouwelijke bijsmaak. Traditioneel gezien zouden dit handelingen zijn die in een vrouwelijke of homoseksueel discours passen. Dus als deze vier mannen geen vrouwen of homo zijn, wat zegt dit kleedgedrag dan over mannen van deze tijd? Is de man bezig zijn ‘man-zijn’ te herdefiniëren, zoals vrouwen het `vrouw-zijn’ in de jaren 70 hebben veranderd? Is er sprake van een ‘ontmannelijking’ onder mannen of zijn de geruchten over dit `nieuwe mantype” niet meer dan een storm in een glas water? >#-('#&+$/+! '#&+$)&&+$Deze mannen hebben een sterke eigen visie op hoe hij zich wil kleden. Zij stemmen hun kleding af of hun levensstijl en 54


op hun persoonlijkheid. Het is een gevoel van individualisatie, een behoefte om je te onderscheiden. Deze vier mannen zijn als postmoderne moderidders: in hun modekeuze zijn zij strijdvaardig, galant, grootmoedig (zij hebben lef) en daarmee in zekere zin trendsetters voor andere mannen. Mode betekent vernieuwen en niet terug kijken. Deze mannen lijken zichzelf te vernieuwen. En kenmerkend voor de postmoderne tijd waarin men nu leeft, is het wisselen van identiteiten. Of nog sterker, in plaats van je sociaal te groeperen, wilt men persoonlijke idealen en eigen belang najagen. Er leeft een groeiend narcisme onder postmoderne mannen: dat zich uit in de wens om jezelf als een zelfregulerend individu te zien, dat plezier beleeft aan het uiterlijk. Aan de andere kant lijken mannen ook weer niet te veel uit de ban te springen. Jeroen legt uit: “Het is heel paradoxaal: je kleed je enerzijds heel erg voor jezelf, het maakt me geen zak uit wat anderen daarvan vinden, aan de onderkant vindt ik het belangrijk dat ik niet in elkaar geslagen wordt op straat. Maar anderzijds wil ik eigenlijk ook dat mensen gaan applaudisseren en gaan juichen als ik voorbij kom, dat ze het ontzettend leuk vinden wat ik aan heb, dat ik er mooi uit zie’. Dit illustreert dat een man plezier heeft in het kijken naar zichzelf en daarnaast waardering van zijn omgeving erg belangrijk vind. Hij krijgt deze waardering door lef te tonen en zijn gevoel voor stijl uit te dragen, maar binnen een geaccepteerde grens. Want hij wil niet in de problemen komen of geen waardering krijgen.

0+! ;2)0,(! (#7.! '*/ Eddy, Michiel en Dirk zijn misschien iets minder experimenteel in hun voorkomen dan Jeroen, maar ze hebben ook een duidelijke eigen kledingstijl. Eddy zegt van binnen traditioneel te zijn, maar hij houdt ervan om in zijn kleding bijzondere accenten te leggen. Hij heeft een donkergroene 55


leren vintage jas aan, een laag gesneden V-hals T-shirt met daaroverheen een lichtgeel getailleerd overhemd, dat in zijn donkerblauwe skinny-jeans is ingestopt. Eddy draagt bij voorkeur smalle, tweedehands bretels om zijn broek op te houden. Dat is zijn modesignatuur geworden. Net als zijn baard. “Die baard ben ik gewoon,” verklaart hij. Onder zijn broek draagt hij zwarte puntschoenen en om zijn pols pronkt een groot horloge. Ook hij draagt sieraden: een ketting met een kruisje om zijn nek (hij is christen) en een zegelring die hij geërfd heeft van zijn vader. Eddy: “Zo”n ring en zo”n ketting kan ik best wel hebben, vind ik zelf. Bij het christendom mag je je eigen ideeën hebben over je kledingstijl.” Dirk is weer een heel ander type dan Eddy. Dirk is een echte linkse rakker,” vertelt Jeroen. Dirk is opgegroeid met hippie ouders, heeft op een vrije school gezeten en is actief voor groenlinks. Maar anders dan je zou verwachten bij een linkse rakker (biologisch, milieu activist, antimassaconsumptie en antimaterialistisch) is Dirk een modeliefhebber: Dirk strijkt zijn plooien in zijn spijkerbroek, draagt suède Prada”s, een wit T-shirt met V-hals van American Apparel, een grijs vest met daarover een donkerblauw arbeiders jasje. “Een blauw communistisch werkerjasje dat je altijd kan dragen en waar mensen je aan herkennen”, vertelt hij en laat trots het plaatje zien in zijn meegebrachte Fantastic Man magazine Dirk heeft een verborgen talent: hij kan zelf kleding maken op een naaimachine. Als hij gaat groter zou wonen, zou hij een naaimachine neerzetten, vertelt hij mij na afloop van het interview. Hij heeft getwijfeld of hij naar de modeacademie zou gaan. “Maar het is toch Bestuur & Organisatiewetenschappen geworden. Ik vind mode wel interessant maar niet iets om professioneel mee bezig te zijn, nee.” Ook Eddy heeft getwijfeld over een modeopleiding: “Ja, het was of modemanagement, of 56


auto management, dus nou, toen was het gelijk auto”s geworden. Ja! je blijft toch man, he!” '*//+/!&)+!"*/!'#&+!.#1&+/! ! 4 ) 0 / ! / ) + ( ! > + $ ! & + , ) / ) ( ) + ! 5 *J Tot slot Michiel. Hij is in zijn vrije tijd kunstenaar en speelt in een band, samen met Jeroen. Michiel is artistiek, dat blijkt onder andere uit zijn sokken: een roze en een blauwe. Door zijn broekspijpen opgerold te dragen vestigt hij er de aandacht op. Michiel:“Ik vind het leuk en apart. Sokken kunnen eigenlijk echt nog wat van je outfit maken weet je wel”. Op zijn wijde spijkerbroek draagt hij een legergroen jasje met militaire details. Michiel: “Ik was al heel lang op zoek naar zoiets, die gouden knopen, dat revers en die details zijn te gek”. Hij draagt een modieus brilmontuur met daarboven een hip asymmetrisch kapsel met een grote lok overdwars.Aan zijn haar besteedt hij veel zorg. Hij en Jeroen schijnen al jaren naar dezelfde kapper te gaan, zonder het van elkaar te weten. Dirk geeft hun een compliment en vertelt dat hij al lange tijd niet tevreden is met zijn kapsel: “Mijn haar zit al lange tijd niet meer goed. Misschien moet ik een keer met jullie meegaan.” “Ja, moet je doen!” zegt Jeroen. “Die gast is gewoon superrelaxed, en volgens mij de enige niet homoseksuele kapper in Amsterdam”. Ik vertel hem dat ik er nog wel een paar weet. Jeroen: “Ja, maar die zijn vast niet zo goed.” Jeroen is eigenwijs, en weet wat hij wilt, zoals alle mannen aan de tafel. Het taboe dat rust op hetero mannen die van mode houden, lijkt te verdwijnen. Michiel merkt op dat in het algemeen mensen meer met kleding durven dan tien jaar geleden. Michiel denkt:“Vroeger had je veel minder van die uitschieters dan nu.” “En langzaam maar zeker worden vreemde dingen steeds meer normaal, waardoor mannen durven te kiezen voor alternatieven”. Jeroen: “Het heeft ook te maken met de homo-emancipatie”. Michiel: “Het is niet zozeer dat homo”s stijldragers zijn, maar zij laten wel zien dat ze durven te zijn wie zij zijn. 57


Maar dat heeft niets met kleding te maken, vind ik”. Jeroen is het daarmee niet eens. Jeroen: “Homo’s zijn wel baanbrekend geweest in kleedgedrag. En dat probeer ik eigenlijk ook. Ik wil me onderscheiden en niet bij een stijlgroep horen.” Maar voegt er snel aan toe: “In ieder geval niet bij die groep!” Onder heteromannen lijkt nog altijd een zekere sociale angst te leven om als homo aangezien te worden wanneer men aandacht aan zijn kleding besteedt. Het lijkt dat een uitgesproken of esthetische kledingstijl aannemelijker is voor homoseksuele mannen dan voor heteroseksuele mannen. Herkennen deze mannen dat? Eddy vertelt: “Ik kom uit een klein dorp, waar je al snel opviel als je je anders kleedde. Op een dag had ik een roze overhemd aan en werd ik uitgescholden voor homoseksueel”. Michiel: “Sommige mannen zijn bang om enigszins iets vrouwelijks uit te stralen. Ik maak het nog steeds mee dat als ik door de Sterrenwijk hier in Utrecht fiets, ik te horen krijg: Hee, Homo! Ook als je langs bouwvakkers rijdt, krijg je dat standaard te horen, weet je wel. Dus er bestaat nog altijd een bekrompen beeld over mannen die zich afwijkend kleden”.

,! +! $! '!*! /! /! )! -! +! $! +! /! K Ondanks deze sociale angst, lijkt het kleedgedrag van mannen zich te weerleggen van een sociaal ideaalbeeld naar een persoonlijk ideaalbeeld. Mannen zijn door rolmodellen in de media en omgeving aan het wennen dat het oké is om je eigen koers te varen.Vrouwen hebben zich in de 20e eeuw van hun korsetten bevrijd, nu is het tijd dat mannen in de 21e eeuw hun traditionele keurslijf van zich afschudden. Het valt mij op hoe openlijk de vier mannen over hun kleedgedrag praten.Tijdens het tafelgesprek geven zij elkaar over en weer modeadvies en complimenten. Dirk over het jasje van Michiel: “Je kan ook je mouwen opstropen, daar houd ik heel erg van.” “Ik vind hoe 58


Eddy eruitziet echt te vet”, zegt Jeroen over de bretels van Eddy en zijn lage V-hals shirt. Er lijkt geen sprake van enig gevoel van gêne om je als man zo te interesseren voor mode. Mannen lijken niet langer onder stoelen of banken te steken welke kledingstijl zij zelf vinden dat bij hun persoonlijkheid past. Zij durven af te wijken van de gebruikelijke, veilige kledingwijze die in de Westerse cultuur van mannen wordt verwacht: degelijk, onopvallend, tijdloos, functioneel en vooral niet te gek. En wat vinden deze mannen zelf? Zijn mannen aan het vervrouwelijken? Dirk: “Mannen zijn een béétje vervrouwelijkt. Het is de vrouw die veel meer is vermannelijkt!” Dus dat zou betekenen dat mannen en vrouwen dichter naar elkaar toe gegroeid zijn. Dirk: “Ja, en dat is alleen maar goed, denk ik. Het is een bijdrage aan emancipatie en gelijkheid. Mannen zullen altijd anders blijven, je hebt een ander lichaam, andere hormonen, dat beïnvloedt je gewoon. Maar het schuift wel naar elkaar toe, ja, absoluut.” Michiel voegt hieraan toe dat hij denkt dat de man in deze tijd ook meer durft. “Ja, het is meer geaccepteerd om je als man meer te onderscheiden met je kleding dan tien jaar geleden ofzo. Mannen dóen het nu gewoon”. Tot slot vraag ik of zij een voorbeeld van een zogenaamde fermannisering kunnen geven. Dirk: “Nou, laat ik het zo zeggen. Ik was laatst aan het hardlopen door het park en zag daar drie mannen van mijn leeftijd zitten op een bankje met een picknickmand, te eten, zo van zelfgemaakte pastasalade, flesje wijn erbij. Dat soort dingen. Eéntje had zelfs nog zijn pak aan van zijn werk! Dat is wel een heel verschil met mijn vaders generatie. Mijn vader zou nooit met een zelfgemaakte salade op die manier in het park gaan zitten. Dat is toch echt meer een vrouwending”. De angel lijkt eruit. Mannen willen er graag mooi uitzienvoor zichzelf en voor anderen-en stellen met zorg hun uiterlijke verschijning samen. Deze vier mannen zijn een weerspiegeling 59


van wat er zich onder alle mannen ontwikkelt: een eigen gevoel voor mode, het plezier voor kleding, en een zelfbewustzijn over wie je zelf vind dat je bent. Het is menselijk om je op je best te willen showen en te pronken met je uiterlijk. Wat nieuw is, is dat het lijkt dat mannen dichter bij hun gevoel staan en durven te luisteren naar zichzelf: durven opvallen en experimenteren met het uiterlijk. Want niets lijkt meer definitief in deze tijd, alles lijkt maakbaar. De zogenaamde ‘self-made man’ keert terug. Dus waarom niet eens iets anders proberen, mannen? Fe(r)maniseer u! —

60


61


62


! 5+0**5&!&##$!! &+!()0&-5++-(6

. + ( ! 4 1 ) & + $ 4 + + : ' 1 - + 1 ' ! ) /! +/=.1)4+/!4+(!.**$!($#+,!)/! # > ! & 1 ( 7 . ! & + - ) 5 / ! # ' ! . * * $! " + $ 2 + & + / ! ( + ! 7 # / - + $" + $ + / < Wie nog nooit in Enkhuizen is geweest, heeft nu een goede reden om zich in Noord-Hollandse koers te bewegen: het Zuiderzeemuseum. Sinds kort is in de oude VoC-stad meer te beleven dan het bezichtigen van pittoreske boerenhuisjes, klederdrachten en verloren ambachten. Na 60 jaar haast onveranderd te zijn geweest, heeft Het Zuiderzeemuseum een verjongingskuur ondergaan en opent haar nieuwe deuren met de modetentoonstelling Gejaagd door de Wind. Nieuw cultuurbeleid vraagt om nieuw museumbeleid. Musea zijn vandaag de dag zelfstandige bedrijven geworden en maken zich druk over hun imago en hun merk. Hoe haal je je targets? Hoe trek je zoveel mogelijk bezoekers aan? Hoe moet een museum zich profileren en waar moet het op inzetten? Deze vragen hebben ertoe geleid dat het Zuiderzeemuseum na zestig jaar de zeewinden van de Zuiderzee anders door haar museum laat waaien. 63

Oefening in zeer kritisch schrijven van een tentoonstellingsreview

!


Niet omdat de bezoekersaantallen tegenvielen, integendeel (bussen vol toeristen ziet de Enkhuizenaar dagelijks voorbij trekken), maar om het museum toegankelijker te maken voor de moderne generatie Nederlanders: jong en hip volk uit de Randstad.

& + ! 4 1 ) & + $ 4 + + 7 1 2( 1 1 $ Dit museum bood traditioneel gezien onderdak aan een belangrijk en kenmerkend stukje Hollandse cultuur: de Zuiderzeecultuur. Vergeten ambachten, de zeevaart en visserij, het boerenleven, traditionele klederdrachten, gebruiken en symbolen, het dagelijkse huishouden en de inboedel van de Zuiderzeecultuur. Deze cultuur kwam ten einde gekomen door de bouw van de Afsluitdijk in 1932. Sindsdien wordt dit unieke stukje Hollandse geschiedenis in dit museum geconserveerd en gekoesterd. Echter, zoals de trend momenteel gaat, heeft ook dit museum besloten het eens ‘helemaal anders doen’. In plaats van het Hollandse verleden te behoeden voor de vergetelheid, richt zij zich op het conserveren van de toekomst: ‘Dutch Design’ wel te verstaan. Het Zuiderzeemuseum zal vooral eigentijdse kunst, mode en design van Nederlandse komaf presenteren, met een verwijzing naar het verleden. Of, zoals de toenmalig directeur Erik Schilp in een interview in EH&I (2009, p. 142) zei: ‘niet het heden verklaren met het verleden, maar het verleden verklaren met het heden. Door verbanden te leggen met eigentijdse voorbeelden, wordt het verleden inzichtelijker gemaakt’. En zij zullen niet de enige zijn die hun geld inzetten op Dutch Design. Meerdere museum collecteren momenteel Dutch Design, want Dutch Design is zeer populair, wereldwijd. Het Zuiderzeemuseum zal zich echter onderscheiden van andere musea met Dutch Design — zoals het Eindhovense Van Abbe Museum — door ‘het verband te 64




leggen met water, land en ambacht’. De mode- en designtentoonstelling Gejaagd Door De Wind zal dit verbeelden. Is het gelukt? Is de Zuiderzee Cultuur terug te vinden in het nieuwe museum?

5+0**5&! &##$! &+! %)/& ‘Gejaagd door de Wind’ is de openingstentoonstelling van het nieuwe Zuiderzeemuseum. Een groots overzicht van recent werk van Nederlandse mode-en designontwerpers. Meer dan 80 ontwerpers, van modeontwerpers, industrieel designers, beeldende kunstenaars tot edelsmid en keramiek, hebben ieder uniek, speciaal vervaardigd werk geleverd dat in veel gevallen speciaal voor deze tentoonstelling is vervaardigd. Ontwerpers en vormgevers kregen de opdracht om met een aanzienlijk budget (ruim € 1.000.000,- in totaal beschikbaar) een uniek item te ontwerpen geïnspireerd op de Zuiderzeecultuur of het museum zelf. Resultaat: een overdaad aan eigentijdse interpretaties van klederdrachten, Zeeuwse kappen, Urkse sieraden, de visserij (een video van een rottende vis met een parelketting in zijn maag), wind (modeinstallaties met windmachines) en nog veel meer, verspreid over ruim 20 kamers. Gejaagd door de Wind belooft “de grootste tentoonstelling ooit georganiseerd over Nederlandse mode door de eeuwen heen” te zijn, zo staat althans geschreven in het Jaarverslag van het museum. Is dit gelukt?

5 * - ( 7 1 $ * ( # $ + / ! ) /! + + / ! - / # + > % ) / = + 2 Verantwoordelijk voor deze jubileumtentoonstelling zijn gastcurator Alexander van Slobbe en Francisco van Benthum.Van 67


Slobbe is een gevierd modeontwerper. Hij staat bekend om zijn liefde voor handwerk en ambacht en is als het ware ‘the godfather’ van het huidige Nederlands collectief aan modetalent dat hij heeft onderwezen op de modeacademie ArtEZ in Arnhem. Francisco van Benthum is al enkele jaren een succesvol modeontwerper van mannenmode, tevens een ArtEZ Alumni. Misschien niet geheel toevallig dat de deelnemers aan ‘Gejaard Door de Wind’ bijna allen hun opleiding hebben genoten aan de kunstacademie ArtEZ. Er moet gezegd worden dat het leek alsof van Slobbe maandenlang in een snoepwinkel heeft geleefd en niet wist waar hij het geld aan uit kon geven. Het is allemaal wat uit de hand gelopen, zo lijkt het. De overdaad aan objecten doet haast vermoeien. Ondanks dat het stuk voor stuk zeer bijzondere en ambachtelijke objecten zijn, is het allemaal wat veel. En aan twee dingen ontbrak het unaniem: informatie en educatie, de essentie van elk museum. Zonder deze twee onmisbare bestandsdelen was het niet altijd duidelijk hoe de bezoeker iets leerde over het verleden aan de hand van deze hedendaagse objecten. Waarom is er geen geld gegaan naar goede, accurate informatievoorziening voor haar bezoekers? Al het moois dat te zien is, verliest haar glans doordat de bezoeker moet gissen naar de essentie van elke themakamer. Ook de afwezigheid van accurate belichting belemmerde het plezier in het kijken naar de prachtige objecten. De missie die ‘Gejaagd door de Wind’ voor ogen heeft is enerzijds een publieksvriendelijke ervaring te zijn en anderzijds de grootste overzichts-tentoonstelling van hedendaagse Nederlandse mode. De laatste missie is geslaagd met nationaal en internationaal gevierde modenamen als Viktor & Rolf, Lucas Ossendrijver, Klavers van Engelen, Van Slobbe en Van Benthum zelf, Spijkers en Spijkers, Mattijs van Bergen, Saskia van Drimmelen en vele anderen Alleen de belofte om een publieksvriendelijke ervaring te bieden is met de cruciale kritiekpunten op de minimale communicatie, educatie, en 68


belichting helaas niet volbracht. De bezoeker loopt door een labyrint van donkere boeren zolderkamers. Er is bovendien geen audio-toer en geen plattegrond. Het lijkt vooral te gaan om de ontwerpers en hun bijdrage. De rest is er misschien door tijdsgebrek bij ingeschoten. En helaas moet ik toch een ander kritisch punt plaatsen. Bijna al het getoonde werk is speciaal voor deze tentoonstelling, dus in opdracht van het museum, gemaakt. Het lijkt wat paradoxaal om als museum cultureel erfgoed te conserveren waar zij zelf opdracht voor hebben gegeven. Bovendien is er een groot gat in de getoonde modegeschiedenis van Hollandse bodem. En ach, laat ik er nog een schepje bovenop doen. De tentoonstelling zou een overzichtstentoonstelling van de Nederlandse mode representeren, maar een gapend gat in de modegeschiedenis laat zich zien, ter grootte van 1932 tot 2008. Zouden de gastcuratoren het zo dichtbij huis hebben gezocht, dat zij als ‘modevrienden onder elkaar’ vooral de Nederladse namen die zij persoonlijk kennen hebben benaderd? Het is dus meer een overzichtstentoonstelling van de namen van modeontwerpers die de gastcurators ooit heft lesgegeven. Een soort alumni-tentoonstelling van de Van Slobbeaanse School. Op zich niets mis mee, maar mijn verwachtingen over een overzichtstentoonstelling van Nederlandse mode in relatie met cultureel erfgoed waren anders. Het Zuiderzeemuseum is een van die musea dat het heeft aangedurfd te veranderen en dit authentiek museum wakker te schudden uit haar winterslaap. De vraag is echter of het museum nog de Zuiderzeecultuur zal representeren en ten tweede of het museum inderdaad zo onderscheidend zal zijn als al die andere musea die zich ook richten op moderne kunst, design en mode van eigen bodem. Toekomstige tentoonstellingen en de nieuwe directeur (Erik Schilp was tot 1 april 2009 aangesteld) zullen dat moeten gaan uitwijzen.

