
17 minute read
"Bent u nog mee mevrouw de tolk?"
Visie
Advertisement
Jordi Maes
Jordi bespreekt in deze waardevolle bijdrage een onbekende maar veelvoorkommende linguïstische problematiek die verregaande gevolgen kan hebben: de referentieverwarring. Waar deze verwarring tot komische situaties kan leiden, zijn de subtiele gevaren hiervan voor onze rechtspraak een stuk minder lachwekkend. Dit artikel is uitermate verhelderend en neemt ons mee naar een problematiek waarbij de meesten nog nooit stilstonden “Zei ‘ij of ‘ em da ’ zij zei da ’ ze van ‘ em af wilt?” Als u niet weet naar wie of wat de voornaamwoorden ‘hij’ of ‘ zij’ verwijzen in de vorige problematische uitspraak, dan bent u zeker niet alleen. Ook de tolk RoemeensNederlands wist niet wat haar overkwam wanneer één van de twee WestVlaamse verhoorders haar aansprak. “Bent u nog mee, mevrouw de tolk?” , ik vrees van niet.
Echter is er één groot verschil tussen u en de tolk, de verwarring bij mevrouw de tolk kan over het leven beslissen van de Roemeense verdachte die de Nederlandse taal niet machtig is. De ondervraagde, die zelf helemaal niets begrijpt van wat er aan de overkant gevraagd of gezegd wordt, is bijgevolg volledig afhankelijk van een professionele vertaler. Maar, wat als de vertaler zelf in de war is, en het gesprek niet meer kan meevolgen? Meer zelfs, wat als de tolk zelfs niet doorheeft dat die het gesprek niet meer kan volgen. Een klein taalprobleempje kan zo het leven van de ondervraagde persoon bepalen die zo al aan de lagere kant van het machtsevenwicht zit in het politieverhoor. Deze laatste bewering kan men niet afdoen als een overstatement. Om uw interesse in het gewicht van deze onderbelichte problematiek bij te zetten, illustreer ik graag vanuit mijn eigen tolkervaring met een anekdote. In een zaak over een ruzie tussen twee schoonbroers werd de Franstalige schoonbroer ondervraagd. Hij werd meegenomen door de politie omdat de andere schoonbroer hem ervan beschuldigde dat hij hem had neergestoken. U voelt waarschijnlijk nu al hoe er gegoocheld wordt met de woorden ‘hij’ en ‘hem ’ . De ondervraagde ontkent de feiten en beweerde daarentegen het volgende: “Il a battu son fils de trois ans ” . De vertaling van deze uitspraak die aan de verhoorders wordt gegeven, klinkt: “Hij heeft zijn driejarige zoon geslagen ” . De verhoorders kijken me verbouwereerd aan. “Blij dat ge eerlijk zijt, maar ge beseft toch dat ge strafbare feiten bekent, eh vriend” . De agenten beseffen niet dat ik de woorden van de verdachte rechtstreeks vertaal naar hen toe. Zij denken daarentegen dat ik over de verdachte spreek. U kan zelf inschatten hoe het gesprek én de zaak verder kunnen lopen wanneer ik als tolk niet zou ingrijpen om de verwarring te verduidelijken. Een ingreep die de deontologie van de tolk eigenlijk strikt genomen verbiedt. Wanneer ik mijn deontologie zou gevolgd hebben, zou niet enkel de beschuldiging van de schoonbroer niet uitgesproken worden, maar zou zelfs een bekentenis van kindermishandeling op de rekening van de verdachte komen. Stelt u zich ook nog eens voor dat de verhoorders niet reageren en deze uitspraak gewoon meenemen in het schriftelijke procesverbaal. De verhoorders beseffen niets, en de verdachte al zeker niet. Een klein taalprobleem, met mogelijks verregaande gevolgen.
Vanuit mijn eigen studiedomein en prille ervaring in het eervolle beroep van gerechtstolk probeer ik
een lans te breken voor de aandacht op dit onderschatte probleem. Ik tracht u ervan te overtuigen dat deze linguïstische problematiek –accurater benoemd als referentieverwarring – akelig frequent en divers opsteekt in een fragiele context als een politieverhoor. Een taalprobleempje dat een liberale maatschappij kan doorboren door u het fundamentele recht op uw verdediging volledig te ontzeggen.
