annette geerards, carina koppen, rob rosenbrand en eef van der worp
ALS OOGARTS HEB JE HET VOLLEDIGE PLAATJE IN DE HAND “destijds heb ik voor oogheelkunde gekozen omdat je als arts het hele traject van diagnostiek en therapie in de hand kunt houden. waar andere specialisten vaak maar een stukje van de behandeling doen, heb je als oogarts het volledige plaatje in de hand. vrijwel alle onderzoeken kunnen in één consultatie uitgevoerd worden; u kunt dan vrijwel onmiddellijk aan de patiënt uitleggen wat het probleem is en wat we er al of niet aan kunnen doen. bovendien is oogheelkunde een discipline waar exactheid, meten en weten gelijk lopen. het blijft mij uitdagen om de informatie te kaderen in die specifieke situatie van de patiënt om vervolgens tot een conclusie komen waarbij de cijfertjes leiden tot een aanpak op maat per individuele patiënt. maakt dit alles nu dat je mij als een ongeduldige controlefreak kunt beschouwen? ja, maar dat is volgens mij als oogarts niet negatief, want dat is in het belang van de patiënt. en met de patiënten zelf heb ik heel veel geduld om exact te weten hoe we de klachten het beste aanpakken”. TEKST Riens Gort BEELD Maarten Hartman Eyeline feliciteert mevrouw Prof. Carina Koppen met de prestigieuze onderscheiding ‘Jan Kok-penning’, die zij in februari uit handen van vakgenoot Annette Geerards ontving. De penning is sinds 2000 slechts vijf keer eerder uitgereikt! Indrukwekkende carrière Prof. Koppen volgde als middelbare schoolopleiding Latijn Wetenschappen. Daarna volgde Geneeskunde aan de Universiteit Antwerpen met als specialisatie oogheelkunde aan het Universitair Ziekenhuis Antwerpen. “Ja, een heel klassiek traject”, glimlacht ze. Ze bleef tot de dag van vandaag in het ziekenhuis werken en richtte daarnaast in 1990 een privépraktijk op. In het ziekenhuis startte ze ‘vanaf niets’ een corneabank, die nu uitgegroeid is tot een bank waar per jaar 300 cornea’s afgeleverd worden en waar ze nu de rol van Medisch Directeur heeft. “Het was echt pionieren in het begin, donoren zoeken, prelevaties doen van de ogen, het bereiden van de donorcornea’s. Mijn opleiding hiervoor heb ik gehad in het AMC door Liesbeth Pels”.
52
eyeline
Een gelijkaardige evolutie speelde zich ook af met de ontwikkeling van de corneale kliniek. In België werden de contactlensaanpassingen in die tijd voornamelijk door oogartsen gedaan. Prof. Koppen begon daar ook met het corrigeren van simpele ametropieën. “Viviane De Vries leerde mij die basis, maar al snel had ik door dat er meer specialistischer werk te doen was”. In 1994 werd ze geconfronteerd met een jonge vrouw die aan beide ogen een penetrerende keratoplastiek had ondergaan voor keratoconus. “In één oog had ze een bruikbare visus met een contactlens van min 10 en een bril voor cilindrische overrefractie. Ze kwam bij mij met een giant papillaire conjunctivitis die fataal was voor het verder (ver)dragen van contactlenzen. De Belgische contactlensspecialist Patrick Van Steenkiste suggereerde om mij verder te verdiepen in sclerale lenzen als een mogelijke oplossing voor die patiënt”. Ze volgde cursussen bij Rients Visser en ging steeds meer sclerale lenzen aanpassen: ”In de jaren daarna heb ik deze sclerale lenzen met grote regelmaat gebruikt als ‘problem solver’ voor patiënten met complexe problematiek, zowel refractief als voor ocular surface disease”.