Leg de basis in 60 minuten!
Lekker verhaal! Vertel jouw verhaal met succes in de media
Zie je er als een berg tegenop om de boodschap van je organisa<e in de media te brengen? Wil je die angst omze@en in kracht? ‘Lekker verhaal!’ helpt je jouw boodschap aansprekend te formuleren en goed te presenteren. Je leest het in een uur. Hierna doe je met plezier het woord en draagt zo bij aan het succes van je organisa<e.
Lekker verhaal!
2
Marcel van den Berg
Vooraf ‘Lekker verhaal!’ is losjes gebaseerd op de mediatrainingen die ik geef. Daarbij kijk ik eerst ik hoe je overkomt, voordat ik naar de inhoud ga. Ik let op de lichaamstaal, de toon van de stem, de kleding en de omgeving. De eerste indruk bepaalt of je als persoon wordt geaccepteerd. Daar begint communicaCe mee: alleen na die acceptaCe zijn mensen bereid te luisteren naar wat je hebt te vertellen. Als je jezelf wilt verbeteren, kun je daar het best beginnen. In een training komt daarna de inhoud aan de beurt. Die komt tot zijn recht door een gesprek te voeren, waarin jouw verhaal goed uit de verf komt. Hierdoor kan het publiek je volgen en bereik jij je doel. Het gesprek waarin jij jouw verhaal vertelt is een samenspel met de interviewer. Waarom het draait is dat jij wordt geaccepteerd als je een interview geeI, dat je steeds de juiste woorden vindt, je comfortabel voelt bij de structuur van je verhaal en vooral dat je zelf iniCaCeven kunt ontplooien in dat gesprek. Hoe je je daar systemaCsch op kunt voorbereiden is samengevat in het communicaCedashboard in “En nu verder”. Met ‘Lekker Verhaal’ leg je in een uurtje de basis voor je woordvoering. Veel plezier en succes! Marcel van den Berg
Lekker verhaal!
3
Marcel van den Berg
Deel 1, het verhaal 1. Wordt ‘media savvy’ 2. Creëer nieuwe kansen met en interview 3. Maak teamwork van de voorbereiding 4. Gebruik het verhaal van je organisaCe 5. Met oplossingen word je relevant 6. Hou persverklaringen kort en bondig 7. Zet de persbericht-methode in 8. Maak van achtergrondinfo een verhaal 9. Vorm opinies met het argumentaCemodel 10. Hou je aan de zeven overtuigprincipes 11. De zes vragen voor je Q&A-list 12. Maak van vragen dialogen 13. Kun jij de regie overnemen? 14. Verwacht vragen, vragen en nog eens… 15. Antwoord consistent en acceptabel 16. Rare wendingen en meer ongerief 17. De Jij-bak en andere narigheid. 18. Het interview als theatervorm 19. Een show is geen journalisCek 20. Schoenmaker hou je bij je leest 21. De handel in meningen 22. Let op de Cjd 23. Wat is de taal van jouw publiek? 24. Zwamtaal! 25. The devil is in the details 26. Beweren is goed, bewijzen is beter 27. Geen commentaar is geen opCe 28. Vijf No Go Areas 29. Slimme blok- en brugzinnen Deel 2, de presenta7e 30. De buitenkant 31. Vertrouw op je lichaamstaal Lekker verhaal!
4
Marcel van den Berg
32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45.
Wat vertelt jouw verschijning? Wat zegt je houding? Wat communiceren je bewegingen? Verwerf vaardigheid in zigen en staan Ontwikkel je eigen gebarentaal Let op storende gebaren Laat zien dat je luistert Vermijdt “Ja” zeggen en “Nee” doen Zijn het je ogen, is het je lach? Creëer een verstaanbaar eigen geluid Goed arCculeren is een vereiste Hou een vast tempo door ademhaling Zet klemtonen en Intoneer Pas je uiterlijk zonodig aan
Deel 3, de media 46. Waarom kriCsche journalisCek OK is 47. Werk aan een goede relaCe 48. Help de journalist op zijn reis 49. Wees voorkomend, hoffelijk, beleefd 50. AlCjd bereikbaar en betrouwbaar zijn 51. Goede afspraken, beter resultaat 52. De woordvoerder als kop van Jut Deel 4, het vervolg 53. Leer van je media-optredens 54. Tien Cps voor succes in de media 55. En nu verder! 56. Wat anderen zeggen: Mirjam Rémie, journalist 57. Wat anderen zeggen: Ad Veen, hoofd communicaCe 58. Over ‘Lekker Verhaal!’
Lekker verhaal!
5
Marcel van den Berg
Leg de basis in 60 minuten!
Lekker verhaal!
6
Marcel van den Berg
1. Wordt ‘media-savvy’ Het geven van een interview is een vaardigheid die je kunt leren. Ook als je denkt dat je geen natuurtalent bent. Iedereen kan ‘media-savvy’ worden. ‘Lekker verhaal’ helpt je op weg. Neem het door en je weet wat wel en niet handig is. Met media-optredens creëer je nieuwe kansen en bouw je aan een reputaCe. Niet alleen voor jezelf, maar ook voor je organisaCe. Je zou zeggen: wie zou dat niet willen? In de prakCjk staat lang niet iedereen daarvoor te trappelen. Menig CEO die de kans krijgt om in de media op te treden laat die kans schieten, omdat hij daar eigenlijk een bang voor is. Wég mooie gelegenheid! Doodzonde! En dat alleen door onnodige angst voor het onbekende. Alsof je dood zou gaan door een microfoon of camera. Die angst wordt vaak gemaskeerd met argumenten als “Niet opportuun,” “Komt en andere keer” of “Als het moet weet ik wat ik moet doen”. Kijk uit als je zulke uitspraken doet. Voor je het weet gaat de telefoon en blijkt een optreden in de media onvermijdelijk. Jammer, als je dan pas aan de voorbereiding begint. De gevolgen van zo’n onvoorbereid optreden zijn vervelender dan welke voorbereiding dan ook. Als je tegen wil en dank de arena in wordt gesleurd breng je het er slecht vanaf. Je kent de mores niet en overtreedt onbewust ongeschreven spelregels. Dat is jammer voor de organisaCe en voor jezelf. Daarmee loop je al gauw een trauma op dat slecht geneest.
Lekker verhaal!
7
Marcel van den Berg
‘Lekker verhaal!’ is bedoeld voor jou, omdat je het gezicht bent van je organisaCe. Je kunt waarschijnlijk veel vertellen over grote verbanden en ook over de details. Omdat je met een serieuze business bezig bent, hangen de mensen aan je lippen. Journalisten dus ook. Angst voor een mediaoptreden is nergens voor nodig. Mits je weet wat je moet doen en je je goed voorbereidt. Dan komt je verhaal goed uit de verf. Zeker als je dat verhaal aansprekend formuleert en goed presenteert. Dat maakt optreden in de media leuk.
2. Creëer nieuwe kansen met een interview Hoe krijg je een goed verhaal in de media? Zet vooroordelen opzij en gebruik de kansen die media je bieden. ‘Goed verhaal!’ is geschreven om je te helpen je voordeel te doen met de media. Ik begin met jouw visie op media. Jij hebt je eigen ervaringen, opvalngen en voorkeuren met media. Die hebben we allemaal en het aardige is dat we hierin enorm kunnen verschillen. Toch moet je die persoonlijke visie even los kunnen laten. Sommige kranten, omroepen of sociale media spreken je aan. Van andere moet je helemaal niets hebben. Door je persoonlijke voorkeuren ben je wellicht geneigd ze links te laten liggen. Maar juist door je óók in die media te manifesteren bereik je groepen waarmee je normaliter minder contact hebt. Daarmee kun je je voordeel doen.
Lekker verhaal!
8
Marcel van den Berg
Zet je vooroordelen over die media opzij als je de kans hebt een interview te geven. Denk alleen aan het resultaat: een goed verhaal dat wordt gepubliceerd door de media die het vertrouwen genieten van jouw doelgroepen. Daar gaat het om. Het is leuk om vertrouwd te raken met dat spel, het in de prakCjk te brengen en te genieten van de resultaten die het oplevert. Een voorbeeld. Het windpark dat ik adviseerde had weinig belangstelling voor de lokale pers in de provincie Groningen. Terwijl in deze regio wel alle kabels zouden aanlanden. De arKkelen van de lokale journalist werden landelijk over genomen, wat het bedrijf beter toegang gaf tot provinciale bestuurders en ministers.
3. Maak teamwork van de voorbereiding Media te woord staan is een individuele taak. Maar zo’n interview geven is teamwork. Om succes te boeken heb je anderen nodig. Formeer daarom een goed team, dat aandacht heeI voor alles dat jouw mediaoptreden tot een succes kan maken. Het gebeurt wel vaker dat achter het succes van een bekend individue een heel team staat. Verstappen, Hamilton en de andere coureurs zijn de helden van de Formule 1. Zo op het eerste gezicht is de racerij een individuele sport. Maar zodra je iets beter kijkt, zie je dat een coureur niets presteert zonder team van specialisten, ieder van hen een topper op zijn gebied. Woordvoering is ook teamwork. Voor het beste resultaat heb je mensen nodig die de kranten lezen, die weten wat er speelt Lekker verhaal!
9
Marcel van den Berg
Lekker verhaal!
Een goed verhaal zit logisch in elkaar, is aantrekkelijk geformuleerd en wordt overtuigend 10 Marcel van den Berg gebracht.
in de maatschappij en in jouw sector. Mensen die met je in discussie kunnen gaan over de betekenis van wat er binnen en buiten je bedrijf gebeurt. Die je een spiegel voor kunnen houden en dat ook durven te doen. Waarom ‘durven te doen’? Omdat het in veel bedrijven niet aan de kwaliteiten ontbreekt, maar wel aan lef. Met een goed team kun je goed presteren. Het sCmuleert om de voors- en tegens van een woordvoeringslijn door te nemen. Het geeI een kick als je na lang brainstormen de woorden vindt die je boodschap het best uitdrukken. Organiseer een team waarmee je de baan op kunt. Professionals die afspraken maken met media, die berichten schrijven voor journalisKeke en sociale media en die de media monitoren, zodat je weet wat het effect is van je optreden. Zo’n team is een belangrijke voorwaarde voor succes en levert een enorme bijdrage het plezier dat je krijgt in interviews.
4. Gebruik het verhaal van je organisa7e Als vertegenwoordigers van jouw club in de media moet je het verhaal van je organisaKe kunnen brengen. Jouw bedrijf heeP al een eigen verhaal, louter doordat het bestaat. Als gezicht van jouw organisaKe kun jij dat verhaal vertellen als geen ander. Media komen af op nieuws. Ze ruiken het. Jouw organisaCe produceert voortdurend potenCeel nieuws. Al is het maar door er gewoon te zijn. Om zover te komen als je nu bent, heb je de visie gehad, de ambiCe om die te realiseren en de plannen om die visie om te zegen in realiteit. Lekker verhaal!
11
Marcel van den Berg
Daarover heb je het nodige op papier staan in de vorm van een missie, visie of strategie. Je hebt een beeldmerk en slogan die er uitdrukking aan geven. Je hebt de mensen waarmee je werkt uitgekozen op hun talenten. Je hebt je in een gebouw gevesCgd op de lokaCe en in de plaats waar jouw bedrijf thuishoort. Door je bedrijf te creëren heb je al een heel verhaal opgetuigd vóórdat je daarmee de media in gaat. Het verhaal van jouw bedrijf noemen we naar goed gebruik je corporate story. Het gaat over de richCng aan waarin je bedrijf zich ontwikkelt. Het stelt de kaders waarbinnen die ontwikkeling plaats vindt. Het beschrijI de condiCes waaronder je dat met succes doet. Je bent zelf onderdeel van dat verhaal en dat maakt het leuk om het te vertellen Over zo’n corporate story kan iedere journalist je allerlei vragen stellen. Zonder enige voorbereiding. “Vertel maar…”, klinkt het dan uitnodigend. Daarom heb je alvast één taak, voordat je naar buiten treedt als woordvoerder: verdiep je grondig in jouw eigen corporate story. Ken dat verhaal als geen ander, met alle smeuïge details van dien. Leer er smakelijk over te vertellen zodat je anderen inspireert. Dat werkt, want inspiraCe trekt media aan. Het gaat media echt niet alCjd om slecht nieuws. Goed nieuws gaat over wat afwijkt van het gebruikelijke. Dat nieuws is ook interessant, als het maar buiten de normale bandbreedte valt. In mediatrainingen vraag ik alKjd iets te vertellen over het bedrijf. Veel directeuren hebben moeite met zo’n verhaal. Ze vinden het lasKg de visie te schetsen en de saillante feiten te produceren. Dat is door oefening snel te verbeteren.
Lekker verhaal!
12
Marcel van den Berg
5. Met oplossingen word je relevant Als je merkbaar trots bent op je bedrijf kunnen anderen zich ook met jouw bedrijf verbinden. Feiten doen dat niet. EmoKe gaat voor de feiten. Als een interviewer je uitnodigt kort iets te vertellen over je bedrijf bedoelt hij vaak ook kort. Dus in weinig woorden. Heel weinig. “Mand” zou Maxim Hartman zeggen. Heel vaak vraagt een journalist je om jezelf en je bedrijf voor te stellen aan het begin van een programma. Dat is fijn. Toch lopen veel CEO’s te hakkelen. Dat zijn gemiste kansen. Hoe kun je jezelf goed voorstellen? Zodat jouw publiek méér te horen krijgt dan je naam en funcCe? Eén manier om dat te doen is door levendig te beschrijven wat het probleem is waar jouw klanten tegenaan lopen. Daar heb jij immers een prachCge oplossing voor. Dat vertel je niet alleen, je vertelt ook hoe jij jouw klanten helpt dat probleem aan te pakken. Je maakt je verhaal af door te vertellen hoe succesvol jouw klanten zijn. Ik heb iets vergelijkbaars gedaan aan het begin van dit boekje. Een korte pitch. Hoe zou ik dat in een radiointerview doen, bijvoorbeeld bij BNR? Ik denk zo: “Ondernemers zien vaak als een berg op tegen een interview. Ze zijn bang te gaan hakkelen. Ik leer hen hoe je een boodschap op allerlei manieren kunt brengen. Ik ben er trots op dat de mensen die ik train plezier krijgen in het geven van interviews en ieder mediacontact gebruiken om de reputaCe van hun organisaCe te versterken.” Lekker verhaal!
13
Marcel van den Berg
Lekker verhaal!
Bedenk welk format past bij je doel: een persverklaring, een betoog of bijvoorbeeld heldenreis. 14 Marceleen van den Berg
Welke aanpak je ook kiest, je moet jouw bedrijf goed kunnen pitchen. In staat zijn in enkele zinnen een overtuigende, aantrekkelijke presentaCe te geven van jouw bedrijf. Het liefst zo dat jouw trots op dat bedrijf er vanaf spat. Vind je dat lasCg? Zorg ervoor dat je die trots zelf voelt. Want als jij dat niet doet, kan jouw publiek dat zeker niet! Als jij je op een posiCeve manier met jouw bedrijf verbindt, kan een luisteraar dat ook. Heb jij die verbinding niet, kan heeI de luisteraar ook geen reden om zo’n band te ontwikkelen.
6. Hou persverklaringen kort en bondig Er zijn gelegenheden waarbij je kunt uitweiden en momenten waarop je het kort moet houden. De persverklaring is zo’n moment. Een persverklaring is een statement dat je afgeeI bij een belangrijke gebeurtenis. Je wilt daarmee bereiken dat iedereen jouw posiCe begrijpt. Dat moet dus geen ellenlang betoog worden. Het verhaal moet kort en bondig worden verteld. Je beperkt je dan tot de hoofdzaken. Het is voldoende het wie-wat-waarom-wanneer-hoe te behandelen. In begrijpelijke woorden en met eenvoudige zinnen. Sinds het begin van het coronaCjdperk is het Nederlandse publiek meer dan ooit vertrouwd geraakt met de persconferenCes van de kabinegen Ruge. De verklaringen die daar worden afgelegd worden steevast ingeleid met een wollig verhaal, waarin begrip wordt gevraagd of verontschuldigingen worden aangeboden. Ook worden oproepen aangekondigd die Lekker verhaal!
15
Marcel van den Berg
nooit worden uitgesproken. Na afloop van de verklaringen van de eerste minister doet een andere minister het verhaal nog eens dunnetjes over. Met andere nadrukken en vergelijkingen. Hier worden de eisen die je aan een effecCeve persverklaring stelt met voeten getreden. Waarom veel minder mensen dan verwacht gevolg geven aan ‘de maatregelen’? KISS: Keep it simple, stupid! Pieter Zwart van Coolblue blies de voorgenomen beursgang af in een videoverklaring die hij op Linkedin zeTe. Daarmee was duidelijk wat er aan de hand was (geen beursgang), waarom (omslag investeringsklimaat) en wat dat betekende (gewoon doorgaan). Plus hoe dat voelde: ”Even niet met een glimlach”. Simpel en effecKef.
7. Zet de persbericht-methode in Als je met de presentaKe van jouw nieuws de persberichtmethode volgt heb je een goede kans dat je verhaal overeind blijP, ook als het wordt ingekort. Laten we aannemen dat je iets nieuws te vertellen hebt. Dus geen persoonlijk verhaal, geen beschouwing, achtergrondinformaCe of weerlegging van een aanCjging die onterecht is. Hoe doe je dat? Gebruik daarvoor de structuur van een persbericht. Een persbericht vertelt een verhaal in alle eenvoud: het belangrijkste nieuws zit in de kop. Vervolgens komt alle relevante informaCe in het intro. Daarna volgen alinea’s met meer details. In volgorde van belangrijkheid. Alle “wie-watwaar-wanneer- waarom-hoe-vragen” worden beantwoord. Lekker verhaal!
16
Marcel van den Berg
Wordt dat dan geen saai verhaal? Nee, het wordt juist lekker strak. Deze vorm zorgt ervoor dat het zonder veel wijzigingen in de krant zal komen. Bij radio en televisie wordt het als nieuwsbericht uitgezonden. Misschien ingekort, maar dat is niet erg. Veel mensen die ik train beginnen anders. Namelijk met het conversaCe-model. Ze bouwen langzaam en vaak zoekend een verhaal op dat in het beste geval eindigt met een conclusie.Als je jouw boodschap wel volgens het conversaCe-model opbouwt stel je het geduld van de journalist te zwaar op de proef. Vertel het dus zoals je een persbericht structureert. De structuur van het persbericht zorgt ervoor dat jouw belangrijkste teksten in de nieuwsuitzendingen worden vermeld, of dat je verhaal grotendeels wordt uitgezonden.