Een linguïstisch voorwoord
Voor we ons toespitsen op de specifieke problematiek binnen de gerechtscontext, moet men toch even stilstaan bij het taalkundig fenomeen van referentieverwarring. Voor linguïstische leken is toch enige duiding nodig om het volledig beeld van de problematiek te vatten.
Het fenomeen van taalkundige referentie vinden we overal om ons heen in dagelijkse communicatie. Wanneer uw collega roddelt over de baas omdat ‘hij’ weer niet van de secretaresse kon blijven, en u vol enthousiasme vertelt over dat geweldig restaurant van ‘die sterrenchef’ waar u dit weekend bent afgezakt. U verwijst in bijna elke gecommuniceerde uitspraken naar andere dingen of personen. Indien u een tijdrovende uitdaging wil, durf ik u te vragen om alle referenties naar ‘ u ’ , de lezer, na te tellen in deze tekst. In wat we communiceren, verwijzen we naar dingen, plaatsen, gebeurtenissen, personen, enz. in onze omgeving. Door met ‘het’ , ‘ u ’ en ‘hij’ naar de personen in onze communicatie te verwijzen, maken we onze communicatie efficiënter door onnodige herhaling te vermijden. Meer zelfs, een unieke eigenschap van de mens wijst hem die vaardigheid toe om als enige levende wezen naar de toekomst en het verleden te refereren. Een zebra kan de aanwezigheid van een leeuwentroep enkel in het heden communiceren naar de rest van de kudde. Het kan niet communiceren dat het vorige week verdacht genoeg geen leeuwen heeft gezien en er volgende week meer leeuwen in de savanne zullen zijn.
Dit proces verloopt vaak goed omdat ‘ u ’ bijvoorbeeld gemakkelijk kan induceren dat ik ‘ u ’ als lezer graag wil aanspreken. Uw collega zal ook wel de logische inductie maken dat het
waarschijnlijk uw werkgever is die achter de secretaresse aanzit, aangezien u het roddelgesprek startte met “Moet ge nu eens wat weten over de Julien ” . Niet toevallig is Julien de werkgever.
Wanneer de ontvanger van de boodschap, uw collega, geen idee heeft wie Julien is, zal die ook nooit weten naar wie het persoonlijk voornaamwoord ‘hij’ verwijst. Het is daar op dat specifieke moment dat referentieverwarring ontstaat, hét moment waarop de ontvanger van de boodschap niet begrijpt naar wie de zender van de boodschap verwijst. Ik ken Julien niet, dus ik weet niet naar wie u verwijst.
Atlasiaanse verantwoordelijkheid
Tolken, of het mondeling vertalen, is eeuwenoud. Dit is ook logisch. Aangezien de bewoners van deze planeet nooit een gemeenschappelijke communicatiecode hebben gebruikt, is er altijd nood geweest aan personen die ervoor zorgen dat verschillende individuen, volkeren, culturen, werelden, informatie konden uitwisselen. Zie daar de primordiale opdracht van de tolk. Zonder tolken had de geschiedenis er helemaal anders uitgezien. Probeert u maar eens op eigen houtje als Romeinse veldheer de overgave van dat ene barbaarse volk te onderhandelen zonder met hen te kunnen communiceren. Of probeert u in de 17e eeuw maar
als Spanjaard de Nieuwe Wereld te betreden zonder een woord Nahuatl, de taal van de Azteken, te spreken. Franse en Engelse WOIgeneraals die een gezamenlijke aanval op Duitse stellingen beramen zonder een woord uit elkanders mond te begrijpen. Een tolk zorgt ervoor dat communicatie mogelijk is waar anders communicatie nagenoeg onbestaande zou zijn.