69


+ + / ! - ( 1 = 0 + ! 5 + - 7 . ) + & + / ) -! In het Noorden van Nederland, aan de rand van het IJsselmeer, ligt een oude VoC vesting, genaamd Enkhuizen. In Enkhuizen staat sinds de komst van de afsluitdijk in 1932 het Zuiderzeemuseum.Want de Zuiderzee, de grote binnenzee van Nederland, is met de bouw van de afsluitdijk geschiedenis geworden. Zij is gesplitst in het Ijsselmeer en de Waddenzee, om het woeste water te temperen en overstromingen van het land te voorkomen. Veel veranderde voor de omliggende dorpen en steden van het water. Zoutwater werd zoetwater, stukken zee werden opgespoten stukken nieuw land (Flevoland). Een cultuur van een kenmerkend gebiedt komt tot zijn einde. De Zuiderzeecultuur werd gevormd door de plaatsen liggend aan de voormalige Zuiderzee: Spakenburg, Hindeloopen, Urk, Workum, Marken, Volendam, Hoorn, Lemmer, Stavoren, Muiden, Edam, Enkhuizen, Makkum, Kampen, Huizen, Monnickendam, Medemblik, Genemuiden, Blokzijl, Elburg, Harderwijk, Naarden en Vollenhove. Al met al zeer historische Hollands en cultureel erfgoed.

70


71


72


! >$*&*!)/!;+%+5)/5

Grote modehuizen zetten starchitecten in voor grootse design experiences. Deze maand: de Prada Transformer. De vorstin van de mode en de koning van de architectuur: Miuccia Prada en Rem Koolhaas tonen opnieuw dat de twee disciplines samen voor spectakel zorgen. ELLE nam een kijkje in Seoul, Zuid Korea. “Transformers, more that meets the eye,Transformers, fashion in disguise” Was Chanel nog genoodzaakt haar wereldtournee van het reizende Mobile Art museum af te lassen vanwege de economische crisis, hebben modeliefhebbers alweer een nieuw high fashion project om naar uit te kijken. Dit maal heeft luxehuis Prada haar eigen draai gegeven aan het idee van mobiele kunst. De mode-industrie heeft het dus nog niet opgegeven om zich te wagen aan dergelijke multi-miljoen-kostende marketing inspanningen die zich doen vermommen als kunstprojecten. En dat maakt ons blij! 73

Fictief ELLE Artikel over Prada’s brand experience The Prada Transformer in Seoul, Korea.

!


In Seoul is deze maand de Prada Transformer onthuld, uiteraard ontworpen door een ‘starchitect’: Chanel deed het met Zaha Hadid, Prada doet het al langer met ons eigen Rem Koolhaas/ OMA, ookwel Rem Cool House genoemd vanwege zijn snerpende architectuur. De Transformer, een staalconstructie van maar liefst 10 miljoen dollar (7,4 miljoen euro), dient als een ruimte voor mode en kunstinstallaties, net als Chanels ‘handtasruimteschip’. Maar er is een groot verschil met de ‘mobiele kunst’ van Chanel en die van Prada: de Prada Transformer kan van gedaante veranderen. Jawel, het kan nog spectaculairder. De Prada Transformer transformeert zich op miraculeuze wijze. Het is een ‘Tetrahedron’, wat een moeilijk woord is voor een volume dat op zijn kanten gedraaid kan worden en zodoende een nieuwe functie krijgt: wanden worden plafond, plafonds worden vloeren en vloeren worden wanden. Deze tetrahedron bestaat uit een cirkel, een kruis, een zeshoek en een vierkant, elk bestemd voor een ander doeleinde en programma. Met grote hijskranen wordt de constructie zodoende om de paar maanden geroteerd. Maar echt vertrekken van haar plek zal het gebouw niet, dus wat dat betreft heeft Chanel de futuristische grens het meest getart met haar reizende museum dat met containers werd verkast van plek naar plek.

5!+!&!*!*!/!(!+!%!)!-!-!+!2!)!/!5 Maar alles leuk en aardig, het gaat tenslotte om wat er zich binnenin afspeelt. Het openingsprogramma is de reizende expositie ‘Waist Down: Art & Creativity’ waar 100 rokken van Miuccia Prada worden getoond van 1988 tot 2009. Deze expositie is echter niet nieuw. Sinds 2005 reist ‘Waist Down’ de wereld rond. Daarom heeft Miuccia acht talentvolle Koreaanse modestudenten gevraagd om rokken toe te voegen, om zo deze tentoonstelling wat op te frissen en Seoul te reflecteren. 74


In juni is het de beurt aan een filmfestival en zal een bioscoopruimte zich aandienen. Oscar-genomineerde Alejandro Gonzales Inarritu, maker van de film Babel uit 2006, organiseert een programma dat een ode brengt aan het filmvak, genaamd ‘Flesh, Mind and Soul’. Vervolgens roteert het gevaarte naar de kant die bestemd is voor een tentoonstelling voor moderne kunst, mogelijk gemaakt door de Prada Stichting. Maar voordat iemand maar kan vergeten wie de broek draagt in deze operatie, zal het programma worden beëindigd met Prada, Prada, Prada: met een grootse modeshow zal de herfst/winter collectie 09/10 worden gepresenteerd op een ronde vlakte van opeengestapelde cirkels die iets weg heeft van de tafelrok van Hussein Chalayan. Alle programma’s zijn open voor publiek en gratis te bezoeken via een online registratie. De opening deze maand was een grootse happening voor Zuid-Korea en de modewereld. En ELLE was daarbij. Bekende Aziatische filmacteurs en andere beroemdheden waren aanwezig, uiteraard gehuld in Prada. Prada is een merk dat het zeer goed doet in het Oosten en met name in Korea.

> $ * & * !

= 1 / - (

De relatie tussen kunst en Prada is snel gelegd. Het begon in 1993 met de PradaMilanoArte, een expositieruimte in Milaan waar net als met de kleding, Miuccia en partner Patrizio Bertelli het hogere segment moderne kunsten wilden exposeren. Later is hieruit de Fondazione Prada ontstaan en een soort mecenas relatie ontstaan tussen Prada en kunstenaars. Prada geeft aan twee kunstenaars per jaar een grote financiële boost om zich op grote schaal te laten gelden en dromen uit te laten komen:Walter de Maria, Louise Bourgeois, Michael Heizer en Steve McQueen zijn enkele van die kunstenaars. Miuccia vertelt aan de New York Times 75


dat het allemaal te doen was om te ontstappen van de dagelijkse routine als modeontwerper.Wat begonnen was als een fascinatie en een leerproces, is dus uitgegroeid tot een serieuze stichting.

7 # # 2 !

. # 1 - +

Het idee van de Transformer en andere bijzondere Prada gebouwen, komt van de beroemde Nederlandse architect Rem Koolhaas en zijn ‘Office for Metropolitan Architecture’(OMA). Rem Koolhaas kent Prada als geen ander door zijn jarenlange ervaring en samenwerking met het modehuis. Bovendien is hij ook in Seoul en andere grote Aziatische steden een veelgevraagd architect. Zo ontwierp hij reeds twee musea in Seoul. Vandaar dat het een logische keuze van Prada is geweest om weer voor deze starchitect te kiezen. Koolhaas is de vaste ontwerper van alle modeshows en winkelconcepten van Prada en Miu Miu: flagshipstores (New York, Beverly Hills, San Francisco), intelligente in-store technologie (touch screens in paskamers), expositievormgeving (‘Waist Down’) en de catwalks voor de diverse modeweken. Alles wordt door Koolhaas bedacht, met als uitgangspunt altijd zo high-tech en vooruitstrevend te zijn dan reeds is gedaan. Dat is ook waar Prada voor staat. Prada heeft een voorkeur voor ‘cutting edge’ technologie en innovatie. LG heeft voor Prada telefoons en horloges ontworpen, elk gevuld met de nieuwste snufjes. Daar staat Prada voor: altijd de tijd vooruit zijn en een neus hebben voor kwaliteit, innovatie en elegant design.

. * 1 ( + ! 7 # 1 ( 1 $ + ! L! . * 1 ( + ! * $ 7 . ) ( + 7 ( 1 $ +! Mode en architectuur: twee werelden die niet een-twee-drie met elkaar samengaan, zou je denken. Mode wordt vaak door 76


architecten als oppervlakkig en frivool beschouwd.Architectuur is daarentegen weer te monumentaal en te statig vanuit modisch oogpunt. Toch kunnen deze twee uiteenlopende kunstdisciplines samenwerken en bijzonder innovatieve projecten realiseren. Architectuur laat zich vaak inspireren door haute couture en mode laat zich inspireren door architectuur. Twee tegenstrijdige kunstdisciplines die met elkaar flirten. Maar er zijn ook overeenkomst tussen de twee kunsten: Het zijn drie-dimensionale lichamen. Beide hebben als primaire functie het menselijk lichaam te beschermen tegen weer en wind. En het geeft mensen een identiteit. De perfecte link tussen mode en architectuur is daarom gelegd met de komst van de Prada Transformer: het is een tijdelijk project, het is vluchtig en het is in beweging en het communiceert een merkidentiteit, die van huize Prada.Architectuur is dus mode geworden. Is het een trend, samenwerkingsverbanden met grote architectenbureaus en modehuizen? Clare Catterall, curator van Skin+Bones, een expositie in 2006 over mode en architectuur in Los Angeles, verklaart deze trend als een onderdeel van een groeiende energie en toenemende synergie tussen de taal die architecten en modevormgevers met elkaar delen. Het is de taal van vorm, creatie, concept en innovatie. Zij zegt in een interview: ‘Visuele cultuur is heel erg energierijk momenteel, maar het is pas sinds kort dat architectuur de modewereld een warm hart toedraagt en visa versa’. De synergie tussen Prada en Koolhaas is daar dus een goed voorbeeld van.

-+#12!

)-! G;##')/5H

Zuid Korea is een van de meest toekomstgerichte economieĂŤn in de wereld en bekleed daarmee de 13e plek op de wereldranglijst. Met al de snelle veranderingen en populatie van 25 miljoen 77


inwoners alleen al in haar hoofdstad Seoul (!), kan Zuid Korea toch goed weerstand bieden aan de teloorgang van traditionele cultuur ten opzichte van de vele moderniseringen en invloeden vanuit het Westen. Koreanen hebben ondanks hun traditionele normen en waarden, een open mind en een open portemonnai voor luxe modehuizen als Gucci, LV, en met name Prada. Korea hunkering naar houte couture is langzaam ook aan het veranderen in een hunkering naar houte architectuur. Zij willen laten zien mee te tellen in de wereldeconomie en zich niet langer laten beknellen tussen haar zusterlanden China en Japan.Vandaar dat de regering van Zuid Korea en de gemeente van Seoul een grote bijdrage hebben geleverd aan het project van Prada. Willen wij niet allemaal heel erg graag de Prada Transformer met eigen ogen zien? Natuurlijk wel. Maar we zijn momenteel ook bezig om op een recessie-waardige manier onze kledingkasten up-to-date te houden als echte recessionista’s. Dus een reisje naar Zuid Korea zit er misschien even niet 1-2-3 in. Maar de toekomst zal het leren: er zijn onderhandelingen dat de Transformer naar Milaan zal reizen om daar als permanente expositieruimte voor de Fondazione Prada te dienen. Laten we het hopen.

78


79


80


! &++2!B6!! ;#+=$+")+% !

! ; # + = ; + - > $ + = ) / 5 ! G ' # 1 2 * 5 + <! = 1 / - ( ! + / ! " * = ' * / - 7 . * >! ) / ! ' # & + " # $ ' 5 + " ) / 5 H! & # # $ ! * / / + ( ( + ! & 1 ; 1 $ 5! M ! $ ) 8 ( ! "* / ! & + $ ! (# 2 ! ? D E E N @! Harderwijk: Uitgeverij d’jonge Hond Uitvoering: paperback Formaat: 19 x 26 cm Omvang: 248 pagina’s Illustraties: 1.000 ISBN: 978-90-89100-86-3 Prijs: € 39,94 In Nederlands en Engels “Moulage: kunst en vakmanschap in modevormgeving” is een van de weinige boeken die aandacht besteedt aan de driedimensionale modevormgevingstechnieken draperen en modelleren. In het Frans heten deze twee technieken tezamen moulage, een 81


woord dat in het Nederlands niet goed kan worden vertaald. In het vakgebied echter is het een gangbare term geworden. Het boek “Moulage” behandelt in 248 pagina’s de diverse mogelijkheden van het mouleren, uitgelegd aan de hand van duidelijke illustraties en teksten van vakdocenten van de modeacademie ArtEZ. Mouleren is een van oudsher veelgebruikte techniek om te komen tot de patronen voor haute couture. Het is een werkwijze waarbij direct op het model of paspop wordt geboetseerd met stof. Uiteindelijk wordt van het eindresultaat op de pop de patronen vervaardigd om kostbare stoffen mee te verknippen. Grootheden als Givenchy, Dior, Balenciaga en Madeleine Vionette zijn geroemd om hun hoge moulage-intelligentie. Het boek begint met een aardig historisch overzicht van moulage, beginnend bij de Grieken en de Romeinen, geschreven door Karin Schackmat. Helaas lopen de teksten van Schackmat niet lekker. Het ene gegeven wordt na de ander als het ware opgesomd en niet ‘rond’ gemaakt, wat de leesbaarheid minder prettig maakt. Desondanks leert men veel over de moulage, die nodig is deze techniek eigen te maken. Schackmat leert ons dat in de loop der tijd het beeld van kleding veranderd is, door bijvoorbeeld voorschriften vanuit kerk en staat of vanuit functionele aspecten. Sinds de Middeleeuwen werd kleding steeds nauwer op het lichaam gemaakt en verdween in het Westen gemouleerde kleding. Echter, mede door Madeleine Vionette’s bewondering voor de klassieke oudheid is moulage tot in de jaren 50 van de vorige eeuw in de Westerse couture teruggekomen. Na de Tweede wereldoorlog is het lange tijd minder toegepast, vanwege de grote hoeveelheden aan textiel dat nodig was, maar ook door het veranderde modeklimaat en modebeeld in de 20e eeuw is moulage minder populair onder couturiers geweest. Inmiddels is moulage een hergewaardeerde techniek, juist vanwege haar driedimensionale kracht die goed past in de huidige modetijd van volumes en conceptuele modetaal, mede 82


teruggekomen in de Westerse mode door de Japanners Yohji Yamamoto, Rei Kawakubo (Comme des Garcons) en Issey Miyake begin 21e eeuw. Mouleren is weer zeer actueel en ook door jong Nederlands modetalent herontdekt: Marcha Huskes, Jan Taminiau, Klavers Van Engelen en Michiel Keuper, allen reeds gelauwerd voor hun kunde met diverse onderscheidingen en modeprijzen, hebben deze technieken naar de huidige tijd vertaald en geïntegreerd met andere technieken, met als eindresultaat volumineuze, levendige en eigentijdse couture. Dit handboek is onmisbaar voor gevorderde studenten van modeacademies in Nederland, omdat deze techniek veelal nauwelijks wordt onderwezen, vanwege de moeilijkheidsgraad en complexiteit. Lange tijd is de ontwerptechniek niet of nauwelijks onderwezen op modeacademies, omdat maar weinig mensen dit vak echt goed beheersten om te kunnen onderwijzen. Ook is het een zeer tijdsrovend en dus kostbaar proces dat niet geschikt is voor confectiekleding bijvoorbeeld. Moulage blijft daarmee een techniek van de haute couture, maar niet minder geschikt voor aanstormend modetalent. Annette Duburg en Rixt van der Tol hebben op een overzichtelijke manier het mouleren gecategoriseerd en begrijpelijk gemaakt. In negen delen worden diverse kledingstukken, van rok tot mouw, overzichtelijk in vaktaal uitgelegd, ondersteund met technische tekeningen, maten en foto’s van de stappen op de paspoppen. In de inleiding zijn enkele commentaren uit de hedendaagse praktijk opgenomen, om zo de waardering van deze modetechniek te benadrukken, maar ook om interessante informatie van specialisten te documenteren, iets wat te weinig is gebeurd in het verleden. Eduard van Rijn, Martin Dusseldorp, Tim van Steenbergen, Michiel Keuper en Els Roseboom vertellen hun ervaringen en liefde voor moulage. Het aardige aan dit boek is dat tien icoonstukken van beroemde modeontwerpers tussen 1892 en 1995 aan het einde van het boek worden ontrafeld en stap voor stap nagemaakt. 83


Zo leert de student het complexe proces van modelleren aan de hand van Charles Fredrich Wright (een avondjapon uit 1892), Christian Dior (mantelpak uit 1950 en de ‘New Look’ jurk uit 1952) en Yohji Yamamoto (omslag avondjurk uit 1995) en het draperen van soepele stoffen aan de hand van Christoff von Drecoll (avondjurk uit 1923), Madeleine Vionette (satijnen avondjurk uit 1932) en Madame Gres (japon uit 1938). “Moulage” is duidelijk een handboek voor modestudenten, -vormgevers en -vakmensen, maar niet minder interessant om in te kijken als je daar niet onder valt. Dat is de kwaliteit van dit boek. Ook de leken op het gebied van modevormgeving zullen deze techniek begrijpen dankzij de overzichtelijke indeling, teksten en rijke afbeeldingen van Duburg & Van der Tol. “Moulage” is een uitgave van de jonge uitgeverij d'jonge Hond, opgericht in 2007 uit een groeiende vraag naar kunstboeken, fotografie, mode en design. D'jonge Hond is een dochter van Flevodruk Harderwijk en is daarmee in direct contact met vakmensen op het gebied van lithografie en drukwerk. “Moulage” is mede dankzij haar sterke vormgeving een prettig en (be)grijpbaar handboek. “Moulage - Kunst en Vakmanshap in Modevormgeving” is in het Nederlands en Engels verkrijgbaar en te koop bij de betere (online) boekwinkels. Adviesprijs € 39,94. ISBN 978-90-89100-86-3

84


! &++2!D6!;#+=+/!(#>!O !

& + + 2 ! D 6! > + $ - # # / 2 ) 0 = + ! (# > : O! ! " * / ! ' # & + ; # + = + / ! 1 ) (! ;)//+/! +/! ;1)(+/2*/& #1: “Deluxe. Het einde van de exclusiviteit” — Dana Thomas (Nederlandse editie, Forum, Amsterdam, 2008)

Het zonnige weer boven grote modehuizen is veranderd in stapelwolken. ‘Een luxeproduct van mindere kwaliteit dat ook bij de massa aanslaat, is per definitie geen luxeproduct meer. De middenklasse is verslaafd geraakt aan luxe’ schrijft Dana Thomas. Dana Thomas vertelt als ervaringsdeskundige in Deluxe: How luxury lost its Lustre (originele titel) wat er voor haken en ogen zitten aan de zogenaamde luxe producten 85


van de Prada’s en de LV’s en welke manipulaties toegepast worden om een tas uit China voor ‘handmade in Italy’ door te laten gaan. Met een vlotte pen ontnuchtert Thomas de lezer over de mode-industrie en zet aan tot nadenken over het waar voor je geld krijgen en hoe conglomeraten te werk gaan. Onmisbaar voor ieder die met zijn hoofd in de roze wolken van modemerken leeft en werkt. #2: “Mode. De eeuw van de ontwerpers 1900-1999” — Charlotte Seeling (Nederlandse editie, Keulen, Könemann, 1999, Duitsland)

Er zijn veel boeken die dingen naar het beste geschiedenisboek over de mode. Een van die boeken is van de hand van de Duitse Charlotte Seeling, die de 20e eeuw nauwkeurig en rijkelijk uiteenzet, beginnend bij de eerste couturier Paul Poiret tot de minimalistische mode van Helmut Lang. Naast het bespreken van de belangrijkste namen van diverse decennia, wordt ook de zeitgeist van elke periode besproken en verklaard, onmisbaar om de mode in een context te kunnen plaatsen en haar geschiedenis te begrijpen. Het is dat het een loodzwaar en log boek is, anders zou dit boek elke dag met mij meereizen. #3: “De Macht van Mode. Over ontwerp en betekenis” — Jan Brand & Jose Teunissen (Reds.) (Terra-Lannoo, Arnhem, 2007)

86


Een goed en een actueel handboek over de invloed van de mode. Jan Brands en mode-lector Jose Teunissen zijn op weg om de mode in het sobere Nederland op het hogere, theoretische niveau te laten erkennen en aan te tonen dat mode niet oppervlakkig en vluchtig is. Het boek telt zes delen die ons vertellen over modegeschiedenis en haar maatschappelijke rol, over mode als semiotiek, als performance art, over de invloed van de globalisering op de mode, en over de grens tussen mode en kunst. Tussen de teksten van de hand van een keur aan internationale auteurs als Ted Polhemus, Dick Lauwaert (MoMu, Antwerpen), Patricia Calefato (Italiaanse ‘professor’ in de mode) en Gilles Lipovetsky (Frans socioloog), worden autobiografieën van 39 modeontwerpers en –fotografen van het laatste uur besproken, die elk een eigen stempel drukken op de macht van mode in de wereld van vandaag de dag. #4: “Fashion Theory:The Journal of Dress, Body & Culture” — Valerie Steele (Ed.) (Kent, Berg Publishers, England)

‘Fashion Theory: the journal of dress, body and culture’ is een wetenschappelijk tijdschrift dat wereldwijd vier keer per jaar wordt uitgegeven. ‘Fashion Theory provides an international and interdisciplinary forum for the rigorous analysis of cultural phenomena’ omschrijft de uitgever BERG Publishers. Elke editie behandelt een thema, dat actueel is: mannelijkheid, mode in musea, gender bending etc. Fashion Theory gaat uit van mode te zien als een ‘cultural construction of the embodied identity’. Naast mode speelt dus ook het lichaam (van tatoeage tot schoonheidsideaal) en de desbetreffende cultuur (van etniciteit 87


tot religie) een grote rol. Het blad kent reeds 12 jaargangen , die online op te vragen zijn tegen betaling. De edities worden geleid door Valerie Steele, directrice van het Amerikaanse ‘Museum of the Fashion Institute of Technology’. Wanneer op een ‘hoger niveau’ over mode geschreven of gesproken wordt, is dit tijschrift een goede bron om uit te putten. # 5: “SAMPLE 100 Fashion Designers 010 Curators — Cuttings from contemporary fashion” van Bronwyn Cosgrove (Red.) (Phaidon, London, 2005)

Het eerste dat aan dit boekwerk opvalt is haar bijzondere vormgeving: wit, groot, textuur en scheef. Het nodigt uit om open te slaan, ondanks dat haar kaft nog niets verraad van het moois wat er binnenin zit. Als ware het een tentoonstelling presenteert SAMPLE 100 ‘cutting-edge’ modevormgevers (van sieraden en tassen tot haute couture en street-fashion), geselecteerd door 10 vooraanstaande namen uit de modewereld. Alles aan dit boek is fijn: de teksten van de gastcurators, niet eerder vertoond beeldmateriaal en illustraties, de opmaak van de pagina’s, de creaties van de 100 uiteenlopende ontwerpers. Dit boek gaat niet snel vervelen met 432 inspirerende pagina’s.