8. Maak van achtergrondinfo een verhaal Achtergronden kun je op alle mogelijke manieren schetsen. Van een historische aanpak, een heldenreis tot een spannende ‘whodunnit’ Voor een achtergrondverhaal is de aanpak volgens het persbericht-model niet relevant. Voor een achtergrond-verhaal geldt: het moet een verháál zijn. Als je dat verhaal zelf ontwikkelt, neem je de journalist niet alleen werk uit handen, de kans is groot dat hij de lijn volgt die jij hebt uitgezet. Wat zijn de bouwstenen van dat verhaal? Een aansprekende tekst, een logisch consistent geheel, die controleerbare feiten paart aan zuivere redeneringen, valide conclusies en voorbeelden die bijblijven. Lekker verhaal!
17
Marcel van den Berg
Lekker verhaal!
Interviewer, cameraman en geïnterviewde verschillen in lengte, waardoor de laatste naar beneden kijkt wat mede bepaalt hoe hij overkomt. Hou daarmee rekening. 18
Marcel van den Berg
Hoe kom je daaraan? Om de journalist een compleet verhaal te kunnen vertellen zonder losse eindjes, stel je jezelf de “wiewat-waar-wanneer- waarom-hoe-vragen”. GeeI jouw verhaal op al die vragen antwoord, dan is het compleet. Zit er nog een gat in je informaKe, zorg er dan voor dat je dat gat snel dicht. Want waarom zou je iemand de gelegenheid geven om aan een draadje te trekken waardoor het hele breiwerk uit elkaar valt?
9. Vorm opinies met het argumenta7emodel Een overtuigend verhaal bouw je op als een beknopt betoog: je beweert iets, beargumenteert en bewijst dat en laat daarop je conclusie volgen. Dit argumentaKemodel werd al gebruikt in de Oudheid en blijP actueel. Als je een opinie geeI gaat het natuurlijk om méér dan het juist weergeven van die opinie. Je wilt dat mensen die opinie aanhoren, begrijpen en eventueel delen en soms zelfs ernaar handelen. Dat is best veel. En dus moet je er wat voor doen om dat te bereiken. Wat je in elk geval moet doen is een logisch consistent betoog houden. Het format daarvoor kennen is bekend sinds de oudheid. Mensen willen graag een bewering horen, dan een argument waaruit blijkt dat die bewering waar is. Voor de duidelijkheid moet er een voorbeeld bij. Om het cirkeltje rond te maken moet er geëindigd worden met een conclusie waar de hele bewering nog eens wordt herhaald.
Lekker verhaal!
19
Marcel van den Berg
Lekker verhaal!
Met de camera op staCef zijn irritante verschillen in lengte goed te compenseren. 20 Marcel van den Berg
Zo werkt het en niet anders. Dus hou je eraan. Je zou verwachten dat alle professionals dat doen. Maar nee: redeneringen worden vaak niet afgemaakt. Soms noemt men geen voorbeelden. Dat is minder overtuigend, maar een journalist zal er zeker zelf naar vragen. Wat ook gebeurt, en dat is ernsCger, is dat mensen in de vuur van hun betoog vergeten hun argument te noemen. In plaats daarvan noemen zijn niet een, maar twee of soms nog meer voorbeelden. Kennelijk vanuit de gedachte dat een voorbeeld het argument totaal kan vervangen. Dat is een misvalng. Een veelvoorkomende fout is vergeten een argument aan te voeren. Het weglaten van het argument maakt iedere redenering waardeloos. Denk daar dus alKjd aan.
10. Hou je aan de zeven overtuigprincipes In je verhaal en bij je antwoorden kun je de overtuigprincipes toepassen die Robert Cialdini formuleerde. Ze zullen je bekend voorkomen, want ze worden veel gebruikt in de dagelijkse omgang. En natuurlijk in reclamespots op radio en televisie. Mensen overtuigen elkaar met woorden. Als je anderen wilt overtuigen, moet je de overtuigprincipes kennen, zodat je die juiste woorden kunt kiezen. Cialdini noemt er zeven. Sociale bevesKging. Veel anderen gingen je voor, doen het ook, zijn hier posiCef over etc.
Lekker verhaal!
21
Marcel van den Berg
Jonge cameramannen zijn groter dan ouderen. Met de camera op de schouder maakt zo’n reus van de geïnterviewde een klein vrouwtje of mannetje. Lekker verhaal!
22
Marcel van den Berg
Dit principe kun je zo toepassen: “We staan hier natuurlijk niet alleen in. Duitsland, België en Frankrijk doen precies hetzelfde. Engeland liep hierbij voorop en daar zijn de resultaten hoopvol.” “Iedereen heeI tegenwoordig een smartphone! Waarom zou jij dan zonder moeten?” “ Alle gevaccineerden zijn blij dat ze deze stap hebben genomen. Laat jij je toch ook vaccineren.” Wederkerigheid. Je geeI iets weg waardoor de ander zich verplicht voelt iets terug te doen. Dit principe kun je zo toepassen: “Goeie vraag!” “Die redacCe van jou is goed geïnformeerd!” “Eigenlijk mag ik hier niets over eggen, maar ik kan je nu alvast verklappen dat…” Autoriteit. Je doet een beroep op een bovengestelde, een onasankelijke persoon of een expert. Dit principe kun je zo toepassen: “Als een Audi goed genoeg is voor de koning, is-ie goed genoeg voor mij!” “Ik heb het niet zelf bedacht, ik las het in de Lancet!”
Lekker verhaal!
23
Marcel van den Berg
“Dit is niet alleen mijn visie. Albert Einstein beweerde precies hetzelfde!” Sympathie. Je zegt iets dat de sympathie wekt. Dit principe kun je zo toepassen: “Jij zou precies hetzelfde doen als je die ellende zag. Daar kun je als beschaafd mens niet aan voorbij gaan.” “Als ik op jouw plaats stond, had ik precies hetzelfde gedaan. Wie zou zich dat niet aantrekken?” “Jij bent en voorbeeld voor ons allemaal, zoals we hier bij elkaar zigen.” ConsistenKe en commitment. Wie een posiCef besluit neemt wil daarmee in lijn blijven. Dit principe kun je zo toepassen: “Ik heb het alCjd al gezegd: dit was een goed besluit en ik sta er nogsteeds 100% achter.” “Het was moeilijk, we hebben ervoor gevochten, maar we hielden vast aan ons doel.” “Niets of niemand kan ons ervan weerhouden onze visie te realiseren!” Schaarste. Exclusiviteit is aantrekkelijk en Fear of Missing Out is angstaanjagend. Dit principe kun je zo toepassen: Lekker verhaal!
24
Marcel van den Berg
“Van dit model zijn er heel weinig gemaakt. En er komen er nog minder op de markt. Het is heel bijzonder dat we zo’n uniek exemplaar via onze veiling mogen aanbieden!” “Het is ontzegend jammer, maar deze unieke reis naar Mars kunnen we alleen vandaag nog boeken. Hier geldt echt: te laat is te laat!” Saamhorigheid. Je werkt aan een gezamenlijk doel, geeI complimenten, spiegelt elkaar. Het werd al populairder vóór Corona, maar sinds de pandemie is het wij-gevoel niet meer te stoppen. Dit principe kun je zo toepassen: “We kunnen dit samen, met elkaar, heel goed fiksen.” “We hebben het allemaal ingezien, inclusiviteit moeten we samen vorm geven.” “ Samen staan we sterk.” De overtuigprincipes kun je in ieder deel van het eerder genoemde argumenKemodel gebruiken. Als aanvulling op, niet in plaats van.
17. De zes vragen voor je Q&A-list Hoe je een compleet verhaal schrijP was ook al in de oudheid bekend. Dat model wordt nog steeds gebruikt. Het is gebaseerd op zes eenvoudige vragen.
Lekker verhaal!
25
Marcel van den Berg
Die vragen zijn wie, wat, waar, waarom, wanneer en hoe. Met de antwoorden op die vragen kan een journalist alCjd een bericht maken. Ook over zaken waarvan hij volstrekt niets weet. Hoe eenvoudig deze vragen ook zijn, in trainingen vinden veel mensen dat ze stevig bevraagd zijn als ik ze stel. Dan zijn ze nog niet klaar voor een interview. Want de kriCsche bevraging begint daarna pas, wanneer de journalist de verstrekte informaCe vergelijkt met informaCe uit andere bronnen. Wie zijn eigen verhaal met deze vragen op volledigheid controleert, heeI het begin al te pakken van zijn Q&A-list, de QuesCons and answers list of in goed Nederlands; van zijn vragen- en antwoordenlijst. Wie betreI het? Wat is er aan de hand? Waar speelt het? Waarom is dat belangrijk? Wanneer is het gebeurd? Hoe is het gebeurd? Ik geef een voorbeeld van de toepassing van deze vragen bij de training van een verzekeraar die de woordvoering doet wanneer Nederlanders in het buitenland iets naars overkomt, van ongelukken tot gijzelingen en terrorisCsche aanslagen. In dit voorbeeld: een busongeluk. Wie betreI het? “VijIien Nederlanders, 5 vrouwen, 5mannen en 5 non-binaire personen tussen de 35 en 55 jaar oud, alleenstaand en op een 14 daagse vakanCereis.” Lekker verhaal!
26
Marcel van den Berg
Lekker verhaal!
Versterk je betoog door de overtuigprincipes toe te passen.
27
Marcel van den Berg
Wat is er aan de hand? “Allen zijn zwaar gewond en verblijven in verschillende ziekenhuizen in afwachCng van behandeling, niemand verkeert in levensgevaar.” Waar speelt het? “Het ongeluk gebeurde op de N125, ter hoogte van Estombal in de Algarve, Portugal” Waarom bent u hierbij betrokken? “Alarmcentrales doen bij toerbeurt het woord als Nederlandse verzekerden bij ongelukken betrokken zijn. Onze organisaCe is dit jaar aan de beurt. Wanneer is het gebeurd? “Gisteravond, om 21.00 uur Nederlandse Cjd.” Hoe is het gebeurd? “Volgens de verklaring van de poliCe is de bus met hoge snelheid uit de bocht gevlogen en in het ravijn naast de N125 beland.” Als je nietsvermoedend aankomt bij een winkel waar een enorme rij voor staat, kom je alles te weten als je vraagt waarom iemand daar staat, wat er aan de hand is enzovoorts. Een journalist doet in een interview niets anders.
Lekker verhaal!
28
Marcel van den Berg
12. Maak van vragen dialogen Een interview kan meer zijn dan antwoorden geven op vragen en zich ontwikkelen tot een geanimeerd gesprek dat de toehoorder boeit. Een goede dialoog maakt drie parKjen blij: de journalist, zijn publiek en jijzelf. Bij een vraaggesprek is het niet per sé de bedoeling dat de geïnterviewde zich beperkt tot het beantwoorden van vragen. Toch gebeurt dat vaak wel. Die antwoorden zijn soms erg kort. Zoals “ja”, “inderdaad” of “correct”. Dat slaat ieder gesprek dood. Soms is het puur onvermogen om een gesprek aan te gaan, maar het wordt ook gebruikt als tacCek. Mark Ruge laat zo’n kort antwoord graag volgen door de opmerking: ”`Volgende vraag, graag!” Hij suggereert daarmee dat hij bereid is om van alles en nog wat toe te lichten. Het tegendeel is het geval. Met zo’n kort antwoord kan hij snel door naar een aantrekkelijker onderwerp. Als je nog niet de status van teflonkoning hebt bereikt, kun je je dit niet permigeren. Met zulk gedrag sta je al gauw voor gek. Doe dit dus niet en ga mee met het format van het gesprek. Als acKeve gesprekspartner geef je antwoord op vragen, maar neem je ook zelf het iniKaKef om iets te zeggen. Je kunt uitweiden over een bepaald aspect of op associaKeve wijze door het thema gaan. Dat zorgt voor levendige gesprekken die luisteraars boeien.
Lekker verhaal!
29
Marcel van den Berg
13. Kun jij de regie overnemen? Een interview heeP voor jou zin als je jouw boodschap erin kwijt kunt. Moet je dan afwachten of het zover komt, of neem je de regie over het gesprek in eigen hand? Mediatrainers raden klanten vaak aan de regie over het gesprek te nemen. Ik vind dat onbegrijpelijk. Ik denk niet dat ze er zelf ooit succes mee hebben gehad. Je zegt ook niet tegen Max Verstappen: “Schuif eens even op, joh. Dan zal ik je laten zien hoe het moet.” Laat de regie vooral over aan de journalist of presentator. Dat is zijn rol en het heeI geen zin de concurrenCe met hen aan te gaan. Interviewers zijn professionals. Ze weten hoe ze die regie moeten voeren. Daarvoor worden ze betaald. Bovendien krijgen ze de hulp van een regisseur. Dus: knappe jongen als je die regie weet over te nemen. Een goede interviewer vertelt je van tevoren welke onderwerpen hij aan de orde wil stellen. Soms heeI hij een lijstje vragen uitgewerkt. Dan krijg je al een aardig idee van het gesprek. Wil je het anders? Heb je zelf andere onderwerpen die je beslist aan de orde wilt stellen? Zeg het dan. Kijk of er rekening mee wordt gehouden. Maar als dat niet zo is, laat je je dan als een lam naar de slachtbank leiden? Natuurlijk niet. Als deelnemer aan het gesprek kun je het gesprek ook jouw kant op buigen. Maar regie voeren? Laat dat over aan de professionals. Twee voorbeelden.
Lekker verhaal!
30
Marcel van den Berg
Peter R. de Vries zat bij Maghijs Nieuwkerk aan tafel om zijn boek te promoten. Maar wat er ook gebeurde, het boek kwam maar niet aan de orde. Tot De Vries het boek omhoog hield en Van Nieuwkerk aansprak op zijn verbroken beloIen. Alhoewel, dat gesprek ging uiteindelijk niet over de inhoud van het boek, maar over de moraal van Van Nieuwkerk. Beter bracht ex-president Bill Clinton het ervan af, toen hij bij een televisiepresentator aan tafel zat die vragen stelde die hem niet bevielen. Clinton gaf als antwoord: als ik op jouw plaats zat, zou ik mij een heel andere vraag stellen. Namelijk deze… En dan zou ik op die vraag het volgende antwoord geven… De regie nemen, is niet iedereen gegeven die optreedt in de media. Alleen de hele groten kunnen dat. Maar als je je met hen wilt meten: be my guest. Komt er eindelijk iets leuks op televisie!
14. Verwacht vragen, vragen en nog eens… Wat je ook zegt, verwacht alKjd méér vragen. Denk dus vooraf na over de antwoorden die je wel en die je niet kunt geven. Hoe volledig jij jouw verhaal ook vertelt, een journalist zal je nog meer vragen stellen. Anders had hij er net zo goed niet kunnen zijn. En zonder vragen is er geen gesprek. Ga er dus vanuit dat je alCjd meer vragen worden gesteld. Maar welke zijn dat? Verplaats jezelf in de posiCe van zijn publiek. Ga na wat dat publiek wel of niet weet en wat het wel of niet zou vinden. Lekker verhaal!
31
Marcel van den Berg
PoliCci van éénpersoonsfracCes gaan mee met een nepclown, kennelijk in de veronderstelling dat iedere goed 32 is. Lekker media-aandacht verhaal!
Marcel van den Berg
Stel jezelf de vragen die de journalist ook gaat stellen omdat hij weet dat zijn publiek hierover meer wil horen. Kun je in jouw antwoorden meer details geven? Prima. Kun je meer kwijt over de achtergronden? Ook goed. Maar wil je bijvoorbeeld niets loslaten over je emoCes? Zorg er dan voor dat ze niet aan de orde komen, praat er overheen, lach het weg. Verzin een andere manier om de antwoorden te geven die jouw verhaal versterken en vermijd antwoorden die je verhaal verzwakken. Stoor je overigens niet aan vragen waar je eigenlijk geen zin in hebt, voel je niet in je kuif gepikt en laat je niet uit het veld slaan als je het antwoord niet hebt. De nadruk die mediatrainers vaak op de Q&A lijst leggen wekt de indruk dat een interview een vraag- en antwoordspel is. Dat is het niet per definiKe. Het is een vraaggesprek waarin de journalist probeert zaken te achterhalen of te verifiëren.
15. Antwoord consistent en acceptabel Vragen die aan jou gesteld zullen worden zijn o.a. adankelijk van de rol waarin je wordt gevraagd. Ben je directeur van je eigen bedrijf en gaat het daarover? Dan kan je van alles voor de voeten worden geworpen over dat bedrijf.
Lekker verhaal!
33
Marcel van den Berg
Ben je gevraagd omdat je expert bent op een bepaald terrein? Dan kun je het gesprek daartoe beperken. Je draagt dan immers kennis over, je informeert, maar het gaat niet over jou. Tenzij je natuurlijk in die rol een acCef handelende persoon bent geweest. Want dan kun je ook weer ter verantwoording worden geroepen. Zo was de virologe Marion Koopmans lid van een team dat de oorsprong van de Corona epidemie zou onderzoeken. De Chinese overheid belemmerde het onderzoek en oefende met succes druk uit op het team om de conclusies van het verslag af te zwakken. Daardoor kon zij hierover ter verantwoording worden geroepen. Bij veel vragen zit het probleem voor degene die het interview geeI niet in de eerste vraag, maar in de vervolgvragen. Het antwoord op de eerste vraag kun je meestal eenvoudig geven. Maar de vervolgvragen moeten aan ten minste drie criteria voldoen en dat lukt lang niet alCjd: antwoorden moeten in lijn liggen met eerdere, ze moeten onweerlegbaar zijn en bovendien acceptabel voor de interviewer en zijn publiek. Consistent. Het antwoord moet in lijn zijn met de oorspronkelijke vraag. Anders gezegd, je informaCe mag niet in tegenspraak zijn met je antwoord op de eerste vraag. Niet alleen ben je dan onbetrouwbaar als gesprekspartner, je schiet dan ook meteen in de verdediging. Wie zich moet verdedigen heeI een probleem. Jouw publiek associeert je vervolgens met dat probleem. Dat was niet de bedoeling! Onweerlegbaar. Jouw antwoord moet niet worden weersproken door aantoonbare feiten of meningen van mensen die op dat gebied een autoriteit zijn. Als minister Hugo de Jonge iets beweert, heeI hij een probleem als Ernst Lekker verhaal!