Deze opvatting van de beroepsbeschrijving van de tolk maakt de verantwoordelijkheid van de gerechtstolk des te groter. Een gerechtstolk treedt op in drie contexten: bij rechtszaken, politieverhoren en asielprocedures. In alle drie domeinen is het van levensbelang voor de ondervraagde dat die gehoord wordt op de precieze en volledige manier dat die dat wil, zeker omdat hij benadeeld is door het machtsonevenwicht in zo ’ n juridische context. Het lot van de ondervraagde ligt in de drie contexten steeds in de handen van de ondervrager. De gemachtigde partij neemt een beslissing die grotendeels gebaseerd is op de verdediging van de ondervraagde. De vraag van schuld of onschuld en de vraag van verblijf of repatriëring wordt dus deels bepaald door de spreekbuis van de anderstalige ondervraagde, de tolk.
Wanneer we de specifieke setting van het politieverhoor binnen het Belgische juridische systeem onder de loep nemen, wordt de verantwoordelijkheid die rust op de schouders van de politietolk nog omvangrijker. De beslissing die gevolg geeft aan het verhoor wordt namelijk niet genomen door de verhoorder, maar door een derde magistraat die niet deelnam aan het verhoor.
De politietolk wordt ingezet tijdens politieel onderzoek, de initiële fase van een gerechtelijke procedure vóór het proces. Tijdens het ‘ onderzoek’ organiseert een magistraat onderzoekshandelingen om feitelijke informatie te bekomen over de onderzochte gebeurtenissen. Wanneer de zaak terechtkomt in de rechtbank, bezorgt de magistraat het hele dossier aan de bevoegde rechtbank. De beschuldigde zal hoofdzakelijk worden berecht op basis van dit dossier. Een belangrijke activiteit in het ‘ onderzoek’ voor het proces zijn de bevragingen van slachtoffers, getuigen en verdachten die in schriftelijke neerslag (het procesverbaal) worden toegevoegd aan het dossier van de magistraat.
Om een accuraat en volledig dossier, op basis waarop de beschuldigde berecht zal worden, naar de rechtbank te brengen, heeft de politietolk de hoogste verantwoordelijkheid. De uitspraken van de tolk zijn de enige informatiebron voor de versie van de ondervraagde want enkel de tolk kan de uitspraken van de anderstalige omzetten naar de taal van de rechtsgang. Kortom, de getolkte versie van de feiten vormt de enige basis van verdediging voor de terechtstaande. Het procesverbaal dat door de politieagenten wordt opgemaakt tijdens het verhoor bevat de eigen formuleringen en uitspraken van de ondervraagde. Wanneer die tweetalige communicatie via een gerechtstolk verloopt, zijn de originele formuleringen van de ondervraagde bijgevolg in hoge mate onderhevig aan de veranderingen die de tolk in diens vertalingen aanbrengt. Wanneer we nu stellen en weten dat referentieverwarring de vertalingen van de tolk kan beïnvloeden, vormt referentieverwarring een belangrijke bedreiging voor het recht op een accurate en volledige verdediging van de anderstalige.
De redenering in het eerste deel van dit artikel wilde de bedreiging van referentieverwarring voor de correctheid van de rechtsgang verklaren. Bovenal wil deze redenering bijdragen tot de dringende nood aan sensibilisering van alle actoren in het rechtsdomein opdat zij de nodige aandacht schenken aan de mogelijke omvangrijke risico ’ s die referentieverwarring met zich meebrengt.
Des te belangrijker is het echter om aandacht te schenken aan de hoge frequentie waarin referentieverwarring voorkomt bij getolkte politieverhoren. Dit gegeven onderstreept des te meer het belang van de nood aan inzicht in de problematiek. Referentieverwarring is dus niet enkel een problematiek met mogelijks verregaande gevolgen voor het recht op verdediging, we zien vervolgens dat deze bedreiging ook nog legio voorkomt in de praktijk.
De risico’s van het vak
Om de hoge frequentie te illustreren in de praktijk, bekijken we de werkomgeving van de politietolk. Een politieverhoor brengt twee informerende partijen samen die deze informatie zullen overleggen. De ene partij bestaat uit één of meerdere (vaak twee) verhoorders. De andere partij bestaat uit een verdachte, een slachtoffer of een getuigen. In het eerste geval wordt die bijgestaan door een advocaat. Wanneer de tolk plaatsneemt tussen de twee partijen in, gaat hij aan het werk in een context met minstens drie personen, hemzelf incluis. In realiteit moet je daar vaak dus nog een advocaat en een tweede verhoorder bijtellen.