88


89


90


! %#%3!/#!M! &$+*'!#/

" M $ ! ( $ + = = + / ! * * / ! & +! ( # 1 % ( 0 + - ! ) / ! 2 # / & + / - +! ; * $ ; ) 7 * / ! ' 1 - + 1 ' Dat mannen ook graag met poppen spelen, bewijzen internationaal geprezen mode visionairs Viktor Horsting (1969) en Rolf Snoeren (1969) tijdens hun eerste overzichtstentoonstelling in het Londense Barbican Art Gallery. Het Barbican, het grootste kunstcentra in Europa, heeft als doelstelling om anders te zijn en te doen dan van een museum gebruikelijk is. De eigenzinnige Viktor & Rolf passen precies in het Barbican gedachtegoed. Een enthousiaste en grootse samenwerking werd een feit. De overzichtstentoonstelling The House of Viktor & Rolf opent in retrospectief de deuren van de creatieve gedachtekamers van de heren, sinds 1992 tot heden. Het is een soort narratief over hun identiteitszoektocht: ‘wie willen wij zijn? Waar staan wij voor?’. Bezoekers leren waar de terugkerende thema’s van V&R vandaan komen, zoals hun liefde voor porseleinen poppen, spektakel 91

Tentoonstellingsreview Viktor & Rolf in het Londense Barbican museum.

!


en controverse, maar ook hun aandrijfkracht, hun onzekerheden en hun successen worden belicht. Viktor en Rolf zetten drie stappen vooruit, om er weer twee terug te zetten en vanuit daar weer drie stappen te zetten, etcetera. Dit levert een canon aan werk op: collecties en ontwerpen verwijzen naar elkaar, herhalen zich net weer anders en vernieuwen zich zodoende weer. De modewereld is inmiddels gewend dat zij nooit weet wat V&R van plan zijn en wat voor show zij kunnen verwachten. V&R zoeken tegenstellingen op en zullen niet snel terugdeinzen om iets te laten. Mannen die met poppen spelen behoort vooralsnog in de taboesfeer, dus des temeer een aanpak welke haarfijn in hun straatje past. V&R zijn metaforische poppenspelers en willen graag de touwtjes in eigen handen hebben en houden.

% # % 6 !

( . + !

- . # %

Viktor & Rolf creëren al 15 jaar een modewereld die de modeautoriteiten en liefhebbers een ‘Wow-Effect’ laten beleven:‘Wow, hoe bedenken ze het!’. Ongeloof, verbazing, verrukking maar soms ook verafschuwing maken dat het wow-effect divers is en nooit saai. Want mode is voor Viktor en Rolf meer dan ‘leuke kleertjes’ maken, omdat mode een enorm aura heeft. Dit aura is tentoongesteld in de twee verdiepingen tellende expositie, waar de originele catwalk coutures optimaal tot haar recht komen. Het eerste beeld waar de bezoeker mee wordt geconfronteerd is de jurk van paillettenstof die de heren samen uit elkaar hebben getrokken. Angelique Westerhof, directrice van de Dutch Fashion Foundation (DFF) en persoonlijke vriendin van de ontwerpers, vertelt hoe letterlijk deze jurk en The House of Viktor & Rolf weerspiegelt hoe zij worstelden met hun identiteit, frustraties, kunstzinnigheid, inspiratie en Hollandse afkomst. Je leert de ontwerpers kennen. Dat is ook wat de insteek is.Viktor en Rolf wilden dat het een narratief 92


93


94


werd. The House of Viktor & Rolf is een psychologische reis, zowel voor de heren zelf als de bezoekers van deze tentoonstelling. Zelf zeggen zij over het exposeren in een museum: ‘Wij houden ervan dat musea en kunstgaleries een democratische toegang geven aan ons werk’. Letterlijk, want bijna al het getoonde werk is in een open ruimte geplaatst, zonder glas of afbakeningen. Het kernstuk van de tentoonstelling zijn de 54 met de hand gemaakte porseleinen poppen van 60 cm groot, exact op schaal aangekleed met de originele werken, neergezet in een gigantische wit poppenhuis. The puppetmasters are guiding us. Dat voel je: het publiek dat de expo doorloopt, wordt zelf geleidelijk kleiner en de poppen groter. Je wordt erin mee gesleurd en je dringt dieper en dieper in het wonderland van Viktor en Rolf. Dit effect geeft een mooie balans tussen werkelijkheid en ontsnapping, zin en onzin, verzet en omarming. De belichting, de indeling, de transparantie en de audiovisuele ondersteuning bij de originele ontwerpen geven echt een gevoel van ‘wow! Dit is te gek!’

/#P! =1//+/! 4+55+/ Modeontwerpers moeten vechten in het huidige mode systeem, waar luxe modehuizen beursgenoteerde bedrijven zijn geworden en de druk hoog is om meerdere malen per jaar een topprestatie te leveren. Ontwerpers hangen soms aan zijden draden en voelen het koude ijzer van de schaar in hun nek. Dus hoe maak je je draden stevig en de schaar bot? Door zelf zo veel mogelijk de meester van het spel te blijven. Viktor en Rolf hebben kritiek op het mode systeem. Zij zeggen ‘Nee’ tegen verschillende dingen: ‘Nee’ tegen de druk om twee keer per seizoen een grote nieuwe collectie te presenteren; ‘Nee’ tegen de massaproductie; ‘Nee’ tegen de vluchtigheid van het kapitalisme en de mode industrie. Mode 95


hoeft niet vluchtig te zijn, want een goed design is tijdloos, seizoen na seizoen. Toch is het in de hoogste regionen van de mode onmogelijk om tegen de stroom in te zwemmen. Je moet meedoen, anders lig je er snel uit. Maar zelf stoppen? ‘Nee!’, aldus de heren in een interview. Verzet en een sterke opinie is een van hun sterkste concepten waarmee zij zich onderscheiden van andere modeontwerpers. Zij worden ook wel de enfants terribles genoemd door de mode pers, omdat zij tegen de normen in gaan, grenzen opzoeken en het geduld van het publiek op de proef stellen. De 2007/2008 collectie ‘The Fashion Show’ is daar een voorbeeld van, waar modellen met grote lampenstellages de catwalk opgestuurd werden. Enerzijds symboliseert het de spotlicht en de glamour, anderzijds de balast en de schaduwzijde van het mode circus. Ook hun eerste grote coutureshow in 1998 maakte een duidelijke statement: ‘Nee’ tegen de overdadige aanwezigheid van accessoires en andere elementen welke de aandacht van de modevormgeving onttrekken. Dit statement maakte zij duidelijk door grote porseleinen accessoires door de modellen kapot te laten vallen. Na deze show kon de internationale modepers niet meer om Viktor en Rolf heen.

& $ + * ' ! # / P ! & + ! ( # + =# ' - ( Valt er voor Viktor Horsting en Rolf Snoeren nog verder te dromen? Zelf zeggen zij dat het een wonder is dat zij zover gekomen zijn. Het zijn visionairs en richten zich altijd op de toekomst, maar nemen uit het verleden mee wat zij willen verbeteren of blijven koesteren, zoals hun liefde voor popcultuur- films en muziek – en de Hollandse cultuur en haar erfgoed. Wat mij als bezoeker van The House of Viktor & Rolf raakte is de bereikbaarheid van het onbereikbare. Een droom wordt werkelijkheid: je vergapen aan de echte catwalk looks, de 96


originele werken, die ik alleen ken uit de bladen of van de foto’s van de catwalkshows op het Internet. Nu staat het hele euvre van hen oog in oog met de bezoeker. De tentoonstelling doet je ontsnapping aan de werkelijkheid. Je kan hier uren wegdromen en je wanen als Alice in Wonderland of als meegluurder in het hoofd van John Malkovitz, want geleidelijk aan lijkt het alsof de bezoekers steeds kleiner worden, en de porseleinen poppen steeds groter. Zowel de grote als de kleine poppen zijn tot in het kleinste detail, inclusief patronen en accessoires, gekopieerd van de originele catwalk-modellen. Een surrealistische beleving in Londense Barbican Museum, precies zoals een modeshow van V&R: een spel van extremen, tegenstellingen, fantasie en werkelijkheid. Want wie zijn nou eigenlijk de poppetjes van de mode-industrie: zijn dat de ontwerpers of zij wij, de consumenten van mode, niet degene die bespeeld worden en betoverd? Het enige dat misschien mistte zijn twee porseleinen poppen van de heren zelf. Maar wie weet komt daar nog eens verandering in.

) / 4 + ( ! B 6! + + / ! =# $( ! ) / ( + $" ) + % Barbican Art Gallery Assistent Leon Yearwood over de motivatie van het museum om een groot eerbetoon te wijden aan twee Hollandse ontwerpers: ‘Dit is de eerste keer dat dit museum aandacht aan mode besteed, bovendien tevens de eerste keer dat de heren in de Engeland een tentoonstelling hebben. Ik ben echt trots op de manier hoe deze tentoonstelling heeft uitgepakt. Er is veel met de heren overlegt en zij zijn nauw betrokken geweest bij het ontwerp. De reden dat het Barbican specifiek voor Viktor en Rolf gekozen hebben, is dat V&R revolutionair zijn in de modewereld en iconen zijn geworden. Het zijn de rolmodellen voor veel Engelse ontwerpers van de toekomst. 97


Ik ben vooral blij met het feit dat deze tentoonstelling mensen naar het museum heeft getrokken die normaal niet snel naar musea gaan.Veel studenten, jongeren, maar ook toeristen en beroemdheden zijn langsgeweest. Iedereen wil het zien en beleven. Het is fantastisch’.

) / 4 + ( ! D 6! & + ! ) / , # $ ' *( ) + 18 June – 21 September 2008 | The House of Victor & Rolf | Barbican Art Gallery | Londen, UK | www.barbican.co.uk

98


99


100


! &+!/+$&!! /)+1%+!-()026

‘An unhealthy fascination with technology on the part of a few adolescents had awakened the nerd within us all’ — Robert Chingely, maker van de documentaire ‘Triumph of the Nerds’ (1996). ‘A nerd is a person that uses a telephone in order to talk with others about telephones. A computer nerd therefore is somebody who uses a computer in order to use a computer’ — Douglas Adams (1996), schrijver van science-fiction verhalen.

)! /! (! $! #! &! 1! 7! (! )! + Het is niet lang geleden dat men bij het woord ‘nerd’ nog dacht aan een bleke, slecht verzorgde en geklede jongeman met grote bril en weinig vrienden. Maar dingen zijn veranderd. Nerds van de 21e eeuw hebben een nieuw imago en een nieuwe lifetsyle eigen gemaakt. Journalist J. Polman schrijft: ‘In een samenleving waarin technologie in het dagelijks leven een steeds grotere rol gaat spelen, is 101

Een paper over de mode van de Neo-Nerd. April 2009 — Fashion Theory 2 — ArtEZ Fashion Masters

!


de nerd in opmars. [De nerd] is tegenwoordig wel cool. Hij heerst op het internet, spaart coole gadgets en is een meester in games. De rollen zijn omgedraaid met de opkomst van de Nerd 2.0 1’ (Polman, 2009, p.2). Een zogenaamde ver’nerd’isering2 loopt parallel met de ontwikkelingen en innovaties op technologisch gebied. Dit suggereert dat technologische ontwikkelingen de nerd in mensen als het ware naar boven haalt: intensief computergebruik, voordurend de e-mail checken, gamen, googlen en hevig verlangen naar de nieuwste inventieve gadgets. Het lijkt sociaal acceptabeler geworden om een nerd of een geek te zijn. “Het scheldwoord nerd heeft grotendeels zijn oude betekenis verloren. Nerd is nu een geuzennaam,” zegt A. Klöpping, eigenaar van The Gadget Company en is een nerd, volgens hemzelf (Polman, 2009, p.2). Het beeld van een nerd of de nerd-identiteit lijkt in de mode. Niet alleen in de populaire cultuur van jongeren zijn representaties van de nerd te vinden, ook in internationale high-fashion tijdschriften en bij modeontwerpers is het nerd-beeld opgedoken: zware brilmonturen, t-shirts met nerd-statements, hoog waterbroeken, burmuda-shorts, Birkenstocks, geruite overhemden met korte mouwen, bretels, vlinderdasjes, haar in een scheiding etc. De nerd lijkt niet langer een onpopulaire man. De nerd is cool en high-fashion3. Maar er is een verschil tussen deze nerd-chic kledingstijl en de kledingstijl van echte nerds. Tijdens het onderzoek naar ‘De Amsterdamse Man4’ is een modieus nerd-achtig type gesignaleerd. Het zijn jongemannen tussen de 20 en 30 jaar, die zich hebben bekwaamd in het Internet-entrepreneurschap. Zij verdienen hun geld via het Internet: bloggen, twitteren, online netwerken, websites maken en beheren, applicaties voor de iPhone bedenken, webconferenties voorzitten etc. Dit type man viel op, omdat het beeld dat zij uitdroegen niet in het eerste opzicht deed denken aan een nerd, terwijl zij wel van binnen een nerd zeggen te zijn 102


103


dan wel op hun werk en hobby afgaande, in het stereotype plaatje van de computer-nerd passen. Deze modieuze nerds zijn interessant om nader uit te lichten, omdat zij breken met vooroordelen over de kledingstijl van eerdere generatie nerds. Om te kunnen zeggen of het mannelijke stereotype ‘Nerd’ zich inderdaad heeft vernieuwd en past in de huidige zeitgeist, zal in vervolg de nerd-cultuur worden besproken, een koppeling met de oude en nieuwe generatie worden gelegd en op basis van een klein exploratief onderzoek (interpretatie van ingewonnen interviews en beeldmateriaal van twee Amsterdamse Internetentrepreneurs, beelden uit de populaire cultuur en discussies over het fenomeen nerd-chic) conclusies worden getrokken. & + ! / + $ & : 7 1 2 ( 1 1 $ 6 ! % ) +! )-! +)5+/2)0=! ++/! /+$&K Mannen met een grote liefde voor computers worden gestereotypeerd als nerds5: professionele bloggers, webdesigners, web-entrepreneurs, programmeurs en ga zo maar door. Wat vroeger de nerds van de klas waren, zijn nu dankzij hun hoge computer-intelligentie succesvolle en rijke mannen, zoals Bill Gates van Microsoft of Steve Jobs van Apple, twee van de rijkste mannen ter wereld. Maar ook uitvinders van Internetapplicaties zijn inmiddels ontzettend rijk en succesvol: Tom Anderson van MySpace, Jack Dorsey van Twitter, Larry Page en Sergey Brin van Google. Al deze mannen zijn sinds hun jonge jaren intensief bezig met computertechnologie en zo al op jonge leeftijd miljonairs geworden. Sinds de jaren 50 van de vorige eeuw dook het woord nerd voor het eerst op, maar een duidelijke herkomst blijft vaag. Wel is duidelijk dat het woord uit de Amerikaanse cultuur geconstrueerd is (Koda & Martin, 1989, p. 34). 104


Het woord nerd verscheen voor het eerst in een van de kinderboeken van Dr.Seuss6, maar deze refereerde nog niet naar een persoon met hoge intelligentie of een obsessie voor technologie. Ook niet naar een loser met een afwijkend uiterlijke verschijning. Het was nog een fantasiewoord. Een andere theorie is dat het woord nerd een variant is op het Engelse woord nert, studententaal uit de jaren 50 dat verwees naar een ‘stom of gestoord persoon’7. Een ‘nert’ was daarmee een scheldwoord voor iemand die een buitenbeentje was of in ieder geval afweek van de norm. Waar de term nerd vandaan komt, is dus niet eenduidig, maar wel wat zijn kenmerken en eigenschappen zijn. Mode-curators Richard Martin & Harold Koda (1989) omschrijven in het boek ‘Jocks & Nerds: Men’s style in the 20th century’ het mannelijke type van de nerd als ‘someone foolish, ineffectual, unsophisticated, socially inept, and physically awkward’. Het is de tegenhanger of alter-ego van een ‘jock’, een sportman (Koda & Martin, 1989). Een synoniem voor de nerd is in het Engels ookwel ‘computer jock’ (D. Kinney, 1993). Het is de sportman van de computers, en technologische innovatie is zijn sport. Maar wanneer ben je een nerd? Het begint vaak op de basisschool dat duidelijker wordt of iemand een nerd blijkt of niet. Het zijn jongens die zeer leergierig zijn, of zeer intelligent, verlegen en nerveus worden van sociale situaties (D. Kinney, 1993, p.28). Jongens die vaak gepest worden in hun jeugd, zijn vaak de types die nerds genoemd werden door anderen, vanwege eigenschappen die dus in zoverre afweken van wat populair, de norm of in de mode was. In het begin van de pubertijd wordt dus duidelijk of iemand een nerd blijkt te zijn, omdat dit een levensfase is waar identiteiten en rollen worden geformuleerd (Koda & Martin, 1989). Wanneer deze jongens en meisjes naar de middelbare school gaan, maakt het niet langer meer uit of je wel of niet populair 105


bent. In deze leeftijdsfase zoeken jongeren elkaars gelijken en vormen groepjes, zo ook de nerds (D. Kinney, 1993, p.28). Dit is waar een nerdcultuur start met bijpassende kledingstijl, identiteit en lifestyle, zoals bij veel jeugdculturen het geval is. Literatuur over de nerdcultuur is voornamelijk gebaseerd op de verbeelding van nerds in Amerikaanse populaire cultuur, zoals film, televisie en boeken. Er zijn echter wel enkele wetenschappelijke onderzoeken onder nerds gedaan. Sociaal wetenschapper Lori Kendall is expert op het gebied van de nerd (of geek) cultuur in Amerika. Zij ontwikkelde een profiel van de nerd-identiteit aan de hand van mediabronnen en via online community interacties met mensen die zichzelf een nerd noemen. Haar omschrijving van de nerd is dat hij een alternatieve vorm van mannelijkheid representeert. Het zijn vooral mannen die zich tot een nerd ontwikkelen. Een ander kenmerk is dat deze het goed doen op school, in het bijzonder in de bètavakken. Zij hebben hoge IQ-scores en weten van alles veel (1999), maar daar staat vaak tegenover dat nerds in sociale vaardigheden matig scoren: computertechnologie is waar nerds voor leven, al het andere lijdt hen enkel af van hun doel: vernieuwing aanbrengen, uitvinden, codes of systemen kraken, held van het Internet worden. Hoe meer soorten computer ervaring en vaardigheden iemand bereikt, hoe hoger zijn nerd gehalte.Verder stelt Kendell dat nerds graag dingen of gadgets verzamelen die met kennis te maken hebben en nerds zijn zware mediagebruikers (Kendall, 1999, pp. 262-263). In 2000 heeft Kendall een vervolgstudie naar nerds gedaan en specifieker naar hun mannelijkheid. In ‘Oh No!I’m a nerd’ concludeert zij dat de nerd-identiteit een sterke hang naar hypermasculiniteit heeft, dus naar de man als dominante sekse. Nerds nemen keren zich af van vrouwen en van wat vrouwelijk is. Dit zou te maken hebben met de sterke band tussen de mannencultuur van computertechnologie: maar weinig vrouwen hebben een hoge technologische competentie 106


of begeven zich in deze kringen. Nerds zijn meer gewend aan mannelijke omgangsvormen en mannelijk contact. Vrouwen worden als lustobjecten gezien en niet als mensen die zich tot hen aangetrokken zouden kunnen voelen. Echter blijkt dat zij niet vreemd staan tegenover homoseksualiteit binnen hun cultuur (Kendall, 2000). In 2007 meldt dagblad The New York Times in ‘Who’s a nerd anyway’ dat nerds volledig geaccepteerd zijn in de huidige maatschappij. Mannen durven vol trots uit te komen voor hun nerd-identiteit. Het is een bewuste keuze. In een interview met taaldeskundige Mary Bucholtz, die langdurig onderzoek deed naar Amerikaanse nerds, vertelt dat taal een belangrijk middel is om aan te geven tot welke kliek je thuishoort. Nerds gebruiken geen hip taalgebruik of slang zoals hun leeftijdsgenoten veelal doen, maar juist keurig, intelligent, ‘hyperwhite’ taalgebruik. Bucholtz stelt ook dat nerds geen slachtoffers zijn van heersende sociale codes wat wel en wat niet cool, gebruikelijk of ‘in de mode’ is; nerds geven actief hun eigen identiteiten vorm en zetten hun vraagtekens bij dergelijke heersende codes. Hoe nerds met taal omgaan en met sociale codes, zou gelijk kunnen zijn aan hoe zij met kleding en modetrends omgaan: onverschillig. Hun kleding zou volgens Bucholtz puur praktisch zijn: pocket protectors (plastic mapje voor in de borstzak van een overhemd ter voorkoming van inktvlekken), etuis voor aan de broekriem (voor mobiele telefoon of andere gadgets), korte broeken om lichaamstemperatuur af te stoten etc. Dus alles wat zij dragen heeft een praktische functie (Bucholtz, 2007). Doordat zij geen aandacht aan andere zaken dan computers geven, zijn nerds niet bewust van hun uiterlijk. Het kan hen ook niet veel schelen, omdat zij zich bijvoorbeeld niet kleden om zich aantrekkelijker voor vrouwen te maken. Nerds zien zich niet als mannen die vrouwen zich wensen (Kendall, 2000). Nerds ontkennen normaal te zijn. Zij willen bewust niet normaal gevonden worden (Kinney, 1993). Opmerkelijk is bovendien dat de nerd-identiteit ondergeschikt is aan etnische 107


eigenschappen van de persoon in kwestie. Nerds weigeren zelfs bevoorrecht ‘blank’ te zijn. Om etniciteit lijkt het allerminst te gaan. Intelligentie is wat hen er toe doet en hen onderscheidt van andere culturen. Maar, stelt Bucholtz, het is ‘not done’ wanneer een nerd zijn bekwaamheden niet openlijk toont of er niet openlijk voor uit komt. Een andere bewonderaar van nerdcultuur is Neil Feineman. In zijn boek ‘Geek Chic: The ultimate guide to geek culture’ (2005) is een beeldend boek over geek culture, waar de nerd een onderdeel van is. Echter, of geeks en nerds hetzelfde zijn, verschillen de meningen over. Feineman maakt geen onderscheid tussen de twee begrippen. Hij zet de cultuur uiteen aan de hand van een tijdslijn, beginnend bij 335 voor Christus tot aan 2003 na Christus. De onderwerpen zijn zeer uiteenlopend en gaan ook wat ver (zoals de geschiedenis van koffie en coca-cola, omdat deze een must voor nerds zijn om te kunnen werken), maar desondanks geeft het een kijk in de wereld waar de echte nerds warm van worden; welke eten, muziek, literatuur, wetenschap, computers, mensen, spelletjes, mode en ander media content zij adoreren. Een kort overzicht van de opvallendste kenmerken van de Amerikaanse nerdcultuur volgens Feineman: Nerds: —