34
Marcel van den Berg
Jurgen van den Berg presenteert sinds 2016 iedere ochtend het NOS Radio 1 Journaal. Daarmee heeI één presentator een grote invloed op hoe nieuws wordt ervaren. In oktober 2021 is zijn Lekker vertrek verhaal! aangekondigd. 35
Marcel van den Berg
Kuipers wat anders beweert, of Diederik Gommers of Marion Koopmans. De minister heeI de macht, de expert de autoriteit. Acceptabel. Het antwoord dat je geeI moet voldoende zijn om door de interviewer geaccepteerd worden. Bijvoorbeeld het overeenkomt met de opvalngen van zijn publiek. Of omdat het niet zo onbevredigend is dat het de moeite loont erop door te gaan. Een nieuwe vraag kan meer informaCe opleveren, of variaCe brengen in het gesprek, en de interviewer kan daar de voorkeur aan geven. Enkele voorbeelden van vervolgvragen en opmerkingen die je mag verwachten zijn: “Dat is niet het antwoord op mijn vraag. Mijn vraag is … “ (En de interviewer scherpt zijn vraag voor de duidelijkheid nog even aan waarmee hij jouw bewegingsvrijheid verder inperkt.) “Het kan toch niet zo zijn dat… “ (Waarna de interviewer de uiterste consequenCe trekt uit jouw antwoord in de wetenschap dat jij het daar ook niet mee eens zult zijn en jezelf gaat tegenspreken.) “Dus als ik het kort samenvat …. “(De interviewer herformuleert vervolgens jouw antwoord zodanig dat jij er ook niet achter kunt staan.) “Dus de conclusie is…” (De conclusie van de interviewer is dermate ongenuanceerd, dat je daar wel op moet reageren). “Precies! En daarom moeten we toch …” (Terwijl de interviewer je gelijk geeI, trekt hij je mee in een richCng die je niet in wilt slaan.) Lekker verhaal!
36
Marcel van den Berg
“Expert X zei daar iets heel anders over. Ik mag toch aannemen dat hij weet waarover hij praat! “(De interviewer verwijst naar een autoriteit die je niet kunt negeren.) “Dat kunt u wel zeggen, maar ondertussen denkt 90% van de bevolking daar totaal anders over.” (De interviewer refereert aan kuddegedrag). “Als u A zegt, moet u ook B zeggen”. (Dat beweert de interviewer, maar of dat moet is maar de vraag.) "Ja, ik hoor u denken…” (De interviewer legt je zijn antwoord in de mond, terwijl jij nog nadenkt.) “In alle eerlijkheid, u moet toch toegeven dat …”(De interviewer probeert je toch toe te laten geven waarover je zelf anders denkt.) Het woord ‘eerlijk’ is dubieus. Voor oud-PVDA voorman Diederik Samsom was het een debeTechniek, waarmee hij zijn tegenspeler als oneerlijk wegzeTe. Als je zelf eens ‘in alle eerlijkheid’ iets gaat zeggen nam je het daarvoor kennelijk niet zo nauw met de werkelijkheid.
16. Rare wendingen en meer ongerief Wees de wijste als een interview een rare wending krijgt. Een interview kan om iets anders gaan dan om nieuws, een achtergrondverhaal of opinie. Het kan zijn dat een journalist vindt dat er een robbertje gevochten moet worden om de Lekker verhaal!
37
Marcel van den Berg
Toenmalig Minister Plasterk gaf PowNed de status van omroep. Er kwam een nieuwe geldstroom op gang en eeuwige dankbaarheid werd zijn deel. Moeilijk om nog serieus te nemen.
Lekker verhaal!
38
Marcel van den Berg
feiten in een belangrijke zaak boven water te krijgen. Een interview krijgt daarmee een theatrale wending. Want opeens strijden het Goede en het Kwade om de waarheid. En dat is vanouds een bekend thema. In zo’n interview staan tegengestelde belangen op het spel, die vertegenwoordigd worden door twee verschillende personages. Namens de Mens, de Maatschappij en het Volk Van Nederland: de interviewer. Daartegenover aan de andere kant, namens Het Kwaad, De Schuldige en de Oorzaak van Alles: Het Bedrijf. Het Goede valt het Kwade aan, en het Kwade verdedigt zich. Bij zo’n rolverdeling is het wel duidelijk wie de pineut is. Zo’n moddergevecht is spectaculair, maar laat de mens niet van zijn plezierigste kant zien. Stoten onder de gordel tellen mee en wie het hoofd van de ander lang genoeg onder duwt is de winnaar. Het is al met al niet erg fraai. Wil je in zo’n situaCe belanden? Natuurlijk niet. Maar kun je eraan ontkomen? Lang niet alCjd. Verstandige mensen hebben dan de neiging te proberen de schade zoveel mogelijk te beperken. Zij spelen dan de rol van ‘de wijste’ en proberen de stoten zoveel mogelijk te ontwijken. Terwijl ze daarmee de situaCe zo beschaafd mogelijk houden, kan het publiek anders over deze houding denken. Waarom laat jij over je heen lopen? Waarom kom je niet voor jezelf op? Wat een slappeling! Goede bedoelingen zijn niet alCjd voldoende. Soms moet je als geïnterviewde op je strepen gaan staan en een verbale kopstoot uitdelen. Daar is nooit iemand slechter van geworden.
Lekker verhaal!
39
Marcel van den Berg
Een langer durend interview vraagt een andere voorbereiding dan een kort, waarin je een statement maakt en dat misschien toelicht. Nu heb je een reeks sluitende betogen nodig.
Lekker verhaal!
40
Marcel van den Berg
Toenmalig VVD voorziTer Frits Bolkestein voelde zich plat gezegd grofstoffelijk genaaid door KRO verslaggever Frits de Poel. De Poel gaf geen krimp en Bolkestein heeP nooit meer en interview aan hem gegeven.
17. De Jij-bak en andere narigheid Je kent het debatje vast wel, tussen RuTe en Wilders: ”Doe normaal man!” roept Wilders. “Doe zelf eens normaal!” antwoordt RuTe. Het is aandoenlijk dat het poliCeke debat zich op een dergelijk niveau bevindt, maar je begrijpt: hier gaat het niet over de inhoud, maar wordt op de man gespeeld. Dit is de jij-bak: je oprechtheid wordt in twijfel getrokken, omdat je je niet gedraagt naar wat je zegt. In interviews, maar met name in talkshows die het minder van het gesprek en meer van het spektakel van de uitruil van meningen moeten hebben, kun je dergelijke persoonlijke aanvallen verwachten. De jij-bak. Stel dat je pleit voor vaccinaCe en de interviewer/host of een tafelgast roept: “Maar jij bent zelf niet eens gevaccineerd.” Je woorden en gedrag zijn natuurlijk inconsistent, maar dat doet niet af aan de validiteit van je argument. Wat lasCg wordt is: je hebt misschien gelijk, maar krijg je dat ook nog aan die tafel of in de huiskamers? De frontale aanval. De interviewer kan ook een directe aanval openen door jouw kennis, kunde of experCse in twijfel trekken. Stel dat je Lekker verhaal!
41
Marcel van den Berg
opnieuw pleit voor vaccinaCe en de interviewer/host of een tafelgast roept: “Maar jij weet daar helemaal niets van! Of ben jij zelf soms een viroloog?” Dat je zelf geen expert bent doet niet af aan de validiteit van je argument. Maar probeer maar eens geloofwaardig te blijven. De indirecte aanval. Stel dat je nog alCjd pleit voor vaccinaCe en de interviewer/ host of een tafelgast roept: “Maar jij verdient zelf aan die vaccinaCes!” Hij verwijt je zonder dat met zoveel woorden te zeggen, dat je hypocriet bent en het vaccineren alleen bepleit vanwege een ander, namelijk financieel belang. Ook hier geldt: dat doet niet af aan de validiteit van je argument, maar zie dat nog maar eens over de bühne te krijgen. Is hier nog een kruid tegen gewassen? Een voorbeeld uit een talkshow van Humberto Tan: “Dat is de grootste flauwekul.” Wanneer Humberto Tan door wil naar het volgende onderwerp kan Frits Wester het niet laten om een sneer richCng horecaman Khalid Oubaha te maken: “Ze zoeken een nieuwe minister van Volksgezondheid.” De ondernemer gaat er vervolgens met gestrekt been in: “En we zoeken een objecCeve journalist.” Oubaha refereert daarbij aan Westers’ verleden bij het CDA. Dat kan Wester niet over zijn kant laten gaan: “Wacht even, dit is wel een dingetje. (…) Hou op, man”, “Dat is de grootste flauwekul. (…) Ik vind dit zo flauw van je, echt.” Lekker verhaal!
42
Marcel van den Berg
Boontje komt om zijn loontje. Wie kaatst kan de bal verwachten Wester kreeg een koekje van eigen deeg. Een paar spreekwoorden die aangeven dat op de man spelen een valkuil is.
18. Het interview als theatervorm JournalisKek en theater zijn verwant. Beide vertellen een verhaal. Bij de journalisKek draait het om het relaas, bij het theater vooral om de dramaKek. Maar beide genres lopen weleens in elkaar over. In de jaren tachCg en negenCg ontstonden vrijere interviewvormen. De nauwelijks verstaanbare KRO medewerker Willibrord Frequin maakte het bont door van alles te verzinnen en voerde zelfs nephoofden op sterk water aan als bewijs voor een of andere trieste zaak. Fake News avant la legre. TV maker Pieter Storms meldde zich onaangekondigd aan de poort van bedrijven. Als een geschokte secretaresse van haar baas moest melden dat de baas afwezig was, kon Storms tegenwerpen: ”Maar ik zie mijnheer gewoon lopen”. Zo wist hij zich toegang te verschaffen tot aandeelhoudersvergaderingen waar hij helemaal niet gewenst was. PorCers, beveiligers en ook voorzigers van Raden van Commissarissen hadden vaak geen idee hoe zij met hem moesten dealen. Met de komst van omroep PowNed kreeg Rutger Castricum de gelegenheid deze interviewsCjl verder te verfijnen, met een verbluffend theatraal effect. De ontmaskering van de macht bleek voor velen interessant. Minister Ella Vogelaar werd een naConale bekendheid doordat zij hardnekkig weigerde de Lekker verhaal!
43
Marcel van den Berg
opdringerige vragen van Castricum te beantwoorden. De woordvoerder van de Gemeente Amsterdam die werd opgetrommeld om Castricum te woord te staan bij ‘Rokjesgate’ werd uitgelachen door vakgenoten. In de loop der jaren zijn maakte het Fenomeen heel wat slachtoffers. Zo had de woordvoerder van een seminar van voorlichters die bijeenkwamen om over het Fenomeen te debageren geen flauw idee hoe met het Fenomeen zelf om te gaan toen Castricum zich bij de entree van het seminar meldde. Datzelfde gold voor de medewerkers en mediatrainers van de Media Academie in Hilversum, waar toenmalig voorziger van Groenlinks Bram Ojink zijn mediaoptreden voorbereidde. Het Fenomeen meldde zich aan de deur, liep de gangen door en vond het kamertje waar Ojink zat. Ook hier manifesteerden de communicaCemensen zich hier als keurige lieden die tegenover deze vorm van brutaliteit geen houding wisten aan te nemen. Filosoof Andreas Kinneging wist dat wel en sloeg het filmploegje van PowNed de trap af. Niet zo goed voor zijn reputaCe maar wel ‘Goeie TV!’. Bewindslieden en parlementariërs die meegingen met de grap die Castricum voor hen in pego had zoals Arie Slob, wisten de vrolijke babbels in hun eigen voordeel te gebruiken en vergroogen daarmee hun populariteit. Dat zijn de keuzemogelijkheden in dergelijke situaCes. Het is raadzaam die keuze snel te maken en het liefst vooraf. De nieuwste verschijningsvorm van het interview als theater is “Clown Jari op het Binnenhof”. PoliCe worden hier door een interviewer met clownsuitmonstering benaderd. De één laat het aan zich voorbijgaan, de ander gaat mee in het spel. Misschien onder het mogo “Media-aandacht is aandacht”. Lekker verhaal!
44
Marcel van den Berg
Een talkshow is een show, geen journalisCek, ondanks het feit dat er nieuws wordt gemaakt en wordt besproken. Het gaat om het vermaak en daar heb je een lach voor nodig. Lekker verhaal!
45
Marcel van den Berg
Bij het interview als theater heb je de keuze om in de grap mee te gaan of niet. Wie meegaat moet doorgaans een ander slachtoffer zoeken om samen af te zijken. Als je niet meegaat moet je je snel van de cameraploeg losmaken. Weglopen doe je niet. Zeker niet rennend met wapperende jaspanden, zoals ooit een zelgenoemde therapeut deed, die geen zin had Frequin te spreken op een winderig lokaal treinstaKonnetje.
19. Een show is geen journalis7ek Barend & Van Dorp was de eerste echt Nederlandse talkshow. Een mix van bravoure, beschouwing en nieuws. Nog alKjd bepaalt die mix het succes van TV-talkshows. Toch gaan er gasten heen die verwachten dat ze een journalisKek interview krijgen. Een talkshow is per definiCe theater. Er wordt gelachen en gehuild en intens meegeleefd met personen die iets meemaken waarvan je als kijker graag verschoond blijI. Desondanks benaderen veel mensen zo’n show als een journalisCek pla~orm. Dat is het niet, ondanks het feit dat je het kunt gebruiken voor je eigen communicaCe en dat er sprake kan zijn van het bespreken van nieuws en het uitwisselen van opinies. Meedoen kan renderen. Er zijn mensen van wie de bekendheid zonder die shows een stuk lager zou liggen. Zoals de bekendheid van wijlen Peter R. de Vries die avond aan avond te zien was bij diverse omroepen en programma’s, of die van Sywert van Lienden die onder Lekker verhaal!
46
Marcel van den Berg
andere daardoor in één klap miljoenen kon verdienen aan zijn mondkapjesdeal. Bij zo’n talkshow is het verstandig je er van tevoren van te vergewissen wie er allemaal aan tafel komen. Misschien kun je in gesprek met mensen waar je je aan kunt spiegelen. Maar er kunnen ook types aanschuiven waar je je niet mee wilt vertonen. Aan een talkshowtafel kan het er verhit aan toe gaan. Het is tensloge een show. Tegenwoordig komt het ook in Nederland voor dat gasten het bij zo’n show voor gezien houden. De ‘ambtsdrager’ Baudet heeI dat meer keren gedaan. Uit de reacCes blijkt dat veel tegenstanders dat een zwaktebod vinden, terwijl de eigen achterban dat vooral stoer vindt. Wat overigens weer eens laat zien dat het tegenover elkaar stellen van die meningen niet leidt tot veranderende opinies, maar slechts tot het bevesCgen van de bestaande. Maar dat terzijde. Als mede-gast in zo’n show moet je daar natuurlijk direct op reageren. Wat zou jouw reacCe zijn? Het is verstandig daar vooraf bij sCl te staan. Hou er rekening mee dat jouw onderwerp nauwelijks aan bod komt. De actualiteit kan anders beslissen. Ondertussen zit je dan wel aan tafel en kun je een rol spelen. Als je dat doet mag je misschien vaker meespelen. Doe je het niet, dan was het misschien de laatste keer. Aan jou de keuze.
Lekker verhaal!
47
Marcel van den Berg
Lekker verhaal!
48
Marcel van den Berg
20. Schoenmaker hou je bij je leest Schoenmaker hou je bij je leest. Ga in op de kwesKes waarvoor je bent uitgenodigd. Niet op zaken waarin je geen expert bent. Laat dat over aan de zangers en andere BN’ers die grossieren in meningen over van alles en nog wat. Aan de vaderlandse talkshowtafels kan het gezellig worden. Voor je het weet beland je in een gesprek waarop je je niet hebt voorbereid. Sterker nog: over een onderwerp waar je geen bal van afweet. Maar toch wordt ook jouw mening gevraagd. Geef die mening niet, als je er al een hebt. Misschien ben je een koning op jouw terrein, maar op andere gebieden ben je waarschijnlijk een nitwit en als dat blijkt doet dit af breuk aan je presCge. Praat dus alleen over zaken waar je verstand van hebt. Wimpel vragen naar andere onderwerpen beleefd en beslist af. Dat getuigt van wijsheid en is goed voor je reputaCe. Maar zelfs op je eigen terrein kun je niet alles weten, maar toch wordt het van je verwacht. Dus bereid je je zo goed mogelijk voor. Als je bijvoorbeeld expert bent in hoogbouw, dan weet jij daar ook alles van. Je weet hoe hoog de Eiffeltoren is en hoe hoog de Euromast. Je doet in je expertrol je best de indruk te wekken dat je niet voor niets in bent uitgenodigd. Maar toch: als er een moment komt dat je het echt niet weet, zeg het dan. Doe het onopvallend, zonder dat het aanstoot geeI en ontsla jezelf vanaf dat moment van de plicht alles te moeten weten. Lekker verhaal!
49
Marcel van den Berg
Hoe meer je een publieke figuur wordt hoe groter je bereidheid moet zijn om media te Lekker verhaal! 50 woord te staan.
Marcel van den Berg
Weet je het niet, ondanks je experKse, zeg dan iets waar je wel wat van weet. Wordt daar geen genoegen mee genomen, zeg dan niet alleen dat je iets niet weet, maar geef daarvoor ook een verklaring.
21. De handel in meningen Kim PuTers vermeed als directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau talkshows omdat ze handelen in meningen en hij wetenschappelijke inzichten wilde delen. Hij widel niet dat inzichten worden gelijkgesteld aan meningen. “Ik wil vertellen wat er vanuit wetenschappelijk onderzoek in de samenleving te zien valt en dat is iets anders dan het reageren op meningen.” Waarom zagen we Kim Pugers niet vaak in Talkshows terwijl hij wel dagelijks aanvragen kreeg? “Ik heb dat heel bewust gedaan, om twee redenen. Het eerste is dat ik het mijn baan vond en vind om, zeker in crisisCjd, de regering en de Tweede Kamer te adviseren. En dat kan je niet doen als je iedere avond op televisie gaat zigen, want je moet ook een vertrouwensband houden en een goed gesprek blijven hebben. En als je dan ‘avonds iets anders gaat zigen zeggen dan dat je misschien de andere dag… dus. Dat was reden één, maar de twee reden, die ligt aan de kant van de media, die van jullie zelf. Ik vind niet dat dat wat ik te vertellen heb op gelijke voet staat met zo maar een opvalng van iemand anders. Wij vertolken wetenschappelijk onderzoek en op het moment dat je iedere keer aan een talkshowtafel gaat zigen waarin allerlei meningen de revue passeren dan is het toch net dat wat ik zeg even goed een mening is. Dat vind ik een groot dilemma, dus ik zeg niet dat ik het nooit doe, want ik schuif ook wel aan Lekker verhaal!