Op die manier heb je alleen al in de gemiddelde context van een politieverhoor vijf personen waarnaar iedere van deze vijf deelnemers kan verwijzen. Meestal behoren de deelnemers tevens tot het mannelijke geslacht, waardoor vaak met hetzelfde voornaamwoord (‘hij’) moet verwezen worden. Wanneer we de anekdote van de ruzie tussen de twee schoonbroers opnieuw bovenhalen, dan merken we dat de feiten zelden enkel de aanwezigen in de verhoorkamer betreft. Hierdoor wordt een tolk tijdens één verhoor al snel geconfronteerd met handenvol mogelijke referenten.
Daarnaast begint een tolk volgens diens deontologie aan de vertaalopdracht zonder voorkennis van de feiten. Hierdoor kan een tolk niet anticiperen op mogelijke referenten die aan bod zullen komen omdat die juist geen kennis heeft van de zaak. Een korte illustrering vanuit de eigen praktijk bij een ander verhoor waar ik aan deelnam als tolk FransNederlands. Nadat ik mezelf had voorgesteld aan de verdachte, vroegen de verhoorders wat er gebeurd was met de getuigen. De ondervraagde antwoordde: “il, il a essayé de faire quelque chose ” [hij, hij heeft geprobeerd iets te doen]. De man vangt meteen aan met een verwijzing naar zijn belager. Om de correctheid van het procesverbaal te garanderen, ben ik meteen verplicht aan hem te vragen wie hij bedoelt met ‘il’ [hij]. De ondervraagde gaat ervanuit dat de tolk de feiten al kent. Dit helpt referentieverwarring in de hand. Niet enkel het aantal referenten kan zorgen voor een overload bij de tolk. Taalkundige factoren kunnen ook aan de basis liggen van referentieverwarring. We stellen vast dat bepaalde talen eigenschappen bezitten die referentieverwarring in de hand werken. Als drietalige tolk Nederlands, Frans en Engels merk je dat in het Frans gevoelig meer verwarring ontstaat rond personen door de vormen die aanwezig zijn in de Franse taal – enkelvoud en meervoudsvormen die hetzelfde klinken (il, ils, elle, elles) en bezittelijke vormen die niet naar het geslacht van het de bezitter verwijzen (son enfant vertaald men zowel als zijn, haar als diens kind), om er slechts twee te op te sommen. In het Engels en het Nederlands komen deze ambiguïteiten in mindere mate voor, ook al kan ‘ zij’ in het Nederlands ook best voor wat verwarring zorgen.
Een belangrijk deel van factoren die de verwarring in de hand werken zijn te vinden in de omgeving en de taal. De tolk kan deze factoren moeilijk beheersen of erop anticiperen. Die kan moeilijk de taal aanpassen of aan de deelnemers vragen om het aantal personen in hun versie van de feiten te beperken. Desalniettemin ligt een controleerbare factor aan de basis van veel referentieverwarring en zijn ze bijgevolg te vermijden, namelijk, de communicatievorm. Op het moment dat de tolk zichzelf inleidt in het gesprek, vraagt die aan de deelnemers om elkaar rechtsreeks aan te spreken. In de praktijk wordt hier echter zeer frequent van afgeweken, ook door de tolk. Het blijkt moeilijk voor de deelnemers om de fysieke aanwezigheid van de tolk te negeren waarbij ze die rechtsreeks aanspreken en de gesprekspartner eerder als derde partij beschouwen. Ze spreken niet tegen hen langs de tolk, maar óver hen tegen de tolk. Vooral de verhoorder lapt regelmatig deze modaliteit aan de spreekwoordelijke laars.