— — — —

kijken graag Science-fiction en Martial Arts films (The Matrix, X-men, Kill Bill, Dungens & Dragons, Lord of the Rings etc.) lezen stripboeken & houden van Action Heroes (Batman, Spiderman, Wonder Woman etc.) kijken animatie films en -programma’s (The Simpsons, Southpark, Family Man, Wall-E) zijn groot bewonderaars van uitvinders uit de historie (Einstein, Morse, Michelangelo) willen de nieuwste gadgets (iPhone, PSP, speciale horloges, apparatuur voor in huis) 108


— —

— —

dromen van robots en NANO technologie eten en drinken vooral fast-food, koffie, frisdranken en energy drinks, chips, snoep, magnetron- en afhaal maaltijden luisteren (vroeger of nu) naar Buddy Holly, David Bowie, Kraftwerk, Michael Jackson, Elvis Castello, Prince, Depeche Mode, Daft Punk, Beasty Boys, Radiohead, Fatboy Slim, Weezer, Moby, N*E*R*D, Kayne West hebben eigen nerd helden (‘Heroes of the computer revolution’: hackers, visionairs, uitvinders en oprichters van internet en computers). spelen uren computer games via LAN verbinding met andere nerds op de wereld hebben dus ook geen tijd voor relaties en seks

Met betrekking tot kleding geldt eigenlijk dat nerds geen tijd, en geen belang zouden hechten aan kleding, enkel dat het functioneel moet zijn voor hun dagelijkse werkzaamheden (Bucholtz, 2007). Nerds dragen dus in feite neutrale kleding. Ondanks dat de nerd saai lijkt te zijn gekleed, is hij wel duidelijk te identificeren volgends Life Magazine8 (1985). Samenvattend met deze en bovenstaande literatuur is de nerd aan de volgende karakteristieken te identificeren: De uiterlijke karakteristieken van de nerd: 1 2 3 4 5 6 7

kort haar, pluizig haar en/of haar in een scheiding of staart dik brilmontuur achteruitkijkspiegel gemonteerd op zijn bril alarmerend geval van acne lacht met zijn tanden t-shirts met opdrukken die alleen nerds begrijpen of leuk vinden geheel dichtgeknoopte overhemden 109


8 9 10 11 12 13 14 15 16 17

overhemden met foute prints (pyjama of hawaii prints) koopt zijn kleding waarschijnlijk met zijn moeder sportschoenen witte sokken bermuda broeken of korte pantalon (kaki, licht blauw of geruit) vlinderdas of klein stropdasje (strak aangesnoerd) zijn garderobe is niet op elkaar af gesteld en past niet bij elkaar grote bruine schoenen met strak aangetrokken veters pennen in zijn borstzak, in een beschermend hoesje (voorkomt inktvlekken) altijd zijn iPhone of smart phone op zak, het liefs in de etui aan zijn broekriem.

#1&+! /+$&-! Q! /)+1%+! /+$&De nerd van nu is niet de nerd meer van vroeger, zoals we die herkennen uit films als Revanche of the Nerds; hij heeft zichzelf opnieuw uitgevonden en is met zijn tijd meegegaan. De nerd is geëvolueerd naar een type dat aansluit bij de postmoderne tijd: mannelijker, meer zelfverzekerd en gewaardeerd om zijn talent. De nerd is nu sociaal geaccepteerd en daarmee uit zijn schulp gekropen. Een van de technologische ontwikkelingen die heeft bijgedragen aan het socialer of ‘maatschappelijker’ maken van nerds, is de uitvinding van de personal computer (PC) geweest. De PC is een computer voor alledaags gebruik. Waren computers vroeger (jaren 80 en 90) grote, logge apparaten die nog ongebruiksvriendelijk waren voor mensen met weinig computerkennis, zijn computers in de 21e eeuw ieders ‘beste vriend’ geworden. Niemand lijkt meer zonder een computer te kunnen. Iedereen bezit vandaag de dag een PC of een laptop of heeft toegang tot een computer. Dit heeft er voor 110


gezorgd dat nerds onmisbare schakels zijn geworden tussen mens en technologie. Een andere belangrijke ontwikkeling op computergebied en de waardering van (computer)-nerds, is de komst van Internet en het World WideWeb begin jaren 90 van de vorige eeuw. Met Internet is het mogelijk om wereldwijd mensen met elkaar te verbinden, informatie te delen en commerciële doeleinden te dienen. Internet heeft zich snel ingebed in het dagelijks leven van mensen, omdat de PC reeds een groot succes was. Mensen ontdekten de mogelijkheden van Internet en diverse ontwikkelingen en verbeteringen maakten het de gebruikers gemakkelijker en sneller om met Internet te werken: zoekmachines, portals, e-mailverkeer maar ook het design, de lay-out van Internet pagina’s en haar werkwijze zijn verbeterd door technisch slimme jongens, die wij de nerds noemen. De wereld heeft dus veel te danken aan een groepje fanatiekelingen die in garages computers in-en-uit elkaar haalden, terwijl andere kinderen buiten speelden. Door de invloedrijke positie van computers in het dagelijks leven van particulieren, bedrijven en overheid, is de nerd onmisbaar geworden. De nerd heeft een veel positiever imago verworven en heeft door zijn zeer waardevolle computerkennis in deze tijden veel status en aanzien: The Nerd has nowadays stature and status – and his clothes have been emulated by a new generation of bespectacled, white-socks and black-shoes-wearers’ […] ‘The role of the nerd has shifted from that of a slide-rule-toting proto-scientist to savvy computer specialist, possessed of a knowledge all might envy. And now with the computer’s technology triumph the nerd has been insinuated into the world. The characteristics of his style that once were most depreciated have been re-evaluated, demonstrating the way in which perception creates and alters fashions in clothing and appearance — (Martin & Koda, 1989, p.34) 111


Eind jaren 80 van de vorige eeuw schonken ook meer modemagazines en reclames aandacht aan de ‘verheerlijking’ van de nerd. Dit wordt ook wel nerd-chique of geek-chic genoemd. Hierbij gaat het meer om het overnemen van karakteristieke stijleigenschappen van de nerdy man (zoals, de bril, de dichtgeknoopte overhemden, de korte broek en de grote schoenen etc), die opdoken in de media. Ondanks dat dit natuurlijk modellen waren en niet ‘originele’ nerds, heeft deze positieve aandacht wel bijgedragen aan het acceptabel maken van nerds als stijlgroep. In de jaren 80 was het in de media ‘in’ om nerds te verbeelden. Ook in bekende televisieprogramma’s en films spelen nerds de hoofdrol in deze tijd. Het meest bekende voorbeeld is natuurlijk de film Revanche of the Nerds, waaruit bleek dat nerds ook seksuele wezens waren, gevoel hadden en kwetsbaar waren. Nerds hebben ook menselijke eigenschappen en zijn niet alleen maar met zichzelf bezig, zoals hun tegenpolen, de Sportmannen, vaak wel zijn. In deze film, maar ook in andere representaties van de nerd, wordt de nerd als een soort mannelijke variant van Assepoester neergezet. Opeens werd de nerd een interessante man voor vrouwen, de ideale partner. Perhaps bravado masculinity has always been the alter ego of the nerd, even though sensitivity and vulnerability would have been more immediately apparent — (Martin & Koda, 1989,p. 37). Opmerkelijk is dat Koda & Martin veranderingen in het imago en de acceptatie van de nerd al in 1989 signaleerden. Nerds hebben zich altijd weten aan te passen en te transformeren naar de tijdsgeest, zeggen Koda en Martin, refererend naar de gedaanteverwisselingen van striphelden: Clark Kent transformeert zich tot Superman, Peter Parker tot Spiderman en dokter Bruce Banner is de Incredible Hulk. 112


Meer vrouwen lopen warm voor nerdy mantypes.Vrouwen vinden deze mannen sympathiek, lief en aantrekkelijk, juist door hun intelligentie. Niet in de laatste plaats omdat nerds over het algemeen veel geld verdienen aan de computerbusiness: “Het was vroeger ondenkbaar dat je in de kroeg een meisje kon imponeren met een gadget. […]. Meisjes hangen nu aan de lippen van een man die een nieuwe applicatie op zijn iPhone demonstreert” (Polman, 2009, p.2) of werkzaam is in de computerindustrie. Ondanks de vele gedaantes die nerds aan kunnen nemen, blijft de nerd herkenbaar aan zijn klungeligheid en zijn onontwikkelde lichaamsvormen, aldus Martin & Koda in 1989.

&+!/+#:/+$&!+/!4)0/!=2+&)/5-()026! ++/! +8>2#$+$+/&! #/&+$4#+= Nerds die hun geld verdienen via het Internet en computers, hebben ook gevoel voor een eigen stijl. En zij willen graag hun geld daaraan uitgeven. Denk maar aan Microsoft’s Bill Gates en Apple’s Steve Jobs, welke in grote huizen wonen, veel auto’s bezitten en kwaliteitskleding dragen. In deze tijd is het een must om bovendien te netwerken en je gezicht te laten zien. Mannen beseffen dat in de huidige tijd het uiterlijk een belangrijke rol is gaan spelen. Mannen zijn sinds het einde van de vorige eeuw zich meer en meer bewust geworden van de mogelijkheden, het belang en de voordelen van goede kleding en verzorging (Koda, Martin, 1989; Frith & Gleeson, 2004). Dit geldt ook voor de man in Nederland9. Het komende deel zal deze tendens vertalen naar de veranderingen van het nerdy mantype en zijn kledingstijl Helaas is de beschrijving van de mode van nerds erg summier gebleken. De meeste literatuur over nerds dateert van vóór 113


het Internet tijdperk en komt bovendien uit Amerika. En de beschrijving van de Nerd-look van Martin & Koda is verouderd. Tussen 2004 en nu is - zover bekend - geen onderzoek naar de nerdcultuur uitgevoerd. Naar verwachting zijn de computernerds tevens de oude generatie nerds. Interessanter en meer van deze tijd zijn de zogenaamde Web-Nerds, ookwel websters genoemd. Zij houden zich veelzijdig en intensief bezig op het Internet en het WWW. Het zijn de nerds van de postmoderne tijd. Tijdens een klein exploratief onderzoek naar de verbeelding van modieuze Amsterdamse Mannen, kwamen twee types op mijn pad: Ernst-Jan en Nalden. Jonge Amsterdammers met een eigen gevoel voor stijl, maar vooral echte Internet-freeks. Beiden zijn nog jong, 23 en 24 jaar, maar hebben al veel gedaan op het gebied van ondernemen via het Internet. Om hen te vergelijken, heb ik gezocht naar personen uit andere landen, die binnen de nerdcultuur op het Internet genoemd worden als hippe, stijlvolle en succesvolle internet nerds.

&++2!B6!&+!*'-(+$&*'-+!%+;!/+$&Ernst-Jan (23) noemt zichzelf een ‘professioneel blogger’. Sinds zijn 14e jaar kan hij zijn creativiteit via het Internet en met behulp van computercommunicatie kwijt. Hij ziet ook het woord nerd als een geuzennaam en vind het geen probleem dat ik hem een ‘web nerd’ mag noemen. Nalden (24) groeit aan bekendheid via zijn website Nalden. net. Sinds zijn 10e jaar speelt hij al games via het Internet. Hij noemt zichzelf een ‘Social Entrepreneur’ en blogger. Zowel Ernst Jan als Nalden geven toe in hun pubertijd een echte nerd te zijn geweest:

114


Nalden

115 ‘Dutch Problogger’ Ernst-Jan Pfauth (links)


ERNST JAN: Ik was best wel een nerd vroeger. Veel websites en gamen en tot m’n zeventiende ofzo weinig meisjes, niet bijzonder populair en wel extreem gekleed — niet altijd in positieve zin ;) NALDEN: [een nerd ben ik] Nog steeds! hahaha. Ik hou van internet. Alleen als mensen mij in een bar of cafe zien zullen ze me niet snel als een typische nerd bestempelen omdat ik er dan weer zogenaamd 'hip' uit zie haha. Erst-Jan ziet zichzelf als een lid van een eigen subcultuur (web geeks) en identificeert zich niet met de rest van Nederland. Web Geeks zijn voorlopers. ERNST JAN: Wat wij web geeks nu doen, altijd online, lifehacking, digitale nomaden, zomaar met mensen koffie drinken omdat je ze wil ontmoeten enzo, doet de rest van Nederland pas over vijf jaar. NALDEN: Ik denk dat nerds nu mede bepalen hoe mode eruit ziet. Internet is niet meer weg te denken dus beginnen 'nerds' ook gewoon style leaders te worden hahaha. Hoe dan ook is en blijft fashion altijd overrated hahaha. Beiden zijn van mening dat zij gevoel voor mode hebben en een eigen stijl nastreven als web nerds. Ernst-Jan omschrijft zijn kledingstijl als casual punk: ERNST JAN:‘Een combinatie tussen netjes (jasjes, hemden, schoenen) en casual (shirts, altijd skinny jeans) met een beetje 116


punk-achtige invloeden (laarzen, blauwe/ rode broeken). Nalden heeft een andere beschrijving over zijn stijl. Hij noemt het undercover hard: een straatstijl met een vleugje Milaan. In tegenstelling tot de oude generatie nerds vinden zij mode dus ‘best wel’ belangrijk en kiezen met aandacht hun kleding uit: NALDEN: [Kleding is voor mij] Vrij belangrijk. Het is toch een vorm van communicatie. Kleding zie ik als finishing touch. Als het ware is het de manier waarop je jezelf presenteert. Ik vind het leuk om dan bijvoorbeeld wel eens heel hiphop/baggy voor de dag te komen op een decadente gelegenheid of heel netjes op een random feestje voor street kids haha. Juist die extremen samen brengen waardoor mensen je gaan beoordelen op je kleding zonder dat ze weten wie je bent en wat je doet haha. ERNST-JAN: Ik vind het belangrijk om er bijzonder uit te zien. Maar het is geen halszaak. Ik spendeer weinig geld, koop geen merkkleding maar ben er dus wel elke ochtend mee bezig. Zonder mijn stylist (Carlien, zijn vriendin), was ik reddeloos verloren. Web nerds zijn modebewust, zo blijkt uit hun kennis over mode en hun gevoel voor stijl: NALDEN: Toffe upcoming merken (vooral uit Frankrijk, Zweden en Denemarken) gecombineerd met high-end fashion.Vaak let ik op het 117


verhaal van een merk. dat vind ik altijd interessant. Maar ook juist op de kwaliteit, hoe het zit, hoe het staat en toffe kleine details die je echt moet weten. Maar ik ben het meest fan van sneakers en toffe schoenen. ERNST JAN: Als je er als nerd goedgekleed bij loopt, val je enorm op tussen de geekmassa. Het is dus ook nog eens goede marketing. [bij kleding let ik erop] Of het strak gesneden is, of is dat geen detail? ;-) En of het voldoet aan algemene stijlnormen. Komt de manchete wel onder het jasje vandaan, etc. [Ik onderscheidt me van anderen door] Dingen [te] dragen die net iets extremer zijn: zoals blauwe skinny jeans, hoge laarzen, vintage leren jas of een fout overhemd. Eigenlijk dus lef of lak. Volgens Nalden ziet de stereotype web nerd er uit als de nerd uit de film ‘Revanche of the Nerds’ met grote bril en een t-shirt. Ernst-Jan daarentegen omschrijft het stereotype van een web nerd anders: spijkerbroek, versleten sneakers, quasi-grappig t-shirt en een windjack.

&++2!D6!)/(+$/*()#/*2+!%+;!/+$&-6! /+#! /+$&-! M! ,*-.)#/! /+$&Via googlen en surfen kwam ik enkele namen tegen, die internationaal bekend staan als stijlvolle of hippe nerds.Veelal via blogs van mensen de nerd cultuur adoreren of hoog in het vaandel hebben staan of zelf nerds zijn, kwam de volgende informatie naar boven: ‘The neo nerd is a successful young go-getter braving the dangers of the cyber-frontier and looking good to doing it!’. Blogger Max Berlinger van de website ‘Refinery29. 118


com’ maakt in het stuk ‘From outcast to awesome’(3 maart 2009) dat er drie types nerds zijn: A de neo nerds: de nieuwe helden van het Internet; B de mode-nerds: zij die de nerd-look adopteren; C de old-skool nerds: de nerds uit de beginjaren van de computer, jaren 80. De nieuwe generatie zijn jonge mannen die belangrijke ontwikkelingen op hun naam hebben staan op het gebied van computer technologie. Zij zijn de uitvinders van belangrijke en zeer populaire Internetdiensten. Deze mannen (zie afbeeldingen) worden omschreven als de meest gewilde mannen van nu. Afgaande op de afbeeldingen en de teksten die hen omschrijven, zijn het gewilde mannen en houden er een eigen levensstijl op na, die bij lange na niet te vergelijken is met de nerd oude stijl.

*&! *@6! /+#! /+$&-! ?/*()#/**2! + / ! ) / ( + $ / *( ) # / * * 2 @ J a c k ‘ Tw i t t e r ’ Dorsey, de maker van Twitter en nu e e n b e g e e r l i j ke miljonair.

119


Raymond ‘Hyves’ Spanjaard.

To m ‘ M y S p a c e ’ Anderson.

Larry ‘Google’ Page

120


Jacon ‘Vimeo’ Lodwick.

Chad ‘YouTube’ Hurley.

Boris ‘Serial Internet Entrepreneur’ Veldhuijzen van Zanten.

121


* & ! ; @ 6! & + ! ' # & + ! / + $ & - 6 Viktor & Rolf

Marc Jacobs (2008)

Junya Watanabe

122


Lanvin’s Albert Elbaz

Thom Browne:

Geek Chic rappers: Kayne West (l) en Pharell Williams (r)

123


Nerd Core Hip Hoppers MC Frontalot en MC Lars

* & ! 7 @ & + ! # 2 & ! - 7 . # # 2 ! / + $ & - 6! Carlton Banks van tv serie Fresh Prince Of Bell Air

Klassieke nerds in de film Revenge of the Nerds

124


Microsoft Bill Gates, the godfather of nerds

Steve Urkel uit tv-serie Family Matters

7! #! /! 7! 2! 1! -! )! + Het mannelijke stereotype ‘Nerd’ heeft zich inderdaad vernieuwd en sluit aan bij de huidige tijd, waar de maatschappij in harmonie leeft met computertechnologie en Internet. Maar ook past de nieuwe nerd in een tijd, die gedomineerd wordt door de beeldcultuur en de commercie (Smelik, 2006). Ook nerds zijn zich bewust geworden van identiteitsvorming en het aanhangen van een bepaalde lifestyle. 125


De elementen van de nerdcultuur zijn veranderd en misschien wel minder eigenzinnig als voorheen. Eerder stond vermeld dat nerds ongevoelig lijken te zijn voor sociale normen of voorschiften in mode. Toch blijkt uit de bestudeerde literatuur, de afbeeldingen en de interviews dat nerds heel goed op de hoogte zijn van de mode en graag een eigen stijl daarin ontwikkelen. Nerds hebben relaties met vrouwen en hebben een grote groep vrienden, buiten dan wel op het Internet. Dit mantype is dus niet langer hypermannelijk, a-sociaal of onaantrekkelijk voor vrouwen. Ook dragen niet alle nerds grote brillen, korte broeken of hoog dichtgenoopte overhemden. Het zijn meer de ‘wannabe’nerds die nog aan dit beeld voldoen. Het zijn eerder bewonderaars van nerds die er nog zo bijlopen, dan dat zij zelf nerds zijn. De nerd-look lijkt slechts een modetrend, maar geeft wel weer dat nerds bewonderd worden. Nerds zijn populairder en hipper dan ooit. Zij zijn zelf toonaangevers geworden van mode. Wie had dat in de jaren 80 kunnen bedenken. Tot slot een laatste quote uit Jocks & Nerds van Martin & Koda (1989, p. 42): ‘There is a Superman beneath the unassuming guise of the nerd, who is both the sympathetic everyman and the supreme expression of style as its own victory’.