51
Marcel van den Berg
want ik wil ook kennis delen, en ik vind het belangrijk dat Nederlandsers kennis hebben van onze inzichten, en tegelijkerCjd is de afweging om het maar niet te vaak te doen, omdat het anders toch een beetje sleets wordt, een beetje plat van daar heb je hem weer daar komt-ie weer babbelen. Het is belangrijk meningen te delen maar ik vind het belangrijk dat ik kan vertellen wat er vanuit wetenschappelijk onderzoek in de samenleving te zien valt en dat is toch iets anders dan het reageren op meningen. En dat vind ik iedere keer weer een afweging: draag je nu bij aan inzicht, lukt het mee de kijkers, de luisteraars te vertellen wat we weten, of ontstaat er het beeld dat er vooral meningen tegenover elkaar staan die met elkaar concurreren, nou en dat vind ik voor wetenschappelijk onderzoek ingewikkeld. Als een talkshow de ruimte neemt om iets uit te diepen, dan doe ik het ook weer wel omdat de combinaCe van gasten het mogelijk maakt een goed gesprek te voeren” BNR Big Five, 26 november, 36.30-39.30. 23.
22. Let op de 7jd Wees Kjdbewust. Het is belangrijk de Kjd in de gaten te houden. Bij een interview wil je weten dat er genoeg Kjd is voor de onderwerpen die jij aan de orde wilt stellen. Hou voor de lol eens bij hoe lang interviews duren waar je graag naar luistert of kijkt. Valt dat tegen? Hoeveel minuten waren dat? Of belangrijker nog, hoeveel zinnen? Je merkt: je hebt bij nieuwsitems nauwelijks de Cjd om een fatsoenlijk verhaal te vertellen. Lekker verhaal!
52
Marcel van den Berg
Het moet dus kort. Kijk naar het befaamde “Mand”- interview van Maxim Hartman met anCekverkoper Ben Strik. Een geintje, maar ook in deze grap schuilt een kern van waarheid. Verspil geen Cjd aan een inleiding. Duik er meteen in. Vertel jouw verhaal zo snel mogelijk. Dan heb je daar alvast geen zorgen meer over. De meeste mensen moeten daarvoor een drempel over. Ze vinden het onbeleefd om een vraag helemaal of deels te negeren en met iets anders op de proppen te komen. Het druist in tegen hun opvoeding. Aan die bezwaren kan ik alleen maar tegemoet komen door te zeggen:"Kleed het prelg in, maar kom wel direct met je verhaal.” Snel to the point komen, dat is even oefenen, maar uiteindelijk kan ook de meest meegaande mensen zich voor een moment asserKef gedragen. “Voordat ik daarop inga, moet ik je even iets heel belangrijks vertellen.” Ja, zo kan dat ook.
23. Wat is de taal van jouw publiek? Het verhaal dat je vertelt is bestemd voor een bepaald publiek. Soms is ‘iedereen’ de doelgroep, maar meestal gaat het om een specifieke doelgroep. Stem je hele optreden op hen af. Het is essenCeel dat de journalist aan zijn trekken komt, maar voor jou is het vooral belangrijk dat jouw eigen publiek je boodschap hoort, begrijpt, ermee instemt en er desnoods naar handelt. Dat betekent niet alleen dat de lijn van dat verhaal jouw publiek is afgestemd, maar ook dat je de taal van jouw publiek spreekt: weet waar dat publiek mee te kampen heeI, welke dilemma’s er spelen enzovoorts. Lekker verhaal!
53
Marcel van den Berg
Lekker verhaal!
Beeldvorming ontstaat door uiterlijkheden en gedrag. Een reputaCe verwerf je met gedrag en 54 Marcel van den Berg woorden.
Tweede Kamerlid Caroline van der Pas is hier een meester in. Zij weet doorgaans het belang van haar achterband aan de orde te stellen, ook wanneer dit niet direct de vraag is. Daarbij weet ze ook nog afstand te nemen van opvalngen onder die doelgroep die niet de hare zijn. Jij hoeP niet één van hen te zijn, maar men moet wel het gevoel krijgen dat jij van de hoed en de rand weet en dat je er bij hoort.
24. Zwamtaal! Er bestaan zoveel verschillende interpretaKes van de Nederlandse taal, dat een gesprek flink kan schuren zonder dat de deelnemers zelf dat merken. De toehoorder blijP dan verbijsterd achter. Spreek dus duidelijke taal! Eenduidig, niet voor meer uitleg vatbaar. Veel mensen maken zinsconstrucCes die niemand kan volgen, omdat ze niet kloppen. Ze kiezen woorden waarvan ze de juiste betekenis niet kennen. En wat nog slechter is voor de kwaliteit van de communicaCe: ze gebruiken spreekwoorden die niet bestaan of knopen de helIen van twee spreekwoorden aan elkaar waardoor hun bedoeling volstrekt duister blijI. De verwarring wordt compleet als ze een spreekwoord gebruiken in de tegenovergestelde betekenis. Zo kan een behoorlijke spraakverwarring ontstaan tussen interviewer en geïnterviewde. Dat kan knap irritant zijn. Helemaal als de geïnterviewde de interviewer verwijt dat hij de betekenis van zijn woorden uit de context had kunnen Lekker verhaal!
55
Marcel van den Berg
Lekker verhaal!
Hoe jouw informaCe door het publiek wordt ontvangen wordt ook bepaald door de manier waarop het wordt 56 Marcelingeleid van den Berg
opmaken. Een journalist moet soms een duivelskunstenaar zijn om de juiste betekenis uit een woordenbrij te desClleren! Niet alleen een journalist heeI het moeilijk met zulke zwamtaal, het publiek ook. De taalvaardigheid neemt in Nederland in rap tempo af. Het funcConeel analfabeCsme ligt bij schoolverlaters op 15%. Spreek dus klare taal! Daar zijn vuistregels voor. Om er enkele te noemen: hou je zinnen kort. Kun je het in zes woorden zeggen? Doe dat dan! Zigen er tussenzinnen in je antwoorden? Haal ze eruit. Er zijn nauwelijks mensen die dat kunnen volgen. Lange woorden, van vier legergrepen of meer? Weg ermee. Leenwoorden uit andere talen, in het bijzonder de klassieke? ‘No Go’- area. Dubbele ontkenningen? Onbegrijpelijk. Als je het woord voert in de media wil je begrijpelijk zijn. Dat stelt eisen aan je taalgebruik. De grote kunst is je helder uit te drukken met een beperkte woordenschat, zodat de grootste gemene deler van het publiek je leTerlijk kan verstaan.
25. The devil is in the details Er zijn situaKes waarin je er niet aan ontkomt jouw kennis van de materie vooraf goed te evalueren. Vooral wanneer jij in de rol van expert een interview geeP. ‘The devil is in the details’ en dat is zeker zo als jij wordt gevraagd omdat je expert bent. Je moet dan veel meer inhoudelijke bagage hebben dan jouw interviewer. Je zou kunnen denken dat jij als goed ingevoerde woordvoerder vanzelfsprekend meer weet dan een journalist die maar Lekker verhaal!
57
Marcel van den Berg
beperkt Cjd heeI om zich voor te bereiden. Maar met die gedachte kun je van een koude kermis thuiskomen. Interviewer Kockelman is een van de weinigen in Nederland die zijn gesprekspartners het vuur na aan de schenen legt. Hij heeI daar duidelijk plezier in. Hoe meer de geïnterviewde in het nauw komt, hoe sneller het spervuur van vragen op hem a€omt. Dat is niet alleen de verdienste van de interviewer zelf, maar ook van de redacCe die het gesprek voorbereidt. Zo’n redacCe heeI een fijne neus voor zaken die lijken te ontbreken, feiten die elkaar tegenspreken en, nog leuker, andere experts die jou tegenspreken. En dan hebben we het niet alleen over de grote lijnen, maar ook over de details. Stel dat jij net dat ene detail niet weet dat zet vraagtekens bij jouw deskundigheid. Dat wil je niet. Ken dus de feiten die er in jouw geval toe doen. Namen en rugnummers graag! Interviewer Jeremy Paxman van de Britse staatsomroep BBC besprak een nieuwe wet om immigraKe uit de gemenebestlanden met toenmalig premier Tony Blair. Blair gaf geen antwoord op de vraag hoeveel immigranten er per jaar het Verenigd Koninkrijk binnenkwamen. Hij praaTe er omheen, leidde af, kwam met algemeenheden. Tot Paxman het interview beëindigde met de opmerking: “ik heb u Ken keer gevraagd over hoeveel immigranten het gaat. U heeP duidelijk geen enkel idee waarover u praat.” Zo wil je niet de geschiedenis in gaan!
Lekker verhaal!
58
Marcel van den Berg
26. Beweren is goed, bewijzen is beter Als je iets beweert, moet je dat kunnen staven. Wat veel mensen zich in berichtjes op social media permiTeren, moet jij vooral laten: onzin debiteren zonder spoor van bewijs. Zoals dat de Amerikaanse verkiezingen zijn gestolen. Of dat er chips in vaccins ziTen. Een interviewer zal korte meTen maken met een bewering die nergens op is gestoeld. Heb jij ook wel eens twijfels bij wat iemand zegt? Dan wil je graag het bewijs zien dat het klopt. Hoe sneller, hoe beter. Voor een journalist is dat niet anders. Het is tensloge zijn beroep. Zorg er dus voor dat je dat bewijs bij je hebt of ernaar kunt verwijzen. Je verwijst mijn voorkeur naar een openbare bron. De zin “uit onderzoek blijkt” is geen bewijs. Hoe kun je iets aantonen? Als je bijvoorbeeld zegt dat je met PoeCn in zijn datsja bent geweest, laat je een selfie zien waarop je met PoeCn poseert. Als je beweert dat jouw bedrijf beter draait dan ooit tevoren, toon je het overzicht van omzet en winst van de afgelopen jaren. Als je beweert dat jouw beursgang niet door gaat omdat het vertrouwen van de financiële markten is verminderd, laat je zien waaruit dat blijkt. Daarmee voorkom je acCef dat aan jouw woorden getwijfeld wordt. En daarmee aan jou als betrouwbare gesprekspartner. Dat is ernsCger, want een dergelijke twijfel is dodelijk voor je reputaCe. Toen de CEO van Coolblue de beursgang a•lies omdat het financiële klimaat zou zijn veranderd, was de vraag natuurlijk wat er in de 14 dagen tussen de aan- en a€ondiging dan precies was veranderd. Niets eigenlijk. Behalve het vertrouwen in Coolblue zelf, dat moeite had met het opzegen van zijn Lekker verhaal!
59
Marcel van den Berg
Lekker verhaal!
60
Marcel van den Berg
Duitse tak. Investeerders bleken rusCg af te willen wachten of dat wel een succes zou worden. En zo werd de naam Coolblue in de media gekoppeld aan het woord debakel. Kort hierna introduceerde de CEO van Coolblue persoonlijk de Sintcoin. Grappig bedoeld, maar het zou eraan kunnen bijdragen dat het lasCger wordt hem serieus te nemen. Je hoeP het bewijs niet bij iedere bewering acKef naar voren te brengen, alsof je ervan uit zou gaan dat niemand je ooit gelooP. Maar hou het wel bij de hand, zodat je twijfels snel kunt wegnemen.
27. Geen commentaar is geen op7e Reageren op vragen van media mag, maar moet niet. Niet reageren lijkt bijna nooit handig. Vooral niet in de vorm van “Geen commentaar.” Wat nu als je besluit niet te reageren? Dat is op zich al lasCg, want als je kenbaar maakt dat je niet gaat reageren is dat… ook al een reacCe. Je kunt er dan voor kiezen iedere vorm van reacCe achterwege te laten, maar dat wordt een spelletje ‘hide and seek’. Opeens lijkt de benaderbare en betrouwbare woordvoerder die je alCjd bent geweest van de aardbodem verdwenen. Je beantwoordt geen mails meer, geen whatsappjes en neemt niet de telefoon op als de journalist belt, maar bent wel steeds in gesprek. Dat valt op. En uiteindelijk staat er onder het bericht: “hield zich onbereikbaar voor commentaar”. Dat is ook niet de bedoeling. Lekker verhaal!
61
Marcel van den Berg
Maar waarom reageer je dan niet? Kun je misschien iets over die reden vertellen? En als je nu niet reageert, kun je dan een schalng geven wanneer je dat wel zou kunnen doen? Niet kunnen reageren heeI vaak te maken met een bezwaar van een jurist of een verzekeraar. Een reacCe zou een toegeving zijn en een toegeving is een erkenning en een erkenning is een schuldbekentenis en een schuldbekentenis kost geld en… wij zijn er niet voor om met geld te lopen strooien. Kun je geen reacKe geven? Zeg dan wat je daarvan weerhoudt. Er zijn redenen die iedereen kan begrijpen en accepteren.
28. Vijf No Go Areas Er zijn zaken waar je van weg moet blijven. Hier zet ik de belangrijkste No Go Areas voor je op een rij. Speculeren. Het is verleidelijk om te gaan speculeren als je wordt gevraagd wat jij zou doen in een bepaalde situaCe. Of wat je zou doen als je in de schoenen van iemand anders zou staan. Zo kreeg Sigrid Kaag de vraag of zij zou zijn afgetreden als ze in de posiCe van Ruge had verkeerd, die op dat moment premier was. Zij ging daar niet concreet op in, maar stelde zich op een moreel hoger plan, waardoor je als toehoorder de conclusie kon trekken dat zij wél aan haar stugen zou hebben getrokken. Daar zou zij nog vaak aan worden herinnerd en de uitspraak speelde een rol bij haar eigen besluit haar ministerschap neer te leggen.
Lekker verhaal!
62
Marcel van den Berg
Speculeren is en blijI gevaarlijk. Het brengt je af van de realiteit en je eindigt in een fantasie. Voor je het weet zeg je wat je zou doen in een bepaalde situaCe en wordt je geconfronteerd met een vergelijkbare situaCe uit het verleden waarin je dat helemaal niet hebt gedaan. Fabuleren. Net zo link is het om zelf maar wat te gaan fantaseren. Bijvoorbeeld omdat je geen zin hebt toe te geven dat je ergens niets van weet. Toenmalig parlementariër John Leerdam ging ooit helemaal mee met de vragen van een interviewer, die expliciet bedoeld waren om hem erin te laten lopen. Het was een komisch item. Geintje. Leerdam ging al snel iets vinden van een niet-bestaand nummer van een nietbestaande band. Het ging inhoudelijk helemaal nergens over. Maar het zei wel iets over zijn persoonlijkheid. Wat begon als een wat lullig itempje eindigde ermee dat hij te licht werd bevonden voor de funcCe van kamerlid. Het kosge hem zijn zetel. Over de datsja van Halbe Zijlstra heb ik het al gehad. Maar het kan geen kwaad deze groteske fabulant als waarschuwing nog eens in herinnering te brengen. Dilemma’s oplossen. Het is een vast format voor programma’s. Het dilemma. Als geïnterviewde moet je “ja” of “nee” zeggen op een vraag. Soms mag je dat toelichten of achteraf nuanceren. Als je het format kent en het hebt geaccepteerd vloeit daar verder geen bloed uit. Maar wanneer zo’n A of B vraag plotsklaps op je bord belandt, wil je daar niets mee te maken hebben. Je hoeI zo’n vraag natuurlijk niet te beantwoorden. In de meeste gevallen moet je dat ook vooral niet doen, omdat beide keuzes niet OK zijn.
Lekker verhaal!
63
Marcel van den Berg
Lekker verhaal!
64
Marcel van den Berg
Vooruitlopen. Het is soms bijna onvermijdelijk om vooruit te lopen op een situaCe. Bijvoorbeeld omdat je hebt afgesproken alleen in een bepaalde situaCe iets te zeggen. Wat doe je dan als een journalist je vertelt dat die situaCe zich zojuist heeI voorgedaan? De spontane reacCe lijkt: zeggen wat je dan naar voren zou willen brengen. Maar de voorzichCgheid gebiedt: zeg niets vóórdat jij zekerheid hebt. Dat deed Wouter Koolmees heel goed toen een journalist hem vertelde dat Sigrid Kaag de Tweede Kamer zojuist had geïnformeerd dat hij niet opnieuw minister wilde worden, en dat hij zijn funcCe als minister zou neerleggen als de Kamer hem tot informateur zou benoemen. Frame overnemen. Lang voordat het begrip ‘framing’ in zwang kwam, waarschuwde de taalkundige Noam Chomsky er al voor dat je nooit het gezichtspunt moet overnemen dat je tegenspeler gebruikt. “Als je dat doet, hoef je verder niets meer te vertellen”, zei Chomsky, “je hebt dan bij voorbaat verloren”. Het werkt zo. Als een kamerlid een minister landverrader noemt, omdat hij onderwijsorganisaCes in Afghanistan steunt, moet die minister niet in de openstaande val trappen en ontkennen een landverrader te zijn. Iedereen die het debat heeI gevolgd, zal hem met dat begrip blijven associeren. Ook als diezelfde mensen ervan overtuigd zijn dat de minister inderdaad geen landverrader is. Een bankier die van fraude beschuldigd wordt, moet niet tegenspreken dat hij met zijn vingers in de kas heeI gezeten. De minister en de bankier moeten hun eigen zienswijze geven op de situaCe die aanleiding was om het negaCeve frame te kiezen. Afwezige derde. Lekker verhaal!
65
Marcel van den Berg
Een interviewer kan je een uitspraak voorhouden van een ander. Dat kan een juist citaat zijn. Maar het kan net zo goed zijn dat die persoon het anders heeI gezegd, of anders heeI bedoeld. Als je die uitspraak niet kent kun je er beter niet op reageren. Zoals in het voorbeeld hierboven, met Wouter Koolmees. Ik heb een mediatraining gehad en daarin is me verteld dat ik geen antwoord moet geven op een wat-als-vraag, hoorde ik Johan Remkes ooit zeggen. Wat u mij nu vraagt is zo’n wat-alsvraag. Dus daarop moet ik u het antwoord schuldig blijven. Dat vond ik een vrolijke droog-komische manier om met zo’n vraag om te gaan. Het Gronings accent ondersteunde dat perfect.
29. Slimme blok- en brugzinnen Een interview kun je sturen met blok- en brugzinnen. Sommige kun je alKjd gebruiken. Besteed vooraf Kjd aan het bedenken van zinnen die je in een specifieke situaKe kunt gebruiken. Het interview kan een kant opgaan waar jij niet heen wilt. Hoe voorkom je dat? En hoe kom je weer op het onderwerp waar jij het over wilt hebben? Door dat verkeerde pad af te blokken en verbaal een brug te slaan naar jouw kernboodschap. Je hoort zo’n bruggetje vaak aan het einde van het journaal, als de nieuwslezer via een aardig zinnetje bij de weerman uitkomt. Bij voorbeeld: “De beurskoersen zijn gedaald, maar bij het weer is van een temperatuurdaling voorlopig geen sprake.”