Een eigen voorbeeld illustreert hoe een rechtstreekse aanspreking van de tolk door de verhoorder vaak verwarring in de hand werkt. We keren terug naar de ruzie tussen de twee schoonbroers. De verhoorder spreekt mij als tolk al de hele tijd rechtstreeks aan. Hij verwijst dus naar de verdachte met ‘hij’ . Wanneer in de feiten ook
de schoonbroer erbij wordt betrokken als ‘hij’ vormt elke ‘hij’ een ambiguïteit. De ellendigste referentieverwarring uit mijn prille carrière komt –deels niet onverwacht – uit dit verhoor. De verdachte start met de bewering: “Il a battu son fils ” . De verdachte spreekt correct tegen de verhoorder. De verhoorder spreekt echter al de hele tijd tegen de tolk. Wanneer hij de vertaling hoort: “Hij heeft zijn zoon geslagen ” , denkt de verhoorder dat de verdachte zijn eigen zoon heeft geslagen. “Wie? Hij?” . De verhoorder doelt op de verdachte. Als tolk vertaal ik onwetend “Qui? Il?” . “Oui, monsieur, il l’ a fait, je te jure. ” . [Ja, meneer, hij heeft dat gedaan, ik zweer het]. Niet alleen kunnen deze risicovolle uitspraken door deze verwarring in het procesverbaal terechtkomen, het staat tevens buiten kijf dat de afwijking in rechtstreekse communicatie door de verhoorder op meerdere momenten in het verhoor zeer problematisch bleek.
Niet enkel de praktijk stelt de legio aan referentieverwarring vast. Recent tolkwetenschappelijk onderzoek (Maes & Defrancq, 2020) onderstreept de hoge mate waarin referentieverwarring voorkomt in politieverhoren –in vijf getolkte politieverhoren vonden de onderzoekers maar liefst 53 problematische momenten van referentieverwarring. De tolk speelt een belangrijke rol als bron van referentieverwarring door de voorgenoemde factoren, maar onderneemt ook als énige gesprekspartner een poging om de verwarring op te
lossen.
Hierdoor bracht het onderzoek de belangrijkste conclusie in de problematiek rond referentieverwarring naar boven: tien vormen van referentieverwarring kwamen tijdens de vijf politieverhoren niet naar boven. Ze raakten met andere woorden simpelweg niet opgelost of werden niet opgemerkt! Het is onduidelijk hoeveel van deze verwarring ook effectief in het procesverbaal terechtkwamen. In een doemdenkscenario kwamen alle tien verschillende vergissingen in referentie in het procesverbaal terecht verspreid over vijf verschillende politieverhoren. Kortom, we komen tot de conclusie dat referentieverwarring een problematiek omvat dat zwaar onderschat wordt in belang en frequentie. De talrijke verkeerde verwijzingen naar personen die ongemerkt in het procesverbaal terechtkomen vormen een rechtstreekse bedreiging op het recht op verdediging in de rechtsgang van een verlichte maatschappij.
Alle baten helpen
Waar beginnen om deze zwaar onderbelichte problematiek aan te pakken? Laten we beginnen met een belangrijke kanttekening: referentieverwarring vermijden is haast onmogelijk. Daarbij verdedig ik zeker de eigen parochie. Tolken zijn echter ook maar mensen die een complex vertalingsproces uitvoeren. Vertalen omvat veel meer dan gewoonweg woordjes en zinnetjes omzetten van de ene taal naar de andere taal. Tolkactiviteiten brengen daarnaast de extra moeilijkheden van mondelinge vertaling met zich mee: gesproken taal is vluchtig (in hoge mate belastend voor het geheugen), niet verbeterbaar en het moet snel gebeuren. Hierdoor ligt de foutenlast bij tolken gevoelig hoger dan bij schriftelijke vertalingen. Kortom, tolken zijn ook maar mensen die op hun eigen natuurlijke limieten kunnen botsen. Naast deze belangrijke kanttekening zijn er wel degelijk een aantal beïnvloedbare factoren die de risico ’ s in hoge mate kunnen inperken.
Sensibilisering bij de deelnemers aan het politieverhoor vormt de hoeksteen van de opsporing en oplossing van referentieverwarring. Agenten zien er geen graten in om de tolk rechtstreeks aan te spreken omdat ze niet altijd begrijpen welke risico ’ s deze afwijking op de normatieve communicatie inhoudt. Wanneer ze zich bewust zijn van de problematiek, kunnen ze zelf actiever de bronnen van referentieverwarring vermijden.