&! )! -! 7! 1! -! -! )! + Gedurende het onderzoek is veel informatie omhoog gekomen, welke helaas niet in dit onderzoek een plek konden krijgen, maar wel voor een volgend onderzoek interessant zou kunnen zijn. Het gaat met name over de nerd stijl, ook wel Geek Chic genoemd. Het is een kledingstijl en kledingdesign, welke geïnspireerd zijn op de ‘look’ van de stereotype nerd. Echter, deze kleding is niet ontworpen voor de doelgroep nerds, maar enkel geïnspireerd op deze cultuur.Vandaar 126


dat deze buiten beschouwing van dit onderzoek is gehouden. Dit onderzoek heft zich enkel op nerds an sich willen focussen en hoe zij zich hebben geëvolueerd tot een nieuw mantype. Uit het kleine onderzoek blijkt juist dat computer-nerds de oude generatie belichamen en de nieuwe nerds zich met name inlaten met het Internet. Maar ook nerds die wel met computertechnologie bezig zijn, zullen geen geïsoleerde mannen meer zijn, zoals vroeger vaak bleek. Mannen die in de computer business zitten, zijn invloedrijk en succesvol. En juist doordat zij meer in de schijnwerpers staan (in de media, op congressen en natuurlijk met klanten en personeel communiceren), zijn ook deze mannen zich bewuster geworden van de voordelen van een verzorg en stijlvol uiterlijk. De conclusies van dit rapport zijn op basis van een literatuuronderzoek en op basis van twee interviews opgesteld. Het dient natuurlijk aanbeveling om de resultaten eerder als een signalement te beschouwen van een heersende trend, dan als valide resultaten.

1 2

3

4

5

6

‘2.0’ staat voor ‘2e generatie’ Dagblad Spits! meldt dat de de samenleving ver’nerd’iseert. (5 maart 2009, p.2) http://refinery29.com vermeldt de ‘fashion-nerds’ & de ‘geek-chic revolution’. ‘De Amsterdamse Man’ is het thema van het seminar Fashion Theory II –ArtEZ (2009) waarvoor dit rapport is geschreven. Lori Kendall (1999) - The nerd within: mass media and thenegotiation of identity among computer-using men. Journal of Men’s Studies 7(3), pp. 353-369. Dr.Seuss’s ‘If I Ran The Zoo’ (1950): ‘and then, just to show them, I’ll sail to Ka-Too and bring back an It-Kutch, a Preep and a Proo, a Nerckle, a Nerd and a Seersucker, too!’ Allen zijn bedachte figuren. 127


7

8

9

Dit stond vermeld in een discussie onder internetters die zichzelf ‘nerds’noemen en niet geloven dat Dr.Seuss het woord heeft bedacht. Ook te vinden via http://etymonline. com/index.php?term=nerd. Lijst is opgenomen in Martin & Koda’s Jocks & Nerds (1989), p. De Ideal Man: man in de mode (2008). M. Hohé, J. De Greef & N. Bloemberg. Waanders Uitgevers Zwolle.

128


129


130


'#&+:)221-($*()+! -7.)>>+$(!(1--+/! &+!%+$+2&+/!! "*/!=1/-(!+/!! 7#''+$7)+< ! ! B < !

) / 2 + ) & ) / 5!

Mode illustraties en mode prenten bestaan ruim 100 jaar. Deze vorm van kunst wordt toegepaste kunst genoemd, omdat het esthetische vormgeving met een functie betreft. Toegepaste kunst wordt ook wel ‘decoratieve kunst’ genoemd of ouderwets ‘kunstnijverheid’. De functie van mode illustratie is traditioneel gezien het nauwkeurig informeren van het modepubliek over de laatste trends en modestijl met behulp van een decoratieve afbeelding. Criteria wat kunst van niet-kunst onderscheidt, is vaak persoonlijk en dus omstreden. Een voorwaarde om iets ‘kunst’ te kunnen noemen, kan bijvoorbeeld zijn dat het een creatie is dat op zichzelf staat en geen massaproduct is. Persoonlijk vind ik iets ‘kunst’, als het een persoonlijke expressie is van iemand, een uitdrukking van een gevoel of een verbeelding van een gevoel. Er moet blijk zijn van zekere worsteling in de weg erheen. De online encyclopedie Wikipedia vermeldt dat iets ‘kunst’ is, als de observator lijkt te worden weggenomen uit 131

Datum: 7 januari 2009, Cursus: Fashion Theory 1 — Master F,D&S Artez te Arnhem, Lectoren: José Teunissen & Nanda van den Berg

!


de dagelijkse realiteit ‘naar een door de kunstenaar gecreëerde wereld’. Ik denk dan al snel aan het creëren van een illusie, een woord dat lijkt te zijn verscholen in het woord ‘illustratie’. Mode illustraties staan in dienst van de modewereld en worden vooral in opdracht gemaakt. Een mode illustrator of een ‘mode kunstenaar’ kan commercieel, redactioneel of autonoom werken. Het is een actuele discussie of mode wel of niet kunst is met een grote K, of kunst op haar beurt in dienst is komen te staan van de mode industrie. Of is er geen verschil? In deze discussies betreft het bovenal de haute-couture kledingstukken. De centrale vraag in deze thesis luidt daarom: ‘Wat is de positie van de mode illustratie in de discussie Is mode kunst?’ Naar mijn mening schippert mode illustratie tussen beide werelden. Mode illustratie voegt in mijn optiek het beste van beide werelden samen. Mode illustratie versmelt de kunst- en modewereld samen. En wat is de intrinsieke meerwaarde van een mode illustratie voor kunstliefhebbers en haar meerwaarde voor de modewereld? Eenvoudig is het niet om veel beschikbare en bruikbare informatie over mode illustratie te vinden. Maar weinig blijkt te zijn gepubliceerd over mode illustratie. Slechts een handvol van deze boeken is gewijd aan haar geschiedenis en betekenis. Des temeer een reden om het over mode illustratie te hebben. Een andere reden om een thesis te wijden aan deze kunstvorm, is dat mode illustraties weer vaker te zien zijn in de tijdschriftenwereld. Blijkbaar is in het huidige modeklimaat behoefte aan een alternatieve weergave van mode dan de fotografie. Wat opmerkelijk is, omdat mode illustraties haar oorsprong heeft liggen in de tijdschriftencultuur en de fotografie haar heeft verdrongen.

132


De mode illustratie is dus aan een sterke heropleving bezig. De modewereld en ontwerpers herwaarderen in de huidige tijd, gedomineerd door massamedia en beeldenovervloed, juist de unieke handtekening van een tekenaar, de authenticiteit van een kunstenaar. Uiteraard niet geheel onverwacht in een tijd waar het oude vakmanschap weer wordt gewaardeerd als luxe, en de mode industrie de kunstwereld beĂŻnvloedt. In de komende paragrafen zal eerst een overzicht van de geschiedenis worden geschetst.Als startpunt wordt de 19e eeuw gekozen. Dit heeft een gegrond e reden, omdat onder de industriĂŤle revolutie rond 1900, de omschakeling van handmatig naar machinaal veel heeft doen veranderen in de weergave en creatie van mode en in het bijzonder de uitvindingen van fotografie, film en geautomatiseerde druktechniek. Mede hierdoor is de mode illustratie een lange tijd uit het publieke domein verdwenen tot begin 21e eeuw.Vandaar dat ook een paragraaf over mode fotografie zal gaan. Vervolgens wordt de huidige ontwikkelingen rondom mode illustratie.

D < !

& + !

. ) - ( # $ ) +!

Wat is mode illustratie en hoe is deze toegepaste kunstvorm ontstaan? Door te kijken naar de historische ontwikkelingen wordt meer duidelijk over de functie en het belang van mode illustratie binnen de modewereld.

D<B!'#&+!)221-($*()+!"RR$!BFEE Lange tijd bestond er geen gedetailleerde beeldinformatie over mode en kleding. Pas in 1770 verscheen de eerste mode illustratie in een Engels tijdschrift voor dames. Sindsdien werd de mode via zeer gedetailleerde prenten verspreidt onder de Europese elite. 133


Mode was zeer elitair. Door modieus te zijn, kon men in deze tijd laten zien van goede huize te komen. Mode was dus vooral een statussymbool (Blackman, 2007; Teunissen, 1992). De mode prenten gaven belangrijke informatie over meer dan de kleding alleen. Elke illustratie gaf tevens aan welke houding en gedrag paste bij de desbetreffende kleding. Dit lijkt veel op wat in de huidige maatschappij een ‘lifestyle’ heet. Modeprenten redigeerden dus de hautaine ‘lifestyle’ van de elite voor de elite. Want ‘mode’, waarschijnlijk door het Franse blad Les Modes een gegrond begrip geworden, betekend het volgen van een model, een richtlijn hoe de elite zich dient te kleden. Pas rond 1830 bloeide de tijdschriftencultuur op: Weldons Ladies’Journal (1879, Engels), Vogue (1892, Amerikaans), Harpers Bazar (1867, Amerikaans) en The Queen (1861, Engels). Informatie over de nieuwste mode uit Parijs kon redelijk snel worden gecommuniceerd naar de doelgroep, echter nog vooral in tekst. Het afrukproces van kleurprenten was een tijdrovend en kostbaar proces. Deze prenten werden in kleine oplages door middel van zeefdruk laag voor laag gedrukt en ingekleurd. Een magazine bevatte slechts enkele illustraties. De prenten werden daarom zorgvuldig bestudeerd en bewaard (Teunissen, Blackman). Kortom, vóór 1900 waren mode illustraties vooral bedoeld om de kleding en de bijbehorende lifestyle optimaal te representeren met een realistische, natuurgetrouwe afbeelding. Het gaat puur om de nauwkeurigheid van de kleding en dus niet om het beeld, de sfeer, het model en de creativiteit van de illustrator.

D < D ! ' # & + ! ) 2 2 1 - ( $ * ( ) +! " * / ! B F E E ! : ! B F I F! Dankzij machinale ontwikkelingen werd het mogelijk om in grotere oplages afbeeldingen te drukken. Door vlakdruk en stoommachines konden veel magazines worden verspreid. Deze 134


ontwikkeling leidde ertoe dat in het begin van de 20e eeuw het aantal tijdschriftentitels gestaagd toenam. Het belangrijkste en meest invloedrijke modemagazine was het Franse Gazette du bon ton (1912). Dit blad had de schone kunsten in een hoog aanzien staan en maakte bijzondere samenwerkingsverbanden mogelijk tussen kunstenaars en mode ontwerpers. In het bijzonder werd jong talent door Gazette aangenomen, zodat dit magazine vooruitstrevend was in haar mode illustraties. (Blackman, 2007). Hiermee profileerde zij zich als aanhanger van het modernisme. De afbeeldingen van de mode illustraties veranderden geleidelijk naar een meer dynamisch beeld. Men begon zich in de beginjaren van de 20e eeuw te interesseren in de manier waarop iets kon worden afgebeeld en worden uitgedrukt. Persoonlijkheid, karakter en goede smaak dienden nu in een beeld vastgelegd te worden in plaats van een statisch, onpersoonlijk poserend model. De samenleving was letterlijk ‘in beweging’ aan het komen. Mensen gingen zich interesseren in beweging. Het was de tijd van grote machinale uitvindingen zoals het vliegtuig en de auto. Men ging meer fysiek bewegen. Bij tennis, zwemmen, fietsen en skiën paste een ander modebeeld van comfortabelere kleding. De mode kwam in beweging (Teunissen, 1992). De wijze van illustreren werd vrijer en de illustrator kon meer zijn persoonlijke stijl uitoefenen in het weergeven van het model en de kleding. Een mode ontwerper die niet ongenoemd mag blijven in deze tijd is de couturier Paul Poiret. In de jaren voor de eerste wereldoorlog was Poiret de meest innovatieve en indrukwekkende mode ontwerper. Hij verhief mode tot een kunstvorm. Hij noemde zich een ‘kunstenaar’ om zich te onderscheiden van ‘gewone’ kledingmakers. Paul Poiret begaf zich graag in kringen van kunstenaars en liet jong talent zijn mode illustraties vervaardigen (Troy, 2002; Blackman, 2007). De illustraties van de mode van Poiret hebben veel betekend voor de ontwikkelingen 135


binnen de mode illustratie. De afbeeldingen kwamen meer in het teken te staan van de creativiteit van de illustrator. Het beeld won het langzaam van de kleding. Een ander duidelijk gegeven dat ‘mode’ door Poiret als kunst werd beschouwd, is dat de illustrator expliciet bij naam werd vermeld bij de illustratie. Paul Iribe en George Lapape zijn bekende illustratoren van Poiret. Niet alle illustraties worden door kunstenaars vervaardigd. Mode ontwerpers vertalen hun visies en creaties via tekeningen naar de kleermakers en naar haar clientèle. Dit is dus een andere belangrijke functie van een mode illustratie. Het is de ‘taal’ die mode ontwerpers gebruiken om hun ontwerpen werkelijkheid te laten worden. Madeleine Vionett en Elsa Schriaparelli vervaardigden architectonische en grafische ontwerpen. Strakke lijnen en geometrische vormen waren de nieuwe mode, die werden vertaald in illustraties met eenzelfde sfeer en boodschap. De jaren 20 en 30 gelden als de gloriedagen van de mode illustratie (Blackman, 2007).Artistiek directeur van Vogue, Condé Nast, was een groot bewonderaar van de kunstzinnige invalshoek van het Franse Gazette du bon ton. Vogue heeft tot eind jaren 40 mode illustraties gebruikt om haar lezers te informeren en te prikkelen en is een van de laatste grote modetijdschriften geweest die illustraties volledig heeft vervangen door fotografie. Deze ommezwaai had niet alleen te maken met de voordelen van fotografie boven die van illustratie, maar vooral met het verdwijnen van de bedoelde functie van de mode illustratie, namelijk haar lezers zo goed en gedetailleerd mogelijk informeren. Condé Nast schreef in Vogue hierover het volgende:‘the artists were chiefly interested in achieving amusing drawings and decorative effects and their obligation to represent and report the spirit of contemporary fashion was lost’. Bovendien bleek een cover met een foto beter te verkopen (Blackman, 2007). 136


In de jaren voor de Tweede wereldoorlog is er geen grote verandering of ontwikkeling wat betreft mode illustratie.

D < S ! ' # & + ! ) 2 2 1 - ( $ * ( ) +! ! " * / ! B F O E ! : ! B F F F! Het duurde tot de jaren 80 dat illustratie weer tot leven kwam en zich heeft vernieuwd. (Blackman, 2007). In de 20e eeuw is de mode fotografie en glamourfotografie de dominerende techniek in het verbeelden van de mode. De vele modemagazines en lifestylemagazines staan bol van modecampagnes, reclame en editorials. Foto’s worden ondersteund met korte teksten, terwijl dit vroeger andersom was. Lezers van tijdschriften bladeren vluchtig door de content heen, kenmerkend voor de zogenaamde zapcultuur van de Westerse maatschappij, welke afhankelijk is geworden van media. Mensen zijn ook sneller afgeleid en zoeken actief vanuit eigen beweegreden naar specifieke content. Het publiek vande 20e eeuw is dus een actief mediapubliek en neemt niet genoegen met de boodschappen vanuit de media. Zij zoekt verder en is zelf leverancier geworden van informatie dankzij de intrede van het Internet. Het Internet is eind 20e eeuw de beklangrijkste informatiebron geworden, ook voor de mode. Vervolgens is de elite niet langer de rolmoddellen en inspiratiebron voor de mode. De mode bevind zich op straat. In de jaren 60 leefde jeugdculturen op. Zij verzette zich tegen de heersende conventies en gevestigde autoriteiten. Deze jaren kenmerken zich door de levensstijl van de hippies. Zij streefden naar ultieme vrijheid en vrede op de wereld.Alles kon en mocht. De straatcultuur deed de mode op zijn kop staan. In Engeland heeft in de jaren 80 de punk een stempel gedrukt op de beleving van mode, met als mode icoon Vivienne Westwood en punkbands als The Sexpistols. Pop muziek domineerde de modestijl. Sterren uit de filmindustrie en de muziekwereld werden stijliconen. Ook 137


fotomodellen kregen de status van supermodellen, dankzij de popcultuur. Met fotografie kon dit alles het beste worden vastgelegd, omdat de ene mode op de andere volgde en er tegelijkertijd veel verschillende trends het mode- en straatbeeld beheerste. De snelheid van fotografie paste daar bij. Illustraties zijn echter wel kenmerkend voor de hippiejaren en de jeugdcultuur.Veel albumhoezen werden geillustreerd, zoals van The Beatles en koedkope tienerblaadjes konden alleen illustratie veroorloven. Bovendien paste illustraties goed bij de underground cultuur en het rebelse karakter dat zij wilden uitdragen. De komst van diverse modevakbladen als Textilia en Women Wear Daily (WWD) bracht wederom nieuwe mogelijkheden en werk voor mode illustratoren.Via mode illustraties konden veel beter dan met fotografie de sfeerbeelden, de trends in stoffen of de emotie worden verbeeld. Bekende namen zijn Antonio Lopez & Egon Schiele, werkend voor een WWD (1960). Langzaamaan begint men het hoge glamourgehalte van de modefotograaf niet meer als geliefde mode expressie te waarderen. Mode fotografie en met name fotoshoots zijn zeer kostbaar geworden in hun executie. Een heel leger aan stylisten, technici en mode assistenten kosten een vermogen. De mode foto bracht niet meer die treffende en unieke sfeer over die juist zo belangrijk is bij het communiceren van de mode. Dit is opmerkelijk, omdat hetzelfde argument werd aangehaald door Vogue, in de tijd dat de keuze werd gemaakt om af te stappen van illustraties en volledig over te gaan op fotografie.Toen vond men dat juist de illustratoren te veel persoonlijke expressie legden in de afbeeldingen, wat resulteerden in onduidelijke informatie aan haar lezers. Een verklaring voor de terugkeer of herwaardering van de mode illustratie of tekening, kan liggen in de individualisering en commercialisering van de samenleving (Dawber, 2007). Ook de informatie- en visuele overload kan een reden zijn. Om nog op te vallen tussen de vele reclames en editorials, moest een methode gevonden worden die zich duidelijk onderscheidde 138


van de rest en een frisse, vooruitstrevende boodschap overbrengt. Door weer met beelden kunstenaars te werken, kan weer een eigen geluid worden gecommuniceerd. Illustratie is intiem en artistiek (Dawber, 2007). Men is gewend aan beeldentaal. We leven tenslotte in een multimediale maatschappij, waar men wordt overdonderd met beelden en prikkels. Mode illustratie wil het publiek weer langer laten kijken naar een mode weergave en zich onderscheiden van de mode fotografie en haar glamoursettings en dure editorials.

D < I ! ' # & + ! ) 2 2 1 - ( $ * ( ) +! ! ) / ! & + ! D B + ! + + 1 % Mode illustratie is weer actueel en geliefd: ‘[Illustrators] are in the forefront of dictating new trends’ schreef Karen Santy, executive vice president of the Fashion Art Bank onlangs in het voorwoord van 100 years of Fashion Ilustration (2007).Wat en wie zien we nu vooral in de modemedia? In bladen als Wallpaper en WWD zijn de illustraties een eclectisch beeld van verschillende technieken en stijlen. Met name de computertechnologie en haar artistieke software hebben mode illustratie in de 21e eeuw weer opgefrist en leidinggevend gemaakt in het verduidelijken van niewe trends. Handwerk en digitale kunst smelten samen dankzij de illustratieprogramma’s van Adobe. Ook de globalisatie is een reden voor de herwaardering van het handwerk van kunstenaars. De mode laat zich vaak inspireren door andere landen en culturen.

D < I < B ! & + ! , 1 / 7 ( ) + ! " * /! ' # & + ! ) 2 2 1 - ( $ * ( ) +! Illustratoren hebben nu meer vrijheid in het uiten van een persoonlijke visie op de mode. De achtergronden van illustratoren 139


zijn uiteenlopend van graffiti artiest tot beeldend kunstenaar. Kenmerkend voor illustratief werk van nu is de mix van verschillende stijlen en middelen. Het beeld is wederom belangrijker dan de boodschap en de realistische representatie van de mode.Verleiding is belangrijk, net als schoonheid en de prikkeling van zintuigen. De illustraties zijn kunstwerken op zichzelf. Sommige illustratoren zijn zo abstract, dat de link met mode slechts suggestief is. De Zweed Mats Gustafson bijvoorbeeld, een van de meest bewonderde illustratoren van dit moment, laat in zijn werk nauwelijks detail zien. Met een eenvoudige aquarelvlek verbeeldt hij een bontmantel of een elegante jurk. Door zijn abstracte werk is hij veelvuldig te zien in galerieĂŤn en musea over de hele wereld en gerespecteerd door collegae en kunstcritici (Van Dijck, 2005). Vaak worden illustraties gebruikt om het silhouet van een seizoen neer te zetten. Een illustrator kan dat dan net iets extremer aanzetten om die stijl duidelijk te maken. De kunst van het illustreren heeft veel meer raakvlakken met de tekenkunst en de schilderkunst dan voorheen, doordat veel illustratoren tevens autonoom kunstenaar zijn.