Lekker verhaal!
66
Marcel van den Berg
Het blokken kan verbaal en non-verbaal. Mark Ruge kan ieder onderwerp weglachen. Zonder inhoudelijk iets te zeggen, weet de interviewer dat hij geen schijn van kans maakt op een zinnig antwoord. Anderen fronsen hun wenkbrauwen in de wetenschap dat dit een afdoende signaal is. Soms moet je duidelijk zeggen dat je niet ingaat op een vraag. Het is beter te zeggen dat je het ergens niet over gaat hebben, dan dat je daar voortdurend omheen draait. Die onduidelijkheid is niet alleen vervelend voor de interviewer en het publiek, je komt dan ook over als een slappeling of draaikont. Maak duidelijk dat je er niets over gaat zeggen, doe dat zo posiCef mogelijk en reik een andere opening aan. Wat voor bruggetjes kun je bouwen? ik onderscheid het voordringende, bevesCgende aanvaardende en ontkennende bruggetje. De zinnen zijn voorbeelden. Iedereen kan vóór een interview zelf de meest toepasselijke bruggetjes bedenken. Voordringend. “Eerst even dit. … ” “Eens. Voordat we daarin duiken …” “Voor de kijkers thuis, je moet weten dat…” “ Zeker! Even een klein zijstapje, het is natuurlijk zo dat …” BevesKgend. “ Ja, dat zou ik misschien wel willen, maar de realiteit is dat…” “Ja, dat zou je denken. In de realiteit…” “Ja, dat lijkt te mooi om waar te zijn, en dat is het ook, want…” Aanvaardend. “Inderdaad. We moeten natuurlijk niet vergeten dat… “ Klopt. Het eerlijke verhaal is echter dat …” “Terecht. Op zich kan ik het daarmee eens zijn, maar…” Lekker verhaal!
67
Marcel van den Berg
Help de journalist bij zijn ‘reis’. Lekker verhaal!
68
Marcel van den Berg
Ontkennend. “Nee, dat lijkt maar zo. Hoe het werkelijk is …” “Nee, dat is niet mijn rol. Mijn rol is …” “Nee, dat is niet wat u vroeg. Het ging namelijk om …”
Lekker verhaal!
69
Marcel van den Berg
Deel 2, de presenta7e 30. De buitenkant In Deel 1 ging ik in op de manier waarop je dat verhaal construeert, het in de lucht houdt en verdedigt en op de mogelijkheden die je hebt om de omstandigheden waarin je dat verhaal met de media deelt naar je hand te zeTen. Het ging vooral over je verbale communicaKe. In deel 2 ga ik in op de buitenkant. Op de vraag hoe je dat verhaal ondersteunt met non-verbale communicaCe. Jij bent de boodschapper en hoe jij als boodschapper funcConeert heeI invloed op de acceptaCe van de boodschap, de geloofwaardigheid van die boodschap en het effect dat die presentaCe bewerkstelligt. Maar hoe wordt jij een effecCeve boodschapper? Hoe diep je innerlijke zielenroerselen ook zijn, hoe doordacht je morele overwegingen of hoe waardevol je inzichten ook mogen zijn, je publiek is daarin alleen geïnteresseerd als het jou als persoon aanvaardt. PoliCek filosofe Hannah Ahrendt heeI daarover inzichten ontwikkeld die ik deel. Kort gezegd komt haar zienswijze erop neer dat we met elkaar communiceren via de buitenkant. Via dat wat wij van elkaar waarnemen. Dat is de oppervlakte van ons mens-zijn. De buitenkant geeI ons dus als eerste toegang tot de binnenkant. Volkswijsheden onderstrepen dat. Zoals de uitdrukking: “Je hebt maar één kans om een eerste indruk te maken”. Die Lekker verhaal!
70
Marcel van den Berg
indruk vormen we in no-Cme en is bepalend voor onze verdere omgang. Ontwikkelen we een gevoel van sympathie, dan zoeken we toenadering. Bij anCpathie houden we afstand. Hoe dat werkt illustreert het stukje “de eerste indruk” waarin ik programmamaker Teun van der Keuken citeer. Als je een interview geeI wil je voor alles een gevoel van sympathie oproepen bij de journalist, de lezers, de luisteraars en de kijkers. Zodat zij openstaan voor wat je te zeggen hebt. Dit deel gaat over die waarneembare buitenkant. In het communicaCedashboard dat aan het einde aan de orde komt behandel ik in de eerste, rode regel wat jij communiceert door je verschijning, mimiek en gebaren. In de tweede, blauwe regel ga ik in op de manier waarop je communiceert door de manier waarop jij je kleedt, de omgeving die je kiest en de voorwerpen waarmee jij je omringt. En in de derde, gele regel bespreek ik de de opstelling die je kiest, de verwoording en de techniek om jouw kernboodschap effecCef te brengen. Met uiterlijkheden kun je verwachCngen managen. Als jij als schrijver m/v/enz gekleed volgens de gemiddelde norm van deze Cjd, een interview op camera geeI in jouw klassiek ingerichte woning en de journalist verwelkomt met een glimlach op je gezicht, wek je de verwachCng dat dit een keurige, middle of the road conversaCe wordt. Het tegenovergestelde verwacht je van een kunstenaar in een morsige pyjama, die rokend op een bed dat vol ligt met een laptop, telefoon en een opengeslagen doos vol pizzaresten, met een ontevreden uitdrukking op zijn gezicht het gesprek met een journalist aan gaat.
Lekker verhaal!
71
Marcel van den Berg
Lekker verhaal!
72
Hoe jouw boodschap wordt ontvangen wordt mede bepaald door een groot aantal convenCes. Marcel van den Berg
Wat je naar buiten toont, zegt iets over je innerlijk, over wie je bent. Die interpretaKe is adankelijk van de cultuur, de omstandigheden en de Kjd. Er zijn allerlei convenKes waarmee je rekening kunt houden.
31. Vertrouw op je lichaamstaal Mensen zijn zoogdieren en vertonen het gedrag dat zoogdieren kenmerkt. We kijken eerst naar de fysieke acKes en reacKes van anderen en pas in tweede instanKe luisteren we naar wat wordt gezegd. Lichaamstaal vinden we betrouwbaarder dan gesproken taal. En dat betekent nogal wat voor mensen die met anderen willen communiceren. Op de vraag “Hou je van me?” is alleen “Ja” geen bevredigend antwoord. Het is onvoldoende betrouwbaar. Maar wie reageert met een blik, een aanraking of andere inCmiteiten geeI wél een betrouwbaar antwoord. En zo is het met alles. Lichaamstaal gaat vóór gesproken taal. Lichaamstaal kan alle zintuigen van de ander prikkelen. Het kan iets laten zien, horen, voelen, ruiken en proeven. Niet dat je dat bij ieder interview moet doen, natuurlijk Voor opCmale betrouwbaarheid moeten beide talen met elkaar overeenstemmen. Dat lukt mensen die een interview geven lang niet alCjd en daarmee creëren zij onmiddellijk een betrouwbaarheidsprobleem. Zenuwen spelen daarbij een rol. Iemand die zich ongemakkelijk voelt voor een camera kan geruststellende woorden uitspreken, maar niemand zal dat optreden als geruststellend ervaren. Lekker verhaal!
73
Marcel van den Berg
Het is dus belangrijk jouw eigen lichaamstaal te kennen, zodat je weet wat er uit jouw non-verbale communicaKe spreekt. Video feedback is daarbij essenKeel.
32. Wat vertelt jouw verschijning?
Hoe geloofwaardig is burgemeester Bruls als hij iets over gezondheid beweert?
Je lichaam vertelt onmiddellijk een verhaal over je: jij bent wat anderen in je zien. Mensen trekken vergaande conclusies op basis foto’s. Lekker verhaal!
74
Marcel van den Berg
Gender, leeIijd, omvang, lengte, noem maar op kunnen snel worden ingeschat. Ook worden direct conclusies getrokken over eigenschappen. Of je aardig zou zijn. Of aantrekkelijk. Of je geloofwaardig bent of niet. Bijvoorbeeld: is de obese burgemeester Bruls van Nijmegen de aangewezen persoon om over coronabeleid te spreken? Of ondergraaI zijn lichaamsomvang per definiCe zijn geloofwaardigheid als spreker over gezondheidszaken? Sommige fysieke zaken kun je niet of nauwelijks beïnvloeden, andere wel. Dus is het belangrijk erover na te denken hoe jij wilt dat anderen jou zien en hoe je jouw verschijning daarvoor kunt inzegen en desnoods aanpassen. Dat je ver kunt gaan in het aanpassen van je verschijning aan het beeld dat je wilt tonen laten tal van selfies zien van mensen die hun uiterlijk hebben veranderd zodat ze sprekend lijken op Barbie, Ken of Kim Kardashian.
33. Wat je houding vertelt Als je iemand waarneemt zie je zijn lichamelijke kenmerken en lichaamshouding in één oogopslag. Liefde op het eerste gezicht, kan jouw reacKe zijn. Maar wat die ook is: daardoor krijg je een eerste indruk, en die is heel bepalend voor je waardering voor die persoon. Is de indruk gunsCg, dan ben je geneigd de uiCngen van die persoon posiCef te waarderen en andersom. Die lichaamshouding kun Lekker verhaal!
75
Marcel van den Berg
Presentator Bas van Werven veranderde zijn verschijning door een maagverkleining.
je voor een belangrijk deel naar je hand zegen. Je kunt bewust een bepaalde houding aannemen. Zo trainde ik een kleine vrouw, die moeite had aan het woord te komen. Ik liet haar videobeelden zien die we van een oefening hadden gemaakt. Behalve dat ze klein was, zat ze achtrover geleund in haar stoel. Alleen haar hoofd en een deel van haar schouders kwamen boven de tafel uit. Geen wonder dat ze niet snel werd opgemerkt. We hadden daarvoor een eenvoudig recept: ga op een kussen zigen. Zit rechtop. Leun voorover om opgemerkt ter worden en gebruik je stem. Neem luid en duidelijk het woord. Natuurlijk hielp dat. Wie opgemerkt wil worden moet aanwezig zijn. Présence noemen we dat.
Lekker verhaal!
76
Marcel van den Berg
De lichaamshouding spreekt boekdelen. Onder lichaamshouding versta ik ook de stand van de armen. Sla je armen over elkaar en we ervaren dat als gesloten, verdedigend. Dat geldt ook als je staat en beide handen voor het kruis houdt. Alsof je een voetballer bent die bij een penalty een muurtje maakt. Het geeI een heel ander effect wanneer je diezelfde armen langs je lichaam houdt, of wanneer je ontspannen een arm in je zij zet. Dat wordt ervaren als een open houding. Of degene die bepaalde houdingen aanneemt dergelijke bedoelingen daarmee wil communiceren is niet van belang. Er zijn convenKes en als je daarmee rekening houdt kun je ze in je voordeel gebruiken.
34. Wat communiceren je bewegingen? Hoe je beweegt zegt anderen het nodige. Beweeg je snel of langzaam, houterig of soepel? Je dynamiek is aanleiding voor allerlei al dan niet juiste interpretaKes. Vergelijk de trage bewegingen van voormalig minister Grapperhaus met het snellere bewegen van eerste minister Ruge. Stel dat het land in nood is, wie zou er dan eerder in acCe komen? Fysieke dynamiek is veelzeggend. Het is niet voor niets dat Frits Wester aan het begin van zijn loopbaan als communicaCeman voor CDA-kandidaat voor het premierschap Elco Brinkman de ‘Brinkman-shuffle introduceerde. Een totaal mislukte poging om een totaal afwezige authenCeke dynamiek Lekker verhaal!
77
Marcel van den Berg
te suggereren. Je kunt je manier van bewegen aanpassen aan de situaCe, maar het moet wél jouw manier van bewegen blijven. Bij de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering placht de voorziger van de raad van bestuur de directeur aan te kondigen voor een toelichCng op het jaarverslag. De directeur stond na deze aankondiging op van zijn stoel op de eerste rij, ordende zijn papieren, nam ze onder zijn arm, liep bedaard naar het spreekgestoelte en stak na een korte pauze van wal met de woorden “Dames en Heren.” Hoeveel aangenamer werd zijn optreden toen we die papieren genummerd en wel voor hem klaar legden, hij al Cjdens de aankondiging naar voren snelde en het woord nam met een aansprekende zin. De ‘dames en heren’ hingen aan zijn lippen. Visuele media zijn steeds gevoeliger voor beweging. Nieuwslezers zaten nog niet zolang geleden achter een desk. Nu lopen ze heen een weer, en zien we hen steeds vanuit een ander camerastandpunt. Weermannen staan dan weer eens links, dan weer rechts van de weerkaarten. Alleen de verslaggeving vanuit ‘Den Haag’ is nog staKsch.
35. Verwerf vaardigheid in ziben en staan Wie rechtop op zijn stoel zit, wekt een andere indruk dan iemand die in zijn stoel hangt. En wie op en neer staat te wippen wordt anders ervaren dan iemand die met beide voeten op de grond staat. Lekker verhaal!
78
Marcel van den Berg
Ook daar besteed ik in trainingen aandacht aan. Het blijkt voor veel mensen lasCg om rechtop te staan of te zigen. Wat is mijn advies? Rechtop staan gaat het beste met voeten stevig op de grond geplant. Het gewicht 50:50 verdeeld over beide voeten. Dus niet: van de ene voet op de andere wippen. En ook niet het gewicht van het ene op het andere been verplaatsen. En al helemaal niet op één been gaan wiebelen. Camera’s houden niet van op en neer en heen en weer gaande hoofden. Als een cameraman een hoofd close in beeld wil brengen moet dat hoofd op dezelfde posiCe blijven. Doet het dat niet, dan moet hij uitzoomen. Op dat moment verlies je als je een interview een deel van je communicaCef vermogen. Kijk maar naar de wippende minister Hugo de Jonge. Tijdens trainingen oefenen we niet alleen in staan, maar ook in zigen. Iemand die een interview geeI wil meestal als een bereidwillige en betrouwbare gesprekspartner over komen. Dat bereik je door een acCeve houding. Je zit rechtop, je kunt je naar de interviewer buigen of je omdraaien naar een andere tafelgast. Je kun je armen en handen gemakkelijk gebruiken om je betoog ter onderstrepen. Dat kan niet als je jezelf hebt vastgezet. Bijvoorbeeld door met je ellebogen op een tafel te leunen. Of je rug te laten leunen tegen de rugleuning. Of met je benen over elkaar geslagen te zigen. Daarom is mijn advies: plaats beide voeten op de grond en je zitvlak op de zilng van de stoel. Het is ervoor gemaakt. Gerrit Zalm is klein en zorgde er als minister voor dat hij wat hoger kwam te ziTen bij TV-interviews. Nadien kreeg hij die service niet. Kort nadat hij minister-af was belandde hij bij Harrie Mens in een immense Chesterfield clubfauteuil. Er lag geen extra kussen in. Hierdoor boeTe hij fors aan gezag in. Lekker verhaal!
79
Marcel van den Berg
36. Ontwikkel je eigen gebarentaal Met de komst van de gebarentolk is duidelijk geworden dat je met gebaren daadwerkelijk een taal kunt spreken. Zo specifiek als gebarentaal is voor doven en slechthorenden, zijn de gebaren voor dagelijks gebruik niet. Dit zijn eenvoudige tekens die plaatselijk en cultureel verschillen. Als je gebaart, moet je dus de convenCes kennen. Bij media-optredens zie je vaak dat mensen ingestudeerde gebaren gebruiken. Ze steken bijvoorbeeld drie vingers op, als ze ergens drie argumenten voor hebben. Een authenCek gebaar komt vóór het woord. Je lichaam weet al wat je wilt uitdrukken voordat je daar de woorden voor hebt. Komt het gebaar na het woord, dan kun je ervan uitgaan dat het ingestudeerd is. Dat doet af aan de authenCeke beleving en dus aan de geloofwaardigheid. Je ontwikkelt een authenCeke gebarentaal door je verhaal te vertellen en te analyseren welke gebaren je wanneer maakt. Zijn die gebaren effecCef? Corresponderen ze met wat je zegt? Onderstrepen ze je betoog op de belangrijkste punten? Kun je nieuwe gebaren aan je repertoire toevoegen? Een gebaar komt ofwel authenKek over, ofwel als ingestudeerd. Dat is storend. Een ingestudeerd gebaarkan dus contraproducKef werken.
Lekker verhaal!
80
Marcel van den Berg
37. Let op storende gebaren Er zijn gebaren die je onwillekeurig maakt en die dus onbedoeld een signaal afgeven. Vaak duiden dergelijke gebaren op een moment van onzekerheid of niet-weten. Mensen zigen dan opeens aan hun neus, terwijl ze niet verkouden zijn. Ze grijpen naar hun nek. Denk aan de uitdrukking “Je kletst uit je nek.” Mensen halen ook wel hun hand door hun haar. Hoe dat wordt geïnterpreteerd blijkt wel uit de uitdrukking “Met de handen in het haar zigen”. Je moet ook jezelf niet “bij de neus nemen”. Van dergelijke onwillekeurige gebaren wil je je bewust zijn. In sommige situaCes is het voordelig ze te onderdrukken. Bijvoorbeeld als je stellig iets beweert. Dan blijf je af van neus, nek en haar. Ook al jeukt het aan alle kanten. Onwillekeurige gebaren kunnen ook door eigen toedoen ontstaan. Het schokschouderen bijvoorbeeld. Dat ontstaat wanneer je beide handenvol je lichaam in elkaar slaat terwijl je staat. Als je een onwillekeurig gebaar maakt terwijl je jouw handen hebt vastgezet, gaan je schouders omhoog. Dat schokschouderen is een gebaar dat past bij een vraag. Het is buitengewoon onhandig als je iets met stelligheid verkondigt, terwijl je schouders bewegen alsof je daar zelf vragen bij hebt. Wriemelen aan een trouwring is een onwillekeurig gebaar dat veel voorkomt. Sommige mensen zigen aan één stuk door aan hun trouwring, alsof ze zo steun verwachten van hun partner. Soms wordt de trouwring van de vinger gehaald en maakt die een reis door beide handen om uiteindelijk weer op de oorspronkelijke plaats te belanden. De spreker is zich van geen kwaad bewust. Zo’n reizende ring leidt geweldig af. Lekker verhaal!
