MAGGS Best of 2011-2020

Page 28

‘Desinteresse vind ik eigenlijk een veel grotere vorm van ontrouw. Of zelfs de grootste.’ Is het zijn angst om gekwetst te worden dat hij op liefdesgebied eigenlijk geen risico meer durft te lopen? ‘Ik ben niet bang om kwetsbaar te zijn. Maar ik ben me er wel van bewust dat anderen met jouw gevoel aan de haal kunnen gaan, het belachelijk kunnen maken, je er publiekelijk mee kunnen confronteren. Naarmate je ouder wordt, leer je dat overigens wel te relativeren, meer langs je heen te laten gaan. Door je sterke kanten te ontwikkelen, kun je de zwakke aan. Over dat kwetsbaar zijn zei Annie M.G. Schmidt eens: “Help, morgen komen ze erachter dat het allemaal niets voorstelt.” Dat denk ik ook weleens: waar maken mensen zo’n drukte om? Zo bijzonder is het allemaal niet wat ik doe. Ik ben wel ontzettend blij dat ik al die jaren zo gelukkig mocht zijn in mijn werk. Dat ik alle opleidingen heb kunnen volgen die ik wilde. Dat ik meteen bij de BBC in de leer mocht gaan; dat was in die tijd nog ongekend! En, had ik bedacht, mocht het allemaal niet lukken, dan kon ik altijd nog badmeester worden in Italië. Want dat ik een groots leven wilde leiden, avonturen beleven, veel reizen zou gaan maken, dat stond voor mij vast. Ook als ik arts was geworden – een opdracht van mijn oma - zou ik naar de tropen zijn gegaan. Ik zag altijd veranda’s voor me met schommelstoelen en witte uniformen. Waar anderen dachten “echt niet”, daar dacht ik: dat ga ik doen.’ Naast zijn liefde voor zijn kinderen is die dus ook voor zijn werk altijd honderd procent geweest. Alleen waar het gaat om een serieuze, nieuwe relatie, lijkt die honderd procent uitgesloten. ‘Ik koester mijn alleen zijn; dat is me veel waard. Na mijn huwelijk heb ik nooit meer samengewoond. Het eerste jaar met een nieuwe liefde is het mooist, maar daarna wordt het voorspelbaar, dan is dat onbeteugelde verlangen om bij elkaar te zijn, weg. En ik ben liever een dromer dan dat ik vastzit in een relatie die ik niet leuk vind. Maar het alleen zijn hoeft geen gemis in te houden; die verbondenheid, het elkaar woordeloos begrijpen, heb ik ook met twee of drie goeie vrienden. Zoals met Hans Melissen, die ik al vijfenvijftig jaar ken en met wie ik het boek Reisgids voor levensgenieters heb geschreven. Wij kunnen samen heel goed op reis, luisteren onderweg naar de muziek die Hans verzorgt, en kunnen ook heel goed samen zwijgen.’ En dat heet geen liefde? ‘Nee, dat vind ik zelfs klef klinken. Met Hans is het een diepe kameraadschap. Liefde heeft te maken met strelen, is lichamelijk. Daarom vind ik huggen met vrienden ergens ook niks. Dat doe ik alleen met mijn kinderen en destijds met mijn vader. Bij Hans is er ook geen sprake van jaloezie; dat is iets wat meer bij de liefde hoort.’ Of bij angst voor het verdwijnen van de liefde? In hoeverre kan seks of het gebrek daaraan de liefde dwarszitten?

28 / MAGGS TERUGBLIK

‘Seks hoort er wel bij, maar het heeft me nooit enige moeite gekost om monogaam te zijn. Een romanticus gaat niet vreemd. Desinteresse vind ik eigenlijk een veel grotere vorm van ontrouw. Of zelfs de grootste. Je wilt het gevoel hebben dat iemand echt van je houdt, je volkomen wenst. Anders ga je aan gevoelsarmoede lijden. Een vriendin voor één nacht kan wel: dat vier je met eten en lekkere wijn, en het plezier waarvan je samen kunt genieten. Dat blijft of verdampt tot een herinnering die ik kan oproepen als ik tachtig ben. Dan kleur ik het, met dank aan God die me met de geboorte een kleurdoos heeft meegegeven, net een beetje mooier dan het misschien was. Dat doe ik ook met mijn jeugdjaren: ik maak de lucht wat blauwer en het gras groener.’ Ik moet even nadenken: in de relatie wil Rik zich volkomen gewenst voelen, maar uit veiligheidsoverwegingen houdt hij zelf twintig procent achter. Met onze gereformeerde opvoeding als gemeenschappelijke achtergrond, houd ik hem mijn alternatieve huwelijksbelofte voor: • heb de ander lief, maar niet liever dan jezelf • sta de ander op geen enkele manier in de weg om zijn leven te leiden • heb respect voor het punt waarop de ander zich bevindt • heb respect voor de weg die de ander moet gaan • wees de ander dankbaar voor de spiegel die hij je voorhoudt • wees de ander dankbaar voor alles wat hij met je deelt • hou de ander nooit verantwoordelijk voor jouw leven • stimuleer de ander zijn hoogste doel te bereiken. Kan het op basis hiervan nog iets tussen ons worden? ‘Goed gevonden,’ knikt hij. Maar dan haalt hij een citaat aan van Ambroise de Normandy: ‘Verliefdheid is een soort ziekte, slechts te genezen door een huwelijk of door isolatie van de bron die aanleiding is tot de kwaal.’ Echt veelbelovend klinkt dat niet. Ik leg hem nog één tekst voor die hem bekend in de oren moet klinken: En zo blijven dan: geloof, hoop en liefde! Deze drie, maar het meest van al is de liefde. Wat heeft hij met deze drie begrippen in zijn leven gedaan? ‘Geloof heeft wel een rol gespeeld. Ik hou van religie met kaarsjes en met kerst ga ik nog altijd voor in gebed. Dan haal ik dingen aan waar we best even bij stil mogen staan. Weet je nog dat jouw broer, de dominee, zelfs bad voor fietsers die op de Gijsbrecht van rechts kwamen? Maar hoop is het laatste wat je iemand mag ontnemen. Met hoop kun je alle kanten op. Want ik zou wel willen geloven in een hemel, dan hoefde ik me niet ongerust te maken, alleen lukt me dat nog niet. Maar hopen dat het leven op een bepaalde manier doorgaat, kan altijd. Dat we er deel van blijven uitmaken. Anders is het ook zo zinloos. En hoop houdt ook in dat er nog kans is op liefde. Dus zeg ik nooit nooit.’ <


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.