D < I < D ! & + ! # > & $ * 7 . ( 5 + " + $ -! "* / ! ' # & + ! ) 2 2 1 - ( $ *( ) + De tijdschriftencultuur is van levensbelang voor in stand houden van mode illustraties. Mede danzij Tyler BrulĂŠ van het magazine Wallpaper*, is mode illustratie weer in de bladen teruggekomen. Ook veel nieuwe tijdschrifttitels als Dazed & Confused, Purple Magazine en het Nederlandse Blend, Dutch, Vice en Glamcult hebben bijgedragen aan de terugkeer van mode illustraties. Deze bladen besteden aandacht aan een breed scala, dus niet alleen mode maar ook design, interieur, kunst en lifestyle, welke vaak 140


resulteren in een samensmelting van kunst, mode en design. Illustratoren werken veel samen met tijdschriften. Dit heet ‘editorial illustration’. Dit zie je nu ook veel terug in modemagazines als ELLE, Cosmopolitan en Glamour. Zij hebben vaak enkele vaste illustratoren voor hen werken, die teksten decoreren met passende illustraties. Illustrators werken ook als commercieel illustrator, dus voor reclamecampagnes bijvoorbeeld, in opdracht van een merk. Met name parfums en andere merklicenties worden artistiek in de markt gezet. Met illustraties onderscheiden zij zich bijvoorbeeld van de veel reclamecampagnes met glamourfoto’s. Naast dat mode ontwerpers vooral zelf schetsen maken van hun ideeën, huren zij toch vaak professionele tekenaars in om hun ideeën te verduidelijken1.

I < ! ' # & + ! ) 2 2 1 - ( $ * ( ) + -! )/! &+! =1/-(%+$+2& Ondanks dat mode-illustratie een rijke geschiedenis kent en veel overeenkomsten heeft met de teken- en schilderkunst, geniet deze kunstvorm echter weinig erkenning in de kunstwereld. Hoe kan dat? Over modefotografie leeft (of leefde) een vergelijkbaar vraagstuk, waar reeds meer over is geschreven dan over mode illustratie. Het is onvolledig om daarom mode illustratie te bespreken zonder het over de mode-fotografie te hebben. Deze twee hebben namelijk veel met elkaar te maken gehad en aan elkaar te danken. De mode fotografie heeft de mode illustratie echter verdrongen begin vorige eeuw, ondanks dat zij gelijke functies hadden. Fotografie is lange tijd dominant geweest in het verbeelden en overbrengen van de mode en heeft zich ontwikkeld tot een eigen kunstgenre. Fotografie behoort dus niet langer tot de ‘toegepaste’ kunst. 141


Modefotografie heeft de modewereld en de kunstwereld nader bij elkaar gebracht en de grenzen doen vervagen tussen kunst en mode.

I < B ! ' # & + ! , #(# 5 $ * , ) + 6! "* /! ( ) 0 & - 7 . $ ) , ( > 1 ; 2 ) 7 *( ) + ! (#(! 5+$+/#''++$&! =1/-(%+$= Rond 1850 werd de fotografie geïntroduceerd. Voor het eerst kon men zichzelf à la minute vastleggen, wat een nieuwe manier van kijken en afbeelden veroorzaakte.Tegen deze nieuwe machinale techniek was het handwerk van de illustratie niet opgewassen. Bovendien konden foto’s ook makkelijker worden afgedrukt. Het Franse modeblad Les Modes was een van de eerste die mode illustraties ging vervangen voor modefoto’s. De mode foto’s uit deze periode zijn nog zo esthetisch en gecontroleerd, dat ze een kopie waren van traditionele mode illustraties (Teunissen, 1992). Geleidelijk aan is begin 20e eeuw de mode fotografie buiten de studio getreden en in de buitenlucht op locatie gaan schieten. Dit leverde heel andere beelden op dan in een studio. In deze modefoto’s wil men nu de spontaniteit van beweging, het toeval in gelaatsuitdrukkingen en het vluchtige moment proberen te grijpen. Met de komst van de fotografie is niet de mode illustratie uitgeroeid, maar wel op de achtergrond getreden en onzichtbaar geworden voor publiek. De aandacht voor fotografie als kunstvorm neemt toe en ook de handel in mode- en glamourfoto’s groeit internationaal. Bij de grote veilinghuizen Christie's en Sotheby's werden tijdens de fotografieveilingen de laatste jaren heel wat prijsrecords gebroken. Op de fotoveiling van veilinghuis Christie's in Londen werd in mei 2005 ruim 73.000 euro betaald voor een foto van de in 2004 overleden modefotograaf Richard Avedon. Op diezelfde 142


veiling bracht een foto van Irving Penn ruim 52.000 euro op. Het was een coverbeeld dat Penn in 1950 maakte voor Vogue. Werk van minder beroemde fotografen kent beduidend lagere prijzen, maar worden verzameld door liefhebbers. De waardevastheid van zo'n kunstwerk lijkt minder belangrijk te zijn dan het gevoel dat een werk opwekt bij de kopers. Barbara Jonckheer, fotografie-expert bij Sotheby's in Amsterdam, nam in 2000 het initiatief voor een fotoveiling, omdat zij merkte dat er in de Nederlandse kunstmarkt interesse was voor fotografie. Modefotograaf Paul Huf doet het bijvoorbeeld heel goed in de Nederlandse kunsthandel. En hedendaagse fotografen als Rineke Dijkstra en Inez van Lamsweerde zijn zeer beroemd in het buitenland. ‘Voor hun werk worden flinke prijzen betaald,' zegt Jonckheer. Van Lamsweerde publiceerde veel in modetijdschriften als Vogue en Vanity Fair en in internationale kunsttijdschriften. Werk van Van Lamsweerde is aangekocht door het Londense Victoria & Albert Museum. In Nederland werd fotografie lang gezien als een reproductiemiddel. Pas begin twintigste eeuw werd in Nederland geëxperimenteerd met fotografie. Het heeft lang geduurd voordat de fotografie tot de beeldende kunsten werd gerekend. Dankzij de komst van het Huis Marseille, het Fotomuseum Amsterdam FOAM en het Nederlands Fotomuseum Rotterdam heeft fotografie een basis gevonden om zich te vestigen als kunstvorm. Ook de modefotografie is tegenwoordig meer geaccepteerd door de kunstwereld. Dat heeft lang geduurd, omdat men het idee raar vond dat een afbeelding is gebruikt voor publicatie.Volgens Van Leeuwen moeten potentiële kopers eraan wennen om glamourfotografie te zien als een object dat ze aan de muur kunnen hangen. 'Het werk van modefotografen is weliswaar in opdracht gemaakt, maar is vaak zo mooi dat klanten er graag een originele afdruk van in huis willen hebben.' En niet alleen klanten, maar ook gerenommeerde kunstgalerieën en musea richten regelmatig tentoonstellingen in over 143


mode- en glamourfotografie. De prestigieuze National Portrait Gallery in Londen kwam in 2002 met een overzichtstentoonstelling van glamourfotograaf Mario Testino. En de eigenzinnige kunstgalerie White Cube in Londen verkocht al na één dag het getoonde werk van modefotograaf Steven Meisel. Galerie Wouter van Leeuwen in Amsterdam verkocht werk van glamour- en modefotografen zoals Arthur Elgort en Ellen von Umwerth. Echter, het is lastig bij fotografie om de waardevastheid te garanderen. Fotografie is reproduceerbaar. ‘Als iemand een kunstwerk in huis haalt, wil hij vaak iets unieks. En dat is fotografie per definitie niet. Er is een negatief, en van dat negatief kunnen eindeloos veel afdrukken worden gemaakt. De digitale techniek maakt reproduceren nu nog makkelijker’. Aldus Van Leeuwen in een interview met Elsevier in 2005. Zou de populariteit en erkenning van fotografie en mode fotografie in de kunstwereld niet ook kunnen opgaan voor de toegepaste kunstvorm van de mode illustratie? Potentiële kopers van kunstwerken hechten veel waarde aan de authenticiteit van een kunstwerk en haar oplage aantal. Daar hangt namelijk de waarde van een kunstwerk grotendeel vanaf. Een mode illustratie is in eerste instantie handwerk. Het aantal exposities en tentoonstellingen in galerieën neemt de laatste jaren toe. De kusntwereld is zich meer gaan interesseren in deze vorm van mode expressie. In 2006 werd tijdens de Amsterdam International Fashion Week de overzichtstentoonstelling How do you do? Deconstructing Illustration gehouden.Werk van 42 van nationaal en internationale mode illustrators was hier voor het eerst te zien. In India werd een collectieve expositie gehouden, genaamd Traits Très Mode, in Londen een solo expositie van het werk van David Downton (Couture Voyeur) en de tentoonstelling God of Illustration in Hamburg, geweidt aan het werk van Jasper Goodall.

144


O < ! ' # & + ! ) 2 2 1 - ( $ * ( ) + 6 ! ) -! ' # & + ! ) 2 2 1 - ( $ *( ) + ! = 1 / - ( K Mensen hebben een relatie met kunst gekregen die onderdeel is geworden van de cyclus van de hyperconsumptie van mode en belevenis. (Lipovetsky, 2003). Mensen gedragen zich vrijer en meer individualistisch. Het individualisme is kenmerkend voor het begin van de 21e eeuw. Men wijst de gevestigde kunsten af, omdat men zoekt naar zijn eigen smaak en gevoel voor kunst. Kunstpubliek kijkt niet zozeer naar de meerwaarde van een werk, maar naar wat het werk bij hem/haar oproept. Dit noemt Gilles Lipovetsky ‘fashion logic’: alles is ‘mode’ geworden. Dit betekent dat alles tegenwoordig mooi moet zijn, esthetisch, doen verleiden of doen schokkeren. Alles moet een emotionele beleving zijn. We leven daarom volgens Lipovetsky in het tijdperk van ‘Total Fashion’. Vervolgens is het voor mensen belangrijk dat zij de maker van een werk denken te kennen of het werk herkennen via de massamedia. Dit fenomeen heet in de psychologie een parasociale relatie: men denkt een relatie te hebben met de artiest of het werk, puur op basis van gevoel en op basis van de informatie die zij inwinnen uit de media. Vaak is deze relatie gefocust op beroemdheden uit de glamourwereld van film, mode of muziek. Een derde kenmerk hoe mensen ten opzichte van kunst staan, is dat zij zoeken naar een werk dat een decoratieve functie heeft. Het werk moet passen in de huiselijke omgeving, bijvoorbeeld bij de bank. Iedereen wil zich onderscheiden van wat anderen doen. Mensen willen een eigen wereld samenstellen en inrichten, afgaande op zijn/haar persoonlijke smaak. Dit consumentengedrag verklaart bijvoorbeeld de populariteit van vintage design of kleding, Ikea, rommelmarkten en digitale marktplaatsen. Men wil graag snuffelen en een eigen invloed hebben op wat hij/zij mooi vind. Lipovetsky concludeert ‘the age of hyper-modern fashion is not just image, spectacle and superficiality in generalised 145


interactive confinement. It also encourages new forms of social relationships, self-reflection and emotional expression.’ (Lipotetsky, 2003, p. 88). Het is volgens hem de hoogste tijd dat mode niet langer gedemoniseerd moet worden als iets oppervlakkigs of vluchtigs. Ik ben het daarmee eens. De kunststroming die nu heerst, is sterk beïnvloed door de mode industrie, wat niet erg is. Verleiding is het kernwoord van deze tijd en geeft daarmee de stijl of stroming aan welke de kunstwereld momenteel volgt. Een stijlbeweging die erg doet lijken op de huidige tijd is het ‘Art Deco’ tijdperk (1920-1939), waar met name de toegepaste kunst een grote rol speelde. De beweging was een mix van verschillende stijl- en kunststromingen uit het eerste decennia van de 20e eeuw. Zowel architectuur, grafische, industriële en interieurontwerp alswel de beeldende kunst en modevormgeving hingen de Art Deco-stijl aan. Alles werd mooier en fraaier afgewerkt of aangevuld met decoraties en accessoires. Ook in de 21e eeuw zien we een aanhang van eclecticisme in de kunst- en modewereld. Kunstenaars en modeontwerpers zijn op zoek naar artistieke vernieuwing. Dit onderkent ook Martin Dawner, de auteur van het Big Book of Fashion Illustration. Hij schrijft in zijn introductie dat mode nooit de notie van ‘normaal of gewoon te zijn’ heeft willen ondersteunen. De functie van mode is om innovatief en revolutionair te zijn. Dus waarom zouden haar grafische representaties verandering tegenhouden en niet meegaan met haar tijd? Mode illustratie is nooit enkel een precieze weergave van een kledingstuk of een merk. Het is ook de maker van de illustratie die mode naar een hoger niveau doet tillen. Mode illustrators zijn vaak early adaptors van nieuwe technologieën.Vandaar dat momenteel veel computertechnologie wordt gebruikt om de illustraties te vernieuwen. Maar net als met kunst, is het nog altijd de maker van het werk die bepaalt,tot waar zijn/haar creativiteit en verbeeldingscapaciteiten ophouden, ongeacht welke technieken en materialen hij/zij gebruikt. 146


Martin Dawber vraagt zich in zijn slotwoord af of de term ‘mode illustrator’ nog wel de lading dekt van de illustratoren van vandaag, omdat zij uit vele kunstrichtingen komen en allen een andere stijl aanhangen in het weergeven van de mode. Hij pleit voor de term ‘fashion artist’, oftewel die van ‘mode kunstenaar’. Samenvattend vervullen toegepaste kunsten, waartoe ook illustratie behoort, een belangrijke rol in de samensmelting van kunst en mode. Een authentieke illustratie, dus niet de reproductie, heeft dezelfde intrinsieke kunstwaarde als andere hedendaagse kunstwerken. Mode fotografie lijkt verder te zijn in het proces om erkend te worden door kunstcritici. Het grootste argument waarom mode illustratie en mode fotografie niet als kunst met een grote K worden genoemd, is dat zij in opdracht van de mode industrie zijn vervaardigd en niet uit de ‘vrije geest’van de maker.

Buiten beschouwing heb ik de mode ontwerpers gelaten, ondanks dat zij belangrijke bijdrage leveren aan de verbeelding van de mode met hun tekeningen, schetsen en collages.Veel van het werk van mode ontwerpers is ook niet geschikt of bedoelt ter publicatie, enkel in dienst van het realiseren van hun collecties.

10

147


Laura Laine, 2009

148

George Barbier, ca. 1920

Paula Sanz Caballero, 2007


2 ! ) !( ! + ! $ ! * !( ! 1 ! 1 ! $ ! 2 ! ) ! 0 ! - !( ! 6 Teunissen, J. (1992). Mode in beweging — van modeprent tot modejournaal. Amsterdam: FNM. Camps, H. ‘De mode is een liefde die nooit overgaat’. Elsevier, 02/08/09 (p.28). Lipovetsky, G. (2008). Kunst en esthetiek in de modemaatschappij. In J. Teunissen & J. Brandt (reds.), De Macht van Mode: over vorm en betekenis. Arnhem: Terra & ArtEZ Press. Dawber, M. (2007). Big book of fashion illustration: a world sourcebook of contemporary illustration. London: Anova Books. Dijck, R.Van. ‘Investeren in modefotos, maar hoe?’. Elsevier Thema, September 2005, pp. 108-112. Blackman, C. (2007). 100 Years of Fashion Illustration. Londen: Laurence King. Troy, N.J. (2004). Couture Culture: a study of modern art and fashion. New York: MIT Express.

149


150


! T;+/!)=!&)(K! ($*/-,#$'+$+/!! "##$!(.+*(+$U

Voor mijn toenmalige bijbaan in het Muziektheater te Amsterdam nam ik enkele keren per week een andere identiteit aan: van ‘theatermedewerker’. In plaats van een strakke spijkerbroek met laarsjes, leren jas en wijd t-shirt, kleedde ik mij netjes in het stijve donkerblauwe uniform met roklengte tot over de knie, donkerblauwe panty, lange mouwen en een hoge boothals. Het haar vast, de sieraden af en je eigen schoenen in de kast. Als je de kleedkamer uitkwam, transformeerde je vanzelf in een ander mens. Wat voelde dat raar de eerste keer. ‘Dit ben ik toch helemaal niet?’, dacht ik en bekeek mezelf van top tot teen in een van de grote spiegels van het Muziektheater. Deze identiteitswisseling, van een individuele naar een collectieve identiteit, heb ik willen verbeelden met een fotoreportage van mijn toenmalige collega’s. In hun werkkleding kijken zij naar zichzelf in de spiegel en zien hun ware ik in plaats van een theatermedewerker. Voor het publiek zij wij een groep dat bij elkaar hoort. Maar als je in de spiegel kijkt, zie je dat wij een collectie individuen zijn. 151

Fotoreportage, Visuele Journalistiek — oktober 2008

!


Afbeeldingen: Tierry, Myrthe en Ilonka in transformatie.

152


153


154


! &+!5+2**5&.+)&!! "*/!&+!4)7.(;*$+! 4+2,6!.#+!0+!5+4)+/! %)2(!%#$&+/3! 7$+A+$!0+!4+2,< Erving Goffman schreef in 1956 het boek The presentation of Self in everyday life, waar hij beschrijft hoe mensen hun zelfbeeld stileren naar de gewenste situatie overeenkomt met theaterspel. Wanneer een acteur het toneel betreedt, trekt hij een gewenste façade op en ziet het publiek wie zij willen zien. Goffman noemt deze stadia van zelfpresentatie de ‘Front Stage’. Zodra de acteur van het toneel stapt, komt hij achter de schermen, oftwele de ‘Back Stage’. Alles dat zich buiten het theater bevindt wordt ‘Off Stage’ genoemd. In de eerste versie van onszelf presenteren wij een geidealiseerd beeld: we maken ons op, spelen onze rol, lachen naar de camera, realiserend dat we worden bekeken en beoordeeld. We zijn op het podium. De tweede fase, de ‘Back Stage’, gaat over de achterkant van ons zelf en de rol die wij spelen. Wij zijn ons achter de schermen aan het voorbereiden om ‘On Stage’ te gaan of halen even adem omdat we weer onszelf kunnen zijn nadat we de rol hebben gespeeld die van ons werd verwacht. De ‘Off Stage’ kan je zien als de vrije zone, de plek en ruimte waar je bezig bent 155

Visuele Comminicatie – februari 2009

!


met de dagelijkse dingen, zonder een rol te spelen die van je wordt verwacht. Ik heb zelf een vierde fase toegevoegd aan deze drie podia of rollenspelen, die ik de ‘Ont Front’ fase noem. Soms vergeten we dat we een bepaalde rol moeten vervullen of een omgeving bepaalde verwachtingen van ons heeft: hoe je je hoort te gedragen. Een mens kan kort of lang ontsporen en zijn ‘zelf’ kwijtraken, of gewoon niet langer willen voldoen aan de verwachtingspatronen van een samenleving, een groep, een omgeving waar hij of zij bij hoort. Wanneer je tegen de verwachtingen van anderen – of van jezelf – ingaat en je jezelf distantieert, zit je in de Ont Front fase, waar alle schijn en conventies wegvallen. Dit klinkt allemaal wat psychologisch, maar deze fasen zijn meer dan eens van toepassing op het kleedgedrag van mensen, op de constructie van identiteit, op de modewereld en met name bij mensen die een publieke functie vervullen, zoals beroemdheden. De mode presenteert bijvoorbeeld op de catwalk een geidealiseerd schoonheidsbeeld of een ingenieuze creatie, die tot leven komt op het lichaam van een model. Na het moment van prestatie, wordt de creatie opgeborgen, het model weer afgeschminkt, etc. Een voorbeeld van een Ontfront fase is wanneer een persoon zich niet langer kan identificeren met een groep, een modebeeld of met de ideeën van bijvoorbeeld ‘mannelijkheid’ of ‘vrouwelijkheid’. In de mode wordt meer dan eens gebroken met gebruiken, met regels, met sekse, etc. Kortom, we bestaan uit meerdere lagen, identiteiten met bijpassende rollen en patronen. Welke rol speel jij? Bovenstaande fasen zijn in diverse beeldexperimenten tot uitdrukking gebracht en toegelicht met korte tekstfragmenten.

156


Tekst: ‘People have many layers and personalities; which one we see isn’t always the true version of the self, but ideal version the person preferes to play on the stage he or she is on’.

157


158


Hoe zal de man er komend voorjaar uitzien met de koude financiĂŤle winterdepressie nog fris in de gelederen? Vertoont hij sporen van rode cijfers of doet hij alsof zijn neus bloed? Een klassieke moderegel luidt, hoe slechter het met de economie gaat, hoe minder de mode dat zal erkennen. Gaat het economisch voor de wind, dan waait de introverte en sobere wind door de kledingkasten. Maar bij economische tegenwind slaat het mode-roer om naar extrovert en overdaad. Met kleding kan je juist in mindere tijden laten zien dat het met jou goed gaat. Realiteit of schijn. Onder mannen lijkt deze moderegel op te gaan komend voorjaar. Was voorheen het mannelijke modebeeld nog casual, comfortabel en informeel, nu is het traditionele herenpak met overhemd terug van nooit weggeweest, herontdekt, opnieuw gewaardeerd door modieus Nederland. Nee, niet dat degelijk, donker en eenzijdige pak uit vaders tijd, echter fris, modern, eigenwijs. En self-customized als het even kan. Hier zijn Nederlandse mannen echt mee in hun nopjes. 159

Trend-raportage mannenmode s/s 2009

! "*/!++/!7$)-)-!)-!5++/! ->##$!(+!;+=+//+/3! *2-!0)0!&*(!%)2(<! ($+/&-!'*//+/'#&+! DEEF!2+/(+V4#'+$ !