Niet alleen agenten, maar alle participanten kunnen een actievere rol spelen in de oplossing en anticipatie van referentieverwarring tijdens het politieverhoor. Uit onderzoek (Maes & Defrancq, 2020) bleek dat de advocaat van de verdachte actief
speurde naar referentieverwarring om de accuraatheid van de woorden van diens cliënt te garanderen. Men stelt dus vast dat een advocaat actief referentieverwarring probeert te verhelpen in het belang van de eigen anderstalige cliënt. In een politieverhoor zou elke deelnemer, zeker nu net de verhoorders, actief verwarring moeten opsporen en oplossen in het belang van de verdachte. Alle participanten kunnen zoals de advocaat actieve initiatieven nemen. Zo moeten de tolk én de verhoorders streven naar een maximaal gebruik van eigennamen in de conversatie en de personen in het verhaal zoveel mogelijk specifiëren. Op momenten waarop specifieke formuleringen van de verdachte in het procesverbaal worden opgenomen, moeten de verhoorders en de tolk net extra aandacht schenken aan de personen en diens betreffende functie in de versie van de verdachte.
Onderzoek stelt vast dat advocaten deelnemen aan de oplossing en opsporing van referentieverwarring. Dit kan vaak enkel wanneer de advocaat een zekere talenkennis heeft van de vreemde taal – zoals bij frequente talen als het Engels of het Frans. Vaak heeft de advocaat de versie van de verdachte ook al gehoord. Bijgevolg lijkt de meest aangewezen deelnemer in het gesprek om actief referentieverwarring op te lossen en te vermijden de tolk, de persoon die vaak als enige een volledig begrip heeft van de communicatie en informatie die wordt uitgewisseld tussen de twee partijen én de enige die kan communiceren met beide partijen in de eigen taal.
Men kan hierdoor vanuit de beroepsopleiding van de tolk twee belangrijke inspanningen leveren. Ten eerste kan men tolken opleiden om beter in te spelen op referentieverwarring. Ze kunnen hierdoor beter de leiding nemen in de opsporing en de oplossing van het communicatieprobleem. Voorlopig leren tolken in hun opleiding om de deelnemende partijen te wijzen op de rechtstreekse aanspreking, maar leren niet omgaan met de gevolgen van die onrechtstreekse aanspreking.
Ten slotte vormen adhoctolken het grootste gevaar voor referentieverwarring. Adhoctolken zijn tolken die geen professionele opleiding hebben genoten, en dus bijgevolg niet professioneel leren omgaan met communicatieproblemen. Adhoctolken worden nog massaal ingezet, ook al zijn de nefaste gevolgen ervan al omvangrijk onderzocht in wetenschappelijk onderzoek (Hale, 2007; Lee, 2017). Wanneer de dochter het oudercontact tolkt of de broer die hier al twee jaar woont de asielprocedure van de migrant tolkt, kan je niet van deze ‘tolken ’ verwachten dat ze professioneel anticiperen op referentieverwarring. Een opwaardering van het beroep zou het tekort voor heel wat talen kunnen wegwerken, waardoor de inzet van adhoctolken vermindert.
De voorgestelde deeloplossingen zullen referentieverwarring niet uit de wereld helpen, maar kunnen de bedreiging voor de accuraatheid en de volledigheid van de rechtsgang sterk inperken. Dit artikel tracht bij te dragen tot deze inperking door het belang en de frequentie van de problematiek te onderstrepen. Referentieverwarring vormt een bedreiging voor de accuraatheid en de volledigheid van het procesverbaal tijdens het politieverhoor. Alle deelnemers aan het getolkte politieverhoor moeten te allen tijde maximaal meewerken aan de opsporing en de oplossing van referentieverwarring opdat de originele formuleringen van de ondervraagde maximaal in het procesverbaal worden opgenomen. Enkel zo kan een maatschappij het recht op verdediging van de individu garanderen. De sensibilisering binnen de juridische wereld waarin dit artikel het voortouw probeert te nemen stelt een belangrijke eerste stap.
Bibliografie
Hale, S. (2007). Community Interpreting. United Kingdom: Springer. Lee, J. (2017). A case study of interpretermediated witness statement: police interpreting in South Korea. Police Practice and Research, 18(2), pp. 194205. Maes, J. & Defrancq, B.,(2020). La confusion référentielle personnelle lors d'auditions policières médiées par l'interprète. . Belgique : Gand.