Mare 28 (39)

Page 12

12

Mare · 12 mei 2016

Kamervragen

Column

Eeuwige student

Foto Taco van der Eb

‘Dat wordt feesten, deze zomer’ Erik Blok (27, promovendus geneeskunde) Huis: Het Anatomiegebouw Grootte: 58m2 Kost: 800 euro per maand, inclusief parkeerplaats Bewoners: 1 Woon je hier allang? ‘Sinds eind september. Vroeger was hier het anatomisch laboratorium van het ziekenhuis gevestigd. Oudere collega’s van het Leids Universitair Medisch Centrum hebben in deze ruimtes nog anatomisch onderwijs gehad. Ik woon in het oude gedeelte. Er zit ook een toren aan het gebouw vast. Die is helemaal nieuw.’ Wat is het fijnst aan deze woning? ‘De ruimte! Het is een stuk groter dan mijn studentenhokje. Ik zie dit meer als een echt huis, dan als een kamer. Ik woonde eerst hier vlak achter, aan het Hildebrandpad. Als het die dag niet had geregend, had ik alles met een karretje

kunnen verhuizen. Er is geen medicus die zo dicht bij het LUMC woont als ik. Nou ja, samen met degenen die hier óók wonen dan. En dat zijn er nogal wat.’ Hoeveel dan? ‘Zo’n tweehonderd mensen. Allemaal promovendi en postdocs, sommigen met een gezin, anderen alleen, zoals ik. Best veel bewoners, vooral van de toren, komen uit China. Zij vormen een beetje hun eigen community. Verder wonen hier Nederlanders, een aantal Portugezen en ook mensen uit Estland, de Filipijnen en Canada. De promovendi die nog een meer studentachtig leven hebben, zoeken elkaar wel op. We organiseren spontane filmavonden en laatst hebben we met de bewonerscommissie een gezamenlijke barbecue gekocht, met crowdfunding. We hebben een binnentuin én een groot grasveld achter het gebouw. Het maakt niet uit hoe de wind staat. Dat worden mooie feestjes, deze zomer.’

Geen nadelen? ‘Wij zijn de eerste bewoners, dus er waren wel wat opstartproblemen. Gedoe met het vuilnis. Containers, maar ook de deuren en de brievenbussen: alles werkt hier met de LU-card van de universiteit. Bij sommige bewoners was het systeem niet goed gekoppeld. Bij mij werkt alles overigens vlekkeloos, al ben ik soms wel bang dat er ooit een storing komt.’ Wat staat er voor instrument op de vensterbank? ‘Een angklung. Mijn vader is beroepsmuzikant en bracht hem mee na een concert in Indonesië. Zelf speelde ik altijd trombone. Toen ik op kamers ging is dat versloft. Misschien pak ik het weer op. Mijn trombone staat nog steeds naast mijn bed. ‘Veel mensen beginnen over het mooie design van de lamp in de kast. Eigenlijk heeft mijn oma die gemaakt, op een knutselavondje voor senioren, met ijzer-

draad en kerstverlichting. In het donker geeft hij een heel mooi schijnsel, door die draden. Het bijzettafeltje komt nog uit mijn studentenkamer. Verder heb ik alles nieuw gekocht. Dat is het voordeel van werken: je hebt eindelijk geld voor de inrichting.’ Een aapje, een hamster, een rendier… Spaar je knuffels? ‘Oh, eigenlijk niet. Die marmotten komen uit de Alpen, de papegaaiduiker uit IJsland en de aap… dat weet ik niet eens meer. Ik ben niet bewust bezig met een knuffelverzamelproject. In de kast staan nog wat relikwieën. Een modelhart, gekregen van een studiegenoot. En een onschadelijk gemaakte handgranaat. Gekregen van mijn opa en oma, uit de oorlog. Het precieze verhaal weet ik eigenlijk niet, alleen dat hij het écht niet meer doet.’ DOOR MARLEEN VAN WESEL

Het had allemaal misschien nog een jaartje langer mogen duren voordat je het echte volwassen leven in werd gekeild, maar dat je een paar jaar na het afronden van je studie nog met weemoed terugdenkt aan de meest schittermagische periode van je leven, is normaal. Er zijn dan ook genoeg mensen die de studentenwereld nooit helemaal kunnen loslaten. Je hebt van die types die geen genoegen nemen met een papiertje van één discipline en eindeloos nieuwe studies beginnen en afronden; mensen die zichzelf continue blijven vernieuwen. Hulde voor dit uitstervende ras natuurlijk, maar mijn klaagzang gaat niet over de eeuwige student. Wel gaat het over het type dat zelfs ruim na het passeren van de veertig nog steeds denkt de meest gave pik te zijn op het huisfeest van zijn oude studentenhuis, waar de gemiddelde leeftijd op die avond rond de 21 ligt. Hij wil per se het drinktempo van de jongere generatie bijbenen en weigert toe te geven dat de grens al na slechts twee uurtjes doortanken bereikt is. Intussen blijft hij gênante foto’s van zichzelf op sociale media plaatsen, denkende dat het regelrechte like-kanonnen zijn, terwijl iedereen zich afvraagt wie hem toch in godsnaam weer heeft uitgenodigd. Het is zo’n snelle jongen en zo overtuigd van zijn eigen gelijk dat ‘yolo’ en ‘swag’ nog steeds voorkomen in zijn vocabulaire, hoewel die woorden vrijwel meteen na hun ontstaan publiekelijk zijn afgeschoten. Natuurlijk is hij vast ook ergens lid geweest en was hij daar de meest gave en actieve gabber van de vereniging. Zodra hij daar, twintig jaar later, weer voet over de drempel zet, valt al zijn volwassenheid van hem af. Hij schreeuwt weer net zo hard als de huidige leden als er een kutverhaal wordt verteld. Zijn ‘Duuuuurt lang!’ gaat gepaard met glas of plastic dat, het liefst met inhoud, onder luid gejoel door de zaal gesmeten wordt. Niemand die hem iets kan maken. Gelukkig begrijpen de meeste toeschouwers wel wat voor een treurneus ze voor zich hebben en lachen ze hem heimelijk uit. De moraal van dit verhaal: er is een tijd van komen en er is een tijd van gaan. Zuip je voorlopig nog even klem en doe alles wat God verboden heeft (terwijl je natuurlijk je punten haalt), maar laat over een paar jaar je studententijd in godsnaam achter je. Niemand zit te wachten op zo’n oude lul. ESHA METIARY

Bandirah


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.