Er heerst een opmars van mass customization services op de Nederlandse markt om het pak en overhemd zelf samen te kunnen stellen. Mannenkleding gaat de zogenaamde NikeID-symptomen vertonen (de sportschoen die naar gelieve in elke samenstelling en kleur kan worden besteld via internet). “Meneer, wat voor stiksel, knoopje, boordkraag, of manchet had u gewenst voor uw overhemd? En wilt u de manchet in een andere dessin dan het shirt? Getailleerd en cutaway? En welk levensmotto mag ik in uw kraag borduren?” Het kan allemaal bij Nederlandse entrepreneurs als Shirby, The Art of Camouflage en Shirt-By-Hand. Mannen kunnen via hun websites uren pijnzen over hun ideale shirt. Ook het maatpak kan in elk gewenste kleur, stof en snit worden besteld bij de vestigingen van Possen en Suit-Supply. Is dit allemaal te omslachtig, te tijdrovend of wil jij je onderscheiden van deze bereikbare en acceptabele maatpakkelarij? Dan biedt de mannenmode dit voorjaar tevens een crisisverhullend aanbod. Een greep uit het NederlandsBelgische aanbod. De voorjaarscollectie 2009 ‘Radiant’ van Francisco van Benthum toont een eigenwijs manbeeld komend voorjaar. Geïnspireerd op de film “Lawrence of Arabia” bestaat deze collectie uit fijn geweven, lichtgewicht materialen met een Sahara-achtig uiterlijk: stoffig oranje, perzik en zand, luchtblauw, grijs, zwart en wit. High Tech elementen uit de kitesurfing en bergklimsport zijn evenwichtig gefuseerd met de vakkundig gesneden colberts en openvallende pantalons, nu te koop in de onofficieel geopende winkel 'NL=New Luxury' in de Amsterdamse Jacob Obrechtstraat. Hans Ubbinks doet het internationaal en nationaal goed. Zijn voorjaarscollectie 2009 ‘Art Rocks’ neemt de mannenmode mee naar de rokerige cafés van de Parijse kunstwereld: veel volume en vorm is aangebracht aan het herenpak. Ubbink wil moderne elegantie herdefiniëren in een meer intellectueel modern manbeeld. 160


Hans Ubbink

161 Francisco van Benthum


Viktor & Rolf

162 Dries van Noten


Dries van Noten

Dries van Noten noemt zijn recentste collectie ‘dapper, maar niet dandy-achtig’. De kleding heeft niet zozeer iets voor het oog wat opmerkelijk is, als wel als je de kleding aanraakt: bijzonder, sterk en licht.Toch ziet het oog de bijzondere lichtval op de nachtblauwe stoffen en pyjama-achtige motieven. Juist door zijn stofkeuze is dit pak een persoonlijkheid op zichzelf. Tot slot heeft het label van Victor & Rolf een leuk aanbod dit voorjaar voor de man die niet een groot fan is van de strak gesneden pakken.V&R komen dit voorjaar met opvallend ruimvallende pantalons, die wat weg hebben van de baggy pants van de straatjeugd. Hun mannenpakken hebben een duidelijke boodschap: wees uniek en doe ‘anders-anders’. Het silhouet is lichtvoetig en ludiek, edoch van hoge kwaliteit. De heren zouden het zelf zo dragen. Het devies luidt in modeland: spendeer je geld niet aan méér kleding, maar aan mínder kleding met een langere levensduur en persoonlijke stijl. Mannen willen in economisch onzekere tijden dan wel serieus genomen worden, zekerheid en kracht uitstralen, maar niet hun verworven postmoderne mannelijkheid daarvoor opgeven. De mannelijke consument wil graag controle houden op wat hij draagt. Hij wil er zijn gevoel in terug zien en een belevenis rijker zijn. En dat de man controle heeft kunnen uitvoeren op zijn eigen pak, bevordert zijn wil om in 2009 er vol tegenaan te gaan.

Viktor & Rolf

Foto’s uit de Voorjaarcollecties 2009 van Hans Ubbink,Viktor & Rolf, Francisco van Benthum en Dries van Noten.

163


164


! BE!0**$!=2*"+$-! M!"*/!+/5+2+/

! Modeontwerpers Niels Klavers (1967) en Astrid van Engelen (1970) zijn hard op weg onze nieuwe “Neerlands trots” te worden. Onder het label Klavers Van Engelen vormen zij een krachtige twee-eenheid. Met hun bol uitstaande tops en broeken, geplooide jurken en jassen, transparante leggings en gemouleerde en gedrapeerde decoraties veroveren zij menig mode hart. Hun atelier bevindt zich in het World Fashion Center in Amsterdam Slotervaart. Het duo heeft het zeer druk: de show voor het najaar ’09/’10 in Milaan staat voor de deur en voor het Zuiderzeemuseum hebben zij een speciale mode-installatie opgeleverd. Terwijl hun assistenten en stagiaires in het atelier doorgaan, hebben zij toch even tijd voor dit interview.

. + ( ! ; + . * 2 + / ! " * / ! & + ! ( # >! Showen in Parijs en Milaan is slechts voor de happy few. Mode ontwerpers moeten een enorm doorzettingsvermogen hebben 165

Interview met modeduo Klavers en Van Engelen, voor publicatie jaarboek fd&s 2009:

"*/!7#/7+>(1++2! /**$!-+8J!7#1(1$+


om zich staande te kunnen en te wíllen houden in de internationale modewereld. Niels Klavers: ‘Je moet er echt van houden. Enerzijds is het een heel zwaar beroep om elk half jaar weer vernieuwend, anders, of whatever te zijn, maar anderzijds is dat ook wat je wilt als mode ontwerper. Mode is snel neerzetten, dat houdt het spannend’. Tien jaar geleden werkte het tweetal vijf jaar in Parijs. Inmiddels heeft Milaan de voorkeur gekregen. In een interview met Fashion United in 2007 vertelde Van Engelen waarom: “We gingen mee met de stroom. Het ging best goed. Maar na 11 september [2001, red.] werd het moeilijker. De verkoop liep terug en een financier ontbrak. Vandaar dat we ons label toen in de koelkast hebben gezet.” In 2007 heroverwogen zij hun strategie en visie en keerden sterk terug met hun label Klavers Van Engelen. Enkele maanden later wonnen zij de eerste editie van de Mercedes-Benz Dutch Fashion Awards. De jury was unaniem. ‘Het grote voordeel om een ontwerpersduo te zijn is dat je constant kan reflecteren en het juist fijn kan zijn als je niet op dezelfde lijn zit. Je houdt elkaar wakker, anders blijf je heel erg in je eigen wereld zitten’. In eigen land groeit hun naam, want de Nederlandse media besteedt terecht veel meer aandacht aan de Nederlandse mode: er is hier immers veel gaande op het modegebied.

/ + & + $ 2 * / & - ! ' # & + : (* 2 + / ( ! ) / ! ' ) 2 * * / In maart 2009 presenteren Klavers en Van Engelen voor de derde keer in Milaan op uitnodiging van het Italiaanse White Club hun najaarscollectie ’09/’10 tijdens Fashion Week.

166


167

Niels Klavers en Astrid van Engelen


168


‘We zijn voor deze collectie eigenlijk begonnen met het idee van olie op water. Dat vloeit heel langzaam.Wij zijn heel erg bezig met vloeiende lijnen en organische vormen. We proberen een gevoel, een emotie erbij te krijgen. Dat is ook wat je in deze najaarscollectie terug ziet. Daarnaast hebben we vanuit de olievlek het kleurenbeeld voor deze collectie bepaald. Olie heeft hele mooie kleuren, als een regenboog. Die vloeien langzaam door elkaar op het wateroppervlakte’. In Milaan gelden strenge regels en op eigen houtje krijg je daar weinig voor elkaar. Daarom helpt onder meer de Italiaanse non-profit organisatie White Club jong modetalent uit andere landen een plek te geven tussen grootheden als Gucci, Prada en Dolce & Gabanna en te helpen aan een belangrijk internationaal netwerk van inkopers en financierders. Het bestuur van White bestaat uit grote namen uit de mode industrie: Andreina Longhi (voorzitter), de extravagant uitziende Diane Pernet (talentenscout), Robb Young (mode journalist) en Franca Sozzani (Directeur Vogue Italië). Het succesverhaal van het modeduo Viktor & Rolf heeft er mede voor gezorgd dat Nederlandse mode door internationale modeautoriteiten nauwlettend in de gaten wordt gehouden.

7 # / 7 + > ( 1 + 2 + ! ' # & +! - + 8 J 3 ! " $ # 1 % + 2 ) 0 = ! + /! & $ * * 5 ; * * $ ! ' * = + /! De manier waarop Niels Klavers en Astrid Van Engelen samenwerken, is zeer gevoelsmatig. Zij ontwerpen niet op papier, zoals bij veel mode ontwerpers gebruikelijk is, maar mouleren en draperen liever met de stof direct op de pop. Intuïtie en toeval bepalen het ontwerp.Volume ontstaat en het kledingstuk krijgt iets organisch, alsof de stof om het lichaam heen danst. Het gaat hen om de samensmelting van beweging, kleding en het vrouwelijk lichaam. 169


‘Tien jaar geleden was ons werk nog niet zo vrouwelijk en sexy als nu, maar conceptueel veel strenger.Wij wilden op een gegeven moment weg uit dat conceptuele en meer toegepast denken, kleding maken waar vrouwen blij van worden. Daardoor is het nu een mix van conceptueel en draagbaar. De materiaalkeuze en de manier van snijden hebben ons werk meer elegant en vrouwelijk gemaakt. Wij zijn nu ook intuïtiever, losser geworden dan voorheen. Ons werk is meer open en minder droog. De nadruk ligt dus iets meer op de draagbaarheid van de kleding dan op concept.’ ‘Vlak voor onze comeback [in 2007, red.] hebben we er wel aan gedacht om misschien mannenmode te gaan doen, maar de grenzen waartussen je kunt werken zijn voor mannenmode gewoon veel kleiner.Wij voelen ons gewoon prettig bij vrouwenmode, want hoe je het wendt of keert, je kunt er gewoon even wat meer mee’. ‘Bij mannenmode gaat het meer om het detail en de proportie. Het is veel minimaler. Als je bijvoorbeeld de taille tien centimeter verplaatst ligt dat bij mannenmode veel gevoeliger. Daar wordt een vrouw niet warm of koud van! Vrouwenmode past ook meer bij onze driedimensionale manier van werken’.

# 1 (-)& +: ( .+ : ,* -.) # /: ; #8 Klavers en Van Engelen werken ook buiten de modescène. De wereld van muziek, dans en kunst mengen zich goed met de modewereld, blijkt uit vele geslaagde samenwerkingen. In eigen land hebben zij meegewerkt aan diverse projecten gerelateerd aan andere kunstdisciplines.Voor de concert performance ‘Show me your second face’ van de Japanse pianiste Tomoko Mukaiyama ontwierpen zij een speciale concertjurk, welke tevens het podium en piano bekleedde. Voor ‘Positive Sensations’ van Introdans ontwierpen zij samen met choreografe Katherine Stimson de kostuums voor de dansers, waar 170


lichaamsbeperkingen van de dansers werden vertaald in kostuums van soepel zijde en deels stugge stoffen. Het Nederlands Architectuurinstituut (NAi) vroeg hen mee te werken aan ‘Reality Machines’, een tentoonstelling waar uiteenlopende kunstdisciplines als architectuur, industrieel, grafisch en mode bijeen kwamen. De creaties van Niels Klavers en Astrid Van Engelen zijn daarnaast geliefde objecten in de kunstwereld geworden. Verschillende werken zijn aangekocht door het Centraal Museum Utrecht en geëxposeerd in Engeland, Frankrijk, Zwitserland, Italië, Japan en Taiwan.

5+0**5&! &##$! &+! %)/& Klavers en Van Engelen werkten mee aan de tentoonstelling ‘Gejaagd door de wind’ van het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen. De tentoonstelling geeft een beeld van de grote ideeënrijkdom van de Nederlandse modewereld en hoe die zich verhoudt tot de Nederlandse kledingtraditie. Zij bouwden speciaal voor deze tentoonstelling de mode-installatie ‘Over Boord’. Niels Klavers: ‘Naar aanleiding van onze collectie, welke gebaseerd is op de Hollandse molensteenkraag uit de 16e, 17e eeuw, werden wij gevraagd door gastcuratoren Alexander van Slobbe en Francisco van Benthum om een bijdrage te leveren aan ‘Gejaagd door de Wind’. Wij presenteren vijf outfits, die staan in een tunnel met een soort kolkende zee effect. Het beweegt en het klotst. Lichtontwerper Andre Pronk heeft een speciaal lichtplan gemaakt dat het tunneleffect versterkt. De tentoonstelling draait om Nederland en wij gebruiken veel van haar facetten als inspiratie voor onze collecties, zoals wind, water, lucht, zee. Dat is heel erg Nederland. Dat gevoel wilden wij ook in ‘Over Boord’ verbeelden’. De tentoonstelling loopt tot 22 november 2009.

171


.#22*/&-+! ;+-7.+)&+/.+)& Klavers en Van Engelen zijn nu rond het 40ste levensjaar en volgens henzelf nog lang niet groot genoeg om zich te kunnen meten met hun voorbeeld Martin Margiela en zijn overzichtstentoonstelling in het MoMu: ‘Het is vandaag de dag steeds moeilijker hoor, jezelf op de achtergrond te houden en de collectie zijn werk te laten doen. Margiela vinden wij prettig als voorbeeld, precies omdat hij met zijn werk bezig is en niet van de sterstatus eromheen houdt’. Misschien is dat ook wel een bekende Nederlandse mindstate: jezelf op de achtergrond houden en bescheiden zijn in je voorkomen. Klavers en Van Engelen hebben die mindstate in ieder geval over hun succes: ‘Ja god, wanneer ben je groot genoeg? Dat weet je nooit.We moeten veel groter zijn wil er een boek komen of een overzichtstentoonstelling. Maar als je goed nadenkt, zouden we van al onze collecties best wel een tentoonstelling kunnen maken, ja, dat kunnen we wel!’. Het succes voor Klavers Van Engelen is dichtbij, hoewel de modewereld last zal gaan krijgen van de economische malaise. Hopelijk blijft voor Nederlandse modeontwerpers en haar labels een voorlopig gunstige koers heersen, ook al zijn behaalde resultaten in het verleden geen garantie voor de toekomst. De grote kracht van Klavers Van Engelen is hun grote ervaring met de zakelijke kant van de modewereld. Zij hebben een beter idee gekregen hoe de kosten van een show zich ten opzichte van de verkopen dient te verhouden en hoe je de verkoop op poten moet zetten. Aan startende ontwerpers met de droom een eigen label op te richten geven zij het volgende advies mee: ‘Als je als jonge ontwerper een droom heb om een label te hebben heb ik zoiets van, dat moet je gewoon doen! Want als je te veel stil gaat staan en na gaat denken of het wel verstandig is in deze tijden, dan begin je er nooit aan. Je moet een soort naïviteit hebben en... een enorm doorzettingsvermogen!’. Maar Niels voegt er aan toe 172


dat je wel realistisch moet blijven of je wel iets toevoegt aan alles wat er al is of te bedenken in welke niche je werkzaam wilt zijn. ‘Als iemand vrij confectieachtig werk maakt, waarom daar dan niet voor gaan? Zorg dat die prijs laag blijft. Zorg dat je in een winkel komt te liggen. Je moet jezelf in kunnen schatten, of goed naar mensen luisteren waar je kracht ligt. Reflecteren en je stappen overwegen. Als je kracht ligt bij goede jurkjes maken voor een lage prijs, vooral doen! Vooral doen! Ik snap dat iedereen de droom heeft van te ontwerpen op internationaal niveau, als je kracht daar niet ligt, ja … niet doen dan’. Websites: www.whiteshow.it www.klaversvanengelen.com www.zuiderzeemuseum.nl

173


174


T+"+$J(.)/5!)/!! 2),+!.*-!;+7#'+!! ,*-.)#/U! 5<!2)>#"+(-=J3!DEEW ! In the article “Art and aesthetics in the society, the power of fashion” of the French philosopher and theorist Gilles Lipovetsky (2006), there is an ongoing discussion on the relation between art, fashion and society. Gilles Lipovetsky takes this issue into consideration from an art point of view: He starts off by telling that fashion was a specific sphere of clothing. Today, all subjects for instance press, health, food, games, sport and advertising are involved in fashion. He called it “the age of total fashion” or “hyper-fashion”, what referred in leisure, consumer behavior and communication. Because of this, he said, there is a mass marketing, with result of the new consumer, namely the new mass consumer. The advent of the “hyper-fashion society” has conceded with the unlimited spread of aesthetic seduction.This seduction included visuals, advertising, cosmetic surgery, beauty industry, television etc.This aesthetic seduction-stage managed our lives, what means, Lipovetsky emphasized that fashion has taken a more important role in society, and the boundaries between fashion and art are going to be unconfined. 175

Discussion paper: The relation between Art and Fashion & Gilles Lipovetsky. Words: 754 words, Authors: Marij Rynja & Vivian Sneep

!


Furthermore, Lipovetsky mentioned his vision about the differences between fashion and art. He writes: ‘Fashion is superficial, implies conformity, has a profit goal and is accessible for the masses.Art, otherwise, has no commercial drive, is personal and eternal, and has a deeply meaningful sense’. However, he states that these boundaries still exist, but more in a system of ‘total fashion and seduction’.The boundaries are no longer clear. He clarifies this with a broad variety of examples, like the Guggenheim Museum in Bilbao, Spain.This museum is an example of the way a museum is transformed to a temple of beauty where people come to worship the building, and less the exposition. In the Netherlands, many new museums are designed aesthetically as well, like the museum in Groningen and Eindhoven (see illustrations 1,2&3, pp.4-5). As a result, this clearly turned art into fashion. So, art is tending to become a field devoid of substance, meaning, implications and cultural commitments. This view of art is new. Nowadays, the world of art has the same meaning as fashion, and this turns art again into fashion. In the last part of his article, Gilles Lipovetsky states he that everything in life has become fashion and that fashion is become a key operator in the process of social, aesthetic and individual change. This brings us to the central question: Is this actually true? And, if so, what is our opinion about this? Do we recognize the fashion-rules in our personal culture or country? When you define fashion in an aesthetic way, you can say that aesthetic values are a very dominant factor in our society. One can see this in cars, products, houses, advertising etc. Beauty dominates the eye, and everything has to look nice and tempting. In this context, aesthetics are accessible for different target-groups, different classes and different wallets. 176


This makes fashion an element for the mob and has its effect on different levels. In this context you can say that fashion is influencing every layer in society. Our opinion is twofold: yes and no. Aesthetics and the so-called fashion rules seems to be everywhere around us nowadays. Every product or service has to be beautiful or seductive. Beauty is key and this level of hyper fashion or hyper consumerism is accessible for all kinds of people, like Lipovetsky arguments. Fashion has had a deep impact on society like we know it, partly directed and edited by multi-medias, like magazines, popular television programs, dominated by American shows and series and therefore American aesthetics, and more in general, through our pictorial culture. Maybe its because artists as well are influenced by social changes and, in this case, by the fashion-rules. Hence, commercialism is almost inevitable. Even for the traditional high culture disciplines like art, artist and museums. Artistic conventions are always influenced by the grilles of time, it just have to adopt the fluctuations. The level of ‘taste’ and consumerism are changeable over time. And this decennia it is Fashion that is dominating the art scene, even theater, dance and music are now the latest victims of the fashion industry, but they float well on it! An example of this trend is the cooperation with fashion designers with galleries, dance companies, nightclubs and so on, like fashion designer Bas Kosters (see illustrations 3,5&6, pp.5-6). Just keep in mind, fashion is ‘in fashion’ these days, but tomorrow it can easily be OUT of fashion and something else will dominate the art world.

177


178

The Van Abbenmuseum in Einhoven, the Netherlands.

The Guggenheim Museum in Bilbao, Spain.


The Van Abbenmuseum in Einhoven, the Netherlands.

the Netherlands.

‘Inner World’ — Bas Kosters. Exhibition at Gallery Majke Hüsstege in Eindhoven,

179 The Groninger Museum in Groningen, the Netherlands.

The Guggenheim Museum in Bilbao, Spain.


‘RRRIPP!! Paper Fashion’ — Bas Kosters. Exhibition at Gemeentemuseum Den Haag, The Netherlands.

‘Mediapolis’ — Bas Koster s. Gogbot Festival in Enschede,

The Netherlands.

180


181


182


! ;+J#/&!5$++/ !

* ' , ) ! + / !* $( + 4 ! # $ 5 * / ) - + $ + /! ) / ( + $ / *( ) # / * * 2 ! - J ' > # - ) 1 '! #"+$!'#&+!+/!&11$4**'.+)& Wat maakt design tot goed design? Deze vraag stond centraal bij de derde editie van het internationale mode symposium Beyond Green op 9 november in het World Fashion Centre in Amsterdam. Ruim 700 studenten, docenten en vakmensen uit de mode-industrie waren hierbij aanwezig. Beyond Green is een initiatief van het AMFI-Amsterdam Fashion Institute en ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten (Modelectoraat/Studium generale dAcapo).