81
Marcel van den Berg
Gebarentaal is deels fysiek en deels cultureel bepaald. De gebaren zelf verschillen in andere culturen niet eens veel van elkaar, maar de betekenis doet dat wel. Een Griek die gebaart dat je moet komen, maakt een gebaar dat in Nederland het tegenovergestelde betekent. En iemand die zijn hand met de wijsvinger omhoog steekt geeI in het ene deel van het land een waarschuwing, terwijl iemand op het plageland op die manier groet. Minder dan honderd jaar geleden bracht de landarbeider beleefd zijn hand naar zijn pet. Die landarbeider is er niet meer, maar het gebaar bestaat nog wel. In een van mijn trainingen stond Nederlander van Portugese origine er stoksCjf bij. Ook in zijn gezicht vertrok hij geen spier. Hij sprak, maar de woorden leken uit een beeld te komen. “Louis, méén je wat je zegt?” vroeg ik. “Laat je handen eens wapperen!” Louis was stomverbaasd. Hij vertelde dat je in Portugal juist alles onderstreept met handgebaren. Vlak bij het gezicht. Dat gaat aan één stuk door. Die handen wapperen als vogels door het beeld. “Ik moest dat afleren van mijn baas”, zei Louis. “Hij werd er gek van.” Wij spoorden Louis aan meer van zijn authenKeke zelf te laten zien. En aangezien hij al Kentallen jaren in Nederland werkte, vond hij een scala aan gebaren waarmee hij zich goed kon uitdrukken in de Nederlandse cultuur.
Lekker verhaal!
82
Marcel van den Berg
38. Laat zien dat je luistert Van alle hoofdbewegingen die je kunt maken overgaan naar de luisterstand een van de belangrijkste. Goed kunnen luisteren is immers een van de belangrijkste communicaKeve vaardigheden. Goed luisteren naar de interviewer, de gespreksleider of naar een andere tafelgast van een talkshow is essenCeel voor de manier waarop je jouw rol als representant van jouw bedrijf kunt invullen. Daarmee kun je alle kansen om deel te nemen aan dat gesprek registreren en bovendien kun je dat op de juiste manier doen als je goed luistert. Met een toepasselijke inhoud en dito emoCe. Dat is spreken met compassie. Dat je een ”luisterend oor” biedt kun je laten zien. Het hoofd enigszins schuin, de ander aankijkend, het lichaam naar de ander gericht. Dat is de ulCeme belichaming van luisteren. Dat je acCef luistert laat je daarmee ook op camera zien en de kijker zal dit registreren. Hoe negaKef het tegenovergestelde wordt ervaren, bleek toen voormalig PVDA hot shot Ad Melkert zich van Pim Fortuyn ameerde Kjdens een TV-uitzending. Het luidde het einde in Melkerts’ carrière, waarna hij verdween naar Washington en voorziTerschappen van adviesraden waarvan Nederland is vergeven.
Lekker verhaal!
83
Marcel van den Berg
39. Vermijd “Ja” zeggen en Nee” doen De andere twee belangrijke hoofdbewegingen zijn natuurlijk de bewegingen voor “ja”en “nee”. Het ja-knikken bij instemming en het nee-schudden bij afwijzing. Ook deze bewegingen zijn cultureel bepaald en hebben elders een tegenovergestelde betekenis. In de Nederlandse media zie je mensen het één zeggen en het ander doen. Meestal schudden ze in die gevallen “nee” met hun hoofd, terwijl ze “ja” zeggen. Dat zijn onwillekeurige hoofdbewegingen waarmee je jouw communicaCe kunt verstoren. Je weet zelf niet dat je het doet, totdat je een training volgt of een interview geeI en ziet wat er gebeurt.
40. Zijn het je ogen, is het je lach? Hoe meer een camera inzoomt hoe belangrijker gezichtsuitdrukkingen worden. Met 20.000 gezichtsspieren is het aantal mogelijk uitdrukkingen vrijwel eindeloos. Vandaar de uitdrukking “een gezicht spreekt boekdelen”. Wat zijn de belangrijkste uitdrukkingen voor jou als je een interview geeI? En wat doe je dan precies? In principe gaat het om de driehoek ogen en wenkbrauwen en de mond. De ogen zijn veruit de belangrijkste. Die wil een kijker kunnen zien. Brildragers staan daarbij op achterstand. Het frame kan de camera in de weg zigen. Brillenglazen weerspiegelen de lampen. Bijzienden krijgen kleine oogjes. Verzienden ogen in jampogen. Lekker verhaal!
84
Marcel van den Berg
De bril van Balkenende maakte oogcontact vaak onmogelijk.
Toenmalig premier Balkenende slaagde erin zijn randloze brilletje zo voor zijn ogen te plaatsen, dat zijn pupillen slecht te zien waren. Dat communiceert natuurlijk niet lekker. Heb je die achterstand niet, gefeliciteerd! Laat dan je ogen echt spreken. Draag je vaak een bril en soms contactlenzen. Vraag je dan af wat het effect op je gezicht is als je voor een interview lenzen in doet. Ga je met je ogen knijpen? Knipper je veel met je Lekker verhaal!
85
Marcel van den Berg
ogen? Kun je aan de huidskleur of kapsel zien dat daar normaliter een bril zit? Vergeet het dan. Ga niet op een konijn lijken dat verschrikt in de koplampen van een naderende auto kijkt. Het kan helpen als je wenkbrauwen de uitdrukking van je ogen accentueren. Kijk eens hoe je eruit iet als je je wenkbrauwen laat spreken. Laat ze vragen, spogen, serieus zijn of boos. Met je mond spreek je natuurlijk legerlijk. Maar ook zonder te spreken kun je met je mond van alles uitdrukken. Je mond toont dat je iets niet ziet zigen of dat iets je vrolijk maakt. Heb je zo je vragen bij wat een ander zegt?: Een vragende uitdrukking spreekt boekdelen. Vind je het belachelijk wat er gezegd wordt? Tover een misprijzende uitdrukking op je gezicht. Net als iedere andere taal moet je je gezichtsuitdrukkingen oefenen om jouw bedoelingen te communiceren. In trainingen, of maak zelf video’s met je telefoon.
41. Creëer een verstaanbaar eigen geluid Het is interessant voor interviewers, luisteraars en kijkers als je een onmiskenbaar eigen geluid kunt laten horen. Een eigen, herkenbaar geluid, dat je bij blijP. En dat natuurlijk verstaanbaar moet zijn. Verstaanbaarheid begint met hoorbaarheid. Als je iets van je wilt laten horen, moet je vooral je stem krachCg gebruiken. Dat is vooral een aanrader voor enigszins verlegen of Lekker verhaal!
86
Marcel van den Berg
bescheiden mensen. Als je iets te berde brengt, doe je dat luid en duidelijk. Je hebt présence. Je eist de aandacht op. Ook met je stem. Door er volume in te gooien. Soms krijg ik te horen dat iemand expres zacht spreekt, vanuit de gedachte dat mensen dan beter gaan luisteren. Omdat ze moeite moeten doen om die persoon te volgen. Lariekoek. Nooit doen!
42. Goed ar7culeren is een vereiste Als je een interview geeP wil je goed begrepen worden. Woorden goed verstaanbaar uitspreken is dan ook een must. Ook als je onder spanning staat. Dat vraagt om oefening. Terwijl je van jezelf vindt dat je prima bent te verstaan, kan iemand uit een ander deel van het land daar heel anders over denken. Bijvoorbeeld omdat je woorden samentrekt zodat het één woord lijkt, of omdat je het laatste deel van een langer woord nauwelijks laat horen. Of anderen kunnen vinden dat je binnensmonds praat, terwijl jij in alle ernst denkt dat je duidelijk spreekt. Ook daarvan moet je je bewust zijn. Neem je stem op. Dat kan met bijna iedere telefoon. Doe dat ook een keer als je moe bent en luister. Vraag om commentaar. Verbeter jezelf.
Lekker verhaal!
87
Marcel van den Berg
43. Hou een vast tempo door ademhaling Het tempo waarin je spreekt en je ademhaling hangen nauw samen. Met een goede ademhaling heb je invloed op je spreektempo. Je kunt het tempo aanhouden dat je wilt. Met een slechte ademhalingstechniek kun je gebrek aan zuurstof krijgen. Je hart gaat daardoor sneller slaan en je spreektempo gaat ermee omhoog. Je gaat hoorbaar naar lucht happen. Je haalt adem op verkeerde momenten in de zin. Met een goede ademhaling kun je wél een goed tempo aanhouden. Je kunt een zinsritme aanhouden dat je toehoorders al dan niet bewust herkennen. Daardoor kun je voorspelbare pauzes inlassen. Pauzes die je publiek insCncCef herkent. Met tempo, ritme en pauzes structureer je jouw verhaal. Je pauzeert bijvoorbeeld voordat je iets belangrijks gaat zeggen. Je last een pauze in nadat je iets hebt gezegd dat jouw publiek goed tot zich moet laten doordringen. En dat alles binnen het zinsritme dat jij goed aan kunt houden doordat je hart op normaal klopt.
44. Zet klemtonen en Intoneer Met voldoende lucht in je longen kun je je zinnen ook goed intoneren. Ook daarmee creëer je ritme en dus verwachKngen. Net als met de klemtoon waarmee je een woord benadrukt. De betekenis van een zin wordt anders wanneer je de Lekker verhaal!
88
Marcel van den Berg
klemtoon op een ander woord legt. En daarmee verandert automaCsch de verachCng over de volgende zin. Ik hou van mijn moeder - mijn broer doet dat niet Ik hou van mijn moeder - maar mijn vader is een lul Ik hou van mijn moeder - ze is echt een schat Ik hou van mijn moeder - die van jou is een bitch
Lekker verhaal!
89
Marcel van den Berg
SCjlicoon Iris Apfel maakt van grote brillen haar handelsmerk. Lekker verhaal!
90
Marcel van den Berg
45. Pas je uiterlijk zonodig aan De doorzichCge beugel van Maxima werd landelijk nieuws
Aan sommige aspecten van je verschijning kun je weinig doen, aan andere weer wel. Het is de moeite waard daar aandacht aan te besteden. Haar. Of je nu veel haar hebt of weinig, het is een van de eerste dingen die mensen registreren. Wat zegt het kapsel, de snor of baard over je? Zie je eruit zoals je eruit wilt zien? Gaan mensen jouw zien zoals je gezien wilt worden? Het gaat hier natuurlijk weer over convenCes. Ze verschillen per groep, posiCe, sociale status. Minister Hugo de Jonge kamt zijn haar zorgvuldig, laat een baardje staan en wordt vrolijk van zijn eigen schoenen. Waar de een een goed verzorgde man ziet, ontwaart een ander een ongelooflijke ijdeltuit.
Lekker verhaal!
91
Marcel van den Berg
Bril. Een bril kan de uitdrukking van een gezicht sterk beïnvloeden. Voormalig premier Balkenende leek de randloze bril alCjd iets afgezakt te dragen. De glazen verhinderden vaak dat je zijn pupillen zag. Die waren vanwege bijziendheid toch al kleiner dan zonder bril. In combinaCe met zijn haardracht zag de een in Balkenende een wetenschapper, de ander een nerd. Het 100-jarige sCjlicoon Iris Apfel maakte met grote brillen een statement. In Nederland doet Joep van ’t Hek dat. Wat er ook verandert, aan deze mensen verandert nooit iets. Ze zijn af. Sieraden. Tenzij je er een statement mee wilt maken ben je Cjdens een interview bescheiden met sieraden. Oorbellen, kelngen en armbanden: het is goed als ze je laten stralen, maar volstrekt ineffecCef als ze de aandacht opeisen. Het gaat immers om jou. Voor mannen geldt het horloge als belangrijkste sieraad. Er was een periode waarin ze steeds groter werden. Nu is de trend kleiner, maar nogsteeds volop aandacht trekkend. Vergeet zulke horloges. Stropdassen? Knoop ze niet te kort, dat ziet er niet uit, maar dassen die tot in het kruis hangen zijn ook weer geen gezicht. Kleding. Kleding die contrasteert met je omgeving laat je eruit springen. En met een grijs pak in een grijzige omgeving val je weer niet op. Wat je wilt bereiken is bepalend voor wat je aan doet. Neem Wopke Hoekstra: hij spreekt een congres toe in de ou~it van een begrafenisondernemer. Dat draagt waarschijnlijk niet bij aan het scheppen van en posiCeve sfeer. Voor gesprekken met de informateur steekt hij zich in een T-shirt met borstbreed Superdry logo en korte wijde mouwtjes, die het ontbreken van biceps benadrukken. Natuurlijk kleed je je naar Lekker verhaal!
92
Marcel van den Berg
de gelegenheid. Maar een gebrek aan consistenCe doet niets posiCefs voor de beeldvorming. ATributen. Ook wel props genoemd, helpen jou je verhaal te verbeelden. Een klein agribuut kun je meenemen, zoals het koffertje van de minister van financiën of het helikoptertje dat een defensiemedewerker gebruikte om uit te leggen hoe het kon dat er opnieuw een helikopter in een hoogspanningskabel was blijven hangen. Wil je betogen dat scholieren met levensgevaarlijke wapens rondlopen? Leg het mes maar op tafel. Met een groter agribuut kun je je verplaatsen. Zo creëert Ruge met zijn fiets een heel ander beeld dan de toenmalige minister Herman Heinsbroek die zich in een Bentley verplaatste of de Koning die daarvoor een koets gebruikt, al dan niet van goud. Omgeving. Ik noemde al even dat de achtergrond moet contrasteren met een pak. Maar de hele entourage waarin je jezelf plaatst of laat plaatsen draagt bij aan het verhaal. Als een cameraploeg een generaal op een missie wil filmen is het interessant om hem voor wat uitgebrand legermateriaal te laten poseren. Mijn ervaring is: de generaal doet dat ook als hem dat wordt gevraagd. Maar het maakt nogal een verschil of dat het materiaal is van het eigen leger, dat de suggesCe wekt dat het door de Taliban in de fik is geschoten of andersom: dat het van de Taliban was en dat jij het onklaar hebt gemaakt.
Lekker verhaal!
93
Marcel van den Berg
Deel 3, de media 46. Waarom kri7sche journalis7ek OK is Woordvoerders zien soms teveel beren op de weg, vanuit de veronderstelling dat journalisten hen alKjd te grazen willen nemen. Een realisKscher beeld van de journalisKek neemt die angst weg. Daarmee kan plezier in interviews geven beginnen. Dus even: kriKsche journalisKek is OK. Een journalist is nieuwsgierig. Anders was hij wel wat anders gaan doen. Het is iemand die nieuwe dingen wil ontdekken. Daar leeI-ie van. JournalisCek is een vak waar een kriCsche levenshouding bij hoort. “O ja, klopt dat wel?” Die zin geeI de journalisCeke mindset bij uitstek weer. Maar juist daardoor worden journalisten ook wel als onaangenaam ervaren. Maar zijn ze dat dan ook? “Ik ben hier niet om vrienden te maken” kunnen journalisten zeggen. Sommigen trekken daar dan een stoer gezicht bij. Het gezicht van de autonome intellectueel, die ze graag willen zijn. Sommigen hebben het idee dat ze een belangrijke rol spelen in een democraCsche samenleving. Zij controleren of de beweringen van boven ons gestelden waar zijn. Ze zoeken zaken die mogelijk zijn achtergehouden. Ze willen weten of de verhalen die worden opgedist kloppen. Met zo’n vertrekpunt wordt een gesprek geen theekransje. “Goh, wat zat jij te zuigen,” krijg ik vaak Cjdens trainingen te horen. Of “Wat was jij vervelend.” Doorgaans is het kriCsche deel van de training dan nog niet eens begonnen en wilde ik in mijn rol van interviewer alleen het naadje van de kous weten. Lekker verhaal!
94
Marcel van den Berg
De eerste indruk "Een man van vlees en bloed die barst van de emoKes. En die toont ie. Keer op keer op keer. Telkens namelijk wanneer er iets vreselijks gebeurt wat onder de verantwoordelijkheid van zijn ministerie valt. Grapperhaus verschijnt dan voor de camera’s, zucht diep, loopt rood aan. Zijn prachKge kale hoofd verhult niks, zijn ogen – mooi gekadreerd door een metalen brillenframe – spuwen vuur en hij begint te praten. Dat hij diep geschokt is. Dat dit niet kan in Nederland. Hij valt even sKl en kijkt dramaKsch in de verte. Hij stoot een dierlijke kreet uit. Dan zegt hij dat de daders gepakt zullen worden. Dat Nederland deze ladarKge daden niet onbestraP laat. De eerste keren dat ik hem zo zag, was ik onder de indruk. Mooie kerel, dacht ik. Oprecht.” Teun van de Keuken, over Ferd Grapperhaus. Volkskrant 29 november 2021
Lekker verhaal!
95
Marcel van den Berg
En dan heel precies. Daar moet je als geïnterviewde tegen kunnen. Niet alleen Cjdens een training, maar zeker in het echte leven, wanneer je werkelijk wat moet vertellen. Journalisten gaan erop uit. Legerlijk door het onderwerp op te zoeken, of virtueel door in allerlei dossiers te te graven en zich kriCsch op te stellen. Ze zijn dus net als jij ondernemend. Daar hebben jullie een raakvlak. Een journalist is er voor zichzelf, zijn medium en zijn publiek. Hij kan dus flink doorzagen. Hou er rekening mee, dat een gesprek niet per sé in een theekransje hoeP te ontaarden. En dat dat niet erg is.
47. Werk aan een goede rela7e Journalisten hoeven je vrienden niet te zijn, maar je wilt ze zeker niet als vijand hebben. Werk dus aan een pretge relaKe. Je moet je als gezicht van je organisaCe op een professionele manier tot journalisten verhouden. Dat begint door belangstelling te tonen voor de persoon die tegenover je komt te zigen. Verdiep je in de carrière van die journalist. Zie de patronen in de onderwerpen die hij heeI aangeroerd. Lees de arCkelen die hij schreef over vergelijkbare bedrijven, vergelijkbare personen of vergelijkbare kwesCes. Je weet dan wat voor vlees je in de kuip hebt. Dat komt van pas. Zo’n gesprek is immers ook een vorm van confrontaCe. Dus moet je precies weten met wie je die confrontaCe aangaat. Lekker verhaal!
96
Marcel van den Berg
Net zoals een goede sportman alles weet van de tegenspeler die hij tegenover zich krijgt. Coureurs verkennen lopend het circuit waarover ze later met meer dan 300 kilometer per uur voortrazen. Ze staan sKl bij iedere hobbel of potenKële plas en prenten die goed in hun hoofd. Ze analyseren waar hun kansen liggen. Doe dat ook als je een interview voorbereidt.
48. Help de journalist op zijn reis Het is niet iedereen gegeven, maar het helpt om aardig te zijn. Het schept een band. Ook met journalisten. Beschouw een journalist als een klant en help hem bij zijn reis.