)! /! (! $! #! &! 1! 7! (! )! + ‘Wat fantastisch dat jullie in zulke getale zijn gekomen’ opent Liesbeth ’t Hout, directeur AMFI, het symposium. ‘Jullie zijn de toekomst, besef dat jullie de wereld kunnen veranderen door een goed gevoel te ontwikkelen voor duurzaamheid.’ AMFI en ArtEZ 183


maken zich samen al een aantal jaren sterk om in een vroeg stadium studenten en docenten van mode- en designopleidingen in Nederland te scholen in duurzaam denken en groen produceren. Het symposium bood diverse lezingen van uiteenlopende sprekers. Bezoekers kregen lezingen over innovaties in materiaal, lichtgewicht design, slow fashion en het optimaliseren van het ontwerp- en productieproces. De lezingen werden afgewisseld met korte interviews op film. Tijdens de pauzes hadden bezoekers de tijd om met elkaar van gedachten te wisselen of om zich te laten informeren in de expositieruimte door modeontwerpers, merken, fondsen, softwarefabrikanten en andere groendoeners op het gebied van mode en design.

- 2 # % ! & + - ) 5 / ! L ! + 7 #! & + - ) 5 / ! L ! - ' * $( ! & + - ) 5 / ! X! ; + J# / & ! 5 $ + + / ! ( . ) / = ) / 5 Productontwerpers, en dus ook modeontwerpers, hebben invloed op hoe zij hun product op de markt zetten: snel, langzaam, duur, goedkoop, etc. Hierbij kunnen zij het verschil maken tussen goed en fout. Wil je een verantwoord, goed ontwerp maken of niet? Volgens Beyond Green betekent een goed ontwerp dat deze een innovatieve kijk op duurzaamheid belichaamt. Design that makes a difference zou je kunnen zeggen. Zonder een open mind zal innovatie ver weg blijven, weet David Shah, moderator van Beyond Green. ‘Stap uit je comfort zone, denk out-of-the-box en durf te denken in onmogelijke ideeën’, drukt hij de studenten op het modehart. De sprekers van het symposium zijn rolmodellen van het ‘anders denken’ principe. Elke gastspreker is aanhanger van een andere ideologie van goed design. Zo zijn Kate Fletcher en Carolyn Strauss fervente aanhangers van de Slow Design beweging. Adriaan Beukers en David Shah pleiten voor Smart Design en Mark Lui is de 184


belichaming van Eco Design. Als intermezzo tussen de sprekers werd een video getoond van slow fashion ontwerpster Monique van Heist en Nannet van der Kleijn van AMFI over het Detox tijdperk.

- ' * $ ( !

& + - ) 5 /

Slim, intelligent, technologisch design. De wetenschap kan een hoop doen om ook in de mode- industrie oplossingen te vinden voor efficiënter, schoner en dus beter design. Met name op het gebied van textiel kunnen innovatieve oplossingen voor groene mode worden bedacht. Denk hierbij aan lichtgewicht materiaal of zelfreinigend textiel. Tijdens de lezingen van David Shah en Adriaan Beukers wordt dan ook benadrukt dat modeontwerpers meer in dialoog moeten gaan met wetenschappers. ‘Science and Fashion should be in one and the same building’, zeggen beide heren. D AV I D S H A H — The Wheel of Sustainability David Shah (trendwatcher, redacteur Textile View Magazine, modeontwerper, gastdocent ArtEZ) is ieder jaar weer een wervelwind van woorden en energie. Zijn visies zijn zowel herkenbaar als absurd, maar dat is juist wat mensen wakker doet schudden.Als je niet in termen van onzin en onmogelijkheden kan denken, zal je vast blijven zitten in vaste denk- en ontwerppatronen, is zijn mening. Wil je deze doorbreken, ‘think of the impossible’. David Shah weet de studenten aan het lachen te krijgen, te verbazen en vooral te inspireren: ‘Marry a bloody scientist, they are the new sex symbols!’. Oftewel, wees slim, flirt en benader wetenschappers om samen in modevormgeving het onmogelijke mogelijk te maken. P RO F. I R . A D R I A A N B E U K E R S — Light Weight ‘Wisten jullie dat een product dat 1 kilo weegt, 500 kilo aan brandstof heeft gekost?’ Adriaan Beukers is hoogleraar bij de Faculteit voor Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek aan de Technische 185


Universiteit Delft. ‘Wat heeft dit met mode te maken?’ zag je studenten denken.Volgens Beukers zijn er zeker overeenkomsten tussen zijn vakgebied en mode. ‘Een kledingstuk is voor mij als een lopende constructie, zoals ook een gebouw of het omhulsel van een vliegobject een constructie is.’ Een lichte paniek brak uit bij het zien van natuurkundige rekenformules. Beukers was gevraagd voor Beyond Green omdat hij de mogelijkheden onderzoekt van duurzame materialen, lichtgewicht structuren en productiemethoden. Met het oog op vervuiling door brandstof valt op gewichtreductie veel te winnen, weet hij: ‘Bereik met een minimum aan materiaal en energie een maximale prestatie’. Hij sloot zijn lezing af met het advies dat modeontwerpers en wetenschappers samen moeten werken aan technologische oplossingen voor meer efficiëntie en duurzaamheid in textiel en modevormgeving.

- 2 # % !

& + - ) 5 /

Momenteel groeit onder modeontwerpers het protest tegen de hoge druk en de waanzinnige snelheid van het huidige modesysteem. In Nederland is modeontwerpster Monique van Heist een aanhanger van de Slow Design beweging. Op het symposium spraken Kate Fletcher uit Engeland en Carolyn Strauss uit Amerika over Slow Fashion en Slow Design. Hetzelfde geldt voor het consumeren van kleding. Kunnen mensen niet langer met een kledingstuk doen? Slow Design is ook een tegenreactie op de Fast Fashion van H&M, Zara en andere massa confectiebedrijven die inspelen op de wegwerpconsument.Als kleding goed geproduceerd en ontworpen is, zou de consument moeten inzien dat hij of zij dit product moet koesteren in plaats van kortstondig dragen. K AT E F L E T C H E R — Fashion for Sustainability Schetste David Shah eerder met grote gebaren en superlatieven de toekomst van mode, Kate Fletcher houdt het liever 186


op een meer fragiele en kleinschalige aanpak. Zij benaderde alles vanuit een lokaal standpunt. De uit Liverpool afkomstige Kate Fletcher is inmiddels de wereld aan het veroveren met haar kijk op mode. Zij is duurzaam modeontwerpster, consultant voor Marks&Spencer en auteur. ‘It’s because of the pressure of trends that short term thinking is dominant’. Het is niet voldoende om in termen van ‘Re-‘ te denken: ‘Re-use, Re-duce, Re-cycle’. Consumptie, zegt Fletcher, blijft de kern van het probleem. Dat is de rotte appel. Maar mode moet niet bestreden worden, integendeel: ‘Fashion is a key element in our culture. It gives us pleasure in life.’ Volgens Fletcher is het grootste probleem dat wij op dezelfde oude plekken zoeken naar oplossingen en op dezelfde oude manieren denken. Onze perceptie over groene mode moet dus veranderen. Niet ‘wat’ maar ‘hoe’. Zij begon haar missie door negen jaar een truitje te dragen zonder het te wassen. Ook heeft zij lange tijd een waslogboek bijgehouden. Zij noteerde wat ze in de wasmachine stopte en waarom: het stonk, zweet, gemorst, etc. Zij vond hier andere oplossingen dan het wassen van kleding.Tot slot gaf zij bezoekers mee dat vele kleine initiatieven samen een groot gebaar kunnen maken. Een kleine verandering kan het begin zijn van een kettingreactie. C A R O LY N F. S T R A U S S — Slow Design-Slow Fashion ‘Design is a huge responsibility. How many of you want to become a designer?’ Een aantal handen gingen twijfelend de lucht in. Carolyn Strauss is een pionier op het gebied van ‘slow fashion thinking’. SlowLab is haar laboratorium, waar zij werkt aan creatief activisme. Zij komt dan ook over als een fanatieke milieu activist, of een idealist van haar gedachtegoed. Zelfverzekerdheid vertelt zij over SlowLab en hoe de hedendaagse snelheid ons loskoppelt van gemeenschappen, onze ware identiteiten en emotionele investeringen. Strauss hoopt dat designers deze koppelingen weer terug kunnen brengen via ‘slowing design down’: ‘Slow down, take distance, look, and listen’. 187


+ 7 # !

& + - ) 5 /

Tot slot kan groene mode ook ecologisch zijn. Ecologisch design staat voor spaarzaamheid, zuinigheid en efficiëntie. Een goed design zorgt dat het zo min mogelijk milieubelastende sporen achterlaat. M A R K L U I — Zero Waste ‘15 percent of a fabric is wasted in the pattern cutting process’ vertelt de uit Australië ingevlogen spreker Mark Lui. De textielontwerper heeft van dit gegeven zijn werk gemaakt. Hij bedenkt allerlei manieren om nul procent textiel te verliezen tijdens het snijden van patronen. Als afstudeerproject ontwierp hij jurken die met slim patroonontwerp modevormgeving een nieuw uiterlijk heeft gegeven. De jurken zijn zonder naaimachine in elkaar gezet, doordat de randen van de patronen als puzzelstukken in elkaar vallen. Vroeger was textiel zeer kostbaar. Daarom bedacht men ook allerlei manieren om zo min mogelijk stof te verspillen. Japanse Kimono’s waren bijvoorbeeld zo kostbaar dat er geen schaar aan te pas kwam. Door complexe vouwtechnieken verkregen deze hun vorm. Mark Lui bleek een populaire spreker. Hij vertelde op een energieke en fanatieke wijze over zijn uitvindingen: ‘Play with your patterns, throw yourself out of your comfort zone.Why would you need a sewing machine? Cause maybe this is old fashioned. Think about that. Take risks, be crazy! Explore how can you do more with less effort. Explore new ways of design’. En als een echte revolutionist riep hij tot slot: ‘The system is broken, reinvent the system!’. Nannet van der Kleijn (adjunct directeur AMFI) sloot aan bij het gedachtegoed van Mark Lui. In een kort filmfragment van Premsela vertelt zij dat de samenleving verkeert in een collectieve ‘ontgif’ fase. Zij noemt dit het Detox Tijdperk. Door overproductie komen mens en milieu overvol te raken. In het AMFI curriculum worden studenten gestimuleerd een mening te vormen hoe hiermee om te gaan. Zij zijn tenslotte 188


de toekomst. In de film zegt Van der Kleijn: ‘Sustainability is an empty word. So, make it personal and meaningful.’

%*( !"# / & + / ! & + ! - ( 1 & + / ( + /! "* / ! ; + J# / & ! 5 $ + + / ! D E E F K Het symposium is in het leven geroepen om studenten en docenten uit het hoger onderwijs te informeren en te stimuleren een visie te ontwikkelen op hun professionele verantwoordelijkheid, die verder gaat dan ‘groen’ als modetrend. De kledingindustrie heeft een aanzienlijk aandeel in het vervuilen van het milieu en de mens. Het is dan ook zeer belangrijk dat al in een vroeg stadium respect voor mens en milieu bij de besluitmakers van de toekomst wordt bijgebracht: de studenten. Zijn zij inderdaad anders gaan denken, na het horen van de lezingen? Fashion & Branding studenten van AMFI, Frits Kranenborg en Frank van der Sman, vertellen wat hen het meest is bijgebleven van Adriaan Beukers en Mark Liu: ‘We zijn nu bezig op school met een ecologisch project, dus de informatie van vandaag kunnen we heel goed gebruiken. Met name de diverse manieren om naar groen te kijken, vind ik interessant. Groene mode is dus niet alleen recycling of ecologisch katoen gebruiken, maar ook de hoeveelheid brandstof om te transporteren, of hoe je met patronen kan bezuinigen op materiaal, zoals Mark Lui uitlegde met zijn Zero Waste jurken. Vergeleken met vorig jaar vind ik het dit jaar veel beter te begrijpen. Het is inspirerend, zo’n dag. Ik vind het zeker een goed initiatief. Daarna kwam Adriaan Beukers aan het woord. Het was een interessant verhaal, dat hij vertelde, maar we vonden het moeilijk om te volgen. Toch denk ik wel dat juist die saaiheid van zo’n lezing op een bepaalde manier toch ook inspirerend is. Dit was zo extreem technisch, dat het deed wakker schudden. Dat je beseft dat veel mogelijk is met textiel en techniek. Het zou vernieuwend zijn als bij ons op school kan 189


worden samengewerkt met technische mensen. Dat gebeurt nu nog niet. Dat zou wel interessant zijn.’ ArtEZ-studenten modevormgeving Samuel Cardenas Meyen en Sjef Montez over Kate Fletcher en David Shah: ‘Het iPhone tijdperk is mij het meest bijgebleven van David Shah’s verhaal. Ja, daar ben ik het eigenlijk wel mee eens. Alles is ‘i’, alles is persoonlijker geworden. Maar dit speelt eigenlijk al een tijdje. Dat persoonlijke speelt eigenlijk al sinds de sixties. Maar met Kate waren we het niet zo eens. Wij zijn eigenlijk aanhangers van polyester. En dat idee van kleren niet helemaal wassen, dat vind ik een beetje te ver gaan eigenlijk. Wij zijn meer van de esthetiek van de kleding. Ontwerpen meer op vorm, conceptueel, dus wij kunnen ons niet vinden in ons design aanpassen aan dat idee. Het enige waar wij wel in zouden kunnen veranderen, is de keuze van stoffen. Dat was wel interessant en bruikbaar voor ons. We staan wel echt achter dat anders denken, dat out-of-the-box. Want dat maakt je tot een goede modeontwerper.’ Fashion & Design studenten van AMFI, Donny Faile en Lisa Sneijder en Fashion & Management student Nina van Eck over David Shah en Kate Fletcher:‘Ik vond de presentatie van David Shah heel leuk, daardoor ga je echt ook heel goed luisteren. Je wilt weten wat hij te vertellen heeft. Zijn boodschap die ons is bijgebleven is: innovatiever zijn! Het out-of-the-box denken. Het is zo’n standaard concept, maar het is wel waar! En dat zie je hier gewoon weer heel duidelijk op deze dag.We kunnen wel heel erg dingen gaan verbeteren, maar we kunnen ook met nieuwe dingen komen die beter zijn. Je begint als ontwerper met het kiezen van textiel dus daarin kan je al een goede keuze maken. Eigenlijk het hele proces van het stof kiezen tot het ontwerpen moet je gewoon aanpakken en vernieuwen. Er is genoeg nieuwe ontwikkeling, maar je moet er wel voor kiezen. Wij vonden het idee van Kate Fletcher van een No Wash T-shirt wel interessant. De belangrijke boodschap was dat zij er heel veel onderzoek naar heeft gedaan. Dat onderzoekaspect wordt nog wel eens vergeten. Want je moet onderzoeken of jouw ‘good design’ inderdaad wat 190


gaat uitmaken en ook echt beter is. Eerst onderzoeken, dan doen. Dan zit je goed’.

7! #! /! 7! 2! 1! -! )! + De essentie van mode is om altijd vernieuwend te zijn. Dit symposium laat zien dat mode niet alleen aan de buitenkant, maar zich ook aan de binnenkant kan vernieuwen. De toekomstige generatie modestudenten heeft gezien dat anders leren denken een stap voorwaarts is. Als je een verantwoord, goed product ontwerpt, zal je daarvoor wat terug krijgen. Misschien niet op de korte termijn, maar wel op de lange termijn. Je krijgt het terug in iets groots, universeels, namelijk een gezond verstand, een gezond milieu en een gezonde mode-industrie.Wie goed doet, goed ontmoet!

191


192


!

Klavers van Engelen, Monique van Heist and, most recently, Sjaak Hullekes are all deserving winners of the prestigious Dutch Fashion Award. They are also ArtEZ Fashion Masters alumni. Their success stories provide an example for future fashion students. As organised by the Dutch Fashion Foundation (DFF), the third annual presentation of the Mercedes-Benz Dutch Fashion Awards (DFA) was held on 6 November 2009. After just three years the DFA has risen to the top as the most important fashion prize in the Netherlands. There were three winners this year: Iris van Herpen won the Dutch Media Award, Bas Kosters received the Incubator Award and Sjaak Hullekes was presented with the Principal Award of €25,000 for his menswear collection. Would they have achieved this level without first attending a good fashion Master’s course? Former students of the ArtEZ Fashion Masters have been outstanding nominees at every edition of the Dutch Fashion 193

ArtEZ Arnhem.

*-!J#1!-#%3!! -#!-.*22!! J#1!$+*>!

Artikel voor website Fashion Masters, kopje ‘News’, over de winnaars van de Dutch Fashion Awards, die alumni zijn van Fashion Masters

!


Awards: Mada van Gaans, Francisco van Benthum, Percy Irausquin, Joline Jolink, Spijkers en Spijkers and Jan Taminiau. This is a great compliment for the course, which was set up in 1998 with the objective of professionalizing fashion designers and preparing them with their own labels for the real work: the international fashion industry. The entire Dutch fashion in-crowd and fashion press turned up en masse to see whether their favourites would win. Cecile Narinx, editor-in-chief of ELLE Nederland, is delighted with the award: “You used to have the Robijn Fashion Awards but that was it. There was nothing that you could take seriously before the Dutch Fashion Awards. I think it’s an excellent idea that the DFA organisation are involving people from abroad because the international jury members are the true decision-makers in this industry.” According to Bregje Lampe, fashion journalist for the Dutch newspaper Het Parool, “it’s more or less the only serious fashion award in the Netherlands. In contrast to other initiators of fashion prizes, the DFF is really involved with the development of Dutch fashion and its designers.The DFF wants to raise it to a higher level.”

* ! 7 $J - (* 2 : 7 2 + * $ ! " ) : -)#/! #,! '+/-%+*$ During the three years following his 2006 graduation from ArtEZ Fashion Masters, the latest winner Sjaak Hullekes (1981) launched the Arnheim Fashion Group with his partner Sebastiaan Kramer. In addition, Hullekes has presented more than five menswear collections under his own Sjaak Hullekes label. He has a reputation for being extremely sympathetic. But, despite his modest and good-natured character, he’s a hard worker and has both a unique vision and business clout. He presented Wild, his Spring/Summer 2010 collection, to the international jury of the DFA. The dandy Oscar Wilde 194


served as his inspiration. Hullekes transformed this into a contemporary, classic but distinctive male image.The show opened with 18 boyish models with wafting quiffs. Hullekes sent his models down the catwalk complete with pink envelope bags, manbags and two-tone ballerinas beneath tiny, tight shorts and narrow jackets.The semi-transparent, conventional pleated trousers over red briefs were a standout. The collection is somewhat traditional, boyish, dandyish and wearable.The jury’s report was as follows: “Hullekes has been granted this award not only because of his crystal-clear position of menswear full of new post-crisis values but also for his well-thoughtout business strategy”. Sjaak Hullekes: "This award provides tremendous support for our international strategy’s continued expansion. Here he’s referring to his partner Sebastiaan Kramer, whom he met during his course. Together they have been working on a new vision of menswear. Next year, Sjaak Hullekes will probably present his latest menswear collection in Milan.

' * = ) / 5 ! J # 1 $ ! ) / ( + $ :! / *( ) # / * 2 ! & $ + * ' ! 7 # ' + !( $1 + The dream of many fashion students is to break through at an international level and see your name mentioned alongside the fashion greats:Valentino, Lanvin,Viktor & Rolf, Stella McCartney, Raf Simons, Prada. For a newcomer it is extremely difficult to get yourself noticed amongst these established fashion houses and labels. Yet everything is still possible in these economically uncertain times.Viktor & Rolf have proved themselves internationally, and Spijkers en Spijkers and Klavers van Engelen are now following in their footsteps. The knowledge that they gained during the Master’s course has helped them to achieve their present status. 195


The DFA ensures that international ambitions come within the reach of both winners and nominees. That’s what makes this award so desirable amongst the young professionals of fashion design.The DFF, the initiator of the DFA helps talent to access important and influential contacts in the international fashion industry. Here, a good example is the way in which the DFA opened up the world for previous winners Klavers Van Engelen. Niels Klavers: “This award really helps you on your way. For me and Astrid (van Engelen, ed.) winning the 2007 award opened the doors to the international fashion world, particularly in Milan.That’s where the buyers are and those are people you need”. In the present economic climate, acquiring financial and business resources along with a great deal of media attention is vital to not only your continued existence as a designer but also your ability to reach an international level. Hence, the DFA has really put Dutch fashion on the map. Both at home and abroad. Niels Klavers: “In my opinion that’s the most important by-product of this award”. Klavers en Van Engelen have just shown their collections in Milan for the third time.

* $( + 4 ! , * - . ) # / ! ' * - ( + $ These and other ArtEZ Fashion Masters alumni are remarkable for their skills, holistic concepts, well-supported ideas, individuality and high quality, high profile collections - qualities that other Dutch fashion courses seem to lack.The ArtEZ Fashion Master’s programmes in Arnhem are unique in the Netherlands. ArtEZ Fashion Masters has a good reputation abroad and it is cautiously competing with the world’s number one: Central Saint Martins College of Arts in London. To conclude, the saying “as you sow, so shall you reap” clearly applies here. And not only the course but also the students are reaping the benefits. They have wisely chosen to opt for 196


professionalization through a fashion Master’s and to set up their own label with expert help. After graduating from ArtEZ Fashion Masters, you will know what it takes to have your own label and to run a business. Maybe, in a few years time, you too will be the recipient of the most desirable award that you can win in the Netherlands, and you will be able embark on your international adventure. 9 November 2009

197


198


199


200


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.