Een klant van mij zou een journalist op bezoek krijgen voor een interview over een aanzienlijke reorganisaCe van zijn winkelketen. Er zouden nogal wat klappen gaan vallen. VesCgingen zouden worden gesloten, medewerkers ontslagen. Het was met andere woorden geen fijn verhaal. De directeur zag op tegen het gesprek. Ondertussen zag de klantreis van de journalist er beroerd uit. Het parkeerterrein stond bomvol. Na een lange wandeling zou hij zich tussen de andere bezoekers aan de balie moeten melden. Daarna zou de baliemedewerker de secretaresse van de directeur waarschuwen. Zij zou hem dan ophalen, voorgeleiden voor de directeur en de journalist tegenover hem laten plaatsnemen. Voordat het Lekker verhaal!
97
Marcel van den Berg
gesprek begonnen zou zijn, zou er een flinke dosis chagrijn zijn opgebouwd. Ik stelde een andere klantreis voor. Die begon er mee dat de journalist zijn auto kon neerzegen bij de entree, op de parkeerplek die voor de direcCe was gereserveerd. Zodra hij zich bij de balie meldde, snelde de directeur zelf de trap af om hem welkom te heten. Na een korte rondleiding door het bedrijfsgebouw gingen ze op de hoekbank zigen en schonk de directeur zelf koffie in. Zo was er alle gelegenheid voor een persoonlijke kennismaking vóórdat het interview begon. Er ontstond wederzijds respect. Met zijn bereidwillige houding zeTe de directeur de juiste toon. Het veranderde niets aan wat de journalist wilde weten of waarover hij wilde schrijven. Maar het zorgde wel voor begrip voor de man die de moeilijke besluiten had genomen en zou gaan uitvoeren. En voor een pretg verloop van het proces, inclusief de correcKes van de ‘feitelijke onjuistheden’.
49. Wees voorkomend, hoffelijk, beleefd Lukt het niet om aardig te zijn? Wees dan tenminste beleefd. Toon vooral respect voor de knellende agenda van de journalist. Het is fijn om met respect bejegend te worden. Dus toon je respect als je een journalist ontvangt. Dat betekent ook dat je ervoor zorgt dat een journalist zijn Cjd goed besteedt. Gebrek Lekker verhaal!
98
Marcel van den Berg
aan Cjd is een van de grootste problemen van journalisten. Er lopen tegenwoordig relaCef weinig journalisten rond terwijl er veel nieuwsonderwerpen moeten worden gecoverd. Laat een journalist dus niet wachten. Niet als hij zich meldt bij de recepCe van je kantoor. Niet als hij door een secretaresse wordt doorverbonden en ook niet als hij na afloop en mail stuurt met daarin ter controle de tekst van zijn arCkel. Sterker nog het is een gunst, dus ga daar zorgvuldig mee om. Wellevend zijn kan flink in je voordeel werken. Stel eens een belangstellende vraag. HeeI hij leuke opdrachten? Is het prelg om voor die krant of omroep te werken? Het laat zien dat je een relaCe wilt onderhouden en breekt het ijs. Heb je een interessant arCkel van hem gelezen? Zeg het. Blijf ook beleefd als je je bedenkingen hebt bij de journalist. Bijvoorbeeld als je denkt dat hij op het betreffende gebied een nitwit is, of in het algemeen tamelijk hersenloos of, erger nog, een grote boef. Ook is het verleidelijk iemand die een objecCef stomme vraag stelt alle hoeken van de kamer te laten zien. Of te zeggen “Ja, duh, wat denk je zelf?” Maar dat doe je niet. Omdat je een verstandig mens bent. Want je delI uiteindelijk toch het onderspit. Omdat het programma van de journalist is, of omdat hij het arCkel schrijI. Hij heeI de regie in handen. Blijf je ook beleefd als je ervan overtuigt raakt dat de journalist je met opzet in een val laat lopen? Meestal wel. Dat heeI de volgende reden. Een krant, een programma of een populair blog heeI een publiek. Alleen door dit publiek kan het bestaan. Dat publiek Lekker verhaal!
99
Marcel van den Berg
kent de sCjl van het medium, de presentator of de schrijver. Het vindt die sCjl leuk, het houdt van die vent en jij moet dus van hem a•lijven. Ook al heb je nog zo gelijk, van dit publiek zul je dat niet krijgen. En dus is het zinloos daar je gelijk te halen. Beleefd zijn is ook: zelf op Cjd komen. Luister je wel eens naar een programma waarin een aantal gasten worden aangekondigd en waarvan er dan één niet komt opdagen. Bijvoorbeeld omdat -zoals Maarten van Rossem een keer naar voren bracht- hij onverwacht in Hilversum in een file belandde. Dat was een smoes. Dat je in Hilversum op elk moment in een file terecht kunt komen als je op het mediapark moet zijn weet iedereen die daar ooit eerder is geweest. Het staat dus onnozel als je dat als argument aanvoert. Maar vooral is het vervelend voor je gastheer die al die Cjd alleen in de studio zit, of met een aantal gasten waar de balans uit is. Kom dus ook op Cjd naar de studio. Burgermansfatsoen is het minste dat je moet opbrengen in contact met media. De meeste mensen weten wat het is. Jij waarschijnlijk ook. Het is dus vooral een kwesKe van doen zoals het hoort.
50. Al7jd bereikbaar en betrouwbaar zijn Professionaliteit in woordvoering houdt ten minste in: bereikbaar en betrouwbaar zijn. Want wat is een gesprekspartner waard die niet op Kjd amomt met informaKe of die informaKe geeP waar je niet op af kunt gaan?”
Lekker verhaal!
100
Marcel van den Berg
Als publieke figuur zorgt je er natuurlijk alCjd voor dat je haar goed zit.
Als jij het woord voert voor jouw organisaCe maakt je het jezelf gemakkelijk door alCjd benaderbaar te zijn. Gewoon, alCjd je mobieltje met Whatsapp en e-mail in de gaten houden en reageren op berichten van journalisten. Als jij daar een goede gewoonte van maakt wordt je populairder bij de media dan de woordvoerder die eerst andere zaken asandelt en daarna pas reageert. Ook als het eerste antwoord is: “Geen idee, ik zoek het uit en kom ‘asap’ bij je terug.” Een woordvoerder is in principe geloofwaardig. Het enige dat daarvoor nodig is, is informaCe te geven die deugt. Heel erg moeilijk is dat niet. Verifieer eerst je eigen bronnen voordat je antwoord geeI. En geef dat antwoord volledig. Laat dus niet iets essenCeels weg waardoor je niet iets onwaars zegt, maar wel een compleet andere draai aan het verhaal geeI. Lekker verhaal!
101
Marcel van den Berg
Journalisten krijgen snel het privé nummer van de topman of vrouw te pakken. Een onverwacht Whatsappje kan ongelegen komen. Laat alKjd weten dat je het gelezen hebt en vooral: wanneer je met een antwoord komt.
51. Goede afspraken, beter resultaat Om een interview goed te laten renderen maak je vooraf afspraken over de zaken die jij belangrijk vindt. Misschien wil je ‘feitelijke onjuistheden’ kunnen corrigeren. Of een foto maken op de locaKe die jij het meest geschikt vindt. We hebben het interview al vergeleken met een arena, nu doen we het met een speelveld. Hoe groot is dat, hoe ver wil je gaan? Waarover wil je spreken? En waarover wil je zeker niet spreken? Het is prelg als je daarover met elkaar afspraken maakt. Het kan bijvoorbeeld best leuk zijn dat je het bedrijf van je vader hebt overgenomen, maar het is minder leuk dat jullie sindsdien de grootst mogelijke onenigheid hebben. De afspraak kan zijn, dat je het daar niet uitgebreid over gaat hebben. Een ander voorbeeld. PoliCek verslaggever Ron Fresen werd uitgenodigd bij Jinek om te praten over zijn vertrek. Er werd met geen woord gerept over zijn gezondheid. Het gesprek ging alleen over zijn carrière, de vele hoogte- en de weinige dieptepunten en hoe hij zijn Cjd na vertrek ging besteden. Het interview in de Volkskrant dat het weekend daarna verscheen ging uitgebreid in op het ziekteproces.v Dat was geen toeval, dat was een complex aan afspraken. Lekker verhaal!
102
Marcel van den Berg
Er zijn dus onderwerpen die je niet wilt bespreken. Laat dat dan helder zijn. Je hoeI dan niet om een hete brei heen te draaien. Dat verbetert de sfeer. Soms wil je bedingen dat een verhaal pas gepubliceerd wordt als jouw handtekening eronder staat. Of dat het pas wordt gepubliceerd als je de kans heb gehad het te controleren op feitelijke onjuistheden. Welke afspraken je kunt maken hangt af van de situaCe en wie je bent. De RVD kan andere eisen stellen voor een interview met de koning dan een jonge iniCaCefnemer van een onbekende start-up. Denk ook na over de vraag: als ik in gesprek ga, ben ik dan de enige, of vind ik een mager citaatje terug in een verhaal dat voor het overgrote deel over anderen gaat? Of: als ik mijn hart heb uitgestort, wanneer wordt dat dan gepubliceerd? Want soms blijven stukken langer op de plank liggen dan je verwacht. Misschien wilde je er veel eerder iets mee. Zo kunnen we nog wel even doorgaan. Laten we het houden bij de vaststelling dat jij er in elk geval bij gebaat bent dat je weet waar het interview plaats zal vinden en hoe lang het duurt. Omdat het soms verleidelijk is langer door te gaan dan je hebt afgesproken kun je een meeKng plannen direct na het interview. Je moet dan wel op Kjd stoppen.
Lekker verhaal!
103
Marcel van den Berg
52. De woordvoerder als kop van Jut Het is leuk en boeiend het gezicht van een organisaKe te zijn, maar je wilt niet de kop van jut worden. Daar moet je wel wat voor doen. Markeer als spreekbuis naar de media duidelijk wat jij hebt gezegd. Neem geen verantwoordelijkheid voor zaken die je niet hebt gezegd en waar je verder part nog deel aan hebt. Als je bent omringd paladijnen zal niemand in je gezicht zeggen dat je iets verkeerd hebt aangepakt. Dan ligt het aan de ander, het medium of de journalist. Maar achter je rug gaan de gesprekken over je falen en ben je ongemerkt toch de kop van Jut. Als de bedrijfscultuur gezonder is krijg je serieuze opbouwende kriCek. Dan is het handig het communicaCedashboard te gebruiken aan het einde van ‘Lekker verhaal’. Samen met jouw team kun je jouw optreden systemaCsch beoordelen en daarvan leren. Ben je van beroep woordvoerder of communicaCedirecteur en doe je woordvoering erbij, dan ligt de zaak anders. De hogere regionen van het bedrijf zullen je verantwoordelijk houden voor iedere foute krantenkop, ieder fout citaat en ieder ongunsCg publicaCe. “Want jij bent toch zo goed met de media? Nou dan! Zie nu eens wat ervan komt!” Om te voorkomen dat jij de kop van Jut wordt en verantwoordelijk wordt gehouden voor zaken waar je part nog deel aan hebt bouw je een verdedigingsmuur. Schijf je woordvoeringslijn uit, bereid je Q&A list voor op papier en zet Lekker verhaal!
104
Marcel van den Berg
je mobieltje op ‘opnemen’ Cjdens het interview. Een journalist zal daar geen traan om laten. In de krant stond een heel verhaal, dat de journalist had samengesteld uit diverse interviews. Het bedrijf in kwesKe kwam er slecht vanaf. Er stond zelfs een quote bij. Zonder dit te verifiëren werd dit voor waar aangenomen en kreeg de zegsman onder uit de zak.
Lekker verhaal!
105
Marcel van den Berg
Deel 4, het vervolg 53. Leer van je mediaoptredens Evalueer ieder gesprek en gebruik de lessen voor volgende keren. De spanning binnen een bedrijf is na een belangrijk interview vaak groot. Een arCkel dat naar aanleiding van een interview is geschreven krijgt de geïnterviewde vooraf nog wel eens te zien. Maar met een opname voor televisie is dat doorgaans niet het geval en radio is nog directer. Het kan dus gebeuren dat je je na afloop schrikt als je het resultaat leest, ziet of beluistert. En dan? Laat het gaan. Jij hebt meegewerkt aan de opnames. Jij hebt gezegd wat je hebt gezegd. En ook al is dit buiten de context geplaatst en worden je woorden verkeerd geïnterpreteerd: het is wat het is. Nieuwe ronde, nieuwe kansen. Wel stop je deze onfortuinlijke gebeurtenis onmiddellijk in je olifantengeheugen. En die gebeurtenis haal je onmiddellijk naar boven, zodra je iets vergelijkbaars ruikt. Zo heb je er wat aan. We noemen dat ook wel: ’leervermogen’. Een radiostaKon maakte er een gewoonte van om na de laatste afgesproken vraag toch nóg een vraag te stellen. We baalden daarvan. Ik zegde onze medewerking op als ze daarmee door zouden gaan. Daarna kwam het niet meer voor.
Lekker verhaal!
106
Marcel van den Berg
De kledingkeuzes van Hoekstra leveren een inconsistent beeld op.
54. Tien 7ps voor succes in de media Om het je gemakkelijk te maken zet ik ‘Tien Kps voor succes in de media’ op een rij. Het helpt je bij ontwikkelen van vaardigheid als woordvoerder. Train je deze vaardigheden als woordvoerder bij mij, dan wordt het nog leuk ook. Dat beloof ik. Boek een training en ervaar het zelf. 1. Wie een funcCe heeI waardoor hij interessant genoeg is om te worden geïnterviewd moet zich direct trainen in woordvoeren, zodat hij de beginselen van woordvoering onder de knie heeI. 2. Komt het moment om de pers te zoeken naderbij? Agendeer een meeCng om te bepalen welke externe- of interne ontwikkelingen aanleiding kunnen zijn voor mediaLekker verhaal!
107
Marcel van den Berg
aandacht. Bereid je voor om een reacCe te geven of onderneem zelf acCe en zoek de media op. 3. Begin de voorbereiding zodra een interview wordt aangevraagd. Doe research, schrijI het verhaal en maak de Q&A-list, de bruggen en blokken en doe oefeningen op camera. 4. Geef pas een definiCeve toezegging nadat alle afspraken zijn gemaakt die voor jou belangrijk zijn. 5. Onderdeel van de afspraken kan zijn dat je alle onderwerpen of alle concrete vragen die je worden gesteld vooraf krijgt, zodat je jouw antwoord kunt voorbereiden. Ook wil je weten wie er nog meer worden benaderd, hoe lang een en ander duurt en nog meer prakCsche zaken. 6. Je gedraagt je tenminste beleefd en bij voorkeur aardig en bent een bereidwillige gesprekspartner. 7. Je geeI snel, onomwonden en duidelijk je kernboodschap af. 8. Bij een verklaring of een quote hou je het kort en bondig. Als je de essenCe hebt verteld verken je of er ruimte is voor verdieping. 9. Bij een interview voer je een gesprek. Natuurlijk geef je antwoord op vragen, maar je beperkt je niet daartoe. 10. Je vermijdt voetangels en klemmen, zoals speculaCes en dilemma’s of reacCe op afwezige derden en komt via bloken brugzinnen alCjd weer bij je kernboodschap uit.
Lekker verhaal!
108
Marcel van den Berg
55. En nu verder! Stel: je doet alles dat je leerde uit ‘Lekker verhaal!’ Je maakt een aansprekend verhaal, dat ook nog eens logisch consistent is. Je bedenkt antwoorden op vragen die je gesteld kunnen worden. En als kers op de taart verzin je blok- en brugzinnen zodat je op een prelge manier terug kunt komen bij jouw boodschap. Je speelt met woorden en benadert het interview als een spel waar je een plezier aan beleeI. Hoe ga je dan verder? Dan pak je het communicaCedashboard erbij en zie je: jouw voorbereiding legt de basis is voor een
COMMUNICATIEDASHBOARD
Lichaamstaal • • •
Lichaamshouding (Hoofd)Beweging Gebaren
• • •
Kledingtype Kleurstelling Versieringen
• • • •
Initiatief (over)nemen Vragen beantwoorden Ontwijken Afkappen
Gezichtsuitdrukking • • •
Aankleding
Ogen Wenkbrauwen Mond
Stem • • • •
Volume Tempo Intonatie Articulatie
Props
Omgeving • • •
Opstelling
Ondersteunt boodschap Neutraal Ondergraaft boodschap
• • •
Relevant Begrijpelijk Ondersteunend aan boodschap
• • • •
Blokken Bruggen Wedervragen Opmerkingen
Techniek
Verwoording • • • •
Kort en bondig Spreektaal Eenvoudige woorden Simpele zinnen
• • • •
Doelgericht: kennis, houding, gedrag Relevant: actueel, oplossingsgericht Aansprekend: emotie, waarden Logisch: consistent
Verhaal
Lekker verhaal!
109
Marcel van den Berg
goede mediatraining. Daarin werk je niet alleen aan wat je zegt maar ook aan hoe je dat doet. De theorie is in het dashboard samengevat op een A4-tje.
56. Wat anderen zeggen: Mirjam Rémie, journalist Een publicaKe is vaak het resultaat van intensief werk achter de schermen. Van een goede samenwerking tussen degene die nieuws wil brengen of zelf onderwerp van nieuws is en de journalist die dat nieuws verslaat. Goede woordvoering gaat dus om méér dan het hebben van een goed verhaal. NRC Journalist Mirjam Rémie doet in dit interview een boekje open over het nut van samenwerking. Waar ligt het gezamenlijke belang en waar lopen belangen uiteen? Kunnen woordvoerders en journalisten elkaar vertrouwen in zo’n spanningsveld? Het eerste contact met een journalist kan al resulteren in een publicaCe. Het resultaat van dat contact wordt bepaald door de authenCciteit van jouw verhaal. Is dat in orde, dan is het belangrijk dat je het journalisCeke proces goed begrijpt. Daaruit kan een werkrelaCe ontstaan, waar beide parCjen voordeel bij hebben. Je moet je dan wel aan een ongeschreven eCquege houden. En juist dat die niet uitgeschreven is, maakt het lasCg je eraan te houden.
Wanneer besteed je aandacht aan een beller? “Dat doe ik als iemand me een verhaal vertelt en ik voel dat hij het zelf heeI bedacht. Dat er iets authenCeks in zit. Niet dat Lekker verhaal!
110
Marcel van den Berg
hij zijn eigen belang zit te verkopen. Ik wil geen verkooppraatje. Dus niet: ‘Dit zijn onze jaarcijfers en die zijn echt fantasCsch’, maar iets dat mij integreert. Wat dat is blijI natuurlijk erg persoonlijk. Ik heb het graag kort, simpel en aangrijpend. Heel concreet. Het liefst in één zin, zoals je het in de kroeg vertelt.” Welke invalshoeken zijn interessant? “Ik heb veel contact met mensen die ik slim vind en die iets delen vanuit verontwaardiging. Niet vanuit persoonlijk perspecCef, maar vanuit een maatschappelijk belang. Bijvoorbeeld ergernissen over hoe een bestuur handelt, of een persoon die hoog in de boom zit.” Wanneer gebruik je die informa7e? “Als je een portefeuille hebt is het net alsof iedereen de hele Cjd ballen op je afgooit. OrganisaCes, individuen, chefs en collega!s. Mijn Cjd is schaars, dus met het meeste kan ik niets doen. Wel bewaar informaCe met het oog op de toekomst. Meestal komt het wel een keer van pas. Als ik zelf een thema agendeer, weet ik wie ik kan bellen. Dat werkt beter.” Heej het zin een journalist vaak te bellen? “Je weet snel of je iets aan iemand hebt. Dat hij iets van mijn vak snapt. Dan kan het heel waardevol zijn elkaar regelmaCg te spreken. Je krijgt dan vertrouwen in elkaar. Het wordt een relaCe. Ik heb gemerkt hoe belangrijk het is dat je elkaar echt hebt gezien. Samen koffiedrinken zonder agenda lijkt Cjdverspilling, maar daarna kun je elkaar toch makkelijker bellen.” Wanneer wil jij een werkrela7e opbouwen? “Ik ben geïnteresseerd in woordvoerders van wie ik het idee heb dat ik er wat aan heb. Mensen die echt informaCe geven. Lekker verhaal!
111
Marcel van den Berg
Natuurlijk dekken zij ook wel eens iets af. Dat kan. Als iemand dat nogal opzichCg doet - je voelt het ongemak of dat iemand ergens omheen praat- dan bel ik rond en vind ik al snel uit wat het is. Doen ze dat vaak, dan worden het minder goede contacten. Zo werkt dat.” Als jij belt, heb je jouw verhaal dan al klaar? “Ik bel mensen niet voor een quote bij een verhaal dat al af is. Ik ga niet bepalen wat iemand moet vinden of zeggen. Maar meestal heb ik al wel een invalshoek. Daarmee bel Cen mensen en kijk ik of die zich erin herkennen. Is dat niet zo, dan schrijf ik iets anders dan wat ik eerst in mijn hoofd had.” Mag een geïnterviewde een ar7kel vooraf lezen? ”Veel mensen zeggen dat ze mijn arCkel zelf willen doornemen. Dat vind ik prima, maar er zijn twee spelregels: ik stuur het maar één keer op en ik pas alleen feitelijke onjuistheden aan. Ondanks dat gebeurt het soms dat iemand een arCkel helemaal herschrijI. Daar ga ik niet in mee. Vaak is het iemand die het voor het eerst doet, of een kunstenaar voor wie zo’n arCkel heel belangrijk is, dus dan snap ik dat het spannend is. Maar voor een bedrijfsdirecteur ben ik harder.” Respecteer jij een embargo? “Soms krijg ik informaCe onder embargo. Wij houden ons daaraan. Maar er zijn uitzonderingen. Dan ga ik er toch mee aan de slag en maak het concreet: wij gaan er zo laat mee naar buiten. Meestal wordt dat begrepen. Dat doe ik ook als ik van een andere bron dezelfde informaCe krijg. Bijvoorbeeld als ik rondbel en het blijkt dat dezelfde informaCe ook bij collega’s bekend is en ik denk dat een ander er eerder mee komt. Of dat het embargo al is geschonden en mijn chef roept dat het op Teletekst staat.” Lekker verhaal!
112
Marcel van den Berg
Bestaat ‘off the record’? “Off the record bestaat zeker. Ik doe dat ook gewoon en ga er best ver in mee. Het is voor mij belangrijk het verhaal aan te horen. Daarna ga ik kijken hoe ik het rond kan krijgen. Veel informaCe over poliCeke besluitvorming krijg je van mensen die erbij aan tafel zaten. En ik weet: natuurlijk hebben ze daar zelf een belang bij. Ik krijg van voorlichters vaak Cps waarvan ik begrijp dat ik die niet kan publiceren. Maar het is wel van belang met elkaar te kunnen praten.” Welke afspraken kun je maken? “Woordvoerders proberen te onderhandelen. Soms gaat dat onuitgesproken, maar ik wil concrete afspraken. Iedereen is gebaat bij duidelijkheid. Bijvoorbeeld over het moment van publicaCe. Woordvoerders kunnen je informaCe exclusief geven en daarbij zeggen dat het onderwerp ook in het NOSachtuurjournaal zit. Dat kan. Maar bespreken ze dat niet, dan is het ruzie. Wij merken het al gauw dat een onderwerp ook aan en ander medium wordt aangeboden. Ik spreek veel collega’s die voor andere media werken. Maar ook het volgende gebeurt. Je stuurt een arCkel ter inzage en dan gaat iemand dat zelf verspreiden voordat het gepubliceerd is. Bedrijven gebruiken dezelfde informaCe op hun website, ze kopiëren mijn arCkel zonder bronvermelding. Of: ik heb nieuws en bel iemand voor een reacCe. Ik ga er dan niet van uit dat iemand er dan zelf mee de boer op gaat. Maar dat gebeurt wel.” Welke fouten worden er gemaakt? “Mensen die contact opnemen kunnen irritant zijn. Bijvoorbeeld iemand die niet in de gaten heeI dat je het druk hebt. Die geen idee heeI hoeveel verzoeken ik per dag krijg. Of iemand die mailt: ”Dit is een geweldige kans om onze voorziger te spreken over onderwerp X.” Dan denk ik Lekker verhaal!
113
Marcel van den Berg
Lekker verhaal!
114
Marcel van den Berg
meteen:Ik bepaal zelf wel of ik die voorziger wil spreken. En bovendien vind ik onderwerp X heel oninteressant. Een ander voorbeeld: Een voorlichter zegt dat zijn club iets belangrijks bekend gaat maken. En vervolgens wordt er in het interview helemaal niets over gezegd. Of lobbyclubs en poliCci die veel woorden nodig hebben om niets te zeggen. Zij zigen soms zo in hun eigen wereld, dat ze niet meer zien wat een normale Nederlander ergens van vindt.”
57. Wat anderen zeggen: Ad Veen, hoofd communica<e “Een interview is idealiter het resultaat van goed werk achter de schermen. Een verzoek om een interview komt dan niet als donderslag bij heldere hemel, maar is het logisch gevolg van een strategie, die tot doel heeI dat jij jouw nieuws gepubliceerd ziet.” Dat zegt Ad Veen, die als hoofd strategie en communicaCe van de PO Raad Centallen jaren ervaring heeI in de omgang met media. In dit interview geeI Ad Veen zijn visie op het ontwikkelen van een mediastrategie, op het bouwen aan een relaCe met de media en de keuzes die je kunt maken bij het gunnen van nieuws aan een journalist. Hoe maak je nieuws? Nieuws is volgens Ad Veen een boodschap van jouw organisaCe aan jouw publiek, andere belanghebbenden en soms aan de hele maatschappij. Het is de uitkomst van een proces in drie stappen, dat trechtert naar één uitkomst: jouw boodschap. Lekker verhaal!
115
Marcel van den Berg
Ad Veen: “Wat die boodschap is hoeI in de eerste fase van het proces nog niet duidelijk te zijn. In deze fase informeer je journalisten met wie je regelmaCg contact hebt over zaken die mogelijk kunnen gaan spelen. Het is een vrijblijvend gesprek. In de tweede fase verandert dit en geef je duidelijk aan wat er actueel gaat worden. Je krijgt nu te maken met andere belangen, woordvoerders van andere organisaCes een social media. De journalist zal willen natrekken of jouw beweringen kloppen. Hij zoekt bevesCging bij andere bronnen. Die bronnen moet je dan al zelf op de hoogte hebben gesteld, zodat de journalist ze kan bellen. Hij krijgt dan de bevesCging die hij nodig heeI. De derde fase is de uitkomst van het bericht. Wat staat er in? Dat is mede asankelijk van de inhoud van jouw boodschap. Die mag in dit laatste stadium niet blijven hangen in algemeenheden. Jouw informaCe moet zo specifiek mogelijk zijn. Hoe bouw je een rela7e op met de media? “Je moet niet afwachten tot media contact met je opnemen als het slecht gaat, je moet journalisten zelf acCef benaderen als het goed gaat,” zegt Ad Veen, “zeker als je een organisaCe bent met een maatschappelijke funcCe, zoals een brancheorganisaCe of een beroepsvereniging. Dan heb je alCjd wat te vertellen. Ga dus naar Nieuwspoort, plan een afspraak in de ochtend, ga met iemand lunchen en maak nog een afspraak in de middag. Laat je ook zien op andere momenten. Dan leert men je kennen. Vertel wat er gaat spelen in de sector. Neem journalisten mee in je verhaal. Zo weet men wat er gaat spelen, wat de rol is van jouw organisaCe en gaat men jou Lekker verhaal!
116
Marcel van den Berg
bellen omdat je een betrouwbare bron van informaCe bent. Daarbij komt, dat je als maatschappelijke organisaCe uitspraken kunt doen in het algemeen belang. Ik zit daar dus niet voor mijzelf, of voor mijn clubje, maar omdat ik iets te zeggen heb dat van wezenlijk belang is voor ons allemaal." Wanneer bouw je aan die rela7e? “Bouwen een die relaCe doe je als je de media niet nodig hebt. Als je oprecht kunt zeggen dat het niet om jouw belang gaat. Als journalisten later iets oppikken van een andere bron, herinneren ze zich dat ze dat al van jou hadden gehoord. De komkommerCjd is daar geschikt voor. Als de Kamer met reces is, valt de hele media machinerie sCl. Dat is een mooie Cjd voor vrijblijvende, informaCeve gesprekken. Soms merk je dan dat een hoofdredacteur Cjdens een redacCevergadering ergens een sCp heeI gezet. Hij heeI bijvoorbeeld gezegd dat de bekosCging van het onderwijs niet deugt. Als je de journalist al eerder hebt geïnformeerd over de grote thema’s voor de komende periode, kan die daar meteen op inspringen en zeggen dat hij jou gaat bellen. Het is ook goed om zelf te bellen na een uitzending of publicaCe. Bijvoorbeeld als een minister iets heeI gezegd waarvan jij vindt dat het niet klopt. “Dit verhaal heeI twee kanten,” kun je zeggen. Of: ”Dit is het complete verhaal.” Vaak krijg je dan te horen “Maar het is nu al uitgezonden.” Dat weet ik ook wel, maar dan is het in elk geval rechtgezet en hoop ik dat ze er een volgende keer wel aan denken iets eerst bij mij te checken. Op die manier werk ik eraan dat ik een goede breinposiCe krijg.” Hoe gebruik je ‘off the record’? Lekker verhaal!
117
Marcel van den Berg
“Den Haag zou niet kunnen funcConeren, zonder dat er informaCe met de media wordt gedeeld. ‘Off the record’, dus zonder dat de bron met naam en toenaam wordt genoemd. Het nieuws wordt dan toegeschreven aan een ‘betrouwbare bron’, of soms specifieker aan ‘kringen rond de regering’. dat hoor je alCjd bij nieuws dat ‘gelekt’ zou zijn over de informaCe of een persbijeenkomst over het Coronabeleid. Met ‘kringen rond de regering’ worden vaak de persoonlijke assistenten van de ministers aangeduid. Woordvoerders van ministeries kunnen niet anoniem Cps aan journalisten geven. Dat is een beschaafde uitdrukking voor ‘lekken’. Maar de PA’s kunnen dat wel. En zo laat het ene ministerie een proe•allonnetje op door iets in de media te brengen, waar een ander ministerie dan weer via via de media op reageert. Zo tast men via de media elkaars’ posiCes af. Ook als woordvoerder van een organisaCe kun je ‘off the record’ informaCe delen. “Je hebt het niet van mij, maar…” is dan de formulering die ik gebruik. Vervolgens gaat de journalist elders bevesCging zoeken en maakt hij een bericht. Andersom kun je ook zeggen: ”Dat is nu even uit beeld”. Zonder dat je iets specifieks zegt, maak je duidelijk dat een onderwerp niet aan de orde is, omdat je op dat moment niets kunt of mag zeggen.” Kun je nieuws exclusief geven? Het kan handig zijn dat informaCe als eerste in een bepaald medium wordt gepubliceerd. Maar nu heb je net een prelge relaCe met een groot aantal journalisten opgebouwd. En dan geef je belangrijk nieuws aan één persoon. Dan zet je toch al die andere relaCes op het spel?
Lekker verhaal!
118
Marcel van den Berg
“Nee, want media werken anders, hebben andere belangen, andere visies en andere interesses. Je kunt heel goed nieuws maken door een onderzoek uit te laten voeren, dat representaCef is en deugdelijk uitgevoerd door een gerenommeerd onderzoeksbureau. Dat kun je prima aanbieden aan RTL, want je weet dat ze daar gek zijn op cijfers. Als je dat doet, kun je een ander type medium precies dezelfde informaCe geven, een krant bijvoorbeeld. Is het een lang verhaal? Dat is dan mooi voor de Volkskrant. Is het sensaConeel? Dat is koren op de molen van de Telgraaf. Is het erg inhoudelijk? Dat is voor voor NRC. En een lokaal bericht is voor het AD. Zorg ervoor dat je jouw contacten met regelmaat iets gunt. Dan begrijpen ze dat je ze niet alCjd een voorkeursbehandeling kunt geven, maar dat je wel aan ze denkt. Natuurlijk wil je wel wat terug voor die exclusiviteit. Je kunt er bijvoorbeeld de voorwaarde aan verbinden dat jouw standpunt in elk geval wordt vermeld. Je kunt ook afspreken: jullie krijgen de ankeiler, maar daarna gaat het door naar Nieuwsuur.” Wanneer kun je een externe woordvoerder inhuren? Het is geen wet van Meden en Perzen dat een organisaCe alCjd zelf zijn eigen direcCe, communicaCehoofd of woordvoerder in zou moeten zegen. In een crisissituaCe kan het beter zijn een externe woordvoerder in te vliegen. Ad Veen: “Als hoofd communicaCe van een ROC stond ik voor de vraag of wij zelf het woord zouden doen, of daar een externe woordvoerder voor zouden inhuren. Wij kozen voor het laatste, omdat wij te maken kregen met een heel droevige situaCe. Bij een van de opleidingen was een jong kind te water geraakt en verdronken. Een afschuwelijk voorval, dat veel Lekker verhaal!
119
Marcel van den Berg
commoCe veroorzaakte. Iedereen was ervan ondersteboven. Als onze directeur of ikzelf de media te woord zouden staan, was de kans groot dat wij daarna nog lange Cjd met dit afschuwelijke ongeval zouden worden geassocieerd. Pijnlijk voor ons, maar zeker ook voor de ouders. Dat konden wij voorkomen door een externe woordvoerder in te zegen. Die hebben wij zo spaarzaam mogelijk gebruikt. Wij zijn bijvoorbeeld niet in een talkshow gaan zigen.” Wat te doen met bedreigingen? Wie namens een organisaCe spreekt, kan iedereen tegen zich krijgen die de organisaCe niet ziet zigen, om wat voor reden dan ook. Je kunt slachtoffer worden van allerlei bedreigingen. Het lijkt erop dat de kans dat je bedreigt wordt steeds groter wordt, vooral via anonieme e-mails of social media. Ad Veen: “Het ROC verbood het dragen van een gezichtssluier in de school. Dat was een didacCsche kwesCe, er zat niets principieels achter. Les geven is interacCe. Leerlingen en docenten moeten elkaar goed kunnen begrijpen en mimiek levert daar een belangrijke bijdrage aan. Niet iedereen zag dat zo. Ik heb de woordvoering bij mij gehouden, maar dit is een situaCe waar je zekere moet overwegen een externe woordvoeder in te schakelen. Daarmee voorkom je dat je als woordvoerder maandenlang wordt bevraagd over die bedreigingen. Dat maakt het moeilijk om in andere kwesCes goed te funcConeren als woordvoerder.”
Lekker verhaal!
120
Marcel van den Berg
58. Over ‘Lekker Verhaal!’ Deze publicaCe is er om je enthousiast te maken om je verhaal via journalisCeke media te delen met je doelgroepen. En ook om je wegwijs te maken in woordvoering. Over optreden in de media valt veel meer te vertellen. Dat doe ik in mediatrainingen. Verwacht daar geen uitgebreide verhalen. We gaan vooral prakCsch, voortvarend en met plezier aan de slag. Als het nodig is je meer achtergrondinfo te geven, doen we dat met het communicaCedashboard. Daarin is de theorie over woordvoeren samengevat op een A4-tje. De meeste hoofdstukjes van ‘Lekker verhaal!’ vallen onder het steekwoord ‘verhaal’. Het communicaCedashboard gaat ook over hoe je dat verhaal brengt en hoe jouw lichaamstaal je daarbij kan helpen. De training kun je ook inzegen om en optreden in de media voor te bereiden. Citaten zijn soms een verkorte weergave, dan heb ik ervoor gekozen ze niet tussen aanhalingstekens te zegen. Marcel van den Berg
Lekker verhaal!
121
Marcel van den Berg
Lekker verhaal!
122
Marcel van den Berg
Boek de cursus ‘Lekker Verhaal’! Kijk op www.mrcl.agency
Lekker verhaal!
123
Marcel van den Berg
Lekker verhaal! Vertel jouw verhaal met succes in de media
Voor iedere ondernemer, directeur, manager en communicaCeprofessional komt een keer het uur van de waarheid: de media staan op de stoep. Je moet je verhaal vertellen. Soms omdat je succes hebt, vaak omdat er iets mis loopt. Veel mensen zien op tegen media-optredens. ‘Nergens voor nodig’, zegt Marcel van den Berg. In ‘Lekker verhaal!’ laat hij in sneltreinvaart zien hoe je media met vertrouwen tegemoet treedt. ‘Lekker Verhaal’ kun je lezen als zelsulp-gids voor media-optredens. Er is niets tegen Doe-het-zelven. Maar wel als er echt zaken op het spel staan. Zoals een reputaCe. Maak dan een afspraak met een mediatrainer, die je qua inhoud en vorm kan coachen.
Het hoofdstuk ‘Tien <ps voor succes in de media’ zet de do’s and don’ts op een rij. Marcel van den Berg coacht organisaKes en professionals bij hun communicaKe. Als strateeg en mediatrainer werkt hij voor internaKonale ondernemingen, start-ups, non-profit organisaKes en individuele professionals. Marcel was oprichter, eigenaar en partner van bureaus voor communicaKe, PR en mediatraining. Meer hierover op www.mrcl.agency
Lekker verhaal!
124
Marcel van den Berg